REACTIE OP DE TALENNOTA + december 2011 AANDACHTSPUNTEN INZAKE ONDERWIJS



Vergelijkbare documenten
DOEL. Informatie en weetjes over tweetalig en bicultureel opgroeien. Ontmoeting tussen ouders.

Prof. Mieke Van Herreweghe

VVKBuO scholen type 7

Schrijftolken in onderwijs.

Activiteiten ter verbetering van de. maatschappelijke rol van de Vlaams- Belgische Gebarentaal met het oog op. een grotere integratie van (vroeg)doven

Filip Verstraete. Adviescommissie Vlaamse Gebarentaal Fevlado vzw

We geven informatie en advies aan je werkgever en collega s. Samen zoeken we naar oplossingen. We geven je informatie over verenigingen en diensten.

Dove Ouders Vlaanderen DOV

Kinderen met een CI bilinguaal opgevoed

Adviestekst. tolken Vlaamse Gebarentaal in het onderwijs. 15 september 2009

TWEETALIG ONDERWIJS (VGT-NED)

Evolutie in het. Studiedag VGTC Hilde Nyffels 08 november 2008 Lessius Hogeschool, Antwerpen

Wat is goed onderwijs? Onderwijsproject Fevlado met de steun van Gelijke Kansen in Vlaanderen

In: Vroeg, vakblad vroegtijdige onderkenning en integrale vroeghulp bij ontwikkelingsstoornissen. Jaargang 29 maart 2012, p

Visietekst GON, voorjaar Wensen en uitdagingen voor het Geïntegreerd Onderwijs aan dove kinderen en jongeren

GEÏNTEGREERD ONDERWIJS VOOR KINDEREN MET EEN AUDITIEVE BEPERKING: WENSEN EN UITDAGINGEN.

Herijkt taalbeleid voor dove kinderen

foto: Christophe Taveirne

wel rijp voor een ruimere maatschappelijke rol?

Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Artikel 24 - Onderwijs. Schriftelijke communicatie

EXPERTS IN HOREN, SPREKEN EN VERSTAAN. Groepsactiviteiten. Voor gezinnen met een slechthorend of doof kind tot de leeftijd van vijf jaar

Betreft: Participeren en studeren in het buitenland. Knelpunten voor studenten met een functiebeperking

Visietekst: onderwijs voor dove kinderen en jongeren. Fevlado vzw, mei 2013

Ik was er zelf bij toen hier, in het Vlaams Parlement, precies 5 jaar. geleden, de Vlaamse Gebarentaal (VGT) unaniem en met veel

TWEETALIGE KLASSEN INFOMOMENT. 25 mei 2018 De Nekker, Mechelen Publiek infomoment

Het onderwijs voor dove en slechthorende mensen uitgedaagd

HUN GEVOLGEN VOOR DE LEER- (COCHLEAIRE IMPLANT EN

Opvoedingsondersteuning voor ouders van dove en slechthorende kinderen: van spanningsbron naar krachtbron 1

OPVOEDINGSPROJECT DE LINDE

Gastcollege Grenzen van taal Vroegbehandeling Doof/Slechthorend - Kentalis Haren Juni 2018 Nina Osterloh

Algemene informatie. Afdeling taal.com. onderwijs- en zorgprogramma s met bijzondere aandacht voor taal en communicatie

Leesvaardigheid DSH leerlingen 2000

Leo De Raeve, Invloed van vroege gehoorscreening en vroege cochleaire implantatie op de huidige populatie dove/slechthorende kinderen in Vlaanderen

Workshop: Hoe maak ik mijn project strategischer? Resultaten van 4 werkgroepen (op 6) monitoring 6 november 2014

! verwelkoming. ! voorstellen zorgteam: specifieke functie. ! schoolprioriteiten

AANBEVELING Inclusie van dove leerlingen in het Vlaamse onderwijs

PERSMAP VIJFTIEN VINGERS EN TWEE HOOFDEN DVD MET KINDERRIJMPJES EN LIEDJES IN VLAAMSE GEBARENTAAL

Vernieuwende praktijk en de grenzen waar we tegen aan lopen. Paul Bulckaert, zorgdirecteur begeleidingscentrum Spermalie vzw De Kade - Brugge

Kan een kind meer talen

Visietekst VLOK-CI vzw. November VLOK-CI vzw. Maatschappelijke zetel: Brunclair Greta Moerheide Hamme

21/01 Fevlado vzw & Fevlado-Diversusvzw Verschillende visies op doofheid Dovengemeenschap Dovencultuur Communicatietips Oefeningen

Vraag: Mijn revalidatie valt nu onder de AWBZ, waar valt dat straks onder?

