Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard

Vergelijkbare documenten
Aanvraag vergunning Ruimte voor de Rivierproject Vier Maatregelen Nederrijn: deelgebied steenfabriek Elst

Vergunning Nb-wet 1998; Project Stroomlijn; Cortenoever

Bijlage bij besluit DRZO/ Vergunning Natuurbeschermingswet 1998 Kribverlaging Waal Traject Km INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Ministerie van Economische Zaken

Overwegingen bij definitief besluit vergunning Wet natuurbescherming project Stroomlijn fase 3, tranche 7, perceel 1 en 2

Procedureel De aanvraag voor de onderhavige vergunning werd gedaan bij het Ministerie van Economische Zaken, Landbouw & Innovatie (hierna: EL&I).

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Wnb; overwegingen vergunning; seismisch onderzoek Lemsterland; Rottige Meenthe & Brandemeer en Weerribben.

Overwegingen definitief besluit Wet natuurbescherming project Stroomlijn Nederrijn en Lek, spoor 6

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998 vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer' Besluit Uiterwaardvergraving Deventer

website - 47-RO ab.doc Pagina 1

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West

Verwijdering van houtopstanden; uiterwaarden langs de Waal, IJssel en Nederrijn in het kader van het project Inhaalslag Stroomlijn.

Inhoudelijke overwegingen; Nb-wet 1998; vergunning 'Ruimte voor de Rivier Deventer'

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; Beuningse Waarden in het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Waal

Ministerie van Economisclie Zaken

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BIJLAGE 1 BIJ BESLUIT DRZZ/ , D.D Voor herstelwerkzaamheden aan het stortebed van de stuw van Borgharen. Inhoudelijke overwegingen

Inhoudelijke overwegingen Verbreding A12 Waterberg-Velperbroek

Bijlage bij besluit DRZO/

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Vergunning Nb-wet 1998; project Stroomlijn; IJssel Hagen en singels

* * Omgevingsvergunning * * Aanvraagnummer (OLO) :

Bijlage 1 Overweging zandwinning Den Helder Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Den Helder (Noord-Holland)

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

Aannemingsmaatschappij De Vries & Van de Wiel De heer N. Samson Postbus AE SCHAGEN. : besluit verlening omgevingsvergunning

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Midden (Noord-Holland)

Definitieve besluiten voor het project IJsselsprong Fietspad Oude Bandijk

Passende beoordeling Ruimte voor de Rivier uiterwaarden Nederrijn

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d

Overwegingen; Snelheidsverhoging traject Naarden- Bussum; Naardermeer 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER...

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet Café Restaurant Rijstal Venhof V.O.F., te Herkenbosch Zaaknummer:

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

In dit besluit vindt u de inhoudelijke overwegingen die eraan ten grondslag liggen. De aanvraag en de bijlagen maken onderdeel uit van dit besluit.

O N T W E R P O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 16 oktober 2015

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Procedureel. Rijkswaterstaat Projecten T.a.v. ir. A.W. Velema Programma Ruimte voor de Rivier Postbus ED ARNHEM

Gezien voor akkoord: Datum: 30 augustus 2017

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

omgevingsdienst HAAGLANDEN

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Inhoud 1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikel 19d, 19e en 19kd lid 1 onder b

Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

p- iiiiiiniiii uil ii nu ii

Inhoudelijke overwegingen bij Ontwerpbesluit Natuurbeschermingswet 1998 Project Dijkverleggingen Cortenoever en Voorsterklei

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 22 juni 2016

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Inspraakwijzer beheerplannen Natura 2000 Drenthe

Natuurtoets. 1. Wet- en regelgeving. Permanente openstelling A12 Woerden Gouda

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Uitspraak /1/R2

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Stappenplan vergunningaanvraag

Natuurtoets omgevingsvergunning bouw woning Horsterweg 217 Ermelo

Ontwerpbeschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Toetsingskader aanvraag

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Besluit. TenneT TSO BV. Postbus AS Arnhem

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

2 e ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND. Artikelen 19d en 19e

