*"»*> «(*, Provincie Zeeland BESCHIKKING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN ZEELAND Algemeen Aan: Cargill Benelux B.V. Postbus 9 4550 AA Sas van Gent Plaats Datum Kenmerk Afdeling Bijlagen Onderwerp Middelburg 6 mei2010 10018352/Wm. 10.010 Milieuhygiene Voorschriften Wijzigingsvergunning op grond van de Wet milieubeheer voor de inrichting van Cargill Benelux B.V., gelegen aan de Nijverheidsstraat 1 te Sas van Gent. Samenvatting besluit Wij hebben op 6 mei 2010 besloten om op verzoek van Cargill Benelux B.V. enkele voorschriften van de vigerende vergunning waarin de emissies zijn vastgelegd zodanig te wijzigen dat procesoptimalisaties mogelijk zijn zonder dat daarvoor de vergunning dient te worden aangepast. awwi
1. FEITEN 1.1 Verzoek Op 16 november 2009 is een verzoek ingekomen van Cargill Benelux B.V. te Sas van Gent (vender: Cargill) als bedoeld in artikel 8.24 lid 1 van de Wet Milieubeheer. Verzocht wordt om de vergunning ingevolge de Wet milieubeheer, van 2 december 2008 voor de inrichting gelegen aan de Nijverheidsstraat 1 te Sas van Gent te wijzigen. Het verzoek tot wijziging van de vergunning heeft betrekking op de opgenomen tabellen met emissie-eisen voor droog stof per emissiepunt in de voorschriften van de revisievergunning, d.d. 2 december 2008 met het kenmerk 08034610/72/30 en de wijzigingsvergunning, d.d. 6 augustus 2009 met het kenmerk 09028107. Het opnemen van de emissie-eisen voor droog stof per emissiepunt heeft als nadeel dat elk nieuw emissiepunt met een uitbreidingsvergunning geformaliseerd moet worden. Dit werkt belemmerend voor optimalisaties en wijzigingen in de bedrijfsvoering. Daarom verzoekt Cargill om de vergunning te wijzigen door het opnemen van een algemeen voorschrift waarin de emissie-eisen voor droog stof zijn vastgelegd. De emissie-eisen voor kunnen per emissiepunt gespecificeerd blijven. 1.2 Vergunningsituatie Cargill is in het bezit van een revisievergunning van 2 december 2008, met kenmerk 08034610/72/30 en een wijzigingsvergunning van 6 augustus 2009, met kenmerk 09028107. 1.3 Kadastrale gegevens De inrichting is gelegen aan de Nijverheidsstraat 1 te Sas van Gent, kadastraal bekend als gemeente Terneuzen, sectie E, nummer451. 2. PROCEDURE Voor de voorbereiding van de beschikking is de procedure als bedoeld in afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht en afdeling 13.2 van de Wet milieubeheer gevolgd. 3. OVERWEGINGEN MET BETREKKING TOT DE AANVRAAG IN RELATIE TOT HET WETTELIJK TOETSINGSKADER Beoordelinq wetteliik toetsinqskader De onderhavige aanvraag is getoetst aan het wettelijk toetsingskader. Bij de beoordeling op milieuhygienische aspecten zijn betrokken: de bestaande toestand van het milieu, voor zover de inrichting daarvoor gevolgen kan veroorzaken; de gevolgen voor het milieu, mede in hun onderlinge samenhang bezien, die de inrichting kan veroorzaken, mede gezien haar technische kenmerken en haar geografische ligging; de mogelijkheden tot bescherming van het milieu en de ontwikkelingen; het systeem van met elkaar samenhangende technische, administratieve en organisatorische maatregelen om de gevolgen die de inrichting voor het milieu veroorzaakt, te monitoren, te beheersen en, voor zover het nadelige gevolgen betreft, te verminderen, dat degene die de inrichting drijft, met betrekking tot de inrichting toepast, alsmede het milieubeleid dat hij met betrekking tot de inrichting voert. Besluitvan6mei2010 2 van 6