RECHT OP VLAAMSE GEBARENTAAL. Addendum memorandum

Workshops en lezingen

Kinderen met een handicap op de schoolbanken

Aanmeldformulier De Riethorst, GGZ centrum voor doven en slechthorenden

HULPMIDDELENINFO COMMUNICEREN MET DOVEN EN SLECHTHORENDEN COMMUNICATIETIPS EN HULPMIDDELEN

Over de grenzen van de Audiologie. NGT of CI? Stijn Tilanus Ad Snik

Vrijdag 18 november 2011 Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Jubileum 25 jaar Fevlado-Diversus - Gent

Verslag ouderavond FIT(s) OP DE KRING

ENGELS als Tweede Taal

Omgaan met. meer- en anderstaligheid. op school

Taalstimulering voor kinderen en volwassenen. Taal en taalbeleid 3 februari 2014

Profilering derde graad

GON- BEGELEIDING Informatiebrochure voor ouders

Ouders en onderwijsprofessionals in partnerschap?

Voorstellen voor de geplande Talennota van de Vlaamse minister van Onderwijs

STERKE SCHAKELS. Samen werken aan functionele taalvaardigheid. Probleemstelling STERKE SCHAKELS 1

Meertalige ontwikkeling Adviezen voor ouders van kinderen met een auditieve / communicatieve beperking die in een meertalige omgeving wonen

> VERSLAG MAATSCHAPPELIJKE STAGES II Inspraakdag Vlaams Parlement Vrijdag 18 maart 2011 (namiddag)

Pedagogisch Project van het Stedelijk Onderwijs

Basisonderwijs voor dove en slechthorende leerlingen

Leo De Raeve, Vroege gehoorscreening en cochleaire implantatie vragen om bijsturing van onderwijs, begeleiding en revalidatie van dove kinderen

VLAAMS PARLEMENT RESOLUTIE. betreffende de problematiek van personen met een auditieve handicap

Voorstel van resolutie. betreffende het verplicht aanbieden van cursussen eerste hulp bij ongevallen (EHBO) in het lager en secundair onderwijs

Profilering derde graad

SWEDORO (Stichting Welzijn Doven Rotterdam e.o. ) Beleidsplan We gaan door, hand in hand!

> VERSLAG MAATSCHAPPELIJKE STAGES I Inspraakdag Vlaams Parlement Vrijdag 18 maart 2011 (voormiddag)

Samenvatting. 11 Samenvatting

Positief omgaan met meertaligheid in het basisonderwijs en in de buitenschoolse opvang

Wij gaan met plezier naar school.

Krachtlijnen voor een nieuwe organisatie opvang en vrijetijd van kinderen. Ronde van Vlaanderen 2016

Een land waar. mensen goed geïnformeerd zijn over handicaps

DEEL 1. WERKBOEK 5 Eigen keuze Monique van Dam YOU: De keuze is aan jou!

Autismespectrumstoornis?

10. Gebarentaal [1/3]

Participatie van obese kinderen in een samenwerking tussen CLB & G.S.F. HOPSAKEE. Aalst

Innovatie in het onderwijs aan kinderen met specifieke onderwijsbehoeften. Machteld Verbruggen Secretaris-generaal VVKBuO

HENK BUTER * 12 augustus februari 2015

Horen, Verstaan en Begrijpen met een CI

KINDEREN UIT GEZINNEN MET ÉÉN OF MEERDERE DOVE GEZINSLEDEN. Een exploratief onderzoek naar gelijke onderwijskansen

Profilering derde graad

Persaandacht arrest Hof van Beroep september De Morgen, 15 september 2011, blz.6:

ADVIES OVER DE STRUCTURELE VERANKERING VAN GEZINSONDERSTEUNING VOOR OUDERS VAN DOVE KINDEREN

GIBO HEIDE. pedagogisch project

Woordenschatontwikkeling anderstalige instappende peuters en kleuters. GO4ty!

