Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds

Transcriptie

1 Uitvoeringsregeling 1 bij artikel 10 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds Met deze uitvoeringsregeling geeft het bestuur van Stichting CRH Pensioenfonds uitvoering aan artikel 10 van het reglement (afkoop) rekening houdend met de regels die hierover in artikel 65 tot en met 69 van de Pensioenwet (PW) worden gesteld. Afkoop van klein ouderdomspensioen bij beëindiging deelneming Zonder instemming Het pensioenfonds heeft het recht om op zijn vroegst twee jaar na beëindiging van de deelneming pensioenaanspraken van een gewezen deelnemer af te kopen, indien op basis van de tot het tijdstip van beëindiging opgebouwde aanspraak op ouderdomspensioen de uitkering van het ouderdomspensioen op jaarbasis op de reguliere ingangsdatum minder zal bedragen dan 427,29 (2011) per jaar, tenzij: a dit recht op afkoop in de pensioenen uitvoeringsovereenkomst is beperkt of uitgesloten; of b de gewezen deelnemer de pensioenuitvoerder binnen twee jaar na beëindiging van de deelneming heeft gemeld dat de gewezen deelnemer een procedure tot waardeoverdracht is gestart. Als het pensioenfonds gebruik wil maken van het recht op afkoop, moet zij de gewezen deelnemer binnen zes maanden na afloop van de periode van twee jaar na beëindiging van de deelneming informeren over het besluit. Vervolgens zal het pensioenfonds overgaan tot de uitbetaling van de afkoopwaarde binnen de termijn van zes maanden. Indien de reguliere ingangsdatum van het ouderdomspensioen ligt voor het verstrijken van de genoemde termijn van twee jaar dan heeft het pensioenfonds het recht om bij de ingang van het ouderdomspensioen een aanspraak op ouderdomspensioen en eventuele andere aanspraken ten behoeve van de gewezen deelnemer of zijn partner af te kopen, als de uitkering van het ouderdomspensioen op de ingangsdatum minder bedraagt dan 427,29 (2011) per jaar. Wil het pensioenfonds gebruik maken van dit recht dan zal zij de gepensioneerde over haar besluit moeten informeren binnen zes maanden na de ingang van het pensioen. De uitbetaling van de afkoopwaarde zal moeten plaatsvinden binnen de termijn van zes maanden. Met instemming Het pensioenfonds kan na de termijn van 2 jaar en zes maanden of indien de reguliere ingangsdatum van het ouderdomspensioen ligt voor het verstrijken van de periode van twee jaar op de ingangsdatum van het ouderdomspensioen, het pensioen afkopen als: a de gewezen deelnemer of gepensioneerde daarmee instemt; en b de hoogte van het ouderdomspensioen op jaarbasis per 1 januari van dat jaar lager is dan het grensbedrag (in ,29). Deze situatie kan zich voordoen als op de peildata het pensioen hoger is dan het grensbedrag maar op enig moment het pensioen alsnog onder het grensbedrag komt te liggen omdat bijvoorbeeld het grensbedrag sterker is gestegen dan het pensioen.

2 Pagina 2 De uitkering ineens bij afkoop van het pensioen is gelijk aan de afkoopfactor vermenigvuldigd met het af te kopen pensioen. De afkoopfactoren bedragen als volgt: Bij uit dienst op Afkoopfactor voor Bijbehorend Uitgesteld ouderdomspensioen 21 jaar 5,458 1, jaar 5,585 1, jaar 5,715 1, jaar 5,846 1, jaar 5,980 1, jaar 6,116 1, jaar 6,253 1, jaar 6,390 1, jaar 6,528 1, jaar 6,668 1, jaar 6,808 1, jaar 6,948 2, jaar 7,089 2, jaar 7,231 2, jaar 7,373 2, jaar 7,516 2, jaar 7,661 2, jaar 7,808 2, jaar 7,955 2, jaar 8,105 2, jaar 8,257 2, jaar 8,413 2, jaar 8,574 2, jaar 8,739 2, jaar 8,909 2, jaar 9,087 2, jaar 9,274 2, jaar 9,471 3, jaar 9,679 3, jaar 9,899 3, jaar 10,132 3, jaar 10,380 3, jaar 10,644 3, jaar 10,924 3, jaar 11,223 3, jaar 11,540 3, jaar 11,877 3, jaar 12,235 3,738

