Rampbestrijdingsplan. NXP Semiconductors Netherlands BV locatie Nijmegen

Vergelijkbare documenten
Rampbestrijdingsplan. Nefco Storage & Trading BV Zuiderhavenweg 50 te Tiel

Rampbestrijdingsplan. Sachem Europe B.V. Van Voordenpark 15 te Zaltbommel

Rampbestrijdingsplan. TWO Chemical Logistics BV De Vlotkampweg 67 te Nijmegen

Geachte heer Heijnen,

Voor u ligt het rampbestrijdingsplan voor Vivochem B.V. (Vivochem), Darwin 5 te Almelo.

Toelichting over de behandeling van: Rampbestrijdingsplan TWO Chemical Logistics B.V. Kamerronde 23 mei 2012, uur, Gebr.

Rampbestrijdingsplan. Kuehne + Nagel Logistics BV De Diepert 5 te Tiel

Rampbestrijdingsplan. AgroBuren BV De Geer 12 te Tiel

Verantwoording groepsrisico

Samenvatting. Adviesvragen

14011 lil FEB. 20U SÏ3 OiH. loi'i. Omgevingsadvisering. m M mm» m «a^ Brabant > Zuidoost veiligheidsregio

Protocol Schuilen of ontruimen/evacueren

Veiligheidsregio Rotterdam-Rijnmond

Schuilen, ontruimen en/of evacueren, een kwestie van snelheid

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Zuid-Limburg. In de bijlage treft u een onderbouwing van de door ons voorgestelde maatregelen aan.

Collegiaal getoetst door M. Weelen

Brandweer Amsterdam-Amstelland

REFERENTIEKADER REGIONAAL CRISISPLAN Procesmodellen

GRIP 1 Ammoniaklekkage Zwaagdijk 29 april 2017 Medemblik


Beschrijving operationeel proces politie Ontruimen en evacueren

Gemeente Nijmegen College van burgemeester en wethouders D.t.v. de heer Groeneweg Omgevingsdienst Regio Nijmegen Postbus BP NIJMEGEN

Gemeente Deventer t.a.v. college van burgemeester en wethouders Grote kerkhof KT DEVENTER. Geacht college,

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

GRIP 1 zeer grote brand Portiekflat

Rapportage advies externe veiligheid

Gecoördineerde Regionale Incidentbestrijding Procedure (GRIP) Drenthe/Assen

Advies externe veiligheid ten behoeve van het concept-ontwerp bestemmingsplan Stationsgebied CAN in Amsterdam.

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Geacht college, Gemeente Tilburg t.a.v. College van Burgemeester en Wethouders Postbus AS TILBURG

Standaard Verantwoording Groepsrisico Gemeente Werkendam

Gevaren De kans op een ongeval met gevaarlijke stoffen is klein, maar de gevolgen kunnen groot zijn.

Scenariobeschrijving uitgangspunt: maximaal scenario Scenario Effect Slachtofferbeeld Domino-effecten Opschaling 1. Wolkbrand - K1-vloeistoffen,

Operationele Regeling VRU

Sector Brandweer Groenewoudseweg TV Nijmegen Postbus BC Nijmegen

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Bijlage C: Controlelijst C8 van de Werkwijzer bedrijfsbrandweren

# Overwegingen Aantekeningen 1 Alarm

Bedrijfsnoodplan (voorbeeld)

Brandweer Amsterdam-Amstelland

GRIP-teams en kernbezetting

Operationele Regeling VRU

in samenwerking met de 21 gemeenten in de Regio Zuidoost-Brabant Gecoördineerde Regionale Incidentenbestrijdings Procedure

Bijlage 1 Advies brandweer Veiligheidsregio Haaglanden

GGDFryslan. Gemeente HARLINGEN B« I ngekomen 11 JUNI No oekadres: Hai lingertrekweg 58 Lee uwarden

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Gevarenkaart nr. 1 Brandbare en oxiderende gassen

GRIP 1, zeer grote brand Venhuizen 30 mei 2017, gemeente Drechterland

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 2500 AE DEN HAAG

Versie /6

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Crisisplan RAV. Ruud Houdijk, januari 2015

Ontruimingsplan basisschool ' Yn de m ande '

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Advies Externe Veiligheid ten behoeve van het (ontwerp)wegaanpassingsbesluit en A10 Nieuwe Meer Amstel

GRIP 1, zeer grote brand Egmond aan den Hoef 10 juni 2017, gemeente Bergen

Bestuurlijk. Verantwoording

Hoe hoog ligt de Lat bij de Bedrijfsbrandweer. Michael de Gunst, Centrum Industriële Veiligheid/LEC BrandweerBRZO

Brandweer Amsterdam-Amstelland

GRIP 2, brand industriepand Alkmaar 30 april 2016, gemeente Alkmaar

Toezicht & Handhaving binnen de (externe)veiligheidsketen

Brandweeradvies externe veiligheid inzakebestemmingsplan Emmendennen, Emmen Gemeente Emmen

Rook bij brand. Brand hektrawler Scheveningen 302, Velsen, 30 januari - 2 februari Schelte Egbers Veiligheidsbureau Kennemerland

Gemeente Winterswijk t.a.v. mevr. Beekhuizen Omgevingsdienst Achterhoek t.a.v. dhr. Geurts Brandweer Achterhoek Oost t.a.v. dhr. Frericks.

VERANTWOORDINGSPARAGRAAF Datum: 22 februari Inleiding

Hoge druk Gasleiding ramp

Handreiking voorbereiding bestrijding Buisleidingincidenten

Uitvraagprotocol. Uitvraagprotocol ten behoeve van meldkamers die een incidentmelding kunnen ontvangen.

Brandweer Amsterdam-Amstelland

GRIP 1, verward persoon Hoorn 30 april 2017, gemeente Hoorn

Brandweer Amsterdam-Amstelland

Gemeente Groesbeek College van burgemeester en wethouders D.t.v. Omgevingsdienst regio Nijmegen De heer M. Geurts Postbus LV NIJMEGEN

Semi Standaard Verantwoording Groepsrisico Gemeente Waalwijk

In the hot seat. NIBHV Ede 24 november de crisis samen de baas

Wat doet een GAGS bij een ongeval met gevaarlijke stoffen op de weg? Henk Jans, Vz GAGS platform

Externe veiligheid, advies Regionale brandweer

Voorstel EV Ruimtelijke onderbouwing Harderweide deelplan 2

1 Bestuurlijk Elementis

RBP Kolb Specialties

Advies Regionale Brandweer

B R A N D W E E R. Brabant-NoeFd

Optreden bij buisleiding incidenten. Drs. B.M.G. Janssen MCDM Directeur Gezamenlijke Brandweer Voorzitter NVBR Netwerk OGS

GRIP 2, zeer grote brand Wieringerwerf 6 april 2017, gemeente Hollands Kroon

'ÓFMEENTEniJS5EN-HOLIfcN - 3 JULI a. -, ZAAKNR. DOC. NR. AFD. ONTV. KOPIE. Datum

Programma. Even voorstellen. Beeldvorming. De Calamiteiten coördinator VRGZ

Waterschap en bluswatervoorziening. Presentatie door Niels Robbemont, beleidsadviseur calamiteitenzorg

Afsprakenlijst behorende bij het Convenant voor samenwerkingsafspraken tussen Veiligheidsregio s, Politie en ProRail

Regionaal Protocol Schuilen of Ontruimen/Evacueren bij incidenten met gevaarlijke stoffen

College van Burgemeester en Wethouders Gemeente Echt-Susteren Postbus AL Echt. Geacht College,

Het plangebied ligt ten zuiden van de Akersteenweg, nabij de kruising Burg. Cortenstraat.

