Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1025
Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Bureauonderzoek GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 1025 Definitief ISSN 1573-5710 Opdrachtgever: Provincie Noord-Holland Grontmij Nederland B.V. Houten, 2 mei 2011
Administratieve gegevens Datum opdracht : 10-11-2010 Datum concept : 11-01-2011 Datum definitief : 09-05-2011 Opdrachtgever : Provincie Noord-Holland Uitvoerder : Grontmij Nederland B.V. Bevoegd gezag : Gemeente Heerhugowaard Aanleiding : ongelijkvloers maken van de aansluiting N242 Westtangent en groot ondergoud en herinrichting van dit wegvlak Locatie : provincie : Noord-Holland (bijlage 1) gemeente : Heerhugowaard plaats toponiem kaartblad : Heerhugowaard : N242 Westtangent : 19B RD-coördinaten : NO X: 115.800 / Y: 519.100 NW X: 115.325 / Y: 519.325 ZO X: 115.250 / Y: 518.600 ZW X: 115.200 / Y: 518.600 afm. plangebied : circa 25 ha Archis2 : onderzoeksmelding : 44582 onderzoeksnummer : 34346 Documentatie : Beheer en plaats : Grontmij Nederland B.V. kantoor Houten (tijdelijk) Pagina 3 van 14
Inhoudsopgave Samenvatting... 5 1 Inleiding... 6 1.1 Algemeen... 6 1.2 1.3 Beleidskader... 6 Doelstelling... 6 2 Bureauonderzoek... 7 2.1 2.2 Werkwijze... 7 Landschap en bodem... 7 2.2.1 2.2.2 Geologie, geomorfologie en bodem... 7 AHN... 8 2.2.2 2.3 KLIC... 8 Historische en huidige situatie... 8 2.4 Archeologie en cultuurhistorie... 8 2.4.1 Archis: AMK, waarnemingen... 8 2.4.2 IKAW... 8 2.4.3 CHW... 9 2.4.4 KICH... 9 2.4.5 Voorgaand onderzoek... 9 2.5 Archeologische verwachting... 9 3 Conclusie en aanbevelingen... 11 3.1 Conclusie... 11 3.2 Aanbevelingen... 11 Literatuur en bronnen... 12 Verklarende woordenlijst en afkortingen... 13 Bijlage 1: Bijlage 2: Bijlage 3: Locatie plangebied op topografische ondergrond Archeologische basiskaart Heerhugowaard Archeologische beleidskaart Heerhugowaard Pagina 4 van 14
Samenvatting In opdracht van de Provincie Noord-Holland heeft Grontmij in de periode januari 2011 archeologisch onderzoek uitgevoerd in plangebied N242 Westtangent. Dit onderzoek bestond uit een bureauonderzoek. In het plangebied wordt de aansluiting N242-Westtangent ongelijkvloers gemaakt en heringericht. De werkzaamheden houden in: het aanleggen van een viaduct, het verleggen van kabels en leidingen, het opheffen van een carpoolplaats, grondwerken ten behoeven van nieuwe weglichamen en watergangen en diverse werkzaamheden ten behoeve van de veiligheid. Deze grondwerkzaamheden gaan bij de wegcunetten tot maximaal 1 m en bij de sloten tot maximaal 2 m onder maaiveld. Uit het bureauonderzoek bleek dat de ondergrond van het plangebied bestaat uit zandige en zavelige getij-afzettingen. Binnen en in de directe omgeving van het gebied zijn geen archeologische waarden bekend. Archeologisch booronderzoek direct rondom en zelfs deels binnen het plangebied heeft eveneens geen aanwijzingen opgeleverd voor de aanwezigheid van archeologische waarden. Binnen het plangebied lopen diverse kabels en leidingen. Ten gevolge van de aanleg ervan, dient er met een mate van bodemverstoring rekening gehouden te worden. Voor een overgroot deel van het plangebied gold in eerste instantie een zeer lage trefkans en voor een klein deel van het gebied een hoge trefkans op archeologische waarden. Op basis van het reeds uitgevoerde archeologisch onderzoek kan de archeologische verwachting van het plangebied geheel naar beneden bijgesteld worden: een zeer lage trefkans op archeologische resten. Op de beleidskaart van de gemeente Heerhugowaard wordt het plangebied zelfs archeologievrij verklaard. Concluderend kan gesteld worden dat de kans zeer klein is dat bij de herinrichting van het plangebied archeologische waarden verstoord zullen worden. Ten behoeve van de voorgenomen ontwikkeling wordt geadviseerd geen vervolgonderzoek uit te voeren. Mochten tijdens de grondwerkzaamheden echter toch archeologische of cultuurhistorische waarden, vondsten en/of sporen worden aangetroffen, dan dient direct contact te worden opgenomen met het bevoegd gezag in het kader van de wettelijke meldingsplicht (Monumentenwet 1988, artikel 53 en 54). Dit advies is voorgelegd aan de bevoegde overheid, in deze de gemeente Heerhugowaard. Deze heeft aangegeven met de resultaten van het rapport in te stemmen en het gegeven advies over te nemen. Pagina 5 van 14