3 Pagina 3 Bij uit dienst op Afkoopfactor voor Bijbehorend Uitgesteld ouderdomspensioen 59 jaar 12,614 3, jaar 13,016 3, jaar 13,437 3, jaar 13,876 3, jaar 14,335 3, jaar 14,810 4, jaar 15,300 4,041 Bij pensionering op Ingegaan ouderdomspensioen Afkoopfactor voor Bijbehorend 60 jaar 17,730 3, jaar 17,257 3, jaar 16,776 3, jaar 16,291 3, jaar 15,799 4, jaar 15,300 4,041 Afkoop klein bij ingang Zonder instemming Het pensioenfonds heeft jegens de partner het recht om een recht op en eventuele andere pensioenrechten ten behoeve van de partner van dezelfde deelnemer, gewezen deelnemer of gepensioneerde af te kopen, indien de uitkering van het op jaarbasis op de ingangsdatum minder bedraagt dan het op basis van artikel 66 van de Pensioenwet bepaalde grensbedrag (in ,29), tenzij dit recht op afkoop in de pensioenen uitvoeringsovereenkomst is beperkt of uitgesloten. Het pensioenfonds informeert de partner hierover binnen zes maanden na de ingangsdatum en gaat binnen die termijn over tot uitbetaling van de afkoopwaarde aan de nabestaanden. Met instemming Het pensioenfonds kan na de termijn van zes maanden afkopen indien: a de partner daarmee instemt; en b indien de hoogte van het op jaarbasis per 1 januari van dat jaar lager is dan het grensbedrag. De uitkering ineens bij afkoop van het is gelijk aan de afkoopfactor vermenigvuldigd met het af te kopen. De afkoopfactoren bedragen als volgt:

4 Pagina 4 Afkoopfactor voor ingegaan Bij ingang op (leeftijd partner) 21 jaar 31, jaar 18,826 Bij ingang op (leeftijd partner) Afkoopfactor voor ingegaan 22 jaar 31, jaar 18, jaar 30, jaar 17, jaar 30, jaar 17, jaar 30, jaar 17, jaar 30, jaar 16, jaar 30, jaar 16, jaar 29, jaar 15, jaar 29, jaar 15, jaar 29, jaar 14, jaar 29, jaar 14, jaar 28, jaar 13, jaar 28, jaar 13, jaar 28, jaar 12, jaar 28, jaar 12, jaar 27, jaar 11, jaar 27, jaar 10, jaar 27, jaar 10, jaar 26, jaar 9, jaar 26, jaar 9, jaar 26, jaar 8, jaar 25, jaar 8, jaar 25, jaar 7, jaar 25, jaar 7, jaar 24, jaar 6, jaar 24, jaar 6, jaar 24, jaar 5, jaar 23, jaar 5, jaar 23, jaar 5, jaar 23, jaar 4, jaar 22, jaar 4, jaar 22, jaar 3, jaar 22, jaar 3, jaar 21, jaar 3, jaar 21, jaar 3, jaar 20, jaar 2, jaar 20, jaar 2, jaar 20, jaar 2, jaar 19, jaar 2, jaar 19, jaar 1,943