Gemeentelijk Draaiboek, gemeente Helmond. Organisatorisch deel. Alarmering Deelproces 1

Omgevingsadvisering. Gemeente Eindhoven De heer L. Storteler Postbus RB EINDHOVEN. Preadvies BIC. 16 oktober Geachte heer Storteler,

Fase 1: Alarmeren. Stap 1. Stap 2. Stap 3. Actie. Toelichting. Betrokken partijen. Betrokken partijen. Actie. Toelichting. Betrokken partijen

Pijplijnongeval te Gellingen

B R A N D W E E R ïèlè1)))), èl/7

Modellering gascilinders uit Handleiding Risicoberekeningen BEVI concept versie 1.4

Transcriptie:

Rampbestrijdingsplan NXP Semiconductors Netherlands BV locatie Nijmegen Gerstweg 2 te Nijmegen Bestuurlijk deel Versie Datum Auteurs Wijzigingen 1.0 13.12.2012 LV 1.1 15.02.2013 LV - Onder punt C. Onderhoud is de tekst gewijzigd m.b.t. 3 jaarlijkse vaststelling van het plan, dit is nu conform Bvr artikel 6.1.7 opgenomen waarin staat dat ten minste éénmaal per 3 jaar wordt bezien of herziening en bijwerking van het plan nodig is. - Aandachtspunt tbv communicatie toegevoegd 1.2 13.06.2013 LV - Gemeentelijk Rampenplan 2009 is verandert in het Deelplan Bevolkingszorg Plannummer RBP-002 Vastgesteld door: Algemeen bestuur, 11 juli 2013 (aanverwante documenten); blz. 2 - Commissaris van de Koningin is verandert in Commissaris van de Koning; blz.4 - Opgenomen in aandachtspunten repressief brandweer: NXP beschikt over een eigen WTS (lengte 800 meter; 2 * 75 mm toevoerslangleiding; levering max. 5000l/min);blz. 14 - Paragraaf 3.3 is op punten aangepast om leesbaarheid te vergroten. In aandachtspunten repressief : tien eenheden water t.o.v. één eenheid zuur nodig om 1 ph-punt te stijgen i.p.v. dalen ; blz.21 Digitale vindplaats: ROC-domein: R:\PREPARATIEMAP\Operationeleplannen(multidisciplinair)\ Rampbestrijdingsplannen\Gemeentelijk\Nijmegen\NXP

2 van 32 Object: Werkingsgebied: Regionaal plannummer: Aanverwante documenten: NXP Semiconductors Netherlands BV locatie Nijmegen Gerstweg 2 6534 AE Nijmegen Telefoonnummer: 024-3539111 Gemeente Nijmegen RBP-002 -Deelplan Bevolkingszorg en daaronder liggende draaiboeken -Regionaal Crisisplan d.d. 7 juli 2011 -Bedrijfsnoodplan NXP -Bereikbaarheidskaart AO 244 -Incidentbestrijdingsplannen LPG: Neerboscheweg 1 (IBP- LPG-034) Neerboscheweg 4 (IBP-LPG-035) -Incidentplan Riolering Nijmegen, versie 19 mei 2011 Bijbehorende kaarten (bijlage E) Kaart 1: Locaties gevaarlijke stoffen Kaart 2: Chloor effectafstanden bij D5/ F1,5 Kaart 3: Waterstof effectafstanden bij directe ontsteking (hitte en overdruk) Kaart 4: Waterstof effectafstanden bij vertraagde ontsteking (overdruk) Kaart 5: WAS sirenes rondom terrein Kaart 6 : Poorten tourniquets en slagbomen Kaart 7 : Afzettingen Vaststelling: Vaststelling van dit rampbestrijdingsbestrijdingsplan vindt plaats door het Algemeen Bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland Zuid. Intrekking: Met de vaststelling van dit plan wordt de versie maart 2006 van het RBP Philips Semiconductors Nijmegen ingetrokken. Datum in werking treden: 11 juli 2013

3 van 32 A. Inleiding Het doel van dit rampbestrijdingsplan is het ondersteunen van de operationele inzet van de hulpdiensten en de gemeente Nijmegen in geval van een calamiteit bij NXP Semiconductors Nijmegen. Het bestuurlijk deel van het rampbestrijdingsplan is gericht op de formele criteria waaraan een rampbestrijdingsplan moet voldoen. Deel 2 betreft de operationele informatie die van daadwerkelijk nut is tijdens een incident. Aan deel 2 zijn de operationele bijlagen toegevoegd. B. Status Het rampbestrijdingsplan NXP Semiconductors Nijmegen is door het bestuur van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid vastgesteld. C. Onderhoud De Veiligheidsregio zal conform het Besluit Veiligheidsregio s (Bvr artikel 6.1.7) met passende tussenpozen doch tenminste éénmaal per drie jaar bezien of het rampbestrijdingsplan moet worden herzien en bijgewerkt. Het rampbestrijdingsplan wordt onderhouden door het Veiligheidsbureau van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Hiertoe wordt jaarlijks de juistheid, de volledigheid en de bruikbaarheid van de informatie in het rampbestrijdingsplan gecontroleerd en zonodig bijgesteld. Bij essentiële wijzigingen wordt zo nodig tussentijds een nieuw rampbestrijdingsplan vastgesteld. D. Oefening Het rampbestrijdingsplan NXP Semiconductors Nijmegen zal regelmatig worden beoefend en op basis daarvan worden geëvalueerd. Daarbij zal steeds één van de in het plan beschreven scenario's als uitgangspunt worden genomen. De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid neemt het initiatief tot het houden en evalueren van deze oefeningen. Na een daadwerkelijke inzet zal dit rampbestrijdingsplan eveneens geëvalueerd dienen te worden. Ook hierin zal De Veiligheidsregio Gelderland-Zuid het initiatief nemen. E. Afstemming op andere plannen Dit rampbestrijdingsplan is afgestemd op het gemeentelijk rampenplan van de gemeente Nijmegen. Het gemeentelijk rampenplan is daarbij afgestemd op het model rampenplan van de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid. Waar nodig, wordt voor de uitvoering van taken en maatregelen naar bepaalde deelplannen van het gemeentelijk rampenplan verwezen. Daarnaast is dit plan afgestemd op het Regionaal Crisisplan VRGZ van juli 2011. Tevens is dit rampbestrijdingsplan afgestemd op de incidentbestrijdingsplannen-lpg van de tankstations aan de Neerbosscheweg 1 en Neerbosscheweg 4 (zie paragraaf 2.8). F. Communicatie Het rampbestrijdingsplan is openbaar. Vóór vaststelling heeft het plan van 4 april 2013 t/m 23 mei 2013 (ten minste zes weken voor vaststelling) bij de Informatiebalie in de Stadswinkel, Mariënburg 75 te Nijmegen en bij de receptie van de VRGZ, Groenewoudseweg 275 te Nijmegen ter inzage gelegen. Hiervan wordt melding gemaakt in o.a. 'De Gelderlander'. Na vaststelling wordt het plan door de Veiligheidsregio Gelderland-Zuid aan de in de verspreidingslijst genoemde diensten en instanties gestuurd. Betrokken diensten zijn zelf verantwoordelijk voor het informeren van hun personeel. In het kader van de communicatie over dit rampbestrijdingsplan zijn de volgende doelgroepen te onderscheiden: - Burgers in de gemeente Nijmegen - Medewerkers NXP Semiconductors Nijmegen - Medewerkers van de gemeente Nijmegen - Medewerkers van de Omgevingsdienst Regio Nijmegen (ODRN) - Overige medewerkers van de operationele diensten die bij de bestrijding van incidenten bij NXP Semiconductors Nijmegen zijn betrokken. - Andere mensen die geïnteresseerd zijn in het rampbestrijdingsplan: politieke partijen, pers, belangengroeperingen etc.

4 van 32 De informatieverstrekking over het rampbestrijdingsplan NXP Semiconductors Nijmegen vindt als volgt plaats: Doelgroep Informatie- Verantwoordelijke instantie verstrekking Burgers Website gemeente Ter inzage in de Stadswinkel De Gelderlander gemeente Nijmegen VRGZ Website VRGZ Ter inzage receptie kantoor VRGZ Medewerkers bedrijf Interne communicatie bedrijf Medewerkers voorlichting ambtenaar openbare veiligheid gemeente Hulpverleners Voorlichting + plan afzonderlijke diensten Verspreiding 1. Minister van Veiligheid en Justitie 2. Commissaris van de Koning Provincie Gelderland 3. Burgemeester van de gemeente Nijmegen 4. Politieleiding van de politie-eenheid Oost-Nederland, t.b.v. Afdeling CCB 5. Districtsleiding van het politiedistrict Gelderland-Zuid 6. Commandant Regionale Brandweer Gelderland-Zuid 7. Regionale Brandweer t.b.v. Sector Brandweer (Beheer Commandohaakarmbak) 8. Regionale Brandweer t.b.v. Sector Brandweer (MeetplanLeider) 9. Regionale Brandweer t.b.v. HOvD (West en Oost) 10. Brandweer Nijmegen 11. Ambtenaar Openbare Veiligheid gemeente Nijmegen 12. Ambtenaar Openbare Veiligheid Beuningen 13. Ambtenaar Openbare Veiligheid Heumen 14. Ambtenaar Openbare Veiligheid Wijchen 15. Waterschap Rivierenland 16. NXP Semiconductors Nijmegen 17. Directeur GHOR, t.b.v. Actiecentrum GHOR 18. GGD Regio Nijmegen, t.b.v. het team milieu en gezondheid 19. Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland-Midden, t.b.v. GAGS 20. Gemeenschappelijke meldkamer Gelderland-Zuid 21. Veiligheidsregio Gelderland-Zuid, t.a.v. Veiligheidsbureau (t.b.v. ROC Gelderland-Zuid) 22. Rijkswaterstaat Oost-Nederland 23. Omgevingsdienst Regio Nijmegen, t.a.v. het hoofd ODRN

