Visbestandopnames in het kader van het Referentiemeetnet 2013-Bemonsteringsverslag.

Vergelijkbare documenten
Visbestandopnames in het Netebekken 2011-Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames op de Noordede en de Blankenbergsevaart (2009)

Visbestandopnames op het Kanaal van Beverlo 2011-Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames in het bekken van de Brugse polders 2012Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames op het Kanaal van Gent naar Terneuzen (2008)

Visbestandopnames op de Zwalm en zijbeken 2012-Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames op de IJzer Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames op de Grote Nete 2012-Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames op het kanaal van Dessel naar Schoten(2009)

inbo Visbestandopnames op de Gaverbeek (2006) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R

Visbestandopnames op de Grensmaas 2012-Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames in het bekken van de Gentse kanalen Bemonsteringsverslag

Visbestandopnames op de Isabellawatering, de Zwarte Sluisbeek en de Nieuwe kale (2006)

Visbestandopnames op het Kanaal van Roeselare naar de Leie (2010)

Visbestandopnames op het Albertkanaal (2008)

Visbestanden op enkele waterlopen gelegen in het bekken van de Gentse kanalen (2002).

Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine. Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal

Visbestanden op de Dommel in het kader van de sanering van de bodem. April 2007-november 2007-april 20008

Visbestandopnames op enkele waterlopen behorende tot het Netebekken (2005).

Visbestandopnames op de Zuid-Willemsvaart (2010)

Visbestandopnames op het Kanaal Charleroi-Brussel-Schelde (2007)

Visbestandsopnames op het spaarbekken Kluizen I ( 2001).

Visbestandopnames op enkele zijbeken van de Leie ( 2002).

Visbestandopnames op de Poperingevaart en enkele waterlopen gelegen in het IJzerbekken (2006)

inbo Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren in het kader van het Meetnet Zoetwatervis 2008 Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R.2009.

Visbestanden in de Leie (2003)

inbo Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren afgevist in het kader van het Meetnet Zoetwatervis 2007 Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine

Visbestanden op de Boerekreek, de Roeselarekreek, de Oostpolderkreek en de Hollandergatskreek (2003).

Visbestandopnames op t Liefken, de Wagemakersbeek, de Burggravestroom, de Lede, Scherpeleibeek en de Eeklose watergang (2004).

inbo Visbestandopnames op enkele beken gelegen in het Demerbekken (2006) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R

Visbestandopnames op de Mark en zijbeken en de Kleine Aa of Wildertse beek (2004).

Het visbestand van de Demer in Vlaams-Brabant (2003).

Visbestanden in enkele waterlopen van het IJzerbekken (2003).

inbo Visbestandopnames op de Grote Nete en de Grote Laak en enkele van zijn zijbeken (2006) Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine INBO.R.2007.

Visbestanden op het kanaal van leper naar de IJzer (2002). Gerlinde Van Thuyne11) Sven Vrielynck(2>

Visbestandopnames op het Kanaal van Roeselare naar de Leie (2004).

Visbestandopnames op de Abeek (2004).

Visbestandopnames op enkele wateren in de polder van Kruibeke Bazel - Rupelmonde ( ).

Visbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde ( )

VISSTANDSONDERZOEK OP DE LEIEMEANDER TE WEVELGEM, West-Vlaanderen Burg 2B B-8000 Brugge. Duboislaan 14 B-1560 Hoeilaart-Groenendaal

inbo Visbestandopnames op de Damse Vaart. Gerlinde Van Thuyne, Sven Vrielynck en Jan Breine INBO.R

Visbestandopnames op de Brugse Polders (2005).

WATERKWALITEIT VAN DE DEMER

Visbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde (2010).

Visbestandopnames op enkele waterlopen in De Moeren, Polder Noordwatering Veurne en Meetkerkse Moeren (2006)

Visbestandopnames op enkele wateren in het bekken van de Zeeschelde (2009)

Visbestanden op het Kanaal Charleroi-Brussel-Schelde (2002).

Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren in het kader van het Meetnet Zoetwatervis 2009

Visbestandopnames op het kanaal van Beverlo (2005).

De visstand in vaarten en kanalen

Visbestand op de Moervaart en het Kanaal van Stekene (2003).

Visbestandopnames op de Rupel en Durme (2007).

Advies betreffende de werking van de vistrap 'Dalemse molen' op de Velpe te Tienen

inbo Visbestandopnames op de Bovenschelde Gerlinde Van Thuyne en Jan Breine en Luc Samsoen INBO.R

Visbestandopnames op de Itterbeek en zijbeken (2005)

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

Visbestandopnames op het kanaal Nieuwpoort-Duinkerke (2005).

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Onderzoek naar de visstand in de polders van Kruibeke

Visbestandopnames in het Demerbekken (2005).

Visbestandopnames in Vlaamse beken en rivieren in het kader van het Meetnet Zoetwatervis 2010

inbo Visbestandopnames op de Rupel en Durme (2006). Jan Breine, Ilse Simoens en Gerlinde Van Thuyne April 2006 Rupel, Terhagen Vlaamse Gemeenschap

Visbestandopnames in de getijgebonden Zenne. Viscampagnes Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Visbestandopnames op het Schipdonkkanaal (2005).

Meetstrategie en methodiek macrofyten 1 METHODIEK

Visonderzoek Mangelbeek: 12 en 19 september

Rapport vissterfte op de Boezingegracht augustus 2013

Visbestandopnames op de De Broeken te Elen (2004)

Visbestandopnames in het Lippenbroek, een gecontroleerd overstromingsgebied met gereduceerd getij in het Zeescheldeestuarium. Viscampagnes

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de Leigracht te Asper

Visbestandopnames op het Kanaal van Gent naar Oostende (2004)

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandonderzoek van de Barbierbeek Augustus 2016

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de Molenbeek- Graadbeek te Aalst

Visbestandopnames op de Dommel en Warmbeek en hun zijbeken (2004).

Het visbestand in de rivieren en de kanalen in Vlaanderen

Vissen met een potje water edna metabarcoding

Vis en Kaderrichtlijn Water in Zeeland

Visbestandopnames op het Leopoldkanaal (2003).

Visbestandopnames op de Zwalm en zijbeken (2005).

Visbestandopnames in de getij gebonden Dijle en Beneden Nete. Viscampagnes Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne

MONITORING VAN VISMIGRATIEVOORZIENINGEN VOORJAAR 2012

Visbestandopnames in de Zenne stroomafwaarts Brussel

Visbestanden op het Oud kanaal Bocholt en het Oud Kanaal Bree-Beek (2003)

Opvolging van het visbestand in enkele getijgebonden zijrivieren van het Zeeschelde-estuarium. Viscampagnes Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne

Het visbestand van de Zusterkloosterbeek (2003)

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de Damsloot in het kader van herinrichtingswerken en slibruiming

Visbestandopnames in de Rupel en Durme (2011) Jan Breine en Gerlinde Van Thuyne

Visbestandopnames op de Roksemput (2003).

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Visstandbemonsteringen in het beheergebied van Waterschap Regge en Dinkel

Visbestandopnames op de oude Leiearm te Grammene (2005).

Visbestandopnames op de oude Durme (2005).

Het visbestand in enkele getijgebonden zijrivieren van het Zeeschelde-estuarium Viscampagnes 2016

Regionale Implementatie KRW

Visbestandopnames op de Rupel en de Durme ( )

Inzet van vrijwilligers voor deopvolging van de visfauna in de Zeeschelde

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van enkele beken gelegen in het stroomgebied van de Maarkebeek

Vraag nr. 64 van 12 december 2003 van mevrouw DOMINIQUE GUNS. k w a l i t e i t. Enkel in Mechelen is er een slechte biologische kwaliteit.

Er is een inhaalbeweging nodig om de ontsnipperingsplannen en soortbeschermingsplannen versneld uit te voeren.

Resultaten monitoring Koopmanspolder

Het bekken van de Gentse kanalen

Transcriptie:

Visbestandopnames in het kader van het Referentiemeetnet 2013-Bemonsteringsverslag. Gerlinde Van Thuyne, Linde Galle, Yves Maes, Adinda De Bruyn, Isabel Lambeens en Jan Breine INSTITUUT NATUUR- EN BOSONDERZOEK

Auteurs: Gerlinde Van Thuyne, Linde Galle, Yves Maes, Adinda De Bruyn, Isabel Lambeens en Jan Breine, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek Het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) is het Vlaams onderzoeks- en kenniscentrum voor natuur en het duurzame beheer en gebruik ervan. Het INBO verricht onderzoek en levert kennis aan al wie het beleid voorbereidt, uitvoert of erin geïnteresseerd is. Vestiging: INBO Groenendaal Duboislaan 14, 1560 Groenendaal www.inbo.be e-mail: gerlinde.vanthuyne@inbo.be Wijze van citeren: Van Thuyne G., Galle L., Maes Y., De Bruyn A., Lambeens I en Breine J. (2015). Visbestandopnames in het kader van het Referentiemeetnet 2013-Bemonsteringsverslag. Rapporten van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek 2015 (rapportnr. 11299278). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. D/2015/3241/363 INBO.R.2015.11299278 ISSN: 1782-9054 Verantwoordelijke uitgever: Maurice Hoffmann Druk: Managementondersteunende Diensten van de Vlaamse overheid Foto cover: Dijle te Huldenberg 2016, Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek

Visbestandopnames in het kader van het Referentiemeetnet 2013 Bemonsteringsverslag Gerlinde Van Thuyne, Linde Galle, Yves Maes, Adinda De Bruyn, Isabel Lambeens en Jan Breine INBO.R.2015.11299278 D/2015/3241/363

Dankwoord Met dank aan Jean Pierre Croonen, Marc Dewit, Danny Bombaerts en Franky Dens voor de uitvoering van de bemonsteringen en Tom De Boeck en Jo Loos voor de bijdrage aan de gegevensverwerking voor dit rapport. 4 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

English abstract This report presents the results of the fish survey campaigns performed in 2013 in rivers and canals in Flanders. These surveys were made in the context of the 'Reference Freshwater Monitoring. In addition the results provide the biological information (fish) for the category river required by the European Water Framework Directive (WFD). The results are displayed per basin and concisely discussed in several chapters. In total, we surveyed 103 locations. We used electric fishing, fyke nets or a combination (multi method) of both methods. The 103 sites are located on 82 different water bodies. Only three locations were without fish. We caught a total of 42 fish species. In the top five of the most commonly caught species we had three spined stickleback, present in 68% of sampled sites followed closely by eel (67%), perch (54%), roach (50%) and stone loach (49%). In the context of the Water Framework Directive the calculated EQR values (Ecological Quality Ratio) are important because they are a measure of the ecological condition of the water body. Only 10% of the sampled water bodies had a good condition. Most of the water bodies obtained a "moderate condition" (40%). 27% of the water bodies was in a poor state. Still 23% of the water bodies had a bad quality. In the River Meuse basin and the River Nete basin, we find the highest number of "good locations. For the River Meuse basin this was 33% of the sampled sites, for the River Nete basin, 31%. In the latter basin we found the smallest number of sites with poor quality (8%). www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 5

Inhoudstafel Dankwoord... 4 English abstract... 5 Lijst van figuren... 8 Lijst van tabellen... 8 1 Inleiding... 12 2 Materiaal en methode... 14 3 IJzerbekken... 16 3.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 16 3.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 17 3.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 18 3.4 Visbestandgegevens... 19 3.5 Bespreking... 21 4 Brugse Polders en Gentse Kanalen... 23 4.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 23 4.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 23 4.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 24 4.4 Visbestandgegevens... 25 4.5 Bespreking... 26 5 Leiebekken... 27 5.1 Leie... 27 5.2 Ligging van de staalnameplaatsen... 27 5.3 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 28 5.4 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 28 5.5 Visbestandgegevens... 29 5.6 Bespreking... 31 5.7 Zijlopen van de Leie... 32 5.8 Ligging van de staalnameplaatsen... 32 5.9 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 32 5.10 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 33 5.11 Visbestandgegevens... 34 5.12 Bespreking... 35 6 Boven en Benedenschelde bekken... 36 6.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 36 6.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 37 6.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 37 6.4 Visbestandgegevens... 39 6.5 Bespreking... 41 7 Dijlebekken... 43 7.1 De Zenne... 43 7.1.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 43 7.1.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 43 7.1.3 Fysische en chemische metingen... 44 7.1.4 Visbestandgegevens... 45 7.1.5 Bespreking... 51 7.2 De Dijle... 52 7.2.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 53 6 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

7.2.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 53 7.2.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 54 7.2.4 Visbestandgegevens... 55 7.2.5 Bespreking... 61 7.3 Zijlopen Dijle... 62 7.3.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 62 7.3.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 63 7.3.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 63 7.3.4 Visbestandgegevens... 65 7.3.5 Bespreking... 67 8 Demerbekken... 69 8.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 69 8.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 70 8.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 71 8.4 Visbestandgegevens... 73 8.5 Bespreking... 75 9 Netebekken... 77 9.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 77 9.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 77 9.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 79 9.4 Visbestandgegevens... 80 9.5 Bespreking... 82 10 Maasbekken... 84 10.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 84 10.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 85 10.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 85 10.4 Visbestandgegevens... 87 10.5 Bespreking... 89 11 Kanalen... 91 11.1 Ligging van de staalnameplaatsen... 91 11.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 92 11.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving... 93 11.4 Visbestandgegevens... 94 11.5 Bespreking... 96 12 Overzicht EQR gegevens... 98 13 Samenvatting... 100 Referenties... 101 www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 7