5 Pagina 5 Afkoop klein bijzonder bij scheiding Zonder instemming Het pensioenfonds heeft jegens de gewezen partner het recht om een aanspraak op bijzonder af te kopen indien de uitkering van het op jaarbasis op de ingangsdatum minder zal bedragen dan het op basis van artikel 66 van de Pensioenwet bepaalde grensbedrag (in ,29). Het pensioenfonds informeert de gewezen partner hierover binnen zes maanden na de melding van de scheiding en gaat binnen die termijn over tot uitbetaling van de afkoopwaarde aan de gewezen nabestaanden. Met instemming Het pensioenfonds kan na de termijn van zes maanden afkopen indien: a de gewezen partner daarmee instemt; en b indien de hoogte van het op jaarbasis per 1 januari van dat jaar lager is dan het grensbedrag. Bij echtscheiding op (leeftijd deelnemer) Afkoopfactor voor bijzonder Bij echtscheiding op (leeftijd deelnemer) Afkoopfactor voor bijzonder 21 jaar 1, jaar 2, jaar 1, jaar 2, jaar 1, jaar 2, jaar 1, jaar 2, jaar 1, jaar 3, jaar 1, jaar 3, jaar 1, jaar 3, jaar 1, jaar 3, jaar 1, jaar 3, jaar 1, jaar 3, jaar 1, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 3, jaar 2, jaar 4, jaar 2, jaar 4, jaar 2,692

6 Pagina 6 Bij afkoop op een andere leeftijd gelegen tussen 21 en 100 jaar wordt de afkoopfactor bepaald door lineaire interpolatie. Er zijn geen andere afkoopmogelijkheden. Bovengenoemde afkoopfactoren gelden vanaf 1 januari 2011 voor één jaar. Elk jaar zullen deze afkoopfactoren worden aangepast als gevolg van de gewijzigde rentetermijnstructuur.

7 Pagina 7 Uitvoeringsregeling 2 bij artikel 14a van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds Met deze uitvoeringsregeling geeft het bestuur van Stichting CRH Pensioenfonds uitvoering aan artikel 14a van het reglement (ruil in hoger ouderdomspensioen). Op de pensioendatum kan de (gewezen) deelnemer het tot 1 januari 2007 opgebouwde voor zover dit is toe te rekenen aan deelnemersjaren na 1 januari 1999 voor de helft of geheel omzetten in extra ouderdomspensioen. Hiervoor is toestemming van de partner vereist. Het extra ouderdomspensioen dat wordt verkregen bij ruil van het is gelijk aan de ruilfactor vermenigvuldigd met het te ruilen. De ruilfactoren bedragen als volgt: Bij pensionering op Ruilfactor 60 jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0,258 Bij pensionering op een andere leeftijd gelegen tussen 60 en 70 jaar wordt de ruilfactor bepaald door interpolatie. Er zijn geen andere ruilmogelijkheden. Bovengenoemde ruilfactoren gelden in principe vanaf 1 januari 2011 voor (gewezen) deelnemers die de komende vijf jaar met pensioen gaan. Ten minste een maal in de vijf jaar zullen deze ruilfactoren worden geëvalueerd, waarbij rekening wordt gehouden met wijzigingen in het deelnemersbestand en/of de actuariële grondslagen van het fonds. Indien het bestuur dit, naar aanleiding van deze evaluatie en na advies te hebben ingewonnen van de actuaris, nodig acht zullen de ruilfactoren worden aangepast.

8 Pagina 8 Uitvoeringsregeling 3 bij artikel 15 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds Met deze uitvoeringsregeling geeft het bestuur van Stichting CRH Pensioenfonds uitvoering aan artikel 15 van het reglement (herschikking van het ouderdomspensioen). Op verzoek van de (gewezen) deelnemer én met schriftelijke instemming van de partner kan het ouderdomspensioen op de standaard pensioendatum omgezet worden in een ouderdomspensioen dat vanaf de standaard pensioendatum tot de leeftijd van 70 jaar hoger is en na afloop van deze periode lager is dan het oorspronkelijk uit te keren ouderdomspensioen. De verhouding tussen de hoogste en laagste pensioenuitkeringen bedraagt naar keuze van de (gewezen) deelnemer 100:75, 100:80, 100:85, 100:90 of 100:95. Het hogere ouderdomspensioen dat tot 70 jaar wordt verkregen is gelijk aan de omzettingsfactor vermenigvuldigd met het om te zetten ouderdomspensioen. Zo bedraagt het lagere ouderdomspensioen dat vanaf 70 jaar in de verhouding 100:75 wordt verkregen 75% van het hogere ouderdomspensioen tot 70 jaar. De omzettingsfactoren bij pensioenleeftijd 65 bedragen als volgt: Bij verhouding Omzettingsfactor 100:75 1, :80 1, :85 1, :90 1, :95 1,036 Bovengenoemde omzettingsfactoren gelden vanaf 1 januari 2011 voor (gewezen) deelnemers die de komende vijf jaar vervroegd met pensioen gaan. Ten minste een maal in de vijf jaar zullen deze omzettingsfactoren worden geëvalueerd, waarbij rekening wordt gehouden met wijzigingen in het deelnemersbestand en/of de actuariële grondslagen van het fonds. Indien het bestuur dit, naar aanleiding van deze evaluatie en na advies te hebben ingewonnen van de actuaris, nodig acht zullen de omzettingsfactoren worden aangepast.