Dit heeft geleid tot het volgende: In de huidige vergunning zijn per emissiepunt van droog stof het bronnummer, de emissieeisen, de bronhoogte en het debiet vastgelegd. Dit biedt weinig fiexibiliteit. Het leidt er toe dat kleine veranderingen aan een emissiepunt van droog stof of het plaatsen van nieuwe kleine emissiepunten van droog stof met een vergunning geformaliseerd dienen te worden. Voor het hernummeren van de emissiepunten is bijvoorbeeld al een vergunning nodig. Dit werkt beiemmerend voor optimalisaties en wijzigingen in de bedrijfsvoering die binnen de milieuhygienische randvoorwaarden van de vergunning vallen. Om meer fiexibiliteit te creeren voor de emissiepunten van droog stof zijn in voorschrift 4.5.1 algemene eisen opgenomen ten aanzien van de maximale concentratie. Emissiepunten van droog stof met een filtrerende afscheider moeten voldoen aan de concentratie-eis van 5 mg/nm 3 en voor emissiepunten met een niet filtrerende afscheider bedraagt de maximale concentratie aan droog stof 20 mg/nm 3. Voor ("wet/sticky dust") blijven de emissie-eisen vastgelegd per emissiepunt. Deze eisen zijn opgenomen in voorschrift 4.2.1 van deze vergunning. De bronhoogte en het debiet voor de emissiepunten van stof (droog en ) staan in de vergunningaanvraag d.d. 31 januari 2008, kenmerk 0810/LdR/. Dit is vastgelegd in voorschrift 4.5.2. Met deze wijziging wordt nog steeds voldaan aan de BBT vereisten zoals vermeld in de vergunning van 2 december 2008. Ten gevolge van deze wijziging zijn ook meet- en registratievoorschriften gewijzigd uit de vigerende vergunning d.d. 2 december 2008 (kenmerk 08034610/72/30). In de voorschriften 4.6.6 en 4.6.7 uit de huidige vergunning werd verwezen naar voorschriften die met deze wijziging ingetrokken zijn. De twee voornoemde voorschriften zijn hierop aangepast. Daarnaast was in voorschrift 4.6.6 uit de huidige vergunning een minimale meetfrequentie opgenomen voor de bronnen met een vracht van meer dan 200 gram/uur. In voorschrift 4.6.2 uit de huidige vergunning is deze meetfrequentie reeds vastgelegd. Ten behoeve van de uniformiteit van de voorschriften is ervoor gekozen de meetfrequentie zoals deze genoemd was in voorschrift 4.6.6 ambtshalve te laten vervallen. Door deze wijziging ontstaat een eenduidige meetfrequentie die is vastgelegd in bijlage 7 van de aanvraag om revisievergunning en is geborgd in voorschrift 4.6.2. Daarnaast is de titel van paragraaf 4.5 uit de voorschriften van de vigerende vergunning aangepast, omdat het enige voorschrift uit deze paragraaf (voorschrift 4.5.1) met deze wijziging ingetrokken is en er twee nieuwe voorschriften voor in de plaats zijn gekomen. De titel van paragraaf 4.5 wijzigt van "Emissies uit ondersteunende activiteiten" naar "Emissies van stof. 4. ADVIEZEN EN/OF ZIENSWIJZEN NAAR AALEIDING VAN DE ONTWERPBESCHIKKING Binnen de daarvoor gestelde termijn zijn geen adviezen en/of zienswijzen ontvangen. Besluitvan6mei2010 3 van 6
