Rapport E²-zorgcommunicatie in de Kempen. Annick Heyns - Anne Appeltans-Janssen - Evi Willemse - Jef Adriaenssens



Vergelijkbare documenten
Vlaams ICT beleid en de toekomstplannen van de Vlaamse overheid met betrekking tot e-health

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling gezondheid

Thuisverpleegkundigen en ehealth

De e-huisarts : Inleiding. Dr. Hilde Roels Voorzitter Vlaams Artsensyndicaat vzw

ehealth en continuïteit in farmacologische zorg in de ouderenzorg

Vitalink. Concept en stand van zaken 19/11/2011

Informatiebrochure: E-health Cozo AZ Sint-Maria Halle vzw

Gedeeld farmaceutisch dossier : FAQ

MEDICATIESCHEMA, EEN VERSNELLING HOGER Wim Van Slambrouck, Senior Projectleider ICT, Agentschap Zorg en Gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

AP6 Delen om samen te werken

Huisarts, Go for IT. Dr. H.Van Pottelbergh Dr. Leo Geudens

een kort stukje Spoor 1... Bevorderen van de samenwerking en de gegevensdeling tussen eerstelijnsactoren Bevorderen van de gebruiksvriendelijkheid

Toren van Babel & KLINISCHE INFORMATIESYSTEMEN. Netwerkdag Chronische Zorg 21 maart 2015

wat verwacht de overheid van zorgverstrekkers inzake e-gezondheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

EHEALTHCONSENT: INFORMATIE & HANDLEIDING

Decreet betreffende de organisatie van het netwerk voor de gegevensdeling tussen de actoren in de zorg. link website FC

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

1. Doel van de opnameverklaring: recht om geïnformeerd keuzes te maken over financiële gevolgen van de opname

Agenda MyCareNet Oorsprong en architectuur MyCareNet-diensten ehealth Elektronisch factureren Het facturatieproces Structuur van de bestanden

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

VITALINK NEXT GENERATION

egezondheid: hoe te gebruiken in de dagelijkse praktijk?

KENNISMAKING MET DE TOEPASSINGEN VAN E-GEZONDHEID: VITALINK, PARIS, EHEALTHBOX

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Uw patiëntendossier en privacy

Patiëntengegevens delen via Vitalink. Thomas Van Langendonck

Structuur van de uiteenzetting

Nota betreffende de geïnformeerde toestemming in het hub & metahub-project

Privacyreglement De Stal Onderdeel van Stichting Het Spookbos

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Gezondheid

ReumaCafé. e-health e-gezondheid. Welkom!

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Gezondheid»

Gedeeld Farmaceutisch Dossier. Symposium De E- huisarts 22/03/2014

ACTUALISATIE ROADMAP egezondheid WST 4 AP 3 Medicatieschema

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 20 februari 2009 betreffende de Geografische Data- Infrastructuur Vlaanderen, artikel 22, laatste lid;

UiJreksel roadmap Actualisering Roadmap e- Gezondheid Ac>epunt 6 Minimaal EPD Sessie 6 01 juni /30/15

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

MediBridge ehealth Premium Services Pagina 1

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Onafwendbare (r)evolutie!

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

Maatregel / Actie / verbintenis Projectleider / wie Wanneer / deadline Partners: Projectleider: NIC (voor dit plan) Partners:

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming der instellingen, in het bijzonder artikel 5, 1 en 92bis;

Werkgroep G19. Nota betreffende de doelstellingen en standaardfunctionaliteiten van een hub in de context van het project hubs-metahub

Dr Karel De Pever Dr Dana Stiens. Huisartsenpraktijk Roosdaal

Relatiebeheer en consentmanagement. Beheer van therapeutische relatie en toestemmingen

Vitalink. 8 mei 2017

2 Herinnering aan de engagementen Huidige Roadmap (RM) Actie 17 (samenvatting)

Het Gedeeld Farmaceutisch Dossier

Gegevensdeling met externen, ehealth en Vitalink symposium Kind & Gezin

AFDELING 4. HET STUURORGAAN VLAAMS INFORMATIE- EN ICT-BELEID

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid

1. Wat is het Vlaams Patiëntenplatform vzw? 2. Wat is de eerste lijn? 3. Wat is een Samenwerkingsinitiatief eerstelijnsgezondheidszorg (SEL)? 4.

Het Terminologiebeleid in België Het actieplan e-gezondheid

Therapeutische link en geïnformeerde instemming van de patiënt(e).

Pijnloos Beginnen? ehealth in vogelvlucht (voor absolute beginners)

ehealth-platform: stand van zaken en perspectieven

Naar een transmurale communicatie en gestructureerde samenwerking tussen ziekenhuizen en WZC s. Symposium UZGent 23/09/2016

- Geplaatst in VISUS EBM IN DE OPTOMETRIE: HOE PAS JE HET TOE?

Vitalink. Naam Voornaam. Inhoud. Wat is Vitalink? Waar staan we nu? Meebouwen aan Vitalink

Het Terminologiebeleid in België Het actieplan e-gezondheid

ewzc - Naar een gestructureerde samenwerking met de WZC s via het ehealth Platform ZOROO UZGent 23/09/2016

Medicatieschema: voor de patiënt voor de apotheker

werkgroep 2 Beheer Vaccinatiegegevens Terugkoppelingsmoment Gezondheidsconferentie vaccinaties

Verkenningstocht egezondheid Elektronisch Voorschrift in WZC. Dirk BROECKX Project Manager éénlijn.be 14 oktober Blue Point Antwerpen

Recip-e: status. Roll-out status. In ontwikkeling Uitbreidingen SAM2 databank de-materialisering. Planning

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling "Gezondheid"

E-health in Gent E-health en privacy wetgeving in de praktijk

V.A.N.-TOP MINISTER JO VANDEURZEN 21 NOVEMBER 2015

Health by technology

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Vlaams Patiëntenplatform vzw. Ups en downs 12 februari 2012

VRAGEN EN ANTWOORDEN over de elektronische uitwisseling van medische gegevens

Huishoudelijk reglement van de Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van 26 juni 2003 (reglement CBPL) 17

Nota betreffende de geïnformeerde toestemming in het hub & metahub-project

Het gebruik van de BelRAI in de eerstelijnszorg : na 5 jaar projectwerking blijft VELO ernstig bezorgd!

11/12/2018 HOE DE ORGANISATIE VAN DE GEESTELIJKE GEZONDHEIDSZORG VOOR OUDEREN VERBETEREN? Vraag van de FOD Volksgezondheid. onderzoekvragen en methode

Organisatie van de chronische zorg: een nieuwe aanpak nodig? Ontwikkeling van een position paper. Presenter : K. Van Week denvpk Heede 18 Maart 2013

GEDEELD DIGITAAL ZORG- EN ONDERSTEUNINGSPLAN BINNEN DE EERSTE LIJN En hoe we daar tezamen via een digitale revolutie naartoe gaan.

ehealth-toepassingen en het gebruik van de Belgische elektronische identiteitskaart

Informatieveiligheidscomité Kamer sociale zekerheid en gezondheid

13/01/2016. Wat is een SEL. Zorgaanbieders. Toelichting methodiek multidisciplinair overleg en e-zorgplan 26/11/2015 Project Bornem

Brussel, 17 december 2014

Starten met het Vitalink medicatieschema

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Zorgzame e-communicatie. Dirk Dewolf Kabinet Vlaams minister Jo Vandeurzen

ACHIL. Feedbackrapport betreffende de overgemaakte gegevens in het kader van de zorgtrajecten

