bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

Vergelijkbare documenten
bijlagen 2013 behorende bij het pensioenreglement

REKENREGELS BEHOREND BIJ DE UITVOERINGSREGELING PENSIOENREGLEMENT 2006 FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2015

De in deze bijlage opgenomen factoren gelden vanaf 1 januari 2017 tot en met 31 december 2017.

Flexibele elementen/ factoren (versie 2015) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

In reglement IV zijn de volgende flexibiliseringsmogelijkheden opgenomen:

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

Flexfactoren reglement

Stichting Pensioenfonds voor de Woningcorporaties. Flexfactoren reglement

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2018 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2018

AFKOOP- EN FLEXIBILISERINGSFACTOREN 2019 STICHTING PENSIOENFONDS VAN DE GROLSCHE BIERBROUWERIJ VERSIE 2019

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

55 0,738 0, ,783 0, ,831 0, ,882 0, ,939 0, ,000 1,000

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Stichting Pensioenfonds Hunter Douglas. Tabellenboek 2015 Versie 1

Flexibele elementen/ factoren (versie 2013) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

55 0,718 0, ,765 0, ,816 0, ,872 0, ,933 0, ,000 1,000

55 0,755 0, ,797 0, ,842 0, ,891 0, ,943 0, ,000 1,000

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kring RBS. Vervroeging. Uitstel

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Flexibiliseringsfactoren vanaf 1 januari Vanaf 1 januari 2016 tot 1 januari 2019 gelden voor de (gewezen) deelnemers de volgende tabellen.

Flexibele elementen/ factoren (versie 2012) behorende bij het. Pensioenreglement. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

F L E X I B I L I S E R I N G S - E N U I T R U I L F A C T O R E N P E R 1 J A N U A R I


1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

1. Uitruil ouderdomspensioen in ouderdomspensioen met levenslang partnerpensioen na beëindiging van de arbeidsovereenkomst

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2018

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kring Bavaria. Vervroeging. Uitstel

Bijlage 1 t/m 4. Pensioenreglement voor deelnemers geboren voor 1 januari Stichting Pensioenfonds SCA. 1 januari 2014 t/m 31 december 2016

1 januari 2014 Bijlage bij het (Vroeg)pensioenreglement

Stichting Pensioenfonds ANWB. Tabellenboek 2017

Flexfactoren 2019 Voorbeelden van flexibele mutaties. Pensioenfonds Avebe

GE European Pension Fund. Artesia Sectie

2 februari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de huidige directie Postbus EB AMSTERDAM

Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland. Bijlage Flexibiliserings- en afkoopfactoren en kerncijfers Stichting Pensioenfonds PepsiCo Nederland

Ruil- en afkoopfactoren

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Flexibiliseringsfactoren 2019 voor de kringen Premie, Stabiliteit en Koopkracht

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

1. Hoogte van het levenslang ouderdomspensioen bij vervroeging

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

De premiegrondslag bestaat uit twee delen:

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar. Deze worden jaarlijks aangepast.

STICHTING SHELL PENSIOENFONDS

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2016 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Actuariële factoren vanaf 1 januari 2017

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Deze bijlage geeft tabellen met factoren behorend bij de keuzemogelijkheden uit het (pre)pensioenreglement. De factoren zijn geldig in 2014.

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december Duidelijk over dadelijk

Aanpassing van de reglementaire flexibiliserings-, uitruil- en afkoopfactoren.

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Factorenreglement. Pensioenreglement. behorende bij het. van. Stichting Pensioenfonds Capgemini Nederland. gevestigd te Utrecht

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2017 (concept)

Gehanteerde maximum grondslag basispensioen en (geoorloofde) franchise betreft cijfers van het voorgaande jaar; deze worden jaarlijks aangepast.

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2018

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Stichting NN CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2019

Per 1 januari 2015 zijn de aanspraken op ouderdomspensioen geconverteerd naar ingangsleeftijd 67. 2

Tabellenboek. geldig van 1 januari 2015 tot en met 31 december 2015 TRANSPARANT OVER ELKE FASE

Bijlage Actuariële factoren

De ruilvoet voor vervroeging en uitstel van het ouderdomspensioen (OP), als bedoeld in artikel 5, is gelijk aan de factor uit de onderstaande tabel.

