Inschrijvingsreglement Academiejaar 2010-2011



Vergelijkbare documenten
Inschrijvingsreglement Academiejaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

EXAMENCONTRACT VOOR HET VERWERVEN VAN EEN DIPLOMA

Aanvraagdossier master en master-na-master opleidingen

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

AFWIJKENDE TOELATING AUHL Reglement

FAQ Frequently Asked Questions Master na master Notariaat

Besluit inzake het inrichten van de Doctoraatsopleiding Vrije Universiteit Brussel

Bijlage II: uitvoeringsmodaliteiten

Leerkrediet

Hoger onderwijs in Vlaanderen. Informatiebrochure 2012

Studiegelden : raad van bestuur B1565/165/

! " #" $ % & $ & "! ' ( ) & ) & ) * + *,+ *,+ + -.& / 0 (

Voor wie is het leerkrediet (en dus deze folder)?

Bijzondere examenreglementen

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken academiejaar

Leerkrediet

26 maart Algemene regels

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

VLIR-ADVIES BETREFFENDE DE STUDIEGELDEN VOOR DIPLOMA- EN CREDITCONTRACTEN VOOR HET ACADEMIEJAAR

Ontwikkelingen in het hoger onderwijs

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Sjabloon aanvraag voor het aanbieden van een anderstalige initiële bachelor- en/of masteropleiding

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 8 februari 2008;

Regeling inschrijving, collegegeld en examengeld

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK)

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven

Leidraad voor aanvragen van vrijstellingen (EVK - EVC) Departement HB. PBA Bedrijfsmanagement: Accountancy-Fiscaliteit in avondonderwijs

Doctoraatsreglement van de FPPW

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken cursusjaar

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Keuze bacheloropleiding:

REGLEMENT HOUDENDE PROCEDURES INZAKE CURRICULUMBEHEER

Je reisgids. De nieuwe onderwijs- en examenregeling

Je inschrijving wijzigen of stoppen met studeren tijdens het academiejaar

Binnen de schakel- en voorbereidingsprogramma s is het niet mogelijk een uitwisseling te doen.

ALGEMENE ONDERWIJSREGELING ERASMUSHOGESCHOOL BRUSSEL

IK HEB EEN VLAAMS DIPLOMA SECUNDAIR OF HOGER ONDERWIJS

Handleiding voor het samenstellen van een individueel collegerooster

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Belg, maar geen Vlaams diploma?

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

RICHTLIJNEN UITGAANDE ERASMUSSTUDENTEN - STUDIEVERBLIJVEN

(*) Opleidingen in grijs: deze studenten werden al gescreend via een geschiktheidsonderzoek (studenten hebben altijd een toelatingsbrief).

Bijlage 1 bij het onderwijs- en examenreglement

Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren

Bijlage II: uitvoeringsmodaliteiten

Stap. Studieadviespunt Gent. Handleiding bij de PowerPoint-presentatie Flexibilisering

Vraag nr. 731 van 25 juli 2013 van FIENTJE MOERMAN

NIETIGHEID TERUGGAVE DUPLICAAT OMWISSELING VAN EEN OUD

Aanpassingen OER 14-15

ONTWERP VAN DECREET. betreffende de kwalificatiestructuur AMENDEMENTEN

Aanvraagformulier toelatingsprocedure Faculteit Theologie en Religiewetenschappen

FAQ Frequently Asked Questions Master of Laws in het Notariaat

DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT

Ouderinfo-avond Flexibel hoger onderwijs: creditsysteem en studievoortgangsbewaking

Commissie Hoger Onderwijs Vlaanderen

PROCEDURE/AANVRAAGFORMULIEREN VOOR VRIJSTELLING EVC-EVK (HBO5)

Jaarlijks wordt er een lijst van deze bilaterale akkoorden met partnerinstellingen bekendgemaakt.

Specifieke lerarenopleiding

GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN GOUVERNEMENTS DE COMMUNAUTE ET DE REGION GEMEINSCHAFTS- UND REGIONALREGIERUNGEN

Onderwijs- en Examenreglement

Interuniversitaire. Permanente Vorming Arbeidsgeneeskunde

Onderwijs- en examenreglement opleiding gerechtsvertalen en tolken cursusjaar

1.4. Studentennummer: de persoonlijke studentencode vermeld in de databank van de instelling.

ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT academiejaar

Reglement EVC-EVK Associatie K.U.Leuven en reglement algemene voorschriften inzake vrijstellingen

Handleiding onderwijsvisitaties VLIR-VLHORA tabellen

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN UNIVERSITEIT LEIDEN

Reglement voor het toelatingsexamen van accountant en/of belastingconsulent

Beoordelingsreglement voor de opleiding Getuigschrift Vervolmaking in de pedagogische wetenschappen

Onderwijsregeling, Examenregeling en. Rechtspositieregeling. voor studenten PXL-MAD. academiejaar

Hoe meld ik me aan voor een creditcontract?

Toelatingscheck

Vraag nr. 41 van 17 oktober 2012 van LODE VEREECK

Infobundel voor (kandidaat-)studenten die een vrijstelling willen aanvragen op basis van eerder verworven kwalificaties (EVK)

ONDERWIJSREGLEMENT VAN LUCA SCHOOL OF ARTS

REGELING TOELATING MASTEROPLEIDINGEN

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Lees onderstaande richtlijnen grondig door vooraleer je aanvraag in te dienen! Je kan slechts één dossier, per opleiding, per academiejaar indienen.

SPECIFIEK REGLEMENT NT2. Voorwaarden. Inschrijvingen

Toelatingscheck

Contracttypes. Infofiche 1. WAT VOORAF GING

HOGER BEROEPSONDERWIJS (HBO5)

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

AANVULLEND ONDERWIJS- EN EXAMENREGLEMENT FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE,

Vrijstellingsregels Open Universiteit: procedure voor het verlenen van vrijstelling

TOETREDINGSOVEREENKOMST. ONDERWIJS- en EXAMENREGLEMENT

Hoe meld ik me aan voor een postgraduaat?

Hogeschool Onderwijs- en Examenreglement (HOE)

Algemene bepaling DEEL 3: VOOROPLEIDINGSEISEN EN EISEN PROPEDEUSE

HOOFDSTUK 11 THEORETISCH EXAMEN

AANVRAAGFORMULIER VERMINDERD STUDIEGELD academiejaar

Uw aanvraagdossier dient u terug te sturen, samen met alle gevraagde documenten naar:

Werken en studeren aan de Vrije Universiteit Brussel. WERKEN & STUDEREN Studiebegeleidingscentrum - SBC

Transcriptie:

Inschrijvingsreglement Academiejaar 2010-2011 Penvoerder Studentenbeleid Versie 15.09.2010 Advies IFW 01.04.2010 Advies Studentenraad 19.04.2010 Advies Onderwijsraad 19.05.2010 Advies Onderwijsraad betreffende Hoofdstuk IX, Artikel 41 09.06.2010 Beslissing Raad van Bestuur 22.06.2010 Advies Onderwijsraad betreffende Voorstel tot wijziging van Hoofdstuk IX, Artikels 38,39, 40 & 42 Advies Studentenraad betreffende Voorstel tot wijziging van Hoofdstuk IX, Artikels 38,39, 40 & 42 Beslissing Raad van Bestuur betreffende Voorstel tot wijziging van Hoofdstuk IX, Artikels 38,39, 40 & 42 15.09.2010 04.10.2010 05.10.2010 1