VIDIS. Virtual Integrated Drug Information System

HANDLEIDING E-LOKET VOOR REVALIDATIEVOORZIENINGEN

Wat u moet weten over

Sleutelwoord: verbinden

Transcriptie:

Rapport E²-zorgcommunicatie in de Kempen Annick Heyns - Anne Appeltans-Janssen - Evi Willemse - Jef Adriaenssens December 2012 1

Voorwoord Elektronische communicatie is niet meer weg te denken uit ons leven. Denken we maar aan e-mail, sms, twitter,. De toegankelijkheid, de snelheid, de tijdsbesparing, het gebruiksgemak, de grote mate van bereikbaarheid en daar tegenover de (relatief) lage kost maken elektronische communicatietechnologieën zeer interessant en meer en meer onmisbaar. Met al deze voordelen is het logisch dat ook in de zorgverlening het verlangen en de behoefte toenemen om elektronisch te communiceren en gegevens te delen. Hier duiken echter een aantal belemmerende factoren op aangezien patiënteninformatie vertrouwelijk is en zorgverleners de privacy moeten beschermen en het beroepsgeheim behoren te respecteren. Absolute garantie is nodig dat deze patiënteninformatie veilig gecommuniceerd en gedeeld kan worden. Meer nog, met het ehealth-platform en Vitalink creëren onze respectievelijk federale en Vlaamse overheden zelf ondersteunende technologieën die een veilige gegevensuitwisseling en communicatie moeten mogelijk maken. Onder deze omstandigheden moedigen de overheden e-communicatie in de zorg aan. Deze stimulans merken ook de Samenwerkingsinitiatieven Eerstelijnsgezondheidszorg (SEL s). Zij kregen van de Vlaamse overheid de expliciete opdracht om een elektronisch zorgplan in hun zorgregio te implementeren. Het zorgplan is een hulpmiddel om de zorgverleners en mantelzorgers die betrokken zijn bij een thuiszorgsituatie op elkaar af te stemmen en de onderlinge communicatie te bevorderen. Een belangrijk criterium van een zorgplan is dat het voor iedereen die bij de zorg betrokken is, dus ook voor de patiënt en zijn mantelzorgers, toegankelijk is. Deze toegankelijkheid is bij de huidige e-zorgplannen niet gegarandeerd. Bovendien dienen de bestaande e-zorgplannen nog enkele kinderziekten te overwinnen. Daarom besliste het bestuur van SEL Kempen voorlopig nog verder te werken met een papieren zorgplan, het zogeheten thuiszorgdossier, dat thuis bij de patiënt blijft. Het is echter niet de bedoeling dat onze zorgregio achter blijft op vlak van e- communicatie. Meer nog, SEL Kempen vindt het uiterst belangrijk dat de zorgactoren in onze zorgregio zich optimaal kunnen voorbereiden op de communicatiewijzen van de toekomst. Het bestuur acht deze voorbereiding essentieel en cruciaal voor het welslagen van e-communicatie in de zorg. Daarom besliste de raad van bestuur van SEL Kempen een onderzoek te laten uitvoeren naar de wijze waarop zorgverleners in onze regio zich kunnen voorbereiden op deze communicatie-(r)evolutie. Zo wil SEL Kempen bijdragen aan een efficiëntere en effectievere zorg voor alle burgers in onze regio. Ik wil dan ook iedereen bedanken die heeft meegewerkt aan de realisatie van dit onderzoek. Veel leesplezier! Veerle Vansand Coördinator SEL Kempen 2

Inhoudstafel Voorwoord... 2 Inhoudstafel... 3 1 Inleiding... 4 1.1 Doel van de studie... 4 1.2 Studiemethode... 4 2 Doelgericht overzicht van de internationale literatuur... 5 2.1 Inleiding... 5 2.2 Begripsdefinitie... 5 2.3 SWOT analyse vanuit de literatuur... 5 2.4 Aanbevelingen...10 3 Digitale informatie- en communicatietechnologieën in België & Vlaanderen... 13 3.1 Inleiding...13 3.2 ehealth...13 3.3 Vitalink of eerstelijnskluis...17 3.4 Discussie...19 4 Huidige digitale gegevensuitwisseling... 20 5 E²-zorgcommunicatie in de Kempen... 23 5.1 Draagvlak in de zorgregio Turnhout: resultaten van het onderzoek24 6 Veldwerkbezoek... 27 6.1 Positieve elementen vanuit het veldwerk...27 6.2 Knelpunten vanuit het veldwerk...28 6.3 Toekomstplannen...30 7 Aanbevelingen... 32 7.1 Aanbevelingen op niveau van SEL Kempen...32 7.2 Aanbevelingen op federaal en Vlaams beleidsniveau...37 8 Besluit... 39 8.1 Wat is er al?...39 8.2 Wat ontbreekt er nog?...39 8.3 Wat moet er komen?...39 9 Slotwoord... 40 10 Referenties... 41 11 Bijlage... 44 11.1 Bijlage 1: Onderzoeksveld...44 11.2 Bijlage 2: volledig onderzoeksrapport...45 11.3 Bijlage 3: Resultaten expertmeetings...52 3

1 Inleiding Om de communicatie in de gezondheidszorg efficiënter en veiliger te laten verlopen is er een duidelijke internationale interesse om digitale systemen te implementeren. Over de hele wereld investeren overheden in verschillende ehealth technologieën. Ook in België en Vlaanderen is dit niet anders. Zowel de federale als de Vlaamse overheid lanceren meerdere digitale informatietoepassingen om aan de kwaliteit van zorg tegemoet te komen. Organisaties en zorgregio s, maar ook individuele zorgverleners worden geconfronteerd met deze razendsnelle evolutie. Hoewel er nog vele vragen zijn over de praktische werkbaarheid van deze vernieuwende technologieën, is het onmogelijk om e-communicatie, waarbij patiënten/cliëntengegevens gedeeld worden, op afstand te houden. Het bestuur van SEL Kempen heeft beslist, om samen met Thomas More Kempen een kwalitatief, praktijkgericht onderzoek te voeren naar de integratie van e- communicatie binnen de eigen zorgregio. 1.1 Doel van de studie Het specifieke doel van dit onderzoek is het formuleren van aanbevelingen, om op een efficiënte en moderne manier om te gaan met elektronische gegevensuitwisseling over en met een patiënt of cliënt. De centrale vraagstelling in het onderzoek is: Hoe kunnen de verschillende actoren binnen de zorgregio Turnhout anticiperen op en omgaan met de al bestaande en de nieuwe evoluties rond e-communicatie? 1.2 Studiemethode Om een antwoord te kunnen geven op de centrale vraagstelling werd er data verzameld op 2 niveaus. Enerzijds werden expertmeetings georganiseerd, anderzijds werd er data verzameld vanuit een verkennende literatuurstudie en vanuit veldwerkbezoeken. In totaal werden 5 expertmeetings georganiseerd. Na de dataverwerking van deze expertmeetings werd een moment voorzien waarbij de resultaten werden teruggekoppeld. Het onderzoeksveld omvatte de eerstelijnszorgverleners in de zorgregio Turnhout: alle partners van SEL Kempen waaronder de woonzorgcentra en patiëntenverenigingen, alsook de ziekenhuizen. Bijlage 1 biedt een volledig overzicht van het onderzoeksveld. Het onderzoeksprotocol is terug te vinden in bijlage 2. 4

