Veelgestelde vragen. Inhoud. Wat is Erasmus for all?

Vergelijkbare documenten
Erasmus voor iedereen Veelgestelde vragen (zie ook IP/11/1398)

Erasmus voor iedereen: EU-financiering voor 5 miljoen burgers

Erasmus+ Vaak gestelde vragen

WERKDOCUMENT. NL In verscheidenheid verenigd NL over Erasmus+

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

ONDERWIJS EN BEROEPSOPLEIDING

Hoe is het Erasmus+-programma opgebouwd?

Gezondheid: uw Europese ziekteverzekeringskaart altijd mee op vakantie?

NL In verscheidenheid verenigd NL A8-0389/2. Amendement. Dominique Bilde namens de ENF-Fractie

Volume: 0-49 zendingen per jaar Europa 0 2 kg 2-10 kg kg kg

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Arbeidsmarkt allochtonen

Brussel, 13 mei Flash Eurobarometer over Jeugd in Beweging

BRUSSEL Wat gebeurt daar? Peter N. Ruys

Tarieven Europa: staffel 1

Erasmus+ Jeugd. Informatiebijeenkomst 20 januari 2014

ERASMUS+ voor scholen

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

Verwelkoming. Het is beter een mijl te reizen dan om duizend boeken te lezen (Confucius)

De arbeidsmarkt in november 2015

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Q 1101: EAEC Raad: De Statuten van het Voorzieningsagentschap van Euratom (PB 27 van , blz. 534), gewijzigd bij:

KA 1 Mobiliteit Jeugd. Marrie Kortenbosch & Mireille Unger

Uw wegwijzer bij personeelswerving in Europa

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

De arbeidsmarkt in augustus 2015

BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD, HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ EN HET COMITÉ VAN DE REGIO'S

De arbeidsmarkt in oktober 2015

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

Tarieven Europa: staffel 1

PGI 2. Europese Raad Brussel, 19 juni 2018 (OR. en) EUCO 7/1/18 REV 1

#BeActive Reglement ondersteuning clubs in het kader van Europese uitwisseling

Ryckevelde vzw. Internationalisering van A tot Z voor het secundair onderwijs. Programma. Mogelijkheden. Beweging voor Europees burgerschap

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 november 2017 (OR. en)

Openbare raadpleging over de coördinatie van de sociale zekerheid in de EU

ERASMUS VOOR IEDEREEN ( )

Bijlage B4. Eerste treden op de arbeidsmarkt. Freek Bucx

Verbeteren van de slechte schoolresultaten voor wiskunde en wetenschap blijft uitdaging voor Europa

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

IMMIGRATIE IN DE EU 85% 51% 49% Immigratie van niet-eu-burgers. Emigratie van niet-eu-burgers

De arbeidsmarkt in juni 2015

Uitdagingen voor jongeren en EU beleid

Procedure Erasmus

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT

Maatregelen voor een beter evenwicht tussen werk en privéleven voor werkende ouders en mantelzorgers

De arbeidsmarkt in februari 2015

Enquête over e-facturering bij overheidsopdrachten

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

67,3% van de jarigen aan het werk

De arbeidsmarkt in april 2015

ZA6284. Flash Eurobarometer 413 (Companies Engaged in Online Activities) Country Questionnaire Belgium (Flemish)

Europese feestdagen 2019

De arbeidsmarkt in januari 2016

De arbeidsmarkt in april 2016

13/10/2014. Erasmus + Waarom exchange?

Europese feestdagen 2018

EVS. European Voluntary Service

100% dienstverlening in Europa

Publicatieblad van de Europese Unie L 165 I. Wetgeving. Niet-wetgevingshandelingen. 61e jaargang. Uitgave in de Nederlandse taal. 2 juli 2018.

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

De arbeidsmarkt in maart 2016

De arbeidsmarkt in februari 2016

GEMEENSCHAPPELIJKE VERKLARINGEN VAN DE HUIDIGE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN EN DE NIEUWE OVEREENKOMSTSLUITENDE PARTIJEN BIJ DE OVEREENKOMST

AEG deel 3 Naam:. Klas:.

