Gemeente Woensdrecht. Bestemmingsplan. 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13

Vergelijkbare documenten
Gemeente Bergen op Zoom

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

2 e Plan van wijziging Globaal Bestemmingsplan Houten Vinex. Houtensewetering naast 45

GEMEENTE HOOGEVEEN. Wijzigingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorderhoofddiep 16 te Nieuweroord. Vastgesteld

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

3. Toekomstige situatie Milieuaspecten Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

BIJLAGE 1. Toelichting op lijst van bedrijfsactiviteiten

Onderzoek bedrijven en milieuzonering Spoorallee in Zevenaar

Ruimtelijke onderbouwing Clermontstraat 10 te Margraten. Gemeente Eijsden-Margraten

BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING SCHOOLLOCATIE PASTOOR COOLENPLEIN/ ST. JANSTRAAT STANDDAARBUITEN

NOTITIE BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING BOSSCHEBAAN 37 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

Gemengde bebouwing niveau 3

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften 7

Oplegnotitie Toelichting op de aanpak van milieuzonering met behulp van de 'standaard Staat van Bedrijfsactiviteiten'

Zienswijzen In de zienswijzen geven indieners met betrekking tot de aspecten bedrijven en milieuzonering

Gemeente Achtkarspelen Ruimtelijke onderbouwing 'het uitbreiden van de woning met een aanbouw' op het perceel de Wedze 22a te Twijzel

Datum: 21 april 2011 Kenmerk: M-JHS /002 Versie: 2

Milieuhygiënische toetsing herinrichting sportvelden Jekerdal te Maastricht ten behoeve van de ruimtelijke onderbouwing

Advies bedrijven en milieuzonering

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Realisatie kunstwerk Bestemming Drachten Markeringspunt Noord

Ruimtelijke onderbouwing kleinschalige uitbreiding olfantenstal Heiderschoor 24 te Mierlo Luchtfoto perceel Heiderschoor 24

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 29 maart M. Souren

Project : Basisschool De Twister te Horst (211x09475) Opdrachtgever : BRO. Projectnr : M Kenmerk : M Datum : 10 oktober 2017

BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING KERK ST. JOHANNES DE DOOPER MARKT, STANDDAARBUITEN

Onderzoek bedrijven en milieuzonering Slingeland Ziekenhuis te Doetinchem

Notitie. Aan : Roel Volman (SO, team bestemmingsplannen) Van : Paul Bruijkers (SO, Ingenieursbureau) Datum :

Notitie. Onderzoek milieuzonering Overveen. 1 Aanleiding. 2 Werkwijze

Hoofdstuk 5 Milieu en Landschap

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel

3. Gewenste ontwikkeling Milieu Planbeschrijving Inspraak Voorschriften Plankaart 10

Ruimtelijke onderbouwing speelterrein Netersel

WIJZIGINGSPLAN ZORGBOERDERIJ BROEK 4, MARIAHOUT GEMEENTE LAARBEEK. 2 februari 2016 vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing voor 4 parkeerplaatsen t.b.v. Medisch Maatschappelijk Centrum, grenzend aan de Schoolstraat 23 te Nieuw-Vennep

Quickscan Bedrijven en Milieuzonering Sportlaan 2-4 Gemert

Wijzigingsplan Zandertje 17 te Breskens. Vastgesteld door Gedeputeerde Staten van Zeeland d.d. 24 september 2013 (NL.IMRO.9929.WBZandertje17-VA01)

Bestemmingsplan Centrum-Oss Bijlage 6: Akoestisch onderzoek woningen Bram van den Berghstraat november 2012

Ruimtelijke onderbouwing Leveroyseweg 14, Heythuysen

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 april x04850 J. van Rooij

Bestemmingsplan Hoofdweg 237 te Paterswolde V O O R O N T W E R P

BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING. Bestemmingsplan Kernen Maasdonk, herziening Leiweg 6 Geffen

Quickscan Bedrijven. n en milieuzonering Binnenweg 31 te Tw. wello Project

Compositie 5 Stedenbouw T.a.v. de heer T. de Kousemaeker Boschstraat GB Breda. Boxmeer, 13 juni 2014

47003-bkp-v BESTEMMINGSPLAN "WONINGBOUW OSSENDRECHTSEWEG 38, HOOGERHEIDE" 1 INLEIDING Aanleiding en doel...

Adviesbureau Tonnaer Mevr. R. v. Nuenen Vonderweg RM Eindhoven. Boxmeer, 5 november briefrapportage notitie bedrijven en milieuzonering

GEMEENTE HOOGEVEEN. BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan Trambaan 5 te Nieuweroord

datum 10 augustus 2018 project Bestemmingsplan Herveld, Tuyn van Limes vestiging Arnhem betreft Onderzoek bedrijven en milieuzonering uw kenmerk -

Bedrijven- en milieuzonering gebiedsontwikkeling Schokkerhoek in Urk

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

In onderstaande figuur is een mogelijke invulling van het plangebied weergegeven.

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Oprichten aanduidingsmast McDonald s Vlietweg 16 te Santpoort-Noord

ONDERZOEK MILIEUZONERING

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

MILIEUZONERING NOTA MILIEUZONERING RHEDEN 2015

Bestemmingsplan. Middenweg 89. Gemeente Amsterdam, stadsdeel Oost. Datum: 13 juni 2016 Projectnummer: ID: NL.IMRO.0363.

WIJZIGINGSPLAN Buitengebied Zuid Herziening 2007, deelplan 3 e Zandwijkje 8 te Hollandscheveld

GEMEENTE BUREN. Ruimtelijke onderbouwing Hendriklaan 15 16, Beusichem

Gemeente Achtkarspelen (ontwerp) Ruimtelijke onderbouwing "bouwen van een woning op het perceel de Wide Pet 14 te Harkema"

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 12 februari v3 M. Blankvoort

TOELICHTING. op het wijzigingsplan Dwarsweg 17, behorende bij het bestemmingsplan Horstermeer van de gemeente Wijdemeren

Bijlage 1 MILIEUASPECTEN BUITENGEBIED WOUW

Gemeente Achtkarspelen Projectbesluit Vervanging woning Miedweg 6 Stroobos Ruimtelijke onderbouwing 1. INLEIDING

Ruimtelijke onderbouwing Hollandseweg 19, Someren. Gemeente Someren

Bedrijven en milieuzonering Horeca paviljoen, Mercuriusplein Berlicum

Buro Waalbrug T.a.v. de heer Langbroek Schoenaker SZ BEUNINGEN. Boxmeer, 25 april 2014

(ontwerp) ruimtelijke onderbouwing afwijking BP Asserstraat 31 Vries

MILIEUASPECTEN PROJECT 112 / LINDONK 41 ZEVENBERGEN

Verlengen stal op het perceel Dorpsstraat 74 te Zuidlaarderveen

LUCHTKWALITEITSONDERZOEK ONTWIKKELING LOCATIE AALVANGER EN UITBREIDING GEMEENTEHUIS TE HASSELT GEMEENTE ZWARTEWATERLAND. Auteurs : mro b.v.

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 2 november M. Souren

BESTEMMINGSPLAN Buitengebied Noord, wijzigingsplan Secteweg 21 te Stuifzand

Bestemmingsplan. Trade Port Noord Herziening Klaver 4

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING

Ruimtelijke onderbouwing 12 woningen aan de Kreukel te Bergen op Zoom

Stedenbouw/welstandsrichtlijnen Aangezien er enkel een interne verbouwing zal plaatsvinden, zal de uiterlijke verschijningsvorm niet wijzigen.

Ruimtelijke onderbouwing

Ruimtelijke onderbouwing Schakerpad 5 in Twello

Uitbreiding. Notitie / Memo. HaskoningDHV Nederland B.V. Planning & Strategy

BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING VELMOLEN OOST FASE 3 TE UDEN GEMEENTE UDEN

Laagraven Investment BV, de heer W. Toet Datum 17 mei Projectnummer Luchtkwaliteit Laagraven te Nieuwegein

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Aanleg paardenbak Het Zuid 34 Drachten

Ruimtelijke motivering. Molenstraat 1a te s-hertogenbosch. Functiewijziging van wonen naar kleinschalig hotel

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING Schalkwijkseweg 22

Westvoorne. Vogelwerende voorziening Trafostation Ommeloopweg Tinte. Ruimtelijke onderbouwing definitief

Toelichting 1 Inleiding 2 Beleidskader 3 Beoordeling

Memo. In totaal worden er maximaal 110 woningen gerealiseerd. Dit kunnen zowel grondgebonden woningen zijn alsook gestapeld woningen.

Bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Noorder Hoofddiep 15 te Nieuweroord

Memo. Quick scan bedrijven en milieuzonering bedrijfswoning, Rietveld 33A Woerden, projectnummer:

Ruimtelijke onderbouwing bij projectbesluit ten behoeve van Sport & Science, Hoeflingweg 20 te Lochem

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; Gemeente Hof van Twente Johan van der Burg

INHOUDSOPGAVE. Bestemmingsplan Buitengebied Noord, wijzigingsplan Siberië mei 2012 Gemeente Hoogeveen Pagina 2

Bestemmingsplan Heiligerlee en Westerlee, plan van wijziging IJsvereniging Heiligerlee V O O R O N T W E R P

Bestemmingsplan Buitengebied Ankeveen, wijziging Stichtse Kade 47a en c, Ankeveen Toelichting

Gemeente Bergen op Zoom

Vormvrije m.e.r.-beoordeling Landgoed Hydepark, Doorn, gemeente Utrechtse Heuvelrug

NOTITIE BEDRIJVEN EN MILIEUZONERING VINKELSESTRAAT 99/101 TE HEESCH GEMEENTE BERNHEZE

memo INLEIDING 1 Toets NIBM; 2 Toets grenswaarden in het kader van goede ruimtelijke ordening; WETTELIJK KADER Bogor projectontwikkeling

Wijzigingsplan De Wedze 22c te Twijzel

od205sl wijzigingsplan De Volgerlanden-Oost, 2e wijzigingsplan gebied B1 Toelichting Wijzigingsprocedure Opzet van het wijzigingsplan Milieuaspecten

Bedrijventerrein Oost II, wijzigingsplan Einsteinstraat

Transcriptie:

Gemeente Woensdrecht Bestemmingsplan 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 datum: 9 augustus 2011 projectnummer: 00461.102 referentie: 00461.102bp13

Gemeente Woensdrecht Bestemmingsplan : Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 Id = NL.IMRO.0873.HOWOxBP059xHERZx04-VG01 Fase Datum besluit Datum publicatie Datum ter inzage Voor-ontwerp 14-12-2010 15-12-2010 16-12-2010 Bijzonderheden Ontwerp 05-04-2011 13-04-2011 14-04-2011 Vastgesteld 29-09-2011 Wijzigingen t.o.v. ontwerp Van kracht Raad van State Onherroepelijk Gemeentebladnummer: -...