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G , 3 augustus 2016

OMGEVINGSVERGUNNING VOORBLAD

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

bes U t Rijkswaterstaat Ministerie van Infrastructuur en Milieu

omgevingsdienst HAAGLANDEN

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Aanvulling op de effectbeoordeling Regelwerk Pannerden [R SIH-evp-V03-NL] ten behoeve van de beoordeling voor een NB-wet vergunning

Op 14 oktober 2010 ontving ik uw aanvraag. Bij brief van 20 oktober 2010 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

Notitie. 1 Aanleiding

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Ontwerpbesluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. Artikel 16/19d Natuurbeschermingswet 1998

Ruimtelijke onderbouwing. Aanleg carpoolvoorziening Noorderhogeweg Drachten

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

30 sept OU

BESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning wordt verleend overeenkomstig de bij dit besluit behorende en als zodanig gewaarmerkte documenten.

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Transcriptie:

Postbus 20401 2500 EK DEN HAAG www.rijksoverheid.nl/eleni Bijlage nummer 1 Horend bij Vergunning Nb-wet 1998 Onze referentie Contactpersoon Inhoudelijke overwegingen RvR Project Vier Maatregelen Nederrijn; deelgebied Tollewaard T 070 8883209 F 070 8883250 Bijlagen 1 [O N T W E R P] VERSIE 15/05 DE AANVRAAG Boskalis vraagt namens Rijkswaterstaat een vergunning aan op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (hierna: Nb-wet 1998) voor de realisatie van het project Vier Maatregelen Nederrijn, deelgebied Tollewaard in het Natura 2000- gebied Uiterwaarden Nederrijn. Uitvoering van dit project vindt plaats in het kader van de Planologische Kernbeslissing (PKB) Ruimte voor de Rivier. De doelstellingen die ten grondslag liggen aan de PKB Ruimte voor de Rivier zijn het brengen van de bescherming van het rivierengebied op het wettelijke niveau en het verbeteren van de ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied. Het betreft hier de uiterwaardvergraving van de Tollewaard. Voor een uitgebreidere beschrijving van de voorgenomen activiteiten wordt kortheidshalve verwezen naar de passende beoordeling behorende bij de aanvraag. WETTELIJK KADER Natura 2000-gebieden In relatie tot het betrokken Natura 2000-gebied zijn in deze relevant de artikelen 19d (lid 1), 19e, 19ia en het artikel 19f (lid 1) van de Nb-wet 1998. De exacte wetsteksten zijn te raadplegen op www.overheid.nl onder wet- en regelgeving. BELEID In zijn algemeenheid is het ruimtelijk beleid voor de EHS-gebieden gericht op het behoud, herstel en de ontwikkeling van de wezenlijke kenmerken en waarden van een gebied. De wezenlijke kenmerken en waarden zijn de actuele en potentiële waarden, gebaseerd op de natuurdoelen voor het gebied. Het gaat daarbij om: de bij het gebied behorende natuurdoelen en - kwaliteit, geomorfologische en Pagina 1 van 6