Thema 2 Om ons heen. Samenvatting. Meander Samenvatting groep 7. Landschappen. Klimaten. Samenwerking. de regering. Onder de loep.

De arbeidsmarkt in mei 2015

De arbeidsmarkt in augustus 2016

Docentenvel Opdracht 10 (het paspoortenspel)

Gecoördineerde handhavingsmaatregelen voor betere naleving consumentenrechten op reiswebsites

Docentenvel opdracht 18 (De grote klimaat- en Europa- quiz)

Erasmus Mobiliteitsproject van de EU en andere exchange mogelijkheden pag. 1

Tariefplan: Kruidvat Mobiel voor 1 juli Nationaal

ERASMUS+ STRATEGISCHE SAMENWERKING TUSSEN SCHOLEN SCHOOL EXCHANGE PARTNERSHIPS

Q1 In welke hoedanigheid neemt u deel aan deze enquête:

Oriënteringssessie Op Erasmus gaan: een vlag met vele ladingen. International Days 2015

Europese feestdagen 2017

EUROPEES PARLEMENT WERKDOCUMENT. Commissie cultuur en onderwijs

Raad van de Europese Unie Brussel, 29 oktober 2014 (OR. en)

Jeugd in beweging: Europa steunt jongeren

erasmus meer perspectief volwasseneneducatie

De arbeidsmarkt in juli 2014

Openbare raadpleging over de mogelijke herziening van Verordening (EG) nr. 764/2008 (de verordening wederzijdse erkenning)

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2015 Nr. 70

De arbeidsmarkt in mei 2016

Bijlage B4. Werken aan de start. Freek Bucx

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD. Financiële informatie over het Europees Ontwikkelingsfonds

De arbeidsmarkt in maart 2015

Fiche Kleurrijk West-Vlaanderen BRUGGE. Opsplitsing in nationaliteitsgroepen

TRACTATENBLAD VAN HET

Verhoging fiscale inkomsten op tabak kan staatskas 200 à 300 miljoen opbrengen.

Berekening zorgtoeslag 2011

Tariefplan: Kruidvat Mobiel voor 1 juli Nationaal

Grensoverschrijdende dienstverlening in Nederland

De arbeidsmarkt in december 2014

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Internet weekbundel EU 50 MB 4,13 7 dagen geldig. 50 minuten 6,20 7 dagen geldig. Internet weekbundel EU 50 MB 4 7 dagen geldig

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

Transcriptie:

Inhoud Wat is Erasmus for all?... 1 Waaraan verleent Erasmus for all steun?... 2 Waarin verschilt Erasmus for all van de huidige programma's?... 3 Waarom is er behoefte aan een nieuwe EU-benadering van onderwijs en opleidingen?... 4 Hoe wil Erasmus for all de jeugdwerkloosheid aanpakken?... 4 Wie zijn de belangrijkste begunstigden?... 5 Verschillen de begunstigden van de begunstigden van de bestaande programma's?... 5 Wat is de meerwaarde van een Europese garantie voor studieleningen wanneer veel lidstaten hun eigen regeling voor studieleningen hebben?... 5 Wat doet de Commissie nog meer om de mobiliteit van studenten en jongeren te bevorderen?... 6 Waarom heeft de Commissie besloten de bestaande namen van mobiliteitsprogramma's zoals Leonardo da Vinci, Comenius en Grundtvig niet meer te gebruiken?... 6 Welke landen kunnen aan Erasmus for all deelnemen?... 6 Belangrijke cijfers: Erasmus for all (2014-2020)... 7 Erasmus for all: EU-financiering voor 5 miljoen burgers... 7 Achtergrond... 9 Volgende stappen... 10 Meer informatie... 10 Wat is Erasmus for all? Erasmus for all is het nieuwe door de Europese Commissie voorgestelde programma voor onderwijs, opleidingen, jeugdzaken en sport. Dankzij het programma, dat in 2014 van start gaat, zullen aanzienlijk meer financiële middelen worden toegewezen voor de ontwikkeling van kennis en vaardigheden. De basisgedachte van Erasmus for all is dat investeringen in onderwijs en opleidingen van cruciaal belang zijn om mensen ongeacht hun leeftijd of achtergrond de kans te geven hun mogelijkheden te benutten. Dankzij het programma kunnen mensen zich verder persoonlijk ontwikkelen, nieuwe vaardigheden verwerven en hun kansen op de arbeidsmarkt vergroten. 1/11

