- Dossier Alg.1: Wat kunnen we (nog) leren van de Annales-school? (Algemeen, KD)



Vergelijkbare documenten
- Dossier 10.1: Globalisering en de behoefte aan versterking van de nationale identiteit

Carla du Pree. Johan Huizinga en de bezeten wereld. De rol van publieke intellectueel tussen twee wereldoorlogen ISVW UITGEVERS

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

De VOGGP Wat is eigenlijk een VOGGP? De V staat voor een verschijnsel. Wat zijn verschijnselen?

Leerlijn historisch denken havo

Veel bijgeleerd? Of: zijn wij het androcentrisme in de geschiedschrijving voorbij?

Op reis door het rijk der Letteren en der Godgeleerdheid

Inhoudstafel. WOORD VOORAF... i LICENTIAATSVERHANDELINGEN

COLLEGEDAG VRIJDAG 17 MEI 2019 KOUDE OORLOG NATIONAAL MILITAIR MUSEUM SOEST

Waar Bepaal ten slotte zo nauwkeurig mogelijk waar het onderwerp zich afspeelt. Gaat het om één plek of spelen meer plaatsen/gebieden een rol?

Profilering derde graad

Vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs

Leerstoelenplan faculteit der Geesteswetenschappen

In gesprek met Richard Griffiths

La Survivance de Michelet. Historiographie et Politique en France depuis C.M.H.G. Creyghton

PESTLE. Gebruik van de tool Template Voorbeeld

Betrekken jonge en nieuwe Nederlanders vergt mentaliteitsverandering

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN KIES JE OPLEIDING WAARUIT JE VAKKEN WENST OP TE NEMEN:

Klimaatadaptatie in Zwolle (IJsselvechtdelta)

EERSTE GRAAD HET TWEEDE LEERJAAR: LATIJN-GRIEKS

In gesprek met Maarten Prak

OPLEIDINGSONDERDELEN VOOR DE FACULTEIT ECONOMISCHE EN SOCIALE WETENSCHAPPEN EN SOLVAY BUSINESS SCHOOL ALS GASTSTUDENT

Archiefinstellingen aan het woord: Van Nelle s vormgevingsarchief

Is er nog hoop voor de natuur? Lancering Athena 10 april 2015

Om een zo duidelijk mogelijk verslag te maken, hebben we de vragen onderverdeeld in 4 categorieën.

Welkom in onze eerste graad

BROCHURE PRIX DE PARIS

STEDELIJKE DYNAMIEK IN DE LAGE LANDEN ( ) Nascholingsconferentie geschiedenis 2019

Eekhoutcentrum Vliebergh. Wegwijzers voor Aardrijkskunde

Onderzoek in het kader van de 100 ste editie van de Internationale Vierdaagse Afstandsmarsen Nijmegen. Nienke Lammertink en Koen Breedveld

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

In gesprek met Hein A.M. Klemann

10 april

Toezicht en moraliteit.

Eindexamen geschiedenis vwo II

In gesprek met Peter Hoppenbrouwers

UNIVERSITEITSBIBLIOTHEEK NIJMEGEN HUMANIORA BIBLIOTHEEK COLLECTIE H.IN.N. Nieuwe Geschiedenis - vóór 1870

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Toespraak van commissaris van de koningin en SNNvoorzitter Max van den Berg, feestelijke start CCC2- programma, Groningen, 25 maart 2011

Collectievormingsprofiel (CVP) Geschiedenis

Biënnale van de Schilderkunst: De mens in beeld

Vier Trends rond Regio Zwolle. Hans Peter Benschop Trendbureau Overijssel Zwolle, 31 oktober 2014

Prof. Dr. A. GOSLINGA

Arras. De Champs-Élysées

6. Voorbij het multiculturalisme: kritiek op de democratie Dictatuur van het proletariaat Afsluitend 135.

De Jefferson Bijbel. Thomas Jefferson

Reacties op bevolkingsdaling

Urbanisatie en de-urbanisatie in Nederland

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

BACHELOR IN DE JOURNALISTIEK VRIJSTELLINGEN ACADEMIEJAAR

Sint-Jozefscollege: studierichtingen 3 de graad ASO

De gulden is lang niet zo oer-hollands als je denkt FTM

WIE? WAT? WAAROM? HUMANE. wetenschappen. Infodocument voor ouders en leerlingen, door het GO! Atheneum Vilvoorde.