5. BESLUIT Wij hebben op grand van het bovenstaande besloten om: gevolg te geven aan het verzoek van Cargill Benelux B.V. te Sas van Gent door: de voorschriften 4.2.1 en 4.3.1 van de vergunning d.d. 6 augustus 2009, kenmerk 09028107 en het voorschrift 4.5.1 van de vergunning d.d. 2 december 2008, kenmerk 08034610/72/30 in te trekken en te vervangen door onderstaande voorschriften 4.2.1,4.5.1 en 4.5.2. de voorschriften 4.6.6 en 4.6.7 van de vergunning d.d. 2 december 2008, kenmerk 08034610/72/30 in te trekken en te vervangen door onderstaande voorschriften 4.6.6 en 4.6.7. titel 4.5 wordt veranderd van "Emissies uit ondersteunende activiteiten" naar "Emissies van stof". voorschrift 4.6.6 ambtshalve gedeeltelijk aan te passen. gedeputeerde staten namens dezen, /r. ing. I. Jansen, afdeling Milieuhygiene. Besluitvan6mei2010 4 van 6
4.2.1 Met betrekking tot de uitworp van totaal uit puntbronnen binnen Mai'sverwerking geldt dat de in de volgende tabel vermelde waarden niet worden overschreden. De in deze tabel vermelde concentraties worden beschouwd als gemiddelden over een half uur. bronnummer 230 231 234 235 239 550 bronnaam zetmeeldroger 1 zetmeeldroger 1 zetmeeldroger 2 zetmeeldroger 2 zetmeeldroger 3 zetmeeldroger 4 component voorziening concentratie mg/nm 3 50 4.5 Emissies van stof 4.5.1 Met betrekking tot de uitworp van droog stof uit puntbronnen geldt dat voor bronnen met een filtrerende afscheider de concentratie van 5 mg/nm 3 en voor bronnen met een niet filtrerende afscheider de concentratie van 20 mg/nm 3 niet mag worden overschreden. Deze concentraties worden beschouwd als gemiddelden over een half uur. 4.5.2 Ten aanzien van het debiet en de bronhoogte dienen de emissies van stof (droog en ) te voldoen aan de gegevens zoals deze verstrekt zijn in bijlage 9 van de aanvraag d.d. 31 januari 2008 met het kenmerk 0810/LdR/. 4.6.6 De vergunninghouder meet en registreert de stofemissies van de in voorschrift 4.1.2, 4.2.1, 4.4.1 en 4.5.1 genoemde bronnen met een vracht van meer dan 200 g/uur, volgens een jaarlijks op te stellen meetprogramma. Dit meetprogramma wordt voor aanvang van het nieuw kalenderjaar opgesteld en is binnen de inrichting aanwezig. 4.6.7 De vergunninghouder beheerst de stofemissies van de in voorschrift 4.1.2, 4.2.1, 4.4.1 en 4.5.1 genoemde bronnen met een vracht van minder dan 200 g/uur door deze op te nemen in een preventief inspectiesysteem, waarbinnen controle op de goede werking van de voorzieningen plaatsvindt en filters preventief, doch minimaal eenmaal per 3 jaar, worden vervangen. Besluitvan6mei2010 Kenmerk 10018352/Wm.10.010 5 van 6
Mededelingen 1. Beroep Wij herinneren belanghebbenden, voor zover nodig, aan het bepaalde in artikel 20.1 van de Wet milieubeheer en artikel 6:7 van de Algemene wet bestuursrecht, op grand waarvan gedurende zes weken vanaf de dag na de dag waarop een exemplaar van de beschikking ter inzage is gelegd, beroep kan worden ingesteid bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Kneuterdijk 22, 2514 EN 's-gravenhage. Het beroepschrift moet in tweevoud worden ingediend. Indien tegen dit besluit beroep wordt ingesteid kan overeenkomstig het bepaalde in artikel 36 van de Wet op de Raad van State en artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht een verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening worden ingediend. Dit verzoek moet worden gericht aan de voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State, Kneuterdijk 22, 2514 EN, 's-gravenhage. 2. Een afschrift van dit besluit is toegezonden aan: 3D SD OD SD SD het college van Burgemeester en Wethouders van de Gemeente Terneuzen; Rijkswaterstaat, directie Zeeland; de VROM-inspectie regio Zuid-West; de Arbeidsinspectie; de Veiligheidsregio Zeeland; Besluit van 6 mei 2010 6 van 6