Gereedschapskist Aanpak woonoverlast Capelle a/d IJssel



Vergelijkbare documenten
Instrumenten (inzet verantwoordelijkheid gemeente, publiekrechtelijk) 30 A. Achterstalling tuinonderhoud, stank van afval of huisdieren

Voorbeeld CONVENANT Gegevensuitwisseling bestrijden woonoverlast zittende bewoners

Versie: Definitief Datum: 31 mei Actieplan aanpak woonoverlast

Voorbeeld Actieplan aanpak woonoverlast

Voorbeeld CONVENANT Screening van aspirant-huurders op overlast

Inhoud. 2. Preventie 2.1 Instrumenten 2.2 Handreiking Screening aspirant-huurders

Actieplan aanpak Woo overlast. ~avens~e~er P L 1 T 1 E gemeente Capelle. Convenant: Screening van aspirant-huurders op overlast

Presentatie RBO Aanpak woonoverlast/inzet Wet Woonoverlast

CONVENANT Screening van aspirant-huurders op overlast en criminaliteit

~avens~e~er P 1 1 T 1 E gemeente Capelle andenljssel ~

Werkwijze organisatie-overstijgende ketenaanpak Woonoverlast regio Noord-Veluwe

Haagse aanpak woonoverlast

veiligheid door samenwerken woonoverlast Aan de slag met de aanpak van woonoverlast

Geen leidraad voor inzage dossier Gemeente Amsterdam Stadsdeel West Meldpunt Zorg en Overlast

Veel voorkomende interventiemogelijkheden Meldpunt Zorg en Woonoverlast

Ergernissen buiten de deur houden

De Kracht van de Aanpak Extreme Woonoverlast. Positionering Aanpak Extreme Woonoverlast binnen het Utrechtse Model

Convenant gezamenlijke aanpak van woonoverlast

Actieplan Aanpak van woonoverlast Hellevoetsluis

Wat is burenoverlast?

Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast Gemeente Culemborg

Procedure overlast: burenoverlast bij zelfstandig wonen

Voorbeeld Actieplan aanpak woonoverlast

Overlast, wat nu? Woonstichting VechtHorst

Wat zijn Skaeve Huse. Over de omgeving

OVER LAST. Overlast Blz. 1

Gelet op artikel 151d van de Gemeentewet en artikel 2:77a van de Algemene Plaatselijke Verordening Oss,

Convenant. tussen. Gemeente Amsterdam. Politie Amsterdam - Amstelland District 5, West, wijkteam Lodewijk van Deyssel en. Woningstichting Eigen Haard

Advies. Overlast. november 2011 John van Veen Senior adviseur Woonbond Kennis- en Adviescentrum

Advies huurdersadviesraad

Schriftelijke antwoorden Minister S. Blok van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ( & )

Woningeigenaar en overlast. artikel 6:162 BW

Leeswijzer Wijkpanel Vlietzône - avond over overlast 23 juni 2010

Beleidsregel Wet aanpak woonoverlast 2018 Ridderkerk

Woningcorporatie Wateringen

wonen begint bij mensen Overlast Prettig wonen naast elkaar

Besluit college van Burgemeester en Wethouders

Procedure als onze huurder de overlast veroorzaakt

Overlast Samen kunnen we er iets aan doen

TOELICHTING BEHOREND BIJ BELEIDSREGELS WET AANPAK WOONOVERLAST GEMEENTE VEENENDAAL

Structurele (woon)overlast. Hoe pakken we dat aan?

Protocol Zorgweigering bij wangedrag Hulp bij het huishouden en Geschilprocedure Hbh

Beleidsregel Instrument Woonoverlast Zoetermeer

Bijlage 4: Protocol Zorgweigering en zorgbeëindiging Versie d.d

Onderwerp : Beleidsregels inzake aanpak woonoverlast (artikel 2:79 APV)

tussentijdse evaluatie Aanpak Woonoverlast 2012

Dit is een product van gemeente Den Haag Oktober Convenant

burenoverlast los het samen op

Overlast, of zoals dat in juridische termen genoemd wordt onrechtmatige hinder, is een groot probleem waar VvE s regelmatig mee te maken krijgen.

OVERLAST WAT KAN IK ER AAN DOEN?

Actieplan aanpak woonoverlast Gemeente Spijkenisse

CONVENANT VEILIGE SCHOOL. Voortgezet onderwijs

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

i^soanl) 10 november 2009 PD/2009/ Veiligheid Sociale Veiligheid 2 RAADSiNFORMATiE inzake rapportage overlastgevende panden 2ÖÖ8

Overlast. Woningstichting Domus Telnr: (0475) Postbus AN ROERMOND Website:

Inhoudsopgave. Inleiding 3 Doelen 3 Resultaten en cijfers 3 Conclusie 7 Speerpunten

Artikel I. Artikel II

Concept Beleidsregel Wet aanpak Woonoverlast gemeente Almelo

Buren. Overlast. I n f o r m a t i e f o l d e r o v e r d e a a n p a k. v a n d e W o n i n g s t i c h t i n g N i j k e r k

Tweede Kans- en Sanctiebeleid van Woonveste

Prettig samenleven met uw buren

Protocol Zorgweigering bij wangedrag Ambulante Ondersteuning & Dagbesteding

> Melden van klachten. Niet tevreden? Laat het ons weten!

Woonoverlast Wat kan ik doen Hoe los ik het op

Drs. Joyce Langenacker wethouder Werk, Economische Zaken, Sociale Zaken (Participatiewet), Wonen, Coördinatie Sociaal Domein

Actieplan woonoverlast Rotterdam. 26 juni 2009

De raadsfractie van de PvdA Bonserdyk ZE SNEEK. Uw kenmerk: -

Raadsvergadering. Onderwerp Wijziging Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Bunnik 2012 in verband met Wet aanpak woonoverlast

Zorgweigering. Eenzijdige Zorgbeëindiging

Schorsing en verwijdering

Burenoverlast HOE GA JE DAAR MEE OM?

uren INFORMATIE OVER overlast

Beleidsregel Wet maatregelen bestrijding voetbalvandalisme en ernstige overlast (Wet MBVEO)

Overlast. Brochure Overlast Dudok Wonen, versie mei

Zorgweigering en Zorgbeëindiging

HELLAS-GLANA beleidsnotitie klachten

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Wat is het doel van een convenant?

Burenoverlast Wat u zelf kunt doen om overlast op te lossen

Aanpak: Er op af aanpak vanuit zorgnetwerken. Beschrijving

NO DRUGS. Plan van aanpak drugsproblematiek

- Screening woningzoekenden

Symposium Woonoverlast Tomlow Advocaten. Marten Jeths

Rotterdamwet. Wat u moet weten over het onderzoek naar huurders als u een woning wilt huren van een particuliere verhuurder

Aanmeldformulier Meldpunt Zorg en Overlast / Steunpunt Huiselijk Geweld

KLACHTENREGELING IVT. 1. Algemene inleiding

CONVENANT. Veiligheid op scholen van het Voortgezet en Middelbaar Beroepsonderwijs in LELYSTAD

BELEIDSREGELS GEBIEDSONTZEGGINGEN GEMEENTE HARDINXVELD-GIESSENDAM

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

Beleidsregel verblijfsontzeggingen Alkmaar De Burgemeester van de gemeente Alkmaar,

OVER WIJKEN. Overlast

dat door toepassing van artikel 174a Gemeentewet herhaling van overlast vanuit en rond woningen en lokalen kan worden voorkomen;

Leidraad omgevingsbeheer huisvesting arbeidsmigranten voormalige grafische school in Blaarthem

Als uw kind onder toezicht gesteld wordt

Inhoudsopgave Beginpagina...1 Vragenlijst...2 Afsluitende pagina...7

huren I N FORM AT I E OV ER overlast

PRIVACYSTATEMENT MEERWONEN

Protocol cameratoezicht

KLOKKENLUIDERREGELING WONINGSTICHTING VOLKSBELANG

U en uw buren. Wie zijn die mensen? Maak even kennis. Missie van Haag Wonen

Transcriptie:

Gereedschapskist Aanpak woonoverlast Capelle a/d IJssel Inhoud 1. Doel van de aanpak woonoverlast 1.1. Woonoverlast en instrumenten 1.2. De opbouw van de gereedschapskist 1.3 De stappen in de aanpak Woonoverlast 1.4 Waar vind ik de instrumenten? 2. Preventie 2.1 Instrumenten 2.2 Handreiking Screening aspirant-huurders 3. Wegen melding en opstellen plan van aanpak 3.1 Profielen woonoverlast 3.2 Handreiking Analyse melding en bepalen PvA 4. Dossiervorming 4.1 Eisen aan het dossier 4.2 Mandaatbesluit en instructie gegevensuitwisseling 4.3 Formulier aanvraag gegevens RIO 5. Instrumenten zelfredzame bewoner 5.1 Instrumenten particuliere bewoners/eigenaren 5.2 Handreiking voor Verenigingen van Eigenaren 6. Instrumenten burenconflict 6.1 Instrumenten 6.2 Handreiking inzet bemiddeling 6.3 Handreiking inzet mediation 7. Instrumenten zorgbehoevende in woning 7.1 Instrumenten 7.2 Handreiking zorgbehoevend overlastgever 8. Instrumenten woongenotverstoorder 8.1 Instrumenten (gemeente, publiekrechtelijk) A. Achterstallig tuinonderhoud, stank van afval of huisdieren en dergelijke B. Geluidsoverlast (APV en geluidsmeter) C. Onleefbare woning wegens overtreding bouwvoorschriften (artikel 17 Woningwet) D. Uithuisplaatsing op basis van de Wet tijdelijk huisverbod E. Voetbalvandalisme en ernstige overlast F. Ernstige verstoring van de openbare orde (artikel 174a Gemeentewet) G. Drugs in een woning (artikel 13b Opiumwet) H. Illegale seksinrichting I. Gebiedsontzegging op grond APV (incidenteel) J. Hennepkwekerijen 8.2 Handreiking inzet geluidsmeter 8.3 Handreiking Gele en rode kaarten A Handreiking Gele kaart B Handreiking Rode kaart C checklist procedure 174a Gemeentewet D checklist procedure 13b Opiumwet 41 E format gele kaart F format rode kaart Bijlage A Convenant Screening op woonoverlast Bijlage B Convenant Gegevensuitwisseling zittende overlastgevers Bijlage C Folder woonoverlast

1. Doel van de aanpak Woonoverlast 1.1 Woonoverlast en instrumenten In 2011 is het Actieplan Aanpak Woonoverlast 2011Capelle aan den IJssel vastgesteld. Deze gereedschapskist is een set van instrumenten ten behoeve van deze aanpak. Een aantal van deze instrumenten wordt nu ook al toegepast. Andere zijn nog in ontwikkeling. Stand van zaken woonoverlast in Capelle Capelle is een goede gemeente om in te wonen; Capellenaren beoordelen hun buurt in het algemeen gemiddeld met een 7,1 1. Gemiddeld geeft 3 op de 10 van hen aan in meer of minder mate overlast te ondervinden van omwonenden. In totaal hebben ongeveer 15.000 inwoners last van hun buren. Hierdoor wordt het woongenot verminderd en het primaire veiligheidsgevoel rondom de woning verlaagd. Regionaal gezien hoort Capelle aan den IJssel bij de vier steden die veel meldingen kennen van de categorie Twist woning en Geluidhinder woning. (Bron: Politie Rotterdam-Rijnmond). Twist woning en geluidhinder woning 2009 2010 Twist woning en geluidhinder woning 2009 2010 Albrandswaard 202 183 Maassluis 463 461 Barendrecht 402 368 Middelharnis 104 100 Bernisse 87 80 Oostflakkee 70 68 Brielle 116 119 Ridderkerk 438 434 Capelle ad IJssel 1129 1096 Rotterdam 17157 16078 Dirksland 36 37 Rozenburg 222 190 Goedereede 66 57 Schiedam 1493 1416 Hellevoetsluis 653 614 Spijkenisse 1466 1235 Krimpen ad IJssel 290 238 Vlaardingen 1240 1254 Lansingerland 382 325 Westvoorne 115 78 Totaal 26131 24431 Deze cijfers staan haaks op de doelstelling om van Capelle aan den IJssel een aantrekkelijke woonstad te maken en bovendien de veiligste 50.000+ gemeente van de regio Rotterdam-Rijnmond. Onze veiligheidsaanpak richt zich daarom ondermeer ook specifiek op de woon- en leefomgeving. Wat is woonoverlast? Van woonoverlast is sprake als een individuele bewoner zich regelmatig of structureel zodanig gedraagt, dat deze persoon daarmee in ieder geval omwonenden in hun woongenot stoort en/of in hun vrijheid belemmert en daarnaast eventueel ook zichzelf schade toebrengt. Geluidsoverlast, bedreiging, hangen in de portiek, lastig vallen, burenruzie en overlastgevend gedrag van kinderen van buren, zijn hier voorbeelden van. 1 Bron: Bewonersenquête Capelle aan den IJssel. Meetdatum: oktober 2009.

Wat willen we bereiken? Het doel is om te bereiken dat gemiddeld niet meer dan twee van de tien bewoners in 2015 (20%) vinden dat overlast van omwonenden vaak of soms voorkomt. Met andere woorden 80% van de Capellenaren ervaart dan geen woonoverlast. Dit is een vermindering met 30% ten opzichte van 2009. Daarbij streven we in de uitvoering ernaar om elke overlastsituatie binnen drie maanden na de eerste melding te beëindigen. Er zijn extreme gevallen waarbij dit niet haalbaar is; door de aanpak wordt het mogelijk om een onderbouwing te geven waarom die situaties langer duren. Om de vermindering te kunnen bereiken, willen we door een betere registratie en communicatie zicht krijgen op het aantal meldingen en de afhandeling daarvan, om zodoende te kunnen sturen op kwaliteit en tijdigheid van afhandeling van meldingen. Sturing Om te zorgen dat de doelstellingen worden bereikt en bewaakt is de sturing op het proces als volgt ingericht: Strategische regie: Wethouder Wonen is bestuurlijk verantwoordelijk voor de Aanpak Woonoverlast, de veiligheidsregisseur ambtelijk. In de Stuurgroep Veilig is het onderwerp Woonoverlast ondergebracht voor de strategische kwesties rondom woonoverlast. Zo zal de evaluatie van de Aanpak Woonoverlast en het screenen van aspirant-huurders in de Stuurgroep Veilig worden beoordeeld. Voor dit onderwerp neemt ook woningcorporatie Havensteder deel aan de Stuurgroep. Operationele regie: De stadsmariniers zijn belast met de operationele regie op overlastcasussen. Eén stadsmarinier is voorzitter van het casusteam woonoverlast waarin de betrokken partners in de uitvoering deelnemen. Kwaliteitsbewaking, monitoring en verantwoording: De veiligheidsregisseur bewaakt de kwaliteit van de aanpak. Knelpunten en verbeterpunten bespreekt hij met de stadsmariniers en voert deze door. De veiligheidsregisseur legt verantwoording af over de voortgang en de wijze van afhandeling aan de Wethouder Wonen. De aanpak woonoverlast In onze aanpak stellen we Capellenaren die overlast ervaren centraal. Zij hebben recht op ongestoord woongenot, moeten overlast gemakkelijk kunnen melden en daarbij kunnen rekenen op een serieuze behandeling. Waar we woonoverlast niet hebben kunnen voorkomen, bestrijden we dit met alle instrumenten die ons ter beschikking staan. Daarbij volgen we het zogenaamde escalatiemodel. Concreet houdt dit in dat de sancties zwaarder worden naarmate de ernst en duur van de overlast toenemen. Onze inzet is er op gericht in een zo vroeg mogelijk stadium een gedragsverandering bij de overlastgever te bewerkstelligen en daarmee de woonoverlast zo snel mogelijk te beëindigen. De aanpak woonoverlast bestaat uit Preventie en Aanpak bestaande overlastsituaties. In de fase Preventie is, naast een goede communicatie, het screenen van aspirant huurders een instrument. In de fase Aanpak bestaande overlastsituaties is sprake van een escalatiemodel, informatie-uitwisseling en een integrale aanpak. Integrale aanpak We proberen woonoverlast zoveel mogelijk te voorkomen en beginnende overlast in de kiem te smoren. Dit is een continu aandachtspunt voor alle partijen die betrokken zijn bij het beheer van woningen en woonomgeving. De partners in de aanpak van woonoverlast pakken deze overlast gezamenlijk aan. De gemeente neemt hierbij de regie op de aanpak. Havensteder, Politie, Buurtbemiddeling, Lokaal Zorgnetwerk en een aantal diensten van de gemeente (zoals handhavers en GOSA) spelen een belangrijke rol in het behalen van de doelstelling door het nemen van hun eigen verantwoordelijkheid voor de oplossing van het probleem. De handhavinginstrumenten van gemeente, politie, en woningcorporaties worden daarmee gecombineerd tot één samenhangende, op de situatie toegesneden aanpak. De instrumenten worden in deze gereedschapskist uitgewerkt. Screening aspirant huurders Screening van aspirant-huurders blijkt in de praktijk een waardevolle toevoeging te zijn aan het palet van beheermaatregelen waarmee woonoverlast kan worden voorkomen. Hoewel het een bevoegdheid van de corporaties betreft, worden bij de besluitvorming over de toepassing van screening alle ketenpartners betrokken. Hiertoe is het convenant Screening van aspirant-huurders op woonoverlast beschikbaar. Zie Hoofdstuk 2 en bijlage A Convenant Screening.