Inhoudsopgave Hoofdstuk I. Kader en Definities... 4 Hoofdstuk II. Inschrijvingen en studiecontracten... 5 Afdeling 1. Inschrijvingen... 5 Artikel 1. - Algemeen... 5 Afdeling 2. Studiecontracten... 5 Artikel 2. - Studiecontract... 5 Artikel 3. - Examencontract: kenmerken en beperkingen... 5 Hoofdstuk III. Toelatingsvoorwaarden... 6 Afdeling 1. Algemeen... 6 Artikel 4. - Voorwaarden voor inschrijving in opleidingen en opleidingsonderdelen... 6 Artikel 5. - Tijdstip van beoordeling van toelatingsvoorwaarden... 6 Afdeling 2. Bacheloropleiding... 6 Artikel 6. - Toelating tot een bacherloropleiding... 6 Artikel 7. - Bijzondere toelatingsprocedure voor wie geen diploma kan voorleggen.... 7 Artikel 8. - In te dienen dossier en verder onderzoek... 7 Artikel 9. - Toelating na SELOR-proef... 8 Artikel 10. - Toelating tot de opleiding Geneeskunde... 8 Artikel 11. - Toelating tot de lerarenopleiding... 8 Afdeling 3. Masteropleiding... 9 Artikel 12. - Toelating tot een masteropleiding: algemene regel... 9 Artikel 13. - Toelating tot de master geneeskunde voor buitenlandse artsen... 9 Artikel 14. - Toelating tot de master-na masteropleiding... 9 Afdeling 4. Omvang en combinatie van inschrijvingen... 9 Artikel 15. - Omvang van de inschrijving... 9 Artikel 16. - Combinatie van inschrijvingen voor bachelor- en masteropleidingen.... 10 Artikel 17. - Andere combinaties... 10 Hoofdstuk IV. Toelatingsdossiers bij aanvraag op grond van een buitenlands diploma 11 Artikel 18. - Toelating op basis van een buitenlands diploma... 11 Artikel 19. - Toelatingsdossier... 11 2

Artikel 20. - Afwijkende procedures voor bursalen... 12 Hoofdstuk V. Taalkennis... 14 Afdeling 1. Eisen inzake taalkennis... 14 Artikel 21. - Onderwijstaal... 14 Afdeling 2. Bewijs van de taalkennis... 14 Artikel 22. - Bewijs van de taalkennis voor EER-studenten... 14 Artikel 23. - Bewijs van de taalkennis voor niet-eer studenten... 14 Artikel 24. - Bewijs van de kennis van het Nederlands voor niet-eer studenten 14 Artikel 25. - Bewijs van de kennis van het Engels voor niet-eer studenten... 15 Artikel 26. - Taaltest... 15 Artikel 27. - Opleidingsonderdelen in een andere taal... 16 Hoofdstuk VI. Inschrijvingsregeling... 16 Artikel 28. - Inschrijvingsperiode... 16 Artikel 29. - Inschrijvingsdocumenten... 16 Artikel 30. - Inschrijvingsbewijzen... 17 Hoofdstuk VII. Wijziging van inschrijving... 17 Artikel 31. - Wijziging van type studiecontract (diploma-, credit-, examencontract)... 17 Artikel 32. - Verandering van opleiding... 17 Artikel 33. - Wijziging van opleidingsonderdelen... 18 Artikel 34. - Rechtzetting leerkrediet... 18 Hoofdstuk VIII. Uitschrijving zonder nieuwe inschrijving... 19 Artikel 35. - Uitschrijving... 19 Hoofdstuk IX. Studiegelden... 19 Artikel 36. - Berekening van het studiegeld... 19 Artikel 37. - Tijdstip van betaling... 19 Artikel 38. - Wijze van betaling... 20 Artikel 39. - Te betalen bedrag voor een bacheloropleiding en voor een initiële masteropleiding.... 20 Artikel 40. - Te betalen bedrag voor andere opleidingen... 21 Artikel 41. - Betaling studiegeld na wijziging van opleidingsonderdelen... 21 Artikel 42. - Terugbetaling van het studiegeld bij uitschrijving... 21 Hoofdstuk X. Nietigverklaring van de inschrijving... 22 Artikel 43. - Oorzaken van nietigverklaring... 22 Artikel 44. - Gevolgen van de nietigverklaring... 22 3

HOOFDSTUK I. KADER EN DEFINITIES Dit inschrijvingsreglement bevat de regels inzake inschrijving van studenten en de inschrijvingsvoorwaarden zoals onder meer vermeld in artikel 77 van het decreet van 4 april 2003 betreffende de herstructurering van het hoger onderwijs in Vlaanderen, en in artikel 10 van het Decreet van 30 april 2004 betreffende de flexibilisering van het hoger onderwijs in Vlaanderen. De in dit reglement bepaalde data en bedragen van studiegelden kunnen jaarlijks worden aangepast, zonder vooraf voor advies aan de onderwijsraad te worden voorgelegd. Het maakt dus deel uit van de onderwijsregeling van de Universiteit. Voor de toepassing van dit reglement gelden volgende definities: Kandidaat-student: iedere persoon die verzoekt om een inschrijving aan de Vrije Universiteit Brussel. Voor de leesbaarheid van de tekst wordt enkel de mannelijke persoonsvorm gebruikt. De bepalingen over kandidaat-studenten gelden uiteraard zonder genderonderscheid. Opleidingsfiche: Een document waarin overeenkomstig het onderwijsreglement voor elke opleiding wordt vermeld tot welke graad en kwalificatie de opleiding hoort, wat de studieomvang ervan is, de afstudeerrichtingen, de onderwijstaal, de doelstellingen, de vooropleidingseisen en inschrijvingsvoorwaarden, en aansluitingen en vervolgopleidingen, enz. De fiche is voor elke opleiding terug te vinden via de website van de Vrije Universiteit Brussel. Opleidingsonderdeelfiche: Een document waarin overeenkomstig het onderwijsreglement voor elk opleidingsonderdeel wordt vermeld tot welke opleiding het opleidingsonderdeel behoort, wat de pre- en co-requisits zijn, het semester waarin het wordt onderwezen, het daaraan verbonden aantal studiepunten, de werkvormen, de titularis, de eindcompetenties, de wijze van examineren, enz. De fiche is voor elk opleidingsonderdeel terug te vinden via de website van de Vrije Universiteit Brussel. Universiteit: de Vrije Universiteit Brussel Voor de onderwijstermen in dit reglement (zoals bachelor, master, diplomacontract, schakelprogramma, enz.) gelden de definities die daar decretaal aan zijn gegeven. 4