Lijst van figuren Figuur 1: Overzicht van de in 2013 beviste locaties in het kader van het Referentiemeetnet Zoetwatervis, categorie type rivieren.... 13 Figuur 2: Aantalsverhouding van de gevangen vissoorten op de Zenne in juli 2013... 47 Figuur 3: Gewichtsverhouding van de gevangen vissoorten op de Zenne in juli 2013... 47 Figuur 4: Lengtehistogrammen van de gemeten riviergrondels (N=164) op de Zenne in juli 2013... 48 Figuur 5: Lengtehistogrammen van de gemeten bermpjes (N=98) op de Zenne in juli 2013... 48 Figuur 6: De gemeten zuurstofconcentratie (in mg/l) op de Zenne voor de periode 2007 2013. De zuurstof in locatie 70020350 werd in 2007 niet gemeten. Alle metingen gebeurden in de maand juli.... 49 Figuur 7: Lengtehistogram van de gemeten riviergrondel op de Dijle in 2013 (N=211)... 58 Figuur 8: Lengtehistogram van de gevangen bermpjes op de Dijle in 2013 (N=120)... 58 Figuur 9: Aantalsverhouding van de gevangen vissoorten op de Dijle in 2013... 59 Figuur 10: Aantalsverhouding van de gevangen vissoorten op de Dijle in 2013... 59 Figuur 11: Percentuele verdeling van het aantal meetpunten bemonsterd in 2013 waarvan de EQR zich in de klasse van goede, matige, ontoereikende of slechte toestand bevindt (N=102)... 98 Figuur 12: Percentuele verdeling van het aantal waterlichamen bemonsterd in 2013 waarvan de EQR zich in de klasse van goede, matige, ontoereikende of slechte toestand bevindt (N=82).... 98 Figuur 13: Percentuele verdeling van het aantal locaties per bekken bemonsterd in 2013 waarvan de EQR zich in de klasse van goede, matige, ontoereikende of slechte toestand bevindt (N=102)... 99 Lijst van tabellen Tabel 1: Gebruikte Methodes in functie van de KRW... 14 Tabel 2: Overzicht van de kwaliteitsbeoordeling en overeenkomstige klassering van de EQR score, rekening houdende met de richtlijnen van de Europese Kaderrichtlijn Water (Breine et al., 2001)... 15 Tabel 3: Situering van de staalnameplaatsen in het IJzerbekken... 16 Tabel 4: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 17 Tabel 5: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU), stroomsnelheid (v in m/s) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname.... 18 Tabel 6: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties (met*elektrisch, +fuiken, X met beide methodes)... 19 Tabel 7: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch en sleep in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuik/dag en N/fuik/dag met G = gewicht in g en N = aantal... 20 Tabel 8: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie... 21 Tabel 9: Situering van de staalnameplaatsen in het bekken van de Gentse kanalen en de Brugse polders bemonsterd in 2013... 23 Tabel 10: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 23 Tabel 11: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU), stroomsnelheid v in m/s) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname... 24 8 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

Tabel 12: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties in de verschillende campagnes (GK= Gentse kanalen, BP= Brugse polders)... 25 Tabel 13: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (sleep in G/100 m en N/100 m met G = gewicht in g en N = aantal)... 25 Tabel 14: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR)... 26 Tabel 15: Situering van de staalnameplaatsen op de Leie... 27 Tabel 16: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 28 Tabel 17: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname... 28 Tabel 18: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties in de verschillende campagnes (GK= Gentse kanalen, BP= Brugse polders)... 29 Tabel 19: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuikfag en N/fuikdag met G = gewicht in g en N = aantal)... 30 Tabel 20: Overzicht van vangstaantallen met Ne= vangstaantallen elektrisch, Nf= vangstaantallen fuiken en Ntot = totale vangsten en de % vangsten (N%).... 31 Tabel 21: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie... 31 Tabel 22: Situering van de staalnameplaatsen bemonsterd in het Leibekken 2013... 32 Tabel 23: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 32 Tabel 24: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU), stroomsnelheid (v in m/s) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname.... 33 Tabel 25: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties... 34 Tabel 26: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch en sleep in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuik/dag en N/fuik/dag met G = gewicht in g en N = aantal)... 34 Tabel 27: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie... 35 Tabel 28: Situering van de staalnameplaatsen gelegen in het Benedenscheldebekken en bemonsterd in 2013... 36 Tabel 29: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen (Met SO: stroomopwaarts; SA stroomafwaarts)... 37 Tabel 30: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), stroomsnelheid (v in m/s) turbiditeit (Turb in NTU) en biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname... 37 Tabel 31: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties.... 39 Tabel 32: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m met G = gewicht in g en N = aantal)... 40 Tabel 33: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie.... 41 Tabel 34: Ligging van de meetplaatsen op de Zenne... 43 Tabel 35: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen (met LO=linkeroever en RO=rechteroever)... 43 Tabel 36: Fysische en chemische metingen (ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm ), turbiditeit (Turb in NTU) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname.... 44 Tabel 37: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties in de periode 2007 2013.... 45 Tabel 38: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuik/dag en N/fuik/dag met G = gewicht in g en N = aantal)... 46 www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 9

Tabel 39: Overzicht van de ecologische kwaliteit ratio (EQR) van 2007 tot 2012 en hun appreciatie... 50 Tabel 40: Ligging van de meetpunten op de Dijle bemonsterd in deze campagne... 53 Tabel 41: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 53 Tabel 42: Fysische en chemische metingen (ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU) temperatuur (T in C) en biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname.... 54 Tabel 43: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties op de Dijle. De resultaten van vorige campagnes zijn weergegeven in een ander kleur.... 55 Tabel 44: Effectieve vangst in 2013 per soort en per staalnameplaats uitgedrukt in CPUE (in G/100 m en N/100 m met G = gewicht in g en N = aantal).... 56 Tabel 45: Overzichtstabel (2013) van de totale vangsten op de Dijle met per soort: de geviste aantallen (N), de aantalpercentages (N%), de geviste biomassa (G in g) en de gewichtspercentages (G%).... 57 Tabel 46: Overzicht van de EQR waarden en hun appreciatie voor de vangstjaren 1994, 1999, 2003, 2007, 2010 en 2013... 60 Tabel 47: Ligging van de meetplaatsen in het Dijlebekken... 62 Tabel 48: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen (met LO=linkeroever en RO=rechteroever, SO= stroomopwaarts, SA= stroomafwaarts)... 63 Tabel 49: Fysische en chemische metingen (ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm ), turbiditeit (Turb in NTU), doorzicht, stroomsnelheid v (m/s) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname. (LO=linkeroever en RO=rechteroever)... 63 Tabel 50: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties... 65 Tabel 51: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuik/dag en N/fuik/dag met G = gewicht in g en N = aantal)... 66 Tabel 52: Overzicht van de ecologische kwaliteit ratio (EQR)... 67 Tabel 53: Situering van de staalnameplaatsen bemonsterd in 2013... 69 Tabel 54: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen (met SO= stroomopwaarts, SA = stroomafwaarts)... 70 Tabel 55: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs cm), turbiditeit (Turb in NTU), stroomsnelheid (v in m s) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname... 71 Tabel 56: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten.... 73 Tabel 57: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (in G 100 m en N 100 m met G = gewicht in g en N = aantal)... 74 Tabel 58: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie... 75 Tabel 59: Situering van de staalnameplaatsen in het Netebekken afgevist... 77 Tabel 60: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen... 77 Tabel 61: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), stroomsnelheid (v in m/s) turbiditeit (Turb in NTU) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname. Met LO: linkeroever en RO: rechteroever... 79 Tabel 62: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties.... 80 Tabel 63: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m met G = gewicht in g en N = aantal)... 81 Tabel 64: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie... 82 Tabel 65: Situering van de staalnameplaatsen in het maasbekken bemonsterd in 2013... 84 10 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

Tabel 66: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen (Met SO= stroomopwaarts, SA = stroomafwaarts, LO= linkeroever, RO = rechteroever)... 85 Tabel 67: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), stroomsnelheid (v in m/s), turbiditeit (Turb in NTU) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname... 85 Tabel 68: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties... 87 Tabel 69: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m met G = gewicht in g en N = aantal)... 88 Tabel 70: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie... 89 Tabel 71: Ligging van de meetplaatsen... 91 Tabel 72: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen (met LO=linkeroever en RO=rechteroever)... 92 Tabel 73: Fysische en chemische metingen (ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm ), turbiditeit (Turb in NTU) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname (met LO=linkeroever en RO=rechteroever)... 93 Tabel 74: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties (met X=gevangen met elektrovisserij en fuikvisserij, *= enkel gevangen met elektrovisserij en += enkel gevangen met fuik)... 94 Tabel 75: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuik/dag en N/fuik/dag met G = gewicht in g en N = aantal)... 95 Tabel 76: Overzicht van de ecologische kwaliteit ratio (EQR) en hun appreciatie... 96 www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 11

1 Inleiding Dit rapport geeft de bemonsteringsresultaten weer van viscampagnes op beken, rivieren en kanalen uitgevoerd door het INBO in 2013. De bemonsteringen gebeurden in het kader van het Referentiemeetnet Zoetwatervis, meer bepaald het deel dat de invulling moet geven aan de Toestand en Trend monitoring voor de Kaderrichtlijn Water (KRW, 2000) voor de categorie type rivier (zie ook verder). Het ontwerp van het Vlaams referentiemeetnet voor de visfauna kwam er als gevolg van een revisie van het INBOzoetwatervismeetnet op basis van een vraaganalyse van de informatiebehoefte van de Kaderrichtlijn Water met aandacht voor een betere afstemming tussen de ecologische meetnetten en andere monitoringsverplichtingen. Uiteindelijk werd een referentiemeetnet voorgesteld die tegelijk de behoefte dekt van de Kaderrichtlijn Water (op programmaniveau de zogenaamde Toestand en Trendmonitoring (T&T), algemene surveillance van Vlaamse en eerste orde WL) en van Natura 2000 (verspreidingsgegevens en trends abundantie op vindplaatsen). De keuze viel op een in eerste instantie ruimtelijk gebalanceerde kanssteekproef met als doel zowel op Vlaamse schaal als voor de voornaamste deelgebieden of strata, een getrouw en voldoende precies beeld te geven van de algemene ecologische toestand voor de categorie type rivier. Deze steekproef wordt dan aangevuld met alle waterlichamen van het type meer en alle waterlichamen van het type overgangswateren en laaglandestuaria. Daarnaast worden deze locaties nog uitgebreid met locaties bepaald in functie van de opvolging van sommige habitatrichtlijnsoorten (verdichtingsmeetnet, = vindplaatsen (snuffelplaatsen) voor nieuwe locaties=2de steekproef). Ook werd er ruimte voorzien om de bemonsteringsinspanning te verhogen als dat voor de aanwezigheid en/of abundantie van een soort nodig blijkt. Zo komt men tot een geïntegreerd referentiemeetnet voor Vlaanderen. De meetpunten in het referentiemeetnet zitten in een zesjaarlijkse cyclus, met een opdeling van twee cycli per drie jaar. Gezien de dynamiek van de overgangswateren en laaglandestuaria worden de meetpunten van deze categorie in een (twee) jaarlijkse cyclus opgevolgd. Het ontwerp van het Vlaams referentiemeetnet en de meetnetstrategie voor de visfauna in functie van de Habitatrichtlijn zijn zeer uitvoerig beschreven in Geeraerts en Quataert, 2012 a en b). De verschillende deelgebieden of strata voor het type rivier, zijn (i) kleine beek, (ii) grote beek en kleine rivier, (iii) stroom (grote rivieren en zeer grote rivieren en kanalen) en (iii) polderwaterlopen (zoet en brak). Bovenstaand beschreven meetnet dient voornamelijk het algemene waterbeleid. Deze heeft nood aan globale cijfers (indicatoren) per stroomgebied over de ecologische toestand van de oppervlaktewateren, om strategische beslissingen mee te helpen oriënteren en om effectiviteit van het beleid als geheel te evalueren. De beleidsmakers moeten hiertoe de omvang, ruimtelijke spreiding (toestand) en evolutie in de tijd (trend) van de problemen kennen voor elk oppervlaktewatertype. De gegevens moeten ook tijdig detecteren of er zich geen onverwachte maatschappelijke ontwikkelingen aftekenen die de lokale inspanningen te niet doen. Voor al deze doelstellingen heeft de KRW de T&T voorzien waarvoor de lidstaten alle biologische kwaliteitselementen (vis, waterflora, macroinvertebraten en fytoplankton) verplicht moeten opvolgen. De gegevens zijn verzameld in functie van bovenstaand doel en geven dan ook niet altijd een totaalbeeld van de aanwezige visstand op een bepaalde waterloop. De gegevens voor type meer en de overgangswateren maken geen deel uit van het rapport In totaal visten we op 103 meetplaatsen verspreid over elf bekkens. Per bekken bespreken we bondig de resultaten in verschillende hoofdstukken. Op onderstaande kaart zijn de verschillende meetplaatsen aangegeven. De kanalen worden in het laatste hoofdstuk besproken. 12 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

Figuur 1: Overzicht van de in 2013 beviste locaties in het kader van het Referentiemeetnet Zoetwatervis, categorie type rivieren. www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 13

2 Materiaal en methode Het doel is om zoveel mogelijk gegevens te bekomen over de verspreiding van vissoorten op niveau Vlaanderen en om gegevens te verzamelen voor de bepaling van de Ecologische Kwaliteit Ratio (EQR) in functie van de KRW. De keuze van afvissingsmethode is afhankelijk van het type waterloop of het te bemonsteren water (volgens richtlijnen van CEN). De methode is in die zin gestandaardiseerd dat éénzelfde type waterloop (vb. een kanaal) steeds gelijkaardig zal worden afgevist. Indien een locatie geselecteerd is om een Habitatrichtlijnsoort op te volgen kunnen bijkomende bemonsteringen noodzakelijk zijn. Een traject wordt dan meerdere keren bemonsterd in functie van de te bemonsteren soort. Tabel 1: Gebruikte Methodes in functie van de KRW Type water Keuze methode Beviste afstand/tijd op geselecteerde locatie Lijnvormig tot 1,5 m breed, diepte <1,30m, zoet Elektrovisserij wadend 1 elektrode 100 m totale breedte Lijnvormig tot 6 m breed, diepte <1,30 m, zoet Elektrovisserij wadend 2elektrodes 100m totale breedte Lijnvormig >6 m breed, diepte <1.30 m, zoet Elektrovisserij wadend 2 elektrodes 1 elektrode, 250 m linkeroever en 1 elektrode 250 m rechteroever (±2 m oeverzone) Lijnvormig >6 m breed, diepte >1,30 m, stromend (zoals Demer, Maas, Dijle), zoet Elektrovisserij van op de boot met 2 elektrodes 2 elektrodes 250 m linkeroever en 2 elektrodes 250 m rechteroever Lijnvormig >6 m breed, diepte >1,30m traagstromend, of stilstaand (kanalen, Leie, Schelde), zoet Elektrovisserij van op de boot met 2 elektrodes Schietfuiken 2 elektrodes 250 m linkeroever en 2 elektrodes 250 m rechteroever 2 schietfuiken gedurende 48 uren parallel met de oever Lijnvormige gekanaliseerde waterlopen die niet te breed en te diep zijn maar waarvan de conductiviteit te hoog is om elektrisch te vissen zegennetvisserij 100 m, het water wordt langs beide kanten over de gehele breedte afgezet met een afzetnet, de sleep wordt 2X uitgevoerd. (De keuze van de netten gebeurt in de eerste plaats in functie van de breedte en diepte van het te bemonsteren water. Natuurlijk zal ook de maaswijdte van groot belang zijn, is deze te groot dan zal de kleine vis doorheen de mazen van het net glippen.) Voor de elektrovisserij gebruiken we elektrovisserij apparaten van het type Deka 7000 gevoed door een 5 kw generator met een regelbare spanning variërend van 300 tot 500 V of van het type Deka 3000 (draagbaar toestel). De stroomstoot frequentie is 480 Hz. We gebruiken meestal twee dubbele schietfuiken (diameter grootste hoepel 14 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