Eindexamen aardrijkskunde vwo I

Instroom pabo geschiedenis

Geschiedenis Amerika en Frankrijk in de tijd van pruiken en revoluties: een overzicht. Een les van: Bor

Bachelor of Arts in de Geschiedenis (180 studiepunten)

Voorwoord 9. Inleiding 11

Master in de Geschiedenis. Prof. Dr. Idesbald Goddeeris 7 maart 2018

The Young Professional: De groep toen en nu. Veranderingen in de betekenis van groepen in de afgelopen 50 jaar.

Abstract: Not available.

Chronologie

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Studierichtingen voor de derde graad

1.1. Kennis en inzicht in verband met het historisch referentiekader

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1

Sociaaleconomische Toekomstscenario s

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht

Projectplan EersteWereldoorlog.nu Samenvatting

Mens en maatschappij (aardrijkskunde, economie, geschiedenis, godsdienst)

Profilering derde graad

Nieuw vak voor VWO-ers: Big History Roland Holst College begint schooljaar met een Big Bang

BRON 1. De protesten van de Arabische Lente in 2011

LAAT KLIMAATVERANDERING DE BORDEAUXWIJN KOUD?

Dorpen in verandering de veranderende positie van lokale voorzieningen

Deze (autarkisch agrarische samenleving) veranderde in de tijd van steden en staten (11 e en 12 e eeuw).wat waren de Oorzaken?

Vooraanmeldingen per instelling voor Bachelor Opleidingen (1e jrs) Bachelor vooraanmeldingen per instelling

Examenprograma filosofie havo/vwo

Latijn-wiskunde Latijn-moderne talen wetenschappen economie-wiskunde economie-moderne talen humane wetenschappen

Nieuw-Atlantis. Francis Bacon. Vertaald en ingeleid door: Thomas Heij

Onthaal BACHELOR GESCHIEDENIS OPBOUW PROGRAMMA/MOTIVATIE

1ste Modeltraject (60 sp verplicht) CALI-ID Naam OO Sem SP Prerequisite Corequisite Bijkomende vereisten

Griekse en Latijnse taal en cultuur. Je wordt een all-round classicus met een brede blik én diepgang.

1. WAT VOORAFGING HET CONGRES VAN WENEN BESLISSINGEN GEVOLGEN BELANG VAN HET CONGRES VAN WENEN...

Ruimtelijke kwaliteit in cultuurhistorisch perspectief. Masterclass Schipborg 21 juni 2011

PUBLIEKE LEZINGEN (in het Engels) π Dinsdag 25 augustus en donderdag 27 augustus 2015 π Universiteit Antwerpen π Hof van Liere π Prinsstraat

Login eduroam. (Gebruik je studentennummer en KU Leuven-paswoord)

Cultuur op niveau. De tijdschriften. Ons Erfdeel en Septentrion

- Wetenschappelijk onderzoek en onderwijs

Overzicht inschrijvingsvereisten

Inleiding. Johan Van der Heyden

Collectievormingsprofiel Journalistiek en Nieuwe Media (CVP) Actuele relatie met O&O. Aankoop en -methodiek

De maatschappelijke opbrengst van de bibliotheek. Marjolein Oomes, Koninklijke Bibliotheek Amersfoort,

CVS, MEERDANEEN SYNDROOMALLEEN

CHARTER. Netherlands Academy of Philanthropy

Tijd van burgers en stoommachines Emancipatie en democratisering. Onderzoeksvraag: Hoe werd de politiek gedemocratiseerd?

Limburg tussen staf en troon 1000 jaar graafschap Loon Les 5 Over Duitse ridders en Alden Biesen

Transcriptie:

1 - Dossier Alg.1: Wat kunnen we (nog) leren van de Annales-school? (Algemeen, KD) De geschiedschrijving in de westerse wereld, en vooral die op het Europese continent, is vanaf de jaren vijftig tot en met de jaren tachtig van de twintigste eeuw sterk beïnvloed door de zogenaamde Annales-school. Dit was een school van Franse historici, geconcentreerd rond het tijdschrift Annales, opgericht door Lucien Febvre en Marc Bloch in 1929. De volledige ondertitel van dit tijdschrift luidde aanvankelijk Annales d histoire économique et sociale, veranderde in 1946 in Annales. Economies. Sociétés. Civilisations en transformeerde in 1994 in Annales. Histoire, Sciences Sociales - de naam die het nog steeds draagt. De naamgeving van het tijdschrift weerspiegelt vrij aardig het soort onderzoek en de veranderingen daarin - waar de historici van de Annales-school patent op hadden. Annales-historici maakten eerst naam met onderzoek over economische en sociale aspecten van de geschiedenis, verhoogden daarna hun ambitie tot de beschrijving en analyse van economieën, samenlevingen en beschavingen als geheel en verbreedden uiteindelijk hun veld tot alle domeinen van de geschiedenis en de sociale wetenschappen (inclusief dat van de politieke geschiedenis). Dat lijkt in het begin van de éénentwintigste eeuw niet meer heel bijzonder of gewaagd. So what? zou een historicus van tegenwoordig kunnen zeggen. Maar het feit dat hij/zij So what? kan zeggen is voor een belangrijk deel de verdienste van de Annales-historici zelf. Zij hebben ervoor gezorgd dat een benadering van de geschiedenis die nauwelijks een halve eeuw geleden nog als revolutionair of buitenissig gold intussen min of meer gemeengoed is geworden. Annales-historici pleitten voor een soort geschiedschrijving die verder ging dan het traditionele verhaal over politieke en militaire gebeurtenissen, grote mannen en grensverleggende ideeën. In hun visie bestond geschiedenis uit méér dan een lineaire opeenvolging van evenementen en daden of gedachten van individuele personen. De geschiedenis kende in feite verschillende lagen die zich in een verschillend tempo konden ontwikkelen of zelfs geruime tijd in een quasi-stabiele toestand konden verkeren. Zo deed zich in Europa tussen ongeveer 1000 en 1800 een lange-termijn golfbeweging voor, aangeduid als de seculaire trend, waarbij de economie en de bevolking nu eens eeuwenlang langzaam expandeerde (fase A), dan weer eeuwenlang geleidelijk kromp (fase B). De chronologie van zulke fasen A en B kon worden vastgesteld aan de hand van lange reeksen prijzen, oogstopbrengsten en demografische gegevens. De keuzevrijheid van individuen binnen het raamwerk van deze diepere, traag veranderende lagen van de geschiedenis ( structuren ) was volgens de Annales-historici beperkt. De belevenissen

2 van individuen waren ingebed in de geschiedenis van structuren en grote verbanden als de regio, de economie, samenleving, de cultuur of beschaving. Annales-historici waren ook de eersten die zich grondig verdiepten in de ontwikkelingen in het klimaat en de invloed van klimatologische veranderingen op de menselijke geschiedenis. De geschiedenis van zulke structuren en grote verbanden zou op een andere manier verbeeld moeten worden dan via de bekende verhalende technieken. Om de structuren en grote verbanden te kunnen reconstrueren was voor een deel ook een ander instrumentarium vereist dan waarover de historicus vanouds beschikte: daarvoor kon men beter een beroep doen op begrippen, methoden en technieken van aangrenzende sociale wetenschappen als de geografie, demografie, economie, antropologie en sociologie. De favoriete periode voor Annales-historici was de pre-industriële tijd ruwweg de periode tussen ongeveer 1000 en 1850. De meeste studies gingen aanvankelijk over een bepaalde regio (zoals van Pierre Goubert over de Beauvaisis of Emmanuel Le Roy Ladurie over de Languedoc), over een bepaalde sociale groep (zoals van Adeline Daumard over de Parijse bourgeoisie), over aspecten van de seculaire trend (zoals van Ernest Labrousse) of over de gelaagdheid van de geschiedenis van een gebied rond een zee of een oceaan (zoals het werk van Fernand Braudel of Pierre Chaunu). Later verschoof de aandacht meer naar de hogere lagen van de geschiedenis de geschiedenis van de gedachtenwereld en de normen, praktijken en symbolentaal van groepen of samenlevingen, die soms wel, soms niet in een regionale context werd onderzocht. Exemplarisch voor deze nieuwe richting waren studies van Michel Vovelle, Jacques le Goff, Alain Corbin, Mona Ozouf en Pierre Nora. Daarmee raakte ook de cultuurgeschiedenis en de politieke geschiedenis in toenemende mate in de invloedssfeer van de Annales-school. Via de historischsocioloog Immanuel Wallerstein, die zijn wereldsysteemtheorie deels baseerde op het werk van