HOOFDSTUK II. INSCHRIJVINGEN EN STUDIECONTRACTEN Afdeling 1. Inschrijvingen Artikel 1. - Algemeen De kandidaat-student schrijft zich in voor: Één opleiding; Meerdere opleidingen tegelijk; Eén opleidingsonderdeel; Meerdere opleidingsonderdelen, die deel uitmaken van één of van meerdere opleidingen; Een schakelprogramma; Een voorbereidingsprogramma; De voorbereiding op een doctoraatsproefschrift. Afdeling 2. Studiecontracten Artikel 2. - Studiecontract De kandidaat-student sluit bij zijn inschrijving een toetredingsovereenkomst met de Universiteit. Bij zijn inschrijving heeft de student de keuze tussen volgende contracten: Diplomacontract, met het oog op het behalen van een diploma; Diplomacontract, als de student zich inschrijft voor een schakel- of voorbereidingsprogramma; Creditcontract, met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen; Examencontract met het oog op het behalen van een diploma; Examencontract met het oog op het behalen van een creditbewijs voor één of meer opleidingsonderdelen. Artikel 3. - Examencontract: kenmerken en beperkingen 1. Wie zich onder een examencontract inschrijft, mag aan de onderwijsactiviteiten verbonden aan de opleidingsonderdelen waarvoor hij ingeschreven is, niet deelnemen. 2. Of de inschrijving onder een examencontract toegelaten is, wordt op de opleidingsonderdeelfiche vermeld. Eventueel kan voor een opleidingsonderdeel de inschrijving onder een examencontract toegelaten worden mits de student vervangende activiteiten vervult. In dat geval vermeldt de opleidingsonderdeelfiche welke vervangende activiteiten voor dat geval worden opgelegd. 5

HOOFDSTUK III. TOELATINGSVOORWAARDEN Afdeling 1. Algemeen Artikel 4. - Voorwaarden voor inschrijving in opleidingen en opleidingsonderdelen 1. De hierna vermelde toelatingsvoorwaarden gelden zowel voor inschrijving in opleidingen, schakel- en voorbereidingsprogramma s als voor inschrijving voor opleidingsonderdelen. Ze gelden onverminderd de specifieke voorwaarden die bovendien kunnen zijn opgelegd, en die voor elke opleiding, schakel- of voorbereidingsprogramma of opleidingsonderdelen op de opleidingsfiche, respectievelijk de opleidingsonderdeelfiche zijn vermeld. 2. De kandidaat-student die zich wil inschrijven met een creditcontract, of met een examencontract met het oog op het behalen van credits richt zich met een gemotiveerd verzoek tot de Decaan die oordeelt of hij hiervoor over de nodige competentie beschikt. 3. Een inschrijving die in strijd is met de voor de kandidaat-student genomen maatregelen van studievoortgangsbewaking, wordt geweigerd. Artikel 5. - Tijdstip van beoordeling van toelatingsvoorwaarden 1. Of een kandidaat-student aan de toelatingsvoorwaarden voldoet wordt beoordeeld op het tijdstip waarop hij zich inschrijft. 2. Bij afwijking aan deze regel kan een kandidaat-student zich reeds inschrijven, hoewel hij het diploma van secundair onderwijs nog niet kan voorleggen, omdat hij ingeschreven is voor de tweede zittijd van de Examencommissie van de Vlaamse Gemeenschap voor het secundair onderwijs. Indien hij voor dit examen slaagt, wordt zijn inschrijving bevestigd. Slaagt hij niet, dan wordt zijn inschrijving nietig verklaard. De student moet daarom het bewijs dat hij geslaagd is onmiddellijk voorleggen, en dit uiterlijk op de laatste werkdag vóór de aanvang van de examenperiode van het eerste semester. Afdeling 2. Bacheloropleiding Artikel 6. - Toelating tot een bacheloropleiding 1. Wordt toegelaten tot een bacheloropleiding, de kandidaat-student die een van de volgende diploma s in Vlaanderen heeft behaald: een diploma van secundair onderwijs; een diploma van het hoger onderwijs van het korte type met volledig leerplan; een diploma van het hoger onderwijs voor sociale promotie, met uitzondering van het Getuigschrift Pedagogische Bekwaamheid; een diploma van gegradueerde of een certificaat, uitgereikt in het kader van het hoger beroepsonderwijs. 2. Wordt eveneens toegelaten tot een bacheloropleiding, de kandidaat-student die een diploma of studiebewijs buiten Vlaanderen heeft behaald: 6

indien dit diploma of studiebewijs krachtens een wettelijke norm, een Europese richtlijn of een internationale overeenkomst als gelijkwaardig met één van de onder 1 vermelde diploma s is erkend; de lijst van gelijkwaardig erkende diploma s of studiebewijzen wordt als bijlage bij dit reglement toegevoegd; indien dit diploma of studiebewijs door het Agentschap van de Vlaamse Gemeenschap voor Kwaliteitszorg in Onderwijs en Vorming (National Academic Recognition Information Centre Flanders, NARIC Vlaanderen) als gelijkwaardig is erkend. 3. Indien de kandidaat-student geen diploma kan voorleggen, is inschrijving slechts mogelijk volgens de bijzondere toelatingsprocedure die in artikel 7 is vermeld. 4. Indien de kandidaat-student een ander diploma of studiebewijs voorlegt is inschrijving slechts mogelijk op grond van een toelating, die de kandidaat-student moet aanvragen onder de voorwaarden van en volgens de procedures die in artikel 18 zijn vermeld. Artikel 7. - Bijzondere toelatingsprocedure voor wie geen diploma kan voorleggen 1. De kandidaat-student die geen van de diploma s, in het vorig artikel vermeld, kan voorleggen, kan worden toegelaten tot het afleggen van een specifieke toets, georganiseerd door het selectiebureau van de overheid (SELOR). Hiervoor richt hij zijn gemotiveerd verzoek tot de Vicerector Studentenbeleid. Hij roept hierbij in, hetzij humanitaire redenen, hetzij medische, psychische of sociale redenen, hetzij zijn algemeen kwalificatieniveau, verdiensten of competenties. Hij legt een dossier voor, dat wordt samengesteld zoals hierna bepaald. 2. Uiterste datum voor het indienen van het dossier is de laatste werkdag vóór 1 september. 3. Voor elke kandidaat-student die zich op dit artikel beroept geldt dat tussen de datum van stopzetting van secundair onderwijs en de datum van zijn aanvraag tot toelating minstens drie jaar verlopen zijn. Artikel 8. - In te dienen dossier en verder onderzoek 1. Het dossier dat wordt ingediend op grond van humanitaire redenen moet volgende documenten bevatten: Bewijs dat de kandidaat-student een erkend vluchteling is, het bijkomend beschermingsstatuut heeft, dan wel of de aanvraag daartoe nog onderzocht of behandeld wordt; Verklaring dat hij het vereiste diploma niet bezit; Overzicht van het reeds gevolgde studietraject, zo mogelijk met documenten ter staving. 2. Het dossier dat wordt ingediend op grond van medische, psychische of sociale redenen moet volgende documenten bevatten: 7