90 cm; 22 m totale lengte) per locatie. Het sleepnet wordt gekozen in functie van het af te vissen water. Op de verschillende staalnameplaatsen meten we enkele fysische en chemische variabelen. We bespreken de resultaten van de afvissingen per bekken. De voornaamste resultaten geven we in tabellen. Deze zijn: per locatie de vangstresultaten (vissoorten) van 2013 de elektrische vangsten geven we aan met *, de fuikvangsten met +, indien een soort gevangen is zowel met fuiken als elektrisch, geven we dit aan met X, tenslotte geven we de sleepnetvisserij aan met #; per soort en per locatie de effectieve vangst in Catch Per Unit Effort (CPUE), dit kan ook in een figuur zijn weergegeven; per locatie de visindex uitgedrukt in Ecologische Kwaliteit Ratio (EQR); De visindex wordt berekend op basis van metriek scores. De metrieken kunnen we onderbrengen in drie groepen parameters die verband houden met 1) soortensamenstelling en rijkdom, 2) trofische samenstelling, 3) hoeveelheid vis en conditie van het visbestand. De metrieken werden geselecteerd op basis van het feit dat hun waarde wijzigt in functie van toenemende degradatie, lees pollutie en habitatmodificatie, van het milieu. Zo zal bij een verstoring van het aquatische milieu het aantal soorten in de visgemeenschap afnemen, de gevoelige soorten ontbreken terwijl het aantal individuen van tolerante soorten toeneemt. Iedere metriek wordt beoordeeld en gescoord ten opzichte van een referentie. Indien geen referentie aanwezig is dan kan die worden bepaald op basis van historische gegevens, expert kennis of via modellering. Op basis van de behaalde metriek scores wordt een EQR bepaald. Deze EQR waarde varieert tussen 0 en 1 en wordt vertaald in vijf integriteitklassen (tabel 2). De EQR integreert kenmerken van de populatie en de individuele organismen in een visgemeenschap en geeft weer in hoeverre het aquatische ecosysteem in staat is een gebalanceerde en geïntegreerde gemeenschap van organismen te dragen, waarvan de samenstelling, soortenrijkdom en functieverdeling vergelijkbaar zijn met een natuurlijk en onverstoord habitat van dezelfde geografische regio. Tabel 2: Overzicht van de kwaliteitsbeoordeling en overeenkomstige klassering van de EQR score, rekening houdende met de richtlijnen van de Europese Kaderrichtlijn Water (Breine et al., 2001) EQR Klasse Kaderrichtlijn indeling Kaderrichtlijn kleurcode >0,8-1 1 Uitstekend >0,6-0,8 2 Goed >0,4-0,6 3 Matig >0,2-0,4 4 Ontoereikend 0,2 5 Slecht EQR (kanalen) Klasse Kaderrichtlijn indeling Kaderrichtlijn kleurcode 1 1 MEP (Maximaal Ecologisch Potentieel) >0,75 1 2 GEP (Goed Ecologisch Potentieel) >0,50 0,75 3 Matig >0,25 0,50 4 Ontoereikend 0,25 5 Slecht www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 15

3 IJzerbekken In 2013 bemonsterden we locaties gelegen op volgende waterlopen in het IJzerbekken: de Grote Beverdijkvaart (2 locaties), de Kemmelbeek (2), de Martjevaart (2), de Heidebeek (1), de IJzer (1), de Handzamervaart (1), Het Kanaal van Ieper naar Komen (1). 3.1 Ligging van de staalnameplaatsen Tabel 3: Situering van de staalnameplaatsen in het IJzerbekken Nummer X Y Waterloop Gemeente Omschrijving 01222100 35647 187987 GROTE BEVERDIJKVAART 01422100 40522 197773 GROTE BEVERDIJKVAART Lo Reninge Diksmuide nabij Slopgatbrug Karpelbrug 21121150 40719 176212 KEMMELBEEK Ieper Elverdinge 21121400 39198 184526 GROTE KEMMELBEEK Lo Reninge ter hoogte van de monding in de IJzer 22130100 47066 178953 MARTJEVAART Langemark Poelkapelle achterfabriek aan de Boezingenstraat 22130150 42887 183370 MARTJEVAART Lo Reninge achter kasteel van Merkem 23030100 26021 178440 HEIDEBEEK Poperinge / 23110300 27264 180335 IJZER Poperinge ter hoogte van Dode IJzer 24223050 59151 192276 HANDZAMEVAART Torhout Spanjaard 22000100 45210 17302 KANAAL VAN IEPER NAAR KOMEN Ieper Diksmuideweg, 300 m voor monding kanaal Ieper IJzer 16 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

3.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Tabel 4: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Nummer Datum Beviste afstand/tijd Methode Opmerking 01222100 9/10/2013 100 m LO+100 m RO Elektrovisserij vanop de boot met 2 elektroden In: 9/10/2013 Uit: 11/10/2013 2 dagen 2 schietfuiken 01422100 4/04/2013 100 m LO+100 m RO Elektrovisserij vanop de boot met 2 elektroden 21121150 25/09/2013 50 m SA+34 m SA brug Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 21121400 25/06/2013 100 m LO+ 100 m RO Elektrovisserij wadend met 2 elektroden Tevens afgevist in functie van de Habitatrichtlijn voor bittervoorn. het traject van 100 m werd 3X afgevist. 22130100 25/09/2013 100 m Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 22130150 26/09/2013 100 m LO+100 m RO Elektrovisserij vanop de boot met 2 elektroden 23030100 30/05/2013 50 m SO + 50 m SA brug Elektrovisserij wadend met 2 elektroden Tevens afgevist in functie van de Habitatrichtlijn voor kleine modderkruiper. Het traject van 100 m werd 3X afgevist. 23110300 27/06/2013 250 m LO +250 m RO Elektrovisserij vanop de boot met 2 elektroden Habitatrichtlijn voor kleine modderkruiper en bittervoorn. Het traject van 100 m werd 3X afgevist. 24223050 4/04/2013 100 m SO weg Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 22000100 13/09/2013 100 m+45m Elektrovisserij vanop de boot met 2 elektroden Met LO: linkeroever, RO: rechteroever, SO: stroomopwaarts, SA: stroomafwaarts www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 17

3.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving Tabel 5: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU), stroomsnelheid (v in m/s) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname. Nummer ph O 2 T Cond v Turb Biotoopbeschrijving 01222100 7,68 6,11 15,9 935 40,9 Natuurlijke oevers, steile taluds, bodem van slib en stenen, veel natuurlijke schuilplaatsen, maïsakker langs 1 oever, gem. 1,20 m diep en doorzicht tot 46 cm. 01422100 8,41 14,53 4,9 1839 22,3 Oevers kunstmatig verstevigd, flauwe taluds, zanderige bodem, weinig schuilplaatsen aanwezig, landbouw langs beide oevers, rietgordels langs de oevers, doorzicht tot 54 cm diep. 21121150 7,41 4,21 14,7 802 0,06 9,47 Gem. 3, 60 m breed, bodem van modder, slib en stenen, oevers met hout verstevigd, kleine stuw aanwezig, gem. 60 cm diep en doorzicht tot op de bodem. 21121400 7,95 3,84 19,2 807 23,4 Gem. 7,90 m breed, bodem van zand, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, natuurlijke oevers, weide op RO, riet aanwezig, doorzicht tot 45 cm. 22130100 7,35 3,28 16 1286 0,04 8,97 Gem. 4,20 m breed, bodem van beton en stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, oevers verstevigd met schanskorven en beton, landbouw en een fabriek langs de oevers, gem. 75 cm diep en doorzicht tot op de bodem. 22130150 7,73 2,6 17,6 1916 20,5 Gem. 5,75 m breed, bodem van klei en modder, veel natuurlijke schuilplaatsen, weides en landbouw langs de oevers, bodemwaterplanten aanwezig, gem. 85 cm diep en doorzicht tot 45 cm. 23030100 8,15 8,27 12,3 1370 0,54 11,6 Oevers verstevigd met schanskorven, doch overgroeid met vegetatie, bodem van zand en klei, waterplanten en draadalgen creëren veel natuurlijke schuilplaatsen, weide en natuurgebied op LO en grasland op RO, gem. 75 cm diep, doorzicht tot op de bodem. 23110300 8,06 6,09 17,6 1081 26 Oevers deels verstevigd met betonplaten, taluds matig steil, weides en bebouwing langs beide oevers, vlottende waterplanten en bodemwaterplanten aanwezig, gem. 2 m diep en doorzicht tot 45 cm. 24223050 7,95 11,87 3,8 846 15,1 Oevers met paaltjes en betonplaten verstevigd, steile taluds, zanderige bodem met stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, akker op RO en grasland op LO, gem. 75 cm diep. 22000100 7,25 2,9 14,3 414 42,8 Natuurlijke oevers, steile taluds, veel natuurlijke schuilplaatsen aanwezig, heel veel bodemwaterplanten en draadalgen aanwezig, een stuw vormt knelpunt, gem. 1 m diep en doorzicht tot op de bodem. 18 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

3.4 Visbestandgegevens Tabel 6: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties (met*elektrisch, +fuiken, X met beide methodes) Nummer tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars alver baars bermpje bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel brasem giebel karper kleine modderkruiper kolblei paling pos rietvoorn riviergrondel snoek snoekbaars vetje winde zeelt Totaal 01222100 * + X * X X X X X X X * + + * 15 01422100 * * * * * 5 21121150 * * * * * 5 21121400 * * * * * * * * * * * * * * * * 16 22130100 * 1 22130150 * * * * * * * * * * * * * * 14 23030100 * * * * * * * * * 9 23110300 * * * * * * * * * * * * * * * * 16 24223050 * * * * * 5 22000100 * * * * * * * * * * 10

Tabel 6: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch en sleep in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuik/dag en N/fuik/dag met G = gewicht in g en N = aantal Nummer tiendoorngie stekelbaars driedoornige stekelbaars alver baars bermpje bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel brasem giebel karper kleine modderkruiper kolblei paling pos rietvoorn riviergrondel snoek snoekbaars vetje winde zeelt Totaal 01222100 G/100m 1,8 1208,7 0,4 464,8 819,6 2102,7 563,3 267,1 58,2 10,2 705 191,2 6393 elektrisch N/100m 3 131 0,5 16,5 4 10,5 22 2,5 4 1 5 0,5 200,5 01222100 G/fuikdag 7,6 260,8 636,3 458,2 1339,8 1196,6 921,3 262,6 254,8 68,6 2,1 5408,7 fuiken N/fuikdag 0,2 34,2 85,8 88,2 7,2 69 5,5 71 7,8 1,2 0,8 370,9 01422100 G/100m 0,4 85,5 2 0,4 8,5 96,8 elektrisch N/100m 0,5 9,5 1 0,5 2,5 14 21121150 G/100m 1,3 1216,7 983,3 1158,2 38,6 3398,1 elektrisch N/100m 2,4 1800 288,1 8,3 6 2104,8 21121400 G/100m* 0,6 96,9 6,6 38,2 1293,4 0,9 4,4 155,2 1,6 415,8 461 7,5 2,2 42,4 0,7 34,6 2562 elektrisch N/100m* 4 16 2,5 18,5 100,5 0,5 2 0,5 1 10,5 13,5 1 1,5 11,5 1,5 0,5 185,5 22130100 G/100m 4,2 4,2 elektrisch N/100m 2 2 22130150 G/100m 0,6 39,6 7 1756,9 2,4 0,8 32,1 1,1 72 119,4 7,4 57,6 1,8 337 2435,7 elektrisch N/100m 1,5 3,5 2,5 106,5 1,5 0,5 2 0,5 7,5 1 0,5 2,5 0,5 0,5 131 23030100 G/100m 4 315 158,9 27,6 NAG** 855,6 10 1,2 260,3 1979 elektrisch N/100m 2 10 39 1 157* 17 1 1 36 264 23110300 G/100m*** 0,5 3 53,9 5 3,4 53,3 1,9 0 0,4 80,8 131,9 5,6 7,8 347,5 elektrisch N/100m*** 1,2 0,2 1,8 1 1,8 4,4 0,8 0,4 0,4 1,2 1,8 0,2 3,6 18,8 24223050 G/100m 198,4 4,9 152,5 1,6 701,9 1059,3 elektrisch N/100m 117 2 15 2 3 139 22000100 G/100m 0,6 1009,9 11616,7 5,6 471,2 0 88,5 6229,7 9,9 152,4 19584,5 elektrisch N/100m 1,4 39,3 1576,6 1,4 173,8 0,7 46,9 6,9 11 27,6 1885,6 *dit zijn de vangsten voor de drie trekken. **NAG, niet alle vissen van de tweede en derde trek werden gewogen *** dit zijn de vangsten van de eerste trek

