Stageovereenkomst 2013-2014 Ondergetekenden: Geboortedatum Klas: 3b1 / 3b2 / 3k M/V Ouder(s)/Verzorger(s) (indien de leerling minderjarig is) Praktijkbiedende organisatie Vertegenwoordigd door Onderwijsinstelling Helicon Opleidingen Groenschool Industrieweg 4 4041 CR Kesteren 0488-481310 Vertegenwoordigd door Mevr..Bronmans verklaren het volgende te zijn overeengekomen: De stage maakt deel uit van de opleiding en omvat de tussen onderwijsinstelling en praktijkbiedende organisatie overeengekomen leeractiviteiten.
De stagedag is op vrijdag en begint op 15 november 2013. De stage eindigt 24 januari 2014. Week 50 ( 9 t/m 13 december) is een blokstage; de leerling loopt de hele week stage. De leerlingen moeten minimaal 84 uren maken: De leerling loopt stage op de volgende werktijden: O vrijdag van: uur tot: uur De begeleider vanuit de onderwijsinstelling, hierna te noemen stagebegeleider, is Mevr.Bronmans Gedurende de periode van het stagetraject heeft de leerling de rechtspositie van leerling. Ondergetekenden verklaren verder akkoord te zijn met de bijgevoegde voorwaarden. Aldus overeengekomen en in drievoud opgemaakt plaats: datum: Ouder/Verzorger (bij minderjarigheid) Namens de praktijkbiedende organisatie Namens de onderwijsinstelling
Voorwaarden stageovereenkomst Begripsbepalingen Praktijkbiedende organisatie Onderwijsinstelling Praktijkopleider Stagebegeleider Het bedrijf of de instelling die aan de leerling de gelegenheid biedt om praktijkervaring op te doen als onderdeel van het opleidingsprogramma, en de leerling daarbij actief begeleidt. Helicon Opleidingen, de instelling die onderwijs verzorgt. Iemand die staat ingeschreven en onderwijs volgt bij Helicon Opleidingen. De deskundige op de stageplek die door de praktijkbiedende organisatie is aangewezen om de leerling te begeleiden tijdens de stage en contact onderhoudt met de stagebegeleider van de onderwijsinstelling. De docent of deskundige die door de onderwijsinstelling is aangewezen om de leerling te begeleiden tijdens het stagetraject en contact onderhoudt met de praktijkopleider op de stageplek. Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 De dagelijkse werktijd van de stage is voor de leerling in overeenstemming met de arbeidstijd welke geldt op de afdeling waar hij/zij geplaatst is, tenzij dit anders is overeengekomen, voor zover niet in strijd met de arbeidswetgeving m.b.t. jeugdigen. De stage vindt plaats op de dagen dat er in de praktijkbiedende organisatie in de overeengekomen periode gewerkt wordt. De leerling loopt geen stage in de tijd dat de onderwijsinstelling wegens vakantie gesloten is, tenzij dit anders is overeengekomen. De praktijkbiedende organisatie wijst iemand van het personeel aan als praktijkopleider die belast is met het toezicht op en de begeleiding van de leerling op de stageplek. De leerling volgt op de stageplek de aanwijzingen van de praktijkopleider. De praktijkopleider heeft regelmatig overleg met de stagebegeleider over de voortgang van de activiteiten van de leerling. De onderwijsinstelling wijst een docent of deskundige aan als stagebegeleider die belast is met de begeleiding van de leerling en regelmatig overleg heeft met de praktijkopleider over de voortgang van de activiteiten van de leerling. Het bevoegd gezag van de onderwijsinstelling beoordeelt of de leerling de doelstellingen van de stage heeft gerealiseerd. Bij de beoordeling betrekt het bevoegd gezag het oordeel van de praktijkbiedende organisatie, met inachtneming van de desbetreffende in de onderwijs- en examenregeling opgenomen regels. De praktijkbiedende organisatie aanvaardt geen aansprakelijkheid voor letsel of schade die de leerling mocht lijden tijdens of in verband met zijn/haar aanwezigheid binnen de praktijkbiedende organisatie, dan wel bij de uitvoering van praktijkactiviteiten, behalve voor zover dit letsel of deze schade ingevolge wettelijke bepalingen voor rekening van de praktijkbiedende organisatie behoort te komen. De onderwijsinstelling draagt zorg voor de gebruikelijke stage-verzekering van de leerling. De leerling is verplicht binnen de praktijkbiedende organisatie de gegeven regels, voorschriften en aanwijzingen in acht te nemen. Tegelijkertijd is de praktijkbiedende organisatie verplicht zich aan de regels te houden. Zowel de