Gele en Rode Kaart Als er sprake is van een notoire overlastgever, dan volgt de gele en rode kaart procedure. In het geval van een particuliere woning wordt door de gemeente een gele kaart uitgereikt op basis van bestuurlijke maatregelen die de burgemeester ter beschikking staan. In deze gele kaart wordt precies aangegeven waar de overlastgever zich aan moet houden om te kunnen voorkomen dat hij de rode kaart krijgt. Houdt hij zich niet aan de regels dan wordt hij zijn huis uitgezet. In het geval van een corporatiewoning, stuurt de woningcorporatie een (al dan niet een gezamenlijke, mede door de burgemeester ondertekende) waarschuwingsbrief/gele kaart aan de overlastgevende huurder en als er weer een overtreding plaatsvindt, dan gaat de corporatie naar de rechter om de huurovereenkomst te kunnen gaan ontbinden. Als de rechter daartoe daadwerkelijk beslist, wordt dat beschouwd als een rode kaart. In alle gevallen is dossiervorming erg belangrijk. Zie hoofdstuk 8.3. Informatie-uitwisseling Goede informatie uitwisseling is een essentiële voorwaarde voor de aanpak van (vaak zware) overlastgevallen die vragen om een gecombineerde inspanning van de verschillende partijen. Daartoe is het convenant Gegevensuitwisseling bestrijden overlast zittende bewoners afgesloten. Dit convenant is als bijlage B toegevoegd. In dit convenant wordt geregeld dat gegevens van de politie door de woningcorporatie kunnen worden gebruikt, aanvullend op het eigen dossier voor de procedure voor het ontbinden van de huurovereenkomst. De gemeente (veiligheidsregisseur) is het informatie knooppunt.zie bijlage B. De aanpak in de praktijk De stadsmarinier neemt de operationele regie in de aanpak van woonoverlast, waarbij de partners de eigen verantwoordelijkheid houden. De veiligheidsregisseur ziet toe op de kwaliteit van de aanpak en zorgt voor randvoorwaarden hiertoe. Dit betekent niet dat alle woonoverlast-situaties in één keer zijn opgelost. De verwachting is dat, als er meer bekendheid wordt gegeven aan de aanpak, er sluimerende jarenlange overlastgevende situaties boven water komen en dat het aantal meldingen zal toenemen. Kort gezegd: de aanpak staat. Aan de slag! Ervaringen uit de praktijk zullen zichtbaar maken waar nadere afspraken met partners nodig zijn. Bijstelling van de aanpak kan gaandeweg plaatsvinden. Deze gereedschapskist helpt daarbij. In deze gereedschapskist zijn de instrumenten te vinden die kunnen worden gebruikt bij de aanpak van woonoverlast en bevat handreikingen voor de inzet van specifieke instrumenten door uitvoerende medewerkers van de ketenpartners. De meerwaarde van de instrumenten wordt bereikt doordat deze ingezet worden in goede afstemming met de partners, waardoor de aanpak daadkrachtig en gericht op het verhelpen van de overlast wordt uitgevoerd. Dit vraagt vertrouwen in elkaar en respect voor elkaars verantwoordelijkheden. Door samen het doel van het verhelpen van de overlast voor ogen te houden, wordt de overlast verminderd. Deze gereedschapskist is geen statisch geheel. Doorervaringen die worden opgedaan, ontwikkelingen die gaande zijn en jurisprudentie is het noodzakelijk de gereedschapskist aan te vullen met nieuwe instrumenten en bestaande instrumenten aan te passen. Gereedschap moet immers worden gebruikt, onderhouden, aangevuld en zo nodig worden vervangen. 1.2 De opbouw van de gereedschapskist Deze gereedschapskist bestaat uit drie delen. In de volgende paragrafen worden de stappen in de aanpak geschetst. (In het Actieplan Aanpak Woonoverlast staan deze uitgewerkt) en de gerelateerde instrumenten en hoofdstukken weergegeven. De hoofdstukken 2 t/m 4 bevatten handreikingen voorpreventie (in het bijzonder screening van aspirant-huurders), het opstellen van een plan van aanpak en dossiervorming. In hoofdstuk 5 t/m 8 gaan we dieper in opeen aantal van de hiervoor beschreven overlastprofielen en specifieke instrumenten voor de aanpak van overlastsituaties met dit profiel. Deze handreikingen zijn toepasbaar in situaties waarin de overlast met overleg, afspraken en eventueel zorg of begeleiding kan worden gestopt.

1.3. Stappen in de aanpak woonoverlast Het proces aanpakken woonoverlast begint met preventie en eindigt in het uiterste geval met ontruiming van de woning. De inzet is echter om het niet zover te laten komen en de overlast zo snel mogelijk te beëindigen door de inzet van de juiste instrumenten. In de meeste gevallen zal het dan ook niet nodig zijn om alle stappen van het proces te doorlopen. Een overlastmelding blijft wel altijd bestaan, ook als de overlast is beëindigd of de overlastgever - al dan niet gedwongen - is vertrokken. Op een later moment kunnen deze gegevens dan mogelijk nog een rol spelen bij screening van aspirant-huurders of een snelle aanpak van nieuwe overlastsituaties. De aanpak van woonoverlast wordt samengevat in onderstaand schema. In bepaalde gevallen zal er niet alleen binnen de keten woonoverlast maar ook tussen verschillende ketens worden samengewerkt. Dit is bijvoorbeeld aan de orde als de overlastgever zorgbehoevend is, zich met criminele activiteiten bezighoudt of als de huisvesting van kinderen in het geding komt. De aanpak van woonoverlast is daarmee een vraagstuk dat een groot beroep doet op het vermogen tot samenwerking van de betrokken organisaties. In het Actieplan Aanpak Woonoverlast worden de stappen nader toegelicht.

1.4. Waar vind ik welke instrumenten? 11.4 rode Overlastprofiel zelfredzame bewoner Hoofd Sleutel naar stuk oplossing 5 goed geïnformeerd worden over hoe een specifiek probleem zelf op te lossen burenconflict 6 duurzame conflictbemiddeling zorgbehoevende in woning woongenot verstoorder onwettige overlastsituatie multi-overlast problematiek 7 snel en effectief inschakelen van zorg en hulpverlening 8 juiste persoon of instantie aanspreken op verantwoordelijkhei d en concrete afspraken maken, doorzettingsmacht organiseren 8 Direct beëindigen onwettige situatie Plan van aanpak opstellen voor structurele oplossing 8 heldere probleemanalyse in overleg met bewoners, met concrete vervolgacties wie waarvoor verantwoordelijk is. Ketenpartners Instrumenten Gele/rode kaart Havensteder folder n.v.t. Politie informeren door Publiekszaken woonconsulenten Stadsmariniers buurtagent gemeente Er-op-af team Havensteder Politie Buurtbemiddeling Stadsmariniers Lokaal Zorgnetwerk (meervoudige problematiek), Stadsmariniers GOSA Havensteder Havensteder Politie Stadsmariniers Handhaving Politie Stadsmariniers Handhaving Havensteder Stadsmariniers Politie Havensteder Handhaving Lokaal Zorgnetwerk GOSA buurtbemiddeling; mediator; woonconsulenten Eropaf team (2 wijken) Toeleiding naar zorg en of werk en begeleiding;maat schappelijke opvang Inkomensbrigade Er-op-af team Gesprek Afspraken brief handhavingsteam handhaving door woningcorporatie Geluidsmeter Meldpunt huiselijk geweld Meldpunt mensenhandel aanschrijving gele en rode kaart n.v.t. n.v.t. Tenzij er sprake is van onoplosbare overlast. Dan wordt na overeenstemming met LZN gele kaart uitgereikt Burgemeester Havensteder Burgemeester Havensteder Burgemeester Havensteder

2. Preventie ontruiming/ sluiting 2.1 Instrumenten Hierna worden de instrumenten in de fase Preventie samengevat. Kennismaking Wanneer buren regelmatig contact onderhouden, wordt het makkelijker om elkaar aan te spreken op ongewenst gedrag en afspraken te maken over de onderlinge omgang. Ook buurtagenten en toezichthouders van bijvoorbeeld de woningcorporatie kunnen hier een rol bij spelen. Het Er-op-af team streeft ernaar dat bewoners zelfredzaam zijn en liefst ook vrijwilligerswerk doen in de wijk. Informatie en advies De ketenpartners informeren bewoners over hun rechten en plichten en geven advies over wat bewoners kunnen doen om overlast te voorkomen. Dit draagt er toe bij dat bewoners zich er van bewust worden dat zij mogelijk overlast veroorzaken en welke gevolgen dit kan hebben. Ook leren zij elkaar hier op een nette manier op aan te spreken. Informatie van de gemeente Capelle aan den IJssel en Havensteder is te vinden in de folder: Woonoverlast,wat kunnen we er samen aan doen? (bijlage C). Ook is informatie beschikbaar op www.capelleaandenijssel.nl. Screening van aspirant-huurders Complexen, straten of buurten die (bijvoorbeeld als gevolg van eerdere overlast) kwetsbaar zijn voor leefbaarheidproblemen kunnen worden aangewezen als screeningsgebied. Wanneer een corporatiewoning in dit gebied te huur wordt aangeboden, wordt de aspirant-huurder eerst gescreend voordat deze een huurcontract krijgt aangeboden. Als blijkt dat deze persoon al eerder overlast heeft veroorzaakt, gaat de woning naar een andere kandidaat. Voor een uitgebreidere beschrijving van dit beleid en het bijbehorende convenant wordt verwezen naar het Actieplan. In hoofdstuk 2.2 treft u een handreiking aan voor het uitvoeren van de screening, die is overgenomen uit het convenant screening van aspirant-huurders. In Bijlage A is het Convenant screening te vinden. 2.2 Handreiking screening van aspirant-huurders Algemene toelichting en procedurebeschrijving Bij screening van aspirant-huurders blijven de gebruikelijke regels voor woningtoewijzing van kracht. De kandidaat die op grond van deze regels op de eerste plaats eindigt, krijgt echter pas een huurcontract aangeboden nadat is vastgesteld dat hijzelf en eventuele medebewoners niet als overlastgever geregistreerd staan. Is dat wel het geval, dan wordt de procedure herhaald voor de volgende kandidaat op de lijst. De screening wordt formeel uitgevoerd door de burgemeester en feitelijk door de politie. De communicatie met de kandidaat verloopt in principe via de corporatie. De screening kan alleen doorgang vinden als de aspirant-huurder daarmee instemt. Is dat niet het geval, dan wordt de toewijzingsprocedure beëindigd. Naar verwachting zal dat in de praktijk echter niet vaak voorkomen. Bij de aanbieding van de woning in de (digitale) woonkrant wordt namelijk al aangegeven dat screening van toepassing is. De ervaring leert dat kandidaten die iets te vrezen hebben dan vaak al niet eens meer reageren. De uitgewisselde informatie is uiteraard vertrouwelijk en de resultaten van de screening blijven slechts een maand bewaard. Het aanbieden van een huurcontract aan een aspirant-huurder is een privaatrechtelijke aangelegenheid. De corporaties geven in eerste instantie zelf aan in welke gebieden zij screening willen toepassen en gedurende welke periode. Indicatoren die daarbij meewegen zijn de scores van het desbetreffende gebied op de veiligheidsindex, de sociale index en de buurtsignalering. De uiteindelijke besluitvorming over toepassing van screening vindt plaats in samenspraak met politie en gemeente.

