Ruimtelijke Milieuvisie. leefbaar, veilig en gezond, nu en in de toekomst



Vergelijkbare documenten
Gezondheidseffectscreening Stad & Milieu Voor een gezonde inrichting van de woonomgeving

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Risico-inventarisatie Boekels Ven

Duurzaamheid, Energie en Milieu

VERKENNING. Aan de zuidzijde zijn schermen aanwezig vanaf de Groen Zoomweg tot aan de Oranjelaan.

Zuid-Holland is een mooie provincie met grote steden en veel groen. Zuid-Holland is

Belevingsonderzoek % Reusel-De Mierden

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Project Besluit bodemkwaliteit en Nota bodembeheer

FODI Federatie van Oppervlakte Delfstoffenwinnende Industrieën

Gezondheidseffectscreening Stad & Milieu. Voor een gezonde inrichting van de woonomgeving

Duurzame verstedelijking. Gastcollege Saxion Hogeschool 28 november 2012

DMC -L DoelMatigheidsCriterium Locaal

Nieuwe indicator die de werking van de nieuwe Wro in beeld brengt. Nieuwe indicator die de werking van de nieuwe

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

Stiller verkeer = gezondere leefomgeving

Links naar brondocumenten

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

IenM begroting 2015: inzetten op betere verbindingen in een schonere leefomgeving

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

Ruimtelijke Onderbouwing verbinding Tramweg-Industrieweg, bedrijventerrein De Smaale (deelproject 2).

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

In opdracht van de gemeente Hattem heeft Tauw een bodemfunctiekaart opgesteld. Deze notitie vormt de toelichting bij de gemaakte keuzes.

Notitie. 1 Inleiding. Figuur 1 Weergave voornemen 1 / 7

Opgesteld door ing. A.M. Rodenbach, Recreatie Noord-Holland NV, d.d. 21 januari 2013

DEELGEBIED 08 TONSEL

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

Bron C > Spoor > Milieubeleidsplan Harderwijk /5 VERKENNING. figuur 1 Het spoor door Harderwijk

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

GS brief aan Provinciale Staten

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Milieubeleidsplan gemeente Midden-Delfland, september

Handreiking luchtkwaliteit gevoelige bestemmingen Noord-Brabant

Ruimte om te leven met water

Inhoudsopgave. Bijlagen bij de toelichting. Toelichting op de Staat van Bedrijfsactiviteiten. Toelichting op de Staat van Horeca-activiteiten

Bijlage 3 Duurzame gebiedssjablonen verder uitgewerkt

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

Duurzaamheid in Amersfoort: kansen en inspiratie Het Amersfoorts Afwegingskader Duurzaamheid

Ruimtelijke ordening. Ruimtelijke Ordening

Melding van het voornemen tot het nemen van een Stap 3-besluit tot afwijken van milieukwaliteitsnormen voor het Hembrugterrein in Zaandam

Bestuurlijke samenvatting Beleidsnota Externe veiligheid

Reactienota op de gehouden inspraak

BIJLAGE 1. Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten

Panelonderzoek XV: Milieu, fietsparkeervoorzieningen en Zaanse ambities

Hoe groen zijn de partijprogramma s

Ruimtelijke onderbouwing

MILIEURAAD HAARLEMMERLIEDE EN SPAARNWOUDE

Bijlage 3 Externe veiligheid

Ruimtelijke onderbouwing. Wijziging gebruik van loods voor opslag op het perceel Rinkesfort 13 te Maasbree

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

De begroting van de provincie Utrecht voor Een samenvatting

OMGEVINGSDIENST ZUID-HOLLAND ZUID

Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie

Informatie over de huidige en verwachte geluidsoverlast in Hoevelaken en Holkerveen, vooral langs de oostkant van de A28

Ontwikkeling Borgronden Naarden Toetsing aan milieu- en natuurwetgeving. 6 december 2017 Gerlof Wijnja

Ruimtelijke Onderbouwing vestiging Adriaans Veeg- en Rioolbedrijf op een perceel aan de Tramweg (De Smaale Mierlo).

Hoe kijkt de Nederlander tegen het aankomende klimaat- en energieakkoord aan? Nathalie Vermeij 2 mei 2018 H5285

In Nederland worden twee maten gehanteerd voor externe veiligheidsrisico's:

De ondergrond als basis voor een duurzame toekomst.

PM10 aantal overschrijdingen24- uur grenswaarde

HERONTWIKKELING MOLENWAL

STRATEGIE DUURZAME ENERGIETRANSITIE GEMEENTE BREDA

Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten'

Provinciale weg N231; Verkeersintensiteit, geluid en luchtkwaliteit 1

Strategisch document onderdeel milieubeleidsplan Overbetuwe MILIEUKOMPAS VOOR DE TOEKOMST

Programmaplan Hoogeveen Leeft

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

2015/28766 Besluit hogere waarden voor Uitwerkingsplan Poort Saendelft woningen west

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

TOPSURFLAND. 1. Waterschappen

DEELGEBIED 15 STATIONSOMGEVING

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

memo Luchtkwaliteit Rijksweg 20-1 te Drempt

Externe Veiligheid bestemmingsplan ABC Liendert

MANIFEST NOVI NAAR EEN NIEUW NEDER LAND

Bestemmingsplan Ypenburg - Deelplan 20. Vastgesteld

1. Inleiding. Rapportage Luchtkwaliteit 2012, gemeente Doetinchem 4

Duurzaam groeien. Agro, fresh, food en logistics

Gebruik en waardering van het open water in Leiden. Uitkomsten peiling LeidenPanel

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

Ontwerp-besluit Hogere grenswaarde geluid. Woningbouw Waardeel Glimmen

GEMEENTE HOOGEVEEN. WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Noord, deelplan Beilerstraat 21 en , te Pesse.

Omgevingsdienst West Holland DEFINITIEF 6 mei 2013

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

: 20 juni 2008 : Hernieuwde aanvulling op ons advies over de Hoofdlijnennotitie Drieluik Ons kenmerk : PAL 2008/018 Aantal pagina's : 2

2.2 Provinciaal beleid

Risico-inventarisatie Vinkenberg

Initiatiefvoorstel. Van licht naar donker, reguleren van lichtemissie bij stallen en bewaken van donkerte in natuurgebieden.

Ab Arbo-advisering i en duurzaamheid + MVO

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

INHOUDSOPGAVE. Bestemmingsplan Buitengebied Noord, wijzigingsplan Siberië mei 2012 Gemeente Hoogeveen Pagina 2

Dorado Beach. Externe Veiligheid. Definitief. Grontmij Nederland B.V. Arnhem, 29 oktober GM , revisie 00

Wijzer worden van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen

grondig onderzoek milieu en gezondheid rond Corus

Discussienotitie Haagse Mobiliteitsagenda

Overall advies milieu aspecten concept Bestemmingsplan Landlaan en Jabbingelaan te Onstwedde

Verantwoording groepsrisico

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

Transcriptie:

Ruimtelijke Milieuvisie leefbaar, veilig en gezond, nu en in de toekomst 24 september 2009

Inhoudsopgave 1 Inleiding 1.1 Een duidelijke visie 1.2 Huidige problemen 1.3 Doelstellingen 1.4 Aanpak 1.4.1 Het goede voorbeeld 1.4.2 Samenwerking en voorlichting 1.4.3 De Ruimtelijke Milieuvisie als leidraad voor de toekomst 1.4.4 Groot pakket aan acties 1.5 Leeswijzer 1.5.1 Indeling 1.5.2 Positie van de Ruimtelijke Milieuvisie 2 Huidige milieukwaliteit in Zaanstad 2.1 Gezondheid 2.1.1 Lucht 2.1.2 Bodem 2.1.3 Straling 2.2 Veiligheid 2.2.1 Externe veiligheid 2.2.2 Water 2.3 Leefbaarheid 2.3.1 Geluid 2.3.2 Geur 2.3.3 Licht 2.3.4 Afval 2.4 Duurzaamheid 2.4.1 Klimaatbeleid en duurzame energie 2.4.2 Duurzaam bouwen 2.4.3 Duurzaam ondernemen 2.4.4 Duurzame mobiliteit 2.5 Ruimtelijke kwaliteit 2.5.1 Groen, ecologie, natuur 2.5.2 Duurzaam ruimtegebruik 3 Gebiedsgerichte aanpak 3.1 Waarom een gebiedsgerichte aanpak 3.2 Indeling in gebiedstypen 3.2.1 Woongebied 3.2.2 Zaans gemengd gebied 3.2.3 Centrumgebied 3.2.4 Werkgebied 3.2.5 Agrarisch gebied 3.2.6 Natuurgebied 3.2.7 Recreatiegebied 2