Profilering derde graad

Enquête Resultaten gebruikersonderzoek online woordenboek Vlaamse Gebarentaal 21 februari-16 maart 2013

Deel 1: Pedagogisch project Vrije Basisschool Lenteland

nr. 74 van ANN BRUSSEEL datum: 24 oktober 2014 aan HILDE CREVITS

Iedereen wordt graag respectvol behandeld, dus ook de persoon met een handicap. Enkele algemene tips voor het omgaan met personen met een handicap:

10 klimaatmaatregelen voor innovatie

1 Basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs

Tweetaligheid in een multidisciplinair jasje. ADC Kentalis St. Michielsgestel

Wendy vd Bosch en Tanja v Hoef SIMEA

Toegankelijkheid van ziekenhuizen voor dove personen. Filip Verstraete vzw Federatie van Vlaamse DovenOrganisaties

Buna Tetu (kort overzicht)

Onderzoek Zuid-Afrika

Accelerative Integrated methodiek een doe -methode van elkaar leren

> NASLAG WERKWINKEL LEERLINGEN IN DE SCHOOLRAAD Studiedag Leerlingen en school: partners in crime?

Transcriptie:

0. Inleidend Als oudervereniging, VLOK-CI vzw (VLaamse Ouders van Kinderen met Cochleaire Inplant) 1 willen wij ook graag onze reactie op de Talennota van Min. Pascal Smet toevoegen, in aanvulling op de reactie vanuit het VVKBuO en vanuit Fevlado. Wij begrijpen dat het VN-verdrag het beleid aanspoort tot het implementeren van een aantal redelijke aanpassingen naar dove personen toe. Wij begrijpen en erkennen ook het accent dat de Dovengemeenschap legt op de invoering van Vlaamse Gebarentaal (VGT) o.m. als instructietaal in het dovenonderwijs en d.m.v. meer tolkuren in het gewoon onderwijs. Maar deze redelijke aanpassingen bieden onvoldoende antwoord op de noden van vele dove en slechthorende (d/sh) kinderen. Het baart ons ook zorgen dat in alle voorliggende teksten omtrent onderwijs aan d/sh kinderen er heel veel aandacht wordt besteed aan het invoeren en aanwenden van VGT en tolken, terwijl er ons inziens zeker evenveel aandacht dient gegeven te worden aan het verwerven van een rijk en correct Standaardnederlands. Ook hier dienen redelijke aanpassingen genomen te worden zodat alle d/sh kinderen kunnen aanspraak maken op permanente en kwalitatief hoogstaande GON-begeleiding bij hun integratie in het gewoon onderwijs, waar het Nederlands de instructietaal is. Hieronder proberen we onze bedenkingen in een notendop weer te geven. 1. Wat zegt de talennota? Over het Standaardnederlands Wij volgen de minister helemaal waar in de talennota gesteld wordt dat een rijke kennis van het Standaardnederlands een eerste prioriteit in het talenbeleid (en het onderwijsbeleid) blijft. Dit is immers een essentiële voorwaarde voor een succesvolle schoolloopbaan, doorstroming naar de arbeidsmarkt, voorwaarde voor maatschappelijke zelfredzaamheid en integratie, toegang tot jeugdwerk, cultuur, sport, verhoging van sociale cohesie, persoonlijke ontwikkeling, het aanwakkeren en ontplooien van de burgerzin van elk individu. Wie geen Standaardnederlands leert, blijft in de beslotenheid van het eigen gezin of de eigen gemeenschap leven, en leeft in Vlaanderen buiten Vlaanderen. Over de Vlaamse Gebarentaal Het lijkt niet logisch om dan onder 3.2.2 te lezen dat de introductie van de Vlaamse Gebarentaal in het onderwijs als volwaardige instructietaal meer gelijke kansen zou creëren voor de doelgroep dove kinderen en dat daarom bij jonge dove kinderen de focus op taalverwerving via VGT en op woordherkenning in het geschreven Nederlands moet liggen. 1 Sinds de statutenaanpassing van 2009 hebben we onze doelgroep ook verruimd naar alle ouders van dove en slechthorende kinderen. Daarmee spreken we voor een brede groep kinderen, waarvan het grootste deel vroeg of laat integreert in het gewoon onderwijs. 1