Bewijs tot staving van de ingeroepen medische, psychische of sociale redenen; Overzicht van het reeds gevolgde studietraject, met documenten ter staving; Kopie van het laatst behaalde diploma of getuigschrift van secundair onderwijs. 3. Het dossier dat wordt ingediend op grond van het algemeen kwalificatieniveau, verdiensten of competenties moet volgende documenten bevatten: Overzicht en bewijs van werkervaring; Overzicht van het reeds gevolgde studietraject, met documenten ter staving; Kopie van het laatst behaalde diploma of getuigschrift van secundair onderwijs. 4. Op verzoek van de Vicerector Studentenbeleid kunnen diensten van de Universiteit, bijv. de dienst Studieadvies, de medische dienst, enz., de student uitnodigen, zodat hij vervolgens zijn dossier kan aanvullen. 5. De Vicerector Studentenbeleid informeert de kandidaat-student binnen de maand na ontvangst van zijn aanvraag over de beslissing die hij genomen heeft. Is de beslissing positief, dan ontvangt de kandidaat-student meteen bericht dat hij aan de SELOR-proef kan deelnemen. Artikel 9. - Toelating na SELOR-proef 1. De Vicerector Studentenbeleid beslist na ontvangst van de beoordeling van SELOR of de kandidaat-student zich mag inschrijven voor de opleiding, het programma of de opleidingsonderdelen waarvoor hij zich wenst in te schrijven. Indien SELOR oordeelt dat de kandidaat-student, in vergelijking met de normgroep van secundair geschoolden, het vereiste niveau niet behaalt, wordt hij niet toegelaten. 2. De Vicerector Studentenbeleid informeert de kandidaat-student over de genomen beslissing, binnen de maand na ontvangst van de beoordeling door SELOR. Artikel 10. - Toelating tot de opleiding Geneeskunde Wie zich wil inschrijven voor een bacheloropleiding in het studiegebied Geneeskunde of voor opleidingsonderdelen van deze bacheloropleiding, moet vooraf slagen in het toelatingsexamen zoals decretaal opgelegd. Artikel 11. - Toelating tot de lerarenopleiding 1. Inschrijving in de specifieke lerarenopleiding van de Universiteit is mogelijk voor de kandidaat-student die zich inschrijft in de masteropleiding of het masterdiploma reeds behaald heeft. 2. Inschrijving in de specifieke lerarenopleiding is ook mogelijk wanneer de kandidaat-student zich in de masteropleiding inschrijft in combinatie met een academische bacheloropleiding of een schakelprogramma. 3. De nadere inschrijvingsvoorwaarden per studiegebied zijn vastgelegd door het Interfacultair Departement Lerarenopleiding. Zo ook voor de voorwaarden 8

inzake taalkennis. Deze voorwaarden zijn terug te vinden via de website van de Vrije Universiteit Brussel. Afdeling 3. Masteropleiding Artikel 12. - Toelating tot een masteropleiding: algemene regel 1. Voor de inschrijving in een masteropleiding (initiële master, dus niet een mana-ma opleiding) moet de kandidaat-student een academisch bachelordiploma hebben behaald. 2. Voor elke masteropleiding wordt ten minste één academisch bachelordiploma als algemene toelatingsvoorwaarde tot de masteropleiding aangeduid. De toelating tot een masteropleiding kan beperkt worden tot een academische bacheloropleiding met specifieke opleidingskenmerken. 3. Wie een ander academisch bachelordiploma heeft behaald, kan toegelaten worden indien hij een daarvoor omschreven voorbereidingsprogramma succesvol heeft doorlopen. 4. Wie een professioneel bachelordiploma heeft behaald wordt toegelaten indien hij een daarvoor omschreven schakelprogramma succesvol heeft doorlopen. 5. Wie geen bachelordiploma heeft behaald kan worden toegelaten op grond van een bekwaamheidsonderzoek. Daarbij zal gepeild worden, eventueel op grond van elders verworven competenties, of en zo ja onder welke voorwaarden hij de gevraagde toelating kan krijgen. Hiervoor richt de kandidaat-student zich tot de Decaan, die een gemotiveerd advies verleent. De vicerector Studentenbeleid beslist op grond hiervan. 6. Afwijkingen van deze algemene regel zijn opgenomen in de hiernavolgende artikelen. Artikel 13. - Toelating tot de master geneeskunde voor buitenlandse artsen Een arts die zijn diploma buiten de Europese Unie heeft behaald, en slechts een gedeeltelijke gelijkwaardigheid van zijn diploma heeft bekomen, kan zich inschrijven voor de opleiding Geneeskunde overeenkomstig het examenresultaat van het interuniversitair examen dat door de Vlaams Interuniverstaire Raad wordt georganiseerd. Artikel 14. - Toelating tot de master-na masteropleiding Voor elke master-na-masteropleiding (ma-na-ma) worden de toelatingsvoorwaarden in de opleidingsfiche vermeld. Afdeling 4. Omvang en combinatie van inschrijvingen Artikel 15. - Omvang van de inschrijving 1. Een inschrijving binnen een opleiding, een schakel- of een voorbereidingsprogramma, is, onder een diplomacontract, een creditcontract, een 9

examencontract, of een combinatie daarvan, slechts toegelaten voor een maximum van 66 studiepunten. 2. Afwijking aan deze regel kan wegens uitzonderlijke omstandigheden worden gevraagd. Hiertoe richt de student of kandidaat-student zijn gemotiveerd verzoek tot de Decaan. Artikel 16. - Combinatie van inschrijvingen voor bachelor- en masteropleidingen. 1. De student die ingeschreven was in een bacheloropleiding, en het bachelordiploma dat vereist is voor de toelating tot de daaropvolgende masteropleiding nog niet behaald heeft, kan zich tegelijkertijd voor deze masteropleiding inschrijven, onder de hierna vermelde voorwaarden. Hierbij gelden evenwel ook de beperkingen zoals in artikel 14 gesteld. 2. De student heeft minder dan 20 studiepunten nodig om het bachelordiploma te behalen. Hij kan zich zonder toelating in de daaropvolgende masteropleiding of voor opleidingsonderdelen van deze masteropleiding inschrijven overeenkomstig de geldende regels van de volgtijdelijkheid. 3. De student heeft 20 of meer studiepunten nodig om het bachelordiploma te behalen. Hij kan zich inschrijven voor de daaropvolgende masteropleiding of voor opleidingsonderdelen van deze masteropleiding volgens de geldende regels van de volgtijdelijkheid, voor zover hij hiervoor toelating verkrijgt. Hiervoor richt de student of kandidaat-student zijn gemotiveerd verzoek tot de Decaan. 4. Bij de beoordeling van het verzoek houdt de Decaan onder meer rekening met de vereiste voorkennis voor de opleidingsonderdelen van de masteropleiding, voor de masterproef en voor de eventuele stage. 5. Het masterdiploma kan slechts worden uitgereikt als het vereiste bachelordiploma is behaald. Artikel 17. - Andere combinaties 1. Dezelfde regels als vermeld onder het vorig artikel gelden analoog voor de student die ingeschreven was in een schakel- of voorbereidingsprogramma, en de daarbij horende studiepunten nog niet behaald heeft. Hij kan zich reeds inschrijven voor de daaropvolgende masteropleiding, onder de in dat artikel vermelde voorwaarden. 2. Dezelfde regels gelden eveneens analoog voor de student die het masterdiploma nog niet behaald heeft dat vereist is voor de toelating tot een master-na-masteropleiding. 3. Het diploma van de Lerarenopleiding kan slechts worden uitgereikt als het diploma van de betreffende masteropleiding is behaald. 10