2 Doelgericht overzicht van de internationale literatuur 2.1 Inleiding De uitdagingen die de gezondheidszorg in de 21ste eeuw met zich meebrengen, worden in de literatuur duidelijk beschreven. Hoewel elk land zoekt naar individuele oplossingen om met deze uitdagingen om te gaan, zijn er een aantal gemeenschappelijke benaderingen zichtbaar met als grote voorbeeld het gebruik van informatie- en communicatietechnologie (ICT). 2.2 Begripsdefinitie ehealth is dezer dagen een veel gebruikte term, maar weinig hulpverleners kunnen specifiek definiëren wat de term inhoudt. In een literatuurstudie van 2005, werden 51 verschillende definities van ehealth geïdentificeerd [1], omwille van de volledigheid en duidelijkheid wordt voor volgende definitie gekozen: ehealth is het delen van informatie of het verbeteren van informatiedeling tussen gezondheidsmedemerkers door middel van het internet en aanverwante technologieën. Er ontstaat een raakpunt tussen de medische informatica, de volksgezondheid en het bedrijfsleven [2]. De term doelt op meerdere toepassingen van ICT in de zorg vb. online afspraken, e-consulten, inzage in medische dossiers. Thematisch kunnen de ehealth technologieën ingedeeld worden in drie belangrijke gebieden[3]: het opslaan, beheren en verzenden van gegevens. het ondersteunen van klinische besluitvorming. het vergemakkelijken van zorg op afstand. De term kenmerkt niet alleen de technische ontwikkeling, maar ook een state of mind, een manier van denken, een houding, en een toezegging voor het netwerk, de globale gedachte om de gezondheidszorg ter plaatse te verbeteren, regionaal en wereldwijd door het gebruik van informatie-en communicatietechnologie [2]. 2.3 SWOT analyse vanuit de literatuur De bevindingen vanuit de internationale literatuur gaan verder dan enkel het digitaal delen van gegevens, zoals in dit onderzoek wordt beschreven. Door de verschillende onderzoeksmethoden die gebruikt werden in de gerefereerde artikels en de globale term (punt 2.2) van ehealth, is het moeilijk om een eenduidig antwoord te geven op de vraagstelling (punt 1.1), geformuleerd vanuit het wetenschappelijk comité. Eveneens dient er bij de interpretatie van de resultaten rekening gehouden te worden met de grote verschillen tussen de landen 5

waar de studies plaatsvonden. Zo is er een duidelijke Noord-Zuid kloof tussen de verschillende Europese landen in het gebruik van ICT in de zorg [4][5]. Deze verschillen worden geassocieerd met de rijpheid voor en de verfijning van de gehanteerde ehealth strategieën en het op punt staan van de wetgeving in de verschillende landen. Een andere factor die medeverantwoordelijk zou kunnen zijn voor de internationale heterogeniteit in ehealth resultaten, is het verschil in de rol van de huisarts in de verschillende landen[6].vroegere studies geven gemengde resultaten weer rond het belang van demografische en geografische factoren bij de acceptatie van internet en ehealth [7][8]. Er is niet alleen sprake van landelijke verschillen. Onderzoeksresultaten tonen significante verschillen, zowel op nationaal als op regionaal niveau, met betrekking tot de ontwikkeling en invoering van internet-technologieën in verschillende sectoren [9][10]. Deze verschillen zijn ook waarneembaar tussen de ontwikkelde landen binnen de Europese Unie [6]. Hieruit kan afgeleid worden dat er een zeer grote heterogeniteit is voor wat betreft ehealth implementatie. Dit impliceert dat de internationale onderzoeksresultaten slechts beperkt generaliseerbaar zijn. De doelstelling van dit rapport is om aanbevelingen te formuleren zodat op een efficiënte en innovatieve manier kan worden omgegaan met gegevensuitwisseling over en met een patiënt/cliënt in de Kempen. Met een SWOT analyse wordt getracht om, ondanks de eerder vernoemde limitaties, een internationale tendens weer te geven, die meegenomen kan worden in de aanbevelingen. 2.3.1 Voordelen = sterktes In een Europese studie (2011), waarbij 239 respondenten uit 30 Europese landen werden geïncludeerd, werd getoetst naar de grootste voordelen van ehealth. Hieruit blijkt dat 63.2% van de respondenten het verbeteren van de kwaliteit van de gezondheidszorg als grote voordeel zien, 53.4% van de respondenten halen het kostenbesparend aspect en de duurzame ontwikkeling van de gezondheidszorg aan, 43.13% van de respondenten zien als grote voordeel de ruimere toegang tot informatie en gegevens [11]. In Denemarken werd sinds 1994 gestart met digitale communicatie en ehealth. Denemarken heeft een voorlopersrol binnen Europa. Vanuit hun ervaringen tekenen ze, in een studie van 2006, volgende voordelen op: de communicatie tussen de gezondheidszorgmedewerkers verloopt meer rendabel en effectiever; het leidt tot een betere kwaliteit van de dienstverlening; het verhoogt significant de communicatieprocessen en het registreren van gegevens; het leidt tot een vermindering van de administratie; en tot slot verbetert digitale communicatie de communicatie tussen de gezondheidszorg, de thuiszorg en maatschappelijk werk [12]. Volgens een Nederlandse literatuurstudie uit 2008 vergroot ehealth de toegankelijkheid van de zorg, verhoogt het de efficiëntie van de zorg in het algemeen en specifiek voor de patiënt, zorgt het ervoor dat er minder beroep wordt gedaan op een arts, verhoogt het kwaliteit van zorg en tot slot biedt ehealth de mogelijkheid om de arts-patiënten-relatie te verbeteren. [13] 6

Bij huisartsen, uit 15 Europese landen, is er een positieve evolutie waar- neembaar in het gebruik van ehealth, met betrekking tot het online zoeken van medische informatie, het gebruik van elektronische medische dossiers, en in mindere mate elektronische overdracht van patiëntgegevens [6]. 2.3.2 Moeilijkheden - zwaktes: Problemen bij de implementatie van ehealth lijken een internationaal fenomeen te zijn [17-19]. Een Europese studie, ter voorbereiding van de opmaak van het Europees ehealth Action Plan 2012-2020, schuift volgende belemmeringen naar voor: het ontbreken van het bewustzijn van ehealth bij de patiënten en beroepsbeoefenaars; het gebrek aan interoperabiliteit; ongepaste wettelijke kaders en het ontbreken van vergoedingsregelingen [11]. Volgens Mannan (2006), die een onderzoek deed binnen de eerstelijnsgezondheidszorg in Londen, is het daarom belangrijk dat de voordelen bij het gebruik van het systeem worden benadrukt. Voldoende prikkels zowel in termen van klinische bruikbaarheid als financiële beloning zullen de kans verhogen op succesvolle implementatie [27]. Ondanks de steun van de beleidsmakers is er relatief weinig empirisch bewijs om veel van de beweringen met betrekking tot de ehealthtechnologie te onderbouwen. Belangrijk is dat richtlijnen inzake best practice en implementatiestrategieën ontbreken [20]. Het perspectief van de gebruiker is tevens te weinig onderzocht [17]. Door de regionale implementatie van ehealthprojecten blijven de positieve effecten ervan beperkt tot deze kleine regio. De mogelijkheden die het gebruik van ICT in de gezondheidszorg heeft, worden daarmee niet ten volle benut [21]. Inzet van apparatuur i.p.v. mensen kan volgens sommige auteurs eenzaamheidsgevoelens opwekken of vergroten [13]. Tot slot wordt de kans op technologische mankementen als nadeel of risicofactor gezien. 2.3.3 Kansen De voordelen van ehealth werden eerder beschreven. Naast de voordelen wordt er vanuit de literatuur ook kansen beschreven nl. kansen naar de attitude van de patiënt en kansen naar het beleid van de gezondheidszorg. Een belangrijk element in dit verhaal, dat tevens past in het chronisch zorgmodel van Wagner, is het streven naar de geïnformeerde en geactiveerde patiënt [22]. Vanuit ehealth wordt de patiënt meer kans geboden om actief te participeren en verantwoordelijkheid te dragen in zijn eigen gezondheidszorg [23]. Rozenblum (2011), die een kwalitatief onderzoek deed naar de implementatie van de ehealth, ziet dat de invoering van ehealth vaak parallel loopt met de hervorming van de gezondheidszorg [15]. Dit kan eveneens kansen met zich meebrengen. 2.3.4 Bedreiging en belemmerende factoren Fortney (2011) schrijft in een review dat er een digitale kloof kan ontstaan bij patiënten met een laag inkomen, bij minderheidsgroepen en bij oudere volwassen patiënten. Niet alle up-to-date technologieën zijn beschikbaar voor of behoren tot 7