2. Probleemstelling Het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap heeft het over redelijke aanpassingen. Is het implementeren van VGT en Dovencultuur het sluitende antwoord op de vraag naar welke redelijke aanpassingen er in onderwijs aan d/sh kinderen te nemen zijn? Kan men stellen dat voor alle dove kinderen VGT de eerste en meest toegankelijke taal is? En kan men voor de grote groep jong geïmplanteerde dove kinderen, die eigenlijk de voorkeur geven aan het Nederlands als eerste taal, blijven vooropstellen dat in onderwijs de focus moet liggen op taalverwerving via VGT en op woordherkenning in het geschreven Nederlands? Kan je nog eenduidig spreken over talen- en bijgevolg onderwijsbeleid voor d/sh kinderen? Is wat misschien wel realiseerbaar of toch haalbaarder lijkt in het dovenonderwijs/ buitengewoon onderwijs, ook zonder meer kopieerbaar/toepasbaar op het GON/Geïntegreerd Onderwijs? Moet er geen duidelijker onderscheid gemaakt worden in het te bewandelen pad naargelang de onderwijsvorm? Op welke manier garanderen we, met de mogelijkheden en beperkingen die d/sh kinderen NU hebben, de vlotst verlopende integratie in het schoolleven, sociaal-cultureel leven, arbeidsmarkt enz.? Moet men dan niet eerder kind-gericht dan handicap-gericht kunnen denken inzake het aanbod aan onderwijs-begeleiding? 3. Duiding 3.1. Begin jaren 90: Bicultureel-bilinguaal model Begin jaren 90 werd er aangestuurd op bicultureel-bilinguaal onderwijs voor dove kinderen. Veel dove kinderen doorliepen toen ook nog hun hele schoolloopbaan in het buitengewoon onderwijs. De idee was: VGT zou daar, naast het geschreven Nederlands, een volwaardige plaats verwerven als instructietaal. VGT werd gezien als de eerste (want meest toegankelijke) taal voor alle dove kinderen, en deze zou men dan gebruiken als kapstok om het geschreven Nederlands onder de knie te krijgen. Een grote verdienste van de voorbije 20 jaar is wel dat VGT erkend werd, dat een tolk VGT beter aanvaard wordt, dat de dove persoon geëmancipeerd is. Dat er een besef is gegroeid dat een dove persoon niet per se een ongelukkig, gehandicapt (zonder meer) iemand is, maar een zelfstandig en zelfbewust iemand kan zijn. Bedenkingen bij de resultaten In Canada (Mayer & Leigh, 2010) en in Nederland (Knoors, 2011) verschenen heel recent artikels waarin men echter duidelijk aangeeft dat men op dit gedachtengoed uit de jaren 90 begint terug te komen. Uitgangspunt is dat VGT de eerste, want meest toegankelijke (immers visuele) taal is voor alle dove kinderen. Maar de meeste dove kinderen (90%) worden geboren bij horende ouders, die helemaal niet vertrouwd zijn met doofheid en geen VGT kennen. Blijkt ook dat het voor horende volwassenen niet gemakkelijk is om VGT te leren. Dove babies van horende ouders krijgen dus een onvoldoende rijk aanbod aan VGT tijdens hun eerste levensjaren en net de eerste jaren zijn cruciaal om VGT te kunnen uitbouwen tot een rijke en volwaardige eerste taal. Deze kinderen beginnen met een taalachterstand aan hun schoolloopbaan en halen die achterstand niet meer in. Bovendien blijkt dat die achterstand ook mee bepaalt hoe goed je een tweede taal (het Nederlands dan) kan verwerven. Bijkomend probleem bij de transfer van VGT naar Nederlands is dat beide talen geen schriftsysteem delen. 2