4 Gewenste milieukwaliteit per gebied 4.1 Streefbeeld woongebied 4.2 Streefbeeld Zaans gemengd gebied 4.3 Streefbeeld centrumgebied 4.4 Streefbeeld werkgebied: bedrijventerrein en gemengd werkgebied 4.5 Streefbeeld werkgebied: industriegebied 4.6 Streefbeeld agrarisch gebied 4.7 Streefbeeld natuurgebied 4.8 Streefbeeld recreatiegebied 4.9 Kaarten streefbeelden milieukwaliteit Zaanstad 2020 4.10 Actiegebieden 5 Acties 6 Inspraak en zienswijzen Bijlagen Wet- en regelgeving 3

1. Inleiding 1.1 Een duidelijke visie Elke gemeente streeft naar een schone, veilige en aangename woon- er werkomgeving. Voorwaarden om dat tot stand te brengen zijn onder meer: een sterke economie, een goede arbeidsmarkt, voldoende woningen en voorzieningen, een goede bereikbaarheid. Maar ook een afgewogen verdeling tussen groen en bebouwing, weinig overlast van geluid of geur, en een schone lucht en bodem zijn van belang. Ook Zaanstad wil een leefbare, veilige en gezonde omgeving creëren én economische groei realiseren én de natuur en het klimaat beschermen. Er zal dus een goed evenwicht moeten worden gevonden tussen de drie bekende p s: people, planet and profit. De plannen van Zaanstad zijn zeer ambitieus. Momenteel kent Zaanstad grote problemen op milieugebied. Op korte termijn (2010) wil de gemeente voldoen aan alle wettelijke milieunormen. Op langere termijn (in 2020) wil de gemeente klimaatneutraal zijn en behoren tot de tien milieuvriendelijkste gemeenten in Nederland! Dit betekent goed plannen en hard aanpakken de komende jaren. De voornaamste knelpunten zijn geïnventariseerd en op een rij gezet in de ruimtelijke milieuvisie van Zaanstad. De duidelijke visie op milieu moet aangeven waar grenzen én waar kansen liggen voor bijvoorbeeld woningbouw, bedrijvigheid en recreatie, en dient als input voor de nieuwe Zaanse Structuurvisie. 1.2 Huidige problemen Zaanstad moet vooral rekening houden met een groot aantal historisch gegroeide milieuproblemen, mede als gevolg van de van oudsher sterke menging van wonen en werken. Daar waar de meeste mensen wonen, in de binnenstedelijke gebieden, is de druk op het milieu vanzelfsprekend het grootst. Dat betekent dat in deze gebieden ook de grootste winst valt te behalen. De belangrijkste problemen bestaan momenteel op het gebied van: - Luchtkwaliteit en geluidsoverlast Maar liefst 40 procent van de woningen is gelegen in gebieden met veel verontreiniging in de lucht en veel geluid. - Geuroverlast De bewoners van 45 procent van de woningen hebben te maken met geuroverlast. - Veiligheid Het transport van gevaarlijke stoffen levert op een paar plaatsen problemen op. - Bodemverontreiniging In de gemeente is 20 procent van de grond sterk verontreinigd. - Zwerfafval Desgevraagd geven bewoners aan zich regelmatig te ergeren aan afval op straat en naast containers. In sommige gebieden is de druk op het milieu groot door de invloed van Schiphol, het Westelijk Havengebied van Amsterdam en de infrastructuur die Zaanstad doorsnijdt. De realisatie van de tweede Coentunnel zal eveneens nadelige effecten hebben op een deel van Zaanstad. Daar zullen dus weloverwogen maatregelen moeten worden genomen om het milieu te ontzien. 1.3 Doelstellingen Een gebiedsgericht milieubeleid (waarbij de gemeente is opgedeeld in verschillende gebiedstypen) moet er toe leiden dat Zaankanters kunnen wonen en werken in een gezonde, veilige en leefbare 4

omgeving. Daar hoort ook een vitale natuur bij, zowel in het buitengebied als in de bebouwde kom. Door de milieukwaliteit te verbeteren worden bovendien nieuwe economische en stedelijke ontwikkelingen mogelijk. Op de langere termijn moet het Zaanse milieubeleid leiden tot een duurzame ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige bewoners van Zaanstad, zonder daarmee de behoeftevoorziening van toekomstige generaties in gevaar te brengen. De voornaamste doelstellingen zijn: 1 In 2020 is het aantal milieubelaste woningen van circa 60.000 in 2007 teruggebracht naar circa 30.000. 2 In 2020 is de gemeente klimaatneutraal en behoort tot de top tien van de meest milieuvriendelijke gemeenten in Nederland. 3 In 2020 worden huishoudelijke afvalstoffen doelmatig verwijderd (preventie, hergebruik, energiebron, verbranden, storten). 4 De kwaliteit van het buitengebied, waaronder het veenweidegebied, wordt in stand gehouden en versterkt. 5 In 2020 voldoen zoveel mogelijk gebieden aan de gewenste milieukwaliteit zoals beschreven in hoofdstuk 4. Dit houdt in dat de belasting van het milieu in de verschillende gebieden is teruggebracht. 1.4 Aanpak 1.4.1 Het goede voorbeeld Het Postbus 51-spotje zei het al: Een beter milieu begint bij jezelf. De gemeente Zaanstad zal dan ook waar mogelijk het goede voorbeeld geven. Zo wordt het nieuwe stadhuis bijvoorbeeld voorzien van een warmte-/koudeopslagsysteem en andere milieubesparende maatregelen. 1.4.2 Samenwerking en voorlichting Om de milieukwaliteit op het gewenste hoge niveau te brengen is nauwe samenwerking vereist met andere partijen en disciplines. De gemeente zal die samenwerking dan ook actief zoeken met de inwoners en ondernemers van Zaanstad, met betrokken ambtenaren, de Provincie en het Rijk, projectontwikkelaars, milieuorganisaties en andere groepen. Onder het motto praten en doen neemt de gemeente zelf haar verantwoordelijkheid (doen) en vraagt dat ook van anderen (praten). Samen met de provincie Noord-Holland, de gemeente Amsterdam, haveninstanties, VROM en bedrijven zullen oplossingen worden bedacht en doorgevoerd om de milieubelasting op Zaans grondgebied vanuit het Westelijk Havengebied terug te dringen (luchtkwaliteit, geluid en lichthinder). Ook zal invloed worden uitgeoefend op Schiphol om de milieubelasting omlaag te krijgen. Daarnaast worden producten en acties ontwikkeld om burgers en bedrijven bij het milieu te betrekken en het bewustzijn te vergroten. Te denken valt aan voorlichting over energiebesparing en het stimuleren van duurzaam ondernemen. De gemeente zal dus met de Ruimtelijke Milieuvisie en alle overige informatie de boer opgaan om mensen te wijzen op de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het milieu, om te controleren of aannames kloppen en om (financiële) steun te krijgen. 5