3 Braudel (en in Binghamton (NY) zelfs een Fernand Braudel Center oprichtte) drong de Annalesbenadering ook in een deel van de Amerikaanse wetenschappelijke wereld door. De Annales-school drukte een tijdlang ook zijn stempel op de geschiedschrijving in Nederland. De Franse invloed was het eerst zichtbaar bij de afdeling Agrarische Geschiedenis aan de universiteit van Wageningen, waar in de geest van Labrousse, Goubert en Le Roy Ladurie grote onderzoeksprojecten over de demografische, economische en sociale geschiedenis van verschillende regio s in Nederland werden uitgevoerd. Bernard Slicher van Bath deed Overijssel, Joop Faber Friesland, Ad van der Woude Noord-Holland en Henk Roessingh de Veluwe. Vanaf de jaren zeventig verspreidde het model van de Annales zich, vooral via de leerstoelen economische en sociale geschiedenis, ook naar andere universiteiten in Nederland. De Franse invloed bereikte zijn hoogtepunt in het ontwerp voor een nieuwe Algemene Geschiedenis der Nederlanden (zie ook dossier Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden : één geschiedenis? ). Kernelementen van de Annales-benadering, zoals de gelaagd-structuralistische beschouwingswijze en de seculaire trend werden expliciet als leidraad genomen voor de vijf AGN-delen over de vroegmoderne tijd. Ook de herleving van de cultuurgeschiedenis in Nederland vanaf de jaren tachtig heeft veel aan de inspiratie van de Annales te danken. De historicus Willem Frijhoff, die zijn opleiding genoot in Parijs en jarenlang als hoogleraar aan de Erasmusuniversiteit Rotterdam en de Vrije Universiteit Amsterdam werkzaam was, speelde hierbij een belangrijke bemiddelende en vernieuwende rol. Publicaties van Annales-historici als Pierre Nora fungeerden als prikkel om ook in de Lage Landen onderzoek te gaan doen naar plaatsen van herinnering, herdenkingsrituelen en de werking van het collectieve geheugen. Vanaf de verschijning van Le Roy Ladurie s antropologisch-historische studie over een dorpsgemeenschap in de dertiende eeuw (Montaillou, village occitan de 1294-1324) (1975), dat overal ter wereld ongekende verkoopcijfers haalde, kwam het werk van Franse historici ook onder de aandacht van het grote publiek. Talloze boeken van grote meesters werden in het Nederlands vertaald. Het hoogtepunt was het verschijnen van de integrale vertaling van het magnum opus van Fernand Braudel, Beschaving, economie en kapitalisme (15 de -18 de eeuw), tussen 1987 en 1990. Gelaagd-structuralistisch bekeken, lijkt de Annales-benadering sinds de jaren negentig zelf een min of meer vaste ondergrond geworden waarop een woud van nieuw historisch onderzoek is verrezen, dat zich in allerlei richtingen en tot allerlei niveau s uitbreidt. Ad van der Woude, één van de kwartiermakers van de Annales-school in Nederland, ging zelf al een stap verder in het overzichtswerk over de Nederlandse economie in de vroegmoderne tijd dat hij met Jan de Vries schreef. Nederland 1500-1815. De eerste ronde van moderne economische groei (1995) was een

4 combinatie van de Franse structuralistische benadering en de zogenaamde new economic history uit de V.S. De twee benaderingen waren volgens De Vries en Van der Woude complementair : Terwijl de Franse structuralistische geschiedschrijving alomvattend en gericht op synthese wil zijn, richt de new economic history zich vooral op marktvraagstukken. Waar de Fransen conceptueel rijk zijn, maar eclectisch met theorie omgaan, stellen de Amerikanen zich een veel beperkter doel, maar zijn daardoor wel in staat veel gerichter, formeler en consequenter de theorie in hun werk toe te passen. Terwijl de Fransen de nadruk vooral (leggen) op de continuïteit van verschijnselen en op de stabiliteit op lange termijn, richten de Amerikanen het brandpunt van hun belangstelling op de dynamiek van de ontwikkeling. (Nederland 1500-1815, blz.19). Nu de Franse benadering eenmaal gemeengoed is geworden, komt de vraag op of er nog veel van de Annales te leren valt. Het tijdschrift is al lang niet meer zo toonaangevend als in de eerste decennia na de Tweede Wereldoorlog. Franse historici hebben weinig bijgedragen aan de ontwikkeling van nieuwe invalshoeken in de economische geschiedenis als de institutionele of de smithiaanse benadering. Op het snel groeiende vakgebied van de global history hebben ze zich na Braudel, Chaunu en Le Roy Ladurie nauwelijks geroerd, zoals een groep Franse historici onlangs zelf constateerde (Sirinelli, Cauchy, Gauvard (red.), Les historiens français à l oeuvre 1995-2010)). Serge Gruzinski, Philippe Beaujard of Olivier Pétré-Grenouilleau, die wèl over mondialisations hebben geschreven, zijn (nog) betrekkelijke uitzonderingen. Toch kan de door Annales ontwikkelde aanpak ook voor de meer globaal geworden economische en sociale geschiedenis nog veel inspiratie opleveren. De observatie van Van der Woude en De Vries geldt in zekere zin nog steeds. De Franse aanpak kent een prominente plaats toe aan elementen die in de Anglo-Amerikaanse benadering veel zwakker vertegenwoordigd zijn: de ambitie tot synthese, de rijkdom aan concepten, de aandacht voor continuïteit en stabiliteit, de interesse in de betekenis van woorden, symbolen en rituelen en het besef van de ruimtelijke dimensie van verschijnselen en de relevantie van ontwikkelingen in het klimaat.(le Roy Ladurie is ook één van de pioniers van de klimaatgeschiedenis) Zouden die elementen de geschiedschrijving ook in de éénentwintigste eeuw niet (opnieuw) kunnen verrijken? Literatuur Beaujard, Philippe, The Indian Ocean in Eurasian and African world-systems before the sixteenth century, Journal of World History, 16 (2005), 411-465 Bertels, Kees, Geschiedenis tussen struktuur en evenement (Amsterdam 1973) Braudel, Fernand, La Méditerranéee et le monde méditerranéenne à l époque de Philippe II (Parijs 1949)