Rampbestrijdingsplan NXP Semiconductors Netherlands BV locatie Nijmegen Gerstweg 2 te Nijmegen Operationeel deel

6 van 32 Inhoudsopgave 1. Toestand... 7 1.1 Risicodragend object... 7 1.2 Algemene preventieve en preparatieve maatregelen... 7 2. Omvang ramp en rampgebied... 9 2.1 Gemeentegrensoverschrijdende effecten... 9 2.2 Kaartmateriaal... 9 2.3 Interpretatie effectafstanden... 10 2.4 Communicatie naar omwonenden... 11 2.5 Bepaling aanrijdroutes... 11 2.6 Uitgangsstellingen... 12 2.7 Prioriteitsroutes ambulances... 12 2.8 Afstemming op andere plannen... 12 3. Rampbestrijdingsscenario's... 13 3.1 Beschrijving scenario instantaan falen van een gasfles met toxische inhoud (chloor)... 13 3.2 Beschrijving scenario instantaan falen van een tank met een brandbare en explosieve inhoud (waterstof)... 17 3.3 Milieurisico's... 21 4. Inwerking treden van dit plan... 23 5. Taakstelling noodorganisatie NXP... 24 Bijlage A: Lijst van afkortingen... 26 Bijlage B: Actieplan Emergency Response Team NXP... 27 Bijlage C: Vergunde hoeveelheden opslag gevaarlijke stoffen... 28 Bijlage D: Slachtofferberekeningen... 29 Bijlage E: Kaarten... 32

7 van 32 1. Toestand 1.1 Risicodragend object Het risicodragend object is NXP Semiconductors BV Netherlands locatie Nijmegen (verder te noemen als NXP), gelegen aan de Gerstweg 2 te Nijmegen, op industrieterrein 'Winkelsteeg'. Het primaire doel van de fabriek is het ontwikkelen, fabriceren en verkopen van halfgeleiders (chips (IC s), transistoren en dioden). Bij het vervaardigen van een product worden diverse processtappen doorlopen en een grote diversiteit aan gevaarlijke stoffen gebruikt. Hiertoe beschikt het bedrijf over een bedrijfsterrein met drie productie-units en meerdere kantoorgebouwen (bijlage E, kaart 1). Opslag van gevaarlijke stoffen in emballage vindt plaats op verschillende plekken, overeenkomstig de bestaande regelgeving (PGS-richtlijnen). Op diverse plaatsen zijn overtapplaatsen voor gevaarlijke stoffen. Middels vaste leidingstelsels worden vanuit deze ruimten gevaarlijke stoffen verpompt naar de verbruikerspunten op de afdelingen. Het betreft brandbare, toxische, oxiderende, inerte en corrosieve gassen en vloeistoffen die gebruikt worden in de fabricageprocessen en t.b.v. laboratoriumonderzoek. Gasflessen en vloeistofvaten die kunnen worden aangesloten op een vast leidingnet, staan in de meeste gevallen opgesteld in mechanisch op de buitenlucht geventileerde kasten. De kasten met vloeistofvaten zijn uitgerust met 'containment'- en lekdetectie, de kasten met gasflessen zijn uitgerust met een automatische sprinklerinstallatie ten behoeve van het koelen van de gasflessen in geval van brand. Op het terrein komen gemiddeld circa. 2.500 gasflessen voor (de stationaire stations/reservoirs niet meegerekend). Daarnaast vindt bulk-gasopslag plaats in enkele stationaire reservoirs. Er is een reservoir voor vloeibaar zuurstof, een installatie voor vloeibaar stikstof en een vloeibare-waterstof tank. De waterstof- en de zuurstoftank worden eenmaal per week (bij-)gevuld door een tankwagen. NXP heeft een aantal stationaire tanks in gebruik die deels boven en deels op maaiveldhoogte zijn gelegen. Deze tanks dienen voor de opslag van zuur, loog en diesel. Op het terrein is een zogenaamde HF batch reactor opgesteld waar de afvalstroom van waterstoffluoride wordt verwerkt en geneutraliseerd. De op het terrein aanwezige gevaarlijke stoffen worden aan- en afgevoerd via de openbare weg. Er zijn alleen werkvoorraden gevaarlijke stoffen aanwezig; er is geen magazijnopslag. Op het terrein van NXP zijn tijdens kantooruren circa 2.200 mensen werkzaam. Buiten kantooruren kunnen circa 300 medewerkers aanwezig zijn. De activiteiten vinden in een volcontinudienst plaats. De registratie van aanwezigheid van werknemers en derden vindt plaats via een toegangscontrolesysteem. In de fabrieken wordt tevens een tekenlijst bijgehouden. Het bedrijf is OHSAS 18001 gecertificeerd. Het bedrijf beschikt over een Emergency Response Team. Dit is een operationele groep van interne hulpverleners die bestaat uit de bedrijfsbrandweer, de BHV organisatie en de afdeling Security. Deze organisatie is 24 uur per dag inzetbaar bij incidenten op het bedrijfsterrein. Daarnaast is er op afroep een Crisis Management Team beschikbaar. 1.2 Algemene preventieve en preparatieve maatregelen Preventieve voorzieningen: - nagenoeg alle gebouwen zijn voorzien van een brandmeldinstallatie met een doorschakeling naar de regionale alarmcentrale (OMS-aansluitnummer 0244); - op plaatsen met een verhoogd risico zijn ontruimingsinstallaties aangebracht; - dat grote delen van het complex zijn voorzien van een sprinklerinstallatie, exacte informatie verkrijgbaar via de bedrijfsbrandweer of de afdeling Facilities. - op alle tools in de waferfabrieken is afzuiging aanwezig op die onderdelen waar gevaarlijke stoffen voorkomen; - productieruimten zijn minimaal 1 uur (60 minuten) brandwerend gescheiden van andere ruimten; - gevaarlijke stoffenkluizen zijn minimaal 1 uur (60 minuten) brandwerend uitgevoerd;

8 van 32 - gevaarlijke stoffenkluizen zijn voorzien van een mechanische ventilatie op de buitenlucht; - chemiekluizen zijn voorzien van 'containment'- en lekdetectie; - gaskluizen zijn voorzien van branddetectie en automatische sprinklers ten behoeve van het koelen van de gasflessen in geval van brand; - leidingen voor niet-oplosmiddelen zijn ommanteld en voorzien van lekdetectie; - alle op het complex aanwezige cilinders zijn opgenomen in een gasgegevensbestand; - de actuele stoffenlijst is bij de afdeling Security te raadplegen; - het wisselen van vaten en cilinders met gevaarlijke stoffen wordt uitgevoerd door daartoe speciaal getraind personeel; - binnen de 3 fabrieken zijn ten behoeve van de afvoer van gassen en dampen zogenaamde exhaustsystemen aanwezig. Deze zijn deels voorzien van scrubberinstallaties om verontreinigingen te verwijderen. Exhaustsystemen voor vluchtige organische componenten zijn voor het merendeel aangesloten op een naverbrander; - bedrijfsafvalwater wordt afgevoerd via het bedrijfsriool, in 2 neutralisatie-installaties geneutraliseerd en via een meetput geloosd op het gemeentelijk vuilwaterriool; - indien het koelwater uitvalt, zullen apparaten welke hiervan voor hun koeling afhankelijk zijn, teruggaan naar een veilige modus; - op het terrein zijn noodstroomvoorzieningen aanwezig; hierdoor kunnen bij stroomonderbreking processen in een veilige toestand worden gebracht. Preparatieve voorzieningen: Op het terrein is een bluswaternet aanwezig met een capaciteit van 535 m 3 per uur gedurende de eerste 2 uur, indien de sprinklerinstallaties niet worden gebruikt. Als het gehele sprinklerdebiet wordt gebruikt voor gebouwblussing blijft 180 m 3 per uur over voor hydranten. Het bluswaternet is dus gecombineerd met de sprinklervoorzieningen. De sprinklerinstallatie kan op verzoek worden afgesloten buiten het gebouw. In de directe omgeving van de inrichting is voldoende bluswater aanwezig: - ondergrondse en bovengrondse brandkranen - bronput - open water (Maas-Waal kanaal, op 650 meter) NXP heeft een bedrijfsnoodplan en een ontruimingsplan per gebouw. Hierin is de inzet van de eigen noodorganisatie beschreven.