Waaraan verleent Erasmus for all steun? Dankzij een gestroomlijnde structuur kan Erasmus for all efficiënter functioneren, waardoor er meer beurzen voor studenten, stagiairs, leerkrachten en anderen beschikbaar zijn. De voordelen voor individuele personen zullen ook de EUeconomie als geheel ten goede komen. Het nieuwe programma biedt aanzienlijk meer mogelijkheden op het gebied van mobiliteit en samenwerking. Er zullen vooral meer middelen beschikbaar zijn voor studenten in het hoger en beroepsonderwijs, stagiairs, leerkrachten, opleiders en jeugdwerkers om in het buitenland te studeren, een opleiding te volgen, te onderwijzen of vrijwilligerswerk te doen. Ook onderwijsinstellingen, opleidingsinstituten en jeugdorganisaties krijgen meer mogelijkheden om partnerschappen te sluiten met het oog op de uitwisseling van goede praktijken en om samen met het bedrijfsleven de innovatie en de inzetbaarheid te bevorderen. Er zal ook meer steun worden verleend aan IT-platforms (bijvoorbeeld e-twinning) om scholen en andere aanbieders van onderwijs via internet met elkaar in verbinding te brengen. Het programma zal steun verlenen aan drie soorten acties: 1. Leermogelijkheden voor individuele personen zowel binnen als buiten de EU: studies en opleidingen, stages, onderricht en beroepsontwikkeling en nietformele activiteiten voor jongeren (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk). Dankzij Erasmus for all kunnen vijf miljoen mensen uit alle onderwijs- en opleidingssectoren in het buitenland leren. Europeanen krijgen de kans om overal ter wereld te studeren, een opleiding te volgen of te onderwijzen aan een instelling voor hoger onderwijs en niet-europese studenten en leerkrachten krijgen meer mogelijkheden om in Europa te studeren, te onderwijzen en te leren. Door de reikwijdte van het programma te verruimen tot over de grenzen van de EU wordt het Europees hoger onderwijs attractiever en kan de ontwikkeling van het hoger onderwijs elders in de wereld worden bevorderd. 2. Institutionele samenwerking tussen onderwijsinstellingen, jeugdorganisaties, bedrijven, plaatselijke en regionale autoriteiten en ngo's om de innovatie op het gebied van onderwijs, opleidingen en jeugdactiviteiten te stimuleren en de inzetbaarheid, de creativiteit en het ondernemerschap te bevorderen. 3. Steun voor beleidshervormingen in de lidstaten en samenwerking met landen buiten de EU, waarbij vooral aandacht wordt geschonken aan de versterking van de kennisbasis voor beleidsvorming en de uitwisseling van goede praktijken. Er zal onder meer steun worden verleend voor het gebruik van EU-transparantieinstrumenten, cross-country studies en specifieke beleidsagenda's zoals het proces van Bologna (hoger onderwijs) en het proces van Kopenhagen (beroepsonderwijs en -opleiding). 2/11

