Proef taal Naam. Opdracht 1 Vul de juiste vorm van het werkwoord in tegenwoordige tijd / 20 (slapen) De man.. lang uit in het weekend. (vieren) (genieten) ijsje. Ik mijn verjaardag vandaag. De kinderen..van een lekker (drinken) jij elke avond een tas warme chocolademelk? (vragen) verhaal. (begrijpen) niet weet. Jij hem om te luisteren naar dat De juf.niet dat hij het antwoord (antwoorden) voorstel. Het kind.met een goed (vertellen) Ik.een verhaaltje voor het slapengaan. (onderzoeken) grondig. De dokter.zijn patiënt (herkennen) De hond de stem van zijn baasje. (durven) gaan. Klaas alleen naar zijn slaapkamer (amuseren) Lien zich goed in het zwembad. (worden) (landen) luchthaven. (snijden) (raden) vraag. (knippen) sterren. (graven) Stijn.. 22 jaar oud vandaag. Het vliegtuig.. om 20 uur op de De bakker het brood. Ik.naar dat antwoord op die Het kindje het papier in mooie De hond.het been op in de tuin.
(volgen) (vinden).ik wel de juiste weg naar dat huis? Dat.ik nu eens een supergoed idee! Opdracht 2 Vul de juiste noemvorm in van de volgende werkwoorden / 20 Vindt.. Noemt Ken.. Wenst. Geraak.. Sprong.. Kraakt. Barst Wandelt.. Begon. Sneeuw.. Liep Kleurde.. Klom.. Schrijf.. werkt.. Tekent.. Gebeur Juicht Smul. Opdracht 3 Vul een werkwoord in de verleden tijd in. Goed nadenken / 20 Vertellen Mama.gisteren een mooi verhaal uit haar klas. Noemen hond? Dansen klas. Vragen onnozel? Hoe..die kinderen hun De juf.van blijdschap door de Wie.zoiets stoms en Knutselen We..mooie robots in de klas voor thema uitvindingen.
Schrijven Ik.een brief naar mijn vriendinnetje. Beginnen Dat toneelstuk.stipt om 14 uur op zaterdagnamiddag. Kijken woordjes. Het meisje verlegen bij die lieve Wassen de wasmachine. De vrouw.haar kleren in Houden de anderen. Ik..dat nog even geheim voor Werken De man..tot laat op de avond door aan zijn huis. Koken Die kok..voor veertig mensen tegelijk een lekkere pasta. Schilderen mooi groen. Smullen met suiker! De ouders het kind haar kamer Wij.van die pannenkoeken Zoeken Die dag de politie wat er was gebeurd. Trekken Kleden dat feestje. Sep..zich daar niks van aan! Mama..zich mooi aan voor Maken Op school we iets supermooi voor Moederdag. Liggen We.in de tent te slapen toen het onweer uitbrak. Vluchten afliep. De man..nadat de sirene Opdracht 4 Vul een zelfgekozen maar passend bijvoeglijk naamwoord in Een appel.man Een.stoel.tafeltje De Het
Het..meisje..konijn De.afstand wafel Het..eendje balpen Een Een Een Opdracht 5 Vul de bepaalde lidwoorden in..paard huis.mannetje balpen..konijn.tafel gras..lammetjes.kangoeroe.brief.giraf huisje fles kamer..boer..klasje Opdracht 6 Vul een passend zelfstandig naamwoord in Een mooi... Een gele... Het kleine.... De nieuwe. Een betonnen.. Een spannend De rieten Een brave De blauwe De gevraagde Opdracht 7 Vul een samenstelling in, passend bij het gegeven woord broek kinder.. Nacht spring.. Sneeuw..doek
lamp tafel Verjaardag. Sport. Opdracht 8 Omkring het juist geschreven woord Consentratie concentratie Risiko - risico Gezondheid gezondhijd Openlijk opelijk Allesins alleszins Struikelen struikellen Faabel fabel Kontrolerend controlerend Slachtoffers slachtofers Onmidellijk onmiddellijk sjokolade - chocolade vertikale - verticale universiteit universitijd hobbi - hobby trouwen trauwen kude kudde heuvels Geuvels magazijnen magazijnnen eksemplaar exemplaar formuule - formule Opdracht 9 Maak meervoud Druppel pony _ Verhaal tafel Volwassen formule Dobbelsteen grot Schema nummer Opdracht 10 Noteer de verleden tijd van de volgende werkwoorden / 20 Slapen hij geven ik Dromen ik roepen hij Zoeken wij spelen de jongen
Vragen ik verliezen hij Luisteren jij _ snijden ik Maaien Lies controleren hij Landen ze _ eten ik Geven jij _ snoepen hij Ruiken de hond knutselen wij Wachten Ze _ denken ik CONTROLEER WAT JE HEBT GESCHREVEN EN VERBETER SCHRIJFFOUTEN!