9 van 32 2. Omvang ramp en rampgebied Dit rampbestrijdingsplan richt zich met name op de bron- en effectbestrijding bij een calamiteit op het terrein van NXP en op de maatregelen die nodig zijn om de bevolking in het benedenwindse gebied te beschermen en te informeren. Voor de bepaling van de omvang van een mogelijke ramp en het daaraan gekoppelde rampgebied is uitgegaan van 2 scenario's, te weten: scenario 1: Instantaan falen van een gasfles met toxische inhoud (chloor) scenario 2: Instantaan falen van een tank met een brandbare en explosieve inhoud (waterstof) In hoofdstuk 3 worden de scenario s nader uitgewerkt. In het Veiligheidsrapport (september 2011) en de aanvullende gegevens veiligheidsrapport NXP- Nijmegen (december 2011) worden bovengenoemde scenario's als relevant voor de rampenbestrijding beschouwd. Op het terrein van NXP bevinden zich diverse gevaarlijke stoffen in kleine hoeveelheden waarmee uiteraard óók ongevallen kunnen optreden. De effecten van deze ongevallen zullen zich echter beperken tot het bedrijfsterrein zelf. (Mogelijke ongewenste voorvallen per processtap zijn in het Veiligheidsrapport-deel 3 omschreven.) Hierbij zijn ook (beduidend) kleinere schadecirkels van belang. Deze niet-uitgewerkte scenario s kunnen op het terrein zelf echter op veel mensen effect hebben. De in dit plan voorbereide maatregelen zullen ook bij deze laatste calamiteiten waarbij de effecten tot het terrein zelf beperkt blijven, van toepassing zijn en hun nut hebben. In het scenario waarbij een toxische stof vrijkomt, zullen afhankelijk van het weertype, enkele honderden tot maximaal enkele duizenden mensen moeten schuilen in het gebied waar de alarmeringsgrenswaarde (AGW) wordt overschreden. Verwacht kan worden, dat zeer veel mensen de hulpdiensten zullen bellen met irritatieklachten van luchtwegen en slijmvliezen en verzoeken om informatie. Hoeveel mensen gewond zullen raken in de zin dat zij in een ziekenhuis moeten worden opgenomen, is met de beschikbare rekenmethodes voor effecten van het vrijkomen van gevaarlijke stoffen slechts zeer ruw te schatten (zie bijlage D). De schadelijke gevolgen van blootstelling aan een bepaalde stof zijn namelijk afhankelijk van de concentratie, de toxiciteit van de stoffen, de interactie van stoffen en de blootstellingsduur. Bij zelfredzame personen en bij opvolging van de waarschuwing zal de blootstellingsduur beperkt zijn. Een scenario met verontreiniging van het milieu (bodem en water) als zwaartepunt wordt in dit rampbestrijdingsplan beschouwd, maar wordt niet aangemerkt als rampscenario omdat er geen directe effecten naar de bevolking zijn. Bij verontreiniging van het milieu zal altijd het Waterschap Rivierenland worden gealarmeerd. Dit rampbestrijdingsplan richt zich met name op de maatregelen welke nodig zijn om de bevolking te beschermen. 2.1 Gemeentegrensoverschrijdende effecten De in dit plan uitgewerkte scenario's bij NXP zullen niet leiden tot regio-grensoverschrijdende effecten. In de situatie dat het scenario 'instantaan falen van een cilinder met chloor', zich voordoet bij stabiel weer, ligt het gebied waar kortdurend de alarmeringsgrenswaarde van chloor kan worden bereikt, afhankelijk van de heersende windrichting, binnen de gemeentegrenzen van Nijmegen (zie bijlage E, kaart 2). 2.2 Kaartmateriaal Op de kaart (bijlage E, kaart 2) is de omvang van het rampgebied ten gevolge van een toxische en of bijtende stof weergegeven door de effectafstanden in alle windrichtingen in de vorm van een cirkel aan te geven. Het effectgebied is in de praktijk ca. 1/12 deel van 360 0, dus 30 0, afhankelijk van de windrichting. In het algemeen geldt dat de aanwezigen in het gebied waarbinnen de AGW gedurende langere tijd (ca. 1 uur) bereikt wordt, worden gewaarschuwd middels het WAS-stelsel en andere middelen die

10 van 32 beschikbaar zijn voor de sectie Communicatie en de woordvoerder CoPI (o.a. regionale rampenzender, NL-Alert, Twitter, enz.). Voor de rampenbestrijding is dit gebied maatgevend. Op de kaart (bijlage E, kaart 3 en 4) is de omvang van het rampgebied ten gevolge van hittestraling en overdruk weergegeven door de effectafstanden in de vorm van een cirkel aan te geven. Het effectgebied is concentrische ten opzichte de bron. In het algemeen geldt dat de aanwezigen in het gebied waarbinnen de 0.1 bar overdruk of de 3 kw/m 2 hittestraling wordt bereikt, worden gewaarschuwd middels het WAS-stelsel en andere middelen die beschikbaar zijn voor de sectie Communicatie en de woordvoerder CoPI (o.a. regionale rampenzender, NL-Alert, Twitter, enz.). Voor de rampenbestrijding is dit gebied maatgevend. Omdat het NXP-terrein vrij groot is, maakt het, met name voor de benodigde voorlichting, bij relatief geringe effectafstanden veel uit wáár op het terrein gevaarlijke stof vrijkomt. Daarom zijn op kaarten 2 t/m 4 de effectafstanden gegeven voor verschillende locaties op het terrein. 2.3 Interpretatie effectafstanden De zogenaamde interventiewaarden worden gebruikt om richting te geven aan de bescherming van de bevolking (waaronder alarmering) en de hulpverleners bij incidenten met gevaarlijke stoffen. De definities van de interventiewaarden zijn als volgt: VRW (Voorlichtingsrichtwaarde): De concentratie van een stof die met grote waarschijnlijkheid door het merendeel van de blootgestelde bevolking hinderlijk wordt waargenomen of waarboven lichte, snel reversibele gezondheidseffecten mogelijk zijn bij een blootstelling van één uur. Vaak is dit de concentratie waarbij blootgestelden beginnen te klagen over het waarnemen van de blootstelling. In het gebied waar de VRW wordt bereikt, worden mensen middels diverse communicatiemiddelen geïnformeerd over de mogelijke hinder die zij ondervinden. AGW (Alarmeringsgrenswaarde): De concentratie van een stof waarboven irreversibele of andere ernstige gezondheidsschade kan optreden door directe toxische effecten bij een blootstelling van één uur. In het gebied waarbinnen de AGW wordt bereikt of overschreden, worden mensen met behulp van de WAS-sirenes gewaarschuwd en opgeroepen om te gaan schuilen. In dit gebied worden geen hulpverleners ingezet zonder afdoende persoonlijke beschermingsmiddelen. Dit gebied zal worden afgezet voor (inkomend) verkeer. Indien vanuit de bevolking verzoeken komen om ambulances of politie te sturen, dient over deze verzoeken in het ROT te worden beslist. Personen die het gebied niet meer in kunnen, worden door de gemeente opgevangen. LBW (Levensbedreigende Waarde): De concentratie van een stof waarboven mogelijke sterfte of een levensbedreigende aandoening door toxische effecten kan optreden binnen enkele dagen na een blootstelling van één uur. Het gebied waarbinnen de LBW wordt bereikt of overschreden, wordt indien mogelijk ontruimd door het COPI. De afstand waarbinnen de VRW kan worden bereikt, is groter dan de afstand waarbinnen de AGW wordt bereikt. Binnen het gebied van de AGW ligt het gebied van de LBW. Belangrijk aandachtspunt bij de interpretatie van de effectafstanden zoals deze in de bijlage E zijn gepresenteerd, is dat de AGW geldt voor een blootstellingsduur van één uur. Doordat bij NXP alleen beperkte systeemgroottes voor toxische en bijtende stoffen aanwezig zijn, zullen emissies van deze stoffen per definitie zeer kortdurend zijn (ordegrootte: enkele seconden tot enkele minuten). De blootstellingsduur van personen die zich in het benedenwindse gebied bevinden, zal daarom ook steeds kort zijn (ordegrootte enkele minuten). De gas- (of damp-) wolk trekt als een zich verplaatsende 'vlek' over het benedenwinds gebied en zal daarbij eerst uitdijen en daarna weer krimpen. In het op de kaarten aangegeven gebied zullen dus niet de gezondheidsklachten optreden die bij de AGW horen omdat de blootstelling aan de AGW-concentratie maar van korte duur zal zijn. Indien toxische of bijtende stoffen binnen in een gaskluis of insluitsysteem vrijkomen, zijn géén effecten buiten de terreingrens te verwachten.