Het privaatrechtelijke karakter van de huurovereenkomst heeft ook tot gevolg dat de corporaties niet verplicht zijn het advies van de burgemeester op te volgen. In het convenant is wel opgenomen dat de corporaties de burgemeester op de hoogte stellen als zij ondanks een negatief advies toch een woning in de aangewezen gebieden aan de gescreende huurder toewijzen, en dat zij daarbij ook aangeven op welke gronden zij deze beslissing hebben genomen. De uitvoeringsorganisatie Zowel bij de gemeente als de politie en de woningcorporatie worden mensen aangesteld die belast zijn met de uitvoering van het instrument screening van aspirant-huurders op overlast. De veiligheidsregisseur vervult een spilfunctie. Hij ontvangt de gegevens van de woningcorporatie over de te screenen personen, geeft deze gegevens vervolgens door aan de politie en na screening door de politie geeft de gemeente ook weer terugkoppeling aan de woningcorporatie. Zowel de gemeente als de politie werken met een één-loketfunctie. Eén-loket functie bij de gemeente De woningcorporatie die het convenant heeft ondertekend, de geweigerde aspirant-huurders en de politie kunnen gebruik maken van het gemeentelijke regiepunt woonoverlast. Dit regiepunt is tevens verantwoordelijk voor de screening van de aspirant-huurders (hierna Coördinator Screenen genoemd). De politiegegevens worden verstrekt aan de burgemeester. De veiligheidsregisseur (tevens Coördinator Screenen) is bevoegd ze namens de burgemeester in ontvangst te nemen. De gegevens worden digitaal aangeleverd via het mailadres woonoverlast@capelleaandenijssel.nl. De procedure: Stap 1: In de woonkrant geeft de woningcorporatie bij de woningen in de gebieden die vallen onder het convenant aan dat screening van hoofd- en medebewoners zal plaatsvinden alvorens tot verhuur over te gaan. Stap 2: De bewoner die als eerste op de lijst staat krijgt een aanbiedingsbrief, waarin staat dat, nadat geadresseerde aangegeven heeft de woning te willen accepteren, er eerst een screening plaats vindt van hoofd- en medebewoners, voordat daadwerkelijk tot verhuur zal worden overgegaan. Aangegeven wordt dat de aspirant-bewoner niet verplicht is hieraan medewerking te verlenen, maar dat verhuur van de woning dan ook geen doorgang zal vinden. Stap 3: Na acceptatie van de woning door de aspirant-huurder neemt de woningcorporatie de persoonlijke gegevens (naam, adres, woonplaats, geboorteplaats en datum) van de aspiranthuurder en zijn huisgenoten op en geeft deze door aan het Gemeentelijk Steunpunt Woonoverlast. Stap 4: De veiligheidsregisseur van het Gemeentelijk Steunpunt Woonoverlast geeft de door woningcorporatie Havensteder aangeleverde gegevens door aan de infodesk van de dienst RIO van de Regiopolitie Rotterdam-Rijnmond. Hij kan tevens andere partners verzoeken hem relevante informatie over de aspirant-huurder te verstrekken. Stap 5: Binnen 24 uur geven het RIO en de andere partners de relevante informatie door aan de veiligheidsregisseur. Stap 6: De veiligheidsregisseur toetst de gegevens aan de criteria genoemd in het Convenant Screening van aspirant-huurders op overlast en geeft de woningcorporatie per mail door wat zijn advies is (zie onderstaand stoplichtmodel). Bij twijfel overlegt de veiligheidsregisseur met de stadsmarinier. Stap 7: De woningcorporatie neemt een besluit en deelt dit mee aan de aanvrager. Bij afwijzing wordt de aanvrager gewezen op de mogelijkheid hierover een gesprek aan te gaan met de veiligheidsregisseur Stap 8: Gegevens van aanvragers worden in ieder geval na een maand, gerekend vanaf het moment van aanvraag bij de woningcorporatie, vernietigd. Er worden geen persoonlijke gegevens uit de Politiebestanden van aanvragers overgedragen aan derden, waaronder de woningcorporaties. De veiligheidsregisseur hanteert het zogenaamde stoplichtmodel : Rood advies: weigeren op basis van de politiegegevens, gerelateerd aan de criteria zoals opgesteld in het Convenant. Oranje advies: twijfel, te overwegen is om de aspirant-huurder het voordeel van de twijfel te gunnen en bijvoorbeeld een korte huurovereenkomst met bijzondere bepalingen aan te bieden. Groen advies: geen probleem, aanvraag kan worden gehonoreerd.

3. Wegen melding en opstellen plan van aanpak 3.1 Profielen woonoverlast Als één van de ketenpartners een melding van woonoverlast ontvangt die te complex is om zelf af te handelen, zal de stadsmarinier van de gemeente worden gevraagd de situatie uatie nader te onderzoeken en in samenspraak met de ketenpartners een plan van aanpak op te stellen. In dit plan van aanpak, dat normaal gesproken is gebaseerd op o één van de zes overlastprofielen, worden alle maatregel maatregelen beschreven die de ketenpartners nemen om de overlast te stoppen, van de eerste interventie (bijvoorbeeld een bemiddelingsgesprek) tot de uiterste consequentie: het uitreiken van een gele en/of rode kaart. In de volgende paragraaf is de handreiking voor de analyse en het plan van aanpak opgenomen. Err worden zes overlastprofielen onderscheiden: 1. De zelfredzame bewoner heeft te maken met een lichte vorm van overlast en kan en wil dit probleem zelf oplossen. Vanuit de aanpak woonoverlast wordt deze bewoner ondersteund met heldere informatie. Deze informatie wordt overgebracht via een folder of door persoonlijk contact van de stadsmariniers, het eropaf team en/of medewerkers van de ketenpartners met de bewoner. 2. Bij het burenconflict is de onderlinge relatie tussenbewoners verstoord. Er is enige wil en bereidheid om aan een oplossing te werken, maar zonder tussen komst van derden is normale communicatie niet nie mogelijk. De buurt heeft beperkt last van het conflict. Een