HOOFDSTUK IV. TOELATINGSDOSSIERS BIJ AANVRAAG OP GROND VAN EEN BUITENLANDS DIPLOMA Artikel 18. - Toelating op basis van een buitenlands diploma 1. Een inschrijving op basis van een buitenlands diploma, dat geen rechtstreekse toegang verleent (zie artikel 6), is slechts mogelijk als hiervoor toelating van de Vicerector Studentenbeleid is bekomen. 2. De Vicerector Studentenbeleid laat de kandidaat-student slechts toe als hij een diploma behaalde dat van overeenstemmend niveau is als het diploma dat de Universiteit als toelatingsvoorwaarde voor die opleiding vereist. Dit betekent dat toelating tot een initiële masteropleiding slechts wordt verleend op grond van een diploma waarvoor minstens 160 ECTS zijn behaald. Toelating tot een master-namasteropleiding wordt slechts verleend op grond van een diploma waarvoor minstens 220 ECTS zijn behaald. 3. Een Chinese kandidaat-student legt bovendien een APS-certificaat (Akademische Prüfstelle) voor. Een Chinese student die een diploma buiten China behaalde, legt een bewijs van authenticiteit van zijn diploma voor, uitgereikt door de ambassade van het land waar het diploma werd behaald. 4. De toelatingsaanvraag wordt ingediend bij de dienst Inschrijvingen. Na beoordeling van het dossier, door de dienst Inschrijvingen en door de Faculteit, ontvangt de kandidaat-student een toelatings- of weigeringsbrief, ondertekend door de vicerector Studentenbeleid. 5. Kandidaat-studenten kunnen hun aanvraag reeds indienen in de loop van het jaar waarin ze verwachten hun diploma te behalen. Indien het dossier gunstig wordt beoordeeld en geen andere inhoudelijke voorwaarden nog moeten vervuld worden dan het behalen van het diploma, kunnen ze een voorwaardelijke toelatingsbrief krijgen. 6. Er is voorzien in een afwijkende procedure voor bursalen: VUB, BTC, Vlaamse gemeenschap, VLIR, Erasmus Mundus External Coöperation Window en Chinese Scholarship Council. Deze afwijkende procedures zijn in artikel 20 beschreven. Artikel 19. - Toelatingsdossier De kandidaat-student dient, met het oog op het verkrijgen van de gewenste toelatingsbrief een ingevuld aanvraagformulier en een dossier in, waarin minstens volgende documenten moeten worden opgenomen: Voor de toelating tot een bacheloropleiding: o diploma (en puntenbladen ingeval van toelatingsaanvraag voor verkorte bachelor); o identiteitskaart; o pasfoto o Chinese kandidaten: APS document; o kandidaten-arts: slagen voor toelatingsexamen; o Degree Access Certificate; o motivatiebrief; 11

Voor de toelating tot een masteropleiding: o diploma en puntenbladen; o identiteitskaart; o pasfoto; o Chinese kandidaten: APS document; o motivatiebrief; o Aanbevelingsbrieven. Artikel 20. - Afwijkende procedures voor bursalen 1. Bursalen van VUB, BTC en Vlaamse Gemeenschap 1. IRMO ontvangt de dossiers van de kandidaat-studenten en stuurt deze door naar de dienst Inschrijvingen voor nazicht van de algemene toelatingsvoorwaarden. 2. De dienst Inschrijvingen stuurt de dossiers ingescand per e-mail naar de facultaire contactpersonen voor inhoudelijk advies. 3. De decaan stuurt het dossier met het advies terug naar dienst Inschrijvingen. 4. Indien het advies positief is maakt de dienst Inschrijvingen toelatingsbrieven op voor de effectieve en voor de reservekandidaten. Deze toelatingsbrieven worden afgeleverd onder voorbehoud van het bekomen van de beurs. a. BTC-bursalen: de toelatingsbrief wordt, met het dossier, door IRMO aan BTC bezorgd; b. Bursalen van de Vlaamse Gemeenschap: de toelatingsbrief wordt door de dienst Inschrijvingen naar de kandidaat-student verstuurd met kopie naar IRMO en het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap- Departement Onderwijs, administratie Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek; c. VUB-bursalen: de toelatingsbrief wordt door de dienst Inschrijvingen naar de kandidaat-studenten verstuurd met kopie naar IRMO. 5. Alle toelatingsbrieven worden door de vicerector Studentenbeleid ondertekend. 2. VLIR-bursalen 1. De aanvraagdossiers, met applicatieformulier opgemaakt door IRMO, worden inhoudelijk geëvalueerd door de programmaverantwoordelijken (applicatieformulier bevat vragen die rechtstreeks toelaten de VLIR-UOS selectiecriteria toe te passen). Er worden effectieve en reservekandidaten voorgesteld. 2. De dossiers van de effectieve en reservekandidaten worden door de programmaverantwoordelijken overgemaakt aan de dienst Inschrijvingen, die een advies formuleert met betrekking tot de toelatingsvoorwaarden (gelijkwaardigheid diploma, taalvoorwaarde). De dossiers worden met dit advies teruggestuurd naar de programmaverantwoordelijken. 3. De programmaverantwoordelijken houden met dit advies rekening bij het bespreken van de dossiers bij VLIR-UOS. 12

4. De dossiers van de effectieve en reservekandidaten worden na bekrachtiging door VLIR-UOS naar de dienst Inschrijvingen gestuurd voor het opmaken van een toelatingsbrief. Deze toelatingsbrief wordt afgeleverd onder voorbehoud van het bekomen van een beurs. De toelatings- of weigeringsbrief, ondertekend door de vicerector Studentenbeleid, wordt naar de kandidaatstudenten verstuurd met kopie naar IRMO 3. Erasmus Mundus External Cooperation Window bursalen 1. De kandidaat-studenten vullen via IRMO een on-line aanvraag tot toelating in, en laden de nodige documenten elektronisch op. 2. IRMO stuurt de volledig ingevulde aanvragen door naar de dienst Inschrijvingen en vraagt de kandidaat-studenten de nodige originele documenten naar de dienst Inschrijvingen op te sturen. 3. De dienst Inschrijvingen controleert het dossier op volgende punten: a. identiteitsgegevens (kopie paspoort of verblijfsvergunning); b. diploma, puntenlijsten; c. taalkennis. 4. De dienst Inschrijvingen stuurt het dossier ingescand per e-mail naar de faculteit. 5. De decaan brengt advies uit en bezorgt dit aan de dienst Inschrijvingen. 6. Wanneer de dienst Inschrijvingen over alle nodige documenten en over het advies van de faculteit beschikt, wordt een toelatings- of weigeringsbrief opgemaakt. 7. De vicerector Studentenbeleid ondertekent de toelatings- en weigeringsbrief en de dienst Inschrijvingen verstuurt deze naar de kandidaat-student. 4. Chinese Scholarship Council bursalen 1. De kandidaat studenten vullen via IRMO een on-line aanvraag tot toelating in. 2. IRMO stuurt de dossiers door naar de faculteit. 3. De decaan brengt advies uit en stuurt dit door naar IRMO. 4. IRMO maakt een offer-letter op en stuurt die naar het CSC. 5. IRMO bezorgt de dossiers van de geselecteerde kandidaten aan de dienst Inschrijvingen. 6. De dienst Inschrijvingen kijkt na of de toelatingsvoorwaarden vervuld zijn. 8. Wanneer de dienst Inschrijvingen over alle nodige documenten en over het advies van de faculteit beschikt, wordt een toelatings- of weigeringsbrief opgemaakt. 9. De vicerector Studentenbeleid ondertekent de toelatings- en weigeringsbrief en de dienst Inschrijvingen verstuurt hem naar de kandidaat-student. 13