KNOORS: Leer je een tweede taal nu makkelijker als je al een eerste taal geleerd hebt? Ja en nee. De transfer van de taalvaardigheid treedt niet automatisch op. Een kind moet vaardig zijn in de eerste taal, anders treedt er geen transfer op. [ ] De grootste transfer treedt overigens op tussen talen die een schriftsysteem delen. Overigens, ook al is geschreven taal ook visueel waarneembaar en heb je er je oren dus niet voor nodig, kan je de geschreven vorm van een taal pas echt goed begrijpen, zeker een gesproken taal, als je die taal toch ook tot op zeker niveau beheerst. MAYER en LEIGH: In order to read in a second language, a level of second language linguistic ability must be achieved. Zo komen dove kinderen in een vicieuze cirkel. De voorwaarden tot tweetalige opvoeding in onderwijs zijn bijgevolg niet makkelijk te vervullen. MAYER en LEIGH: If earlier identification and early implantation are able to offer the opportunity for ease of access to spoken language the language of most deaf children s parents and extended families then clearly it will be increasingly difficult to argue for a system where deaf children need to routinely learn sign language because of its relatively accessibility and ease of acquisition. 3.2. Eind jaren 90: opkomst van CI bij jonge dove kinderen Het merendeel van de d/sh babies wordt met de Algo-test vroegtijdig ontdekt, meteen geappareilleerd en begeleid. Indien te weinig baat bij gewone hoorapparatuur wordt er gemiddeld rond de leeftijd van één jaar geïmplanteerd en wordt er intensief audiologisch en logopedisch opgevolgd. De overgrote meerderheid (ca. 95%) van de dove babies werd het voorbije decennium geïmplanteerd. Het verwerven van het gesproken Nederlands ligt nu voor velen van hen binnen bereik. Dit geldt niet voor elk kind, en zeker niet voor elk kind in dezelfde mate. Maar dit heeft op het aantal en de hoedanigheid van de groep d/sh kinderen die nu nog hun volledige schoolloopbaan in een Type-7-school volbrengen een enorme invloed gehad. Dove kinderen integreren veel vroeger en ook talrijker in het gewoon onderwijs. Dit leidt ons tot de vraag: Wat is de plaats van VGT in het gewoon onderwijs, waar het Nederlands de instructietaal is? Hier ligt de interesse in en de mogelijkheid tot het verwerven van VGT als een volwaardige taal anders dan voor kinderen in het dovenonderwijs. 3.3. De populatie dove kinderen nu: diversiteit 3.3.1. Dove kinderen van dove ouders Dove kinderen van dove ouders vertoeven overwegend in een relatief gunstigere taalverwervingssituatie (KNOORS). Hun ouders beheersen VGT immers als een rijke en volwaardige thuistaal. Dove kinderen van dove ouders zijn dus taalrijk wat VGT betreft en dat biedt hen aanvankelijk een voorsprong. MAAR: We spreken hier over een kleine groep, nml. dove kinderen van dove ouders vertegenwoordigen ong. 5% tot 10% van de dove kinderen. Bovendien biedt een goede kennis van een rijke VGT niet makkelijker toegang tot de horende maatschappij. Het inzetten van een tolk is immers in uren erg beperkt. Tot slot, ook en zeker voor deze groep kinderen is en blijft er aandacht nodig voor het verwerven van een zo rijk en correct mogelijk Standaardnederlands in (woord en) geschrift. Wie geen Standaardnederlands leert, blijft in de beslotenheid van het eigen gezin of de eigen gemeenschap leven, en leeft in Vlaanderen buiten Vlaanderen (Talennota). 3