gesprek met beide partijen en bemiddeling zijnde belangrijkste instrumenten om te komen tot een oplossing voor overlastsituaties met dit profiel. 3. De zorgbehoevende overlastgever heeft hulp of opvang nodig om zijn situatie te veranderen. De bewoner kan of wil hiervoor zelf geen verantwoordelijkheid nemen en dat geldt ook voor omwonenden. Voor de buurt is de overlast beperkt tot ernstig. In deze situaties moet altijd het Lokale Zorg Netwerk(LZN) worden ingeschakeld. Omdat de ketenaanpak woonoverlast en de ketenaanpak bemoeizorg elkaar in dit profiel raken, moeten er goede afspraken worden gemaakt over de wederzijdse taken en verantwoordelijkheden. 4. De woongenotverstoorder veroorzaakt geluidsoverlast,verwaarloost zijn tuin of zorgt bijvoorbeeld voorstankoverlast door huisdieren of afval. Een deel van de buurt ondervindt hier veel hinder van. De woongenotverstoorder is niet voor rede vatbaar en bezorgt de buurt veel en grote overlast. De situatie is onhoudbaar en er is geen perspectief op verbetering. De omwonenden staan machteloos. De aanpak is erop gericht om eerst de overlastgever eigenaar van het probleem te laten worden en actie te laten ondernemen. Gedragsverandering moet leiden tot het structureel stoppen van de overlast. Als de instrumenten voor gedragsverandering niet werken, wordt het traject van de rode kaart ingezet. Deze wordt uitgedeeld als de laatste waarschuwing (in de vorm van de gele kaart ) niet heeft gewerkt. Het uitdelen van een rode kaart heeft tot gevolg dat de overlastgever zijn woning moet verlaten. Bij particuliere woningen is de burgemeester bevoegd om de woning voor een bepaalde periode te sluiten. In het geval van een (corporatie)huurwoning zal de woningcorporatie tot ontbinding van de huurovereenkomst overgaan. 5. Er is sprake van een onwettige overlastsituatie als er in een woning strafbare feiten worden gepleegd, zoals hennepteelt, woonfraude, mensenhandel, huiselijk geweld of drugshandel, waardoor er direct ingegrepen moet worden door instanties met speciale bevoegdheden. De eerste prioriteit is om de onwettige situatie te beëindigen, maar deze interventie wordt direct gevolgd door een plan van aanpak voor het structureel oplossen van het probleem. 6. Bij multi-overlastproblematiek spelen er meerdere overlastsituaties tegelijkertijd in een buurt. Veel bewoners hebben hier last van. Wie waarvoor verantwoordelijk is, blijft onduidelijk en daardoor gebeurt er niets. Er is niemand in de buurt die de breedte en diversiteit van de woonoverlast kan overzien. De aanpak van dergelijke situaties begint dan ook met het maken van een heldere probleemanalyse, samen met de bewoners. De concrete acties die hier uit voortkomen, worden opgepakt door de stadsmariniers. In situaties die passen binnen dit profiel worden relatief zware handhavinginstrumenten ingezet om de overlastgevers te bewegen hun gedrag te veranderen. Zo kan er een gele kaart worden uitgedeeld, waarmee de ketenpartners een formele, laatste waarschuwing geven die sancties in het vooruitzicht stelt als de overlast niet per direct wordt beëindigd.

3.2 Handreiking: Ontvangen en wegen melding en bepalen Plan van Aanpak Stel de volgende vragen: 1) Is er al door melder zelf contact opgenomen met de overlastgever? 2) Is de situatie bekend bij de woningcorporatie en politie en zo ja,welke acties zijn ondernomen? Wat is het beeld van de woningcorporatie en politie? 3) Zijn er meerdere melders over dezelfde overlastgever? 4)Is de overlastgever (of soms melder) bekend bij het Lokaal Zorgnetwerk? Bepaal het profiel van de overlastgever: zelfredzame burger, buren conflict, zorgbehoevende, woningverstoorder, multi-overlastsituatie, onwettige overlastsituatie. Bepaal welk instrument bruikbaar is 11.4rode Hoofd Sleutel naar Overlastprofiel stuk oplossing zelfredzame 5 goed geïnformeerd bewoner worden over hoe een specifiek probleem zelf op te lossen burenconflict 6 duurzame conflictbemiddeling zorgbehoevende in woning woongenot verstoorder onwettige overlastsituatie multi-overlast problematiek 7 snel en effectief inschakelen van zorg en hulpverlening 8 juiste persoon of instantie aanspreken op verantwoordelijkhei d en concrete afspraken maken, doorzettingsmacht organiseren 8 Direct beëindigen onwettige situatie Plan van aanpak opstellen voor structurele oplossing 8 heldere probleemanalyse in overleg met bewoners, met concrete vervolgacties wie waarvoor verantwoordelijk is. Ketenpartners Instrumenten Gele/rode kaart Havensteder folder n.v.t. Politie informeren door Publiekszaken woonconsulenten Stadsmariniers buurtagent gemeente Er-op-af team Havensteder Politie Buurtbemiddeling Stadsmariniers Lokaal Zorgnetwerk (meervoudige problematiek), Stadsmariniers GOSA Havensteder Havensteder Politie Stadsmariniers Handhaving Politie Stadsmariniers Handhaving Havensteder Stadsmariniers Politie Havensteder Handhaving Lokaal Zorgnetwerk GOSA buurtbemiddeling; mediator; woonconsulenten Eropaf team (2 wijken) Toeleiding naar zorg en of werk en begeleiding;maat schappelijke opvang Inkomensbrigade Er-op-af team Gesprek Afspraken brief handhavingsteam handhaving door woningcorporatie Geluidsmeter Meldpunt huiselijk geweld Meldpunt mensenhandel aanschrijving gele en rode kaart n.v.t. n.v.t.,tenzij er sprake is van onoplosbare overlast. Dan wordt na overeenstemming met LZN gele kaart uitgereikt Burgemeester Havensteder Burgemeester Havensteder Burgemeester Havensteder

4. Dossiervorming 4.1. Eisen aan het dossier Zorgvuldige dossiervorming is een essentiële voorwaarde om woonoverlast doeltreffend te kunnen bestrijden. Naarmate de overlast erger is en de sancties zwaarder, worden er hogere eisen gesteld aan de kwaliteit van het dossier. Zo wordt de gele kaart pas uitgedeeld als duidelijk is dat ontruiming van de woningjuridisch haalbaar is. In onderstaand kader is kort samengevat welke gegevens er minimaal nodig zijn om juridische stappen tegeneen overlastgever te kunnen ondernemen. In alle gevallen is het raadzaam om de contacten met melder, overlastgever en omwonenden van meet af aan zorgvuldig te registreren. Wanneer het in een later stadium nodig blijkt om (ten behoeve van een gele of rode kaart) informatie van verschillende organisaties samen te voegen, zijn alle ketenpartners hier goed op voorbereid. Ter bescherming van de privacy van de betrokkenen worden informatie en documenten pas uitgewisseld als dit echtnoodzakelijk is om de aanpak van de overlastsituatie te kunnen doorzetten. Bij lichtere en/of kortdurende overlastsituaties zal dit normaal gesproken niet nodig zijn en kan worden volstaan met mondelinge uitwisseling van informatie. Om zonodig de uiterste sanctie op woonoverlast(ontruiming en/of sluiting van de woning) te kunnen doorvoeren, is het essentieel dat er vanaf de eerste melding een dossier wordt opgebouwd. Ketenpartners en omwonenden doen dit in eerste instantie afzonderlijk. De gegevens worden pas samengevoegd als er wordt overwogen om een gele kaart uit te reiken. De bundeling en uitwisseling van gegevens in een latere fase van de aanpak is gebonden aan regels voor de bescherming van de privacy van de betrokkenen. De ketenpartners hebben hier een convenant over gesloten, dat als Bijlage B. is toegevoegd. Aan de uitwisseling van politiegegevens worden bijzondere eisengesteld, die zijn verwerkt in de bijgevoegde instructie. Een compleet dossier bevat de volgende (typen) documenten: 1. de huurovereenkomst met eventueel daar op van toepassing zijnde algemene voorwaarden; 2. alle correspondentie betreffende woonoverlast die in het dossier heeft plaatsgevonden; 3. gedateerde verslagen van telefoongesprekken die hebben plaatsgevonden; 4. foto s en andere feitelijke waarnemingen zoals geluidsopnamen ter ondersteuning van het beeld van de situatie; 5. proces-verbaal c.q. sfeerrapportage van de politie; 6. meldformulieren van direct omwonenden. Deze stukken heeft een jurist minimaal nodig om zich een idee te kunnen vormen over het dossier. Verder is het essentieel dat er schriftelijke verslagen worden gemaakt van gesprekken met overlastgevers en omwonenden, evenals van gemaakte afspraken. Afspraken moeten ook schriftelijk worden bevestigd aan overlastgevers en omwonenden. Omwonenden kunnen worden gevraagd een verklaring af te leggen. De politie en sommige notarissen zijn ook bereid om anonieme verklaringen op te nemen.

4.3 Formulier Aanvraag gegevens Infodesk RIO voor bestrijding Woonoverlast Nummer aanvraag: jaartal, CAP, opvolgnummer (bv 2011CAP001) Datum aanvraag: Naam overlastcoördinator: Telefoonnummer:. Naam betrokken buurtagent:.. Overlastgevend adres: Doel van gegevensaanvraag:.. rode kaart 13 b drugsoverlast gele kaart 174a woonoverlast/procedure woningcorporatie... Globale beschrijving interventies Datum interventie Resultaat Buurtagent/politie betrokken Woningcorporatie inzet gepleegd Buurtbemiddeling/mediation ingezet Interventieteam bezoek Zorg/hulpverlening ingeschakeld Dossier woningcorporatie/deelgemeente aanwezig.. Aandachtspunten: Zorg dat de Gebruikersinstructie gegevensuitwisseling politie bekend is bij jou en je vervanger. Dit formulier mag alleen door gemandateerd overlastcoördinatoren en hun plaatsvervanger worden gebruikt. De infodesk RIO controleert dit. Eerst andere instrumenten hebben afgewogen en ingezet (zie Handreiking Analyse en PVA) Vraag alleen gegevens op als de gegevens daadwerkelijk nodig zijn voor de oplossing van de overlast. De politie kan alleen gegevens woonoverlast verstrekken die niet onder justitie zijn. De politie zorgt voor geanonimiseerde gegevens die als zodanig kunnen worden verstrekt aan de woningcorporatie. Dit formulier wordt ingevuld gemaild door de overlastcoördinator naar infodesk@rijnmond.politie.nl. De standaard reactietijd is 14 dagen, indien spoed vereist is, dan kan contact worden opgenomen met de chef van dienst RIO 010-2748900, met het verzoek tot snellere levering. De woningcorporatie die convenantpartner is en om die reden de gegevens mag ontvangen is: Havensteder. Woningcorporaties hebben verantwoordelijkheid om zelf ook een dossier op te bouwen. De overlastcoördinator stimuleert de woningcorporatie om dit te doen, alvorens de gegevensaanvraag bij de politie wordt gedaan. Afkortingen voor opvolgend nummer: Gebruik voor Capelle CAP en gebruik deze afkorting consistent (dus niet allemaal verschillende afkortingen voor 1 gemeente gebruiken).