9 Pagina 9 Uitvoeringsregeling 4 bij artikel 16 lid 2 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds Met deze uitvoeringsregeling geeft het bestuur van Stichting CRH Pensioenfonds uitvoering aan artikel 16 lid 2 van het reglement (vervroeging pensioendatum). De (gewezen) deelnemer kan het ouderdomspensioen eerder laten ingaan dan de standaard pensioendatum. Hiervoor is toestemming van de partner vereist. Het vervroegde ouderdomspensioen is gelijk aan de vervroegingsfactor vermenigvuldigd met het te vervroegen ouderdomspensioen. De vervroegingsfactoren bedragen als volgt: Bij pensionering op Vervroegingsfactor voor ouderdomspensioen 60 jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 0, jaar 1,000 Bij pensionering op een andere leeftijd gelegen tussen 60 en 65 jaar wordt de vervroegingsfactor bepaald door lineaire interpolatie. Er zijn geen andere vervroegingsmogelijkheden. Bovengenoemde vervroegingsfactoren gelden vanaf 1 januari 2011 voor (gewezen) deelnemers die de komende vijf jaar vervroegd met pensioen gaan. Ten minste een maal in de vijf jaar zullen deze vervroegingsfactoren worden geëvalueerd, waarbij rekening wordt gehouden met wijzigingen in het deelnemersbestand en/of de actuariële grondslagen van het fonds. Indien het bestuur dit, naar aanleiding van deze evaluatie en na advies te hebben ingewonnen van de actuaris, nodig acht zullen de vervroegingsfactoren worden aangepast.

10 Pagina 10 Uitvoeringsregeling 5 bij artikel 16 lid 3 van het reglement voor pensioenregeling IV van Stichting CRH Pensioenfonds Met deze uitvoeringsregeling geeft het bestuur van Stichting CRH Pensioenfonds uitvoering aan artikel 16 lid 3 van het reglement (uitstel pensioendatum). De deelnemer kan het ouderdomspensioen later laten ingaan dan de standaard pensioendatum. Hiervoor is goedkeuring van de werkgever én toestemming van de partner vereist. Voor deelnemers die arbeidsongeschikt of werkloos zijn, kan de pensioendatum niet worden uitgesteld. Het uitgestelde ouderdomspensioen is gelijk aan de uitstelfactor vermenigvuldigd met het uit te stellen ouderdomspensioen. De uitstelfactoren bedragen als volgt: Bij pensionering op Uitstelfactor voor ouderdomspensioen 65 jaar 1, jaar 1, jaar 1, jaar 1, jaar 1, jaar 1,439 Bij pensionering op een andere leeftijd gelegen tussen 65 en 70 jaar wordt de uitstelfactor bepaald door lineaire interpolatie. Er zijn geen andere uitstelmogelijkheden. Bovengenoemde uitstelfactoren gelden vanaf 1 januari 2011 voor deelnemers die de komende vijf jaar met pensioen gaan. Ten minste een maal in de vijf jaar zullen deze uitstelfactoren worden geëvalueerd, waarbij rekening wordt gehouden met wijzigingen in het deelnemersbestand en/of de actuariële grondslagen van het fonds. Indien het bestuur dit, naar aanleiding van deze evaluatie en na advies te hebben ingewonnen van de actuaris, nodig acht zullen de uitstelfactoren worden aangepast.