Erasmus for all zal twee volledig nieuwe elementen omvatten: 1. Een leninggarantieregeling om masterstudenten te helpen hun studies in het buitenland te financieren en de nodige vaardigheden voor kennisintensieve banen te verwerven. 2. De creatie van 400 "kennisallianties" en "allianties voor sectorspecifieke vaardigheden". Kennisallianties zijn grootschalige partnerschappen tussen instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven om creativiteit, innovatie en ondernemerschap te bevorderen door nieuwe leermogelijkheden en kwalificaties aan te bieden. Allianties voor sectorspecifieke vaardigheden zijn partnerschappen tussen aanbieders van onderwijs en opleidingen enerzijds en bedrijven anderzijds om de inzetbaarheid te bevorderen met behulp van nieuwe sectorspecifieke curricula en innovatieve vormen van beroepsonderwijs en - opleiding. Waarin verschilt Erasmus for all van de huidige programma's? Het hoofddoel blijft hetzelfde: de vaardigheden van mensen en uiteindelijk hun inzetbaarheid verbeteren en de modernisering van onderwijs- en opleidingsstelsels ondersteunen. Erasmus for all zal zeven bestaande programma's vervangen: het voegt het programma Een leven lang leren (Erasmus, Leonardo da Vinci, Comenius en Grundtvig), Jeugd in Actie en vijf internationale samenwerkingsprogramma's (Erasmus Mundus, Tempus, Alfa, Edulink en het programma voor samenwerking met geïndustrialiseerde landen) samen. 3/11

De belangrijkste activiteiten van de bestaande programma's zullen worden voortgezet (bijvoorbeeld leermobiliteit, samenwerkingsprojecten en steun voor beleidshervormingen), maar de aandacht zal vooral gaan naar activiteiten met het grootst mogelijk systemisch effect en een duidelijke EU-meerwaarde. Er worden ook een aantal nieuwe innovatieve voorstellen gedaan, zoals de leninggarantieregeling voor Erasmusmasterstudenten, de kennisallianties en de allianties voor sectorspecifieke vaardigheden. Het voordeel van één enkel programma is dat de voorschriften en procedures eenvoudiger zijn en versnippering en dubbel werk kunnen worden voorkomen. Waarom is er behoefte aan een nieuwe EU-benadering van onderwijs en opleidingen? De wereld is veranderd sinds de bestaande programma's in het leven werden geroepen. We beleven momenteel een van de meest tumultueuze economische perioden van de laatste decennia. De EU heeft op de uitdagingen gereageerd met de gecoördineerde Europa 2020-strategie voor groei en werkgelegenheid, waarvan onderwijs en opleidingen een integrerend deel uitmaken. Ook de Europese arbeidsmarkt ondergaat veranderingen. Het aantal banen voor hooggeschoolden stijgt terwijl het aantal banen voor laaggeschoolden afneemt. Verwacht wordt dat in 2020 voor bijna 35% van alle banen alleen nog hooggeschoolde werknemers met voldoende innovatie- en aanpassingsvermogen in aanmerking zullen komen. De Europa 2020-strategie streeft er onder meer naar het percentage houders van een dipoma hoger onderwijs tot 40% te doen stijgen (het percentage bedraagt momenteel 32%). Erasmus for all kan een bijdrage aan de Europa 2020-strategie leveren door mensen te helpen meer en betere vaardigheden te verwerven tijdens studies of opleidingen in het buitenland. Daarnaast beoogt de Europa 2020-strategie het percentage voortijdige schoolverlaters te verminderen van 14% tot minder dan 10%. Erasmus for all zal in dit verband de modernisering van alle onderwijs- en opleidingsniveaus ondersteunen (met inbegrip van het schoolonderwijs van het kleuteronderwijs tot het middelbaar onderwijs en de initiële beroepsopleiding). Ook niet-formeel leren zal worden gesteund via uitwisselingen van jongeren en vrijwilligerswerk. Hoe wil Erasmus for all de jeugdwerkloosheid aanpakken? Erasmus for all zal jongeren helpen een opleiding te volgen en vaardigheden te verwerven die hun persoonlijke ontwikkeling en hun kansen op de arbeidsmarkt ten goede komen. Door in het buitenland te studeren kunnen jongeren ook hun taalvaardigheden en hun aanpassingsvermogen ontwikkelen. Uit studies blijkt dat studenten die een deel van hun studietijd in het buitenland hebben doorgebracht, eerder bereid zijn in het buitenland te gaan werken. Erasmus for all erkent ook het belang van niet-formeel leren. Om een baan te vinden is niet alleen het juiste diploma van belang: werkgevers zijn steeds meer op 4/11