HOOFDSTUK V. TAALKENNIS Afdeling 1. Eisen inzake taalkennis Artikel 21. - Onderwijstaal 1. De onderwijstaal wordt voor elke opleiding jaarlijks vastgelegd. Ze wordt aangeduid op de opleidingsfiche. 2. De student die zich voor een opleiding, een programma of een opleidingsonderdeel inschrijft moet de taal waarin dit onderwijs wordt verstrekt op academisch niveau beheersen. Hoe hij deze taalkennis bewijst, wordt in de hierna volgende bepalingen nader geregeld. Afdeling 2. Bewijs van taalkennis Artikel 22. - Bewijs van taalkennis voor EER-studenten Studenten die onderdaan zijn van een Staat die tot de Europese Economische Ruimte behoort, moeten bij inschrijving geen bewijs leveren van hun kennis van de onderwijstaal. Artikel 23. - Bewijs van taalkennis voor niet-eer studenten Studenten die geen onderdaan zijn van een Staat die tot de Europese Economische Ruimte behoort, moeten bij inschrijving een bewijs voorleggen van hun kennis van de onderwijstaal. Artikel 24. - Bewijs van de kennis van het Nederlands voor niet- EER studenten 1. Het bewijs van voldoende kennis van het Nederlands als onderwijstaal, is voor de kandidaat-student die geen onderdaan is van een Staat die tot de Europese Economische Ruimte behoort, geleverd indien hij aan één van de volgende voorwaarden voldoet: 1. hij heeft een diploma behaald van lager, secundair of hoger onderwijs met het Nederlands als onderwijstaal; 2. hij heeft tenminste één studiejaar in het secundair onderwijs met het Nederlands als onderwijstaal met succes voltooid; 3. hij is in het hoger onderwijs met het Nederlands als onderwijstaal geslaagd voor opleidingsonderdelen met een totale omvang van ten minste 15 studiepunten; 4. hij is geslaagd voor het toelatingsexamen arts of tandarts, georganiseerd door het Ministerie van de Vlaamse Gemeenschap; 5. hij is geslaagd in het interuniversitair examen voor gedeeltelijke gelijkwaardigheid van het diploma arts, georganiseerd door de VLIR; 6. hij heeft een getuigschrift hoger onderwijs sociale promotie in het Nederlands behaald; 14

7. hij is geslaagd voor het Nederlands Staatsexamen NT2, Richtgraad 2, Threshold 4A+B; 8. hij is geslaagd voor het Certificaat Nederlands als Vreemde Taal (CNaVT). In principe volstaat hiervoor het niveau Profiel taalvaardigheid hoger onderwijs (PTHO van de CnaVT). 2. Elke faculteit kan voor een bepaalde opleiding een hoger niveau van taalkennis eisen. Dit wordt op de opleidingsfiche vermeld. 3. Het Interfacultair Departement LerarenOpleiding kan specifieke taaleisen opleggen voor de opleidingen die onder haar verantwoordelijkheid vallen. Artikel 25. - Bewijs van de kennis van het Engels voor niet-eer studenten 1. Het bewijs van voldoende kennis van het Engels als onderwijstaal, is voor de kandidaat student die geen onderdaan is van een Staat die tot de Europese Economische Ruimte behoort, geleverd indien hij aan één van de volgende voorwaarden voldoet: 1. hij heeft een diploma behaald van lager, secundair of hoger onderwijs met het Engels als onderwijstaal; 2. hij heeft tenminste één studiejaar in het secundair onderwijs met het Engels als onderwijstaal met succes voltooid; 3. hij is in het hoger onderwijs met het Engels als onderwijstaal geslaagd voor opleidingsonderdelen met een totale omvang van ten minste 15 studiepunten; 4. hij is geslaagd in het secundair onderwijs ASO in België; 5. hij is geslaagd voor één van de volgende taaltesten: a. TOEFL met volgend minimaal niveau: 550 paper-based, 213 computerbased, 80 internet-based; b. IELTS met volgend minimaal niveau: academische module 6.5; c. Cambridge Certificate of Advanced English (CAE), grade B; d. Cambridge Certificate of Proficiency in English (CPE), grade C; e. TOEIC met volgend minimaal niveau 860. 2. Elke faculteit kan voor een bepaalde opleiding een hoger niveau van taalkennis eisen. Dit wordt op de opleidingsfiche vermeld. 3. Afwijkingen aan de eisen inzake taalkennis kunnen worden toegestaan door de opleidingsverantwoordelijke, op basis van een globale beoordeling van het dossier, of door het Interfacultair departement voor Taalonderwijs (ITO). Artikel 26. - Taaltest 1. Van de kandidaat-student die geen taaltest kan afleggen, neemt het Interfacultair departement voor Taalonderwijs (ITO) een taaltest af. 2. De student die zijn inschrijving wijzigt, en wil overgaan naar een opleiding die andere taaleisen stelt, moet zich aan een nieuwe taaltoets onderwerpen. 15

Artikel 27. - Opleidingsonderdelen in een andere taal De kandidaat-student die zich wil inschrijven voor opleidingsonderdelen die in een andere taal worden gedoceerd dan degene die voor het geheel van de opleiding geldt, hoeft geen bewijs te leveren van zijn kennis van de onderwijstaal van de opleiding; wel van de taal van het opleidingsonderdeel. Het bewijs van de kennis van de taal van het opleidingsonderdeel wordt voorgelegd aan de Decaan, die een attest ter bevestiging van deze taalkennis aflevert; dit attest legt de kandidaat-student bij zijn inschrijving voor. HOOFDSTUK VI. INSCHRIJVINGSREGELING Artikel 28. - Inschrijvingsperiode 1. De periode voor inschrijving in een opleiding start op de eerste werkdag na 22 juni en eindigt de laatste werkdag voor de start van het academiejaar. 2. Na het begin van het academiejaar is inschrijving in een opleiding nog mogelijk, maar gelden volgende beperkingen: voor de opleidingsonderdelen van het eerste semester is inschrijving slechts mogelijk tot de laatste werkdag vóór de aanvang van de eerste examenperiode, en is vanaf 15 oktober toelating van de Decaan vereist. De Decaan kan de gevraagde toelating weigeren indien het onderwijs voor dit opleidingsonderdeel reeds te ver gevorderd is. voor opleidingsonderdelen van het tweede semester is inschrijving slechts mogelijk tot de laatste werkdag vóór 1 maart. 3. Het verzoek tot inschrijving met een creditcontract of met het examencontract met het oog op het behalen van credits voor opleidingsonderdelen van het eerste semester moet ten laatste op de laatste werkdag vóór 15 oktober bij de Decaan worden ingediend. Voor opleidingsonderdelen van het tweede semester is de uiterste datum de laatste werkdag vóór 1 maart. 4. Inschrijving voor een doctoraat is gedurende het hele academiejaar toegelaten, in overeenstemming met de bepalingen van het 'Centraal reglement voor de toekenning van de academische graad van doctor'. Artikel 29. - Inschrijvingsdocumenten Voor een eerste inschrijving aan de Universiteit moet de kandidaat-student zich persoonlijk melden. Hij legt daarbij volgende documenten voor: 1. identiteitskaart of paspoort; 2. voor visumplichtige studenten: een paspoort met machtiging voor voorlopig verblijf met het oog op studies (visum type D); voor visumplichtige doctorandi die inschrijven in een joint-phd volstaat een visum type C; 16