3.3.2. Dove kinderen van horende ouders Meer dan 90% van de dove kinderen wordt geboren in een horend gezin, en daar is een gesproken taal, vaak het Nederlands, de thuistaal. Dit is de taal die hun ouders volledig beheersen en dus ook als een volwaardige taal kunnen aanbieden. MAAR door hun auditieve beperking is het vlot verwerven van het Nederlands geen evidentie. Ondanks de steeds verbeterende hoorapparaten en de CI blijft het luisteren steeds de volledige concentratie vragen, zeker om het gezegde dan ook nog te begrijpen. Hun Nederlands vertoont dus hiaten in woordenschat en grammatica. Gebarentaal is dan weer de taal die horende ouders eerst zelf nog moeten verwerven, en dat gaat over het algemeen heel moeizaam en leidt zelden tot een vlotte beheersing. Laat staan dus dat Gebarentaal als een rijke thuistaal gehanteerd kan worden. Bovendien blijkt het cruciaal om een rijk taalaanbod te realiseren voor het derde levensjaar (KNOORS). Anders blijven ook de gevolgen van een achterblijvende gebarentaalvaardigheid permanent en zullen ze ook doorwerken op de verwerving van de tweede taal, het Nederlands. DUS, dove kinderen van horende ouders kan men beschouwen als taalarme kinderen, zowel wat betreft VGT als ook wat betreft Nederlands. Toch is voor de eerste keer in de geschiedenis van de dovenpedagogiek voor veel dove kinderen gesproken taal toegankelijk geworden als eerste taal (MAYER en LEIGH). Voor de huidige generatie dove kinderen en de komende generaties zou het nefast zijn om het roer om te gooien en terug te keren naar een ideeëngoed dat 20 jaar geleden erg vernieuwend was. Een betere verwerving van het Nederlands ligt voor een vrij groot deel van deze kinderen binnen de mogelijkheden. De focus richten op taalverwerving via VGT en beperken tot woordherkenning in geschreven Nederlands, staat haaks op de mogelijkheden van vele jonge dove kinderen vandaag de dag. De focus op het verwerven van competenties in het Standaardnederlands, zowel gesproken als geschreven, is voor hen een absolute noodzaak. Is er dan geen nood aan kennis van VGT voor deze groep? Vaak komt het erop neer dat dit zich beperkt tot het verwerven van een gebarenschat. Als (nog niet geïmplanteerde) baby, peuter, kleuter wordt communicatie vaak opgestart d.m.v. gebaren. Deze gebaren worden meestal gebruikt ter ondersteuning van het gesproken Nederlands. Gebarensysteem/NmG dus i.p.v. Gebarentaal/VGT. Deze vaardigheid kan nuttig en nodig blijven in bepaalde situaties: bed, bad, zwembad, strand, waar ze hun apparaten uit moeten doen. Hoe jong geïmplanteerde dove kinderen als (jong)volwassenen zullen functioneren in bepaalde situaties, bv. kerkdiensten, lezingen, ex cathedra lessen in hoger onderwijs, enz. weten we nu nog niet. Daarvoor is de aankomende generatie nog niet oud genoeg. Maar ze roepen vraagtekens op! Zullen ze dan toch leren om een VGT-tolk te volgen uit pure noodzaak? Zullen ze gebruik maken van een schrijftolk? Dan moet de kwaliteit van het schrijftolken er nog enorm op verbeteren! Waar zullen zij dan VGT (kunnen) leren? Ofwel in cursussen die buiten het school-curriculum heen worden ingericht om de toegang tot VGT te faciliteren. Ofwel via hun contact met de Dovengemeenschap. 4

3.4. noopt tot een onderwijsbeleid op twee sporen! ÉÉN onderwijsbeleid voor ALLE dove kinderen bestaat niet. Wanneer men te nemen maatregelen of redelijke aanpassingen uitwerkt voor het onderwijs aan dove kinderen, moet er om te beginnen altijd een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen het dovenonderwijs of buitengewoon onderwijs, en het GON/Geïntegreerd Onderwijs of gewoon onderwijs. Beide onderwijsvormen hebben hun eigen mogelijkheden en grenzen. A. Type-7-Auditieve: buitengewoon onderwijs of dovenonderwijs' VGT en/of Nederlands als instructietaal Les in VGT dus. Maar ook les over VGT? In het dovenonderwijs kan men makkelijker en is het ook meer aangewezen om VGT te gebruiken als instructietaal. Dit vereist dat men de kinderen goed opleidt in hun kennis van VGT, zodat dit voor hen ook een rijke taal kan worden. Daarnaast en/of parallel is een focus op het Nederlands evenzeer belangrijk. Alle handboeken bestaan in het Nederlands, en in hun latere leven moeten zij als volwassenen het Nederlands toch voldoende beheersen om een job te vinden, zich sociaal-cultureel te integreren, enz. Tolk VGT In het buitengewoon onderwijs is het niet mogelijk om op een tolk in de klas beroep te doen. Het zou nochtans zinvol zijn om de leerlingen aan te leren hoe ze met een tolk moeten werken. Nuttig enerzijds wanneer ze de overstap maken naar het gewoon onderwijs en een tolk willen hebben, en anderzijds wanneer ze het beroepsleven instappen en dan ook gebruik willen maken van een tolk. Tolkbewustzijn aanleren dus. (dove) GON-begeleiding (met kennis van VGT) Ook in het buitengewoon onderwijs kan de inzet van GON-begeleiding erg nodig zijn, zeker wanneer een kind met een meervoudige problematiek in een ander onderwijstype belandt dan Type-7. Een (dove) GON-begeleid(st)er met goede kennis van auditieve problematiek en taalontwikkeling van het d/sh kind (en eventueel ook van VGT) zou daar het functioneren mee kunnen helpen faciliteren. Diversifiëren Hier belandt men in een vicieuze cirkel: het dovenonderwijs heeft te weinig leerlingen om voldoende te kunnen diversifiëren, en omdat er niet gediversifieerd wordt, trekt het ook weinig leerlingen. B. Type-7-Auditieve: Geïntegreerd ONderwijs/GON of gewoon onderwijs Maar voor de grote groep dove kinderen die integreren in het gewoon onderwijs/gon geldt er toch een andere redenering! Wat realiseerbaar is in het buitengewoon onderwijs is niet zomaar extrapoleerbaar naar het gewoon onderwijs. Nederlands is dé instructietaal - VGT als tweede, derde, vierde taal Gaan we dan nog een stapje verder? VGT niet enkel invoeren als instructietaal. Maar om die taal goed te leren beheersen moet er ook les over VGT worden gegeven. VGT als een te leren taal dus. Is dit haalbaar? Nu nog niet! Want gebrek aan handboek (grammatica) voor de verschillende niveaus en gebrek aan geschoolde leerkrachten VGT (een doof VGT-gebruiker heeft niet noodzakelijk ook de pedagogisch-didactische bekwaamheid om lessen voor te bereiden en over te brengen aan een jong publiek). 5