INHOUD 1 Inleiding... 7 2 Beschrijving bestaande situatie... 9 2.1 Afbakening plangebied... 9 2.2 Beschrijving omgeving... 9 2.3 Beschrijving plangebied... 9 2.4 Vigerend bestemmingsplan... 10 3 Beleidskader... 11 3.1 Provinciaal beleid en regionaal beleid... 11 3.2 Gemeentelijk beleid... 13 4 Randvoorwaarden... 17 4.1 Algemeen... 17 4.2 Bedrijven en milieuzonering... 17 4.3 Geluid... 19 4.4 Bodem... 22 4.5 Waterhuishouding... 22 4.6 Natuur en ecologie... 25 4.7 Archeologie... 27 4.8 Cultuurhistorie... 29 4.9 Kabels en leidingen... 29 4.10 Luchtkwaliteit... 29 4.11 Externe veiligheid... 31 5 Planbeschrijving... 35 5.1 Algemeen... 35 5.2 Bebouwing en beeldkwaliteit... 35 5.3 Inrichting buitenruimte... 36 5.4 Parkeerbalans en verkeersaantrekkende werking... 37 6 Juridische aspecten... 39 6.1 Algemene opzet... 39 6.2 Toelichting op de verbeelding... 39 6.3 Toelichting op de bestemmingsplanregels... 39 7 Economische uitvoerbaarheid... 43 8 Overleg en Inspraak... 45 8.1 Inleiding... 45 8.2 Vooroverleg en inspraak... 45 8.3 Zienswijzenprocedure... 45 Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 5

Topografische kaart van het plangebied 6

1 INLEIDING De initiatiefnemer (dhr. van Mierlo) is voornemens in een voormalige boerderij aan de Nederheide 13 te Woensdrecht een kinderdagopvangcentrum te realiseren. Het betreft hier de verplaatsing van de huidige buitenschoolse opvang ter plaatse van het sportpark aan de Fortuinstraat 12, aangevuld met een dagopvang. Ten behoeve van deze ontwikkeling zal de bestaande bebouwing worden verbouwd en uitgebreid en wordt de buitenruimte van het plangebied opnieuw ingericht met speeltoestellen etc. Gezien een grote vraag naar kinderopvangvoorzieningen in deze regio is er een grote behoefte aan een dergelijke ontwikkeling. Ten behoeve van de ontwikkeling is reeds een bouwplan en een inrichtingsplan opgesteld op basis waarvan het bestemmingsplan vorm gegeven zal worden. Deze ontwikkeling is echter niet mogelijk binnen het vigerende bestemmingsplan aangezien ter plaatse een woonbestemming vigerend is. Derhalve is een nieuwe bestemmingsplan nodig waarmee de juridische basis gelegd wordt om de ontwikkeling van het kinderdagopvangcentrum mogelijk te maken. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 7

Luchtfoto van het plangebied (Bron: Google Maps) 8

2 BESCHRIJVING BESTAANDE SITUATIE 2.1 Afbakening plangebied Het plangebied is gelegen op de hoek van de Fortuinstraat en de Nederheide. Kadastraal staan de betreffende gronden bekend als gemeente Woensdrecht, sectie G, nummer 4960. 2.2 Beschrijving omgeving De gemeente Woensdrecht is een landelijke gemeente met grote landschappelijke kwaliteiten. Woensdrecht is direct gelegen tegen de hoofdkern Hoogerheide. Ten noorden van Woensdrecht liggen Bergen op Zoom, de autosnelweg A58 en de spoorlijn richting Zeeland. Op de nevenstaande luchtfoto is goed terug te zien dat de kern van Woensdrecht te verdelen is in drie deel gebieden. Allereerst het deel dat rechtstreeks gekoppeld is aan de kern Hoogerheide en hier feitelijk in over loopt. Deze wijk genaamd Heikakkers grenst aan de westzijde aan een tussengebied met en een open structuur waar onder andere sportvoorzieningen en agrarische functies te vinden zijn. Dit open gebied is wel volledig begrensd en doorkruist met bebouwing waardoor van een directe overgang naar het buitengebied geen sprake is. Ten westen van dit tussengebied is het tweede bebouwde gedeelte van de dorpskern gelegen. Onderhavig plangebied is gelegen op de rand van het tussenliggende gebied. De omgeving van het plangebied bestaat hierdoor uit deels onbebouwde agrarische gronden ten westen van het plangebied en grotendeels woonbebouwing. De westkant van de straat Nederheide hoort bij Woensdrecht, terwijl de oostkant bij Hoogerheide hoort. Het merendeel van de huidige bebouwing dateert uit de jaren 70 en 80 en bestaat uit vrijstaande woningen met enkele tweeaaneengebouwde woningen. De gebouwen staan aan de voorzijde van de percelen in een verspringende rooilijn. De bouw hoogte is overwegend 1 en 1,5 bouwlaag met kap, waarbij de kapvormen variëren. De noklijn loopt zowel evenwijdig aan als loodrecht op de straat. 2.3 Beschrijving plangebied Het plangebied is aan de noordoostzijde bebouwd. Deze bebouwing is deels georiënteerd richting de Fortuinstraat en deels richting de Nederheide. Momenteel bestaat de bebouwing uit een voormalige boerderij (schuur en stal aan de Fortuinstraat 1) en een aangrenzend woonhuis (Nederheide 13). Tevens is aan de achterzijde van deze bebouwing een opslagruimte gesitueerd. De bebouwing is opgebouwd uit 1 bouwlaag met een kap. De boerderij en het woonhuis hebben een grondoppervlak van respectievelijk circa 165 m² en circa 80 m² en een hoogte van circa 6,5 m. De opslagruimte heeft een hoogte van circa 4 m en een grondoppervlak van circa 80 m². Ten westen van de bebouwing ligt het nu nog onbebouwde deel van het plangebied, deze gronden hebben momenteel geen bijzondere functie. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 9

2.4 Vigerend bestemmingsplan Op het plangebied is het bestemmingsplan Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, 1e herziening van toepassing, gewijzigd vastgesteld door de gemeenteraad op 15-12-2005 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten op 01-08-2006. Op deze herziening zijn de voorschriften uit het bestemmingsplan Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide zoals dit is vastgesteld door de gemeenteraad van Woensdrecht bij besluit van 25 mei 2000 en gedeeltelijk is goedgekeurd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 19 december 2000, van toepassing, voor zover daarvan in deze herziening niet wordt afgeweken. Ter plaatse van het plangebied geldt de bestemming Woondoeleinden. De gronden met deze bestemming zijn bestemd voor de navolgende doeleinden; wonen, met daaraan ondergeschikt, detailhandel, dienstverlenende voorzieningen, horeca, medische voorzieningen, religieuze voorzieningen, kantoren, bedrijven, groenvoorziening, openbare nutsvoorzieningen. Daarnaast heeft deel van het plangebied de bestemming Agrarisch kernrandgebied. Binnen de betreffende combinatie van bestemmingen is het dan ook niet mogelijk om een maatschappelijke functie in de vorm van een kinderopvang te realiseren. Om deze reden is het noodzakelijk om ten behoeve van de ontwikkeling een nieuw bestemmingsplan op te stellen. Uitsnede vigerend bestemmingsplan Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, 1 e herziening 10

3 BELEIDSKADER 3.1 Provinciaal beleid en regionaal beleid Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO), 2010 De SVRO is vastgesteld op 1 oktober 2010 en geeft de hoofdlijnen van het provinciaal ruimtelijk beleid tot 2025 (met een doorkijk naar 2040). De visie is bindend voor het ruimtelijk handelen van de provincie. Het is de basis voor de wijze waarop de provincie de instrumenten inzet die de Wet ruimtelijke ordening biedt. De visie ondersteunt daarnaast het beleid op andere provinciale beleidsterreinen. Een deel van het provinciale beleid uit de vorige beleidsstukken is nog steeds actueel en blijft ongewijzigd. Voorbeelden zijn het principe van concentratie van verstedelijking, zorgvuldig ruimtegebruik, verantwoord omgaan met de natuurlijke basis, het streven naar robuuste en aaneengeschakelde natuurgebieden en de concentratiegebieden voor glastuinbouw en intensieve veehouderijen. Zorgvuldig ruimtegebruik is in de structuurvisie één van de belangrijkste beleidslijnen van de provincie Noord-Brabant. Hiermee wil de Provincie de groei en spreiding van het stedelijk ruimtebeslag afremmen en tegelijkertijd stimuleren dat nieuwe ontwikkelingen op een geconcentreerde manier vorm krijgen. Het plangebied ligt volgens de provinciale Structurenkaart in de zone Overig stedelijk gebied. In het overig stedelijk gebied met de bijbehorende zoekgebieden voor verstedelijking wordt de lokale behoefte voor verstedelijking opgevangen (wonen, werken en voorzieningen). De provincie vraagt gemeenten om in regionaal verband afspraken te maken over de verdeling van het programma voor wonen en werken. Toetsing aan Structuurvisie Ruimtelijke Ordening (SVRO), 2010 Onderhavig plan betreft de realisatie van een kinderopvang in de kern van Woensdrecht. Er wordt gebruik gemaakt van een reeds bestaande locatie waarbij gebruik gemaakt wordt van de aanwezige bebouwing. Tevens wordt deze bebouwing verbouwd en uitgebreid. Derhalve kan gesproken worden van zorgvuldig ruimtegebruik. Aan de bestaande bebouwingsstructuur en architectonische vormgeving van de bestaande bebouwing en directe omgeving vinden dan ook geen veranderingen plaats. Met de ontwikkeling blijft een bestaande karakteristieke boerderij behouden. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 11