5. Instrumenten bij het profielzelfredzame bewoner 5.1 Instrumenten De zelfredzame bewoner kampt met een overzichtelijk overlastprobleem dat hij zelfstandig kan oplossen, door het gesprek met de overlastgever aan te gaan en eventueel afspraken te maken. Wanneer een bewoner bijvoorbeeld een muziekinstrument bespeelt en de buren hier last van hebben, kunnen de betrokkenen onderling afstemmen op welke tijdstippen er wel en niet gespeeld kan worden. Als dit niet lukt of als de gemaakte afspraken niet worden nagekomen, kan de overlastgever worden gewezen op overlastbepalingen in het huurcontract, het reglement van de Vereniging van Eigenaren, de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) of andere overeenkomsten,wetten en regels waar de overlastgever aan gebonden is. Afhankelijk van de sanctiemogelijkheden die in deze documenten zijn opgenomen, kan een beroep worden gedaan op de verhuurder, de Vereniging van Eigenaren en/of de politie om een waarschuwing te geven, een boete op te leggen of goederen in beslag te nemen. Normaalgesproken zou dit voldoende moeten zijn om het probleem op te lossen. Als dat niet het geval is,moet de analyse van de situatie worden bijgesteld en een Plan van Aanpak worden opgesteld dat is gebaseerd op een ander overlast profiel. Bij aanhoudende of steeds terugkerende woonoverlast kan de overlasthebber worden gestimuleerd om aantekeningen te maken van de aard van de overlast en de data en tijdstippen waarop deze zich voordoet. Deze informatie vormt belangrijke input voor een dossier, dat eventueel in een latere fase moet worden opgebouwd. Het digitale logboek is een internetapplicatie waarin bewoners hun ervaringen met woonoverlast in detail kunnen vastleggen op de tijdstippen dat de overlast plaatsvindt. Deze gegevens zijn ondersteunend aan de dossiervorming rondom een overlastgever. Met het logboek kan de rechter concreet zicht krijgen op de ervaren woonoverlast. Vanuit de aanpak woonoverlast kan de zelfredzame bewoner worden ondersteund met informatie en advies. Het is belangrijk dat bewoners weten hoe zij overlastgevers op een goede manier kunnen aanspreken en waarzij woonoverlast kunnen melden als ze behoefte hebben aan ondersteuning door instanties. Deze vragen worden beantwoord in de folder Woonoverlast? Wat kunnen we er samen aan doen? die de ketenpartners gezamenlijk hebben gepubliceerd. De folder is verkrijgbaar bij de gemeente en kan ook worden gedownload op www.capelleaandenijssel.nl. Naast deze gezamenlijke voorlichting verstrekken de ketenpartners individueel informatie en advies aan hun klanten. Er is ook een specifieke handreiking voor Verenigingen van Eigenaren. Deze behandelt alle stappen die een VvE tegen overlastgevers kan nemen, van preventie tot en met het opschorten van het gebruiksrecht van de woning. Deze handreiking is te vinden in Hoofdstuk 5.2. Omdat de kwaliteit van het dossier in deze fase cruciaal is, is het belangrijk om VvE s en particuliere verhuurders al in een vroeg stadium te wijzen op mogelijkheden om overlast zelf aan te pakken. Wanneer de overlast zich niet laat oplossen met praten,afspraken maken en eventueel het inschakelen van zorg of begeleiding, kan een woningcorporatie, particuliere verhuurder of Vereniging van Eigenaren de volgende privaatrechtelijke stappen zetten. A. Opzeggen huur De verhuurder van een woning waarin overlast plaatsvindt,kan nagaan of er gronden zijn om de huur op te zeggen. Hieronder staan enkele voorbeelden van dergelijke gronden: Opzeggen huur door woningcorporatie of particulier als de huurder overlast veroorzaakt voor medebewoners; als de huurder overlast veroorzaakt voor de verhuurder; als de huurder de huur niet betaald heeft. Opzeggen huur door particulier als hij aan het eind van een tijdelijke huurperiode zelf in de woning wil wonen; indien de huurder zich niet heeft gedragen zoals een goedhuurder betaamt; bij dringend eigen gebruik van de particulier.

Opzeggen kamerhuur door particulier direct opzeggen tijdens de eerste negen maanden (proeftijd); voor verstrijken van de eerste zes maanden bedraagt de opzegtermijn drie maanden (binnen de negen maanden). N.B. Op de website van de Rijksoverheid en in artikel 7:274 BW staat meerinformatie over het opzeggen van huurovereenkomsten. B. Opzeggen huurovereenkomst Als de huurder niet instemt met de huuropzegging, kan de verhuurder naar de rechter gaan en vorderen dat de rechter bepaalt op welk tijdstip de huur eindigt. Dat gebeurt in een zogenaamde bodemprocedure. Een ontbinding van de huurovereenkomst kan alleen ineen bodemprocedure en niet in een kort geding. Dealgemene grond voor ontbinding is artikel 6:265 BW. C. Ontruimen woning Een verhuurder kan ook een kortgeding tegen de huurderbij de kantonrechter beginnen. In tegenstelling tot vroeger hoeft een ontruiming-kortgeding niet meer te worden gevolgd door een bodemprocedure tot ontbinding van de huurovereenkomst. 5.2 Handreiking voor Verenigingen van Eigenaren VVE: preventie en de aanpak van woonoverlast Capellenaren willen plezierig wonen in hun stad. Soms lukt dat niet. Heeft u bijvoorbeeld last van asociaal gedrag,geluidsoverlast en/of intimidatie in uw woonomgeving,dan kan er sprake zijn van woonoverlast. In de Aanpak woonoverlast Capelle werken gemeente, politie en Havensteder samen. Het verbeteren van het woongenot van de bewoners die overlast ervaren,staat centraal in de Aanpak Woonoverlast. Wilt u een melding woonoverlast doen, dan kan dat via het algemene telefoonnummer van de gemeente Capelle aan den IJssel op14010 en via www.capelle.nl. U kunt hier ook hennepkwekerijen, overlast door drugspanden en overlast door overbewoning melden. Verantwoordelijkheden De eigenaar van een woning is verantwoordelijk om te zorgen dat er geen woonoverlast door omwonenden wordt veroorzaakt. Een Vereniging van Eigenaars mag namens de bewoners en gebruikers eisen dat de overlastgevende bewoner de regels naleeft en handhaven als de overlastgever zich hier niet aan houdt. Een eigenaar binnen het VVE-verband mag van de VVE eisen dat deze optreedt tegen overlast veroorzakend gedrag van één van de bewoners. De VvE moet in dat gevaloptreden. De Vereniging Eigen Huis heeft een model splitsingsreglement voor Verenigingen van Eigenaren(VvE) ontwikkeld. Vele VvE s hebben dit model over genomen. In het model staat dat een eigenaar of gebruiker geen onredelijke hinder aan de andere eigenaars en gebruikers mag toebrengen. Het wijzen van een VvE op het bestaan van een splitsingsreglement kan een VvE op weg helpen bij het oplossen van de overlast. Huishoudelijk reglement Om te kunnen optreden is een huishoudelijk reglementnoodzakelijk, waarin afspraken zijn gemaakt omtrent het gebruik, het beheer en het onderhoud van de eigenwoning. In het modelreglement bij splitsing appartementsrechten van januari 2006 is hiervan een voorbeeld te vinden. Het is raadzaam om bij oprichting van een VVE of bij het vernieuwen van de afspraken van een VVE, dit modelreglement uit 2006als leidraad te hanteren voor het maken van de afspraken. Als u van dit modelreglement gebruik wilt maken voor een bestaande VVE, dan moet het model reglement formeel door de VVE van toepassing zijn verklaard. Welke maatregelen kan de VvE nemen? Contact leggen Bij woonoverlast is het belangrijk dat eerst wordt aangegeven aan de overlastgever dat er overlast wordt veroorzaakt. Als de overlastgever niet weet wat er mis is, kan hij het ook niet oplossen. Spreek de overlastgever op een rustig moment vriendelijk aan op zijn gedrag. Ruzie maakt de situatie alleen maar vervelender en waarschijnlijk stopt de overlast niet. De VvE kan hier een bemiddelende rol in spelen of een bemiddelaar inschakelen, om erger te voorkomen.