11 van 32 Hittestraling en overdruk: Voor het scenario instantaan falen van een tank met een brandbare en explosieve inhoud (waterstof) zijn de effecten naar de omgeving vooral die van hittestraling en overdruk. De effecten van hittestraling zijn afhankelijk van de warmtestralingsintensiteit en de blootstellingsduur. Voor de pijngrens wordt vaak 3 kw/m 2 gedurende 10 seconden gehanteerd of 10kW/m 2 gedurende 5 seconden. Voor 2 e en 3 e graads brandwonden wordt uitgegaan van langdurige blootstelling (enkele minuten) bij een warmtestralingsintensiteit van 5 kw/m 2, en bij kortdurige blootstelling (enkele seconden) van 12,5 kw/m 2. Dodelijke verwondingen treden op bij een warmtestralingsintensiteit van 30 kw/m 2 gedurende 10 seconden. Het ontstaan van secundaire branden treedt op bij waarden van 10 kw/m 2 bij minutenlange blootstelling. De effecten van overdruk zijn afhankelijk van de piekoverdruk. De primaire drukschade heeft bij een waarde van 0,02 bar tijdelijke gehoorschade tot effect. Bij een waarde van 0,3 bar scheuren trommelvliezen, bij 1,0 bar treedt longschade op en vanaf een waarde van bij 2,0 bar overdruk kunnen de effecten dodelijk zijn. Naast gezondheidsschade kan er ook materiële schade optreden. Bij 0,03 bar treedt zeker ruitbreuk op met kans op dodelijke scherfwerking. Instorting van muren en daken en bezwijken van enkele draagconstructies worden gerapporteerd bij een waarde van 0,17 bar. Met instorting van gebouwen moet rekening gehouden worden bij waarden vanaf 0,4 bar overdruk. 2.4 Communicatie naar omwonenden De communicatie naar de bevolking in het benedenwindse gelegen gebied gaat conform het deelplan Communicatie. De in dit rampbestrijdingsplan beschouwde rampscenario's zijn van dien aard dat het alarmeren van de bevolking met behulp van de WAS-sirenes noodzakelijk kan zijn. In deze situatie zal de bevolking in het benedenwindse gebied worden geïnformeerd over de mogelijke geurwaarnemingen of irritaties en de te nemen maatregelen. De berichtgeving zal via alle beschikbare communicatiemiddelen worden verzorgd (calamiteiten website, Twitter, NL-alert, enz.). De bevolking die schuilt/binnen blijft, moet bij een toxische of bijtende stof : naar een hoog gelegen vertrek gaan aan de van de wind afgekeerde zijde van de woning; deuren en ramen sluiten, kieren afplakken of dichtmaken; ventilatiesystemen uitschakelen; indien nodig, (afhankelijk van de oplosbaarheid van de gevaarlijke stof in water), met behulp van natte lappen voor mond en neus extra bescherming van de ademhalingsweg trachten te verkrijgen. De bevolking die schuilt/binnen blijft, moet bij dreigend explosie gevaar: wegblijven bij de naar NXP gekeerde gevel en wegblijven bij vensters; ramen en deuren openen en gordijnen of jaloezieën sluiten. De MPL (in samenspraak met de ROGS en de GAGS) bepaalt de effectiviteit van schuilen in relatie tot de gevaarzetting en de duur van het incident. Indien schuilen niet effectief is of indien er tijd is voor evacuatie en deze nodig is, kan ook evacuatie van (een deel van) het gebied worden overwogen. Nadat het sein 'veilig' is gegeven, dient de bevolking middels ontalarmering te worden geïnstrueerd om alle deuren en ramen te openen om zo de woning goed te ventileren. 2.5 Bepaling aanrijdroutes Iedere discipline is verantwoordelijk voor het veilig bovenwinds aanrijden bij incidenten waarbij gevaarlijke stoffen in de open lucht vrijkomen. De OvD-B geeft zo snel mogelijk een veilige, bovenwindse aanrijroute door aan de MKB. De MKB geeft deze informatie door aan de CaCo. De CaCo informeert de MKP en de MKA die vervolgens hun eigen eenheden en functionarissen op de hoogte stellen. Aanrijdende eenheden dienen in eerste instantie de heersende windrichting en de veilige aanrijdroute zelf te bepalen, maar zullen bij twijfel gebruik maken van een vanuit de GMK vastgestelde opstelplaats.

Voor NXP zijn hieronder bij enkele windrichtingen de aanbevolen rijroutes aangegeven. 12 van 32 Windrichting West, Noord- West,Zuid-West Zuid Noord Oost, Noord- Oost, Zuid-Oost Aanrijdroute vanuit het Westen aanrijdend: Nieuwe Dukenburgseweg Gerstweg vanuit het Oosten aanrijdend: Weg door Jonkerbosch Tarweweg Gerstweg Nieuwe Dukenburgseweg Gerstweg Nieuwe Dukenburgseweg Oostkanaaldijk Sint Teunismolenweg Gerstweg Nieuwe Dukenburgseweg Gerstweg 2.6 Uitgangsstellingen Conform Procedure Brandweercompagnie 2.7 Prioriteitsroutes ambulances De ambulances rijden van: loodsposten ambulancestation ambulancestation etc.. gewondennest ziekenhuis De locatie van het gewondennest of gewondennesten worden ter plaatse door het COPI bepaald. De route wordt in overleg met het COPI, de MKA en de MKP (i.v.m. begidsing) bepaald. 2.8 Afstemming op andere plannen Incidentbestrijdingsplannen-LPG, Neerbosscheweg 4 en Neerbosscheweg 1 Het terrein van NXP ligt buiten de 100 meter-schadecirkel (totale verwoesting) van een BLEVE van een LPG-tankwagen aan de Neerbosscheweg 4. (Het LPG-vulpunt ligt circa 150 meter oostelijk van de grens van het terrein van NXP Semiconductors Nijmegen). In het incidentbestrijdingsplan-lpg voor dit tankstation is NXP als bijzonder object binnen de 400 meter-cirkel opgenomen. Tot circa 400 meter vallen als gevolg van een BLEVE gewonden met tijdelijke gehoorschade en snijwonden door glasbreuk. Tevens komen tot 400 meter zeer verspreid secundaire branden na een BLEVE voor. Ongeveer driekwart van het terrein van NXP valt echter binnen de 500 meter-cirkel van het LPG-tankstation aan de Neerbosscheweg 4. Dit gebied moet bij een dreigende BLEVE van een LPG-tankwagen, preventief worden ontruimd. Bij een (dreigende) vrije gaswolkexplosie is het effectgebied afhankelijk van de windrichting. Bij oosten- en bij noordoostenwind, valt een groot deel van NXP in het effectgebied. Op circa 10 meter oostelijk van de terreingrens ligt het LPG-vulpunt van het tankstation aan de Neerbosscheweg 1. Enkele gebouwen aan de oostelijke kant op het terrein van NXP vallen binnen de 100-meter cirkel van een BLEVE (totale verwoesting). NXP is in dit incidentbestrijdingsplan-lpg opgenomen als bijzonder object binnen de 100 meter cirkel. Het gehele bedrijfsterrein valt binnen de 500 meter-cirkel (preventief te ontruimen bij dreigende BLEVE). Bij oosten en bij noordoostenwind, valt een groot deel van NXP in het effectgebied van een (dreigende) vrije gaswolkexplosie. Voor de ontruiming van het NXP bedrijfsterrein 1 zijn de bepalingen in dit rampbestrijdingsplan van NXP toe te passen. Ontruiming dient bij een (dreigende) BLEVE of (dreigende) vrije gaswolk explosie bij één van beide tankstations, plaats te vinden richting Oostkanaaldijk. Indien zich daadwerkelijk een BLEVE van een LPG-tankwagen heeft voorgedaan bij één van beide tankstations aan de Neerbosscheweg, dient de bestrijding van de gevolgen van deze calamiteit op het terrein van NXP Semiconductors Nijmegen, plaats te vinden conform de maatregelen en bepalingen in dít rampbestrijdingsplan. Dit geldt ook voor de situatie waarin zich een vrije gaswolk explosie heeft voorgedaan en NXP in het effectgebied ligt. 1 Het bedrijfsterrein is in ontwikkeling; NXP is niet overal eigenaar van alle oorspronkelijke gebouwen. Voorbeelden hiervan zijn gebouwen M en 52 Degrees, deze vallen buiten het NXP bedrijfsterrein.