Uitsnede structurenkaart Structuurvisie Ruimtelijke Ordening Verordening ruimte 2011, Blad 5: Bestaand stedelijk gebied 12

Verordening ruimte 2011 In de Wet ruimtelijke ordening (Wro) is vastgelegd hoe de bevoegdheden voor de ruimtelijke ordening zijn verdeeld tussen gemeenten, provincies en rijk. Zo kan de Provincie regels opstellen waarmee een gemeente rekening moet houden bij het ontwikkelen van bestemmingsplannen: de provinciale planologische verordening. Door deze regels weten gemeenten al in een vroeg stadium waar ze aan toe zijn. De door Provinciale Staten op 17 december 2010 vastgestelde Verordening ruimte Noord- Brabant 2011 regelt een diverse onderwerpen. De bepalingen voor deze onderwerpen zijn gebaseerd op het bestaande provinciale beleid zoals dat voorheen opgenomen was in de Interimstructuurvisie, de Paraplunota en de regionale uitwerkingsplannen. Conform de nevenstaande kaartlaag is het plangebied in bestaand stedelijk gebied. Binnen de Verordening ruimte wordt onder stedelijk gebied het volgende verstaan: gebied dat het bestaande ruimtebeslag van een kern bevat ten behoeve van een samenhangende ruimtelijke structuur van stedelijke functies. Binnen deze gebieden is stedelijke ontwikkeling toegestaan. Aan stedelijke ontwikkelingen in bestaand stedelijk gebied zijn verder geen bijzondere regels verbonden. Toetsing aan de Verordening ruimte 2011 Zoals reeds gesteld betreft onderhavig plan de realisatie van een kinderopvang in de kern van Woensdrecht. Er wordt gebruik gemaakt van een reeds bestaande locatie waarbij gebruik gemaakt wordt van de aanwezige bebouwing. Tevens wordt deze bebouwing verbouwd en uitgebreid. (nieuwe) Stedelijke ontwikkelingen in het bestaande stedelijk gebied zijn toegestaan en derhalve is de ontwikkeling van de kinderopvang passend binnen de Verordening ruimte. 3.2 Gemeentelijk beleid StructuurvisiePlus Gemeente Woensdrecht, 2002 In deze notitie wordt de visie gepresenteerd op de ruimtelijke ontwikkelingen in de gemeente Woensdrecht tussen 2000 en 2015. Aanleiding voor het opstellen van deze StructuurvisiePlus was onder meer dat er na samenvoeging van de vier gemeenten, waaruit de huidige gemeente Woensdrecht is ontstaan, behoefte was aan een totaalvisie. De StructuurvisiePlus is een strategisch document waarin wordt gestreefd naar versterking van de sociaal-economische vitaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van de gemeente. Het biedt inzicht in de manier waarop de kwaliteit en duurzaamheid van het gemeentelijk grondgebied in ruimtelijk en sociaal-economisch opzicht kan worden verhoogd. Voor wat betreft voorzieningen in de vorm van een kinderopvang worden geen specifieke uitspraken gedaan. Gesteld wordt dat de bestaande kwaliteit van het voorzieningenniveau gehandhaafd dient te worden en waar mogelijk plaatselijke verbeteringen te treffen. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 13

Gebied 8, Welstandnota gemeente Woensdrecht 14

Actualisatie StructuurvisiePlus 2009 Op 14 mei 2009 heeft de gemeenteraad de actualisatie van de StructuurvisiePlus vastgesteld. Doel van deze actualisatie is nieuw beleid op te nemen en het actieprogramma bij te stellen. Er is onder meer een geactualiseerde woningbouwplanning tot 2015 opgenomen. Voor wat betreft de beleidsvisie op voorzieningen vinden geen bijzondere veranderingen plaats. Voor onderhavig plan heeft deze actualisatie geen bijzondere gevolgen aangezien de beleidsuitgangspunten voor voorzieningen niet gewijzigd is. Toetsing aan de (actualisatie) StructuurvisiePlus Gemeente Woensdrecht, 2002 en 2009 Onderhavig plan betreft de realisatie van een kinderopvang op een locatie binnen de dorpskern van Woensdrecht. De betreffende kinderopvang is reeds aanwezig aan de Fortuinstraat 12 te Woensdrecht waardoor feitelijk sprake is van een verplaatsing van een bestaand voorziening. Op de nieuwe locatie worden de voorzieningen verbeterd ten opzichte van de bestaande voorzieningen aan de Fortuinstraat 12 waardoor een kwaliteitsverbetering van de service kan plaats vinden. Hiermee wordt een bijdrage geleverd aan een kwaliteitsverbetering van het voorzieningenniveau van Woensdrecht, hetgeen passend is binnen de StructuurvisiePlus. Welstandsnota, juli 2007 De gemeente Woensdrecht heeft een welstandsnota opgesteld, waarmee welstandsadvisering meer geobjectiveerd en gemotiveerd is. Bouwplannen worden aan de welstandsnota getoetst middels drie soorten criteria: algemene, gebiedsgerichte en objectgerichte criteria. Algemene criteria zijn globale stedenbouwkundige uitgangspunten. Objectgerichte criteria bestaan uit objectieve, meetbare beleidsnormen, die van toepassing zijn op specifieke, veel voorkomende bouwwerken of bouwkundige ingrepen. Voor de gebiedsgerichte criteria is het gemeentelijke grondgebied ingedeeld in deelgebieden. Afhankelijk van de waarde en gevoeligheid van het gebied en de betekenis voor het aanzien van de openbare ruimte kan voor dat gebied een hoog (niveau 1), normaal (niveau 2) of laag (niveau 3) welstandsniveau vastgesteld worden. Hiernaast bestaat er nog een welstandsniveau 4 voor gebieden die niet worden getoetst aan redelijke eisen van welstand. Onderhavig plangebied is gelegen binnen gebied 8 waar welstandsniveau 3 van kracht is. Voor het betreffende gebied worden geen grootschalige veranderingen voorzien. Bij de opstelling van de welstandsnota is rekening gehouden met de omringende bebouwingskarakteristiek. Het gemeentelijke beleid is gericht op handhaving van de aanwezige karakteristiek qua schaal, korrelmaat en vormentaal. Er is sprake van een gevarieerd bebouwingsbeeld. Elk pand kent binnen beperkte marges zijn eigen situering, uitstraling en kleurgebruik. Verbouwingen en (vervangende) nieuw bouw moeten aansluiten bij het bestaande karakter met als extra eisen: - de bebouwing moet in één rooilijn staan; - als dakvorm moet het zadeldak bedekt met dakpannen toegepast worden. Toetsing aan de Welstandsnota, juli 2007 Ten behoeve van het plan wordt gebruik gemaakt van de bestaande bebouwing die reeds ter plaatse aanwezig is. Het bestaande woonhuis aan de Nederheide 13 wordt richting het zuiden uitgebreid met circa 20 m² ten behoeve van de kinderopvang. Deze uitbreiding vindt plaats op circa 2,5 achter de voorgevel en sluit qua vormgeving aan op de bestaande bebouwing. Voor Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 15

wat betreft de bouwhoogte van deze uitbreiding kan worden gesteld dat deze lager is dan van de woning (circa 3,5 m). Op deze manier blijft de hoofdmassa en hoofdgebouwfunctie van de woning intact. De uitbreiding/ vervangende nieuwbouw van de bestaande opslag vindt plaats op de achterzijde van het perceel (op de bestaande locatie) waardoor deze geen invloed heeft de bebouwingskarakteristiek ter plaatse. Ook de bouwhoogte van de opslag blijft na uitbreiding lager dan de hoofdbebouwing. De bestaande bebouwingskarakteristiek aan de straat blijft ter plaatse dan ook gehandhaafd. Op basis hiervan kan worden gesteld dat onderhavig plan passend is binnen de gestelde welstandscriteria en de welstandsnota. 16

4 RANDVOORWAARDEN 4.1 Algemeen Op 21 Oktober 2010 heeft de gemeente Woensdrecht aan de RMD gevraagd een milieuparagraaf op te stellen voor het bestemmingsplan 4e herziening BP Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13. De milieuparagraaf is opgesteld voor de aspecten bedrijven en milieuzonering, lucht, geluid, externe veiligheid, bodem, water en ecologie. 4.2 Bedrijven en milieuzonering Toetsingskader Milieuzonering is het aanbrengen van een noodzakelijke ruimtelijke scheiding tussen milieubelastende en milieugevoelige functies ter bescherming of vergroting van de kwaliteit van de leefomgeving. Milieuzonering beperkt zich in het algemeen tot de milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geur, stof, geluid en gevaar. Voor een verantwoorde inpassing van bedrijvigheid in haar fysieke omgeving of van gevoelige functies nabij bedrijven, heeft de VNG van de publicatie Bedrijven en milieuzonering in 2009 een geheel herziene uitgave opgesteld. Deze publicatie is geraadpleegd ten behoeve van dit advies. Richtafstanden In de VNG-publicatie is een richtafstandenlijst opgenomen in relatie tot het omgevingstype rustige woonwijk. In deze lijst zijn bedrijven op grond van hun potentiële milieubelasting ingedeeld in zes categorieën. In tabel 1 zijn de milieucategorieën en richtafstanden uit de VNG-publicatie overgenomen. Tabel 1 Milieucategorieën en richtafstanden Milieucategorie Richtafstanden tot omgevingstype rustige woonwijk * 1 10 2 30 3.1 50 3.2 100 4.1 200 4.2 300 5.1 500 5.2 700 5.3 1000 6 1500 * indien de omgeving is te typeren als gemengd gebied, gelden kleinere richtafstanden, namelijk één afstandstap kleiner (Zie de VNG-publicatie, paragraaf 2.3.). De richtafstand geldt tussen enerzijds de grens van de bestemming die bedrijven (of andere milieubelastende functies) toelaat en anderzijds de uiterste situering van de gevel van een woning (of andere milieugevoelige functie) die volgens het (bestemmings)plan of via vergunningvrij bouwen mogelijk is. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 17