Melden Als het contact niet leidt tot het stoppen van de overlast, dan is het belangrijk om de woonoverlast te melden bij politie of gemeente. Dossiervorming De meldingen zijn belangrijk voor de dossiervorming die nodig is om eventuele vervolgstappen te laten slagen. Zorg er dus voor dat er voldoende bewijs is van herhaalde, ernstige overlast in de vorm van klachtformulieren, logboeken, aangiften, video-opnames en andere middelen. Boete opleggen Het is mogelijk als VvE om de overlastgever een boete op te leggen, als dit is vastgelegd in het huishoudelijk reglement. In artikel 41 van het modelreglement 2006 is bepaald dat bij overtreding of het niet-nakomen van één van de bepalingen, het bestuur van de VvE aan de overlastveroorzaker een schriftelijke waarschuwing zal toesturen per aangetekende brief en hem zal wijzen op de overtreding. Geeft de overlastveroorzaker vervolgens binnen een maand geen gevolg aan die waarschuwing, dan kan het bestuur hem een eenmalige of dagboete opleggen van ten hoogste een bedrag dat door de vergadering wordt bepaald. De te verbeuren boetes komen vervolgens ten goede aan de VvE. Ontzegging van gebruik de woning Aan de overlastveroorzaker kan ook door de VvE het gebruik van zijn privégedeelte worden ontzegd. In artikel 39 van het modelreglement 2006 is bepaald dat door de algemene ledenvergadering van de VvE eerst een waarschuwing wordt gegeven. Als de overlast aanhoudt, dan kan de vergadering daadwerkelijk besluiten tot ontzegging van het gebruik van het privé en gemeenschappelijk gedeelte. Dit is een verstrekkende maatregel en daarom gelden rondom deze maatregel extra waarborgen om de feitelijke situatie in beeld te krijgen (dossier): Er moet een gesprek plaatsvinden tussen overlastgever en de personen die aangeven dat zij overlast ervaren. Hierbij is het belangrijk dat hier sprake is van hoor en wederhoor, dus dat de overlastgever ook zijn verhaal moet kunnen vertellen. Een onafhankelijke gesprekleider (bv buurtbemiddeling) kan hierbij helpen. In dit gesprek worden concrete afspraken gemaakt over de feitelijk ervaren overlast en welke oplossingen worden gevonden. De uitkomsten worden schriftelijk aan de betrokkenen verstrekt. Elke keer dat het gedrag van de overlastgever niet correct is, stuurt de VvE hierover een brief aan de overlastgever. Mocht de situatie niet veranderen, dan wordt de overlastgever voor een gesprek uitgenodigd. De oproeping geschiedt tegelijkertijd met het bijeenroepen van een vergadering en wel bij aangetekende brief met vermelding van de bezwaren die gerezen zijn. In de betreffende vergadering kan dit besluit alleen worden genomen met een meerderheid van ten minste 2/3 van het aantal stemmen. In die vergadering moeten 2/3 van het totaal aantal eigenaren (of hun vertegenwoordigers) aanwezig zijn. Lukt dit niet, dan moet tussen twee en zes weken daarna een nieuwe vergadering worden uitgeroepen. Na het besluit geldt nog een begunstigingstermijn voor de overlastveroorzaker van één maand nadat het besluit per aangetekend schrijven aan die overlastveroorzaker is verzonden. Welke maatregelen kan een VvE-lid zelf nemen? In gesprek gaan met de overlastgever U kunt als VvE-lid een gesprek organiseren met de overlastgever en degenen die overlast ervaren. Uitkomst van dit gesprek kan een brief zijn waarin duidelijk staat vermeld waaruit de overlast bestaat en wanneer de overlast wordt veroorzaakt en de gemaakte afspraken. Een kopie van de brief kan wordt gestuurd naar het bestuur van de VvE. Als er geen brief wordt opgesteld, is het raadzaam het VvE-bestuur te laten weten dat er gesprekken worden gevoerd. Dossiervorming Ook als VvE-lid kunt u bijdragen aan de dossiervorming door zoveel mogelijk meldingen van de overlast te doen, logboeken bij te houden, aangiften te doen, video-opnamen te maken en andere middelen in te zetten.

Beroep doen op het burenrecht In geval van ernstige onrechtmatige overlast kan een beroep worden gedaan op het burenrecht. De gang naar de (kort geding) rechter kan door iedere benadeelde worden gemaakt. Als direct omwonende zult u zich dan wel moeten wenden tot een advocaat. Die zal vervolgens in overleg een zogenaamde dagvaarding opstellen. Dat is een schriftelijk document, waarin uiteen wordt gezet dat er overlast wordt ervaren, wat de aard van de overlast is, de frequentie als ook de ernst van de overlast. Er moet dan daadwerkelijk sprake zijn van dusdanige ernstige hinder dat moet worden gesproken van onrechtmatige overlast. Vervolgens zal de advocaat de dagvaarding laten betekenen door de deurwaarder bij de overlastgever en zal een procedure worden opgestart. Deze procedure kunt u niet zonder advocaat voeren. Dat betekent dat er kosten verbonden zijn aan een dergelijke procedure. Welke maatregelen kan een verhuurder/vve-lid nemen? Huurder is overlastgever Het komt ook voor dat een huurder van een VvE-woning overlastgever is. De eigenaar/verhuurder is verantwoordelijk om te zorgen dat zijn huurder geen overlast veroorzaakt. Afspraken hierover kan de eigenaar maken in het huurcontract dat hij heeft met de huurder. De eigenaar heeft als uiterste mogelijkheid om de rechter te vragen de huurovereenkomst te ontbinden als de huurder zich niet aan de gemaakte afspraken houdt. Voordat met deze procedure wordt begonnen, is het natuurlijk verstandig dat de eigenaar en de overlasthebber eerst met de overlastveroorzaker/huurder een gesprek aangaan en te bekijken of het mogelijk is dat de huurder zelf de huurovereenkomst opzegt. Dit heeft tot gevolg dat de huurovereenkomst wordt ontbonden met wederzijds goedvinden. Indien de eigenaar geen actie onderneemt, kan de VvE een aangetekende brief sturen aan de eigenaar om de eigenaar te melden dat zijn huurder overlast veroorzaakt en hem te attenderen dat hij de een verantwoordelijkheid heeft om te zorgen dat zijn huurder geen overlast meer geeft. Als de huurder ontkent overlast te veroorzaken of niet mee wil werken aan een vrijwillige beëindiging van de huurovereenkomst, dan zal de huurovereenkomst door de eigenaar moeten worden opgezegd. In de wet zijn eisen genoemd waaronder de huurovereenkomst kan worden opgezegd door de verhuurder: de huurder gedraagt zich niet zoals een goed huurder betaamt. De brief met opzegging van de huurovereenkomst bevat reden van de beëindiging (aard, ernst en omvang van de overlast) en er moet de mogelijkheid worden geboden om binnen 6 weken te reageren op de brief. De overlastgever kan dan alsnog vrijwillig tot beëindigen overgaan. Dan is de procedure voor ontbinding niet meer nodig. Als huurder niet reageert of niet instemt met de beëindiging, dan moet door de eigenaar bij de kantonrechter ontbinding van de huurovereenkomst worden gevraagd. De kantonrechter zal dit alleen doen als hij de aard, de ernst en de omvang van de overlast zo groot vindt, dat ontbinding terecht is. Dossiervorming met meldingen, logboek en andere bewijzen die de overlast duidelijk maken en hoe vaker de overlast zich in korte periode opvolgt, des te groter de kans van slagen.

6. Instrumenten bij het profiel burenconflict 6.1 Instrumenten Er is sprake van een burenconflict als buren overlast van elkaar ervaren en hier niet meer op een normale manier over kunnen communiceren. De emoties zijn te hoog opgelopen en staan wellicht niet meer in een redelijke verhouding tot wat er feitelijk aan de hand is. In dergelijke gevallen is het zinvol om bemiddeling in te zetten om de overlastsituatie te beëindigen. De bemiddelaars kunnen medewerkers van de ketenpartners zijn,maar ook vrijwilligers van Buurtbemiddeling Capelle aan den IJssel. De Handreiking inzet buurtbemiddeling (zie 6.2) bevat nadere informatie over deze laatste optie. Voor conflicten tussen jongeren bestaat er jongeren buurtbemiddeling. Bemiddeling kan alleen succesvol zijn als alle betrokkenen in staat zijn om verantwoordelijkheid te dragen voorhun eigen gedrag en is daarom geen geschikt instrumentvoor situaties waarin sprake is van (een vermoeden van) een verstandelijke beperking, psychische problemen of verslaving. Ook voor situaties waarin sprake is van (ernstige) strafbare feiten, is bemiddeling geen geschikte oplossing. 6.2 Handreiking inzet buurtbemiddeling Het succes van buurtbemiddeling wordt bepaald door de mate waarin de stadsmarinier, politie, woningcorporatie, andere professionals en buurtbemiddeling samen in staat zijn om juist al die conflicten met een lage en middelhoge escalatiegraad in beeld te krijgen en bemiddeling in te schakelen. De afstemming over de inzet van buurtbemiddeling als er sprake is van overlast, vindt plaats door de coördinator buurtbemiddeling in het casusteam Woonoverlast. Ook als de bemiddeling om wat voor reden niet slaagt- wordt dit ingebracht in het casusteam Woonoverlast. Daar kan vervolgens worden bepaald wat de volgende stap is. Het casusteam wordt ook in kennis gesteld van relevante rechtstreeks aangemelde meldingen en in behandeling zijnde buurtbemiddelingen. Buurtbemiddeling, hoe werkt dat? Bewoners kunnen rechtstreeks met hun probleem terecht bij de buurtbemiddeling. Daarnaast ontvangen de woningcorporatie, de politie, gemeente (14010) meldingen woonoverlast. De woningcorporatie en de politie kunnen beginnende lichte meldingen van burenruzies direct doorzetten naar buurtbemiddeling. De zwaardere meldingen - te beoordelen door de woningcorporatie en politie op basis van eigen deskundigheid - worden ingebracht in het casusoverleg. Deze meldingen of signalen worden in het besproken waar de Coördinator buurtbemiddeling bij aanwezig is. Op basis van de verstrekte informatie wordt beoordeeld of het gaat om een burenruzie, die mogelijk met buurtbemiddeling kan worden opgelost. Als dit het geval is, voert de Coördinator buurtbemiddeling het eerste gesprek met de aanmelder en legt uit wat buurtbemiddeling inhoudt en hoe het werkt. Het bemiddelingsteam of de coördinator bespreekt of de kwestie bemiddelbaar is. Op dat moment worden vanuit de Aanpak Woonoverlast geen verdere acties ondernomen. Is bemiddeling niet mogelijk, dan zorgt de projectleider voor een adequate doorverwijzing dan wel terugkoppeling aan het casusoverleg woonoverlast. Indien de kwestie bemiddelbaar is, worden twee bemiddelaars ingezet om de zaak verder te behandelen. Zij nemen contact op met beide partijen en praten met ieder van hen afzonderlijk. Als één van de buren geen gesprek wil, stopt de bemiddeling. In sommige projecten is voortzetting met coaching van één of beide buren mogelijk, of pendelbemiddeling. In een derde gesprek komen de buren samen aan tafel onder begeleiding van de bemiddelaars. Ieder krijgt om de beurt de ruimte om zijn eigen verhaal te vertellen. De bemiddelaars stimuleren dit proces.