Tabel 7: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie Nummer Waterloop Waterlichaamnummer AfvisMethode EQR Appreciatie 01222100 GROTE VL11_13 Elektrisch 0,58 matig BEVERDIJKVAART 01422100 VL11_13 Elektrisch 0,47 matig VL11_13 Fuiken matig 21121150 KEMMELBEEK L107_10 Elektrisch 0,43 matig 21121400 KEMMELBEEK VL05_2 Elektrisch 0,55 matig 22130100 MARTJEVAART L111_1001 Elektrisch 0,2 slecht 22130150 MARTJEVAART VL11_10 Elektrisch 0,58 matig 23030100 HEIDEBEEK VL05_4 Elektrisch 0,6 matig 23110300 IJZER VL08_7 Elektrisch 0,68 goed 24223050 HANDZAMEVAART L111_1044 Elektrisch 0,4 ontoereikend 22000100 Kanaal van Ieper naar Komen VL05_5 Elektrisch 0,45 matig 3.5 Bespreking In het bekken van de IJzer bemonsterden we 9 locaties gelegen op 6 waterlopen. In totaal visten we 18 soorten. Wanneer het traject er in het kader van de habitatrichtlijn meerdere keren werd gevist worden enkel de gegevens van de eerste trek meegenomen in de berekening van de index. Op de Grote Beverdijkvaart (2 locaties) visten we 15 vissoorten, driedoornige stekelbaars, alver, baars, bittervoorn, blankvoorn, brasem, giebel, kolblei, paling, pos, rietvoorn, snoek, snoekbaars, vetje en winde. Baars gevolgd door blankvoorn zijn hier de meest gevangen soorten. Qua gewicht is giebel dominant gevolgd door kolblei. De Grote Beverdijkvaart is een Vlaams waterlichaam met nummer VL11_13. De EQR op het meest stroomopwaartse punt (Lo Reninge) bedraagt 0,58 en die op de locatie te Diksmuide 0,47. Beiden krijgen de waardebeoordeling matige kwaliteit. De Kemmelbeek werd op twee locaties bemonsterd, in totaal vingen we hier 17 vissoorten: tiendoornige stekelbaars, driedoornige stekelbaars, baars, bermpje, blankvoorn, blauwbandgrondel, brasem, giebel, kolblei, paling, pos, rietvoorn, riviergrondel, vetje, zeelt en de beschermde vissoorten kleine modderkruiper en bittervoorn. Op de locatie gelegen te Ieper vingen we 5 soorten. Hier domineerde driedoornige stekelbaars, maar ook bermpje is er goed aanwezig. Op de locatie te Lo Reninge vingen we 16 vissoorten en domineerde blankvoorn. De locatie te Ieper scoort een EQR waarde van 0,43. De locatie te Lo Renige scoort hoger en haalt een EQR van 0,55. Beiden halen wel de waardebeoordeling matige kwaliteit. De Kemmelbeek op de locatie te Ieper behoort tot het waterlichaam van de eerste orde met nummer L107_10. De locatie gelegen te Reninge behoort tot het Vlaams waterlichaam met nummer VL05_2. De Martjevaart werd op 2 locaties bemonsterd, in totaal vingen we volgende 14 soorten: driedoornige stekelbaars, baars, bermpje, blankvoorn, blauwbandgrondel, brasem, giebel, kolblei, paling, pos, rietvoorn, vetje, zeelt en de beschermde kleine modderkruiper. Op de meest stroomopwaartse locatie, die gelegen is op een waterlichaam van de eerste orde nl. L111_1001 vingen we slechts de exoot blauwbandgrondel. Met een bodem van beton en stenen en weinig natuurlijke schuilplaatsen is het geen ideaal biotoop voor vissen. De EQR krijgt dan ook de score 0,2 wat overeenkomt met de waardebeoordeling slechte kwaliteit. De meer stroomafwaarts gelegen locatie, gelegen op Vlaams waterlichaam VL11_10 biedt een veel beter biotoop en ondanks de vrij lage zuurstofconcentratie op het moment van de bemonstering (2,6 mg/l) haalden we er toch 14 soorten boven. Blankvoorn is de meest gevangen www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 21

soort, de overige soorten worden slechts sporadisch gevangen, opmerkelijk is de vangst van de kleine modderkruiper. Het is de eerste keer dat deze soort op deze waterloop wordt gevangen. De EQR scoort hier dan ook 0,58 wat overeenkomt met een matige kwaliteit. De Heidebeek werd op één locatie bemonsterd. We vingen er volgende 9 soorten: driedoornige stekelbaars, baars, bermpje, giebel, paling, pos, rietvoorn, riviergrondel en de beschermde kleine modderkruiper. In het kader van de bemonstering in functie van de habitatrichtlijn werd deze locatie 3X bemonsterd voor kleine modderkruiper. In totaal vingen we 157 stuks. Maar zelfs na één bemonstering was kleine modderkruiper op deze locatie al dominant (121 stuks), gevolgd door bermpje en riviergrondel. De EQR scoort 0,6 en dit valt nog net onder de waardebeoordeling matige kwaliteit. Ook de IJzer werd in deze campagne op één locatie bemonsterd (te Poperinge).De locatie is gelegen op waterlichaam nummer VL08_7. De IJzer zal in cyclus 2 bijkomend op 6 locaties worden bemonsterd. We vingen volgende 16 soorten: driedoornige stekelbaars, alver, baars, bermpje, blankvoorn, blauwbandgrondel, karper, kolblei, paling, pos, riviergrondel, snoek, vetje, winde en de beschermde habitatrichtlijnsoorten bittervoorn en kleine modderkruiper. Riviergrondel gevolgd door blankvoorn zijn de meest gevangen soorten hier. De EQR scoort hier 0,68 en krijgt de waardebeoordeling goede kwaliteit. De Handzamevaart bevisten we eveneens op één locatie. We noteerden volgende vijf soorten: tiendoornige stekelbaars, driedoornige stekelbaars, bermpje, blankvoorn en paling. Tiendoornige stekelbaars is de meest gevangen soort. De bemonsterde locatie is gelegen op een waterlichaam van de eerste orde met nummer L111_1044. De EQR scoort 0,4 wat overeen komt met een ontoereikende kwaliteit. Het kanaal Ieper naar Komen bevisten we op een locatie gelegen te Ieper (VL05_05). We vingen er volgende 10 soorten: tiendoornige stekelbaars, baars, blankvoorn, giebel, kolblei, paling, rietvoorn, snoek, vetje en zeelt. Blankvoorn domineert maar ook snoek werd goed gevangen. Er zijn heel veel waterplanten aanwezig en de visstand is er erg hoog (bijna 20 kg/100 m afgevist). De EQR scoort 0,45 wat een matige kwaliteit betekent. 22 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

4 Brugse Polders en Gentse Kanalen We bemonsterden in 2013 in het bekken van de Gentse Kanalen twee waterlopen: de Isabellastroom en het Brakeleike. In de polders van de Brugse polders bemonsterden we het Zuidervaartje, de Rivierbeek en de Ringbeek. Op elke waterloop werd slechts 1 locatie bemonsterd. Enkel op de Rivierbeek werden 2 locaties bemonsterd. 4.1 Ligging van de staalnameplaatsen Tabel 8: Situering van de staalnameplaatsen in het bekken van de Gentse kanalen en de Brugse polders bemonsterd in 2013 Nummer X Y Bekken Waterloop Gemeente Omschrijving 08141100 103018 214234 Gentse Kanalen ISABELLASTROOM Assenede hoek van Nieuwe Boekhoutestraat en Heulken, naast nieuwe boekhoutstraat 13143100 100663 204230 BRAKELEIKE Evergem Sleidinge, Schroonhoek 09028150 68950 207890 ZUIDERVAARTJE Brugge Sint Michiels, Rijselstraat Brugse Polders 15630100 68430 199925 RIVIERBEEK Oostkamp Schaapsbrug 15630150 70676 202364 RIVIERBEEK Oostkamp Schaapsbrug 15673100 73166 19672 RINGBEEK Wingene tussen Beekhoek en Peerstalk 4.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Tabel 9: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Nummer Bekken Datum Beviste afstand Methode 08141100 Gentse 30/04/2013 100 m Elektrovisserij wadend met 1 elektrode 13143100 Kanalen 30/04/2013 100 m LO + 100 m RO Elektrovisserij vanop de boot met 2 elektrodes 09028150 11/04/2013 80 m SO weg Elektrisch wadend met 2 electroden 15630100 Brugse 11/04/2013 100 m SO weg Elektrisch wadend met 2 electroden 15630150 Polders 11/04/2013 100 m SO brug Elektrisch wadend met 2 electroden 15673100 11/04/2013 100 m SA weg Elektrisch wadend met 1 electrode Met SO= stroomopwaarts, SA = stroomafwaarts www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 23

4.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving Tabel 10: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU), stroomsnelheid v in m/s) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname Nummer ph O 2 T Cond v Turb Biotoopbeschrijving 08141100 7,8 13,5 9,4 750 0,3 8,07 Oevers met schanskorven verstevigd, bodem van zand en modder, weinig natuurlijke schuilplaatsen, draadalgen aanwezig, weide en landbouw langs de oevers, gem. 18 cm diep en doorzicht tot op de bodem. 13143100 7,91 11,47 11,8 1018 14,4 Oevers deels met schanskorven verstevigd, bodem van slib en modder, riet langs de oevers, weide langs beide oevers, gem. 89 cm diep en doorzicht tot 50 cm 09028150 7,23 6,6 8,4 504 0,62 21,3 De waterloop is gem. 4 m breed, de bodem is verhard met beton, alsook de oevers, geen natuurlijke schuilplaatsen, enkele stroomversnellingen in het traject aanwezig, 2 bochten, geen landbouw, paardenweide op RO, bomen langs de oevers, draadalgen aanwezig, doorzicht tot op de bodem, gem. 58 cm diep. 15630100 7,28 6,44 8,6 617 28,2 De waterloop is gem. 3,50 m breed, zanderige bodem, weinig natuurlijke schuilplaatsen, pool riflfe afwezig, natuurlijke oevers, weide langs 1 oevers, enkele bomen langs de oevers, waterplanten afwezig, doorzicht tot 30 cm, gem. 1,10 m diep. 15630150 7,31 6,57 8,5 610 0,47 30,5 De waterloop is gem. 3,85 m breed, bodem van zand en klei, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, pool riffle afwezig, 3 bochten in het traject, oever met schanskorven en houten paaltjes verstevigd, bos, landbouw en weides op de oevers, waterplanten afwezig, doorzicht tot op de bodem, gem. 70 cm diep. 15673100 7,78 7,81 9,3 848 0,65 92,4 De waterloop is gem. 2 m breed, zanderige bodem met stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, enkele stroomversnellingen in het traject, 2 bochten, oevers kunstmatig verstevigd, lanbouw, weides en enkele bodem langs de oevers, een verval vormt knelpunt, doorzicht tot op de bodem, gem. 65 cm diep. 24 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

4.4 Visbestandgegevens Tabel 11: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties in de verschillende campagnes (GK= Gentse kanalen, BP= Brugse polders) Nummer datum waterloop Bekken tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars baars blankvoorn giebel paling rietvoorn zeelt Totaal 08141100 30/04/2013 ISABELLASTROOM GK * * 2 13143100 30/04/2013 BRAKELEIKE * * * * * * 6 09028150 11/04/2013 Zuidervaartje BP * * 2 15630100 11/04/2013 Rivierbeek * * 2 15630150 11/04/2013 Rivierbeek * * 2 15673100 11/04/2013 Ringbeek * * 2 Tabel 12: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (sleep in G/100 m en N/100 m met G = gewicht in g en N = aantal) Nummer tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars baars blankvoorn giebel paling rietvoorn zeelt Totaal 08141100 G/100m GK 51,9 12,7 64,6 elektrisch N/100m 60 10 70 13143100 G/100m 62 257,5 96 48 37 44,8 545,3 elektrisch N/100m 3 19,5 0,5 0,5 2,5 2 28 09028150 G/100m BP 15 0,6 15,6 elektrisch N/100m 8,8 1,2 10 15630100 G/100m 1,2 5,6 6,8 elektrisch N/100m 2 3 5 15630150 G/100m 3,3 9 12,3 elektrisch N/100m 1 6 7 15673100 G/100m 42,5 8,4 50,9 elektrisch N/100m 21 1 22 www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 25

Tabel 13: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) Nummer Waterloop Bekken AfvisMethode waterlichaam EQR Appreciatie 08141100 ISABELLASTROOM Gentse Elektrisch L111_1112 0,2 slecht Kanalen 13143100 BRAKELEIKE VL05_154 0,35 ontoereikend 09028150 ZUIDERVAARTJE Brugse VL05_18 0,2 slecht Polders 15630100 RIVIERBEEK VL05_20 0,2 slecht 15630150 VL05_20 0,2 slecht 15673100 RINGBEEK L111_1068 0,2 slecht 4.5 Bespreking In het bekken van de Gentse kanalen bemonsterden we 2 locaties gelegen op 2 waterlopen nl. de Isabellastroom en het Brakeleike. In het bekken van de Brugse polders bemonsterden we 4 locaties gelegen op 3 beken nl. het Zuidervaartje, de Rivierbeek en de Ringbeek. Op de Isabellastroom, een lokaal waterlichaam van de eerste orde met nummer L111_1112 vingen we slechts de twee stekelbaarssoorten, de EQR krijgt de waarde 0,2 en dus een slechte beoordeling. Op het Brakeleike, een Vlaams waterlichaam met nummer VL05_154 vingen we volgende zes soorten: baars, blankvoorn, giebel, paling, rietvoorn en zeelt. Blankvoorn werd het meest gevangen. De EQR krijgt score 0,35 en de waardebeoordeling is ontoereikend. Op het Zuidervaartje, Vlaams waterlichaam met nummer VL05_18 vingen we slechts de twee stekelbaarssoorten. De EQR scoort daardoor 0,2 wat overeenkomt met een slechte kwaliteit. De Rivierbeek werd op twee locaties bemonsterd. De locaties zijn gelegen op het Vlaams waterlichaam met nummer VL05_20. Op beide locaties vingen we slechts de twee stekelbaarssoorten. Beide locaties scoren 0,2 dus dit waterlichaam scoort slecht. Op de locatie op de Ringbeek, lokaal waterlichaam van de eerste orde met nummer L111_1068 vingen we eveneens twee soorten nl. tiendoornige stekelbaars en giebel. Ook hier scoort de EQR 0,2 en dus een slechte kwaliteit. 26 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

5 Leiebekken We bemonsterden in 2013 volgende waterlopen gelegen in het Leiebekken: de Leie, de Douvebeek, de Geluwebeek, de Kasselrijbeek en de Mandel. Omdat we het belangrijk achten om voldoende zicht te houden op de grote natuurlijke waterassen blijven we voldoende meetpunten houden op de grote rivieren. Het aantal locaties gelegen op de grote waterlopen is vergelijkbaar met het aantal locaties in het vroegere meetnet al worden deze in het huidige referentiemeetnet om de 6 jaar gemeten i.p.v. de 3 jaar van vroeger. 5.1 Leie De Leie ontspringt te Lisbourg in Frankrijk, op een hoogte van 100 m. Op Frans grondgebied heeft zij een lengte van 84 km. Van Ploegsteert tot Menen vormt ze de grens tussen België en Frankrijk en loopt vervolgens doorheen Wevelgem, Bissegem, Kortrijk, Kuurne, Harelbeke, Bavikhove, Ooiegem, Sint Baafs Vijve, Oeselgem, Deinze en Sint Martens Leerne om in Gent uit te monden in de Ringvaart. Vanaf de grens tot Gent heeft ze een lengte van 108 km. De voornaamste zijbeken zijn: de Douvebeek, de Kortekeerbeek, de Heulebeek, de Mandel en de Gaverbeek. In deze campagne werd de Leie op 5 locaties bemonsterd. In de volgende cyclus van 3 jaar zullen er opnieuw 8 (andere) meetpunten gelegen op de Leie bemonsterd worden. 5.2 Ligging van de staalnameplaatsen Tabel 14: Situering van de staalnameplaatsen op de Leie Inbo Nummer LambertX LambertY Gemeente Omschrijving 30111100 56061 163570 Wervik / 31111200 65139 165773 Wevelgem / 35111125 91362 186066 Deinze stroomafwaarts brug Guido Gezellelaan 35111150 92457 186083 Deinze aan de zwaaikom 35111200 93969 187123 Deinze aan Oude Leiearm (Leiehoek) www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 27