5 Braudel, Fernand, Civilisation matérielle. Economie et capitalisme XVe XVIIIe siècle, 3 dln. (Parijs 1979) (vertaald als: Beschaving, economie en kapitalisme, 15de-18de eeuw, 3 dln. (Amsterdam 1988-1990) Chaunu, Pierre, Séville et l Atlantique (1504-1650), 12 dln. (Parijs 1955-1960) Chaunu, Pierre, Histoire science sociale. La durée, l éspace et l homme à l epoque moderne (Parijs 1974) Corbin, Alain, Le Miasme et la Jonquille. L odorat et l imaginaire social, XVIIIe-XIXe siècles (Parijs 1986) (vertaald als Pestdamp en bloesemgeur (Nijmegen 1986)), Daumard, Adeline, La bourgeoise Parisienne de 1815 à 1818 (Parijs 1963) Faber, J.A., Drie eeuwen Friesland. Economische en sociale ontwikkelingen van 1500 tot 1800, 2 dln. (Leeuwarden 1973) Goubert, Pierre, Beauvais et les Beauvaisis de 1600 à 1730 (Parijs 1960) Gruzinski, Serge, Les quatre parties du monde. Histoire d une mondialisation (Parijs 2004) Labrousse, Ernest, Esquisse du mouvement des prix et des revenus en France au 18e siècle (Parijs 1932-1933) Le Goff, Jacques, La naissance du purgatoire (Parijs 1981) Le Roy Ladurie, Emmanuel, Montaillou, village occitan de 1294-1324 (Parijs 1975) (vertaald als: Montaillou, een ketters dorp in de Pyreneeën (1294-1324)) (Amsterdam 1984) Le Roy Ladurie, Emmanuel, Les paysans de Languedoc (Parijs 1966) Le Roy Ladurie, Emmanuel, Histoire du climat depuis l'an mil (Parijs 1967) Le Roy Ladurie, Emmanuel, Histoire humaine et comparée du climat, 3 dln. (Parijs 2004-2009) Ozouf, Mona, La Fête révolutionnaire 1789 1799 (Parijs 1976) (vertaald als: Het feest van de revolutie (Amsterdam 1989) Nora, Pierre, Les lieux de mémoire, 3 dln. (Parijs 1984-1992) Pétré-Grenouilleau, Olivier, Les traités négrières. Essai d histoire globale (Parijs 2004) Sirinelli, Jean-François, Pascal Cauchy en Claude Gauvard (red.), Les historiens français à l oeuvre 1995-2010 (Parijs 2010). Slicher van Bath, Bernard, Een samenleving onder spanning. Geschiedenis van het platteland in Overijssel (Assen 1957) Vovelle, Michel, Piété baroque et déchristianisation en Provence au XVIIIe siècle. Les attitudes devant la mort d'après les clauses de testaments (Parijs 1978) Vries, Jan de en Ad van der Woude, Nederland 1500-1815. De eerste ronde van moderne economische groei (Amsterdam 1995) Wallerstein, Immanuel, The modern world-system, 3 dln. (New York 1974-1989) Woude, A.M. van der, Het Noorderkwartier. Een regionaal historisch onderzoek in de demografische en economsische geschiedenis van westelijk Nederland van de late middeleeuwen tot het begin van de negentiende eeuw (Wageningen 1972)