Door actief te luisteren en doorvragen zoeken zij naar de belangen achter de standpunten. Emoties horen bij conflicten en die mogen ook getoond worden, mits dat gebeurt met respect naar elkaar. Schelden, dreigen en discriminerende opmerkingen zijn taboe, dat hoort bij de bemiddelingsetiquette. Bij een conflict spelen voor elke buur verschillende achtergronden, belangen en beweegredenen mee. Vaak klaart de lucht al op, als dat duidelijk wordt. Dit inzicht schept ruimte om met elkaar te praten over mogelijke oplossingen. De bemiddelaars bewaken dat niet één partij de ander zijn wil oplegt. Gelijkwaardigheid en evenwicht zijn belangrijke uitgangspunten. De bemiddelaars blijven te allen tijde onpartijdig en neutraal. De bemiddelaars stimuleren de buren om er zelf uit te komen en samen een oplossing te bedenken. Een oplossing wordt dus niet aangedragen of opgelegd door de bemiddelaars Als buren eenmaal weer in staat zijn om met elkaar te communiceren, dan komt de oplossing vaak vanzelf. Kortom: Buren vertellen om de beurt hun verhaal. De bemiddelaars stimuleren dit proces via open vragen en toetsen of de ander gehoord heeft wat er is gezegd. Als het duidelijk is wat er speelt en de emoties enigszins zijn geluwd, laat de bemiddelaar de partijen tegen elkaar vertellen wat belangrijk voor ze is en wat de wensen en verlangens voor de toekomst zijn. Wanneer bij beiden enig begrip en inzicht ontstaat, kunnen de partijen gaan brainstormen over mogelijke oplossingen. Alles kan worden genoemd zonder het meteen met een mits of ja, maar onderuit te halen. Zo ontstaan ideeën. Beide buren zoeken vervolgens de oplossing die het beste bij ieder past. Bij meerdere problemen stelt men in overleg een prioriteitenlijst samen. Soms worden afspraken schriftelijk vastgelegd, meestal alleen als geheugensteuntje. Als de afspraak niet werkt, moeten beide buren toch met elkaar praten.een papiertje regelt dat niet. Ten slotte spreken de bemiddelaars af om nog een keer contact op te nemen om te horen of de gemaakte afspraken in de praktijk voldoen. Als bemiddeling niet slaagt, wordt de casus besproken in het Casusteam Woonoverlast om de volgende stap te bepalen en escalatie te voorkomen. Voor bemiddeling met jongeren bestaat jongeren buurtbemiddeling. Getrainde jongeren in de leeftijd van 14 tot en met 25 jaar bemiddelen tussen ouderen en jongeren of tussen jongeren onderling. De ruzies worden veroorzaakt door overlast door jongeren zoals geluidsoverlast, vernielingen of vandalisme. Welke meldingen kunnen worden doorverwezen naar buurtbemiddeling? Irritaties of conflicten in de dagelijkse leefsfeer, bijvoorbeeld: geluidsoverlast, rommel of vuilnis in het trappenhuis of bij de woning, erf-afscheidingen, overhangende struiken en bomen, overlast door kinderen, overlast doorhuisdieren, vernielingen, vreemde geuren, andere levenspatronen, parkeeroverlast, pesterijen/roddelen Buurtbemiddeling bemiddelt niét bij: conflicten binnen één familie, gezin of relatie; verticale conflicten, bijvoorbeeld tussen een huisbaas en bewoner; conflicten waarbij een verslavingsproblematiek speelt; conflicten waarbij geweld aan de orde is; conflicten waarbij één of beide partijen niet toerekeningsvatbaar is; en als het conflict bij een andere instantie in behandeling is. In deze gevallen bespreekt de projectleider buurtbemiddeling de zaak in het Casusteam Woonoverlast. In sommige gevallen kan toch een bemiddeling plaats vinden in samenwerking met andere instanties zoals Maatschappelijk werk, slachtofferhulp, politie, GGD, GGZ, of Verslavingszorg.

6.3 Inzet Mediation Wat is mediation? Mediation is een professionele vorm van bemiddeling. De mediator is een neutrale procesbegeleider, die afzonderlijk gezamenlijke gesprekken tussen partijen leidt. De gesprekken dienen te leiden tot deescalatie en zo mogelijk tot herstel van de communicatie en afspraken die voor alle betrokkenen goed werken. De mediator komt niet zelf met oplossingen, maar motiveert partijen om tot oplossingen te komen. De mediator zet verschillende gespreksvaardigheden in om het zelfoplossend vermogen van partijen te vergroten. Een mediation wordt uitgevoerd door een mediator, al dan niet samen met (een) co-mediators. De mediator heeft een professionele en door het Nederlands Mediation Instituut (NMI) erkende opleiding tot mediator genoten. Wanneer mediation inzetten? Mediation kan worden ingezet bij: een jarenlang slepende burenruzie als eerdere buurtbemiddeling niet tot blijvende verbeteringen heeft geleid een sterk geëscaleerd conflict met hoog opgelopen emoties en/of geweld. bij verslavingsproblematiek, indien er sprake is vaneen vaste begeleiding vanuit de hulpverlening een conflict waarbij meerdere groepen buurtgenoten en/of andere actoren, zoals een bedrijf of een instantiebetrokken zijn een complex probleem, waarbij naast één burenruzie er ook nog andere problemen onderling tussenbewoners spelen Ter ondersteuning van de dossiervorming voorhandhavende acties (gele/rode kaart) Een mediator bemiddelt niet als: er sprake is van onvrijwilligheid van een of meerpartijen als er sprake is van wilsonbekwaamheid van een of meer partijen bij conflicten waarbij sprake is van een ernstige verslavingsproblematiek en geen begeleiding vanuit de hulpverlening. Indien er sprake is van een juridische procedure, bijvoorbeeld een aangifte of rechtszaak, dan kan de mediation alleen plaatsvinden als de aangifte aangehouden wordt of de gerechtelijke procedure tijdelijk stopgezet wordt, gedurende de looptijd van de mediation. Hoe mediation inzetten? A) Bepalen of mediation de oplossing is voor het probleem Afhankelijk van de geschiedenis van een overlastsituatie waarbij er sprake is van een burenruzie, wordt bepaal door de stadsmarinier in samenspraak met de partners of mediation de oplossing is voor de oplossing van het probleem. Er wordt niet alleen bepaald of mediation wordt ingezet, maar ook wat de afspraken zijn als: de mediation niet slaagt: het conflict blijft bestaan één of beide bewoners niet meewerken aan de mediation. B) Organiseren gesprek met betrokken ketenpartners Er wordt een gesprek georganiseerd met betrokken ketenpartners: stadsmarinier, buurtagent, woningcorporatiebeheerder en eventueel de LZN coördinator,maatschappelijk werk en de mediator(s). In dit gesprek worden de volgende afspraken gemaakt: meldingen worden vanaf dat moment altijd doorgezet naar de stadsmarinier om shopgedrag te voorkomen. de regie op de ketensamenwerking ligt bij de stadsmarinier,als er ontwikkelingen zijn die van invloed kunnen zijn op het mediation traject wordt de mediator hierover direct geïnformeerd. de regie op de inhoud en het proces van de mediation zelf ligt bij de mediator. Als er ontwikkelingen zijn die het mediation traject beïnvloeden dan wel verstoren dan wordt de stadsmarinier hierover direct geïnformeerd.