Pensioenreglement I Abbott Stichting Pensioenfonds Abbott Nederland

Bijlage Actuariële factoren

WIJZIGINGSBLAD behorende bij het pensioenreglement Pensioenregeling 2001 van de Stichting Pensioenfonds Acordis te Arnhem

Stichting ING CDC Pensioenfonds. Tabellenboek 2016 (concept)

31 januari Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 T.a.v. de directie Postbus EB AMSTERDAM

Aanpassing van de reglementaire flexibiliserings-, uitruil- en afkoopfactoren.

Bijlage Pensioenreglement: vervroegings-, uitstel- en uitruilfactoren en afkoopvoeten

Aanvulling 3 op het Pensioenreglement 2011

Bijlagen bij Pensioenreglement 2006

Bijlage 1a: Flexibiliseringsfactoren

Factorenboek Bewust Pensioen

Addendum bij de pensioenreglementen geldig vóór 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds Lloyd s Register Nederland

Uitvoeringsrichtlijn betreffende de Flexibiliseringmogelijkheden

Flexibilisering en afkoop van pensioen

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Bijlage 1 behorende bij het pensioenreglement d.d. 1 januari 2018 van Stichting Pensioenfonds ERIKS

Factorenboek Essentie Pensioen Pensioenleeftijd 67 jaar

Factorenboek Bewust Pensioen

Bijlage Tabellen en actuariële factoren

Factorenboek Bewust Pensioen

Tabellenboek Stichting Pensioenfonds ING. Geldig vanaf

Variabel pensioen: hoog/laag

Bijlage Ia bij pensioenreglement 2006

Bijlage 2: Actuariële factoren

Bijlage 2: Actuariële factoren

Het in dit memo vermelde is van toepassing op de volgende omzettingsmogelijkheden:

Transcriptie:

bijlagen 2014 behorende bij het pensioenreglement

Overzicht bijlagen bijlage 1 behorend bij artikel 5 lid 2 sub c van het reglement. Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen... 4 Bijlage 2 behorend bij artikel 5 lid 3 sub b van het reglement. Hoog/laag-uitruilfactoren van ouderdomspensioen.... 6 Bijlage 3 behorend bij artikel 5 lid 4 van het reglement. Deeltijdpensionering............................................................................ 7 Bijlage 4 behorend bij artikel 6 lid 2 sub f van het reglement. Uitruilfactoren van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen... 8 Bijlage 5 behorend bij artikel 9 lid 3 en 4 van het reglement. Vervroegingsfactoren voor ouderdomspensioen (inclusief nabestaandenpensioen)... 9 Bijlage 6 behorend bij artikel 12 lid 8 van het reglement. Afkoopfactoren... 10 Bijlage 7 behorend bij artikel 1 sub j en sub k van het reglement. 3 Uitstelfactoren ouderdomspensioen op leeftijd 65... 11 De in de bijlagen vermelde factoren zijn geldig vanaf 1 januari 2014 voor een periode van 1 jaar. Jaarlijks worden de factoren aangepast in verband met nieuwe grondslagen.

Bijlage 1 behorend bij artikel 5 lid 2 sub c van het reglement. Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen Leeftijd 55 840,3% 56 798,7% 57 759,9% 58 722,5% 59 686,8% 60 652,7% 61 620,0% 62 588,2% 63 558,7% 64 530,5% 65 66 67 504,0% 479,2% 455,6% Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Uitruil van direct ingaand levenslang ouderdomspensioen in latent nabestaandenpensioen op de leeftijd eerder dan 65 danwel 67 jaar kan geschieden ná vervroeging van de pensioendatum. Indien bijvoorbeeld een 60-jarige deelnemer kiest om het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen uit te ruilen in een latent nabestaandenpensioen, dan wordt het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen omgezet in een latent nabestaandenpensioen ter grootte van 652,7% van het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen. 4 Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 60-jarige deelnemer met 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van 700. Er wordt na vervroeging 25 direct ingaand levenslang ouderdomspensioen uitgeruild in latent nabestaandenpensioen. Situatie op leeftijd 60 vóór vervroeging Situatie op leeftijd 60 ná vervroeging (zie bijlage 4) OP 65 1.000 OP direct ingaand 775 (=1.000 x 77,5%) Latent NP 700 Latent NP 543 (= 700 x 77,5%) Situatie op leeftijd 60 vóór uitruil OP direct ingaand Situatie op leeftijd 60 ná uitruil OP direct ingaand OP direct ingaand 775 OP direct ingaand 750 (=775-25) Latent NP 543 Latent NP 706 (=543 + 25 x 652,7%) De hoogte van het te verkrijgen latent nabestaandenpensioen neemt af naarmate de deelnemer besluit om op latere leeftijd het ouderdomspensioen uit te ruilen. Dit wordt veroorzaakt doordat het ouderdomspensioen bij latere ingang over een kortere periode dient te worden uitgekeerd; derhalve kan er minder latent nabestaandenpensioen worden verkregen.