1.4.3 De Ruimtelijke Milieuvisie als leidraad voor de toekomst De huidige milieusituatie in Zaanstad is in kaart gebracht en wordt beschreven in de Ruimtelijke Milieuvisie. Tevens wordt aangegeven wat de ambities van de gemeente zijn ten aanzien van de milieukwaliteit. Door de Ruimtelijke Milieuvisie in een vroeg stadium van ontwerp- en planvorming in te brengen kunnen knelpunten worden omgebogen in kansen. Zo wordt in Zaanstad momenteel zeer veel aan stadsontwikkeling gedaan. Dit biedt een uitgelezen kans om de nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zorgvuldig af te wegen: waar gaan we bouwen en waar juist niet? De gemeente wil een duurzame ontwikkeling in gang zetten, waarbij niet alleen wordt voorzien in de behoeften van de huidige generatie, maar ook de behoeften van toekomstige generaties niet in gevaar worden gebracht. De Ruimtelijke Milieuvisie dient dus als leidraad voor toekomstplannen. 1.4.4 Groot pakket aan acties De komende jaren wordt een groot aantal acties ondernomen om de ambities te bereiken. Enkele voorbeelden van acties die de komende jaren gaan plaatsvinden zijn: Luchtkwaliteit Er worden activiteiten ingezet om bronnen van schadelijke stoffen binnen en buiten Zaanstad (bijvoorbeeld het Westelijk Havengebied) aan te pakken. Door het stimuleren van rijden op aardgas en elektriciteit en het gebruik van openbaar vervoer en de fiets wordt getracht de uitstoot van schadelijke stoffen door het wegverkeer terug te dringen. Verder worden de mogelijkheden voor walstroom onderzocht. Bodem Knelpunten op het gebied van bodemkwaliteit zullen worden aangepakt. Extra aandacht is er voor de problematiek van asbest in de bodem. Zaanstad brengt de bodemkwaliteit en saneringsopgave in beeld, stimuleert derden om te saneren en voert zelf saneringen uit. Zaans Proeflokaal Samen met het bedrijfsleven, woningbouwcorporaties, kennisinstituten en andere overheden gaat de gemeente Zaanstad oplossingen bedenken en doorvoeren om de milieuhinder (geur, geluid, lucht en externe veiligheid) van de binnenstedelijke bedrijvigheid terug te dringen. Zaanstad is hierin landelijk een pilotgemeente. Externe veiligheid In overleg met de provincie zal de route gevaarlijke stoffen worden aangepast, zodat die stoffen niet meer door het dichtbebouwde Inverdan-gebied van Zaanstad worden vervoerd. De inventarisatie van groepsrisico s in Zaanstad wordt afgemaakt en indien nodig worden oplossingen gezocht. Geluid De geluidbelasting door verkeer wordt teruggebracht door het aanleggen van geluidschermen langs de snelwegen, het aanpassen van gemeentelijke wegen met geluidarm asfalt waar dat technisch en qua beheer en onderhoud mogelijk is en het isoleren van huizen waar nodig. De ontwikkelingen van industrielawaai uit ondermeer het Westelijk Havengebied worden in de gaten gehouden en Zaanstad zal hierop waar mogelijk invloed uitoefenen. Datzelfde geldt voor de geluidoverlast van Schiphol. Geur Om de geuroverlast terug te dringen is een aanpak via de vergunningverlening van bedrijven ontwikkeld. Dit zal ondermeer via het Zaans Proeflokaal vorm gaan krijgen 6

Licht Er wordt een onderzoek gedaan naar het instellen van donkertegebieden. Verder wordt met bedrijven gesproken over het gebruik van gerichte en energiezuinige verlichting. Afval Om de inzameling van afval te optimaliseren en de leefbaarheid van de stad te vergroten zullen zo veel mogelijk bovengrondse containers worden vervangen door ondergrondse systemen. Daarnaast wordt een tweede milieustraat gerealiseerd. Energie en klimaat Er wordt klimaatbeleid opgesteld met daar aan gekoppeld de acties die nodig zijn om in 2020 klimaatneutraal te zijn en als stad het energiegebruik en de uitstoot van broeikasgassen fors terug te dringen. Belangrijkste acties zijn een duurzaam stadhuis, slimme en energiezuinige openbare verlichting, stimuleren van zonne-energie, duurzaam bouwen en renoveren in ondermeer Kreekrijk en Poelenburg. Ook de mogelijkheden voor een biomassacentrale en warmtenet zullen worden onderzocht. Verder wordt er een windkansenkaart opgesteld. Daarnaast worden bedrijven gestimuleerd duurzaam te ondernemen, o.a. op bedrijventerrein Hoogtij. Behoud en verbetering van natuur Zaanstad houdt zijn buitengebied open en onbebouwd. Zaanstad brengt de natuurwaarden in kaart en komt met een plan om deze in stand te houden en waar mogelijk te verbeteren. Het Strategisch Groen Project wordt uitgevoerd. Er worden ecologische en recreatieve verbindingsroutes aangelegd. Extra aandacht wordt gegeven aan waterberging en water als drager van het landschap. Duurzame voedselproductie en -consumptie Zaanstad is first in food. Om dit in de toekomst ook zo te houden is een verduurzaming nodig. Samen met Amsterdam wordt een eerste aanzet gegeven in het project Proeftuin Amsterdam. Dierenwelzijn Zaanstad wil een leefbare gemeente zijn voor mens én dier. Dit zal onder andere worden gerealiseerd door een diervriendelijk ganzenbeleid te ontwikkelen en door samen met andere organisaties, zoals de dierenambulance, dierenbescherming en ZNMC, meer acties op te zetten. 1.5 Leeswijzer 1.5.1 Indeling In de Inleiding heeft u kunnen lezen dat Zaanstad grote ambities heeft op het gebied van milieu. Zaanstad wil koploper worden op het gebied van milieu en ervoor zorgen dat de gemeente aantrekkelijk is om in te wonen én te werken. Met een groot aantal acties is al begonnen. In hoofdstuk 2 wordt de huidige milieukwaliteit in Zaanstad omschreven. Hoe is het bijvoorbeeld gesteld met de luchtkwaliteit in Zaanstad? Waar mogelijk is een kaart bijgevoegd ter illustratie van de huidige situatie. De verschillende thema s zijn onderverdeeld naar het effect dat ze hebben op achtereenvolgens de gezondheid, veiligheid, leefbaarheid, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Per milieuthema wordt, vooruitlopend op hoofdstuk 4, kort aangegeven wat Zaanstad wil gaan realiseren. In hoofdstuk 3 wordt de keuze uitgelegd voor een gebiedsgerichte aanpak, waarbij Zaanstad is opgedeeld in zeven gebiedstypen. In elk gebied worden andere eisen gesteld aan het milieu. In dit hoofdstuk wordt onder meer uiteengezet dat de kwaliteit van de bodem in een woongebied veel hoger moet zijn dan de bodemkwaliteit in een industriegebied. Per gebiedstype wordt vervolgens in hoofdstuk 4 beschreven welke milieudoelstellingen Zaanstad daar heeft. Dit resulteert in een beschrijving van streefbeelden: hoe ziet elk gebied er in 2020 idealiter uit? Daarbij is onderscheid gemaakt tussen basiskwaliteit (korte termijn) en ambitiekwaliteit 7

(langere termijn). Bij elk gebiedstype zijn de te behalen niveaus per doelstelling in een schema weergegeven. In hoofdstuk 5 worden de acties beschreven die gaan bijdragen aan het bereiken van de doelstellingen. 1.5.2 Positie van de Ruimtelijke Milieuvisie In Plannen met Zaanstad (1999) heeft de gemeente de strategische koers uitgezet voor de periode tot 2015. Vier belangrijke strategische peilers zijn: duurzame economische structuurversterking, sfeer in de stad, Zaanstad mag gezien worden, de dagelijkse dingen gewoon goed doen. In 2009 wordt Perspectief op de Stad vastgesteld, waarin het kader wordt geschetst voor de toekomstige ontwikkeling van Zaanstad. In de structuurschets Dansen op het Veen zijn de ambities uit Plannen met Zaanstad ruimtelijk uitgewerkt en zijn de ruimtelijke uitgangspunten geformuleerd. Op dit moment wordt de Ruimtelijke Structuurvisie ontwikkeld. Deze structuurvisie vormt het kader voor de ontwikkelingen op ruimtelijk gebied. De verdere uitwerking krijgt via verschillende lijnen gestalte, onder andere door het ontwikkelen van beleid op het gebied van wonen, bedrijventerreinen, verkeer en vervoer, en milieu. De Ruimtelijke Milieuvisie is een richtinggevend kader op milieugebied voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. In de nieuwe Wet op de Ruimtelijke Ordening wordt de structuurvisie een verplicht planfiguur, waardoor de Ruimtelijke Milieuvisie een stevige basis krijgt. De Milieuvisie vormt de paraplu waaronder alle milieuthema s van geluid tot klimaatbeleid gevat kunnen worden. De doelstellingen van de Ruimtelijke Milieuvisie sluiten aan bij het collegeprogramma 2006, waarin staat vermeld dat Zaanstad een vitale woon-werkstad moet zijn met zorg voor een goed milieu, met een krachtige economie en met voldoende woningen voor iedereen. 8