Bovendien, ten koste van wat? Zal men er een ander (taal)vak voor laten vallen? Kan dit binnen de eindtermen waar gemaakt worden? En indien ja, is er eigenlijk wel vraag naar bij het doelpubliek? Wil het dove kind van 6-12 of de dove jongere van 12-18 vandaag wel VGT als taalvak ingepland krijgen? Moet dit dan binnen onderwijs? Eén leerling tov één leerkracht? Is 1 à 2 uur per week dan voldoende? Of moet dit georganiseerd worden in het BuO? Wie gaat er dan naartoe? Kan je VGT voor 1, 2, 3 of zelfs 6 jongeren (clusterschool), die vaak nog allemaal in een ander jaar en/of een andere richting in een school zitten wel een aanbod VGT realiseren? Hoe ver staat dit van de realiteit? Is VGT niet veel meer een taak voor de dovengemeenschap en dus te realiseren buiten het schoolse leven? School betekent voor vele jongeren gesproken en geschreven Nederlands, eventueel ook Frans en Engels, goed leren beheersen. Daar kruipt al alle energie in. Is er nog tijd, energie, interesse om VGT dan echt te gaan leren? Op school? Is het niet vanzelfsprekender dat ze deze taal leren buiten school, in hun contact met dove lot-/leeftijdsgenoten, vrienden, de Dovengemeenschap? Daar zit de kennis en de vaardigheid en vaak ook de noodzaak om VGT te gebruiken als communicatiemodus. Leren ze meer in een lessituatie (= intensiteit en concentratie van een taalles) of leren ze makkelijker spontaan in groep door sociale interactie met leeftijdsgenoten en omkaderd door dove VGT-gebruikers? Blijft het wel VGT of zal de voorkeur uitgaan naar NmG? Hoe kunnen onze kinderen voldoende VGT-bekwaam worden om een VGT-tolk te volgen? Of zal hun kennis en gebruik van gebaren geënt zijn op de Nederlandse grammaticale structuur, en zullen ze omdat ze Nederlands hanteren als basis taal, eerder NmG de voorkeur geven dan VGT? Ook voor hun ouders en onmiddellijke omgeving is NmG makkelijker aan te leren en toe te passen dan VGT. Tolk VGT/NmG of schrijftolk Jongeren die integreren en daarbij toch een tolk willen gebruiken, zullen er zijn en blijven. Of de eerste keuze een tolk VGT óf NmG óf een schrijftolk zal zijn, zal de toekomst uitwijzen. Vele dove kinderen, net omdat ze vandaag de dag beter hun plan trekken in het gesproken Nederlands en minder tot helemaal niet vertrouwd zijn met VGT, zullen misschien eerder opteren voor een schrijftolk. Maar dan moet er dringend van de opleiding tot schrijftolken werk gemaakt worden. Snelheid en correctheid in typen zal een voorwaarde zijn. Onze kinderen zullen het geschreven Nederlands te goed beheersen en hun eisen stellen aan een schrijftolk. En indien ze een basiskennis gebaren hebben en ook toch het Nederlands goed beheersen, zullen ze misschien eerder voorkeur geven aan NmG dan aan VGT. Ook daar zullen de tolkopleidingen rekening moeten mee houden. (dove) GON-begeleiding met kennis van VGT/NmG én van het Standaardnederlands Vereiste bekwaamheid en diploma is een vanzelfsprekendheid. En vooral, een goede kennis van het Nederlands is een noodzaak. GON-begeleiding moet het Nederlands van onze kinderen kunnen begrijpen, corrigeren, verfijnen en op een hoger niveau brengen. Bovendien moet ze in staat zijn vlot te communiceren met het schoolteam en de ouders. Een dove begeleider kan binnen het GON-team zeker een meerwaarde betekenen: gerichte psychologische-emotionele hulp bij dove kinderen/jongeren met een negatief zelfbeeld, doorleefd aanbod van dovencultuur, vlotte communicatie in VGT, indien een kind/jongere dit prefereert, Clusterschool leidt tot maximale integratie: contradictio in terminis Je creëert zo een doof eilandje in een horende school. Dat kán een surplus zijn, een rustpunt voor dove kinderen, maar het kan het integratieproces ook erg tegenwerken. 6