Uitruilfactoren van ouderdomspensioen voor nabestaandenpensioen bij uitdiensttreding Leeftijd Extra nabestaandenpensioen na uitruil ouderdomspensioen Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67 18 536,8% 468,6% 19 537,3% 469,1% 20 538,4% 470,0% 21 539,5% 471,0% 22 540,3% 471,7% 23 540,7% 472,1% 24 540,6% 472,1% 25 540,1% 471,7% 26 539,2% 470,9% 27 538,1% 470,0% 28 536,9% 468,9% 29 535,5% 467,8% 30 534,2% 466,7% 31 532,8% 465,5% 32 531,3% 464,3% 33 529,8% 463,0% 34 528,1% 461,6% 35 526,1% 460,0% 36 524,1% 458,3% 37 522,0% 456,7% 38 519,9% 455,0% 39 517,7% 453,3% 40 515,6% 451,6% 41 513,4% 449,9% 42 511,0% 448,1% 43 508,3% 445,9% 44 505,4% 443,7% 45 502,5% 441,5% 46 499,8% 439,4% 47 497,0% 437,2% 48 494,6% 435,3% 49 492,4% 433,5% 50 490,3% 431,7% 51 488,4% 430,1% 52 486,8% 428,5% 53 485,6% 427,3% 54 484,8% 426,4% 55 484,5% 425,9% 56 484,7% 425,9% 57 485,5% 426,5% 58 486,9% 427,5% 59 488,5% 428,9% 60 490,3% 430,6% 61 492,3% 432,6% 62 494,6% 434,9% 63 497,3% 437,8% 64 500,4% 441,3% 65 504,1% 445,5% 66-450,3% 67-455,6% 5 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd.

Voorbeeld Indien bijvoorbeeld een 40-jarige deelnemer kiest om een deel van het opgebouwde ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd uit te ruilen in een latent nabestaandenpensioen, dan wordt het deel van het opgebouwde ouderdomspensioen omgezet in een latent nabestaandenpensioen ter grootte van 515,6% van het opgebouwde ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd. Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 40-jarige deelnemer die bij uitdiensttreding 1.000 ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65) heeft opgebouwd, en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van 700. Er wordt 50 ouderdomspensioen uitgeruild in latent nabestaandenpensioen. Situatie op leeftijd 40 vóór uitruil Situatie op leeftijd 40 ná uitruil OP 65 1.000 OP direct ingaand 950 Latent NP 700 Latent NP 958 (= 700 + 50 x 515,6%) Het te verkrijgen latent nabestaandenpensioen neemt toe naarmate op latere leeftijd het ouderdomspensioen wordt uitgeruild. Dit wordt veroorzaakt doordat het ouderdomspensioen steeds meer waard wordt naarmate de 65-jarige leeftijd wordt bereikt. Bijlage 2 behorend bij artikel 5 lid 3 sub b van het reglement. Hoog/laag-uitruilfactoren van ouderdomspensioen 6 H/L 5 jaar H/L 10 jaar H/L 5 jaar H/L 10 jaar H/L 5 jaar H/L 10 jaar Leeftijd H/L 133% H/L 133% H/L 122% H/L 122% H/L 111% H/L 111% 55 124,0% 116,9% 116,3% 111,6% 108,4% 106,1% 56 123,9% 116,6% 116,2% 111,4% 108,4% 106,0% 57 123,7% 116,3% 116,0% 111,3% 108,3% 106,0% 58 123,5% 116,0% 115,9% 111,1% 108,3% 105,9% 59 123,3% 115,7% 115,8% 110,9% 108,2% 105,8% 60 123,1% 115,4% 115,7% 110,7% 108,1% 105,7% 61 122,9% 115,1% 115,5% 110,4% 108,1% 105,5% 62 122,7% 114,7% 115,4% 110,2% 108,0% 105,4% 63 122,4% 114,3% 115,2% 110,0% 107,9% 105,3% 64 122,2% 113,9% 115,1% 109,7% 107,8% 105,1% 65 121,9% 113,5% 114,9% 109,4% 107,7% 105,0% 66 121,6% 113,1% 114,7% 109,1% 107,6% 104,8% 67 121,2% 112,6% 114,5% 108,8% 107,5% 104,7% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Een hoog/laag-uitruil eerder dan de 65-jarige leeftijd kan geschieden ná vervroeging van de pensioendatum. Indien bijvoorbeeld de deelnemer met een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen vanaf de 61-jarige leeftijd kiest voor de volgende hoog/laag constructie: de eerste 5 jaar een hogere uitkering en daarna een lagere uitkering de hoge uitkering is 33% hoger dan de lage uitkering dan wordt er vanaf de 61-jarige leeftijd tot de leeftijd van 66 een tijdelijk ouderdomspensioen verkregen ter grootte van 122,9%, en vanaf de 66-jarige leeftijd een levenslang ouderdomspensioen ter grootte van 92,4% (=122,9% / 1,33). De keuze van hoog/laag-uitruil heeft geen invloed op de hoogte van het nabestaandenpensioen. Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 61-jarige deelnemer met 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van 700. Situatie op leeftijd 61 vóór vervroeging Situatie op leeftijd 61 ná vervroeging (zie bijlage 4) OP 65 1.000 OP direct ingaand 815 (=1.000 x 81,5%) Latent NP 700 Latent NP 571 (= 700 x 81,5%) Situatie op leeftijd 61 vóór hoog/laag-uitruil Situatie op leeftijd 61 ná hoog/laag-uitruil OP direct ingaand 815 OP tot leeftijd 66 1002 (= 815 x 122,9%) Latent NP 571 OP vanaf leeftijd 66 750 (= 1.002 : 1,33) Latent NP 571