5.3 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Tabel 15: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen INBO nummer Datum Beviste afstand Methode 30111100 15 05 13 250 m LO + 250 m RO Elektrovisserij met 2 elektroden vanop de boot in: 14 05 13 2 dagen 2 schietfuiken 31111200 15 05 13 250 m LO + 250 m RO Elektrovisserij met 2 elektroden vanop de boot in: 14 05 13 2 dagen 2 schietfuiken 35111125 21 05 13 250 m LO + 250 m RO Elektrovisserij met 2 elektroden vanop de boot in: 14 05 13 2 dagen 2 schietfuiken 35111150 21 05 13 250 m LO + 250 m RO Elektrovisserij met 2 elektroden vanop de boot 35111200 21 05 13 250 m LO + 250 m RO Elektrovisserij met 2 elektroden vanop de boot in: 14 05 13 2 dagen 2 schietfuiken 5.4 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving Tabel 16: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname Nummer ph O 2 T Cond Turb Biotoopbeschrijving 30111100 7,66 5,94 13,3 1025 29,8 Oevers verstevigd met stenen en beton, steile taluds, bomen langs de oevers, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, loop van het traject matig verstoord, riet langs de oevers, gem. 29m breed, doorzicht tot 43 cm. 31111200 7,76 7,42 14,4 956 19,3 Oevers kunstmatig verstevigd met schanskorven, steile taluds, weides langs beide oevers, landbouw op LO, weinig natuurlijke schuilplaatsen aanwezig, gem. 53 m breed, gem. 3,20 m diep, doorzicht tot 90 cm. 35111125 7,63 6,42 13,6 933 9,85 Oevers kunstmatig verstevigd met beton en ijzeren platen, industie op RO, bomen langs de oevers, gem. 28 m breed, doorzicht tot 48 cm. 35111150 7,58 6,44 13,5 942 26,6 Oevers gedeeltelijk verstevigd, steile taluds, bebouwing en industrie op RO, industrie, landbouw en een waterzuiveringsstation op LO, bomen langs de oevers, veel natuurlijke schuilplaatsen, bodemwaterplanten aanwezig, gem. 120 m breed, doorzicht tot 70 cm. 35111200 7,63 6,9 13,5 947 14,1 Oevers met hout en stenen verstevigd, weinig natuurlijke schuilplaatsen aanwezig, riet langs de oevers, alsook enkele bodem, gem. 25 m breed, doorzicht tot 62 cm. 28 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

5.5 Visbestandgegevens Tabel 17: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties in de verschillende campagnes (GK= Gentse kanalen, BP= Brugse polders) tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars baars bermpje bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel brasem giebel karper kolblei paling pos rietvoorn riviergrondel zeelt zonnebaars Totaal 30111100 X X + + + X X + * X + X X X X 15 31111200 X + X * + X * X X X + 11 35111125 * X + + + + + + 8 35111150 * * * * * * * * * 9 35111200 * X + X * + + X X + * 11

Tabel 18: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuikfag en N/fuikdag met G = gewicht in g en N = aantal) Nummer tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars baars bermpje bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel brasem giebel karper kolblei paling pos rietvoorn riviergrondel zeelt zonnebaars Totaal 30111100 G/100m 3,2 53,6 1,6 153,9 0,3 326,2 5 3,1 133,7 5,9 686,5 elektrisch N/100m 1,8 0,6 0,4 3 0,2 1,2 0,4 0,8 0,2 0,2 8,8 30111100 G/fuikdag 3,3 8,4 16,6 23,3 6,2 24 883,4 54 1187,3 13,4 508,9 82,7 634,5 5,6 3451,6 fuiken N/fuikdag 1,5 0,8 2 2,8 1,2 3,2 10 0,5 4 0,8 5,8 8,2 1,5 0,2 42,5 31111200 G/100m 0,4 93,3 1,2 28,4 1401 1521,7 6,9 2 3054,9 elektrisch N/100m 0,2 3,8 0,4 0,6 0,2 5 0,2 0,4 10,8 31111200 G/fuikdag 0,7 42,6 106,5 8,8 5,2 751,9 26,1 259,4 13 1214,2 fuiken N/fuikdag 0,2 1,5 3,8 1,2 0,2 1,8 0,8 29 0,5 39 35111125 G/100m 0,2 7,8 8 elektrisch N/100m 0,2 0,2 0,4 35111125 G/fuikdag 28,1 69,3 1 83 54,2 20,7 1,6 257,9 fuiken N/fuikdag 1,2 1,5 0,2 0,2 0,5 1,5 0,2 5,3 35111150 G/100m 0,6 0,2 79,3 11,6 1,1 347,4 169,9 227,4 30,8 868,3 elektrisch N/100m 0,4 0,2 2 0,8 0,8 0,2 0,2 1 0,4 6 35111200 G/100m 0,2 146,2 15,5 0,2 2444,4 11,8 149,4 2767,7 elektrisch N/100m 0,2 5,4 1,2 0,2 12,4 1 0,2 20,6 35111200 G/fuikdag 25,1 0,5 68,5 53,6 102,6 646,4 48,3 42,7 987,7 fuiken N/fuikdag 0,8 0,2 1,8 0,5 0,8 1,8 6,2 4 16,1

Tabel 19: Overzicht van vangstaantallen met Ne= vangstaantallen elektrisch, Nf= vangstaantallen fuiken en Ntot = totale vangsten en de % vangsten (N%) Vissoort Ne Nf Ntot N% Ge Gf Gtot G% tiendoornige stekelbaars 2 0 2 0,31 3,2 0 3,2 < 0,01 driedoorngie stekelbaars 13 7 20 3,1 20,6 15,9 36,5 0,06 baars 41 17 58 8,99 1434,3 416,6 1850,9 3,06 bermpje 0 8 8 1,24 0 66,3 66,3 0,11 bittervoorn 0 1 1 0,16 0 2 2 < 0,01 blankvoorn 29 39 68 10,54 602,2 1070,3 1672,5 2,76 blauwbandgrondel 7 5 12 1,86 12,3 24,6 36,9 0,06 brasem 3 21 24 3,72 1744,6 349,7 2094,3 3,46 giebel 19 41 60 9,3 1761 3554,4 5315,4 8,78 karper 1 2 3 0,47 7005 216,2 7221,2 11,92 kolblei 1 4 5 0,78 1,3 742,4 743,7 1,23 paling 98 32 130 20,16 22598,4 10559,7 33158,1 54,74 pos 6 37 43 6,67 93,5 433,7 527,2 0,87 rietvoorn 4 23 27 4,19 179 2035,6 2214,6 3,66 riviergrondel 6 166 172 26,67 25,5 1545,5 1571 2,59 zeelt 2 6 8 1,24 1415,3 2538,1 3953,4 6,53 zonnebaars 1 3 4 0,62 29,6 74,3 103,9 0,17 Tabel 20: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie Nummer Methode Waterlichaam EQR Appreciatie 30111100 31111200 35111125 35111150 35111200 Elektrisch VL08_48 0,43 matig Fuiken VL08_48 0,5 matig Elektrisch VL08_48 0,48 matig Fuiken VL08_48 0,58 matig Elektrisch VL05_54 0,2 slecht Fuiken VL05_54 0,55 matig Elektrisch VL05_54 0,37 ontoereikend Elektrisch VL05_54 0,53 matig Fuiken VL05_54 0,68 goed 5.6 Bespreking In deze campagne bemonsterden we de Leie op 5 plaatsen: de meest stroomopwaartse locatie te Wervik (Franse grens) dit punt is gelegen op waterlichaam VL08_48, een locatie te Wevelgem, eveneens gelegen op waterlichaam VL08_48 en drie locaties te Deinze, allen gelegen op Vlaams waterlichaam VL05_54. De afvissingen voerden we uit door middel van elektrovisserij en/of fuikvisserij. In totaal bevisten we 2500 m oever en plaatsten we, voor een periode van 2 dagen, 8 fuiken. We vingen in totaal 17 vissoorten. Deze soorten zijn: driedoornige stekelbaars, tiendoornige stekelbaars, baars, bermpje, bittervoorn, blankvoorn, blauwbandgrondel, brasem, giebel, karper, kolblei, paling, pos, rietvoorn, riviergrondel, zeelt en zonnebaars. Het is de eerste keer dat bermpje en de exoot zonnebaars op de Leie werden gevangen. www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 31

In totaal vingen we 645 stuks met een totale biomassa van 50,5 kg. Met een aantalpercentage van 27% is riviergrondel de meest gevangen soort, gevolgd door paling (20%) en blankvoorn (11%). Qua biomassa domineert paling met 55% gevolgd door karper (12%) en giebel (9%). Van de overige soorten wordt er een gewichtpercentage van < 5% gevangen (zie tabel 20). De index op de locaties op de Leie variëren van 0,2 tot 0,68. De 0,2 werd gehaald op de locatie 35111125 gelegen te Deinze stroomafwaarts gelegen de brug Guido Gezellelaan. Zoals we kunnen zien in de biotoopbeschrijving zijn de oevers hier verstevigd met beton en ijzeren platen. Deze oevers lenen zich niet voor elektrovisserij en verklaren wellicht (deels) de lage score. Fuikvisserij is minder afhankelijk van de oeverstructuur, de score berekend voor fuikvisserij bedraagt op de plaats dan ook 0,55 wat overeenkomt met een matige kwaliteit. De beste score werd gehaald op locatie 35111200 te Deinze ter hoogte van de Oude Leiearm Leiehoek. Hier werd met de fuikvisserij een score van 0,68 gehaald wat overeenkomt met een goede kwaliteit. Dit was ook de locatie waar we in 1996 voor het eerst op de dode Leie vis vingen. Tijdens deze campagne lagen de zuurstofconcentraties op alle locaties boven de basiskwaliteitsnorm van 5 mg/l. Gemiddeld scoort de EQR voor het waterlichaam VL08_48, 0,50 wat overeenkomt met een matige kwaliteit. Voor waterlichaam VL05_54 vinden we een gemiddelde score van 0,47 wat dezelfde waardebeoordeling van een matige kwaliteit geeft. 5.7 Zijlopen van de Leie De Douvebeek, Geluwebeek, Neerbeek, Kasselrijbeek en de Mandel werden elk op één locatie bemonsterd. 5.8 Ligging van de staalnameplaatsen Tabel 21: Situering van de staalnameplaatsen bemonsterd in het Leibekken 2013 Nummer X Y Waterloop Gemeente Omschrijving 30043150 47299 161556 DOUVEBEEK Mesen aan de Steenbrug 31030150 61149 166828 GELUWEBEEK Menen Ons Dorp 31149100 68652 168769 NEERBEEK Wevelgem Wevelgem, aan Vliegpleinstraat 32046100 81512 170720 KASSELRIJBEEK Anzegem Knok 34021150 59990 183372 MANDEL Roeselare baan Roeselare Staden 5.9 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Tabel 22: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Nummer Datum Beviste afstand Methode 30043150 18/04/2013 50 m SO en 50 m SA brug Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 31030150 18/04/2013 100 m Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 31149100 18/04/2013 100 m SA brug Elektrovisserij wadend met 1 elektrode 32046100 19/04/2013 50 m SO brug Elektrovisserij wadend met 1 elektrode 34021150 4/04/2013 100 m SO brug Elektrovisserij wadend met 2 elektroden Met SO: stroomopwaarts en SA: stroomafwaarts 32 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

5.10 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving Tabel 23: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU), stroomsnelheid (v in m/s) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname Nummer ph O 2 T Cond v Turb Biotoopbeschrijving 30043150 7,88 6,79 12,7 1392 0,35 10,4 Oevers deels verstevigd, zanderige bodem met stenen, landbouw en weides langs de oevers, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, gem. 75 cm diep, doorzicht tot op de bodem 31030150 7,69 7,63 13,7 847 0,11 19,5 Oevers verstevigd met beton en schanskorven, zanderige bodem met stenen, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, bebouwing op LO en braakliggend gebied op RO, een verval van 30 cm aanwezig, gem. 61 cm diep, doorzicht tot op de bodem 31149100 8,13 19,59 16,9 1056 0,29 36,7 Natuurlijke oevers, steile taluds, bodem van slib, landbouw en luchthaven op RO, weides, speeltuin en tuinen op LO, heel veel draadalgen aanwezig, gem. 13 cm diep en doorzicht tot op de bodem 32046100 7,97 9,97 9,3 876 0,28 10,6 Oevers met schanskorven en beton verstevigd, betonnen bodem met stenen, natuurlijke schuilplaatsen afwezig, steile taluds, landbouw, grasland en bebouwing met tuinen langs de oevers, draadalgen aanwezig, gem. 18 cm diep en doorzicht tot op de bodem. 34021150 8,39 9,45 6,1 1212 27,4 Natuurlijke oevers, landbouw en weides op LO, bebouwing met tuinen op RO, zanderige bodem, doorzicht tot 23 cm. www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 33

5.11 Visbestandgegevens Tabel 24: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties Nummer Datum tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars blauwbandgrondel paling riviergrondel Totaal 30043150 18/04/2013 * * * * 4 31030150 18/04/2013 * * * 3 31149100 18/04/2013 0 32046100 19/04/2013 0 34021150 4/04/2013 * * 2 Tabel 25: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch en sleep in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuik/dag en N/fuik/dag met G = gewicht in g en N = aantal) Nummer tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars blauwbandgrondel paling riviergrondel Totaal 30043150 G/100m 12,7 3,4 55,4 197,9 269,4 elektrisch N/100m 5 2 1 37 45 31030150 G/100m 2 16,8 1,2 20 elektrisch N/100m 1 9 1 11 31149100 G/100m 0 elektrisch N/100m 0 32046100 G/100m 0 elektrisch N/100m 0 34021150 G/100m 3,3 3,8 7,1 elektrisch N/100m 2 2 4 34 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