aardkundige waarden en processen, de waterhuishouding, de kwaliteit van bodem, water en lucht, rust, stilte, donkerte en openheid, de landschapsstructuur en de belevingswaarde. Het rijk wil voorts voldoende veiligheid tegen overstromingen realiseren. Hiertoe richt het rijk zich op het hoofdwatersysteem, waartoe ook de grote rivieren behoren. Het rijk wil in het gebied van de grote rivieren de veiligheid tegen overstromingsgevaar handhaven en de ruimtelijke kwaliteit verbeteren. Waar nodig worden maatregelen genomen om de te verwachten hogere rivierafvoeren te verwerken. De bestaande ruimte voor de rivier wordt behouden. Hiertoe wordt in het zoekgebied voor verbreding van het winterbed, de inrichting als waterbergingsgebied, of voor de versterking van dijken, gedurende een periode van tien jaar na vaststelling van de Nota Ruimte, gevrijwaard van ontwikkelingen die een inrichting ten behoeve van de bescherming tegen overstromingen kunnen bemoeilijken. Als randvoorwaarde voor rivierverruimende maatregelen wordt gesteld dat deze maatregelen blijven binnen de randvoorwaarden die worden gesteld door de Europese Vogel- en Habitatrichtlijn. Hiertoe is specifiek voor het rivierengebied een Strategisch kader Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn opgesteld. PKB Ruimte voor de Rivier Op 19 december 2006 is de PKB Ruimte voor de Rivier door de Eerste Kamer vastgesteld. Hieronder is verkort weergegeven welk beleid in deel 3: Kabinetsbeslissing van deze PKB is verwoord. Het (toenmalige) kabinet heeft besloten om de bescherming tegen overstromingen in het rivierengebied uiterlijk in 2015 op het vereiste niveau te brengen en tegelijk de ruimtelijke kwaliteit in het rivierengebied te verbeteren. Op de locaties, waar ruimtelijke maatregelen ten behoeve van de veiligheid worden genomen, zal de herinrichting zoveel mogelijk worden aangegrepen om de ruimtelijke kwaliteit te verbeteren. Hierbij zal in Natura 2000-gebieden worden gestreefd naar een pakket van maatregelen dat bijdraagt aan de verbetering van de habitattypen en van de leefgebieden van soorten die worden bedreigd. In lijn met de Nota Ruimte is dit gericht op het behoud van bestaande en de ontwikkeling van nieuwe kernkwaliteiten van de verschillende riviertakken. Beleidslijn grote rivieren De Beleidslijn grote rivieren is in 2006 vastgesteld. De Beleidslijn vormt een nadere uitwerking van het ruimtelijk beleid voor het rivierbed, zoals dat in de Nota Ruimte is verwoord. De Beleidslijn beschrijft onder meer welke activiteiten kunnen worden toegelaten in het stroombed van de grote rivieren. De Nederrijn valt onder het stroomvoerend regime. Hierbij mogen in principe alleen specifiek omschreven riviergebonden activiteiten plaatsvinden. Realisatie van natuur wordt hiertoe gerekend. Als voorwaarden worden hierbij onder meer gesteld, dat er geen sprake mag zijn van een feitelijke belemmering voor het vergroten van de afvoercapaciteit, en dat er sprake is van een zodanige situering en uitvoering van de activiteit, dat de waterstandsverhoging of de afname van het bergend vermogen zo gering mogelijk is. VERGUNNINGPLICHT De aangevraagde activiteiten vinden plaats in of nabij het Natura 2000-gebied Uiterwaarden Nederrijn. Ik stel vast dat de aangevraagde activiteiten mogelijk van invloed kunnen zijn op de instandhoudingsdoelen van het bovengenoemde beschermde Natura 2000- Pagina 2 van 6

gebied. Om die reden ben ik van mening dat de voorgenomen activiteiten vergunningplichtig zijn onder de Nb-wet 1998. BESCHERMDE NATUURWAARDEN Beheerplan In dit geval kan vastgesteld worden dat ten aanzien van de voorgenomen activiteiten, op het moment van besluitvorming, geen beletsel voortvloeit uit enig beheerplan op basis van de Nb-wet 1998. Geen beheerproject De voorgenomen activiteiten vormen een project dat geen direct verband heeft met of nodig is voor het beheer van het betrokken Natura 2000-gebied. De voorgenomen activiteiten zijn voorts nog niet eerder beoordeeld in het kader van de Nb-wet 1998. Mogelijk significante gevolgen Op grond van artikel 19f, lid 1 van de Nb-wet 1998 in combinatie met artikel 19g, lid 1 van de Nb-wet 1998 dient een passende beoordeling aangeleverd te worden door de initiatiefnemer. Het Europese Hof van Justitie heeft in zijn arrest van 7 september 2004 aangegeven dat een passende beoordeling slechts dan achterwege kan worden gelaten, indien op grond van objectieve gegevens kan worden uitgesloten dat uitvoering van de werkzaamheden afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor dat gebied. In dit geval kunnen dergelijke gevolgen niet bij voorbaat uitgesloten worden. Ik concludeer dat een passende beoordeling vereist is. U heeft een dergelijke passende beoordeling bij uw aanvraag gevoegd. De gevraagde vergunning kan slechts verleend worden, indien ik mij ervan heb kunnen verzekeren dat, gelet op de instandhoudingsdoelstellingen van het desbetreffende gebied, de wezenlijke kenmerken van het gebied niet aangetast zullen worden. In het onderstaande volgt mijn beoordeling van uw effectenanalyse en conclusies. De diverse beschermde waarden van het betrokken Natura 2000-gebied staan vermeld op www.rijksoverheid.nl ( Onderwerpen > Natuur > Natura 2000 ). In de passende beoordeling is onderzocht of sprake zou kunnen zijn van aantasting van de instandhoudingsdoelstellingen voor de vogels, waarvoor het gebied van de Uiterwaarden Nederrijn is aangewezen. Het betreft de volgende vogelsoorten: oeverzwaluw; kolgans en grauwe gans. Met betrekking tot de in de passende beoordeling geselecteerde beschermde habitattypen en soorten, merk ik deze als volledig en juist aan. PASSENDE BEOORDELING Habitattypen Binnen het plangebied komt het kwalificerende habitattype glanshaverhooiland voor met een oppervlakte van circa één hectare. Als gevolg van de werkzaamheden aan de brug, zal een oppervlakte van 0,05 hectare aan glanshaverhooiland verloren gaan. Gelet op het instandhoudingsdoel van dit habitattype (behoud kwaliteit en uitbreiding oppervlakte) is er sprake van een (tijdelijk) negatief effect op dit habitattype. Als gevolg van de herinrichting van Pagina 3 van 6