Hoog/laag-uitruilfactoren van ouderdomspensioen (overschrijding bandbreedte) Overschrijding bandbreedte Op grond van fiscale regelgeving zou de bandbreedte de hoge uitkering is niet meer dan 33% hoger dan de lage uitkering mogen worden overschreden vóór de 65-jarige leeftijd met tweemaal de gehuwden-aow vermeerderd met de AOW-vakantietoeslag (niveau 1 juli 2013: 18.613,92). Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 60-jarige deelnemer met 10.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van 7.000. De desbetreffende deelnemer wenst zijn pensioen op 60-jarige leeftijd te laten ingaan en vervolgens een hoog/laag-uitruil toe te passen voor een periode van 5 jaar, waarbij de bandbreedte van 33% wordt overschreden met een bedrag van 10.000. Bovengenoemde hoog/laag-uitruil kan actuarieel worden bewerkstelligd door bij de hoog/laag-uitruil van de pensioenen eerst rekening te houden met de overschrijding van de bandbreedte met 10.000, en vervolgens nog de bandbreedte zelf toe te passen. In de uitwerking op de volgende pagina wordt eerst het pensioen vervroegd, daarna wordt de overschrijding van de bandbreedte berekend, en vervolgens wordt de hoog/laag-uitruil van de bandbreedte toegepast. Situatie op leeftijd 60 vóór vervroeging Situatie op leeftijd 60 ná vervroeging (zie bijlage 4) OP 65 10.000 OP direct ingaand 7.750 (=10.000 x 77,5%) Latent NP 7.000 Latent NP 5.428 (= 7.000 x 77,5%) Situatie op leeftijd 60 zonder overschrijding bandbreedte Situatie op leeftijd 60 met overschrijding bandbreedte OP direct ingaand 7.750 OP direct ingaand 5.263 1 Latent NP 5.425 OP tot leeftijd 65 10.000 1 Latent NP 5.425 Situatie op leeftijd 60 vóór hoog / laag-uitruil Situatie op leeftijd 60 ná hoog / laag uitruil OP direct ingaand 5.263 OP tot leeftijd 65 6.479 (= 5.263 x 123,1%) OP tot leeftijd 65 10.000 OP vanaf leeftijd 65 4.871 (= 6.479 : 1,33) Latent NP 5.425 OP tot leeftijd 65 10.000 Latent NP 5.425 1 De bijbehorende uitruilfactoren zijn deelnemersspecifiek en kunnen derhalve niet in een tabel worden opgenomen. Voor een verzoek tot overschrijding van de bandbreedte bij een hoog/laag-uitruil tot de 65-jarige leeftijd, kunt u contact opnemen met de administratie van het fonds. 7 Bijlage 3 behorend bij artikel 5 lid 4 van het reglement. Deeltijdpensionering Conform artikel 5, lid 4 van het pensioenreglement heeft de (gewezen) deelnemer de mogelijkheid om een afwijkende ingangsdatum te kiezen voor een gedeelte van het ouderdomspensioen. In het navolgende treft u een voorbeeld aan van de uitwerking van een deelnemer die hier gebruik van maakt. Voorbeeld Indien bijvoorbeeld een 60-jarige deelnemer kiest om gedeeltelijk met pensioen te gaan (bijvoorbeeld 50%) dan wordt het levenslang ouderdomspensioen vanaf 65 jaar voor 50% vervroegd in direct ingaand levenslang ouderdomspensioen. Voor het deel van de arbeidsduur dat de deelnemer in dienst blijft bij de werkgever, blijft hij deelnemer aan de pensioenregeling. Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 60-jarige deelnemer met 10.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65) en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van 7.000. De deelnemer gaat op 60-jarige leeftijd voor 50% met deeltijdpensioen. Situatie op leeftijd 60 vóór deeltijdpensionering Situatie op leeftijd 60 ná herschikking OP 65 10.000 OP 65 (actief deel) 5.000 Latent NP 7.000 Latent NP 3.500 OP 65 (inactief deel vóór vervroeging) 5.000 Latent NP 3.500 Situatie op leeftijd 60 ná herschikking én vervroeging OP 65 (actief deel) 5.000 Latent NP 3.500 OP 60 3.875 (=77,5% x 5.000) Latent NP 2.713 (= 3.875 x 70%)