1 Inleiding 1.1 Algemeen De provincie Noord-Holland is voornemens de aansluiting N242-Westtangent ongelijkvloers gemaakt en te herinrichten. De werkzaamheden houden in: het aanleggen van een viaduct, het verleggen van kabels en leidingen, het opheffen van een carpoolplaats, grondwerken ten behoeven van nieuwe weglichamen en watergangen en diverse werkzaamheden ten behoeve van de veiligheid. Deze grondwerkzaamheden gaan bij de wegcunetten tot maximaal 1 m en bij de sloten tot maximaal 2 m onder maaiveld. Ze kunnen derhalve een directe bedreiging vormen voor de eventuele archeologische waarden binnen het plangebied. De Provincie Noord-Holland heeft hiertoe Grontmij Nederland B.V. de opdracht gegeven een archeologisch onderzoek uit te voeren. Het plangebied ligt ten zuidwesten van Heerhugowaard (gemeente Heerhugowaard), net buiten de bebouwde kom. Het onderhavige plangebied betreft de splitsing van de N242 en de Westtangent en heeft een oppervlak van circa 25 ha (bijlage 1). 1.2 Beleidskader De nieuwe Wet op de archeologische monumentenzorg is 1 september 2007 in werking getreden waarmee de uitgangspunten van het Europese Verdrag van Malta binnen de Nederlandse wetgeving zijn geïmplementeerd. Het belangrijkste uitgangspunt van de nieuwe wet is om archeologische waarden in de ondergrond (ter plekke) te behouden, omdat de bodem nu eenmaal de beste conserveringsomgeving is (behoud in-situ). Door de herziening van de Monumentenwet hebben gemeenten een grotere verantwoordelijkheid gekregen op het terrein van het archeologisch erfgoed. Gemeenten zijn verplicht om een eigen archeologiebeleid op stellen. Gemeenten dienen daarbij in de ruimtelijke ordening rekening houden met archeologische waarden in de ondergrond. Als gemeentelijke beleid ontbreekt, moeten de ruimtelijke plannen getoetst worden aan het provinciale beleid. Vooralsnog beschikt de gemeente Heerhugowaard wel over een dergelijk beleid. De gemeente Heerhugowaard is overtuigd dat zij, als lokale overheid, het publieke belang van het kwetsbare en waardevolle archeologische erfgoed dient te behartigen. Ze heeft daartoe een archeologienota (versie mei 2010) opgesteld met als doel het ontwikkelen en concretiseren van een eigen gemeentelijk archeologiebeleid. De intentie van het archeologiebeleid is om op een werkbare en doelmatige manier zorg te dragen voor het bodemarchief 1. Het plangebied valt op de archeologische beleidskaart in categorie 6: Archeologievrij (bijlage 3). Dit houdt in dat er geen archeologische resten meer worden verwacht en dat archeologisch onderzoek niet meer nodig is. 1.3 Doelstelling Doel van het onderzoek is het in kaart brengen van de te verwachten archeologische waarden binnen het plangebied en het omliggende gebied (onderzoeksgebied, straal van circa 200 meter) op basis van bestaande bronnen. Hiervoor wordt een bureauonderzoek uitgevoerd, waarbij een specifiek verwachtingsmodel wordt opgesteld. Op basis van dit verwachtingsmodel kan een advies worden gegeven met betrekking tot de noodzaak van een eventueel archeologisch vervolgonderzoek en indien dit van toepassing is, uit welke stappen dit vervolgonderzoek zou kunnen bestaan. 1 www.heerhugowaard.nl en Nyst 2010. Pagina 6 van 14
2 Bureauonderzoek 2.1 Werkwijze Bij het bureauonderzoek is gekeken naar voor het onderzoeksgebied relevante gegevens met betrekking tot de archeologie, cultuurhistorie, geologie en bodem. Hierbij zijn de volgende werkzaamheden verricht: het bestuderen van bodemkaarten en van geologische, geomorfologische en topografische kaarten; het raadplegen van de Cultuurhistorische Hoofdstructuur (CHS) van de provincie Noord- Holland; het raadplegen van het Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) het inventariseren van archeologische waarnemingen en in het verleden verrichte archeologische onderzoeken in het Archeologisch Informatie Systeem Archis2; het raadplegen van de Archeologische Monumentenkaart (AMK); het raadplegen van de Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden (IKAW); het raadplegen van de Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie (KICH); het raadplegen van historisch kaartmateriaal; In