de leefwereld van deze bevolkingsgroepen. Er dient tevens rekening gehouden te worden met de groep van lager opgeleiden. Zij beschikken mogelijk niet over de vaardigheden die de ehealthtechnologieën vereisen [24]. Hardiker (2011), die een internationale literatuurstudie voert naar factoren die het engagement bij de patiënten beïnvloeden, stelt dat hogere leeftijd van de zorgvrager en lagere sociaaleconomische status een negatieve invloed blijken te hebben op de perceptie van de persoon in kwestie, voor ehealth diensten en hun gebruik. Een hoger opleidingsniveau en een hogere sociaal- economische achtergrond worden geassocieerd met een betere affiniteit met ehealth services [25]. Naast leeftijd, sociaal-economische achtergrond en opleidingsniveau zijn etniciteit en de mate van motivatie eveneens factoren die de betrokkenheid en mate van gebruik van ehealth diensten beïnvloeden [26]. Een onderzoek in Londen in 2006, toonde aan dat de eerstelijns gezondheidsmedewerkers de voordelen van IT interpreteren in termen van verbetering van de efficiëntie, communicatie, toegankelijkheid en juistheid van de gegevens binnen de eerste lijn, maar suggereert hierbij nog niet klaar te zijn voor ehealth. Er heerst een te groot wantrouwen in de technologie en tevens speelt de vrees voor de zwaardere werklast bij de omschakeling naar ehealth [27]. De verwachte voordelen van ehealth kunnen, volgens sommige bronnen, te weinig aangetoond worden [17]. Mogelijke problemen in verband met de veiligheid, vertrouwelijkheid en integriteit van digitaal opgeslagen en verzonden patiëntengegevens kunnen nog steeds gezien worden als een belemmerende factor [6]. De variaties in het gebruik van ehealth bij artsen, uit 15 Europese landen, kunnen worden verklaard door een combinatie van verschillende factoren. Individuele factoren bij de arts met inbegrip van attitudes, instrumentale voordelen, vertrouwen, geslacht en leeftijd van de arts, locatie van praktijk en grootte van de (groeps-) praktijk. De groepsinvloeden zoals druk en steun van collega's of superieuren. Organisatorische factoren zoals financiële middelen, technische bijstand, of vrijwilligheid van IT-gebruik. Structurele factoren zoals de economische en technologische context, de gezondheids- en e-gezondheids-wetgeving, het beleid en aan- of afwezigheid van andere externe prikkels (bijvoorbeeld voor adoptie van elektronische voorschriften). Regionale en culturele verschillen [6]. In Canada, waar men in 2001 gestart is met een nationaal implementatieplan, zag men dat het cijfer van het aantal elektronische medische gegevens in 2009 nog steeds bedroevend laag lag. Een verklaring hiervoor was het ontbreken van een ehealthbeleid dat de voordelen van deze technologie benadrukt, artsen die onvoldoende betrokken werden, de beperkte promotie van het ehealthsysteem en tot slot een subsidiërings- mechanisme dat gelinkt is aan een goed gebruik van het registratiesysteem [15]. 8

Sterktes Het vertrouwen in de verbetering van de kwaliteit van de gezondheidszorg [11][13-16] Kostenbesparend effecten[11] De duurzame ontwikkeling van de gezondheidszorg [11] Betere toegang tot informatie, patiëntengegevens [11] Formuleren van nationale standaarden [15] Gebruik van digitaal medisch dossier [15][13] Communicatie tussen gezondheidsmedewerkers is rendabeler en effectiever [12] Verbetering van de relatie tussen arts en patiënt [13] Betere registratie van gegevens [12] Vermindering van de administratie [12] Verhoging van de toegankelijkheid van zorg [13] Verhoging van de efficiëntie van zorg [13] Minder beroep op huisarts is nodig[13] Nood aan intentie voor het zoeken van medische info online [6] Zwaktes Moeilijkheden bij implementatie [17-19] Het ontbreken van het bewustzijn van ehealth bij de gebruikers [11] Het gebrek aan interoperabiliteit [11][15] Onaangepaste wettelijke kaders [11] Niet afgestemde vergoedingsregelingen [11][15] Perspectief van de gebruiker werd onvoldoende onderzocht [17] Onvoldoende betrokkenheid van artsen [15] Onvoldoende onderzoek naar effecten van ehealth [20] Implementatie van ehealth is duur [20] Kansen Hervorming van het gezondheidszorgbeleid [15] Introductie in het gezondheidsmodel van de geïnformeerde en participerende patiënten [23] Bedreigingen Digitale kloof tussen groepen van patiënten [24] Persoonlijkheidskenmerken bij patiënten [24][25] Wantrouwen in technologie [27] Vermoeden van zware werklast [27] Voordelen kunnen te weinig aangetoond worden [17] Mogelijke problemen in verband met de veiligheid, vertrouwelijkheid en integriteit van digitaal opgeslagen en verzonden patiëntengegevens[6] Individuele factoren bij de arts met inbegrip van attitudes, instrumentale voordelen, vertrouwen, of demografische gegevens. De groepsinvloeden zoals druk en steun van collega's of superieuren Organisatorische factoren zoals financiële middelen, technische bijstand, of vrijwilligheid van ITgebruik Structurele factoren zoals de economische en technologische context, gezondheid en e- gezondheid wetgeving, beleid en andere externe prikkels (bijvoorbeeld voor adoptie van elektronische voorschriften), of de kenmerken van stelsels voor gezondheidszorg Regionale en culturele verschillen [6]. Tabel 1: SWOT analyse: internationale literatuur 9