13 van 32 3. Rampbestrijdingsscenario's Hieronder worden de 2 maatgevende scenario's nader uitgewerkt. Daarbij worden de effectafstanden aangegeven, de vereiste repressieve maatregelen en de maatregelen welke zijn getroffen in preventieve en preparatieve zin met het oog op deze scenario's. Binnen de cirkels aangegeven op kaarten in de bijlagen ondervinden mensen mogelijk klachten of vallen er mogelijk slachtoffers door blootstelling aan gevaarlijke stoffen die zich via de lucht verspreiden of door warmtestraling of overdrukeffecten. Afhankelijk van het weer, de vrijgekomen hoeveelheid gevaarlijke stoffen en de aard van het incident zal het schadegebied af kunnen wijken. Op basis van een verkenning door de hulpdiensten, die hiervoor verantwoordelijk zijn, zal moeten worden bepaald wat de daadwerkelijke omvang van de ramp is. 3.1 Beschrijving scenario instantaan falen van een gasfles met toxische inhoud (chloor) Dit scenario is geselecteerd op basis van de bedrijfsbrandweerrapportage en de uitgevoerde effectberekeningen van de toxische gassen voor wat de toxische effecten betreft. Als gevolg van een brand in de aangrenzende cleanroom (AM0.C32) wordt de chloorfles langdurig aangestraald waardoor de temperatuur in de chloorfles (en daarmee de druk) zo groot wordt dat gasfles instantaan faalt en chloorgas (Cl 2 ) vrijkomt. Medewerkers die in de gaskluis werkzaamheden willen verrichten worden bij openen gaskluis blootgesteld aan toxisch gas (Cl 2 ). Bij de berekeningen van dit scenario is uitgegaan van de interventiewaarden. Effectafstanden chloor bij 2 weertypen: (Zie bijlage E, kaart 2) Type effect Toxische wolk LBW (50 mg/m 3, blootstellingsduur 1 uur) Effectafstand (meter) AGW (5 mg/m 3, blootstellingsduur 1 uur) D 5,0 142 397 710 F 1,5 220 926 1961 Effecten op de mens Chloor heeft de volgende interventiewaarden: VRW = 1 mg/m³: stekende geur AGW = 5 mg/m³: irritatie LBW = 50 mg/m³: sterfte mensen VRW (1 mg/m 3, blootstellingsduur 1 uur) Chloorgas tast de slijmvliezen aan, dus ook de luchtwegen en de longen. Bij ernstige aantasting ervan treedt verstikking op door het opzwellen van de slijmvliezen. Deze effecten kunnen al optreden bij concentratieniveaus tussen AGW en LBW en zeker vanaf LBWniveau. Chloor gegevens omrekening Wettelijke grenswaarde IDLH geur geurdrempel gezondheidseffecten meetbuisje B.16 meetbereik: 0,2-3 ppm (VRW t/m LBW) 1 ppm = 2,95 mg/m³ 1 mg/m³ = 0,339 ppm 0,51 ppm (1,5 mg/m³) 10 ppm = 29,5 mg/m³ stekende geur 0,2-0,4 ppm ernstige oog-, neus-, en luchtwegirritatie, ondragelijk na enkele minuten:15 mg/m 3 sterfte: 124 mg/m³ / 1 uur

14 van 32 Aandachtspunten Repressief ALGEMEEN Hulpverleners en verkeersregelaars instrueren over vermijden blootstelling BEVOLKINGSZORG Volg deelplan bevolkingszorg en de daaronder ten grondslagliggende processen Houdt rekening met ontruiming/evacuatie van bedrijven, kantoren, winkelpanden, enkele woningen en maatschappelijke voorzieningen (sporthal Jan Massink, Kinderdagverblijf, Arcuris Zorg) als het vanwege een toxische wolk niet langer verantwoord is om met ramen en deuren gesloten binnen te blijven. Opvanglocaties: zie gemeentelijk deelplan Opvang & Verzorging. Maak gebruik van: 'landelijk protocol schuilen of ontruimen/evacueren' Voor evacuatie van huisdieren is een convenant beschikbaar met de Dierenambulance Nijmegen e.o. Opvang en verplaatsing van verminderd zelfredzamen in bijzondere objecten in afstemming met de Geneeskundige zorg coördineren BRANDWEERZORG Volg deelplan brandweerzorg en de daaronder ten grondslagliggende processen Proberen om ontsnapping van chloorgas naar omgeving te voorkomen (in het pand houden) (Afwegen: ventilatie aan/uit: normaliter zou men het chloorgas langs een gasscrubber kunnen leiden, vraag is of dat onder gegeven omstandigheden nog kan) Indien chloorgas ontsnapt naar omgeving: gas buiten verdunnen met waterstralen Afwegen of alarmering gaspakkenpeloton zinvol is (mede gezien tijdsverloop) Proberen brand in pand te beperken tot 1 compartiment (uitbreiding voorkomen), rekening houden met ontsnapping van meer toxische (verbrandings)producten Aandachtspunt is brand in combinatie met ontsnapping van een toxische stof: in beginsel bovenwinds bestrijden met normale blusuitrusting; in ieder geval geen personeel in gaspak/chemiepak inzetten in directe nabijheid van brand Controleren of pand ontruimd is Inzet altijd in combinatie met bedrijfsbrandweer vanwege kennis van de fabriek en installaties Zorg dragen voor afschakeling systemen binnen NXP (bedrijfsbrandweer/overige bedrijfsspecialisten) Indien beperking in beschikbaar bluswater: WTS 1000 vanaf Maas-Waalkanaal (thv Oostkanaaldijk kruising Sint Teunismolenweg); N.B. NXP beschikt over een eigen WTS (lengte 800 meter; 2 * 75 mm toevoerslangleiding; levering max. 5000l/min) Inschatting maken: ontruimen of binnen blijven Aandacht voor verontreinigd bluswater; bekijk mogelijkheden voor waterberging op terrein NXP/contact met Waterschap en afdeling Stadsbeheer (bureau Kwaliteitsbeheer) van de gemeente Nijmegen Gebruik aanvalskaarten en plattegronden NXP Waarschuwings- en alarmeringsstelsel (WAS) in benedenwinds gebied (AGW); Overwegen objecten te ontruimen in benedenwinds gebied (LBW); COMMUNICATIE Volg deelplan crisiscommunicatie, aandacht voor benedenwindsgebied Checklisten pers- en publieksvoorlichting, tabblad checklist gevaarlijke stoffen, evacuatie en/of grote brand Bij inzetten WAS sirene is Radio Gelderland automatisch calamiteitenzender (bijlage 6a procedure inschakelen omroep Gelderland als calamiteitenzender) Bereikbaarheidsgegevens warme en koude fase zijn opgenomen in bijlage 2 van het deelplan