2 Huidige milieukwaliteit in Zaanstad In dit hoofdstuk wordt per milieuthema een beeld gegeven van de huidige milieukwaliteit in de gemeente Zaanstad. Daarbij worden de milieuthema s benaderd vanuit het effect dat ze kunnen hebben. Het bereiken c.q. in standhouden van een goede milieukwaliteit is geen doel op zich, maar heeft als doel dat de gezondheid van mensen geen schade ondervindt, dat er geen onveilige situaties ontstaan, dat de leefbaarheid gegarandeerd blijft, en dat toekomstige generaties niet belemmerd worden in hun ontwikkeling. Het gaat om de volgende effecten: Gezondheid Veiligheid Leefbaarheid Duurzaamheid Ruimtelijke kwaliteit Aan elk van deze effecten kunnen milieuthema s worden gekoppeld. Daarbij hebben milieuthema s vaak invloed op meerdere effecten. Van elk thema wordt uitgesproken welke ambitie Zaanstad heeft op dit gebied. Deze algemene ambitie wordt in hoofdstuk 4 concreter uitgewerkt in gebiedsgerichte ambities. 2.1 Gezondheid Eén van de belangrijkste doelen van het milieubeleid is het beschermen dan wel verbeteren van de gezondheid. Het RIVM schat dat 2 tot 5 procent van de gezondheidsklachten kan worden toegeschreven aan milieufactoren zoals schadelijke stoffen, luchtverontreiniging en ernstige geluidoverlast. In deze paragraaf zal aandacht worden besteed aan de thema s luchtkwaliteit, bodemkwaliteit en straling. Hoewel ernstige geluidoverlast kan leiden tot gezondheidsproblemen, is geluid ondergebracht in de paragraaf Leefbaarheid. Reden hiervoor is dat mensen hinder kunnen ondervinden van geluid, zonder dat dat onmiddellijk leidt tot gezondheidsproblemen. De effecten van geluidhinder worden dus ruimer opgevat dan alleen gezondheidseffecten. 2.1.1 Lucht Huidige situatie Hoewel de luchtkwaliteit in Nederland de afgelopen jaren sterk is verbeterd, voldoet deze nog niet overal aan de eisen die er aan worden gesteld. In Zaanstad treden met name problemen op door te hoge concentraties fijnstof PM 10 en NO 2. Overschrijdingen doen zich voor in het Noordzeekanaalgebied en Zaandam Zuid, maar ook in delen van Inverdan en de Wandelweg in Wormerveer. De problemen in het Noordzeekanaalgebied en Zaandam Zuid worden voornamelijk veroorzaakt door een te hoge achtergrondconcentratie als gevolg van emissies uit de regio zoals de havenactiviteiten in het Amsterdamse Havengebied, Corus en de scheepvaart over het Noordzeekanaal. Omdat op landelijk en europees niveau maatregelen worden genomen, wordt verwacht dat in de toekomst de problemen ten aanzien van fijnstof PM 10 af zullen nemen. De afname van de concentraties NO 2 zal meer tijd in beslag nemen. In 2009 zal een norm voor zeer fijnstof PM 2,5 worden geïntroduceerd. Afhankelijk van de hoogte van de norm (20 of 25 μg/m³) zal dit tot meer overschrijdingen kunnen leiden. Naast gevolgen voor de gezondheid, hebben de te hoge concentraties voor fijnstof en NO 2 ook gevolgen voor de ruimtelijke ontwikkeling van Zaanstad. Plannen die binnen een vigerend 9

bestemmingsplan passen, mogen worden uitgevoerd, maar plannen waarvoor een nieuw bestemmingsplan of projectbesluit moet worden opgesteld, krijgen te maken met beperkingen. Met name in Zaandam Zuidoost, waar veel ontwikkelingen gaande zijn, kan dit tot problemen leiden. Op kaart 1 is weergegeven waar de normen voor fijnstof in het jaar 2006 werden overschreden. Vanaf 2008 zijn op een aantal plaatsen nog overschrijdingen van de norm voor fijnstof te verwachten. Ambitie De ambitie op het gebied van luchtkwaliteit is drieledig. Zaanstad wil een zodanige luchtkwaliteit realiseren dat: 1. de gezondheid van burgers verbetert, ook wanneer aan de wettelijke eisen wordt voldaan 2. minimaal wordt voldaan aan de Wet Luchtkwaliteit 3. stagnatie van bouwprojecten wordt voorkomen 2.1.2 Bodem Huidige situatie De Zaanse bodem is vanwege haar industriële historie op veel plaatsen verontreinigd. Bijna 5.000 locaties hebben mogelijk te maken met bodemverontreiniging. Deze locaties variëren in grootte van enkele vierkante meters tot honderden vierkante meters. De gemeente is bezig al deze locaties te onderzoeken naar de daadwerkelijke verontreiniging en kan vervolgens daar waar nodig nader onderzoek doen en saneren. De bovenlaag van de bodem is in de oudere stedelijke gebieden van Zaanstad, als gevolg van langdurig menselijk handelen, diffuus verontreinigd geraakt. Door wonen en werken zijn op allerlei manieren bijvoorbeeld door grondverbetering of ophoging puinbrokjes, kooldeeltjes en ander afval in de bodem terechtgekomen. Als gevolg hiervan is de stedelijke bodem diffuus verontreinigd met koper, lood, zink en PAK 1. Met name de hoge loodgehalten zorgen voor een ernstige diffuse verontreiniging in vooral de binnenstad van Zaandam (langs de Zaan) en het dorpslint van Westzaan. Een soortgelijke situatie doet zich overigens voor in veel andere grote steden met een lange verontreinigingshistorie, zoals bijvoorbeeld Amsterdam, Rotterdam, Utrecht en Haarlem. Extra aandacht bij de bodemverontreiniging vraagt de verontreiniging met asbest. Het aantreffen van asbest in de bodem leidt steeds vaker tot problemen en kostenverhogingen bij de uitvoering van bodemsaneringen. Uit het inventariserende onderzoek Asbest in de Zaanstreek en de asbestkansenkaart van 2007 blijkt dat door industriële activiteiten in het verleden een potentieel groot asbestprobleem ontstaan is in de Zaanse bodem. Kaart 2a is de in 2008 opgestelde concept-bodemkwaliteitskaart, waarop de bodemkwaliteit van de bovengrond is weergegeven. Deze kaart is een weergave van de achtergrondconcentraties veroorzaakt door diffuse bronnen. Lokale verontreinigende activiteiten (verdachte locaties) zijn hier niet in meegenomen. Kaart 2b is de bodemfunctiekaart. Deze kaart geeft de ligging aan van gebieden met de drie volgens het Besluit Bodemkwaliteit te onderscheiden bodemfunctieklassen: wonen, industrie en overige gebieden (landbouw en natuur). De functiekaart is opgesteld op basis van de functiekaart uit Dansen op het Veen. Uitgangspunt bij de indeling in bodemfunctieklassen is dat de klasse die wordt toegekend aan een gebied, overeenkomt met de gevoeligste bodemfunctie binnen het betreffende gebied. Zo is de functie Zaans gemengd waar wonen en industrie naast elkaar voorkomen ingedeeld in de bodemfunctieklasse wonen. Mede afhankelijk van de aanwezige bodemkwaliteit (kaart 2a) kan grond worden toegepast die voldoet aan de kwaliteitseisen die hoort bij de functie van het gebied. 1 PAK = Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen 10