Tabel 26: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie Nummer Waterloop waterlichaam EQR Appreciatie 30043150 DOUVEBEEK L107_113 0,48 matig 31030150 GELUWEBEEK L111_1003 0,3 ontoereikend 31149100 NEERBEEK L107_104 0 slecht 32046100 KASSELRIJBEEK L107_97 0 slecht 34021150 MANDEL L111_1084 0,2 slecht 5.12 Bespreking Van de zijbeken van de Leie werden 5 locaties gelegen op evenveel waterlopen bevist. Met de visstand blijft het droevig gesteld. Op de Douvebeek werd nog het meeste vis en de meeste soorten gevangen. De twee stekelbaarssoorten, paling en riviergrondel troffen we er aan. Het lokale waterlichaam met nummer L107_113 scoort nog 0,48 wat overeenkomt met een matige kwaliteit. Op de Geluwebeek, lokaal waterlichaam met nummer L111_1003, vingen we de twee stekelbaarssoorten aangevuld met blauwbandgrondel. De EQR krijgt een score van 0,3 en krijgt de waardebeoordeling ontoereikende kwaliteit. Op de Neerbeek (L107_104) en de Kasselrijbeek ( L107_97) kon geen visleven worden aangetroffen. Beide beken scoren een slechte kwaliteit. Op de Mandel tenslotte werd driedoornige stekelbaars en blauwbandgrondel aangetroffen. De EQR scoort 0,2 met een waardebeoordeling slechte kwaliteit. www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 35

6 Boven en Benedenschelde bekken Van de waterlopen gelegen in het Boven en Benedenscheldebekken bemonsterden we in 2013 2 waterlopen in het Bovenscheldebekken, nl. de Molenbeek (1 locatie) en de Peerdestokbeek (1 locatie). In het Benedenscheldebekken bemonsterden we 5 waterlopen, nl. de Lede (1 locatie), de Molenbeek (3 locaties), de Birrebeek (2 locaties), de Benedenvliet (1 locatie) en de Zuidelijke watergang (1 locatie). 6.1 Ligging van de staalnameplaatsen Tabel 27: Situering van de staalnameplaatsen gelegen in het Benedenscheldebekken en bemonsterd in 2013 Nummer X Y Waterloop Gemeente Omschrijving 45130250 99583 167701 MOLENBEEK Boven Maarkedal / 46159200 102280 174400 PEERDESTOKBEEK Scheldebekken Zwalm weg Nederzwalm Sint Denijs Boekel 47247200 117648 198314 LEDE Lokeren t.h.v. nieuwe stationstraat 82130125 144369 189685 MOLENBEEK Londerzeel Ursene, 38 82130175 143885 193277 MOLENBEEK Puurs t.h.v. Hof ter Bollendreef 82130200 144290 194058 MOLENBEEK Puurs aan de stuw 82230100 148198 189600 BIRREBEEK Kapelle op den Bos Benedenscheldebekken Het Broek 82230125 148992 194158 BIRREBEEK Willebroek stroomopwaarts Vinkstraat 84030300 147445 202182 BENEDENVLIET Hemiksem achter de kerk, aan het basketpleinjte 86268100 135964 214634 ZUIDELIJKE WATERGANG Beveren stroomafwaarts verval 36 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

6.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Tabel 28: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen (Met SO: stroomopwaarts; SA stroomafwaarts) Nummer Datum Beviste afstand/duur Methode 45130250 2/07/2013 MOLENBEEK 100 m SA weg Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 46159200 19/04/2013 PEERDESTOKBEEK 100 m Elektrovisserij met 2 elektroden vanop de boot 47247200 30/04/2013 LEDE 100 m SA weg Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 82130125 2/09/2013 MOLENBEEK 100 m SA weg Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 82130175 3/09/2013 MOLENBEEK 100 m SO weg Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 82130200 3/09/2013 MOLENBEEK 50 m SO stuw en 50 m SA stuw Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 82230100 4/09/2013 BIRREBEEK 50 m SO weg en 50 m SA weg Elektrovisserij wadend met 1 elektrode 82230125 4/09/2013 BIRREBEEK 100 m SO weg Elektrovisserij wadend met 1 elektrode 84030300 2/09/2013 BENEDENVLIET 100m Elektrovisserij wadend met 2 elektroden 86268100 22/07/2013 100 m SO stuw Elektrovisserij wadend met 2 elektroden ZUIDELIJKE WATERGANG Tevens afgevist in functie van de Habitatrichtlijn voor Kleine modderkruiper. Het traject van 100 m werd 3X afgevist. 6.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving Tabel 29: Fysische en chemische metingen: zuurgraad of ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm), stroomsnelheid (v in m/s) turbiditeit (Turb in NTU) en biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname Nummer ph O 2 T Cond v Turb Biotoopbeschrijving 45130250 8,09 9,18 13 862 0,26 17,5 Oevers kunstmatig verstevigd, steile taluds, bebouwing met tuinen langs de oevers, zanderige bodem met stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, molen vormt knelpunt, gem. 58 cm diep, doorzicht tot op de bodem. 46159200 8,84 10,09 9,7 853 0,26 11 Oevers deels met een stenen muur verstevigd, zandige bodem met stenen en slib, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, steile taluds, landbouw en weides langs de oevers, draadalgen aanwezig, gem. 58 cm diep, doorzicht tot op de bodem. 47247200 7,81 13,94 13,5 901 0,2 13,8 Gem. 2,70 m breed, bodem van slib en stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, oevers gedeeltelijk verstevigd met steile www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 37

taluds, landbouw en weides langs de oevers, sterrenkroos aanwezig, gem. 43 cm diep, doorzicht tot op de bodem. 82130125 8,22 5,86 15,4 1033 0,38 108 Gem. 2,50 m breed, zandige bodem met slib en stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, poelen afwezig in het traject, wel enkele stroomversnellingen aanwezig, 2 bochten, oevers verstevigd met (overgroeide) schanskorven, populieren en wilgen langs de oevers, gem. 40 cm diep. 82130175 8,06 4,75 17,6 1189 0,27 12,8 Gem. 2,35 m breed, modderige bodem, weinig natuurlijke schuilplaatsen, 1 poel en 1 stroomversnelling in het traject, 1 bocht, oevers gedeeltelijk verstevigd, steile taluds, gem. 43 cm diep en doorzicht tot op de bodem. 82130200 8,03 6,55 15,9 1194 0,23 15,8 Gem. 3 m breed, 1 flauwe bocht in het traject, oevers kunstmatig verstevigd met steile taluds, weides op LO en bos en bebouwing op RO, een stuw vormt knelpunt, bodemwaterplanten aanwezig, gem. 38 cm diep. 82230100 7,67 4,52 16,7 2210 11,3 Gem. 1,80 m breed, bodem van zand en slib, geen natuurlijke schuilplaatsen, 3 bochten in het traject, bos, maïsakker en weide langs de oevers, gem. 11 cm diep, doorzicht tot op de bodem. 82230125 7,6 5,93 20 1471 83,7 Gem. 2 m breed, bodem van slib, geen natuurlijke schuilplaatsen, natuurlijke oevers met matig steile taluds, bebouwing langs de oevers, gem. 10 cm diep, doorzicht tot op de bodem. 84030300 8,12 6,18 16 1064 0,13 13,9 Gem. 7,60 m breed, zanderige bodem met stenen, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, pool riffle structuur aanwezig, natuurlijke oevers, bos langs de oevers, gem. 28 cm diep, doorzicht tot op de bodem. 86268100 8,03 8,55 23,2 25,1 Gem. 6,90 m breed, pool riffle structuur afwezig, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, akker, bomen en grasland langs de oevers, stuw van 10 cm hoog aanwezig, riet en drijvende waterplanten aanwezig, doorzicht tot 51 cm. 38 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

6.4 Visbestandgegevens Tabel 30: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties. Nummer tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars baars bermpje bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel brakwatergrondel brasem giebel karper Kleine modderkruiper kolblei kopvoorn paling pos rietvoorn serpeling snoek zeelt Totaal 45130250 MOLENBEEK * * * * * * * 7 46159200 PEERDESTOKBEEK * * 2 47247200 LEDE * * * 3 82130125 MOLENBEEK * * * 3 82130175 MOLENBEEK * * * * 4 82130200 MOLENBEEK * * * 3 82230100 BIRREBEEK * 1 82230125 BIRREBEEK * * 2 84030300 BENEDENVLIET * * * * * 5 86268100 ZUIDELIJKE WATERGANG * * * * * * * * * * * * * 13

Tabel 31: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m met G = gewicht in g en N = aantal) Nummer tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars bermpje baars bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel brakwatergrondel brasem giebel karper Kl. modderkruiper kolblei kopvoorn paling pos rietvoorn serpeling snoek zeelt Totaal 4513025 G/100m 40,3 234,8 2443, 1795, 2435, 918,2 321,6 8189,6 elektrisc N/100m 59 43 7 5 20 4 10 148 4615920 G/100m 138,5 193,8 332,3 elektrisc N/100m 66 14 80 4724720 G/100m 59,3 167,7 31,2 258,2 elektrisc N/100m 48 118 1 167 8213012 G/100m 3 52 1,7 56,7 elektrisc N/100m 4 72 1 77 8213017 G/100m 3 329 134,3 26,7 493 elektrisc N/100m 5 653 5 8 671 8213020 G/100m 101,1 213,4 11,5 326 elektrisc N/100m 234 526 8 768 8223010 G/100m 0,9 0,9 elektrisc N/100m 2 2 8223012 G/100m 17,7 18,8 36,5 elektrisc N/100m 26 44 70 8403030 G/100m 16,8 27,3 2,5 38,7 2,9 88,2 elektrisc N/100m 21 37 16 3 1 78 8626810 G/100m 0,2 1051, 4,4 3945, 447,8 1470 1535 20,4 130,6 222,1 603,4 263,7 1943 11637, elektrisc N/100m 2 83 2 149 72 1 1 13 4 18 28 6 7 386 * enkel de gegevens van de eerste trek

Tabel 32: Overzicht van de visindexwaarden (in EQR) en hun appreciatie. Nummer Naam Bekken Waterlichaam nummer EQR Appreciatie 45130250 MOLENBEEK Bovenscheldebekken L111_1019 0,43 matig 46159200 PEERDESTOKBEEK L107_266 0,2 slecht 47247200 LEDE VL05_171 0,45 matig 82130125 MOLENBEEK L107_664 0,35 ontoereikend 82130175 MOLENBEEK L107_664 0,35 ontoereikend Benedenscheldebekken 82130200 MOLENBEEK L107_664 0,4 ontoereikend 82230100 BIRREBEEK L111_1059 0,2 slecht 82230125 BIRREBEEK L111_1059 0,2 slecht 84030300 BENEDENVLIET VL05_28 0,37 ontoereikend 86268100 ZUIDELIJKE WATERGANG L107_328 0,6 matig 6.5 Bespreking In het bekken van de Bovenschelde bemonsterden we de Molenbeek en de Peerdestokbeek, elk op één locatie. Op de locatie op de Molenbeek Markebeek, een lokaal waterlichaam van de eerste orde met nummer L111_1019 visten we volgende zeven soorten: driedoornige stekelbaars, bermpje, giebel, karper, kopvoorn, paling en serpeling. Driedoornige stekelbaars en bermpje zijn er de meest gevangen soorten. De EQR scoort 0,43 en krijgt daarmee de waardebeoordeling matige kwaliteit. Op de locatie gelegen op Peerdestokbeek, lokaal waterlichaam met nummer L107_266 visten we slechts driedoornige stekelbaars en bermpje. De EQR scoort 0,2 wat staat voor een slechte kwaliteit. In het bekken van de Benedenschelde bemonsterden we de Lede op één locatie, de Molenbeek Zijp op drie locaties, de Birrebeek Zielbeek op twee locaties en de Benedenvliet en de Zuidelijke watergang, elk op één locatie. Op de locatie gelegen op de Lede, op Vlaams waterlichaam met nummer VL05_171, visten we de twee stekelbaarssoorten aangevuld met rietvoorn. Er wordt een EQR van 0,45 gehaald, wat overeenkomt met een matige kwaliteit. Op de Molenbeek Zijp, lokaal waterlichaam van de eerste orde met nummer L107_664 visten we in totaal vier soorten, de twee stekelbaarssoorten aangevuld met blankvoorn en blauwbandgrondel. Driedoornige stekelbaars werd het meest gevangen. De EQR scoort 0,35 op de twee meest stroomopwaarts gelegen locaties en 0,4 op de locatie te Puurs, aan de stuw. De waardebeoordeling is ontoereikend voor de drie locaties. In een vorige campagne (2010) werden op de locatie te Puurs aan de stuw maar liefst 58 dikkopelritsen gevangen. In deze campagne vingen we deze exotensoort niet. De Birrebeek Zielbeek, lokaal waterlichaam met nummer L111_1059, scoort op de twee locaties 0,2 dus een slechte kwaliteit. Enkel de twee stekelbaarssoorten werden gevangen. Het is wel de eerste keer dat hier visleven werd vastgesteld. In de voorgaande campagnes van 2002, 2006 en 2010 vingen we niets. De zuurstofconcentraties www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 41

zijn dan ook omhoog gegaan. In het verleden bedroegen deze 1 tot 2 mg/l, nu halen we op één locatie 4,52 mg/l en op de andere locatie 5,93 mg/l en dat is boven de basiskwaliteitsnorm van 5mg/l. Op de locatie gelegen op de Benedenvliet, Vlaams waterlichaam met nummer VL05_28 visten we volgende vijf soorten: driedoornige stekelbaars, tiendoornige stekelbaars, brakwatergrondel, paling en zeelt. De EQR bedraagt 0,37 wat een ontoereikende kwaliteit is. Op de locatie gelegen op de Zuidelijke watergang, een lokaal waterlichaam van de eerste orde met nummer L107_328 vingen we volgende 13 vissoorten: tiendoornige stekelbaars, baars, bittervoorn, blankvoorn, brasem, giebel, karper, kolblei, pos, rietvoorn, snoek, zeelt en de beschermde habitatrichtlijnsoort, kleine modderkruiper. Blankvoorn was de meest gevangen soort, gevolgd door baars. De EQR scoort 0,6 en valt daarmee nog net in de klasse van een matige kwaliteitsbeoordeling. Kleine modderkruiper werd voor het eerst in 2011 gevangen op deze beek. 42 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