15 van 32 GENEESKUNDIGE ZORG Redden van de mogelijk slachtoffers: BHV van NXP (uitvoerend: BHV) Volg processen AG en PG en relevante handboeken, protocollen en checklists (allen) Voorwaarschuwing ziekenhuizen (LET OP: CWZ mogelijk in effectgebied) en huisartsen (uitvoerend: MKA) Contact leggen met BHV van NXP (uitvoerend: ambulance en OVDG) Wacht in een (informatie via CaCo/MKA) veilige zone tot slachtoffer gedecontamineerd is (uitvoerend: ambulance en OVDG) Slachtoffer niet vervoeren en niet aanbieden aan SEH als aangetroffen stof nog onbekend is en er (nog) geen (nood) ontsmetting/decontaminatie heeft plaatsgevonden (uitvoerend: ambulance en OVDG) Omvang incident: hoeveelheid slachtoffers, bijzondere groepen (kinderen, ouderen, nietzelfredzamen), grootte effectgebied (LET OP: CWZ mogelijk in effectgebied), beweging massa (onrust, stress, paniek) (uitvoerend: OVDG) METHANE-bericht aan de GAGS (wat is er gebeurd, wat is er mogelijk vrijgekomen en hoe snel verspreidt het zich, de omvang van het incident en mogelijke slachtoffers) (uitvoerend: OVDG of ACGZ) Gegevens AGS en meetplanleider doorgeven aan GAGS (uitvoerend: OVDG of ACGZ) Informatie doorgeven aan GAGS over de aanwezige stoffen en mogelijk vrijgekomen stoffen waarvoor een ander of afwijkend protocol geldt als het gaat om behandeling of decontaminatie (uitvoerend: OVDG of ACGZ) Slachtoffers naar ziekenhuizen? Zo ja, hoe en waarheen? Informatie via Octopus (uitvoerend: MKA) te verkrijgen (informatie opvragend: ACGZ) Inventariseren en informeren zorginstellingen in effectgebied over evt. maatregelen, maar ook bij afschaling. LET OP: CWZ mogelijk in effectgebied. Verplaatsing en opvang verminderd zelfredzamen in afstemming met Bevolkingszorg (uitvoerend: ACGZ) Informeren ziekenhuizen en huisartsen over verloop incident en afschaling (uitvoerend: ACGZ) Contact houden met GAGS over verloop incident, gezondheidsklachten uit effectgebied e.d. (uitvoerend: ACGZ) Binnen ROT afspraken maken over monitoring gezondheidsklachten en communicatie aan bevolking na afschaling (uitvoerend: ACGZ) Locale en regionale medische behandelcapaciteit snel uitgeput. Vroegtijdig inschakelen van het Calamiteitenhospitaal (kan door: MKA, OVDG, ACGZ, directeur GHOR) POLITIEZORG De processen Bewaken en Beveiligen van objecten en personen, Handhaven Netwerken, Interventie, Ondersteuning en Informatie worden buiten beschouwing gelaten. Mobiliteit Statisch verkeersmanagement; (voorheen afzetten afschermen) Op de meldkamer zijn gedetailleerde kaarten voorhanden, die situationeel gebruikt worden door de specialisten verkeer. De OVD-P coördineert de aan en afrijdroutes en bepaald de opstelplaatsen van de hulpdiensten. (in overleg met de OVD-B). Bij de beschrijving van de scenario's worden afstanden genoemd. Voor de politie zijn de afstanden van belang waarbij wegen en woongebieden betrokken zijn. De waarden en afstanden voor AGW bij weertype D5,0 bedraagt 397 meter. Dit gebied ligt nagenoeg geheel op het terrein van NXP. De spoorlijn richting Wijchen, de Graafseweg in de richting Nijmegen Centrum, Neerbosscheweg aan de zijde van NXP worden afgesloten bij een zuid tot zuidoostelijke wind. De waarden en afstanden voor de AGW bij weertype F1,5 bedraagt 926 meter. Bij de cirkel van 926 meter zijn enkele verkeersaders betrokken die afhankelijk van de windrichting afgesloten moeten worden (zie bijlage E, kaart 7): 1. Graafseweg vanaf het Maas-Waal kanaal. Bij de rotonde IJpenbroeklaan / Van

Schuylenburgweg / Wijchenseweg dienen al omleidingen c.q. afsluitingen te staan in de richting Graafseweg. Op de Graafsebrug kan een vaste afsluiting geplaats worden. 2. Tevens vanuit de richting van het centrum op de Graafseweg, loopt de cirkel nabij het Vedelpad en dienen afsluitingen nabij de Verbindingsweg geplaatst te worden. 3. Weg door Jonkerbos ter hoogte van de Tarweweg. 4. Nieuwe Dukenburgseweg ter hoogte van de brandweerkazerne post West. Ook hier kunnen al omleiding c.q. afzetting geplaatst worden bij de rotonde Van Apelterenweg / Van Schuylenburgweg / Dukenburgseweg. 5. Neerbosscheweg ter hoogte van de Rosa de Limastraat. 6. Muntweg ter hoogte van Slotenmaker de Bruïneweg 7. Burgemeester Daleslaan ter hoogte van het Goffert stadion. Tevens zijn enkele woongebieden betrokken in deze cirkel: - Enkele straten in Neerbosch-Oost, aan de kant van de Graafseweg: Serenadestraat, Lierstraat, Gitaarstraat, Balladestraat, Harpstraat, Aubadestraat 16 van 32 - Enkele straten in de buurt van de Muntmeesterlaan aan zijde van de Neerbosscheweg. Muldersweg, Doctor Poelsstraat, Kolpingstraat, Muntmeesterlaan, Ariënsstraat, Engelsstraat, Kettelerstraat, Leo XIII-Straat, Manningstraat, Muntweg tot politiebureau, Fleminghstraat, Van Batenborchstraat, Engelenstraat, Aalbersestraat, Graafse Ringweg, Graafse Ringpad Dynamisch verkeersmanagement; (voorheen begidsen) De OVD-P is verantwoordelijk voor het vrijhouden van routes voor hulpverleners, deze routes worden per situatie snel aangegeven door de OVD-P. Ordehandhaving Crowdmanagement en crowdcontrol; (hieronder valt ook het voormalig proces ontruimen) Voor zover ontruimen mogelijk is zonder bescherming, wordt dit uitgevoerd door de politie. In andere, niet veilige situaties, met betrekking tot bv giftige stoffen wordt dit proces door de brandweer uitgevoerd. Riot Control; Indien er zich bij de afzettingen of in het afgesloten gebied ordehandhavingsproblemen voordoen, zal de OVD-P maatregelen nemen en eventueel opschalen. Opsporing In eerste instantie is redden van mensen van belang. Opsporing naar de oorzaak van de brand of calamiteit en aanhouding van eventuele verdachten wordt in de diverse coördinerende overleggen wel op de agenda geplaatst. Plaats delict management met betrekking tot sporen wordt tevens onder de aandacht gebracht van de overige hulpdiensten. Opsporingsexpertise Technisch onderzoek naar de oorzaak van de brand wordt door de OVD-P opgestart binnen de forensische opsporing. WATERSCHAP Veiligheid personeel (ook in effectgebied) Controle overstort hemelwater riool (hoek Sint Teunismolenweg Oostkanaaldijk) met een ph meter (ter controle zuurgraad). Informatie delen met afdeling Stadsbeheer (bureau Kwaliteitsbeheer) van de gemeente Nijmegen ivm mogelijke schade aan gemeentelijke riolering. Nagaan gevolgen brand cleanroom Nagaan gevolgen brand op processen NXP i.v.m. afval- en koelwater. Aandacht voor verontreinigd bluswater; bekijk mogelijkheden voor waterberging op terrein overleg met NXP en afdeling Stadsbeheer (bureau Kwaliteitsbeheer) van de gemeente Nijmegen Info: verwachting max. 100 liter zoutzuur (door verdunning chloor), voor RWZI Weurt geen problemen verwacht (wel informeren).

17 van 32 3.2 Beschrijving scenario instantaan falen van een tank met een brandbare en explosieve inhoud (waterstof) Als gevolg van brand aan (tank)auto wordt de opslagtank langdurig aangestraald waardoor de temperatuur in de opslagtank (en daarmee de druk) zo groot wordt dat achtereenvolgens de Safety Valve (PSV6A : 10 bar), breekplaat (PSE1A : 13,3 bar) en breekplaat (PSE3 : 16,0 bar) gaan afblazen via de ventstacks. De drukaflaat (en de koeling daardoor van de vloeibare waterstof) is echter onvoldoende waardoor de opslagtank uiteindelijk faalt (=BLEVE). De gaswolk zal zich in de richting van de heersende wind verspreiden over het benedenwindse gebied en daarbij snel opstijgen. De gas/vloeistof wolk die hierbij ontstaat wordt ontstoken. Effectafstand ten gevolge van hittestraling van een directe ontsteking (vuurbal) (Zie bijlage E, kaart 3) Type effect Effectafstand (meter) Wolkbrand 35 kw/m 2 10 kw/m 2 3 kw/m 2 D 5,0 1 105 240 445 1 onafhankelijk van het weertype Effectafstand ten gevolge van overdruk van een directe ontsteking (vuurbal) (Zie bijlage E, kaart 3) Type effect Effectafstand (meter) Druk 0.3 bar 0.1 bar 0.03 bar D 5,0 2 130 250 580 2 onafhankelijk van het weertype Effectafstand ten gevolge van overdruk van een vertraagde ontsteking (Zie bijlage E, kaart 4) Type effect Effectafstand (meter) Druk 0.3 bar 0.1 bar 0.03 bar D 5,0 3 230 + 100 230 + 200 230 + 466 3 bij dit weertype is de effectafstand het grootst bij een ontsteking op 230 m vanaf de bron (=tank). Effecten op de mens Gezondheidseffecten door hittestraling De gezondheidseffecten van hittestraling zijn afhankelijk van de warmtestralingsintensiteit, de blootstellingsduur en de mate van bescherming. In eerste instantie veroorzaakt hittestraling pijn, daarna brandwonden en uiteindelijk kan hittestraling dodelijk zijn. De pijngrens ligt bij 3 kw/m 2 gedurende 10 seconden en 10 kw/m 2 gedurende 5 seconden. Tweede en derde graads brandwonden ontstaan bij 10 kw/m 2 gedurende een blootstelling van 15 seconden. Dodelijke effecten kunnen al ontstaan bij 10 kw/m 2 gedurende een blootstelling van 1 minuut. Bij een blootstelling aan 35 kw/m 2 is de kans op dodelijke effecten zeer groot. Gezondheidseffecten door overdruk Gezondheidseffecten door een explosie zijn afhankelijk van directe en indirecte effecten die worden veroorzaakt door de piekoverdruk. Directe effecten zijn scheuren van trommelvliezen, scheuren in de longen etc. Indirecte effecten ontstaan door rondvliegende scherven of andere projectielen en indirecte effecten kunnen ontstaan doordat het slachtoffer tegen een object, zoals een ruit of muur wordt geslingerd. Onderstaande tabel toont een overzicht van de directe gezondheidseffecten (Poeze, UMC Maastricht). Tijdelijke gehoorschade treedt al op bij een overdruk van 0,02 bar. Bij een overdruk van 0,3 bar kunnen trommelvliezen scheuren. Bij een overdruk van 1,0 bar kunnen de longen worden beschadigd. Dodelijke effecten kunnen bij een overdruk van 2,0 bar of meer ontstaan.