Ambitie Zaanstad wil een zodanige bodemkwaliteit realiseren dat overal in Zaanstad de bodemkwaliteit is afgestemd op de functie die er op is gevestigd. In hoofdstuk 4 worden de ambities per gebiedstype verder uitgewerkt. 2.1.3 Straling Huidige situatie Hoogspanningsleidingen In Zaanstad bevinden zich twee 380kV hoogspanningsleidingen. Eén loopt van Oostzaan via de A8 dwars door Kogerveld, langs Westerwatering, doorkruist de linten van Westzaan en Assendelft en gaat verder richting Beverwijk. De tweede bevindt zich in het buitengebied van Krommenie en doorkruist het lint van Krommeniedijk. Met name in de buurt van de leiding van Oostzaan naar Beverwijk bevinden zich veel woningen. De afgelopen jaren zijn verschillende onderzoeken uitgevoerd naar mogelijke risico s van elektromagnetische straling rond hoogspanningsmasten. Uit die onderzoeken blijkt dat kinderen tot 15 jaar die in de buurt van hoogspanningsleidingen wonen, statistisch gezien een verhoogde kans hebben op het krijgen van leukemie (één geval extra per twee jaar). Het Ministerie van VROM heeft daarom uit voorzorg een advies opgesteld over de wijze waarop gemeenten om kunnen gaan met hoogspanningsleidingen. Dit advies houdt in dat er geen nieuwe woningen, scholen, kinderdagverblijven en dergelijke worden gebouwd in de buurt van hoogspanningsleidingen. Het advies houdt tevens in dat er bij voorkeur geen nieuwe hoogspanningslijnen worden aangelegd in de buurt van bestaande woningen. Zaanstad volgt het advies van VROM. Voor bestaande woningbouw in de buurt van hoogspanningsleidingen heeft VROM nog geen beleid geformuleerd. Op kaart 3 zijn de 380kV hoogspanningsleidingen weergegeven, inclusief de zone waarin geen nieuwe woningen worden gebouwd. GSM- en UMTS-antennes GSM- en UMTS-antennes bevinden zich verspreid over Zaanstad. Ze staan zowel op woongebouwen als op andere gebouwen. De gezondheidsrisico s van GSM- en UMTS-antennes zijn nog onvoldoende bekend en onderzoeken op dit gebied spreken elkaar tegen. Deze voorzieningen zijn er relatief kort, zodat nog geen langjarig onderzoek heeft plaatsgevonden naar de lange termijn effecten. Het ministerie van VROM gaat er van uit dat GSM- en UMTS-antennes geen gezondheidsrisico s met zich meebrengen. Het gemeentelijk beleid is conform het landelijk beleid: zendinstallaties worden, onder voorwaarden, toegestaan. Radon Radon is een radioactief gas dat vrijkomt uit bouwmaterialen en uit de bodem. In woningen (en vooral kruipruimtes) kan radon zich in de lucht ophopen. Volgens de Gezondheidsraad leidt blootstelling aan radon binnenshuis in Nederland tot naar schatting 800 extra gevallen van longkanker. Radonconcentraties in woningen in Nederland zijn laag ten opzichte van de ons omringende landen. Dit komt doordat daar veel meer radon uit de bodem komt. In Nederland zijn bouwmaterialen, zoals beton, cellenbeton en kalkzandsteen, de belangrijkste bron van radon in de woning. Daarom hebben de producenten de verplichting op zich genomen ervoor te zorgen dat de uitstoot van radongas uit deze bouwmaterialen niet zal toenemen. Ambitie Zaanstad wil voorkomen dat er nieuwe situaties ontstaan waarbij woningen, scholen, kinderdagverblijven e.d. in de buurt van hoogspanningsleidingen worden gebouwd. Ten aanzien van hoogspanningsleidingen, GSM- en UMTS-antennes en radon volgt Zaanstad het landelijk beleid. 11

2.2 Veiligheid Diverse incidenten op het gebied van veiligheid, waaronder de vuurwerkramp in Enschede, hebben duidelijk gemaakt dat de aanwezigheid van risicovolle activiteiten in de stad grote gevolgen kunnen hebben voor omwonenden. Hoewel risico s nooit helemaal zijn uit te sluiten moeten burgers er van uit kunnen gaan dat een bepaalde mate van veiligheid gegarandeerd is. Daarbij moet er een goede balans zijn tussen de mate van veiligheid en de maatschappelijke baten. Bij veiligheid wordt vooral gedacht aan risicovolle activiteiten en opslag en transport van gevaarlijke stoffen. De combinatie van bodemdaling en het veranderen van het klimaat, waarbij smeltend ijs en meer neerslag zorgen voor een toename van de hoeveelheid water, leiden er toe dat ook water steeds meer een veiligheidsrisico gaat vormen. 2.2.1 Externe veiligheid Huidige situatie Bij externe veiligheid gaat het om de veiligheid (voor anderen dan de direct betrokkenen) rond risicovolle activiteiten, zoals bedrijven die werken met gevaarlijke stoffen, het bevoorraden van LPGtankstations en het vervoer van gevaarlijke stoffen. De omgeving van deze risicovolle activiteiten moet worden beschermd tegen ongevallen. Met het externe veiligheidsbeleid wordt bereikt dat het risico dat er slachtoffers vallen als gevolg van een ongeluk met gevaarlijke stoffen, binnen aanvaardbare grenzen blijft. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Het plaatsgebonden risico is de kans dat een persoon op een bepaalde plaats overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen. In de wet is vastgelegd dat dit risico nooit groter mag zijn dan 1 op één miljoen per jaar. Bij het transport van gevaarlijke stoffen vindt er nergens in Zaanstad een overschrijding van het plaatsgebonden risico plaats. Bij enkele bedrijven vormt het plaatsgebonden risico een aandachtspunt. Verder heeft Zaanstad te maken met een veiligheidscontour van Schiphol. De contour van de Polderbaan loopt over een deel van de woonbebouwing van Assendelft Zuid. Dit levert beperkingen op ten aanzien van nieuwbouw in dit gebied. Het groepsrisico is de kans dat een groep mensen overlijdt ten gevolge van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het Rijk heeft hiervoor een oriënterende waarde vastgelegd, waar gemeenten gemotiveerd van af mogen wijken. De oriëntatiewaarde is een indicatie voor de mate waarin het groepsrisico bij een ruimtelijke ontwikkeling nog maatschappelijk aanvaardbaar wordt geacht. Het gaat daarbij om de afweging tussen het accepteren van een bepaald risico op een ramp met een groep dodelijke slachtoffers en het maatschappelijke en economische belang van een ruimtelijke ontwikkeling. Per situatie moet de beoogde ontwikkeling worden afgewogen tegen het ramprisico. Daarbij worden de volgende uitgangspunten gehanteerd. Er wordt geen absolute grenswaarde voor het groepsrisico gehanteerd, waarboven geen enkele ruimtelijke ontwikkeling meer aanvaardbaar is. De reden hiervoor is dat bij het hanteren van een absolute grenswaarde het voor kan komen dat ruimtelijke ontwikkelingen op voorhand onmogelijk worden gemaakt, ongeacht het maatschappelijk belang van deze ontwikkelingen en ongeacht de te treffen bijzondere risicobeperkende maatregelen. Verder wordt er bij externe veiligheid geen onderscheid gemaakt per gebiedstype. Reden hiervoor is dat het absolute aantal slachtoffers relevant is, en niet of deze slachtoffers zich bevinden in bijvoorbeeld een woongebied of een industriegebied. Andere uitgangspunten zijn: De groepsrisico s in bestaande situaties (historisch gegroeide situaties) zullen worden geïnventariseerd. Op grond hiervan zal worden beoordeeld of bepaalde locaties met een hoog groeprisico een aandachtspunt moeten vormen voor specifiek beleid aangaande de beheersing van het groepsrisico. 12