2.4 Aanbevelingen 2.4.1 Informatie In het ehealth Action Plan van de Europese Commissie (2012-2020) wordt het promoten van de voordelen en mogelijkheden van ehealth als zeer belangrijk naar voor geschoven. Er worden specifieke aanbevelingen geformuleerd zowel op het niveau van de patiënt als op het niveau van de beroepsoefenaars [11]. Informatiecampagnes voor patiënten zijn noodzakelijk om het vertrouwen in en het bewustzijn van ehealth te verhogen [11]. Er dient speciale aandacht te gaan naar die patiënten die als gevolg van leeftijd, etniciteit, opleidingsniveau en sociaaleconomische status moeilijk kunnen aansluiten bij de evolutie die ehealth met zich meebrengt. Deze patiëntengroep dient meer gestimuleerd te worden om ehealth te gebruiken, dit door het ter beschikking stellen van computers en internetverbindingen, door de bekendheid met ehealth te vergroten en de perceptie van de voordelen en door de relevantie van ehealth te verbeteren [25]. Verpleegkundigen en hulpverleners moeten patiënten motiveren om het belang van hun eigen deelname als partner in hun zorg op de voorgrond te zetten. Patiënten dienen aangemoedigd te worden om actief gebruik te maken van technologie om hun eigen gezondheidszorg te beheren en om informatie te delen met hun zorgverleners. Patiënten mogen zich niet langer verschuilen in passieve rol [23][14]. In Amerika kondigde President Obama een nationale ehealth week aan, om alle Amerikanen te informeren over de voordelen van ehealth om zo de adoptie te verhogen [23]. Om de voordelen en mogelijkheden van ehealth bij de gezondheidswerkers in de kijker te zetten, stelt het ehealth Action Plan (2012-2020) volgende acties voor; (1) het opnemen van ehealth in de medische curricula; (2) het organiseren van opleidingen en voorlichtings-campagnes; (3) het ondersteunen en verspreiden van good practices; (4) het verstrekken van evidence based resultaten op professionele conferenties [11]. Volgens Mannan (2006) is het belangrijk dat de voordelen bij het gebruik van het systeem worden benadrukt. Voldoende prikkels zowel in termen van klinische bruikbaarheid als financiële beloning zullen de kans op succesvolle implementatie verhogen [27]. Flynn (2009) onderstreept het belang van promotie van ICT in de zorg [26]. Om ehealth succesvol te kunnen implementeren dienen de gezondheidswerkers overtuigd te zijn en vertrouwen te hebben in de technologie. Voorzieningen, die het vertrouwen in technologie vergroten en hen helpen in termen van financiering, opleiding en personeel, zijn hierbij noodzakelijk [27]. In Nederland wordt vanuit het nationaal implementatieplan (NIA) gestart met het vergroten van de kennis over ehealth. Zij organiseren waar mogelijk gezamenlijke bij- en nascholing en benutten elkaars deskundigheid bij activiteiten die zij aan hun eigen achterban aanbieden. Verder wordt er een communicatieplan opgesteld, dat gericht is op de bewustwording bij de ehealth gebruikers [28]. Ten slotte blijkt dat, bij het ontwikkelen van succesvolle ehealth toepassingen, de betrokkenheid van de zorgverleners die ermee moeten werken en de betrokkenheid van de patiënten die de zorg ontvangen cruciaal is voor het slagen ervan. Met andere woorden moeten er geen oplossingen worden bedacht voor zorgverleners en patiënten, maar samen met hen [21]. 10

2.4.2 Financiële tegemoetkomingen Een financiële tegemoetkoming is een belangrijke prikkel om de kans op succesvolle implementatie te verhogen [27]. Deze financiële vergoeding kan gekoppeld worden aan patiënten outcomes, die bereikt kunnen worden door gebruik te maken van ehealth gegevens [15]. Lewis (2012) kijkt verder dan financiële ondersteuning. Hij stelt dat een duurzame financiering nodig is om de implementatie van nieuwe technologieën te garanderen en om de effecten van ehealth goed te kunnen evalueren [29]. 2.4.3 Beleidsaspecten Vanuit een Deense studie werden in 2006 volgende aanbevelingen geformuleerd met betrekking tot het beleid [12]: Een stapsgewijs proces zorgt ervoor dat onvermijdelijke fouten en mislukkingen sneller en tegen een lagere kostprijs gecorrigeerd kunnen worden. Het opmaken van normen en specificaties van gegevens zijn een voorwaarde voor een succesvolle implementatie van ehealth. Effectieve consensus, teamwerk en een goede samenwerking tussen de gezondheidsmedewerkers is essentieel voor succes. Regelmatige betrokkenheid van en uitwisseling met de softwareindustrie, met inbegrip van certificatie van software, is een belangrijke factor voor het garanderen van interoperabiliteit van systemen. Duurzame ehealth vereist continue investeringen in de tijd. Een permanente organisatie met voldoende expertise die kritisch kan kijken naar het nationaal systeem. Rozenblum (2011) stelt dat de invoering van ehealth gepaard moet gaan met de hervorming van de gezondheidszorg in de breedste zin. Het vraagt een bottom-up aanpak, om te komen tot een goede adoptie [15]. Het is tevens belangrijk dat er een duurzaam proces doorlopen wordt om tot een akkoord te komen over de bestaande en vaak verschillende standpunten rond ehealth tussen artsen en patiënten [6]. In Nederland is men gestart met een Nationale en Regionale implementatieagenda [28]. Men wil zich hierbij richten op (1) de bewustwording van de mogelijkheden die ehealth biedt; (2) het registreren van het gebruik van ehealth toepassingen; (3) het verder structureel inbedden van ehealth in de dagelijkse zorgpraktijk en tot slot (4) het verder onderzoek en de verdere ontwikkeling van ehealth [28]. Deze laatste bevinding komt ook terug in een Europese studie [6]. Hierin wordt gesteld dat onderzoek rond het gebruik van ehealth bij Europese huisartsen bijdraagt tot efficiëntere en voortdurend aangepaste promotiestrategieën, die gericht zijn op een betere verspreiding van ehealth-toepassingen bij medische professionals [6]. Uit die studie blijkt dat er een verband is tussen de intensiteit van ehealth gebruik bij huisartsen en het regionale en het nationale ehealth beleid op gebieden zoals de samenwerking van nationale en lokale overheden; financiële en fiscale prikkels voor 11

gebruik van ehealth toepassingen; vaststelling van gemeenschappelijke informatienetwerken en wettelijk verplichtende maatregelen bij het gebruik van bepaalde systemen die de interoperabiliteit bevorderen [6]. Het ontbreken van eenvormige normen en de verschillen in regionale, nationale of Europese (gezondheids- en e-gezondheid) wetgeving zorgen voor een hogere weerstand bij Europese artsen. Daarom is het vereist dat de EU-beleidsmakers een continue inspanning leveren rond de aanpassing van wettelijke kaders [6]. Naast al deze beleidsaspecten dient ook gefocust te worden op de inhoud van ehealth, namelijk op de gegevens zelf. Diensten moeten ernaar streven duidelijke, relevante en betrouwbare informatie aan te bieden aan een breed scala van potentiële gebruikers. Deze gegevens dienen op een eenvoudige manier geraadpleegd te worden die past bij het dagelijks leven. Hierbij moet de rol van gezondheidswerkers bij het aanleveren van gegevens verduidelijkt worden, met inbegrip van goedkeuring, bevordering en vergemakkelijking van digitale systemen. De huidige belangstelling voor sociale netwerken dient geactiveerd te worden, zodat gebruikers van ehealth de voordelen van online netwerken kunnen ervaren [25]. 2.4.4 Onderzoek Volgens Flynn (2009) dient het evidence based onderzoek rond ehealth versterkt te worden [26]. De paradox bestaat dat terwijl het aantal ehealth technologieën in de gezondheidszorg groeit, er nog steeds onvoldoende inzicht is in de factoren die de slaagkans van dergelijke interventies belemmeren of bevorderen. Er is een grote kloof tussen de veronderstelde en empirisch aangetoonde voordelen van ehealth technologieën. Door het gebrek aan bewijs omtrent verbeteringen in patiënten outcomes, alsmede door het ontbreken van bewijs rond kosteneffectiviteit, is het van belang dat de toekomstige ehealth technologieën worden geëvalueerd aan de hand van een uitgebreide set van indicatoren volgens elke fase van de ontwikkeling en implementatie. Een dergelijke evaluatie moet worden gekenmerkt door zorgvuldige aandacht voor socio-technische factoren om de kans op succesvolle implementatie en adoptie te maximaliseren [20]. Er dient tevens gezocht te worden naar factoren die bevorderend zijn voor het potentiële of het daadwerkelijke gebruik van ehealth [27]. Tot slot blijkt het perspectief van de gebruiker tot op heden onvoldoende onderzocht te zijn. Ondanks onvolledige onderzoeksresultaten hieromtrent, blijken de ervaringen en expertises van de gebruikers, beschreven bij de planning van de implementatie, zeer waardevol te zijn [17]. 12