3. het diploma dat toegang verleent tot de opleiding, een kopie volstaat niet; wie zijn diploma secundair onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap echter na 31 december 2004 behaalde, moet dit niet voorleggen; 4. voor kandidaat studenten voor de artsenopleiding: het getuigschrift van slagen in het toelatingsexamen, of het attest van gedeeltelijke gelijkwaardigheid diploma arts uitgereikt door de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) 5. voor vluchtelingen en asielzoekers voor wie een beroeps- of verblijfsrechtelijke procedure loopt, het attest afgeleverd door het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen, tenzij zij in het bezit zijn van een in België behaald diploma secundair onderwijs; 6. voor VLIR- en BTC- bursalen, het attest van bursaal; 7. voor studenten die niet rechtstreeks kunnen inschrijven, de schriftelijke toelatingsbrief ondertekend door de Vicerector Studentenbeleid; 8. voor buitenlandse studenten, een bewijs dat ze van een ziekteverzekering genieten. Kandidaat studenten die niet van een dergelijke ziekteverzekering genieten, kunnen er een afsluiten via het International Relations and Mobility Office (IRMO) van de Universiteit. Artikel 30. - Inschrijvingsbewijzen 1. De studentenkaart en de inschrijvingsgetuigschriften worden in geval van onmiddellijke betaling meteen bij de inschrijving afgeleverd. In geval van betaling door bankoverschrijving worden ze per post toegestuurd. 2. De inschrijvingsgegevens worden rechtstreeks en elektronisch, door de Databank Hoger Onderwijs, aan de Afdeling Studietoelagen van de Vlaamse Gemeenschap en aan de Rijksdienst voor Kinderbijslag bezorgd. Hiervoor ontvangt de student dus geen documenten. 3. Bijkomende inschrijvingsgetuigschriften kan de student bekomen op het Infopunt Studenten. HOOFDSTUK VII. WIJZIGING VAN INSCHRIJVING Artikel 31. - Wijziging van type studiecontract (diploma-, credit-, examencontract) Wijzigingen aan het gekozen studiecontract zijn mogelijk, voor het eerste semester, tot de laatste werkdag vóór 15 oktober en voor het tweede semester tot de laatste werkdag vóór 1 maart. Van deze regel wordt afgeweken indien de wijziging enkel een aanpassing betreft ingevolge materiële vergissingen. Artikel 32. - Verandering van opleiding 1. Door een verandering van opleiding schrijft de student zich uit voor de gehele opleiding waarvoor hij ingeschreven is en schrijft hij zich vervolgens in voor een andere opleiding. Tijdens het eerste semester kan de student zijn studie in de 17

gekozen opleiding beëindigen, en zich vervolgens voor een andere opleiding inschrijven. Zijn aanvraag daarvoor dient hij in vóór 15 november. Tijdens het tweede semester dient hij zijn aanvraag in vóór 1 maart. 2. Een dergelijke verandering van opleiding kan enkel plaats vinden binnen een diplomacontract. 3. De verandering heeft uitwerking op het leerkrediet van de student overeenkomstig de decretale bepalingen. 4. In geval van verandering wordt bijkomend studiegeld gevorderd indien het verschuldigd is. Er wordt echter geen studiegeld terugbetaald. Artikel 33. - Wijziging van opleidingsonderdelen 1. Wijziging van opleidingsonderdelen binnen de opleiding waarvoor de student ingeschreven is, is op de hierna vermelde tijdstippen mogelijk. 2. De student kan zonder beperking een wijziging aanvragen tot 15 oktober. 3. Vanaf 15 oktober tot de laatste werkdag vóór de aanvang van de eerste examenperiode kan de inschrijving voor de opleidingsonderdelen van het eerste semester slechts worden gewijzigd met gunstig advies van de Decaan, die dit kan weigeren indien het onderwijs in dit opleidingsonderdeel reeds te ver gevorderd is. 4. Voor opleidingsonderdelen van het tweede semester kan de student deze wijziging van de inschrijving aanvragen tot 1 maart. 5. De wijziging vóór 1 december, respectievelijk vóór 15 maart heeft uitwerking op het leerkrediet van de student overeenkomstig de decretale bepalingen. 6. In geval van wijziging van opleidingsonderdelen wordt bijkomend studiegeld gevorderd, indien het verschuldigd is. Er wordt geen studiegeld terugbetaald. Artikel 34. - Rechtzetting leerkrediet 1. Indien de administratieve rechtshandeling die leidt tot de vaststelling, vermeerdering of vermindering van het leerkrediet is aangetast door een materiële vergissing, verzoekt de student binnen de 10 kalenderdagen na kennisname van de administratieve rechtshandeling om rechtzetting van deze materiële vergissing. Hiertoe richt de student zich tot de Decaan, die binnen 15 kalenderdagen na ontvangst van het verzoek een beslissing neemt. De beslissing wordt vervolgens ter kennis van de student gebracht. 2. Indien de administratieve rechtshandeling die leidt tot de vaststelling, vermeerdering of vermindering van het leerkrediet op een onjuistheid berust, verzoekt de student binnen de 10 kalenderdagen na kennisname van de administratieve rechtshandeling om rechtzetting van deze onjuistheid. Hiertoe richt de student zich tot de Decaan, die binnen de 15 kalenderdagen na ontvangst van het verzoek een beslissing neemt. De beslissing is met redenen omkleed en wordt bij aangetekend schrijven ter kennis van de student gebracht. 18

HOOFDSTUK VIII. INSCHRIJVING UITSCHRIJVING ZONDER NIEUWE Artikel 35. - Uitschrijving 1. De student die zijn opleiding niet wil verder zetten, schrijft zich uit. Hiervoor meldt hij zich, schriftelijk of persoonlijk, bij het Infopunt Studenten. In geval van schriftelijke melding geldt de postdatum als datum van uitschrijving. 2. De student die vraagt om uitgeschreven te worden, levert zijn studentenkaart in. Heeft hij dat niet meteen gedaan, dan is hoe dan ook in zijn aanvraag tot uitschrijving de verbintenis vervat om zijn studentenkaart, of andere hem afgeleverde getuigschriften, niet meer te gebruiken of voor te leggen. 3. De uitschrijving vóór 1 december, respectievelijk vóór 15 maart heeft uitwerking op het leerkrediet van de student overeenkomstig de decretale bepalingen. HOOFDSTUK IX. STUDIEGELDEN Artikel 36. - Berekening van het studiegeld 1. Het studiegeld voor een inschrijving onder een diplomacontract, een credit- of een examencontract bestaat uit: een vast gedeelte, dat slechts één maal per academiejaar verschuldigd is; een variabel gedeelte, volgens het aantal studiepunten waarvoor de student inschrijft. 2. De inschrijvingen van een student onder een diplomacontract en onder een creditcontract, voor één academiejaar, op de Universiteit, worden als één inschrijving behandeld. Worden echter als afzonderlijke inschrijvingen beschouwd, ook al gaan ze gepaard met een andere inschrijving onder diploma- of onder creditcontract: de inschrijving voor voortgezette (academische) opleidingen of master-namasteropleidingen; de inschrijving voor een doctoraat; de inschrijving als beursstudent. 3. De studiegelden voor beursstudenten gelden niet voor de master-namasteropleidingen. 4. De studiegelden worden jaarlijks vastgesteld door de Raad van Bestuur van de Universiteit. De tabel met de studiegelden wordt als bijlage gevoegd bij het Inschrijvingsreglement, en maakt hier integraal deel van uit. Deze jaarlijkse vaststelling vereist het voorafgaand advies van de Studentenraad, maar niet van de Onderwijsraad. Artikel 37. - Tijdstip van betaling Het studiegeld is verschuldigd bij de ondertekening van het studiecontract. 19