Ruimtelijke ontwikkelingen mogen niet leiden tot een verslechtering van het niveau van rampbestrijding. Wanneer het invloedsgebied van een risicobron de gemeentegrens overschrijdt dient hierover overleg te worden gevoerd met de betreffende buurgemeente(n). Bij ruimtelijke besluiten over (her)inrichting van een gebied worden de volgende richtsnoeren toegepast (zie ook bijlage 1): o projecteer gebieden met de hoogste bevolkingsdichtheid bij voorkeur zo ver mogelijk van de risicobron of route gevaarlijke stoffen. o projecteer bijzondere kwetsbare objecten (bv scholen, verzorgingshuizen, detentieinrichtingen) bij voorkeur niet binnen een zone van 150 meter van de weg die bestemd is voor doorgaand transport van gevaarlijke stoffen. o projecteer bijzondere kwetsbare objecten bij voorkeur niet binnen het invloedsgebied van een risicobedrijf. Voorkom dat een risicobron wordt geprojecteerd bij een bijzonder kwetsbaar object. In Zaanstad bevinden zich 27 risicovolle bedrijven. De groepsrisico s in de bestaande situatie worden in 2008 en 2009 geïnventariseerd. Wanneer de hoogte van het groepsrisico een aandachtspunt vormt, zal waar nodig, beleid worden ontwikkeld om het groepsrisico naar een aanvaardbaar niveau terug te brengen. De route gevaarlijke stoffen levert een aantal aandachtspunten op ten aanzien van het groepsrisico. Kaart 4 geeft een voorlopig beeld van de situatie van het groepsrisico externe veiligheid van lokale bronnen in 2008. Ambitie In Zaanstad doen zich in 2010 geen overschrijdingen voor van het plaatsgebonden risico bij risicovolle bedrijven. In Zaanstad is de hoogte van het groepsrisico in 2010 overal in kaart gebracht en maatschappelijk aanvaardbaar bevonden. LPG-verkoop vindt op termijn niet meer in de binnenstedelijke gebieden plaats. 2.2.2 Water Een goede waterhuishouding is een essentiële voorwaarde voor een gezonde leefomgeving waarin het prettig wonen, werken en recreëren is. Water heeft een relatie met veiligheid, volksgezondheid, milieu, inrichting van het stedelijk en landelijk gebied, recreatie, natuur, enzovoorts. Door klimaatveranderingen krijgen we steeds meer te maken met hevige regenval, maar ook met langere droge perioden. Het realiseren van robuuste watersystemen vraagt ruimte en stelt voorwaarden aan het ruimtegebruik en de waterinrichting. Huidige situatie Zaanstad is een waterrijke gemeente, met de Zaan en het Noordzeekanaal als belangrijke vaarwegen en het veenweidegebied als waterrijk natuurgebied. In Zaanstad bevinden zich een aantal laaggelegen polders. Het waterpeil wordt in de polders en het veenweidegebied door bemaling laag gehouden. In drie polders is de kans op wateroverlast groter dan gewenst. Het gaat om de Zaandammerpolder, Polder Assendelft en polder Westzaan. Bij hevige neerslag is de kans dat het water op de laagste delen tot op het maaiveld stijgt, groter dan gewenst. Ook in het stedelijk gebied neemt de kans op wateroverlast toe. Dit wordt ondermeer veroorzaakt doordat steeds meer gebieden worden bebouwd en verhard, waardoor de wateropname door de bodem afneemt. Ook de capaciteit van het bestaande rioleringssysteem speelt een rol. Een goede waterkwaliteit is van belang voor de gezondheid van burgers en is in natuurgebieden van belang voor het in stand houden van de ecologische waarden. Op dit moment is er onvoldoende inzicht in de waterkwaliteit in Zaanstad, met name waar het gaat om de ecologische waarden. 13

Onderzoek hiernaar is één van de projecten uit het Waterplan Zaanstad (2006). De waterkwaliteit in het agrarische gebied is matig. Water kan een bijdrage leveren aan de ruimtelijke kwaliteit van een gebied. Ondanks het vele water in de gemeente, is dit lang niet altijd zichtbaar in het stedelijk gebied. Ambitie Zaanstad wil een veilig, schoon, aantrekkelijk en goed te beheren watersysteem realiseren, waarbij recreatief medegebruik mogelijk is. 14

2.3 Leefbaarheid Milieubeleid heeft naast effecten op de gezondheid en veiligheid ook betrekking op leefbaarheid. Leefbaarheid is een ruim begrip en heeft alles te maken met prettig wonen en werken in een aangename omgeving. De aanwezigheid van kwalitatief goede woningen, voldoende voorzieningen en een prettige woonomgeving met voldoende water en groen spelen daarin een rol. Belangrijk aspect van leefbaarheid is de afwezigheid van overlast. Daarbij kan gedacht worden aan het gedrag van buurtbewoners, maar ook aan factoren als omgevingsgeluid, geur, licht en (zwerf)afval. 2.3.1 Geluid Geluid is voor veel mensen een bepalende factor voor de manier waarop de woonomgeving wordt gewaardeerd. Geluidhinder kan het woongenot sterk verminderen. Wanneer de overlast erg groot is en bijvoorbeeld leidt tot slaapverstoring, kan geluid ook een negatieve invloed hebben op de gezondheid. Huidige situatie Grote delen van Zaanstad hebben te maken met een hoge geluidbelasting. Deze geluidbelasting wordt veroorzaakt door verschillende bronnen. Het gaat om verkeerslawaai, spoorweglawaai, industrielawaai en vliegtuiglawaai. Voor een deel liggen deze bronnen in Zaanstad (spoorweg, provinciale weg, bedrijven), voor een deel liggen ze buiten Zaanstad (A7, A8, bedrijven in het Westelijk Havengebied, Schiphol). De huidige situatie in Zaanstad ten aanzien van geluid wordt weergegeven op geluidbelastingskaarten 2. Alle woningen en gebouwen met een geluidbelasting van meer dan 55 db worden op deze kaarten vermeld. In 2006 hadden bijna 26.000 woningen een geluidbelasting van meer dan 55 db als gevolg van wegverkeerslawaai. Voor railverkeerslawaai waren dat ruim 2.600 woningen, voor industrielawaai bijna 600 woningen en voor vliegtuiglawaai ruim 3.200 woningen. Kaart 5 geeft een beeld van de cumulatieve geluidsbelasting in Zaanstad. De geluidsbronnen binnenstedelijk wegverkeer, railverkeer, industrie en luchtvaart zijn hier bij elkaar opgeteld. Ambitie Beperken van de geluidbelasting op en in woningen door wegverkeer, railverkeer, vliegverkeer en bedrijven. Per gebiedstype is het geluidsniveau afgestemd op de functies in dat gebied. In hoofdstuk 4 worden de streefwaarden voor de geluidsniveaus per gebiedstype weergegeven. 2.3.2 Geur Huidige situatie De industrie in Zaanstad veroorzaakt relatief veel geurhinder (cacao, koffie, zetmeel, vetten, linoleum). Daarnaast wordt regelmatig hinder ondervonden van geuren vanuit het westelijk havengebied van Amsterdam en het Noordzeekanaal. Uit onderzoek blijkt dat bijna de helft van de woningen in Zaanstad te maken heeft met geurbelasting. In sommige wijken geeft zelfs tweederde van de bewoners aan hinder te ondervinden van geur. Geur kan hinderlijk zijn en daardoor een negatieve invloed hebben op de leefbaarheid in een gebied. Geur kan ook een belemmerende factor zijn voor ruimtelijke ontwikkelingen. Kaart 6 geeft de locatie van bedrijven aan die de meeste geurhinder veroorzaken in Zaanstad. 2 Op grond van Europese regelgeving moeten grote gemeenten geluidbelastingkaarten opstellen waarop de woningen zijn weergegeven met een geluidbelasting van meer dan 55dB. 15