4. CONCLUSIE Als je een goed talen- en onderwijsbeleid wil uitwerken voor dove kinderen, moet je goed weten over welke groep je praat. Als je praat over dove kinderen, praat je over een diverse groep, waarvan 90% in een horend gezin opgroeit, en waarvan jong geïmplanteerde dove kinderen het overgrote deel uitmaken, voor wie de stelling dat VGT de enige toegankelijke taal en dus eerste instructietaal in onderwijs moet zijn, niet zomaar opgaat, zeker niet in het gewoon onderwijs, voor wie VGT kan en mag, maar vooral een plaats kan krijgen in het buitengewoon onderwijs, voor wie het Standaardnederlands binnen bereik ligt, voor het eerst in de dovenpedagogiek, maar niet voor elk kind en niet voor elk kind in dezelfde mate, voor wie men zeker verder moet durven kijken dan woordherkenning in het Nederlands, voor wie het Nederlands de eerste taal wordt om vandaaruit verder te kijken naar het (tot op zekere hoogte) verwerven van Frans en Engels, zeker in het gewoon onderwijs, voor wie er dus binnen onderwijsbeleid en talenbeleid aandacht moet zijn voor specifieke noden en de daartoe te nemen passende maatregelen, voor wie naast het faciliteren van de verwerving van VGT en het gebruik van een tolk, ook de nodige aandacht moet gaan naar professionele ondersteuning bij integratie, voor wie VGT en Dovencultuur verwerven eventueel een optie kan zijn, maar dan georganiseerd buiten het gewone school-curriculum, in contact met lotgenoten en de Dovengemeenschap, voor wie die GON-begeleiding, zelf doof of niet, bekwaam moet zijn om de Nederlandse taal van het dove kind te begrijpen, te corrigeren, te verfijnen, voortdurend op te volgen en op een hoger niveau te brengen. Immers elk kind met een beperking heeft recht op én nood aan een continue, individueel aangepaste begeleiding. REFERENTIES CONCEPTNOTA Samen taalgrenzen verleggen, versie 22 juli 2011. DE RAEVE, Leo - LICHTERT, Guido: De populatie slechthorende en dove leerlingen in Vlaanderen anno 2010: invloed van vroege gehoorscreening en vroege cochleaire implantatie op onderwijs en zorg, in: Logopedie, 23, 6 (nov-dec 2010), blz. 15-25. KNOORS, Harry: Herijkt taalbeleid voor dove kinderen, in: Van Horen Zeggen, juli 2011. MAYER, Connie and LEIGH, Greg: The changing context for sign bilingual education programs: issues in language and the development of literacy, in: International Journal of Bilingual Education and Bilingualism, 13 (2010): 2, blz. 175-186. 7