Het OP 60 zal jaarlijks worden uitgekeerd vanaf 60-jarige leeftijd. Deze uitkering zal niet meer toenemen door toekomstige pensioenopbouw. Het hierbij behorende latent nabestaandenpensioen is gelijk aan 70% van het vervroegde direct ingaand levenslang ouderdomspensioen. Door de deeltijdpensionering neemt het verzekerde latent partnerpensioen dus af. Het OP 65 zal jaarlijks worden uitgekeerd vanaf 65-jarige leeftijd. Deze uitkering zal nog toenemen door toekomstige pensioenopbouw na leeftijd 60 afhankelijk van het percentage dat de deelnemer nog actief is. Het hierbij behorende latent nabestaandenpensioen is gelijk aan 70% van het uitgestelde levenslang ouderdomspensioen. Bijlage 4 behorend bij artikel 6 lid 2 sub f van het reglement. Uitruilfactoren van nabestaandenpensioen voor ouderdomspensioen Leeftijd 55 8,3% 56 8,8% 57 9,2% 58 9,7% 59 10,2% 60 1,7% 61 11,3% 62 11,9% 63 12,5% 64 13,2% 65 13,9% 66 14,6% 67 15,4% Extra ouderdomspensioen ná uitruil nabestaandenpensioen Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. 8 Voorbeeld Uitruil van latent nabestaandenpensioen, in een direct ingaand levenslang ouderdompensioen, volgt op een leeftijd eerder dan de 65-jarige leeftijd ná vervroeging van de pensioendatum. Indien bijvoorbeeld een 62-jarige deelnemer kiest om het volledige latent nabestaandenpensioen uit te ruilen in een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen vanaf de 62-jarige leeftijd, dan wordt het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen vanaf de 62-jarige leeftijd verhoogd met 11,9%. Hierbij geldt als voorwaarde dat het latent nabestaandenpensioen op het moment van uitruil 70% van het direct ingaand levenslang ouderdomspensioen bedraagt. Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 62-jarige deelnemer met 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van 700. Situatie op leeftijd 62 vóór vervroeging Situatie op leeftijd 62 ná vervroeging (zie bijlage 5) OP 65 1.000 OP direct ingaand 858 (=1.000 x 85,8%) Latent NP 700 Latent NP 601 (= 700 x 85,8%) Situatie op leeftijd 62 vóór uitruil nabestaandenpensioen Situatie op leeftijd 62 ná uitruil nabestaandenpensioen OP direct ingaand 858 OP direct ingaand 960 (= 858 x 111,9%) Latent NP 601 Latent NP 0 Het als gevolg van het uitruilen van het latent nabestaandenpensioen te verkrijgen direct ingaand levenslang ouderdomspensioen neemt af naarmate de deelnemer besluit om op eerdere leeftijd het latent nabestaandenpensioen uit te ruilen. Dit wordt veroorzaakt doordat het ouderdomspensioen bij eerdere ingang over een langere periode dient te worden uitgekeerd.