Ambitie In 2014 zijn er in Zaanstad geen ernstig geurgehinderden meer. In 2014 is het aantal geurgehinderden in woongebieden, gemengde gebieden en centrumgebieden gehalveerd. 2.3.3 Licht Huidige situatie Een stad kan niet zonder verlichting. Ook in het donker moeten mensen hun weg kunnen vinden, en uit het oogpunt van (sociale) veiligheid is verlichting van groot belang. Wel is er soms onnodig licht. Verlichtingsinstallaties van sportparken en bedrijven, maar ook kassen kunnen bijvoorbeeld hinderlijke lichtstraling voor omwonenden veroorzaken. Wanneer het s avonds en nachts niet meer donker wordt, kan dit leiden tot slaapstoornissen. Ook de natuur kan ontregeld raken wanneer het niet meer echt donker wordt. Het efficiënt omgaan met verlichting leidt enerzijds tot een afname van de lichthinder, anderzijds tot energiebesparing en daarmee tot vermindering van de uitstoot van CO 2. Ambitie Voorkomen en beperken van lichthinder in de woon- en leefomgeving en de natuur. Daarbij gebieden benoemen als donkerte gebieden. Energie besparen door het verminderen van de hoeveelheid licht. Deze doelstelling wordt verder uitgewerkt in het klimaatbeleid. 2.3.4 Afval Huidige situatie Zaanstad probeert zoveel mogelijk afval gescheiden in te zamelen en voor hergebruik beschikbaar te stellen. Eén van de doelstellingen van de gemeente is te stimuleren dat afvalstoffen nuttig worden gebruikt. De komende jaren zal de aandacht vooral zijn gericht op het gebruik van afval als brandstof en bouwstof. In onderstaande tabel zijn de inzamelresultaten van de afvalstromen in Zaanstad afgezet tegen het gemiddelde inzamelresultaat in 2005 voor vergelijkbare sterk stedelijke gemeenten. Hieruit blijkt dat Zaanstad nog een inhaalslag te maken heeft. Inzamelresultaat per kg/inwoner Zaanstad 2005 Zaanstad 2006 Sterk stedelijke gemeenten 2005 Groen-, fruit- en tuinafval 63 60 *) 75 Papier en karton 49 48 59 Glas 16 17 20 Textiel 5.3 6.4 4.3 Kca 0.8 0.8 1.3 *) dit is exclusief circa 4 kg gft-afval per inwoner dat wordt gecomposteerd Uit de Zaanpeiling 2006 blijkt dat 42% van de inwoners van Zaanstad ontevreden is over het opruimen van zwerfvuil. In 2006 kwamen bij de gemeente 1.619 klachten binnen over zwerfvuil en onkruid op verharding. Ook uit eigen metingen van de gemeente komt naar voren dat met name in winkelcentra en in groen de zogenaamde beeldkwaliteitnorm niet wordt gehaald. Ambitie Het bereiken van een afvalscheidingsniveau dat vergelijkbaar is met het scheidingsniveau in andere sterk stedelijke gemeenten. Ten aanzien van zwerfafval wordt overal in de gemeente de vastgestelde beeldkwaliteitsnorm gehaald. 16

2.4 Duurzaamheid Zaanstad kiest nadrukkelijk voor een duurzame ontwikkeling van de stad. Samen met haar inwoners en het bedrijfsleven streeft de gemeente naar klimaatneutraal handelen en een toekomstgerichte inrichting van de leefomgeving. Om in de toekomst een aantrekkelijke woon- en werkgemeente te blijven met een gezonde economische ontwikkeling is aandacht voor duurzaamheid essentieel. De gemeente Zaanstad heeft hierbij een belangrijke voorbeeldfunctie. Duurzaamheid is het leidende principe dat ten grondslag ligt aan de Ruimtelijke Milieuvisie. Onder duurzame ontwikkeling wordt een ontwikkeling verstaan die voorziet in de behoefte van de huidige generatie zonder daarmee voor de toekomstige generaties de mogelijkheid in gevaar te brengen om ook in hun behoeften te voorzien (bron: Nationaal Milieubeleidsplan-Plus, 1990). Zaanstad ziet het begrip duurzaamheid als: het zuiniger omgaan met energie, grondstoffen, water, ecologie en de ruimte die we tot onze beschikking hebben en het zo min mogelijk bijdragen aan de vervuiling van water, bodem en lucht. Werken aan duurzaamheid is een doorlopend veranderingsproces, dat ingrijpende wijzigingen vereist in het denken en handelen van bedrijven, overheden en burgers. Eén van de manieren om duurzaamheid handen en voeten te geven, is het toepassen van het cradle to cradle principe. Bij cradle to cradle (C2C) wordt ervan uitgegaan dat alle producten zo kunnen worden ontworpen dat ze op het moment dat ze afval zouden worden, weer kunnen worden gebruikt als grondstof voor nieuwe producten of als voedsel kunnen dienen voor de natuur. In de industrie en de architectuur is er al enige kennis over de C2C toepassingsmogelijkheden. 2.4.1 Klimaatbeleid en duurzame energie Huidige situatie De gemeenteraad heeft de wens uitgesproken dat Zaanstad in 2020 een klimaatneutrale gemeente is, en in 2020 behoort tot de top 10 van meest milieuvriendelijke gemeenten in Nederland. In de Contourennota Klimaatbeleid Zaanstad wordt een globale strategie geformuleerd om te komen tot een effectief klimaatbeleid. In de Contourennota is bovendien het Subsidieprogramma Klimaatbeleid 2008-2012 opgenomen, waarin wordt aangegeven welke prestaties de gemeente de komende vier jaar zal leveren op het gebied van klimaatbeleid en welke activiteiten daarvoor worden ondernomen. Op grond van dit subsidieprogramma zal het maximale subsidiebedrag bij het rijk worden aangevraagd. Duidelijk is dat de gemeente deze ambities niet alleen kan realiseren. Daarvoor is ondermeer ondersteuning nodig van de provincie en het rijk en zal worden ingezet op het stimuleren en faciliteren van burgers en bedrijven zodat door alle partijen wordt bijgedragen aan deze ambitie. In een nog op te stellen routekaart klimaatbeleid wordt bekeken welke maatregelen en instrumenten het meest effectief zijn om in te zetten. Ambitie Zaanstad streeft er naar in 2020 een klimaatneutrale gemeente te zijn. Dit doel zal bereikt moeten worden door zowel de eigen gemeentelijke organisatie als ook de rest van de gemeente (bedrijven, woningen en verkeer- en vervoersstromen) klimaatneutraal te maken. Zaanstad levert een bijdrage aan het convenant dat in november 2007 is afgesloten tussen de regering en de VNG, waarbij ondermeer is afgesproken dat in 2020 20% van de energievoorziening duurzaam is, dat de uitstoot van CO 2 met 20% is verminderd en dat er een energiebesparing van 20% heeft plaatsgevonden. Zaanstad wil in 2020 behoren tot de top tien van meest milieuvriendelijke gemeenten in Nederland. 17