18 van 32 Directe gezondheidseffecten na een explosie veroorzaakt door overdruk Overdruk [bar] Directe gezondheidseffecten [-] 0,02 bar Tijdelijke gehoorschade 0,3 bar Kans op scheuren trommelvliezen 1,0 bar Kans op schade aan de longen 2,0 bar Kans op dodelijke effecten 3,0 bar 50% kans op overlijden 4,0 bar 95% kans op overlijden Aandachtspunten Repressief ALGEMEEN Hulpverleners en verkeersregelaars instrueren over vermijden blootstelling BEVOLKINGSZORG Volg deelplan bevolkingszorg en de daaraan ten grondslagliggende processen Houdt rekening met ontruiming/evacuatie van bedrijven, kantoren, winkelpanden, enkele woningen en maatschappelijke voorzieningen (sporthal Jan Massink, Kinderdagverblijf, Arcuris Zorg). Opvanglocaties: zie gemeentelijk deelplan Opvang & Verzorging. Maak gebruik van: 'landelijk protocol schuilen of ontruimen/evacueren' Voor evacuatie van huisdieren is een convenant beschikbaar met de Dierenambulance Nijmegen e.o. Opvang en verplaatsing van verminderd zelfredzamen in bijzondere objecten in afstemming et de Geneeskundige zorg coördineren BRANDWEERZORG Bij directe onsteking: Indien explosie nog niet opgetreden: ontruimen tot op 250 meter, daarbuiten mensen adviseren: binnen schuilen, ramen openen en zich zover mogelijk inpandig van de tankzijde af te keren. Hoe meer tijd beschikbaar hoe groter het te ontruimen gebied van binnen naar buiten. Continue metingen met explosiegevaarmeters, bepalen exacte omvang van het gevarengebied. Gebied afzettten op 500 meter Probeer tankwagen te verplaatsen indien mogelijk, anders tankwagen wagen koelen en inzetten op bestrijden/afschermen van de hitttebron (=brand) Proberen tank te koelen door middel van droge ringleiding (hiermee voedt men een sprinklersysteem op de tank en/of inzet waterkanonnen) om invloed hittestraling te beperken Overweeg alarmering schuimblusvoertuig voor koeling in eerste minuten Bij vertraagde ontsteking: houd rekening met verschuiving effectgebied (afhankelijk van windrichting) inschatting gebruik WAS benedenwindse gebied Zorg dragen voor afschakeling systemen binnen NXP (bedrijfsbrandweer/overige bedrijfsspecialisten) Explosie opgetreden: aandacht voor verontreinigd bluswater. Waterberging op terrein NXP/contact met Waterschap. bij secundaire branden of uitstroom van gevaarlijke stoffen door beschadigde installaties: verdere uitbreiding voorkomen. opschaling: overweeg compagniesinzet Inzet altijd in combinatie met bedrijfsbrandweer vanwege kennis van de fabriek en installaties

19 van 32 COMMUNICATIE Volg deelplan crisiscommunicatie, aandacht voor benedenwindsgebied Checklisten pers- en publieksvoorlichting, tabblad checklist gevaarlijke stoffen, instorting gebouw, evacuatie en/of grote brand Bij inzetten WAS sirene is Radio Gelderland automatisch calamiteitenzender (bijlage 6a procedure inschakelen omroep Gelderland als calamiteitenzender) Bereikbaarheidsgegevens warme en koude fase zijn opgenomen in bijlage 2 van het deelplan GENEESKUNDIGE ZORG Volg processen AG en PG en relevante handboeken, protocollen en checklists (allen) Voorwaarschuwing ziekenhuizen (LET OP: CWZ mogelijk in effectgebied) en huisartsen. Veel slachtoffers met snijwonden mogelijk (uitvoerend: MKA) Contact leggen met BHV van NXP (uitvoerend: ambulance en OVDG) Wacht in een (informatie via CaCo/MKA) veilige zone (uitvoerend: ambulance en OVDG) Omvang incident: hoeveelheid slachtoffers, bijzondere groepen (kinderen, ouderen, nietzelfredzamen), grootte effectgebied (LET OP: CWZ mogelijk in effectgebied), beweging massa (onrust, stress, paniek) (uitvoerend: OVDG) Slachtoffers naar ziekenhuizen? Zo ja, hoe en waarheen? Informatie via Octopus (uitvoerend: MKA) te verkrijgen (informatie opvragend: ACGZ) Inventariseren en informeren zorginstellingen in effectgebied over evt. maatregelen, maar ook bij afschaling. LET OP: CWZ mogelijk in effectgebied. Verplaatsing en opvang verminderd zelfredzamen in afstemming met Bevolkingszorg (uitvoerend: ACGZ) Informeren ziekenhuizen en huisartsen over verloop incident en afschaling (uitvoerend: ACGZ) Contact houden met GAGS over verloop incident, gezondheidsklachten uit effectgebied e.d. (uitvoerend: ACGZ) Binnen ROT afspraken maken over monitoring gezondheidsklachten en communicatie aan bevolking na afschaling (uitvoerend: ACGZ) Locale en regionale medische behandelcapaciteit snel uitgeput. Vroegtijdig inschakelen van het Calamiteitenhospitaal (kan door: MKA, OVDG, ACGZ, directeur GHOR) POLITIEZORG De processen Bewaken en Beveiligen van objecten en personen, Handhaven Netwerken, Interventie, Ondersteuning en Informatie worden buiten beschouwing gelaten. Mobiliteit Statisch verkeersmanagement; (voorheen afzetten afschermen) Op de meldkamer zijn gedetailleerde kaarten voorhanden, die situationeel gebruikt worden door de specialisten verkeer. De OVD-P coördineert de aan en afrijdroutes en bepaald de opstelplaatsen van de hulpdiensten. (in overleg met de OVD-B). Bij de beschrijving van de scenario's worden afstanden genoemd. Voor de politie zijn de afstanden van belang waarbij wegen en woongebieden betrokken zijn. Bij het genoemde scenario zijn hittebelasting en drukgolven van belang. De grootste afstand in dit scenario bedraagt 250 meter. Tevens is van belang dat grote gebouwen hittebelasting en drukgolven tegenhouden. Deze panden dienen wel ontruimd te worden. Zij kunnen daartoe het ontruimingsplan voor gebruiken. Veilige verzamelplaats personen dient in overleg met de brandweer plaats te vinden. Bij de cirkel van 250 meter is een verkeersader betrokken die afgesloten moet worden: - Nieuwe Dukenburgseweg ter hoogte van de brandweerkazerne West en ter hoogte van de Neerbosscheweg. - Op de Nieuwe Dukenburgseweg kunnen al omleidingen c.q. afzettingen geplaatst worden bij de rotonde Van Apelterenweg / Van Schuylenburgweg / Dukenburgseweg.