zoek naar vaardigheden die via niet-formeel leren (bijvoorbeeld vrijwilligerswerk) zijn verworven. Volgens 75% van de deelnemers aan het Europees Vrijwilligerswerk zijn hun kansen op de arbeidsmarkt dankzij hun deelname aan het programma verbeterd. Wie zijn de belangrijkste begunstigden? Zoals de naam het zegt, staat Erasmus for all open voor al wie wil leren of onderricht wil geven in een publieke of particuliere instelling die op het gebied van onderwijs, opleidingen, jeugdzaken of sport actief is. Het programma ondersteunt ook formeel en niet-formeel leren in alle sectoren. Verschillen de begunstigden van de begunstigden van de bestaande programma's? Nee. Het nieuwe programma zal zich focussen op de behoeften van jongeren (leerlingen, studenten, stagiairs, vrijwilligers en jongeren die bij het verenigingsleven betrokken zijn). Het programma zal meer aandacht schenken aan steun voor leerkrachten, opleiders, voorlichters en jeugdwerkers, omdat zij een belangrijke rol als "multipliers" spelen. Bij samenwerkingsprojecten zal meer aandacht worden geschonken aan de rol van bedrijven als partners van onderwijsinstellingen en jongerenorganisaties. Scholen zullen worden gestimuleerd met scholen in andere EU-landen samen te werken om het effect van de EU-steun te vergroten en synergiën tussen verschillende vormen van samenwerking te bevorderen (bijvoorbeeld de mobiliteit van leerlingen en personeel en onderwijsprojecten). Wat het volwassenenonderwijs betreft, zal het programma de mobiliteit van leerkrachten en opleiders bevorderen en een nauwere grensoverschrijdende samenwerking tussen organisaties ondersteunen. Sommige door de bestaande programma's ondersteunde activiteiten zullen worden teruggeschroefd of stopgezet omdat ze een beperkt systemisch effect sorteren, weinig rendabel zijn of doeltreffender via andere EU-financieringsbronnen (bijvoorbeeld het Europees Sociaal Fonds) kunnen worden gesteund. De mobiliteit van mensen op de arbeidsmarkt is bijvoorbeeld eerder een prioriteit van het ESF. Wat is de meerwaarde van een Europese garantie voor studieleningen wanneer veel lidstaten hun eigen regeling voor studieleningen hebben? In een aantal landen bestaan al regelingen voor studieleningen, maar die regelingen zijn vaak beperkt tot studies in nationale instellingen of tot undergraduates. Veel nationale regelingen zijn aan beperkingen gebonden wat de overdraagbaarheid naar het buitenland betreft. 5/11

De voorgestelde EU-studieleningfaciliteit is toegespitst op masterstudenten die in een ander Europees land studeren. Masteropleidingen zijn doorgaans duurder dan opleidingen voor undergraduates. Het initiatief zal eventuele nationale financieringsregelingen aanvullen. Wat doet de Commissie nog meer om de mobiliteit van studenten en jongeren te bevorderen? Financiële steun is belangrijk, maar geld alleen volstaat niet om iedereen de kans te geven mobiel te zijn. Het is daarom zaak gezamenlijke inspanningen te leveren en nieuwe partnerschappen te sluiten om hardnekkige obstakels op nationaal en regionaal vlak uit de weg te ruimen. In het kader van deze inspanningen is het onder meer belangrijk voor meer informatie te zorgen, beurzen en leningen "overdraagbaar" te maken (zodat studenten die in het buitenland studeren of een opleiding volgen, er gebruik van kunnen maken) en de erkenning van studie- en opleidingsresultaten te verbeteren. In mei 2012 zijn de EU-ministers voor Onderwijs het eens geworden over een gezamenlijk plan [in de vorm van een aanbeveling van de Raad] om obstakels voor het studeren of het volgen van een opleiding in het buitenland uit de weg te ruimen. Waarom heeft de Commissie besloten de bestaande namen van mobiliteitsprogramma's zoals Leonardo da Vinci, Comenius en Grundtvig niet meer te gebruiken? Erasmus is een naam die door een groot deel van het publiek wordt herkend en sterk met leren in het buitenland en Europese samenwerking wordt geassocieerd. Bij de ontwikkeling van één geïntegreerd programma is het verstandig verschillende namen te vermijden en te kiezen voor een naam (Erasmus) die bekend is en veel populariteit geniet. Welke landen kunnen aan Erasmus for all deelnemen? Erasmus for all staat open voor alle EU-lidstaten, IJsland, Liechtenstein, Noorwegen, Zwitserland, de kandidaat-lidstaten waarvoor een pretoetredingsstrategie geldt, en de landen van de Westelijke Balkan. Bovendien kunnen ook landen buiten de EU (meestal buurlanden) profiteren van activiteiten voor jongeren en activiteiten ter bevordering van studie en opleidingsmogelijkheden in het buitenland. 6/11