Bijlage 5 behorend bij artikel 9 lid 3 en 4 van het reglement. Vervroegingsfactoren voor ouderdomspensioen (inclusief nabestaandenpensioen) Leeftijd Ouderdomspensioen ná vervroeging Pensioenleeftijd 65 Pensioenleeftijd 67 55 60,9% 54,5% 56 63,9% 57,1% 57 67,0% 59,8% 58 70,3% 62,8% 59 73,8% 65,9% 60 77,5% 69,3% 61 81,5% 72,9% 62 85,8% 76,7% 63 90,2% 80,8% 64 95,0% 85,1% 65 100,0% 89,8% 66-94,7% 67-100,0% Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. Voorbeeld Indien bijvoorbeeld een 60-jarige deelnemer kiest om het levenslang ouderdomspensioen vanaf 65 jaar te vervroegen in direct ingaand levenslang ouderdomspensioen, dan wordt het opgebouwde levenslange ouderdomspensioen vanaf 65 jaar omgezet in een direct ingaand levenslang ouderdomspensioen ter grootte van 77,5% van het opgebouwde levenslange ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd. Situatie op leeftijd 60 vóór vervroeging Situatie op leeftijd 60 ná vervroeging OP 65 1.000 OP direct ingaand 775 (=1.000 x 77,5%) Latent NP 700 Latent NP 543 (= 700 x 77,5%) 9 Het nabestaandenpensioen is uiteraard ná de vervroeging gelijk aan 70% van het vervroegde direct ingaand levenslang ouderdomspensioen. Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 60-jarige deelnemer met 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en een latent nabestaandenpensioen (NP) ter grootte van 700. De hoogte van het te verkrijgen direct ingaand levenslang ouderdomspensioen neemt af naarmate de deelnemer besluit om op eerdere leeftijd met pensioen te gaan. Dit wordt veroorzaakt doordat het ouderdomspensioen bij eerdere ingang over een langere periode dient te worden uitgekeerd terwijl er over een kortere periode pensioenpremie wordt betaald.

Bijlage 6 behorend bij artikel 12 lid 8 van het reglement. Afkoopfactoren 10 Leeftijd Ouderdomspensioen vanaf leeftijd 65 Ouderdomspensioen vanaf leeftijd 67 Latent nabestaanden pensioen Ingegaan nabestaanden pensioen Leeftijd Ingegaan nabestaanden pensioen 18 3,188 2,784 0,531 29,435 68 15,339 19 3,320 2,900 0,552 29,338 69 14,805 20 3,458 3,020 0,573 29,237 70 14,259 21 3,601 3,145 0,595 29,132 71 13,704 22 3,750 3,275 0,619 29,022 72 13,143 23 3,904 3,411 0,643 28,907 73 12,579 24 4,065 3,551 0,669 28,788 74 12,013 25 4,232 3,698 0,696 28,663 75 11,450 26 4,406 3,849 0,725 28,532 76 10,891 27 4,586 4,007 0,755 28,396 77 10,336 28 4,773 4,171 0,785 28,254 78 9,787 29 4,967 4,341 0,818 28,106 79 9,247 30 5,167 4,517 0,851 27,952 80 8,717 31 5,376 4,700 0,886 27,791 81 8,200 32 5,591 4,889 0,922 27,624 82 7,694 33 5,814 5,085 0,959 27,450 83 7,204 34 6,045 5,288 0,998 27,268 84 6,729 35 6,284 5,498 1,039 27,078 85 6,266 36 6,530 5,714 1,081 26,880 86 5,820 37 6,784 5,939 1,124 26,675 87 5,392 38 7,045 6,170 1,169 26,461 88 4,986 39 7,313 6,408 1,216 26,239 89 4,606 40 7,589 6,653 1,263 26,008 90 4,248 41 7,872 6,905 1,312 25,768 91 3,916 42 8,162 7,163 1,363 25,519 92 3,609 43 8,459 7,428 1,415 25,259 93 3,332 44 8,761 7,698 1,469 24,989 94 3,076 45 9,069 7,975 1,525 24,709 95 2,833 46 9,383 8,257 1,581 24,419 96 2,623 47 9,704 8,544 1,639 24,119 97 2,431 48 10,032 8,837 1,697 23,809 98 2,258 49 10,367 9,135 1,756 23,489 99 2,107 50 10,710 9,440 1,816 23,159 100 1,980 51 11,062 9,752 1,877 22,818 52 11,462 10,070 1,938 22,466 53 11,802 10,397 1,999 22,104 54 12,191 10,735 2,060 21,731 55 12,593 11,085 2,121 21,347 56 13,010 11,447 2,181 20,952 57 13,441 11,822 2,241 20,547 58 13,886 12,211 2,299 20,130 59 14,343 12,614 2,358 19,701 60 14,811 13,029 2,415 19,259 61 15,290 13,456 2,473 18,805 62 15,775 13,895 2,529 18,340 63 16,265 14,345 2,582 17,863 64 16,757 14,805 2,633 17,377 65 17,249 15,272 2,679 16,881 66 15,742 2,721 16,376 67 16,216 2,757 15,863 Voor tussenliggende leeftijden kan lineair worden geïnterpoleerd. In de bovengenoemde tabel worden geen afkoopfactoren voor het wezenpensioen in beschouwing genomen.