Artikel 38. - Wijze van betaling 1. Het studiegeld wordt meteen ter plaatse betaald, met een elektronische betaal- of creditkaart (Bancontact, Maestro of Visa), of door middel van opleidingscheques. Zoniet wordt het studiegeld onmiddellijk na de inschrijving door bankoverschrijving betaald; daarbij wordt de gestructureerde mededeling vermeld die bij inschrijving is toegekend. Betaling in speciën wordt niet aanvaard. 2. Het betaalde studiegeld kan in ruil voor opleidingscheques terugbetaald worden. 3. Wanneer een beursinstantie het studiegeld van niet-eer bursalen (die niet kunnen genieten van een verminderd studiegeld) op een projectrekening van de Vrije Universiteit Brussel stort, kan de houder van de betreffende projectrekening een voucher uitschrijven. Bij inschrijving gebruiken de studenten deze voucher als betalingsmiddel voor hun studiegeld. De houder van de projectrekening stort het studiegeld onmiddellijk na kennisgeving van de inschrijving. Artikel 39. - Te betalen bedrag voor een bacheloropleiding en voor een initiële masteropleiding 1. De student die inschrijft voor een traject van minstens 54 studiepunten betaalt bij inschrijving voor een voltijds traject. Na registratie van zijn jaarprogramma ontvangt hij een totaalfactuur indien hij moet bijbetalen. Hij voldoet het daarop vermelde saldobedrag binnen de maand na ontvangst. Heeft hij teveel betaald, dan wordt hem dat terugbetaald. Bij betaling van het studiegeld met een voucher wordt het teveel betaalde bedrag gestort op de projectrekening te laste waarvan de voucher werd opgemaakt. 2. De student die inschrijft voor een traject van minder dan 54 studiepunten, betaalt bij inschrijving een voorschot van minimum 80 euro. Na registratie van zijn jaarprogramma ontvangt hij een totaalfactuur indien hij moet bijbetalen. Hij voldoet het daarop vermelde saldobedrag binnen de maand na ontvangst. Heeft hij teveel betaald, dan wordt hem dat terugbetaald. Bij betaling van het studiegeld met een voucher wordt het teveel betaalde bedrag gestort op de projectrekening te laste waarvan de voucher werd opgemaakt. 3. De student die bij zijn eerste inschrijving aan de Universiteit verklaart een studietoelage bij de Vlaamse Gemeenschap te hebben aangevraagd, of te zullen aanvragen, betaalt het studiegeld voor beursstudenten. Zo ook indien hij voor het vorig academiejaar een studietoelage ontving en zijn opleiding voortzet. Wordt zijn aanvraag of de hernieuwing ervan niet goedgekeurd, of wordt er vóór 15 maart geen beslissing genomen met betrekking tot zijn studietoelage, dan moet hij het saldo van het studiegeld bijbetalen. Wordt zijn studietoelage later toch nog goedgekeurd, dan betaalt de Universiteit het teveel betaalde bedrag terug. 20

Artikel 40. - Te betalen bedrag voor andere opleidingen 1. De student die inschrijft voor een traject van minstens 54 studiepunten, betaalt bij inschrijving het bedrag voor een voltijds traject. 2. De student die inschrijft voor een traject van minder dan 54 studiepunten betaalt bij inschrijving een voorschot dat gelijk is aan het studiegeld voor een traject van 30 studiepunten. Na registratie van zijn jaarprogramma ontvangt hij een totaalfactuur, indien hij moet bijbetalen. Hij voldoet het daarop vermelde saldobedrag binnen de maand na ontvangst. Heeft hij teveel betaald, dan wordt hem dat terugbetaald. Bij betaling van het studiegeld met een voucher wordt het teveel betaalde bedrag gestort op de projectrekening te laste waarvan de voucher werd opgemaakt. Artikel 41. - Betaling studiegeld na wijziging van opleidingsonderdelen 1. Wijziging van opleidingsonderdelen is mogelijk zoals in artikel 33 nader bepaald, en leidt tot de verplichting om studiegeld bij te betalen, als volgt. 2. Wordt de student uiterlijk op de laatste werkdag vóór 1 december ingeschreven voor opleidingsonderdelen van het eerste semester, dan is hij geen bijkomend studiegeld verschuldigd, voor zover het totaal aantal studiepunten waarvoor de student ingeschreven is, door de wijziging niet stijgt boven het aantal waarvoor hij oorspronkelijk ingeschreven was. 3. Wordt de student uiterlijk op de laatste werkdag vóór 1 maart ingeschreven voor opleidingsonderdelen van het tweede semester, dan is hij geen bijkomend studiegeld verschuldigd, voor zover het totaal aantal studiepunten waarvoor de student ingeschreven is, door de wijziging niet stijgt boven het aantal waarvoor hij oorspronkelijk ingeschreven was. 3. Indien het totaal aantal studiepunten waarvoor de student ingeschreven is door de wijziging wel stijgt boven het aantal waarvoor hij oorspronkelijk ingeschreven was, dan wordt het verschuldigde studiegeld herberekend. De student betaalt eventueel studiegeld bij. Hij heeft geen recht op terugbetaling. 4. Bij wijziging na 1 december (voor wijziging van opleidingsonderdelen van het eerste semester) of na 1 maart (voor wijziging van opleidingsonderdelen van het tweede semester) betaalt de student studiegeld bij voor de studiepunten van de bijkomende opleidingsonderdelen waarvoor hij inschrijft. Artikel 42. - Terugbetaling van het studiegeld bij uitschrijving 1. Uitschrijving ontslaat de student niet van zijn financiële verplichtingen tegenover de Universiteit. 2. Bij uitschrijving uiterlijk op de laatste werkdag vóór het begin van het academiejaar, krijgt de student het betaalde studiegeld terug, verminderd met een bijdrage voor administratieve kost van 80 euro. 3. Bij uitschrijving vanaf het begin van het academiejaar tot en met de laatste werkdag van de maand november, krijgt de student een deel van het betaalde studiegeld terug. Aan de Universiteit is immers verschuldigd: de helft van het voor 21

de genomen inschrijving verschuldigde studiegeld, plus een bijdrage voor administratieve kost van 80 euro. Bij betaling van het studiegeld met een voucher wordt het teveel betaalde bedrag gestort op de projectrekening te laste waarvan de voucher werd opgemaakt. 4. Bij uitschrijving vanaf 1 december blijft het volledige studiegeld aan de Universiteit verschuldigd. 5. Deze regels gelden ook als de student zich na uitschrijving opnieuw inschrijft. HOOFDSTUK X. NIETIGVERKLARING VAN DE INSCHRIJVING Artikel 43. - Oorzaken van nietigverklaring Een inschrijving die op grond van verkeerde of valse gegevens werd bekomen, die nochtans essentieel waren, kan door de Vicerector Studentenbeleid nietig worden verklaard. Artikel 44. - Gevolgen van de nietigverklaring Het inschrijvingsgeld dat bij een later nietig verklaarde inschrijving werd betaald, blijft door de Universiteit verworven als vergoeding voor administratieve kosten. 22