Situatie ter plaatse Omgevingstype De VNG-publicatie geeft richtafstanden tot een omgevingstype rustige woonwijk. Een rustige woonwijk is een woonwijk die is ingericht volgens het principe van functiescheiding. Afgezien van wijkgebonden voorzieningen komen vrijwel geen andere functies (zoals bedrijven en kantoren) voor. Langs de randen (in de overgang naar mogelijke bedrijfsfuncties) is weinig verstoring door verkeer. De omgeving waarin het plangebied is gelegen is, gelet op de sporadisch voorkomende bedrijvigheid, aan te merken als een gebied van het omgevingstype rustige woonwijk. In de directe nabijheid van het plangebied liggen evenmin drukke wegen. Invloed voorgenomen bedrijfsactiviteiten op omgeving De voorgenomen bedrijfsactiviteiten zijn het uitoefenen van een kinderdagverblijf. Naast een kinderdagverblijf zal er sprake zijn van buitenschoolse opvang. Deze activiteiten zijn in de richtafstandenlijst onder te brengen onder Kinderopvang. Omgevingstype rustige woonwijk Omschrijving SBI code Geur Stof Geluid Gevaar Grootste Milieu Verkeer 2008 (m) (m) (m) (m) afstand cat. Kinderopvang 8891.2 0 0 30 0 30 2 2P De grootste richtafstand voor dit bedrijf is 30 meter ten gevolge van het milieuaspect geluid. Deze richtafstand reikt, gemeten vanaf de plangrens, over de aanwezige woningen aan de Fortuinstraat en de Nederheide. Ook reikt de richtafstand over de lege kavels ten oosten van Fortuinstraat 6 en ten noorden van Nederheide 14. Op beide kavels mag, conform het vigerende bestemmingsplan, een woning gebouwd worden. De richtafstanden voor geur, stof en gevaar zijn 0 meter en zijn derhalve niet relevant. Vanuit de optiek van Bedrijven en milieuzonering is er een belemmering voor het uitvoeren van de beoogde activiteiten vanwege het aspect geluid. Gezien deze constatering, is onderzoek verricht naar de geluiduitstraling van het kinderdagverblijf en de activiteiten op het buitenterrein naar de omgeving. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in paragraaf 4.3 Geluid. Volledigheidshalve wordt hiernaar verwezen. De conclusie luidt dat na het treffen van de in dat hoofdstuk beschreven afschermende maatregelen, er voor zover dit betrekking heeft op het aspect geluid, sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Invloed aanwezige bedrijvigheid in omgeving op te realiseren kinderdagverblijf Het kinderdagverblijf en de daaraan gekoppelde bedrijfswoning worden vanuit de optiek van Bedrijven en milieuzonering beschouwd als gevoelige functies. Binnen een straal van 100 meter, gemeten vanuit de plangrens, bevinden zich de volgende milieurelevante bedrijven. 1. Fortuinstraat 6, P. Vercammen afbouw- en stukadoorsbedrijf Op deze locatie is geen werkplaats aanwezig. Alleen de bedrijfswagen wordt op de oprit gestald. De werkzaamheden die het bedrijf verricht, worden alleen op locatie uitgevoerd. Het perceel Fortuin-straat 6 heeft in het vigerende bestemmingsplan de bestemming Wonen. 18

Vanuit de optiek van Bedrijven en milieuzonering is er geen sprake van een belemmering voor de realisering van het kinderdagverblijf vanwege het bedrijf P. Vercammen. 2. Fortuinstraat 12a, Sportpark De Fortuin Deze bedrijfsactiviteiten zijn als volgt in de richtafstandenlijst onder te brengen: Omgevingstype rustige woonwijk Omschrijving Veldsportcomplex (met verlichting) SBI code 2008 Geur (m) Stof (m) Geluid (m) Gevaar (m) Grootste afstand Milieu cat. Verkeer 931G 0 0 50C 0 50 3.1 2P *C: hiermee wordt aangegeven dat de voor geluid bepalende activiteiten meestal continu in bedrijf zijn. * 2P staat voor potentieel aanzienlijke verkeersaantrekkende werking personenvervoer. De grootste richtafstand als gevolg van het milieuaspect geluid is 50 meter. Deze richtafstand reikt over het plangebied, doch niet over het gebouw. Bovendien is een kinderdagdagverblijf niet geluidgevoelig, en is er voor wat betreft de woning sprake van een conserverende situatie. Er is derhalve geen sprake van een belemmering vanwege het aspect geluid. De richtafstanden voor de milieuaspecten geur, stof en gevaar bedragen 0 meter en zijn daarom evenmin van belang voor de planontwikkeling. Vanuit de optiek van Bedrijven en milieuzonering is er geen sprake van een belemmering voor realisering van het kinderdagverblijf annex bedrijfswoning vanwege het sportpark. Conclusie De conclusie luidt dat er, na het treffen van de geluidmaatregelen zoals beschreven in hoofdstuk 4 van dit rapport, vanuit de optiek van Bedrijven en milieuzonering geen belemmering is voor de voorgestelde realisatie van het kinderdagverblijf. 4.3 Geluid Toetsingskader In de Wet geluidhinder is bepaald dat voor locaties in het bestemmingsplan waar woningen en andere geluidgevoelige bestemmingen kunnen worden gerealiseerd, de geluidbelasting wordt onderzocht binnen de zones behorende bij verkeerswegen, spoorwegen en industrieterreinen. Omdat een kinderdagverblijf ingevolge de Wet geluidhinder (Wgh) geen geluidgevoelige bestemming is, voorziet het bestemmingsplan niet in de realisatie van nieuwe geluidgevoelige bestemmingen. De bedrijfswoning wordt, gezien de vigerende bestemming Woondoeleinden, als conserverend beschouwd. Onderzoek naar de geluidbelasting op het plangebied ten gevolge van verkeerswegen, spoorwegen en industrieterreinen is daarom niet uitgevoerd. Wel is de geluidbelasting van het kinderdagverblijf op de woningen in de directe omgeving bepaald. Ten behoeve van de inpassing van het plan in de omgeving dient de vraag beantwoord te worden of er sprake is van een goede ruimtelijke ordening. Hiertoe wordt de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering gehanteerd. In deze publicatie zijn voor de verschillende Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 19

inrichtingen voor de aspecten geur, stof, geluid en gevaar richtafstanden aangegeven, die in de meeste gevallen kunnen worden aangehouden tussen een bedrijf en woningen om hinder en schade aan mensen binnen aanvaardbare grenzen te houden. De richtafstanden zijn verkregen onder de voorwaarden: - het betreft gemiddelde nieuwe bedrijven met voor nieuwe bedrijven gangbare voorzieningen binnen het gedefinieerde bedrijfstype; - het betreft woningen in een rustige woonwijk met weinig verkeer (referentieniveau bedraagt 45 db(a) etmaalwaarde); - de afstand geldt in principe enerzijds de perceelsgrens van het bedrijf (bij gangbare perceelsgrootte en indeling) en anderzijds de gevel van een woning. De richtafstanden zijn indicatief en zijn niet als standaardnorm bedoeld. In de publicatie is aangegeven dat bij een afwijkende woonomgeving een andere afstandseis voor het aspect geluid geldt. Situatie ter plaatse Het plan omvat de realisatie van een kinderdagverblijf. Achter en naast het kinderdagverblijf wordt een buitenterrein ingericht voor de recreatie van de kinderen, die binnen het plangebied verblijven. De activiteiten die behoren bij de exploitatie van het kinderdagverblijf zullen naar de omgeving van het kinderdagverblijf geluid uitstralen. Op grond van de Handreiking Industrielawaai en Vergunningverlening is de omgeving van het plan te kwalificeren als een rustige woonwijk met weinig verkeer, waar een richtwaarde van 45 db(a) etmaalwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau en een richtwaarde van 65 db(a) etmaalwaarde1 voor het maximale geluidniveau gelden. Deze waarden komen overeen de te hanteren richtwaarden uit de VNG-publicatie. Naast deze waarden dient eveneens de indirecte hinder vanwege wegverkeer van en naar de inrichting beschouwd te worden. Hiervoor geldt een voorkeursgrenswaarde van 50 db(a). Opgemerkt wordt dat in de praktijk de richtwaarden niet altijd kunnen worden gerealiseerd. Een rigide toepassing van de richtwaarden moet dan ook worden voorkomen. Op grond van een bestuurlijk afwegingsproces, waarbij de zogenaamde geluidbestrijdingskosten een belangrijke rol spelen, kan soms een hogere geluidbelasting worden toegelaten. Voor een kinderdagverblijf is in de VNG-publicatie een richtafstand van 30 m voor het aspect geluid opgenomen. Omdat binnen deze afstand diverse woningen gelegen zijn, is ten behoeve van de inpassing van het plan een akoestisch onderzoek uitgevoerd. De resultaten van dit onderzoek zijn beschreven in de notitie van de Regionale Milieudienst West-Brabant d.d. 22 oktober 2010 met als onderwerp Geluidaspecten kinderdagverblijf aan de Nederheide 13 te Woensdrecht. Uit de notitie blijkt, dat indien geen maatregelen getroffen worden om de geluidemmissie vanwege het kinderdagverblijf te reduceren, de in onderstaande tabel 1 Bij een maximaal geluidniveau wordt feitelijk niet gesproken over een etmaalwaarde. In onderhavige situatie dient voor de richtwaarde van 65 db(a) etmaalwaarde het volgende gelezen te worden: 65 db(a) in de dagperiode (tussen 07.00 en 19.00 uur), 60 db(a) in de avondperiode (tussen 19.00 en 23.00 uur) en 55 db(a) in de nachtperiode (tussen 23.00 en 07.00 uur). 20