3 Digitale informatie- en communicatietechnologieën in België & Vlaanderen 3.1 Inleiding In dit luik van het rapport wordt een beknopte beschrijving gegeven van de digitale communicatie of digitale gegevensdeling in België en in Vlaanderen. De overheid, zowel de federale als de Vlaamse, heeft middelen ingezet om de elektronische dienstverlening en informatie-uitwisseling te bevorderen en te ondersteunen. Het hoofddoel is om alle actoren binnen de gezondheidszorg de mogelijkheid te bieden op een veilige en efficiënte manier informatie uit te wisselen en te delen. Op het federaal niveau bestaat het ehealth platform en de ehealth Box. Tevens worden inspanningen gedaan voor de ontwikkeling van het Kadaster. Ten slotte werkt de Vlaamse overheid aan Vitalink. 3.2 ehealth Het ehealth platform is een federale dienst die een goed georganiseerde, onderlinge elektronische dienstverlening en informatie-uitwisseling tussen alle actoren in de gezondheidszorg wil bevorderen en ondersteunen. Dit gebeurt met de nodige waarborgen op vlak van informatieveiligheid, de bescherming van de persoonlijke levenssfeer van de patiënt en van de zorgverlener en met het respect voor het medisch beroepsgeheim. Het doel van het ehealth platform is: het optimaliseren van de kwaliteit en de continuïteit van de gezondheidszorgverstrekking; het optimaliseren van de patiëntenveiligheid; het vereenvoudigen van de administratieve formaliteiten voor alle actoren in de gezondheidszorg en tot slot het gezondheidszorgbeleid degelijk ondersteunen [30]. Dit vertaalt zich in een 10-tal opdrachten: 1. Ontwikkeling van een visie en een strategie inzake ehealth : het strategisch plan voor 2011-2013 werd in december 2010 goedgekeurd door het Beheerscomité Dit alles is beschikbaar op het portaal van het ehealth platform (www.ehealth.fgov.be) 2. Organisatie van de samenwerking met andere overheidsinstanties die belast zijn met de coördinatie van de elektronische dienstverlening: permanent overleg tussen de betrokken federale overheidsdiensten (FOD Volksgezondheid, RIZIV, FAGG, Federaal Kenniscentrum, ) regelmatig overleg met de betrokken instellingen van de Gemeenschappen en Gewesten 3. De motor van de noodzakelijke veranderingen zijn voor de uitvoering van de visie en de strategie inzake ehealth: permanente communicaties en beschikbaarstelling van informatie bij de actoren in de gezondheidszorg via verschillende kanalen beschikbaarstelling van expertise inzake ehealth, hulp bij het begrijpen en ontwerpen van projecten 13

4. Vastleggen van functionele en technische normen, standaarden en specificaties en basisarchitectuur inzake ICT: basisarchitectuur en een reeks standaarden, specificaties en normen zijn vastgelegd: o technische interoperabiliteit: KMEHR (met validatie-tool), X509, o semantische interoperabiliteit: ICD9 (ziekenhuizen), ICPC2 en ICD10 (huisartsen), ICF (kinesisten), LOINC (klinische laboratoria), SNOMED., o gebruik van het identificatienummer van de sociale zekerheid als unieke identificatiesleutel van de patiënt o registratiecriteria voor huisartsensoftware 5. Registratie van software voor het beheer van elektronische patiëntendossiers. 6. Concipiëren, uitwerken en beheren van een samenwerkings- platform voor de veilige elektronische gegevensuitwisseling met de bijhorende basisdiensten. 7. Een akkoord bereiken over een taakverdeling en de kwaliteitsnormen en nagaan of deze kwaliteitsnormen worden nageleefd. 8. De ICT-aspecten van de gegevensuitwisseling beheren en coördineren in het kader van de elektronische patiëntendossiers en de elektronische medische voorschriften 9. De realisatie van programma's en projecten bevorderen en coördineren 10. Als trusted third party optreden voor het coderen en anonimiseren van persoonsgegevens m.b.t. de gezondheid voor rekening van bepaalde, in de wet opgesomde instanties ter ondersteuning van het wetenschappelijk onderzoek en het beleid Het ehealth platform biedt een aantal basisdiensten aan die door alle actoren in de gezondheidszorg en door hun ICT-dienstverleners gratis kunnen worden gebruikt bij de uitbouw van de diensten met toegevoegde waarde of bij de ontsluiting van gevalideerde authentieke bronnen. Deze basisdiensten vormen als het ware het framework waarop ehealth gebouwd is en ondersteunen en beveiligen data-uitwisseling vanuit meerdere platformen en structuren. Het ehealth platform beheert dus zelf geen specifieke netwerkinfrastructuur [51]. Een aantal van deze basisdiensten zijn: 14

Figuur 1: schematische voorstelling van de basisdiensten van het ehealth platform [47] 3.2.1 ehealth Box De ehealth Box is een beveiligd communicatiemechanisme voor gegevensuitwisseling binnen de eerste lijn, tweede lijn en de overheid. Deze dient enkel voor het verzenden en ontvangen van gegevens en niet voor een permanente opslag van gegevens. Deze dienst zal het onder andere mogelijk maken om officiële berichten en specifieke aangiftes of formulieren te ontvangen. Naast de administratieve vereenvoudiging en de papierbesparing die de ehealth Box met zich meebrengt, ligt de toegevoegde waarde ervan voornamelijk in de snelheid en de authenticiteit van de verwerking van de meegedeelde informatie en in de beveiliging van de toegang tot deze informatie. De ehealth Box is een dienst die gratis kan worden gebruikt via de elektronische identiteitskaart [31]. Tot voor kort bevatte de onthaalpagina van het ehealth platform enkel een specifieke toegang voor de zorgverleners, de groeperingen van zorgverleners en de verzorgingsinstellingen. Heden beschikt het ook over een luik voor de burgers, namelijk een applicatie voor het beheer van het ehealth Consent [32]. 3.2.2 Kadaster Het ehealth kadaster zal de basisidentificatiegegevens bevatten van zorgverleners en zorgvoorzieningen (incl. welzijn) in België. Onder basisidentificatiegegevens wordt verstaan de officiële, uitgebreide identificatie, accreditatie en erkenningsgegevens. Die gegevens komen van verschillende authentieke bronnen 15