Belangrijke cijfers: Erasmus for all (2014-2020) Algemene begroting Mobiliteitskansen Hoger onderwijs Mobiliteit van personeel Beroepsonderwijs en -opleiding Vrijwilligerswerk en uitwisselingen van jongeren Leninggarantieregeling voor masterstudenten Internationale studenten Beurzen voor een gezamenlijk diploma 19 miljard euro (met inbegrip van 1,8 miljard euro voor internationale samenwerking) 5 miljoen mensen 2,2 miljoen studenten 1 miljoen leerkrachten, opleiders, jeugdwerkers en andere personeelsleden 735 000 studenten 540 000 jongeren 330 000 studenten 135 000 studenten 34 000 studenten Samenwerkingsdoelstellingen Strategische partnerschappen Kennisallianties Allianties voor sectorspecifieke vaardigheden Meer dan 20 000 waarbij 115 000 instellingen zijn betrokken 200 opgezet door 2000 instellingen voor hoger onderwijs en bedrijven 200 opgezet door 2000 onderwijs- en opleidingverleners en bedrijven Erasmus for all: EU-financiering voor 5 miljoen burgers Brussel, 23 november 2011 - Tot 5 miljoen mensen, bijna tweemaal zo veel als nu, krijgen de kans om in het buitenland te studeren of een opleiding te volgen met een beurs van Erasmus for all, het nieuwe programma van de Europese Unie voor onderwijs, opleiding, jeugd en sport dat de Europese Commissie vandaag heeft voorgesteld. Deze groep bestaat volgens dit voorstel onder meer uit bijna 3 miljoen studenten in het hoger onderwijs en praktijkstagestudenten Daarnaast zullen volgens dit voorstel ook voltijdse masterstudenten baat hebben bij een nieuwe garantieregeling voor leningen die door de Europese Investeringsbank is opgezet. Het zeven jaar durende programma Erasmus for all, met een totale begroting van 19 miljard EUR 1, moet van start gaan in 2014. 1 19 miljard EUR wanneer rekening wordt gehouden met de geraamde inflatie in de periode 2014-2020. Dit staat gelijk aan 16,9 miljard EUR op het prijsniveau van 2011. 7/11

"Investeren in onderwijs en opleiding is beste investering die we kunnen doen voor de toekomst van Europa. Studeren in het buitenland stimuleert de vaardigheden, de persoonlijke ontwikkeling en het aanpassingsvermogen van mensen en maakt ze beter inzetbaar. Wij willen er zeker van zijn dat veel meer mensen profiteren van de steun die de EU voor deze kansen biedt. Wij moeten ook meer investeren om de kwaliteit van onderwijs en opleiding op alle niveaus te verbeteren, zodat we tot de besten van de wereld behoren en voor meer banen en meer groei kunnen zorgen", aldus Androulla Vassiliou, Europees commissaris voor onderwijs, cultuur, meertaligheid en jeugdzaken. Het voorstel Erasmus for all van de Commissie biedt de mogelijkheid: voor 2,2 miljoen studenten uit het hoger onderwijs om een beurs te ontvangen om een deel van hun studie en opleiding in het buitenland door te brengen (tegenover 1,5 miljoen in de huidige programma s. Dit aantal omvat 135 000 studenten die steun ontvangen om in een land buiten de EU te studeren en studenten van buiten de EU die in de EU komen studeren; voor 735 000 praktijkstagestudenten om een deel van hun studie en opleiding in het buitenland door te brengen (tegenover 350 000 in het huidige programma); 1 miljoen docenten, opleiders en jongerenwerkers zullen middelen ontvangen om in het buitenland onderwijs of opleidingen te verzorgen (tegenover 600 000 in de huidige programma s); voor 700 000 jongeren om stage te lopen bij een onderneming in het buitenland (tegenover 600 000 in het huidige programma); voor 330 000 masterstudenten om een garantie op een lening te krijgen om een studie in het buitenland te financieren in het kader van een nieuwe regeling; voor 540 000 jongeren om in het buitenland vrijwilligerswerk te doen of deel te nemen aan jongerenuitwisselingen (tegenover 374 000 in het huidige programma); 8/11