gepresenteerde geluidniveaus ter plaatse van de maatgevende woningen van derden geprognosticeerd worden. Tabel A: geprognosticeerde geluidniveaus vanwege het kinderdagverblijf woning Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT) Maximaal geluidniveau (L Amax) Indirecte hinder (L Aeq) Nederheide 10 47 db(a) 74 db(a) 48 db(a) Nederheide 14 41 db(a) 67 db(a) 46 db(a) Nederheide 11 49 db(a) 73 db(a) 38 db(a) Fortuinstraat 6 44 db(a) 66 db(a) 43 db(a) Fortuinstraat 8 45 db(a) 66 db(a) 43 db(a) Fortuinstraat 10 44 db(a) 64 db(a) 43 db(a) Uit tabel A blijkt dat, zonder het treffen van maatregelen, ter plaatse van de maatgevende woningen géén sprake is van een goede ruimtelijke ordening. De richtwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau wordt met maximaal 4 db overschreden. De overschrijding van de richtwaarde voor het maximale geluidniveau bedraagt maximaal 9 db. De voorkeursgrenswaarde van 50 db(a) voor de indirecte hinder wordt niet overschreden. Om er voor te zorgen dat de richtwaarden niet dan wel minimaal overschreden worden, zijn in de eerdergenoemde notitie maatregelen in de vorm van het oprichten van twee schermen, aangedragen. Indien de geluidwal en de twee schermen, zoals aangeduid in figuur 3 van de eerdergenoemde notitie, worden opgericht zoals in de notitie is omschreven, dan worden de in tabel B gepresenteerde geluidniveaus ter plaatse van de maatgevende woningen van derden geprognosticeerd. Tabel B: geprognosticeerde geluidniveaus vanwege het kinderdagverblijf na het treffen van voorzieningen woning Langtijdgemiddeld beoordelingsniveau (L Ar,LT ) Maximaal geluidniveau (L Amax ) Indirecte hinder (L Aeq ) Nederheide 10 41 db(a) 65 db(a) 48 db(a) Nederheide 14 37 db(a) 60 db(a) 46 db(a) Nederheide 11 45 db(a) 64 db(a) 38 db(a) Fortuinstraat 6 44 db(a) 66 db(a) 43 db(a) Fortuinstraat 8 44 db(a) 66 db(a) 43 db(a) Fortuinstraat 10 44 db(a) 65 db(a) 43 db(a) Uit tabel B blijkt dat na het treffen van de voorzieningen de richtwaarde voor het langtijdgemiddeld beoordelingsniveau niet meer overschreden wordt. De richtwaarde voor het maximale geluidniveau wordt met maximaal 1 db overschreden. Deze overschrijding wordt veroorzaakt door het starten van de personenauto s en het sluiten van de portieren van de personenauto s. Deze optredende maximale geluidniveaus zijn overigens van een zelfde grootte als de maximale geluidniveaus vanwege het ter plaatse openbaar parkeren langs de weg. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 21

Conclusie Omdat enkel en alleen nog de richtwaarde voor het maximale geluidniveau vanwege het parkeren overschreden kan worden met maximaal 1 db(a), kan gesteld worden dat er, na het treffen van bovengenoemde maatregelen, voor zover dit betrekking heeft op het aspect geluid, sprake is van een goede ruimtelijke ordening. 4.4 Bodem In februari 2008 is door Elementair Putten een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd ter plaatse van het plangebied. Resultaten Het onderzoek heeft aangetoond dat de bodem niet tot licht is verontreinigd. Er zijn in de grond licht verhoogde gehaltes aan zink en PAK (som 10) aangetoond. In het grondwater is een licht verhoogd gehalte chroom en 1,1,2-trichloorethaan gemeten. In het bodemrapport is gesteld dat de lichte verontreinigingen geen aanleiding geven voor het uitvoeren van nader bodemonderzoek. Geconcludeerd is dat de aangetoonde bodemkwaliteit geen beperking oplevert ten aanzien van het beoogde gebruik van de locatie. Beoordeling RMD Op basis van de beschikbare bodeminformatie wordt verwacht dat de bodem van het plangebied geschikt is voor de vestiging van een kinderdagverblijf en bedrijfswoning. Het bestemmingsplan geeft geen aanleiding voor het uitvoeren van nader bodemonderzoek op de locatie. Indien herinrichting of grondverzet op de locatie zal plaatsvinden, bijvoorbeeld in het kader van een omgevingsvergunning voor het aspect bouwen, is aanvullend/actualiserend bodemonderzoek noodzakelijk. 4.5 Waterhuishouding Toetsingskader In artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro) is vastgelegd dat in de toelichting op een bestemmingsplan wordt beschreven op welke wijze in het plan rekening is gehouden met de gevolgen voor de waterhuishouding. In onderhavige waterparagraaf wordt ingegaan op de waterhuishoudkundige aspecten van de locatie en wordt beoordeeld of de nieuwe bestemming en ontwikkeling van de locatie effect heeft op de waterhuishouding. De Waterwet is een nieuwe wet die de organisatie van het waterbeheer regelt. De Waterwet kent formeel slechts twee waterbeheerders: het rijk, als de beheerder van de rijkswateren, en de waterschappen als de beheerders van de overige wateren en het grondwater. Waterschappen zijn daarnaast ook verantwoordelijk voor het zuiveringsbeheer. Provincies en gemeenten zijn formeel geen waterbeheerder, maar ze vervullen wel waterstaatkundige taken. Zo blijft de provincie voorlopig bevoegd gezag voor drie categorieën grondwateronttrekkingen en infiltraties: de openbare drinkwaterwinning, bodemenergiesystemen en industriële onttrekkingen van meer dan 150.000 m³ per jaar. Gemeenten hebben een zorgplicht voor 22

hemel- en grondwater. Deze zorgplicht is in 2008 via de Wet gemeentelijke watertaken opgenomen in de Wet op de waterhuishouding. Situatie ter plaatse Beleid gemeente Woensdrecht In het Gemeentelijk Rioleringsplan 2010-2013 van de gemeente Woensdrecht is in hoofdstuk 3 te lezen wat de gemeente wenselijk acht ten aanzien van hemelwater: Binnen de kernen Woensdrecht/Hoogerheide en in delen van Ossendrecht en Huijbergen vindt de inzameling van hemelwater gescheiden plaats via een openbaar separaat hemelwaterriool. In de overige delen van Ossendrecht en Huijbergen, alsmede de kern Putte vindt de inzameling plaats middels een gemengd (vuilwater)riool. In Calfven is nagenoeg al het verhard oppervlak afgekoppeld op het omringende watersysteem. Voor de bestaande gebieden wil de gemeente in principe al het afvloeiende hemelwater van particulieren op bovenstaande manier blijven inzamelen. In de rioleringsdistricten met een hemelwaterstelsel wordt dit als de meest doelmatige invulling gezien. Derhalve wordt op korte termijn dan ook geen extra inspanning van de particulieren verwacht. Hetzelfde geldt in principe ook voor de rioleringdistricten met een gemengd stelsel. Het Gemeentelijk Rioleringsplan sluit niet uit dat bedrijven eerst na moeten gaan of zij zich niet op een andere wijze van het hemelwater kunnen ontdoen. Gezien de oppervlakte en inrichting van het plangebied lijkt dit in deze situatie niet realistisch en wordt het afvoeren van het hemelwater via het HWA of hemelwaterafvoerstelsel als meest doelmatig gezien. Beleid Waterschap Brabantse Delta In december 2009 is door het waterschap het Waterbeheerplan Brabantse Delta 2010-2015 vastgesteld. Het waterbeheerplan is onderdeel van een drieluik. Voor dezelfde periode 2010-2015 brengt het rijk het Nationale Waterplan uit en de provincie het Provinciale Waterhuishoudingsplan. De drie waterplannen zijn gelijktijdig opgesteld en sluiten inhoudelijk op elkaar aan. De doelen en ingrepen die in het waterbeheerplan van het waterschap staan, dragen bij aan de doelen van het nationale en provinciale plan. Het provinciale waterplan geeft de meest concrete kaders. Hierin staat bijvoorbeeld welke waterhuishoudkundige functies de verschillende waterlopen vervullen en welke ecologische doelen voor de oppervlaktewateren gelden. Naast het Waterbeheerplan Brabantse Delta 2010-2015 is ook de Keur waterschap Brabantse Delta van het waterschap van toepassing. Hiervoor geldt dat voor elke vorm van wateraanvoer, waterafvoer, lozing of onttrekking een keurvergunning noodzakelijk is. Voor het opstellen van een waterparagraaf heeft het waterschap Brabantse Delta een checklist Watertoets opgesteld. Deze is opgenomen in het door het waterschap opgestelde document Op weg met het waterschap (januari 2010). In het geval van Bestemmingsplannen geldt daarnaast de bijlage Aandachtspunten voor de toetsing van plankaart en voorschriften. Alle in de checklist en bijlage genoemde aspecten zijn beoordeeld en afgewogen en indien relevant beschreven. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 23

Nationaal Bestuursakkoord Water In het Nationaal Bestuursakkoord Water hebben het rijk, de provincies en de waterschappen landelijke afspraken gemaakt over het omgaan met wateroverlast, droogte en peilbeheer, chemische kwaliteit en ecologische kwaliteit. Waterbeheerders en gemeenten zorgen ervoor dat in 2015 de urgente knelpunten voor wateroverlast zijn opgelost, rekening houdend met klimaatverandering. Ook moet het watersysteem minder kwetsbaar worden voor lange perioden van droogte. Omschrijving plangebied Het plangebied is gelegen op de hoek tussen de Nederheide en de Fortuinstraat binnen de bebouwde kom van de kern Woensdrecht. Het plangebied ligt in het beheersgebied van het Waterschap Brabantse Delta. De locatie is niet gelegen nabij waterlopen of waternatuur en ligt niet in beschermd gebied. Uit de Wateratlas van de provincie Noord-Brabant blijkt dat de locatie gelegen is binnen infiltratiegebied. De locatie ligt niet in een grondwaterbeschermingsgebied. De bodem in het plangebied bestaat uit leemarm tot zwak lemig fijn zand, met een gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG) van 0.4-0.8 m-mv en een gemiddelde laagste grondwaterstand (GLG) van >1.2 m-mv (grondwatertrap VI). Ontwikkeling Plangebied De ontwikkeling op de locatie betreft een kinderopvang met bedrijfswoning. Dit komt in de plaats van een woonhuis met stal. De bestaande opstallen worden voor de ontwikkeling van de kinderopvang uitgebreid met een aanbouw. De oppervlakte van de locatie bedraagt 2350 m², waarvan circa 375 m² bebouwd wordt (oude situatie plus aanbouw). Het overige terrein van de kinderopvang bestaat uit een parkeerterrein met open verharding (180 m² split), parkeervakken aan de Fortuinstraat (120 m²), een geluidwal, twee grasvelden (speelplaatsen) en verbindende paden verhard met klinkers. Ter plaatse van de Fortuinstraat ligt een gescheiden rioolstelsel. De verharde oppervlakken van het plangebied (dakoppervlakken van de kinderopvang, de bedrijfswoning en de opslag en de verharding die deze drie gebouwen verbindt) zijn afgekoppeld en lozen op het HWA. Het huishoudelijk afvalwater wordt geloosd op het DWA (droogweerafvoer). Oude situatie Terreindeel Oppervlakte Afwatering Woonhuis met stal en opslag 360 m 2 Op omgeving Overig/onverhard terrein 1990 m 2 Op omgeving Nieuwe situatie Bedrijfswoning met kinderopvang en opslag Verharding langs kinderopvang Parkeerplaats verharding split Parkeerhavens verharding tegels Paden Overig/onverhard terrein 375 m 2 90 m 2 180 m 2 120 m 2 140 m 2 1445 m 2 Op HWA Op HWA Op omgeving Op omgeving Op omgeving Op omgeving Het verharde oppervlak zal toenemen met 15 + 90 + 120 + 140 = 365 m². Hiervan watert 15 + 90 = 105 m² af op het HWA. Hemelwater wat op de overige 260 m² valt, stroomt af op de omgeving. 24