die onderhouden worden door de instanties die de erkenningen afleveren. Contactgegevens van de zorgverleners worden niet in het kadaster opgenomen. Voor de bouw van het kadaster werkt het ehealth platform samen met onder meer de Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu (FOD VVVL), de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO) en het Rijksinstituut voor Ziekte- en InvaliditeitsVerzekering (RIZIV) [31]. Het ehealth platform kan van het Kadaster gebruik maken om de hoedanigheid van zorgverleners in de gezondheidszorg te controleren [33]. Het Kadaster is tot op heden nog niet volledig operationeel. 3.2.3 Encryptie Het ehealth platform zorgt voor de encryptie (versleuteling) van gegevens, zowel voor een gekende als een ongekende bestemmeling. Deze basisdienst zorgt dus voor het overbrengen van de volledige, niet-gewijzigde informatie van het ene punt naar het andere door ze voor derden onleesbaar te maken (vercijfering). Enkel de verzender en de bestemmeling kunnen door middel van unieke sleutels de boodschap lezen. Een gebruiker kan over verschillende sleutels beschikken, een paar per specifiek profiel. De openbare vercijferingssleutels hebben een beperkte geldigheidsduur. Een bestemmeling kan echter een vercijferd bericht steeds met een oude sleutel ontcijferen [50]. 3.2.4 Geïnformeerde toestemming & therapeutische relatie Zowel voor het ehealth platform als voor Vitalink is het belangrijk om te verhinderen dat patiëntengegevens in verkeerde handen terecht komen. Daarom zijn er 2 principes van toepassing, om de privacy te garanderen. De geïnformeerde toestemming: gegevens worden pas gedeeld als de patiënt daarmee instemt (opt-in of opting-in principe) [35]. Dankzij een toepassing via de ehealth Box kan de patiënt zelf zijn geïnformeerde toestemming voor de elektronische uitwisseling van zijn gezondheidsgegevens registreren of intrekken in het kader van zijn zorg. Elke burger kan aan de hand van deze toepassing ook bepaalde specifieke zorgverleners uitsluiten van de toegang tot zijn gezondheidsgegevens (voor de gegevensuitwisselingen die onder deze toestemming vallen). Het verifiëren van de therapeutische/zorgrelatie: de verificatie van de therapeutische/zorgrelatie garandeert dat enkel die zorgverleners waar de patiënt/burger een therapeutische band mee heeft toegang krijgen tot zijn gegevens. De registratie van die relatie gebeurt door een basisdienst van het ehealth platform. Vitalink controleert of er een relatie bestaat alvorens toegang te geven tot de gegevens [35]. Het ehealth platform biedt de burger een aantal functionaliteiten ter ondersteuning van het eigen beheer van de therapeutische relaties [32]. Een burger kan dus steeds een therapeutische relatie met een zorgverlener registreren of intrekken en al zijn therapeutische relaties raadplegen. Een zorgverlener kan, in aanwezigheid van een patiënt, een therapeutische relatie 16

met deze patiënt registreren nadat hij de elektronische identiteitskaart van de patiënt heeft uitgelezen. Als de patiënt zijn pincode invoert, kan de zorgverlener bovendien, op vraag van de patiënt, de therapeutische relaties tussen deze patiënt en andere zorgverleners registreren, intrekken of raadplegen. De therapeutische relaties die gelinkt zijn aan het bestaan van een GMD kunnen enkel via de toepassing worden geraadpleegd [36]. Via het ehealth platform kunnen geen persoonsgegevens worden uitgewisseld zonder machtiging van de Afdeling Gezondheid van het Sectoraal Comité, tenzij in gevallen toegelaten door de wet of door de betrokkene zelf. Dit comité is opgericht binnen de Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer (CBPL) en telt onder meer vertegenwoordigers van deze Commissie en artsen, die aangesteld worden door de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Bovendien is een geïntegreerd systeem van gebruikers en toegangsbeheer uitgewerkt waardoor wordt gewaarborgd dat enkel toegangsgerechtigde zorgverleners en zorginstellingen toegang krijgen tot die persoonsgegevens waartoe zij volgens de wet, de machtigingen van het Sectoraal Comité en/of de toestemming van de patiënt, toegang mogen hebben [45]. Het ehealth platform zal een verwijzingsrepertorium kunnen bijhouden waarin, met het akkoord van de betrokken patiënten aangeduid wordt bij welke actoren van de gezondheidszorg welke types persoonsgegevens met betrekking tot welke patiënten bijgehouden worden, zonder dat de gegevens als dusdanig opgeslagen worden binnen het ehealth platform. De patiënt heeft het recht om te weten aan welke personen of instanties zijn gegevens via het ehealth platform meegedeeld werden en welke personen of instanties zijn gegevens geraadpleegd hebben [46]. 3.3 Vitalink of eerstelijnskluis Met Vitalink, een dienst van de Vlaamse Overheid, kunnen zorg- en welzijnsgegevens met toestemming van de patiënt, op een eenvoudige en veilige manier (encryptie) gedeeld en opgeslagen worden. De patiënt staat hierbij centraal. Op deze manier krijgen hulpverleners de kans om continu te beschikken over een eigen online databeheersysteem. Dit moet bijdragen aan de best mogelijke zorg voor de patiënt, waar deze zich ook bevindt. Voor authenticatie en therapeutische relatie wordt er transparant gebruik gemaakt van de basisdiensten van het ehealth platform [49]. Er dient de nadruk gelegd te worden dat Vitalink de mogelijkheid biedt om multidisciplinair samen te werken doordat zowel zorg- als welzijnsgegevens van een patiënt elektronisch kunnen uitgewisseld worden. De drempel om met Vitalink te werken is bovendien erg klein doordat het platform ontsloten wordt vanuit de vertrouwde softwarepakketten van de verschillende zorg- en welzijnsberoepen. Het spreekt dan ook voor zich dat het platform aan de hoogste eisen inzake veiligheid en beschikbaarheid moet voldoen. Zo zorgt het systeem ervoor dat: alle gegevens versleuteld worden. Zo zijn de gegevens onleesbaar voor iedereen die geen geautoriseerde zorgverlener is. alle acties steeds gelogd worden. Zo kan mogelijk misbruik opgespoord worden. het platform gedurende 99,9% van de tijd beschikbaar is. 17

de antwoordtijd van het systeem niet meer dan 4 seconden bedraagt. Figuur 2: Schematische voorstelling van de eerstelijnskluis en de relevante randsystemen [31]. Vitalink is een gratis dienst van de Vlaamse overheid voor zorgverleners en hun patiënten. Zorgverleners hebben wel (betalende) software nodig om te connecteren met het platform [34]. In november 2012 zijn 4 pilootprojecten van Vitalink gestart vanuit een samenwerkingsverband met huisartsen, apothekers, verpleegkundigen en softwarebedrijven. Eén van de pilootprojecten dat geselecteerd werd om Vitalink uit te testen is het Vitalink pilootproject Regio Turnhout. Al deze pilootprojecten werken rond het delen van een medicatieschema. Met dit schema wordt per medicijn aangegeven gedurende welke periode en welke dosis de patiënt zijn medicatie behoort in te nemen. Dit schema biedt tevens de mogelijkheid aan alle zorgprofessionals, die via een therapeutische relatie met de patiënt verbonden zijn, om in te kijken welke medicatie de patiënt inneemt of behoort in te nemen. [35]. 18

3.4 Discussie Ondanks de informatieve websites van ehealth en Vitalink en ondanks de vele linken blijft het moeilijk om een zicht te krijgen op wat heden operationeel is en wat in de toekomst operationeel wordt. Dit kan belemmerend zijn voor de ontwikkeling van een draagvlak voor e-communicatie. Klaarheid van deze zaken is essentieel om mensen te motiveren en te mobiliseren. De informatie die gedeeld wordt rond het kadaster bijvoorbeeld geeft een duidelijk beeld van wat het kadaster is, en wat de doelstelling is. Toch is er nergens te lezen of het kadaster als authentieke bron al operationeel is of wanneer het operationeel wordt. Dit kadaster is echter essentieel voor het doorstarten van e-communicatie. Het is evenmin duidelijk welke gezondheidsberoepen vervat zitten in dit kadaster. De eerste signalen geven aan dat maar een beperkt gedeelte van de zorgverleners op dit ogenblik worden opgenomen. Dit kan belemmerend zijn voor de uitrol van ehealth. Door al deze factoren blijft het moeilijk om een duidelijk beeld te krijgen van de ontwikkelingen van het ehealth platform, de ehealth Box, het kadaster en Vitalink. Het is duidelijk dat het platform nog in volle evolutie is. 19