het gebied zal er echter een oppervlakte aan glanshaverhooiland van één hectare bijkomen, waardoor het huidig aanwezige oppervlakte wordt verdubbeld. Uiteindelijk resulteert dit in een positief effect, omdat de oppervlakte aan glanshaverhooiland aanzienlijk toeneemt. Vogelsoorten De enige broedvogelsoort die in het plangebied voorkomt is de oeverzwaluw. Langs de oever van de rivier bevindt zich een kolonie van circa 30-40 paartjes. Effecten op de oeverzwaluw worden voorkomen door het gedeelte van de oever, waarin de kolonie zich bevindt, niet af te graven. Dit is als mitigerende voorwaarde 10) in de vergunning opgenomen. Daarnaast wordt in het gebied een nieuwe oeverzwaluwwand aangelegd. Het instandhoudingsdoel (behoud van de oppervlakte en kwaliteit van het leefgebied) wordt door de ingrepen niet aangetast. Voor overwinterende ganzen en andere grasetende watervogels als smient en kleine zwaan wordt het plangebied (tijdelijk) minder geschikt als foerageergebied. De zeer beperkte afname van de draagkracht voor grasetende watervogels als gevolg van de herinrichting van de Tollewaard leidt met zekerheid niet tot een significant negatief effect op grasetende watervogels als ganzen, eenden en zwanen. Bovendien komt er in de nieuwe situatie weer natuurgrasland in het gebied dat mogelijk geschikt is als foerageergebied voor grasetende watervogels. Met betrekking tot de conclusies uit de aangeleverde passende beoordeling kan ik instemmen. CUMULATIE Op basis van artikel 19f van de Nb-wet 1998 dient bij vergunningverlening voor projecten of plannen een beoordeling plaats te vinden van de cumulatieve effecten, indien deze projecten of plannen, afzonderlijk of in combinatie met andere projecten of handelingen, significante gevolgen kunnen hebben voor het desbetreffende gebied. Ik heb hiervoor reeds geconcludeerd dat de uitvoering van de voorgenomen activiteiten zelfstandig beschouwd, niet kan leiden tot een verslechtering van de kwaliteit van de natuurlijke habitats en de habitats van soorten in het betreffende Natura 2000-gebied of een significant verstorend effect kunnen hebben op de soorten, waarvoor het betreffende gebied is aangewezen. Tegelijkertijd met de herinrichting van het plangebied Tollewaard, worden ook de deelgebieden Middelwaard, Doorwerthse Waarden en Elst heringericht. Ten aanzien van de kwalificerende broedvogels geldt dat de huidige broedplaats van de oeverzwaluwkolonie gespaard blijft. De nieuwe inrichting van de Tollewaard levert bovendien een verbetering van de kwaliteit van het leefgebied van oeverzwaluwen op door het creëren van meer water met natuurvriendelijke oevers. Tevens wordt een nieuwe oeverzwaluwwand aangelegd. Ten aanzien van de kwalificerende niet-broedvogelsoorten kolgans, grauwe gans, smient en kleine zwaan, geldt dat de Tollewaard na de herinrichting minder geschikt wordt als leefgebied. De zeer beperkte afname van de draagkracht voor grasetende watervogels als gevolg van de herinrichting van de Tollewaard leidt met zekerheid niet tot een significant negatief effect op grasetende watervogels als ganzen, eenden en zwanen. Pagina 4 van 6