Tussen de kinderopvang en de opslag in ligt onder de grond een waterbassin met een inhoud van circa 20 m³. Afstromend dakwater van de opslag en een deel van het kindercentrum wordt hierin opgeslagen en zal gebruikt wordt om de grasvelden te beregenen. Wanneer het bassin vol is wordt afstromend regenwater op het HWA geloosd. Akkoord waterschap In het kader van het vooroverleg heeft het waterschap aangekondigd akkoord te zijn met de bovenstaande waterparagraaf. De gewenste aanpassingen zijn doorgevoerd. Het waterschap heeft bij het ontwerp aangegeven in te stemmen met bovenstaande watertoets. 4.6 Natuur en ecologie Toetsingskader In een bestemmingsplan worden de beschermde natuurwaarden planologisch-juridisch veiliggesteld en wordt de nieuwe ruimtelijke ontwikkeling getoetst aan de aanwezige natuurwaarden. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in soort- en gebiedsbescherming. Soortbescherming is geregeld in de Flora- en faunawet. Voor alle bestemmingsplannen geldt dat onderzoek moet worden uitgevoerd naar mogelijk beschermde plant- en diersoorten en de effecten van een ruimtelijke ingreep hierop. Gebiedsbescherming is geregeld via de Natuurbeschermingswet en de Wet ruimtelijke ordening. Vergelijkbaar met het onderzoek naar beschermde soorten, geldt voor alle bestemmingsplannen dat onderzoek moet worden uitgevoerd naar mogelijke gebiedsbescherming in of nabij het plangebied. Ook dienen eventuele effecten van een ruimtelijke ingreep op beschermde gebieden in kaart te worden gebracht. Situatie ter plaatse Soortbescherming In de oude situatie bestond het plangebied uit grasveld dat omgeven was door een beukenhaag en bomen als zomereik en paardenkastanje op de belendende percelen. Op het perceel staan geen bomen die geschikt zijn als vaste rust- of verblijfplaats voor vleermuizen. Wel zullen algemene soorten zoals laatvlieger en gewone dwergvleermuis het terrein gebruiken om te foerageren. Hierbij worden de om het terrein gelegen groenstructuren als vliegroute gebruikt. De vleermuizen kunnen mogelijk ook in de spouwmuren of andere kieren en spleten van het gebouw verblijven. Het plangebied is geschikt als leefgebied voor algemene zoogdieren als bosmuis en huisspitsmuis. Afhankelijk van het al dan niet aanbrengen van vogelschroot zijn de gebouwen geschikt als broedplaats voor huismussen die onder de pannen kunnen nestelen. Ook de struiken die ten zuiden van het pand op de locatie van de aanbouw staan kunnen nestplaatsen bieden aan algemene broedvogels. Indien in de omgeving geen of onvoldoende nestplaatsen in gebouwen te vinden zijn, kunnen de dieren ook in dichte coniferen of klimopbegroeiing nestelen. Door de afwezigheid van geschikte (voortplantings-)wateren in het plangebied en omgeving vormt het plangebied geen leefgebied voor beschermde amfibieën en vissen. Het plangebied bevat geen habitat waar op basis van de regionale verspreiding strikt beschermde planten of ongewervelden kunnen voorkomen. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 25

Ecologische hoofdstructuur = groen Natura 2000 = geel Beschermde natuurmonumenten = oranje Nationale parken = rood 26

Gebiedsbescherming Het plangebied maakt geen deel uit van natuurgebieden die beschermd zijn krachtens de Natuurbeschermingswet 1998. Ook maakt het plangebied geen deel uit van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Het dichtstbijzijnde natuurgebied is gelegen op 300 meter ten zuiden van het plangebied. Dit betreft het gebied De Braak, wat onderdeel is van de EHS. Conclusie De natuurwaarden van het gebied zijn beperkt en weerspiegelen de ligging in de bebouwde kom in een gebied waar oppervlaktewateren nagenoeg ontbreken. De voornaamste natuurwaarden (vleermuizen) hangen samen met buiten het onderhavige perceel gelegen groenstructuren en de aanwezige bebouwing. Soortbescherming Binnen het plangebied komen geschikte nestplaatsen voor algemene broedvogels voor. Nesten van deze soorten zijn gedurende het broedseizoen beschermd. Dit betekent dat het verwijderen van opgaande beplanting buiten het broedseizoen dient te gebeuren. Het broedseizoen varieert per soort, werken buiten de periode 15 maart 30 juli is in dit geval voldoende om overtreding van de Flora- en faunawet te voorkomen. Voor de mogelijk in het plangebied nestelende huismus geldt een jaarronde strikte bescherming. Dit betekent dat nestplaatsen van huismussen niet verstoord of aangetast mogen worden bij de uitvoering van werkzaamheden als het renoveren van daken of verwijderen van bomen. De huismus is als gevoelig op de rode lijst vermeld. In de gebouwen kunnen vleermuizen zoals de gewone dwergvleermuis verblijven. Het is dan ook zaak om eventuele stootvoegen niet dicht te metselen. Indien spouwmuren worden geïsoleerd dient nader onderzoek plaats te vinden naar het gebruik van de gebouwen door vleermuizen. Voor eventuele overtredingen die negatieve effecten hebben op huisspitsmuis en bosmuis geldt een vrijstelling in geval van ruimtelijke ontwikkelingen. Hiervoor is dan ook geen ontheffing nodig. Gebiedsbescherming Het gebied maakt geen onderdeel uit van beschermde natuurgebieden of de Ecologische Hoofdstructuur. Ontheffing van de Natuurbeschermingswet 1998 of vergunning in het kader van planologische bescherming van de Ecologische Hoofdstructuur is dan ook niet nodig. 4.7 Archeologie Uit de nevenstaande afbeelding blijkt dat ter plaatse hoge tot middelhoge archeologische verwachtingswaarde aanwezig is. De gemeente is in het kader van het aspect archeologie het bevoegd gezag (conform de Wet monumentenzorg 2007). Ten behoeve van de kinderopvang wordt gebruik gemaakt van de bestaande bebouwing, deze wordt inpandig verbouwd en uitgebreid. Daarnaast vindt er vervangende nieuwbouw plaats ter plaatse van de bestaande opslag. De inrichting van het buitengedeelte en de realisatie van de parkeervoorzieningen vergen geen grootschalige roering van de grond. Dit alles zorgt voor een zeer beperkte roering van de grond waardoor eventuele aanwezig archeologische waarde ter plaatse (onaangetast) behouden kunnen blijven. Op basis hiervan wordt een archeologisch onderzoek ter plaatse niet noodzakelijk geacht. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 27

Uitsnede Cultuur Historische Waardenkaart, Provincie Noord-Brabant 28

4.8 Cultuurhistorie In het plangebied en de naaste omgeving zijn geen bijzondere cultuurhistorisch waardevolle structuren, gebouwen (monumenten) en/of elementen aanwezig. De Nederheide is gemarkeerd als een historisch geografische lijn met redelijk hoge waarde. In het kader van onderhavig plan vinden echter geen veranderingen of aantasting plaats aan de Nederheide. Op basis hiervan kan worden gesteld dat ten aanzien van het aspect cultuurhistorie er geen belemmeringen zijn. 4.9 Kabels en leidingen Binnen het onderhavige bestemmingsplan zijn geen planologisch relevante leidingen aanwezig. Kabels en leidingen leveren derhalve geen belemmeringen voor de planontwikkeling. 4.10 Luchtkwaliteit Toetsingskader Het wettelijk kader voor de luchtkwaliteit is gegeven in de volgende documenten: - de Wet tot wijziging van de Wet milieubeheer (luchtkwaliteitseisen), hierna te noemen de Wm; - het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen), hierna te noemen het Besluit nibm; - de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen), hierna te noemen de Regeling nibm; - de Regeling projectsaldering luchtkwaliteit 2007 ; - de Regeling beoordeling luchtkwaliteit 2007 ; - het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen). Voor de kwaliteit van de buitenlucht gelden de in bijlage 2 van de Wm opgenomen grenswaarden voor zwaveldioxide, stikstofdioxide (NO2), stikstofoxiden, zwevende deeltjes (PM 10 ), lood, koolmonoxide en benzeen. Een besluit om een ruimtelijke ontwikkeling toe te staan betreft de uitoefening van een bevoegdheid als bedoeld in artikel 5.16, tweede lid, van de Wm die gevolgen kan hebben voor de luchtkwaliteit. De grenswaarden van de genoemde stoffen zijn reeds ingegaan, met twee uitzonderingen: voor stikstofdioxide (NO 2 ) gaat de grenswaarde in op 1 januari 2015 en voor zwevende deeltjes (PM 10 ) gaat de grenswaarde in op 11 juni 2011. Voor de kleinere fractie van de zwevende deeltjes, die met PM2,5 wordt aangeduid, zal de grenswaarde (een jaargemiddelde concentratie van 25 µg/m 3 ) op 1 januari 2015 ingaan. Tot 1 januari 2015 blijft het toetsen aan die grenswaarde buiten beschouwing bij de uitoefening van een bevoegdheid of toepassing van een wettelijk voorschrift (zie Wm artikel 5.16, lid 2 een opsomming van deze bevoegdheden en wettelijke voorschriften). Dit is ongeacht of een besluit Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 29