Bijlage 7 behorend bij artikel 1 sub j en sub k van het reglement. Uitstelfactoren ouderdomspensioen op leeftijd 65 Leeftijd Uitstel OP Uitstel OP + NP 65 jaar en 0 maanden 100,00% 100,00% 65 jaar en 1 maanden 100,52% 100,45% 65 jaar en 2 maanden 101,03% 100,90% 65 jaar en 3 maanden 101,55% 101,35% 65 jaar en 4 maanden 102,07% 101,80% 65 jaar en 5 maanden 102,58% 102,25% 65 jaar en 6 maanden 103,10% 102,70% 65 jaar en 7 maanden 103,62% 103,15% 65 jaar en 8 maanden 104,13% 103,60% 65 jaar en 9 maanden 104,65% 104,05% 65 jaar en 10 maanden 105,17% 104,50% 65 jaar en 11 maanden 105,68% 104,95% 66 jaar en 0 maanden 106,20% 105,40% 66 jaar en 1 maanden 106,78% 105,90% 66 jaar en 2 maanden 107,37% 106,40% 66 jaar en 3 maanden 107,95% 106,90% 66 jaar en 4 maanden 108,53% 107,40% 66 jaar en 5 maanden 109,12% 107,90% 66 jaar en 6 maanden 109,70% 108,40% 66 jaar en 7 maanden 110,28% 108,90% 66 jaar en 8 maanden 110,87% 109,40% 66 jaar en 9 maanden 111,45% 109,90% 66 jaar en 10 maanden 112,03% 110,40% 66 jaar en 11 maanden 112,62% 110,90% 67 jaar en 0 maanden 113,20% 111,40% 11 Voorbeeld Indien bijvoorbeeld een 65-jarige deelnemer kiest om het levenslang ouderdomspensioen vanaf 65 jaar uit te stellen in een levenslang ouderdomspensioen vanaf 67 jaar, dan wordt het levenslang ouderdomspensioen vanaf 65 jaar omgezet in een uitgesteld levenslang ouderdomspensioen vanaf 67 jaar ter grootte van 113,20% van het levenslang ouderdomspensioen van het levenslang ouderdomspensioen vanaf leeftijd 65 jaar. Onderstaande uitwerking heeft betrekking op een 65-jarige deelnemer met 1.000 opgebouwd levenslang ouderdomspensioen vanaf de 65-jarige leeftijd (OP 65), en geen latent nabestaandenpensioen (NP). Situatie op leeftijd 65 vóór uitstel Situatie op leeftijd 67 ná uitstel OP 65 1.000 OP 67 1.132 (=1.000 x 113,2%)

Stichting-Telegraafpensioenfonds 1959 Postbus 376, 1000 EB Amsterdam www.telegraafpensioenfonds.nl