ARBO-wetgeving als het Arbeidsbesluit voor Jeugdigen zijn hierbij van toepassing. Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 De leerling is verplicht alles geheim te houden wat hem/haar onder geheimhouding wordt toevertrouwd of wat er als geheim te zijner kennis is gekomen of waarvan hij/zij het vertrouwelijk karakter redelijkerwijs moet begrijpen, uitgezonderd de zaken die in artikel 14 zijn aangegeven. De leerling is verplicht in het geval van absentie en bij terugkomst van absentie onverwijld de praktijkopleider en de onderwijsinstelling hiervan op de hoogte te stellen. De leerling dient geen persoonlijke of zakelijke relatie(s) met de praktijkbiedende organisatie te hebben. In uitzonderingsgevallen kan de onderwijsinstelling instemmen met een stage op het ouderlijk-/familiebedrijf. De praktijkbiedende organisatie geeft de leerling per stagedag binnen de werktijden voldoende gelegenheid te voldoen aan rapportageverplichtingen. Tevens wordt de leerling in de gelegenheid gesteld incidenteel de onderwijsinstelling te bezoeken wanneer het onderwijsprogramma dat noodzakelijk maakt. Deze overeenkomst eindigt: a. aan het eind van de overeengekomen periode; b. indien de leerling de onderwijsinstelling verlaat; c. bij onderling goedvinden van de praktijkbiedende organisatie en de leerling, nadat daarover een gesprek gevoerd is tussen de leerling, de praktijkopleider, de stagebegeleider en eventueel de vertegenwoordiger van het landelijk orgaan. De overeenkomst eindigt nadat de praktijkopleider, de stagebegeleider en de leerling dit bij onderling goedvinden, schriftelijk bevestigen; d. door schriftelijke aanzegging van de kant van de praktijkbiedende organisatie in situaties waarin de leerling zich niet houdt aan de gedragsregels zoals hierboven genoemd. In dat geval vindt eerst een gesprek plaats tussen praktijkopleider, stagebegeleider en leerling; e. door schriftelijke aanzegging van de onderwijsinstelling dan wel het landelijk orgaan aan partijen indien de onderwijsinstelling of het landelijk orgaan zich ervan heeft overtuigd dat de stageplek niet of niet volledig beschikbaar is, de begeleiding tekort schiet of ontbreekt, of sprake is van andere omstandigheden die maken dat stage niet naar behoren zal kunnen plaatsvinden. Bij problemen tijdens de stage richt de leerling zich in eerste instantie tot de praktijkopleider. Zowel de leerling als de praktijkopleider kan het probleem aan de stagebegeleider voorleggen. Indien zij in gezamenlijk overleg niet tot een oplossing komen, wordt de zaak voorgelegd aan een commissie. (Deze commissie kan bestaan uit de directies van de praktijkbiedende organisatie en de onderwijsinstelling). De praktijkbiedende organisatie treft maatregelen die gericht zijn op de bescherming van de lichamelijke en geestelijke integriteit van de leerling en op voorkoming of bestrijding van vormen van (seksuele) intimidatie, (extreme) pesterij, discriminatie, agressie of geweld. Indien de leerling in de praktijkbiedende organisatie wordt geconfronteerd met (seksuele) intimidatie, (extreme) pesterij, discriminatie, agressie of geweld: heeft hij/zij het recht de werkzaamheden onmiddellijk te onderbreken zonder dat dit van invloed is op de beoordeling; dient hij/zij bij werkonderbreking het voorval direct te melden bij de stagebegeleider en/of de contactpersoon klachtenregeling van de onderwijsinstelling. In de gevallen waarin deze overeenkomst niet voorziet, beslissen de directies van de praktijkbiedende organisatie en de onderwijsinstelling in overleg. Indien het gaat om zaken die de verantwoordelijkheid van het landelijk orgaan raken, wordt het landelijk orgaan daarbij betrokken.