voor 34 000 studenten om een beurs te ontvangen voor een gezamenlijke graad, waarbij zij aan minstens twee hogeronderwijsinstellingen in het buitenland studeren (tegenover 17 600 in het huidige programma); voor 115 000 instellingen/organisaties op het gebied van onderwijs, opleiding en/of jeugdactiviteiten of voor andere organen om middelen te ontvangen teneinde meer dan 20 000 strategische partnerschappen op te zetten om gezamenlijke initiatieven uit te voeren en de uitwisseling van kennis en ervaring te bevorderen; voor 4 000 onderwijsinstellingen en ondernemingen om 400 kennisallianties en allianties voor bedrijfstakspecifieke vaardigheden op te zetten en zo inzetbaarheid, innovatie en ondernemerschap te bevorderen. Achtergrond Erasmus for all verenigt alle huidige EU- en internationale regelingen op het gebied van onderwijs, opleiding, jeugd en sport en vervangt zeven bestaande programma s 2 door één programma. Dit zal de efficiëntie vergroten, het gemakkelijker maken om beurzen aan te vragen en overlappingen en versnippering verminderen. De Commissie stelt een verhoging van ongeveer 64% ten opzichte van de huidige begroting van zeven jaar voor. Hierdoor zou 19 miljard EUR worden uitgetrokken voor het nieuwe programma in 2014-2020. Bij dit bedrag wordt rekening gehouden met inflatie en met de voorziene uitgaven voor internationale samenwerking dat zijn beurzen voor derde landen zoals de zuidelijke Middellandse-Zeelanden 3. De toename zonder internationale samenwerking zou 72,6 % bedragen. Het nieuwe programma zal gericht zijn op de toegevoegde waarde en het systemisch effect voor de EU, met ondersteuning voor drie soorten actie: 1. leermogelijkheden voor individuen, zowel binnen de EU als daarbuiten; 2. institutionele samenwerking tussen onderwijsinstellingen, jeugdorganisaties, ondernemingen, plaatselijke en regionale autoriteiten en ngo s; 3. ondersteuning voor hervormingen in lidstaten om de onderwijs- en opleidingsstelsels te moderniseren en innovatie, ondernemerschap en inzetbaarheid te bevorderen. Twee derde van de steun is bestemd voor mobiliteitsbeurzen ter bevordering van kennis en vaardigheden. 2 Een leven lang leren (Erasmus, Leonardo da Vinci, Comenius, Grundtvig), Jeugd in Actie, Erasmus Mundus, Tempus, Alfa, Edulink en het bilaterale samenwerkingsprogramma met geïndustrialiseerde landen. 3 Internationale samenwerking wordt gefinancierd uit het externe deel van de meerjarige begroting en omvat Tempus, Alfa, Edulink en een deel van Erasmus Mundus. 9/11

