Radiotherapie Palliatieve bestraling Tijdens en na een bestraling om (pijn) klachten te verlichten
Radiotherapie U bent door uw behandelend specialist verwezen naar de afdeling Radiotherapie van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Tijdens het kennismakingsgesprek heeft de radiotherapeut-oncoloog u uitleg gegeven over de behandeling die u gaat krijgen. Het doel, de gang van zaken en mogelijke bijwerkingen zijn daarbij aan de orde geweest. In deze brochure staat in het kort beschreven wat de arts met u heeft besproken. U en uw omgeving kunnen zo thuis alles nog eens rustig nalezen. Tijdens uw behandelperiode Bestralingsbehandeling Het is belangrijk dat u zich realiseert dat de behandelperiode altijd van persoon tot persoon kan verschillen. Uw bestralingsbehandeling is namelijk afhankelijk van: het type tumor dat bij u is vastgesteld; het stadium van de ziekte; de klachten die u heeft; de plaats waar u bestraald moet worden. U krijgt bestralingen. Controle Als u een langere reeks bestralingen krijgt, wordt u altijd één keer per week door uw radiotherapeut-oncoloog (of vervanger) gezien. Tijdens deze controle bespreekt u met de arts hoe het met u gaat. Op de dag van uw laatste bestraling meldt u zich na de behandeling bij de medewerkers Patiëntenservice. Als dat nodig is, spreekt u uw radiotherapeut-oncoloog dan nog even kort. Aansluitend wordt de eerste (telefonische) vervolgafspraak met u gemaakt. 1
Palliatieve bestraling Heeft u tijdens de bestralingsbehandeling klachten of vragen die niet tot de volgende controle kunnen wachten, neemt u dan contact op met de medewerkers Patiëntenservice. Het effect van de bestraling Het doel van de palliatieve bestraling is het verbeteren van uw klachten. Echter, als gevolg van de bestralingbehandeling kunnen bijwerkingen optreden. Meestal zijn deze bijwerkingen weer snel verdwenen. Soms is het zinvol hiervoor tijdelijk medicijnen te gebruiken. Het is niet mogelijk alle bijwerkingen te benoemen. Uw radiotherapeut-oncoloog legt u altijd uit welke zeer specifieke bijwerkingen u kunt verwachten. Onderstaand leest u per stralingsbehandeling welke algemene bijwerkingen u kunt verwachten. De radiotherapeut-oncoloog heeft voor u aangekruist welke informatie op u van toepassing is. Dit is ook met u besproken tijdens het kennismakingsgesprek. Leest u alleen de aangekruiste informatie! Bestraling voor afnemen van de pijnklachten Als u wordt bestraald voor de pijn kan de pijn, als reactie op de behandeling, de eerste paar dagen iets erger worden. Het is dan nodig, om de pijnmedicatie die u gebruikt tijdelijk iets te verhogen. Als de verwachting is, dat de pijn voor korte tijd zal toenemen, krijgt u vóór de bestraling op de afdeling Radiotherapie al medicatie (meestal Dexamethason). Bij vertrek naar huis krijgt u zo nodig een recept om de volgende dagen door te gebruiken. 2
Radiotherapie Bestraling van het hoofd Als gevolg van een bestraling van het hoofd kunt u hoofd pijn krijgen en misselijk worden. Tegen deze klachten is goede medicatie (Dexamethason) beschikbaar. Deze medicatie bouwt u na de bestraling weer af. Na een bestraling van het behaarde hoofd valt uw haar na 1 à 2 weken uit. Het haar groeit in de maanden daarna weer langzaam aan. Als u een pruik wilt gaan dragen, kunt u een verwijzing voor een haarwerkspecialist aanvragen bij de medewerkers Patiëntenservice. Bestraling van de buik Als gevolg van een bestraling van de buik kan diarree ontstaan. Zo nodig krijgt u hiervoor medicatie (Loperamide). Bij een bestraling van de bovenbuik kan misselijkheid ontstaan. Zo nodig krijgt u hiervoor medicatie (Metoclopramide of Granisetron) Bestraling van de slokdarm Als uw slokdarm in het bestralingsveld ligt, kan na enkele dagen pijn bij het zakken van het eten ontstaan. De pijn wordt veroorzaakt door irritatie van de binnenkant van de slokdarm. Afhankelijk van de hoeveelheid straling die u gekregen heeft (dosis) verbeteren de pijnklachten na een paar dagen of weken. Zo nodig krijgt u medicatie en dieetadviezen. Na uw bestralingsbehandeling Vervolgafspraak De afdeling Radiotherapie hecht er aan te weten hoe u de behandeling heeft verdragen en of uw klachten zijn verbeterd. Het is niet altijd nodig hiervoor een poliklinische afspraak te maken, een telefonische afspraak volstaat ook. U krijgt daarom op uw 3
Palliatieve bestraling laatste bestralingsdag een telefonische afspraak mee met daarop een tijdstip waarop u een telefoontje van uw behandelend radiotherapeut-oncoloog kunt verwachten. Soms is het door onvoorziene omstandigheden niet mogelijk u op het afgesproken tijdstip te bellen. Uw arts probeert het dan later nog eens. Vragen Als u na het lezen van deze brochure vragen heeft, kunt u op werkdagen tussen 8.15 16.45 uur telefonisch contact opnemen met de medewerkers Patiëntenservice, via telefoonnummer (050) 3619363. Uw behandelend arts is 4
Patiënteninformatie vlk 045/1007