4 Huidige digitale gegevensuitwisseling Er zijn in het Belgische en Vlaamse landschap reeds een aantal beloftevolle ICT platformen en diensten gerealiseerd die belangrijke aanknopingspunten bieden en dit op het vlak van communicatie en gegevensuitwisseling tussen de verschillende actoren in de gezondheidszorg. Hieronder wordt een inventaris gemaakt van de verschillende eerstelijnsactoren en de digitale gegevens die ze delen. Daarna worden een aantal termen zoals MyCareNet, Vesta, Recip-e, verder verduidelijkt. De meeste huisartsen beschikken over een elektronisch medisch dossier (EMD) waarin zij hun medische gegevens over hun patiënten bijhouden, aangevuld met gegevens ontvangen van andere actoren: vb. verslagen afkomstig van specialisten, ontvangen feedback over de behandelingen van andere eerstelijnsactoren etc. De ehealth Box, beschikbaar gesteld door het ehealth platform, kan de arts eveneens gebruiken als elektronische brievenbus [31]. De meeste artsen en medische diensten van ziekenhuizen werken vandaag voor het beveiligd elektronisch versturen van verslagen met MediBridge of Hector [37]. Hierbij wordt beroep gedaan op de ziekenhuis hubs en Meta-hub. Het pilootproject van Vitalink regio Turnhout wil de correcte inname van geneesmiddelen bevorderen, het behandelingseffect verhogen en de zorgverstrekkers rond patiënten met een uitgebreide medicatie nauwer laten samenwerken. Via dit project is het de eerste keer dat de patiënt rechtstreeks toegang krijgt tot het medisch dossier. Het is tevens het eerste project dat effectief digitale gegevens multidisciplinair gaat delen. Apothekers hebben lokaal (of per groepering) hun eigen systeem: een elektronisch farmaceutisch dossier (EFD). De apothekers zijn eveneens betrokken bij het project van Vitalink. Kinesisten beschikken over administratieve systemen maar missen nog een elektronisch kinesitherapeutisch dossier (EKD). Er is wel software ter beschikking, maar niet elke kinesitherapeut beschikt over een softwarepakket. Diverse organisaties van thuisverpleegkundigen beschikken over een eigen elektronisch verpleegkundig dossier (EVD), met als doel het up-todate houden en delen van patiëntengegevens binnen hun eigen organisatie of dienst. Verpleegkundigen maken verder gebruik van MyCareNet, meer bepaald voor het delen van berichten met de mutualiteiten. Dit gaat via de ehealth Box. De thuis-verpleegkundigen regio Turnhout sluiten eveneens aan bij het Vitalink project. Bij de diensten voor gezinszorg verloopt de gegevensuitwisseling voor de subsidiëring tussen de diensten voor gezinszorg, aanvullende thuiszorg en de Vlaamse overheid via Vesta. De bestaande federale gegevens kunnen gebruikt worden bij de invoering van de nieuwe berekeningswijze van de cliëntbijdrage. 20

Verder werd de thuiszorgsector vanaf 2011 gestimuleerd om met het BelRAI te werken via een webapplicatie [38]. Maatschappelijk werk: Bij maatschappelijk werk worden de gegevens van de BelRAI score digitaal gedeeld. Deze digitale registratie bevindt zich nog in een startfase. De registratieplatforms MyCareNet is een centraal dienstenplatform dat gebruikt kan worden door individuele zorgverleners en instellingen om op een eenvoudige, betrouwbare en beveiligde manier informatie uit te wisselen met de ziekenfondsen [39]. Recip-e is een systeem voor ambulante voorschriften, ontwikkeld door de zorgverstrekkers via de vereniging Recip-e in samenwerking met het ehealth platform, gefinancierd door het RIZIV. Recip-e patient portaal. Dit portaal laat aan de patiënten toe een overzicht te raadplegen van de nog niet uitgevoerde voorschriften. Elke patiënt kan (na identificatie en authenticatie met zijn e-id en ingave van de PIN-code) een overzichtslijst krijgen van de voor hem of haar gemaakte maar nog niet uitgevoerde voorschriften. Deze kunnen bekeken worden en, indien gewenst, geschrapt worden [40]. Vesta is een systeem van elektronische gegevensuitwisseling tussen het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid, de diensten voor gezinszorg en aanvullende thuiszorgdiensten. De doelstelling is om de subsidiëring van deze diensten te verbeteren, via een systeem waarbij de diensten zelf de subsidiegegevens elektronisch versturen naar een centrale databank [41]. BelRAI is een project in opdracht van de Federale Overheidsdienst (FOD) Volksgezondheid, Veiligheid van de Voedselketen en Leefmilieu voor de uniforme en webbased (online) registratie van cliëntgegevens, eventueel afkomstig uit verschillende zorgsettings, in het interraibeoordelingsinstrumentarium [42]. Hubs en Metahub de doelstelling van het systeem hubs en metahub in zijn geheel bestaat erin om regionale en lokale uitwisselingsystemen van medische gegevens, de zogenoemde hubs, onderling te verbinden om aan een zorgverlener de mogelijkheid te bieden om de beschikbare elektronische medische documenten met betrekking tot een bepaalde patiënt terug te vinden en te raadplegen, ongeacht de plaats waar deze documenten opgeslagen zijn en ongeacht de plaats vanwaar de zorgverlener op het systeem inlogt [43]. De ziekenhuis-hubs worden ontwikkeld en beheerd door een groep ziekenhuizen. Een Meta-hub wordt ontwikkeld en beheerd door het ehealth platform. De Meta-hub bevat enkel informatie over welke gegevens in welke ziekenhuis- groep (ziekenhuishub) te vinden zijn over een bepaalde patiënt [31]. Ezorgplan: Via het e-zorgplan hebben alle eerstelijns zorgverleners de mogelijkheid om digitale gegevens te delen. Binnen de eerstelijn stellen de provincies een elektronisch zorgplan (oorsprong provincies Vlaams-Brabant en Limburg)op. Dit vervangt de papieren zorgplannen en biedt de verschillende zorgverleners die betrokken zijn bij een bepaalde gebruiker de kans om toegang te hebben tot de meest recente informatie over de 21

22 gebruiker en om elk hun deel van het zorgplan up-to-date te houden [31]. Doordat het e-zorgplan een webtoepassing is, kan het op elk uur van de dag geraadpleegd worden door iedereen die in de zorg is betrokken. Hierdoor beschikt elke betrokkene steeds over de meest recente informatie van de zorgbehoevende. Het e-zorgplan respecteert de voorschriften rond privacy, medisch beroepsgeheim e.d. De toegangscontrole van het e-zorgplan gebeurt via het Fedict-portaal van de federale overheid en is gebaseerd op het rijksregister- nummer. Men krijgt enkel toegang tot de zorgplannen waarbij men betrokken is [44]. Het e-zorgplan werd tot op heden nog niet geïmplementeerd in de zorgregio Turnhout.

5 E²-zorgcommunicatie in de Kempen Het wetenschappelijk comité koos bewust voor de onderzoekstitel e²zorgcommunicatie in de Kempen. De e² slaat hierbij zowel op elektronisch als op eerstelijn. De centrale vraagstelling in het onderzoek is: Hoe kunnen de verschillende eerstelijnsactoren binnen de zorgregio Turnhout anticiperen op en omgaan met de al bestaande en de nieuwe evoluties rond e-communicatie? ehealth en Vitalink zijn in volle ontwikkeling. Als vast gegeven (figuur 3) in dit onderzoek bieden zij een handvat om de draagkracht en implementatie van digitale communicatie in de regio Turnhout te versterken. Dit onderzoek beschrijft drie belangrijke pijlers binnen deze informatiedeling, nl proces, materieel en inhoud. Deze geven weer wat er nodig is om in onze regio aan e-communicatie te doen (figuur 4). Figuur 3: schematische voorstelling van digitale gegevensuitwisseling. Figuur 4: Schematische voorstelling van het niveau van het onderzoek. 23