7 Dijlebekken Van de waterlopen gelegen in het Dijlebekken bemonsterden we de Zenne (van 1 tot 4 07 2013 op 6 locaties), de Dijle (van 22 tot 24 04 2013 op 9 locaties) en 6 zijlopen van de Dijle (op 29/04/2013, 29 tot 30/07/2013, 29 tot 30/08/2013) nl. de IJse (3 locaties), de Lipsebeek (1 locatie), de Barebeek (1 locatie), het Vrouwvliet (2 locaties) en de Bruinbeek (1 locatie). 7.1 De Zenne De Zenne wordt sinds 2007 jaarlijks door ons opgevolgd. De Zenne is immers een interessant studieterrein. Het is voor Vlaanderen de langst vervuilde waterloop (er zijn indicaties dat ze sinds de 15de eeuw werd vervuild). Tussen 1867 en 1871 werd de Zenne te Brussel overwelfd omdat het een open riool was geworden. Ze is uniek gezien ze door de drie gewesten vloeit en er dus een optimale samenwerking noodzakelijk is om van de Zenne weer een gezond water te maken. Het is een unieke gelegenheid om te kijken hoe een visstand na waterzuivering kan terugkeren. Gezien de Zenne opnieuw intensief werd bemonsterd wordt hier ook een vergelijking met de vorige vangstjaren gemaakt. 7.1.1 Ligging van de staalnameplaatsen Tabel 33: Ligging van de meetplaatsen op de Zenne Nummer X Y Naam Gemeente Situering 70020100 139827 155708 ZENNE Halle Lembeek aan het voetbalveld 70020200 145708 163219 ZENNE Drogenbos Zennebeemden 70020250 145520 167784 ZENNE Anderlecht 70020300 153631 178624 ZENNE Vilvoorde Stroomafwaarts de viaduct van Vilvoorde, aan Initial Hospital Servives 70020350 158244 185308 ZENNE Zemst Weerde, 250 m stroomopwaarts de E19 70020400 153743 191634 ZENNE Leest Aan taverne het Brughuis 7.1.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Tabel 34: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen (met LO=linkeroever en RO=rechteroever) Nummer Datum Beviste afstand/duur Methode 70020100 1/07/2013 275 m LO en 275 m RO Elektrovisserij van op de boot met 2 elektroden 70020200 1/07/2013 250 m LO en 250 m RO Elektrovisserij van op de boot met 2 elektroden 70020250 1/07/2013 250 m LO en 250 m RO Elektrovisserij van op de boot met 2 elektroden 70020300 1/07/2013 200 m LO en 150 m RO Elektrovisserij van op de boot met 2 elektroden 70020350 In: 3/07/2013 Uit: 4/07/2013 70020400 In: 3/07/2013 Uit: 4/07/2013 1 dag 2 schietfuiken 1 dag 2 schietfuiken www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 43

7.1.3 Fysische en chemische metingen Tabel 35: Fysische en chemische metingen (ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), temperatuur (T in C), conductiviteit (Cond in µs/cm ), turbiditeit (Turb in NTU) en de biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname. Nummer ph O 2 T Cond Turb Biotoopbeschrijving 70020100 7,71 5,16 15,6 692 31,4 De oevers zijn gedeeltelijk verstevigd met schanskorven en betonplaten, zeer steile taluds, weinig natuurlijke schuilplaatsen aanwezig, langs beide oevers bos, doorzicht tot 42 cm 70020200 7,72 5,41 16 734 22,8 Gedeeltelijk verstevigde oevers, steile taluds, weinig natuurlijke schuilplaatsen aanwezig, meanderend, landbouw op RO, bos op LO, doorzicht tot 53 cm 70020250 7,6 5,38 17,4 899 20,3 De oevers zijn overal kunstmatig verstevigd met schanskorven, zeer steile taluds, geen natuurlijke schuilplaatsen aanwezig, bodem van zand en stenen, afval aanwezig op de bodem, ligt in industriegebied 70020300 7,38 3,27 18 586 46,1 De oevers zijn overal kunstmatig verstevigd met ijzeren damwanden, zeer steile taluds, de loop is rechtgetrokken, bodem met slib en stenen en afval, weinig natuurlijke schuilplaatsen aanwezig, ligt in industriegebied 70020350 7,47 2,81 17,9 893 23,5 Natuurlijke oevers, steile taluds, bodem bestaat uit zand en stenen, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig 70020400 7,41 1,65 17,3 876 30,5 Oevers verstevigd met beton, steile taluds, weinig natuurlijke schuilplaatsen, bodem met stenen, slib en een weinig modder, waterloop is rechtgetrokken 44 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

7.1.4 Visbestandgegevens Tabel 36: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties in de periode 2007 2013. tiendoornige stekelbaars driedoornige stekelbaars 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 baars bermpje bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel bot brakwatergrondel brasem dikkopje donderpad Europes meerval giebel karper kolblei paling pos rietvoorn riviergrondel rivierprik snoekbaars spiering vetje winde zeelt zeebaars zonnebaars Totaal 70020100 * * * * 4 * * * * * 5 * 1 0 * 1 70020200 * * * * * * * 7 * * * * * * * 7 * * * * 4 * 1 * * * * * * 6 * 1 * * * * * 5 70020250 0 * 1 70020300 0 * 1 * 1 * + X + + + X 7 + + 2 + + + X + 5* * 1 X 1 0 70020350 + + 2 + + 2 + + + + + + 6 + + + + + + + + + 9* + + 2 0 70020400 + + + + + + 6 + + + + + + + + + + + + 12* + + + + + + + + + + + + + + + + 16* + + + + + + + + + + + + + + + 15* + 1 + + 2 + 1 * De Zenne werd op deze locatie in 2012 zes maal bemonsterd (2 opeenvolgende bemonsteringsdagen in voorjaar zomer najaar) * De Zenne werd op deze locatie in 2011 zes maal bemonsterd (2 opeenvolgende bemonsteringsdagen in voorjaar zomer najaar) * De Zenne werd op deze locaties in 2010 zeven maal bemonsterd (in januari, februari, maart, april, mei, juli en november) 0 0 0 0 0

Tabel 37: Effectieve vangst per soort en per staalnameplaats in 2013 uitgedrukt in CPUE (elektrisch in G/100 m en N/100 m, fuiken in G/fuik/dag en N/fuik/dag met G = gewicht in g en N = aantal) Nummer tienoorngie stekelbaars driedoornige stekelbaars baars bermpje blankvoorn donderpad giebel karper paling rietvoorn riviergrondel rivierprik spiering Totaal 70020100 G/100m 36,3 63 97,9 80,2 277,4 elektrisch N/100m 19,3 11,5 1,8 18,9 51,5 70020200 G/100m 1,5 4,7 6,1 1,4 4,5 1050,4 75,7 1144,3 elektrisch N/100m 4,2 15 7 0,2 0,2 0,2 12 38,8 70020250 G/100m 0 elektrisch N/100m 0 70020300 G/100m 11,6 11,6 elektrisch N/100m 0,2 0,2 70020350 G/fuikdag 118,4 30 148,4 fuiken N/fuikdag 0,5 0,5 1,0 70020400 G/fuikdag 0,6 0,4 5987,1 0,6 27,2 0,8 6016,7 fuiken N/fuikdag 0,5 0,5 22 0,5 0,5 1 25

bermpje 19% 10D stekelbaars 4% paling 8% rest 4% 3D stekelbaars 34% riviergrondel 31% Figuur 2: Aantalsverhouding van de gevangen vissoorten op de Zenne in juli 2013 riviergrondel 4% blankvoorn 3% rest 5% karper 27% paling 61% Figuur 3: Gewichtsverhouding van de gevangen vissoorten op de Zenne in juli 2013 www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 47

Aantallen 50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 Lengte (cm) Figuur 4: Lengtehistogrammen van de gemeten riviergrondels (N=164) op de Zenne in juli 2013 25 20 Aantallen 15 10 5 0 2,5 3 3,5 4 4,5 5 5,5 6 6,5 7 7,5 8 8,5 9 9,5 10 10,5 11 11,5 Lengte (cm) Figuur 5: Lengtehistogrammen van de gemeten bermpjes (N=98) op de Zenne in juli 2013 48 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

8 7 6 O2 in mg/l 5 4 3 2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2 1 0 70020100 70020200 70020250 70020300 70020350 70020400 Figuur 6: De gemeten zuurstofconcentratie (in mg/l) op de Zenne voor de periode 2007 2013. De zuurstof in locatie 70020350 werd in 2007 niet gemeten. Alle metingen gebeurden in de maand juli www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 49

Tabel 38: Overzicht van de ecologische kwaliteit ratio (EQR) van 2007 tot 2012 en hun appreciatie 2013 2012 2011 2010 2009 2008 2007 EQR Appreciatie EQR Appreciatie EQR Appreciatie EQR Appreciatie EQR Appreciatie EQR Appreciatie EQR Appreciatie 70020100 0.55 matig 0.50 matig 0.20 ontoereikend 0.00 slecht 0.00 slecht 0.00 slecht 0.2 slecht 70020200 0.48 matig 0.53 matig 0.33 ontoereikend 0.20 ontoereikend 0.32 ontoereikend 0.20 slecht 0.35 ontoereikend 70020250 0 slecht 0.20 slecht 0.00 slecht 0.00 slecht 0.20 slecht 0.00 slecht 0.00 slecht 70020300 0.2 slecht 0.40 ontoereikend 0.20 slecht 0.35 ontoereikend 0.20 slecht 0.20 slecht 0.00 slecht 70020350 0.2 slecht 0.20 slecht 0.45 matig 0.48 matig 0.20 slecht 0.00 slecht / / 70020400* 0.375 onvoldoende 0.58 matig 0.42 onvoldoende 0.01 slecht 0.01 slecht 0.01 slecht * Dit deel van de Zenne behoort tot het getijdenwater. Voor de Zenne is er nog geen specifieke index berekend. Om de EQR waarden te bepalen gebruikten we de index van de Zeeschelde (Breine et al., 2010). De index voor getijdenwater wordt op jaarbasis berekend en niet per bemonstering. Gezien we in 2013 slechts gegevens hebben van één staalname wordt de index hier niet berekend.

7.1.5 Bespreking We bemonsterden de Zenne in 2013 op zes locaties met elektrovisserij en/of fuikvisserij. Vanaf 2007 bemonsterden we de Zenne jaarlijks. In 2010 werd de rivier intensiever (8 maal) bemonsterd op de locaties stroomafwaarts Vilvoorde. Dit om de impact op het visbestand van de Zenne na het stilvallen van het waterzuiveringsstation Brussel Noord (Vilvoorde), eind december 2009 te monitoren. In het totaal vingen we tijdens de campagne van juli 2013 530 vissen met een totaal gewicht van 19,6 kg. 34% van de vangstaantallen bestaat uit driedoornige stekelbaars, 31% uit riviergrondel en 19% uit bermpje. Paling domineert qua biomassa de Zenne met een biomassapercentage van 61%. Op het eerste meetpunt, in Lembeek bij Halle, vingen we in deze campagne vier soorten nl. driedoornige stekelbaars, riviergrondel, bermpje en blankvoorn. In 2012 vingen we hier nog donderpad, deze soort werd in deze campagne niet gevangen. In de periode 2007 2011 troffen we te Lembeek niets of enkel driedoornige stekelbaars aan (zie ook tabel 37). De EQR evolueerde van een slechte kwaliteit naar een matige kwaliteit in 2012 en 2013. Dichter bij Brussel, in Drogenbos (aan de Zennebeemden waar de Zenne vrij natuurlijk meandert), vingen we in 2013 zeven soorten, nl. tiendoornige en driedoornige stekelbaars, bermpje, giebel, karper, riviergrondel en donderpad. Donderpad wordt op deze locatie voor het eerst gevangen en is een goed teken. Donderpad stelt toch strengere habitat en waterkwaliteitseisen. Bermpje wordt sinds 2012 gevangen. Ook hier evolueerde de EQR van een slechte en ontoereikende kwaliteit naar een matige kwaliteit in 2012 en 2013. In Anderlecht vingen we geen vis. In 2012 troffen we slechts 1 dode driedoornige stekelbaars aan. Enkel in 2009 troffen we hier leven aan. Toen werd 1 blauwbandgrondel gevangen. Deze locatie blijft slecht scoren. In Vilvoorde, net na het waterzuiveringsstation Brussel Noord, vingen we slechts één giebel. In 2012 vingen we hier nog 7 soorten (zie tabel 37). Het was toen de eerste maal dat we hier zoveel soorten aantroffen. Enkel in 2010 was de soortendiversiteit vergelijkbaar, maar het meetpunt werd toen intensiever bemonsterd. Tijdens de andere viscampagnes werden net zoals in de campagne van 2013 slechts 0 tot 2 soorten gevangen. De EQR scoort opnieuw de slechte kwaliteit. In Weerde vingen we slechts één giebel en één karper. Ook in 2012 was de vangst zeer pover. In de periode 2008 2011 lagen de vangsten opmerkelijk hoger. Vooral in 2010 en 2011 werden er opmerkelijk meer soorten gevangen, de waterkwaliteit was destijds ook beduidend beter (figuur 6). De index is na een betere periode in 2010 en 2011, waarin een matige kwaliteit werd gehaald, terug gezakt en krijgt net zoals in 2012 opnieuw een slechte kwaliteits beoordeling in 2013. In Leest bij Mechelen, daar waar de Zenne onderhevig is aan het tij, vingen we in de campagne van juli 2013 6 soorten, nl. driedoornige stekelbaars, baars, paling, rietvoorn en opmerkelijk ook rivierprik en spiering. Rivierprik en spiering zagen we vanuit de Zeeschelde al optrekken op de Rupel (Breine en Van Thuyne, 2013). In 2011 en 2012 vingen we al eens spiering in de Zenne maar het is de eerste keer dat we zien dat ook rivierprik de Zenne weten te bereiken. In 2010, 2011 en 2012 zien we op deze locatie een veel hogere vangstdiversiteit, maar deze locatie werd in het kader van de opvolging van de estuaria en overgangswateren veel intensiever bemonsterd (zie ook Galle en Van Thuyne, 2013). In figuur 6, die de gemeten zuurstofconcentraties voor de periode 2007 2013 per locatie weergeeft, zien we dat sinds 2012 stroomopwaarts (van Lembeek tot Anderlecht) de zuurstofconcentraties opmerkelijk verbeterd zijn en boven de basiskwaliteitsnorm van 5 mg/l liggen. In 2012 lag de zuurstofconcentratie gemeten te Vilvoorde ook boven deze norm en in 2010 ook, dit zien we vertaald in de EQR die in deze jaren iets beter scoort. Meer stroomafwaarts zien we een daling. Het lengtehistogram (figuur 6) van de gemeten riviergrondels (N=164) toont de aanwezigheid van een jaarklasse met een minimum van 4 cm en een maximum van 10 met een piek op 6 cm en een minder duidelijke jaarklasse tussen 11 en 15 cm met een piek op 12 cm. De gemiddelde lengte van de gemeten riviergrondels is 7,2 cm. Voor het eerst vingen we zoveel bermpjes (98 stuks) op de Zenne. We stellen de aanwezigheid van twee jaarklassen vast. Er is de 0+ generatie tussen 2,5 cm en 4,5 cm met piek op 4 cm en een jaarklasse met bermpjes tussen 7,5 cm en 11,5 cm met piek op 9 cm. De gemiddelde lengte van de gevangen bermpjes bedraagt 7 cm. www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 51