van vóór 1 januari 2015 ook na de genoemde datum gevolgen voor de luchtkwaliteit heeft of kan hebben (zie Wm bijlage 2 voorschrift 4.4, lid 2). Niet in betekenende mate In artikel 5.16 Wm is geregeld dat in bepaalde categorieën van gevallen, die niet in betekenende mate bijdragen aan de verslechtering van de luchtkwaliteit, geen directe toetsing aan de grenswaarden hoeft plaats te vinden. In het Besluit niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) en de Regeling niet in betekenende mate bijdragen (luchtkwaliteitseisen) zijn deze categorieën van gevallen aangewezen. Zo kan een woningbouwlocatie onder de in deze regelgeving aangewezen categorieën vallen, namelijk indien een dergelijke locatie, in geval van één ontsluitingsweg, netto niet meer dan 1.500 woningen omvat. Daarbij is door het ministerie van VROM, zo blijkt uit het rapport Bepaling van IBM planomvang op basis van herziene uitgangspunten van december 2006, uitgegaan van gemiddeld 2,6 voertuigbewegingen per woning per weekdag. Een toename van de verkeersintensiteit met maximaal 3.900 voertuigbewegingen per weekdag (1.500 woningen * 2,6 voertuigbewegingen per woning per weekdag) draagt dus niet in betekenende mate bij aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. Gevoelige bestemmingen Het Besluit gevoelige bestemmingen houdt de verplichting in om bij bouwplannen voor gevoelige bestemmingen binnen de zones van respectievelijk 300 meter vanaf de rand van een rijksweg en 50 meter vanaf de rand van een provinciale weg, een luchtkwaliteitsonderzoek te doen. Het gaat in het Besluit gevoelige bestemmingen om gebouwen die geheel of gedeeltelijk zijn bestemd of in gebruik zijn ten behoeve van basisonderwijs, voortgezet onderwijs of overig onderwijs aan minderjarigen, kinderopvang, verzorgingstehuis, verpleegtehuis of bejaardentehuis. Situatie ter plaatse Niet in betekenende mate Het bestemmingsplan maakt de realisatie mogelijk van een voorziening met een verkeersgeneratie die wordt geraamd op 100 verkeersbewegingen per etmaal (overgenomen uit de gemeentelijke memo van 18 september 2009, zie bijlage 2). De verkeersintensiteit, verbonden aan het plan, is aanzienlijk lager dan de eerder genoemde 3.900 voertuigbewegingen van een project van 1.500 woningen. Dit betekent dat de beoogde ontwikkeling niet in betekenende mate bijdraagt aan de verslechtering van de luchtkwaliteit. In een dergelijk geval is nader onderzoek naar de concentratie en toetsing aan de luchtkwaliteitsgrenswaarden niet aan de orde. Achtergrondconcentraties Om een indruk te krijgen van de luchtkwaliteit in het plangebied, zijn de achtergrondconcentraties van de twee belangrijkste stoffen opgezocht in de Monitoringstool van het rijk. Het betreft een website, waar de rijksoverheid gedetailleerde luchtkwaliteitsinformatie beschikbaar stelt aan overheden. Daar kunnen per gemeente de gegevens worden bekeken. De informatie over de achtergrondconcentraties in 2011, 2015, 2020 uit de Monitoringstool is te vinden in bijlage 2 van dit rapport. De achtergrondconcentraties van NO 2 en PM 10 in de Nederheide en de Fortuinstraat in Woensdrecht zijn relatief laag, zodat luchtkwaliteitsknelpunten niet te verwachten zijn. 30

Gevoelige bestemmingen Het kinderdagverblijf kan worden beschouwd als gevoelige bestemming, maar de locatie ligt niet binnen een zone als bedoeld in het Besluit gevoelige bestemmingen. Er is derhalve geen sprake van een belemmering. Conclusie Geconcludeerd kan worden dat er wat betreft de luchtkwaliteit geen beletsel of beperking is voor de beoogde ontwikkeling. 4.11 Externe veiligheid Toetsingskader Het aspect externe veiligheid kan relevant zijn vanwege bedrijven (inrichtingen) die met gevaarlijke stoffen werken en vanwege het transport van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor en door buisleidingen. Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) Het Bevi is gericht aan het bevoegd gezag inzake de Wet milieubeheer en de Wet ruimtelijke ordening en heeft onder meer tot doel om bij nieuwe situaties toetsing aan de risiconormen te waarborgen. Het Bevi is van toepassing op vergunningsplichtige risicovolle bedrijven en de nabijgelegen al dan niet geprojecteerde (beperkt) kwetsbare objecten. In de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi) zijn standaardafstanden opgenomen waarbij wordt voldaan aan de grenswaarden van het plaatsgebonden risico 2. Transport en externe veiligheid Beoordeling van de risico s veroorzaakt door het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor, water en weg dient plaats te vinden aan de hand van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen uit 2004 en de wijziging daarop van 1 augustus 2008 en 1 januari 2010, waarin grens- en richtwaarden voor het plaatsgebonden risico en richtlijnen voor de toepassing van de rekenmethodiek en de verantwoording van het groepsrisico3 zijn opgenomen. Op 24 juli 2010 heeft het kabinet het Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb) toegezonden aan de Tweede Kamer. Dit besluit is op 17 september 2010 gepubliceerd in de Staatscourant (Stcrt. 2010, nr. 686). Het Bevb regelt onder meer de externe veiligheidsaspecten van buisleidingen. Het externe-veiligheidsbeleid voor buisleidingen is daarmee in lijn gebracht met het beleid voor inrichtingen en voor vervoer van gevaarlijke stoffen over weg, water en spoor. Het besluit treedt waarschijnlijk 1 januari 2011 in werking. Het ministerie van VROM adviseert te anticiperen op deze toekomstige regelgeving. 2 3 Het plaatsgebonden risico geeft de kans aan dat iemand die zich een jaar lang onafgebroken en onbeschermd op een plek bevindt, overlijdt door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico is de cumulatieve kans per jaar dat een groep van tenminste 10, 100 of 1.000 personen overlijdt door een ongeval bij een risicovolle activiteit met een gevaarlijke stof. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 31

Situatie ter plaatse Bevi-bedrijven Om te bepalen of er in de directe omgeving bedrijven zijn gelegen waarop het Bevi van toepassing is, is het Register risicosituaties gevaarlijke stoffen (RRGS) als ook de Risicokaart geraadpleegd. Hieruit blijkt dat het plangebied niet is gelegen binnen het invloedsgebied van een Bevi-inrichting. Transport in relatie tot locatie Het plangebied is op een zeer grote afstand gelegen van een spoorlijn en vaarweg gelegen, hetgeen betekent dat het vervoer van gevaarlijke stoffen over het spoor en water voor deze ruimtelijke ontwikkeling niet risicorelevant is. Het plangebied bevindt zich op ongeveer 900 meter van de rijksweg en ligt hiermee buiten het invloedsgebied. Wel is het effectgebied van deze transportas over het plangebied gelegen. Dientengevolge, en omdat het om een kinderdagverblijf gaat met jonge kinderen die beperkt zelfredzaam zijn, is de brandweer om advies gevraagd over de planning en invulling van eventueel te nemen veiligheidsverhogende maatregelen. De brandweer heeft in het kader van dit advies aangegeven dat de ventilatievoorzieningen afgesloten moeten kunnen worden in het kader van de veiligheid. Voorts is het plangebied gelegen op een afstand van circa 515 meter van de Scheldeweg. Uit de Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen (5 maart 2008) blijkt dat er vervoer van gevaarlijke stoffen over deze gemeentelijke weg plaatsvindt. Aangezien het plangebied op meer dan 200 meter van de Scheldeweg is gelegen is de ontwikkeling niet risicorelevant. Tevens is gezien de lage transportintensiteit een beschouwing van veiligheidsverhogende maatregelen niet zinvol. Om te bepalen of er in de directe omgeving buisleidingen zijn gelegen waarop de circulaire van toepassing is, is het Register Risicosituaties Gevaarlijke Stoffen geraadpleegd. Hieruit blijkt dat op circa 350 meter van het plangebied een Propyleenleiding van Dow Benelux Holding NV is gelegen. Deze leiding heeft een plaatsgebonden risicocontour van 10-6 van 75 meter en een plaatsgebonden risicocontour van 10-8 van 100 meter. Gezien de ligging van het plangebied op 350 meter ten opzichte van deze leiding zijn er daarom geen beperkingen voor het bestemmingsplan. Het vervoer van gevaarlijke stoffen door de lucht is geen aspect dat in het kader van externe veiligheid moet worden beschouwd. Wel kunnen op basis van vliegtuigbewegingen plaatsgebonden risicocontouren aanwezig zijn. Het gevaar is dat een vliegtuig of helikopter neerstort. Het meest waarschijnlijk is dat dit gebeurt op of vlakbij een start- of landingsbaan, binnen een gebied van ongeveer 300 meter breed en een kilometer ervoor en erna. Dit gebied wordt Zone-1 genoemd. Het is op de risicokaart als een rechthoekige strook te zien. Gelet op de afstand van het plangebied tot aan de vliegbasis vormt dit geen belemmering voor het plangebied. 32

Conclusie Bevi-bedrijven Aangezien het plangebied niet is gelegen binnen een invloedsgebied van een Bevi-inrichting betekent dit dat een risicoberekening alsmede een verantwoording van het groepsrisico (artikel 13 van het Bevi) niet nodig is. De regionale brandweer hoeft niet om advies gevraagd te worden inzake de hoogte van het groepsrisico en de aspecten met betrekking tot de rampenbestrijding, zelfredzaamheid en hulpverlening. Transport Het vervoer van gevaarlijke stoffen over spoor, water, gemeentelijke wegen en door buisleidingen is voor deze ruimtelijke ontwikkeling niet risicorelevant. Omdat het effectgebied van de rijksweg A4/A58 over het plangebied is gelegen, en gezien de beoogde functie van kinderdagverblijf, wordt geadviseerd de brandweer in de gelegenheid te stellen hieromtrent advies uit te brengen over de planning en invulling van eventueel te nemen veiligheidsverhogende maatregelen. Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 33