2.4.2 Duurzaam bouwen Duurzaam bouwen is het zodanig plannen, ontwerpen, bouwen, gebruiken, onderhouden en slopen dat in de levenscyclus van een bouwwerk zo min mogelijk negatieve effecten optreden voor mens en milieu. Duurzaam bouwen heeft betrekking op woningbouw, bedrijfsgebouwen en kantoren. Duurzaam bouwen leidt tot een aantrekkelijke stedelijke omgeving en kan het comfort van een woning of ander bouwwerk aanzienlijk verhogen. Huidige situatie Duurzaam bouwen is onderdeel van het klimaatbeleid van de gemeente Zaanstad. Om in 2020 een klimaatneutrale gemeente te zijn is een forse inzet op CO 2 -reductie nodig, onder andere door energiebesparing en de toepassing van duurzame energie. Maatregelen op het gebied van woningbouw en het beleid ten aanzien van de bestaande woningvoorraad kunnen van grote invloed zijn op de CO 2 -emissie van Zaanstad. De grootste winst kan daarbij gehaald worden in de bestaande woningvoorraad (60.000 woningen), maar ook in de nieuwbouw valt veel te winnen. In navolging van het Bouwbesluit zal voor de nieuwbouw sprake moeten zijn van een geleidelijke verlaging van de EPC tot 0 in 2020. Om te komen tot een duurzame woningvoorraad zijn forse investeringen noodzakelijk. Met corporaties en ontwikkelaars zal worden besproken hoe de plannen voor de woningen klimaatneutraler gerealiseerd kunnen worden Ambitie Zaanstad zet in op een woningvoorraad (zowel bestaand als nieuwbouw) die bijdraagt aan de klimaatneutrale ontwikkeling van de stad. 2.4.3 Duurzaam ondernemen Huidige situatie Duurzaam en maatschappelijk verantwoord ondernemen houdt in dat wordt gezocht naar een evenwicht tussen financieel economische resultaten, sociale belangen en het milieu. Oftewel de drie P s: people, planet, profit. Voor een ondernemer kunnen er verschillende redenen zijn om duurzamer te gaan werken. Naast de meer idealistische redenen (zorg om toekomstige generaties, maatschappelijk verantwoord) kan duurzaam ondernemen ook financiële voordelen opleveren. Duurzaamheid houdt immers vaak in dat er zuinig wordt omgegaan met energie en grondstoffen en dat producten die zich daarvoor lenen worden hergebruikt. Dit kan leiden tot kostenbesparingen. Ook kan gedacht worden aan het gebruik van restwarmte. Daarnaast worden bedrijven door de milieuwetgeving soms beperkt in hun bedrijfsvoering of uitbreidingsmogelijkheden. Door milieumaatregelen te treffen kunnen deze belemmeringen worden opgelost. Duurzaam ondernemen is nog niet altijd vanzelfsprekend in het Zaanse bedrijfsleven, maar heeft wel de aandacht. Een aantal grotere bedrijven is gestart met het bestuderen van de mogelijkheden voor of hebben al beleid op het gebied van duurzaamheid. Onder andere in de food industrie ontstaat aandacht voor toepassing van cradle to cradle principes. Vooral bij kleinere bedrijven is er nog onvoldoende bekend over de mogelijkheden en de voordelen die duurzame maatregelen met zich mee kunnen brengen, maar de interesse groeit. In 2007 is Zaanstad gestart met een project om bedrijven te informeren over de mogelijkheden van energiebesparing en toepassing van duurzame energie. Op een oproep om zich aan te melden als pilot-bedrijf is door veel bedrijven gereageerd. Daarnaast bestaat er ook bij diverse ondernemersverenigingen serieuze belangstelling voor presentaties over duurzaam ondernemen. Ambitie Het bedrijfsleven in Zaanstad en de gemeentelijke organisatie stimuleren om duurzamer te gaan ondernemen, waardoor uiteindelijk een structurele inbedding van het duurzaamheidsstreven in de organisaties ontstaat. De gemeente geeft daartoe het goede voorbeeld. 18

2.4.4 Duurzame mobiliteit Huidige situatie Naar verwachting zal het autoverkeer de komende jaren verder toenemen. Het gaat daarbij om woon-werkverkeer, het gebruik van de auto voor recreatieve doeleinden en vrachtverkeer. Een goede bereikbaarheid is een essentiële voorwaarde om de Zaanse ambities op het gebied van woningbouw en economische structuurversterking waar te kunnen maken. Een onbegrensde toename van het autoverkeer beperkt echter de bereikbaarheid en bedreigt de leefbaarheid van de stad. Autoverkeer is een bron van geluid en emissies. In Zaanstad levert het verkeer een bijdrage aan het fijnstof gehalte in de lucht. Ook de geluidbelasting als gevolg van het verkeer is op sommige plaatsen in Zaanstad hoog. Zaanstad heeft in 2008 het Zaans Verkeers- en Vervoerplan opgesteld. Het ZVVP is een overkoepelend en kaderstellend document waarin diverse onderwerpen worden uitgewerkt die betrekking hebben op duurzame mobiliteit. In 2007 is de Fietsnota Zaanstad vastgesteld door B&W. Eén van de doelstellingen uit de Fietsnota is het bevorderen van het fietsgebruik. Dit heeft positieve effecten op het milieu, leefbaarheid en gezondheid. Ambitie Het aandeel van het openbaar vervoer neemt toe ten opzichte van het aandeel in 2007. Het fietsaandeel in de modal split is van 25% in 2001 toegenomen tot 35% in 2015. De opzet van het hoofdwegennet is zodanig dat wordt voldaan aan de wettelijke normen voor geluid en luchtkwaliteit. De milieubelasting door het vrachtverkeer wordt beperkt. Goederenvervoer over de weg voor een deel verplaatsen naar vervoer over water. 19

2.5 Ruimtelijke kwaliteit De aanwezigheid van groen leidt tot een aantrekkelijk woon- en werkklimaat en levert een belangrijke bijdrage aan de leefbaarheid van de stad. Het gaat daarbij zowel om groen rondom de stad als om groen in de stad. Doordat het merendeel van de ruimtelijke ontwikkelingen binnenstedelijk plaatsvindt, wordt de druk op de stad groter. De leefbaarheid kan hierdoor onder druk komen te staan. Het is daarom van belang dat ruimtelijke ontwikkelingen op een zodanige manier plaatsvinden dat er zoveel mogelijk kwaliteit aan de stad wordt toegevoegd. Een goede ruimtelijke kwaliteit kan ook een bijdrage leveren aan de biodiversiteit in de stad, bijvoorbeeld door bij het ontwikkelen en het beheer van de openbare ruimte rekening te houden met de flora en fauna. 2.5.1 Groen, ecologie, natuur Huidige situatie Zaanstad wordt omgeven door unieke en waardevolle groene buitengebieden. Ruim 50% van de oppervlakte van Zaanstad bestaat uit groen en water. Het buitengebied behoort tot de Provinciale en landelijke Ecologische Hoofdstructuur en/of is Habitatrichtlijngebied en is onderdeel van het Nationaal Landschap Laag Holland. De ecologische hoofdstructuur heeft ondermeer als doel de ecologische waarde en biodiversiteit van deze gebieden te beschermen. Het groene buitengebied heeft grofweg drie functies: natuurgebied, agrarisch gebied en recreatiegebied. Deze functies zijn soms gescheiden en lopen soms in elkaar over. Veenweidegebieden zijn agrarische cultuurlandschappen die vaak behoren tot de ecologische hoofdstructuur. De kwaliteit van het buitengebied is afhankelijk van het gevoerde beheer. Om veenweidegebieden in stand te houden is het noodzakelijk dat het traditionele agrarische beheer wordt voortgezet. Voor boeren is het echter niet rendabel om hier een bedrijf in stand te houden. Financiële tegemoetkomingen zijn dan ook noodzakelijk. De grootste veenweidegebieden zijn nu in beheer bij natuurbeschermingsorganisaties. Op dit moment zijn de natuurgebieden in Zaanstad nauwelijks toegankelijk. Deze zouden beter benut kunnen worden voor recreatie, onder voorwaarde dat de flora en fauna niet verstoord worden. Door recreatief medegebruik in de vorm van fiets-, wandel- en kanoroutes verbetert enerzijds de leefbaarheid van de stad en ontstaat er anderzijds meer draagvlak voor de natuur omdat mensen bekend raken met de waarde ervan. Zaanstad heeft in het stedelijk gebied relatief weinig groen per inwoner. Onderzoek heeft aangetoond dat er per bewoner 67m² groen aanwezig is, terwijl het landelijke streefgetal 75m² bedraagt. Dit is inclusief sportterreinen en volkstuinen. Daarom is het extra belangrijk dat er vanuit de stad verbindingsroutes zijn naar het buitengebied. Op kaart 7 is zowel de landelijke als de provinciale ecologische hoofdstructuur aangegeven. Ambitie In standhouden en versterken van de kwaliteit van het buitengebied, waaronder het veenweidegebied. Het zichtbaar maken en beter benutten van de kernkwaliteiten van het buitengebied. Waar dat kan, de recreatieve en toeristische functie van het veenweidegebied versterken. Zaanstad zet zich in om in samenwerking met partners in Nationaal Landschap LaagHolland de vergoedingen voor zowel agrarisch beheer als terreinbeheer door natuurorganisaties kostendekkend vergoed te krijgen. De financiering is ook punt van aandacht in de Metropoolregio Amsterdam omdat het woon -en vestigingsklimaat gekoppeld is aan de kwaliteiten van natuur en landschap. 20