Zoals gesteld in het rapport van 2007 en 2008 was de Zenne jarenlang een open riool die het ongezuiverde afvalwater van huishoudens, industrie en landbouw afvoerde naar de Rupel. In 2006 en 2007 werden er een aantal waterzuiveringsinstallaties langs de Zenne vernieuwd en werden er nieuwe installaties in gebruik genomen, zoals de waterzuiveringsinstallaties van Beersel en Sint Pieters Leeuw (in 2006 operationeel) en het waterzuiveringsstation van Brussel Noord (vanaf maart 2007 al gedeeltelijk operationeel). Hierdoor was de kwaliteit al verbeterd wat resulteerde in de eerste aanwezigheid van vis op de Zenne (Breine et al., 2011). De soortendiversiteit was laag en het ging ook toen vooral over soorten die goed bestand zijn tegen vervuiling. Toch toonde dit aan dat vissen op zeer korte termijn konden terug keren eenmaal de kwaliteit van de habitat toeneemt. Sinds 2012 merken we dat stroomopwaarts het visbestand lichtjes verbeterd is! Bewijs hiervan was de vangst van donderpad in Lembeek in 2012 en de vrij talrijke vangsten (63 stuks) van bermpjes in 2013. In 2013 vangen we ook donderpad in Drogenbos en bermpjes. Daarenboven is de soortendiversiteit op deze locaties er hoger in vergelijking met de periode 2007 2011. In Anderlecht blijft de situatie rampzalig, visleven blijft afwezig. In het meer stroomafwaarts gelegen Vilvoorde zien we na een tijdelijke verbetering in 2012 opnieuw een achteruitgang. In Leest, daar waar we in de periode 2007 2011 geleidelijk een verbetering van het visbestand konden waarnemen, leek de situatie anno 2012 te stagneren en zelf lichtjes achteruit te gaan ten opzichte van 2011. In 2011 scoorde de EQR hoger dan in 2012. In 2013 kunnen we de index niet bepalen aangezien er meerdere seizoenale gegevens nodig zijn voor de berekening van een index in getijdewateren (zie eerder). Het aantal gevangen soorten in 2013 ligt lager maar dat valt ook in de lijn van de verwachtingen aangezien er minder intensief werd bemonsterd. Positief is de vangst van een rivierprik en opnieuw de vangst van spiering op deze locatie. Besluit De zuurstofconcentraties blijven ook in 2013 in het meer stroomopwaartse deel van de Zenne boven de basiskwaliteitsnorm van 5 mg/l. Opnieuw worden de gevoeligere soorten zoals bermpje en donderpad gevangen. Toch is er van een stabiel visbestand nog lang geen sprake. Daarvoor moet de kwaliteit van de habitat toenemen en ook de waterkwaliteit moet nog verder verbeteren en stabiliseren. In de getijdenzone van de Zenne lijkt de verbetering die we in de periode 2007 2011 konden waarnemen te stagneren. Blijvende inspanningen voor de verdere waterkwaliteitsverbetering zijn een absolute noodzaak. De vangsten van spiering en nu ook van rivierprik in de getijdenzone zijn positief. 7.2 De Dijle De Dijle ontspringt te Houtain Le Val (Waals Brabant) en stroomt Vlaams Brabant binnen te Huldenberg. Ze stroomt verder in noordoostelijke richting via Oud Heverlee, Bertem en Leuven naar Rotselaar waar, meer bepaald in Werchter, de Demer in de Dijle uitmondt. Vandaar stroomt ze in noordwestelijke richting verder en vormt er eerst de grens Haacht Tremelo, vervolgens Haacht Keerbergen en stroomt zo verder via Bonheiden en Boortmeerbeek naar Mechelen tot aan het "Zennegat" waar de Zenne en het Kanaal van Leuven naar de Dijle, de Dijle vervoegen. Een kilometer verder geeft de Dijle samen met de Nete ontstaan aan de Rupel. Gezien de Dijle op voldoende locaties werd bevist om een beeld te geven over de visstand worden de resultaten uitgebreider besproken en wordt er ook een vergelijking met de vorige vangstjaren gemaakt. Gezien de nieuwe steekproeftrekking in functie van het referentiemeetnet werden er een aantal locaties bemonsterd die al lang niet meer werden bevist. Langs de andere kant zijn een aantal meetpunten die in het voorgaande meetnet zoetwatervis zaten voor de Dijle uit het meetnet verdwenen. 52 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

7.2.1 Ligging van de staalnameplaatsen Tabel 39: Ligging van de meetpunten op de Dijle bemonsterd in deze campagne Nummer LambertX LambertY Waterloop Gemeente Omschrijving 71018100 169645 161047 DIJLE Huldenberg Florival 71318100 169229 168160 DIJLE Huldenberg aan de monding van de IJse 71318300 173061 173913 DIJLE Leuven aan de Dijlemolens 72018100 174057 176275 DIJLE Leuven aan de spoorweg achter industriegebied 72018150 173809 179531 DIJLE Leuven Wijgmaal, aan de Dijlebrug (Aquafin) 72118200 169186 186325 DIJLE Haacht Hansbrug 72118300 165259 187664 DIJLE Bonheiden / 72718100 163071 188041 DIJLE Bonheiden aan oude Dijle 7.2.2 Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Tabel 40: Specificaties van de uitgevoerde afvissingen Nummer Datum Beviste afstand Methode 71018100 22/04/2013 250 m RO + 250 m LO elektrovisserij van op boot met 2 elektroden 71318100 22/04/2013 250 m RO + 250 m LO elektrovisserij van op boot met 2 elektroden 71318300 22/04/2013 250 m RO + 250 m LO elektrovisserij van op boot met 2 elektroden 72018100 23/04/2013 250 m RO + 250 m LO elektrovisserij van op boot met 2 elektroden 72018150 23/04/2013 250 m RO + 250 m LO elektrovisserij wadend met 2 elektroden 72118200 24/04/2013 250 m RO + 250 m LO elektrovisserij van op boot met 2 elektroden 72118300 24/04/2013 250 m RO + 250 m LO elektrovisserij van op boot met 2 elektroden 72718100 24/04/2013 250 m RO + 250 m LO elektrovisserij van op boot met 2 elektroden www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 53

7.2.3 Fysische en chemische metingen en biotoopbeschrijving Tabel 41: Fysische en chemische metingen (ph, zuurstofconcentratie (O2 in mg/l), conductiviteit (Cond in µs/cm), turbiditeit (Turb in NTU) temperatuur (T in C) en biotoopbeschrijving op het moment van de visbestandopname. Nummer ph O 2 T Cond Turb Biotoopbeschrijving 71018100 8,01 9,89 8,8 782 13,8 Gem. 10,40 m breed, zanderige bodem met stenen, schuilplaatsen matig aanwezig, 2 bochten, oevers verstevigd met schanskorven en stenen, bos op LO, steile taluds, laag waterpeil, gem. 72 cm diep. 71318100 8,11 10,06 10,2 772 21,8 Zanderige bodem met stenen, schuilplaatsen matig aanwezig, goede pool riffle, 3 bochten, natuurlijke oevers, steile, weide op RO, natuurgebied op LO, laag waterpeil, draadalgen aanwezig, gem. 75 cm diep en doorzicht tot 70 cm. 71318300 7,99 10,26 12,5 776 18,2 Gem. 10 m breed, zanderige bodem met stenen, natuurlijke schuilplaatsen matig aanwezig, oevers kunstmatig verstevigd, bebouwing langs beide oevers, laag waterpeil, een stuw vormt knelpunt, draadalgen aanwezig. 72018100 7,88 9,32 12,1 817 13,6 Gem. 12,70 m breed, zanderige bodem met stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, pool riffle afwezig, oevers verstevigd met schanskorven, steile taluds, industrie op LO en een bosje op RO, gem. 1m10 diep en doorzicht tot 72 cm. 72018150 8,41 9,27 12,3 681 17,1 Gem. 13 m breed, zanderige bodem met stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, goede pool riffle structuur, 1 bocht, oevers verstevigd met schanskorven en stenen, steile taluds, sportcentrum op LO en een bosje op RO, draadalgen aanwezig, doorzicht tot 57 cm. 72118200 7,59 6,56 12,2 1171 18,1 Gem. 14 cm breed, zanderige bodem met stenen, oevers verstevigd met stenen, zeer steile taluds, landbouw en weides langs beide oevers, draadalgen aanwezig, laag waterpeil, doorzicht tot 45 cm. 72118300 7,58 6,13 14,5 1122 17,4 Gem. 20 cm breed, zanderige bodem met stenen, weinig natuurlijke schuilplaatsen, pool riffle afwezig, oevers verstevigd met stenen, landbouw langs beide oevers, laag waterpeil, draadalgen aanwezig, doorzicht tot 53 cm. 72718100 8,71 6,52 14,3 1117 13,3 Gem. 30 m breed, weinig natuurlijke schuilplaatsen, oevers kunstmatig verstevigd, weides langs beide oevers, op de RO is er ook bos, gem. 3,15 m diep en doorzicht tot 56 cm. RO: Rechteroever; LO: Linkeroever 54 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

7.2.4 Visbestandgegevens Tabel 42: Overzicht van de aangetroffen vissoorten en het totaal aantal soorten (N) op de verschillende locaties op de Dijle. De resultaten van vorige campagnes zijn weergegeven in een ander kleur. Nummer driedoornige stekelbaars 2013 2010 2007 2003 1999 1994 baars beekforel bermpje bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel bot brasem gestippelde alver donderpad giebel karper kolblei kopvoorn paling regenboogforel rietvoorn riviergrondel serpeling snoek vetje winde zeelt zonnebaars Totaal 71018100 * * * * * 5 * * * * * * * * * 9 * * * * * * * * * * * * * 13 * * * * * * * * * * * * * * * * * 17 71318100 * * * * * * * * * * 10 * * * * * * * * * * 10 * * * * * * * * * * * * 12 71318300 * * * * * * * * * * 10 * * * * * 5 72018100 * * * * * 5 * * * * * * * 4 * 4 * * * * * 5 72018150 * * * * * * * 7 * * * * * * * * * * * * 12 * 72118200 * * * * 4 * * * * * * * * * * * * * 13 72118300 * * 2 * * * * * * 6 * * * 3 * * * * * 5 72718100 * * * * * 5 * * * * * 5 * 1 * * 2

Tabel 43: Effectieve vangst in 2013 per soort en per staalnameplaats uitgedrukt in CPUE (in G/100 m en N/100 m met G = gewicht in g en N = aantal). nummer driedoornige stekelbaars baars bermpje bittervoorn blankvoorn blauwbandgrondel bot donderpad karper kopvoorn paling rietvoorn riviergrondel serpeling snoek winde zeelt Totaal 71018100 G/100m 15,7 6,3 13,1 239,9 56,3 331,3 elektrisch N/100m 2,4 0,6 1,4 1 3,6 9 71318100 G/100m 4,2 0,6 1,7 1,1 10,2 101,7 497,2 65,9 4,7 550 1237,3 elektrisch N/100m 0,8 0,4 0,2 1,4 0,6 0,4 1,8 5 0,2 0,2 11 71318300 G/100m 23,4 113,7 14,8 4,6 1,9 74,8 23,6 148,3 296,5 9,1 710,7 elektrisch N/100m 3,2 1,8 1,6 0,2 0,2 1,2 1 12 0,2 0,2 21,6 72018100 G/100m 0,3 0,3 785,8 6,8 612,1 1405,3 elektrisch N/100m 0,2 0,2 0,2 1,2 0,4 2,2 72018150 G/100m 136,7 0,7 2,3 54,7 249,3 0,9 472,7 917,3 elektrisch N/100m 22,2 0,2 0,8 0,8 1,2 0,2 39,6 65 72118200 G/100m 4,4 0,5 16 78,7 99,6 elektrisch N/100m 0,4 0,2 0,6 1,4 2,6 72118300 G/100m 4,6 156,3 160,9 elektrisch N/100m 0,2 1,2 1,4 72718100 G/100m 0,5 0,2 8,1 25,6 6,8 41,2 elektrisch N/100m 0,4 0,2 0,2 0,4 0,2 1,4

Tabel 44: Overzichtstabel (2013) van de totale vangsten op de Dijle met per soort: de geviste aantallen (N), de aantalpercentages (N%), de geviste biomassa (G in g) en de gewichtspercentages (G%). Vissoort Ntot N% Ge G% driedoornige stekelbaars 31 5,43 198,9 0,81 baars 9 1,58 568,6 2,32 bermpje 128 22,42 832 3,39 bittervoorn 3 0,53 3,6 0,01 blankvoorn 4 0,70 37,9 0,15 blauwbandgrondel 12 2,10 18,6 0,08 bot 1 0,18 40,3 0,16 donderpad 11 1,93 126,2 0,51 karper 1 0,18 3929 16,03 kopvoorn 10 1,75 884,7 3,61 paling 41 7,18 6608,5 26,95 rietvoorn 6 1,05 122,7 0,50 riviergrondel 308 53,94 3783,7 15,43 serpeling 1 0,18 23,6 0,10 snoek 1 0,18 2750 11,22 winde 3 0,53 4543,2 18,53 zeelt 1 0,18 45,4 0,19 www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 57

Figuur 7: Lengtehistogram van de gemeten riviergrondel op de Dijle in 2013 (N=211) Figuur 8: Lengtehistogram van de gevangen bermpjes op de Dijle in 2013 (N=120) 58 INBO.R.2015.11299278 www.inbo.be

Figuur 9: Aantalsverhouding van de gevangen vissoorten op de Dijle in 2013 Figuur 10: Aantalsverhouding van de gevangen vissoorten op de Dijle in 2013 www.inbo.be INBO.R.2015.11299278 59