Voorgevel kindercentrum/ woning (Oostgevel, Nederheide) Achtergevel kindercentrum/ linker zijgevel woning (Zuidgevel) Voorgevel kindercentrum/ rechter zijgevelwoning (Noordgevel, Fortuinstraat) Linker zijgevel kindercentrum (Oostgevel) Rechter zijgevel kindercentrum (Westgevel) 34

5 PLANBESCHRIJVING 5.1 Algemeen Zoals reeds diverse malen gesteld in dit bestemmingsplan betreft onderhavig plan de realisatie van een kinderopvang op de hoek van de Fortuinstraat 1 en de Nederheide 13 te Woensdrecht. De buitenschoolse- en dagopvang genaamd Ons Marieke is momenteel nog gevestigd aan de Fortuinstraat 12 op het sportpark Fortuin. Deze locatie is op nog geen 250 m gelegen van onderhavig plangebied. Het is de bedoeling dat binnen de kinderopvang ruimte is voor in totaal 52 kinderen verdeeld over de buitenschoolse opvang en de dagopvang. 5.2 Bebouwing en beeldkwaliteit Bebouwing Ten behoeve van het kinderopvangcentrum wordt gebruik gemaakt van de bestaande bebouwing. De boerderij en het woonhuis worden zodanig verbouwd dat deze als kinderopvang gebruikt kunnen worden. Beide gebouwen zijn op de begane grond met elkaar verbonden middels de entree en bijkeuken. Op de langere termijn wordt het woonhuis ook op de begane grond (richting het zuiden) uitgebreid met circa 20 m². Deze uitbreiding is opgebouwd uit 1 bouwlaag met kap en wordt hiermee lager dan de bestaande bebouwing (circa 3,5 m hoog). De dagopvang wordt gesitueerd op de begane grond van de boerderij en de woning. De buitenschoolse opvang zal plaats vinden op de verdieping van boerderij. De kinderopvang heeft na de verbouwing de beschikking over onder andere 3 ruimtes ten behoeve van de dagopvang. Deze ruimtes worden ondersteund door in totaal 2 verzorgingsruimtes, 2 slaapruimtes en een keuken. De buitenschoolse opvang heeft naast een centrale ruimte de beschikking over een kantoor, een pantry en een badkamer. In de maximale vorm zal de voorziening plaats bieden aan 52 kinderen. De verdieping van het woonhuis wordt ingericht als een woning opgebouwd uit een woonkamer, 2 slaapkamers, een badkamer en een kantoorruimte (of derde slaapkamer). De keuken wordt gedeeld met de begane grond. Voor wat betreft de uitbreiding van de bestaande opslag wordt uitgegaan van vervangende nieuwbouw. De opslag wordt circa 80 m² groot en krijgt een hoogte van circa 5,5 m. In vergelijking met de bestaande situatie betreft dit een vergroting van circa 20 m² en 1,5 m hoger. Beeldkwaliteit Aangezien grotendeels sprake is van bestaande bebouwing blijft architectuur en het materiaal gebruik voor de bebouwing hetzelfde. Bij uitbreiding van zowel de woning als de opslag zullen de binnenwanden worden uitgevoerd in steen en de buitengevels in gepotdekselde planken (zwart). Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 35

Architectuur en materiaalgebruik wijken dus enigszins af van de bestaande bouw maar versterken daarmee wel de contouren van de bestaande bouw en het karakter van een boerderijcomplex. Voorbeeld speelvoorzieningen 5.3 Inrichting buitenruimte Naast dat de kinderen binnen opgevangen kunnen worden is het tevens de bedoeling dat buiten diverse speelvoorzieningen aangebracht worden. Voorbeelden hiervan zijn op de bovenstaande foto s terug te zien. Deze voorzieningen worden gesitueerd in het zuidwestelijk gedeelte van het plangebied. Om te voorkomen dan er sprake is van geluidsoverlast worden 2 geluidswerende voorzieningen gerealiseerd. Eén van deze voorzieningen (in de vorm van een geluidswal) is reeds aangelegd. De locatie van deze voorzieningen is terug te zien op de verbeelding (aangeduid). 36

5.4 Parkeerbalans en verkeersaantrekkende werking Parkeerbalans Het met de auto brengen en halen van kinderen genereert een vraag van parkeerruimte bij het kinderdagverblijf. De parkeervraag doet zich voor op bepaalde momenten van de dag. De parkeerduur is echter maar van een korte tijd. Het CROW heeft rekentool ontwikkeld, om het benodigd aantal parkeerplaatsen bij onder andere kinderdagverblijven en soortgelijke functies te kunnen berekenen. Bij de locatie keuze moet rekening gehouden worden met het parkeergedrag van de ouders. De parkeergelegenheid moet daarom zo dicht mogelijk bij de ingang gesitueerd worden. Bij de rekenmethode wordt onder andere rekening gehouden met de beperkte parkeerduur, het aantal kinderen dat in één auto zit en het percentage dat met de auto wordt gebracht en opgehaald. Deze factoren leiden tot een reductiefactor, zoals die voor het betreffende kinderdagverblijf van toepassing zijn. De formule luidt als volgt: Het totaal aantal parkeerplaatsen ten behoeve van het brengen en ophalen van kinderen = aantal kindplaatsen * % kinderen met de auto * 0,25 4 * 0,75 5. Op basis van de CROW normen wordt 50% tot 80% van de kinderen met de auto gebracht. Voor wat betreft de parkeerbehoefte ten behoeve van het personeel geldt een norm van minimaal 0,6 en maximaal 0,8 parkeerplaats per arbeidsplaats. Onderhavig plan betreft een kinderopvang met 52 kindplaatsen en 6 arbeidsplaatsen. Uitgaande van een maximale situatie wordt er van uit gegaan dat 100% (A) en 80% (B) van de kinderen met de auto gebracht wordt en er 0,8 parkeerplaats per arbeidsplaats nodig is. Op basis van deze gegevens kan de onderstaande rekensom gemaakt worden: - Berekening A: Aantal parkeerplaatsen = 52 kindplaatsen * 1 (100%) * 0,25 * 0,75 = 9,75 parkeerplaatsen (halen en brengen) - Berekening B: Aantal parkeerplaatsen = 52 kindplaatsen * 0,8 (80%) * 0,25 * 0,75 = 7,8 parkeerplaatsen (halen en brengen) Ten aanzien het personeel zijn er uitgaande van 6 arbeidersplaatsen, 4,8 (6 * 0,8) parkeerplaatsen nodig. Hiermee komt het totaal aan benodigde parkeerplaatsen op 14,55 ( 9,75 + 4,8) of 12,6 (7,8 + 4,8). Afgerond naar boven betreft dit minimaal 13 en maximaal 15 parkeerplaatsen. Waarbij het noemenswaardig is dat berekening A boven de gestelde normen van het CROW zijn. Binnen het plangebied is ruimte voor maximaal 17 parkeerplaatsen (zie afbeelding op pagina 38), op basis hiervan kan worden gesteld dat voldaan kan worden aan de gestelde 4 Reductiefactor parkeerduur, kinderdagverblijf gemiddeld 15 minuten in periode van 60 minuten = 0,25 5 Reductiefactor aantal kinderen per auto, kinderdagverblijf = 0,75 Toelichting 4e herziening bp Woongebieden Woensdrecht en Hoogerheide, Fortuinstraat 1 + Nederheide 13 37

parkeernorm. Deze parkeerplaatsen worden gerealiseerd tussen de speelvoorzieningen en de Fortuinstraat (10 stuks) en aan de voorzijde van het kindercentrum (7 stuks). Verkeersaantrekkende werking Binnen Duurzaam Veilig Verkeer wordt gesteld dat erftoegangswegen idealiter niet meer dan 5.000 à 6.000 motorvoertuigen per etmaal te verwerken moeten krijgen. Bij hogere intensiteiten is het feitelijk gebruik niet in overeenstemming met een wegcatgorie erftoegangsweg en wordt aangenomen dat de verkeersveiligheid in het gedrang kan komen. Schets nieuwe parkeersituatie Bij de erftoegangswegen wordt in de regel nog onderscheid gemaakt in een tweetal subcategorieën, op basis van verkeersintensiteiten. Wegen met maximaal 3.000 motorvoertuigen, worden in dat kader ook wel aangemerkt als categorie B (of II) en zijn wegen van de laagste orde. Erftoegangsweg A (of I) hebben een geringe verkeersfunctie en kunnen tot 5.000 á 6.000 motorvoertuigen per etmaal verwerken. Op het wegvak Nederheide zijn recent (vanaf 25-02-2009 t/m 04-03-2009) verkeerstellingen uitgevoerd om inzicht te krijgen in de verkeersintensiteiten. Uit de resultaten daarvan is gebleken, dat er op een gemiddelde werkdag 1.556 motorvoertuigen per etmaal rijden. Uitgaande van een groeifactor van 1,5% per jaar betekent dit voor 2011 circa 1.603 motorvoertuigen per etmaal. In relatie tot de hiervoor beschreven toelichting op de subcategorieën, kan worden geconcludeerd dat de verkeersbelasting van Nederheide cijfermatig gezien gering te noemen is. Uitgaande van een worst case scenario en een autobezetting van 100% geeft dit een extra verkeersbelasting van 215 mvt/etmaal (gemiddelde werkdag). Er van uitgaande alle ouders gedurende de spitsperiode (15% gedurende twee uur) zouden komen geeft dit in totaal circa 136 mvt/uur. Dit betekent dat de verkeersbelasting laag blijft. Daarnaast zijn zowel Nederheide als de Fortuinstraat wegen met een breedte van circa 6 meter en wordt er doorgaans op eigen terrein geparkeerd. Daardoor is de parkeerbelasting op beide wegen gering en blijft nagenoeg alle verkeersruimte over voor de afwikkeling van het verkeer. Op basis hiervan kan geconcludeerd worden dat de extra verkeersbelasting als gevolg van het KDV/BSO goed verwerkt kan worden en er geen gevolgen zijn voor de verkeersveiligheid ter plaatse. 38