Na cumulatie met de zeer geringe negatieve effecten van overige plannen en handelingen in de Tollewaard, gelegen in de Uiterwaarden Nederrijn, is het ontstaan van een significant effect uitgesloten. Ik concludeer dat binnen de aangeleverde passende beoordeling een volledige en juiste cumulatie-toetsing is uitgevoerd. BESPREKING VAN DE ZIENSWIJZEN Naar aanleiding van deze aanvraag zijn, op grond van artikel 44, lid 3 van de Nbwet 1998, de provincie Gelderland en de gemeenten Buren, Neder-Betuwe, Overbetuwe, Renkum en Wageningen in de gelegenheid gesteld over deze aanvraag hun zienswijze kenbaar te maken. Hiervan werd geen gebruik gemaakt. Coördinatieprocedure Bij de voorbereiding van de besluiten die nodig zijn voor de uitvoering van de maatregelen bij het project Ruimte voor de Rivier is gekozen voor toepassing van de provinciale en een gemeentelijke coördinatieregeling, zoals bedoeld in de artikelen 3.30 en 3.33 Wet ruimtelijke ordening (Wro). De bedoeling van de voornoemde coördinatie is om de voorbereiding en bekendmaking van de besluiten in één of meerdere clusters gecoördineerd te laten plaatsvinden. Dit heeft bovendien tot gevolg dat Gedeputeerde Staten van andere bestuurorganen, tenzij dit een bestuursorgaan is van het Rijk, de medewerking kunnen vorderen, die voor het welslagen van de coördinatie nodig is. Het toepassen van de genoemde coördinatieregeling heeft mede tot doel dat de bekendmaking van besluiten de gelegenheid tot het naar voren brengen van zienswijzen daarop, respectievelijk het indienen van beroep daartegen voor de verschillende besluiten gelijktijdig plaats vindt. Crisis- en herstelwet In het Besluit Uitvoering Crisis- en herstelwet, tweede tranche, is besloten dat alle projecten ter uitvoering van de Planologische Kernbeslissing Ruimte voor de Rivier onder de Crisis- en herstelwet vallen. Gezien het grote maatschappelijke belang van de projecten is een snelle realisatie wenselijk (Crisis- en herstelwet, bijlage I, artikel 7.5). Dit betekent onder meer dat: de Raad van State binnen zes maanden beslist op het ingestelde beroep; het relativiteitsvereiste geldt: de geschonden norm moet dienen om de belangen van de benadeelde te beschermen; er geen pro forma beroep meer kan worden ingesteld: het beroepschrift moet binnen de termijn worden ingediend; decentrale overheden geen beroep kunnen instellen. Zienswijzen Tegen onderhavig ontwerpbesluit en de overige ontwerpbesluiten kunnen door een ieder gedurende 6 weken bij voorkeur schriftelijk maar ook mondeling zienswijzen worden ingediend in de periode zoals aangegeven in de bekendmaking. In geval van een schriftelijke zienswijze dienen het zaaknummer 2012-009836 en het ontwerpbesluit waarop de zienswijze betrekking heeft, te worden vermeld. Pagina 5 van 6

Schriftelijk: Schriftelijke zienswijzen kunnen in de periode zoals aangegeven in de bekendmaking gestuurd worden naar de provincie Gelderland als coördinerende instantie: Gedeputeerde Staten van Gelderland t.a.v. de heer A.M. Kwakkernaat, Coördinator Procedures Nederrijn Postbus 9090, 6800 GX ARNHEM Mondeling: Voor het indienen van een mondelinge zienswijze kan binnen de gestelde termijn van zes weken, contact worden opgenomen met de provincie Gelderland, Coördinator Procedures Nederrijn de heer A.M. Kwakkernaat (telefoon 026-3598381). CONCLUSIE Ik ben van mening dat de gevraagde vergunning onder voorschriften kan worden verleend. Pagina 6 van 6