Door de gestroomlijnde opzet van het nieuwe programma in combinatie met de aanzienlijk gestegen investeringen kan de EU veel meer mogelijkheden bieden voor studenten, stagiairs, jongeren, docenten en jeugdwerkers en anderen om hun vaardigheden, persoonlijke ontwikkeling en kansen op werk te verbeteren. Erasmus for all is ook gericht op de bevordering van onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese integratie en breedtesport. Sinds 2007 hebben gemiddeld 400.000 mensen per jaar een EU-beurs ontvangen voor studie, opleiding of vrijwilligerswerk in het buitenland. Volgens het voorstel van de Commissie zou dit cijfer bijna verdubbelen tot 800 000. (In 2010 ontvingen in de 27 lidstaten 560.000 personen een beurs, zie bijlage 1). Volgende stappen Dit voorstel wordt momenteel besproken door de Raad (27 lidstaten) en het Europees Parlement, die de uiteindelijke beslissing over het begrotingskader voor de periode 2014-2020 zullen nemen. Meer informatie http://ec.europa.eu/education/erasmus-for-all De website van Commissaris Vassiliou: http://ec.europa.eu/commission_2010-2014/vassiliou Europese Commissie: Website over Onderwijs en opleiding 10/11

Bijlage 1 De tabel vermeldt het aantal ontvangers van EU-subsidies voor studie, opleiding en vrijwilligerswerk in het kader van het programma voor Een leven lang leren en Jeugd in actie in 2010. (Erasmus for all zal beide programma s omvatten en heeft als doel het aantal begunstigden in de hele EU vrijwel te verdubbelen). Land Aantal deelnemers Programma Jeugd in Actie Totaal Een Leven Lang Leren Oostenrijk 11000 2500 13500 België 12000 4500 16500 Bulgarije 6000 5000 11000 Cyprus 1500 1000 2500 Tsjechië 14000 3000 17000 Denemarken 6000 2000 8000 Estland 3000 5000 8000 Finland 23500 2000 25500 Frankrijk 52000 11000 63000 Duitsland 63000 15000 78000 Griekenland 8000 2500 10500 Hongarije 8000 4500 12500 Ierland 4000 2000 6000 Italië 43500 6000 49500 Letland 4500 3000 7500 Litouwen 7000 4500 11500 Luxemburg 1000 900 1900 Malta 250 100 350 Nederland 19500 3000 22500 Polen 23000 10500 33500 Portugal 21000 2500 23500 Roemenië 12500 7500 20000 Slowakije 6000 3500 9500 Slovenië 3500 2000 5500 Spanje 52000 10500 62500 Zweden 8500 3500 12000 Verenigd Koninkrijk 20750 7500 28250 Totaal 435000 125000 560000 11/11

* Alle aantallen zijn afgerond tot honderdtallen. De aantallen omvatten deelnemers in mobiliteitsprojecten die niet hebben gereisd om in het buitenland te studeren, te leren of te werken, zoals schoolklassen. Bijlage 2 Voorgestelde financiering per sector 2014-2020 ten opzichte van de programma 's van 2007-2013 (in miljoen EUR, EU-27) Erasmus for all Programma's 2007-2013 Gemiddeld per jaar 2014-2020 % stijging Concentratie Erasmus Hoger onderwijs (inclusief tertiair beroepsonderwijs) 585 1100 1150 85 %-95 % Studenten, personeel, gemeenschappelijke programma's, masters, strategische partnerschappen, kennisallianties Erasmus Hoger Onderwijs -internationale dimensie (financiering rubriek 4) Erasmus Opleiding (beroepsonderwijs1 en volwasseneneducatie) 220 259 17% 330 waarvan 60 voor volwasseneneducatie 500 540, waarvan ongeveer 110 voor volwasseneneducatie 50 % - 60 % in totaal, ongeveer 80 % voor volwasseneneducatie Erasmus Scholen 180 250 275 40 %-55 % Erasmus Jongerenparticipatie Exploitatiesubsidie (Nationale agentschappen) 150 190 210 25 %-40 % 55 63 15 % Beleidsondersteuning 75 92 20 % Jean Monnet Studenten, personeel en capaciteitsopbouw, vooral in de omliggende landen Studenten, personeel, strategische partnerschappen, allianties voor sectorspecifieke vaardigheden, ITplatforms Personeel, strategische partnerschappen, internet-platforms Jongeren, personeel, strategische partnerschappen, ITplatforms (onderwijs en onderzoek op het gebied van Europese integratie) 30 45 50 % Sport n.v.t. 34 n.v.t. Update 23-05-2013 12/11