de navolgende paragrafen worden eerst de geologie en bodemopbouw van het onderzoeksgebied beschreven. Daarbij wordt het bijbehorende landschap beschreven en wat dit betekent voor de archeologie. Daarna zullen de al bekende archeologische en cultuurhistorische waarden van het onderzoeksgebied worden besproken. Op basis van de gegevens van zowel de geologische en bodemkundige opbouw als van de bekende archeologische waarden wordt dit hoofdstuk afgesloten met een gespecificeerde archeologische verwachting voor het plangebied. Daarin wordt per archeologische periode aangegeven hoe groot de kans is op het aantreffen van archeologische waarden. 2.2 Landschap en bodem Het landschap heeft altijd een belangrijke rol gespeeld in het nederzettingspatroon van de mens. Bij onderzoek naar archeologische sporen in een bepaald gebied is het van groot belang te weten hoe het landschap er in het verleden heeft uit gezien. Men kan meer te weten komen over dit landschap door de geologische opbouw en de bodemkundige aspecten van een gebied te bestuderen. 2.2.1 Geologie, geomorfologie en bodem Het onderzoeksgebied ligt in het Noordhollands kleigebied (archeoregio). De geologische kaart 2 geeft aan dat het onderzoeksgebied deel uitmaakt van een landschap dat in het Holoceen is ontstaan. Dit landschap is opgebouwd uit mariene kleien en zanden die door geulen zijn afgezet (getij-afzettingen). Deze afzettingen behoren tot de Beemster afzettingen (voorheen Afzettingen van Calais III/IV) en ze zijn globaal 6000 jaar geleden afgezet. Op deze getij-afzettingen zijn circa 5000 jaar geleden kleine zandruggen/welvingen ontstaan. Deze worden tot het laagpakket van Wormer gerekend (voorheen Oude Duin- en Strandzanden, code S11). De bovenstaande afzettingen zijn gedurende de tijd overdekt geraakt met veen (Hollandveen). Na de inpoldering in 1630 is dit veen afgegraven. 2 Geologische kaart blad 19 West, 1987. Pagina 7 van 14
Bureauonderzoek De geomorfologische kaart geeft aan dat het onderzoeksgebied deel uit maakt van een vlakte van getij-afzettingen 3. De bodemkaart 4 geeft aan dat deze getij-afzettingen bestaan uit zeer lichte tot zware zavel (kalkrijke leek-/woudeerdgronden, code pmn55a). 2.2.2 AHN Het Actueel Hoogtebestand Nederland vormt een belangrijke aanvullende informatiebron voor de landschapsanalyse. Dit met behulp van laser-altimetrie verkregen digitale bestand vormt een gedetailleerd beeld van het huidige reliëf in het plangebied. Het onderzoeksgebied, de kruising Westtangent N242, ligt met -1,4 m NAP hoger in het omliggende landschap, dat varieert tussen -2,4 tot -3,3 m NAP 5. Dit hoogteverschil wordt veroorzaakt door de hoge ligging van de (historische) N242. 2.2.2 KLIC Uit een inventarisatie van kabels en leidingen 6 blijkt dat er diverse leidingen binnen het plangebied lopen. Deze leidingen lopen deels onder het huidige wegdek en deels in het talud van de weg. Aangenomen wordt dat bij het leggen van de kabels de ondergrond verstoord is tot tenminste 70 cm beneden het oppervlak. Er dient dus met een bepaalde mate van bodemverstoring rekening te worden gehouden. 2.3 Historische en huidige situatie Het onderzoeksgebied maakt deel uit van de polder Heerhugowaard die in 1630 is drooggelegd. Uit historische kaarten blijkt dat het plangebied altijd onderdeel is geweest van het landelijke gebied. Het gebied was in gebruik als grasland. Uit historische kaarten 7 blijkt dat de laatste 40 jaar het landschap sterk veranderd is. Tot het begin van de jaren 70 was de Westerweg nog de Boterweg. De huidige Westtangent, voorheen de Westerweg, is in de jaren 80 aangelegd. Het volgt de ligging van de historische Botersloot die vanaf het begin van de jaren 70 Westertocht werd genoemd. Op basis van de geraadpleegde kaarten worden binnen het onderzoeksgebied geen resten van historische bebouwing (vanaf de negentiende eeuw) verwacht. 2.4 Archeologie en cultuurhistorie 2.4.1 Archis: AMK, waarnemingen In het centrale informatiesysteem Archis2 staan in principe alle bekende archeologische waarden en waarnemingen aangegeven. In de nabijheid van het plangebied zijn geen waarnemingen bekend (bijlage 2). Terreinen waarvan de archeologische waarde bekend is, staan aangegeven op de Archeologische Monumentenkaart (AMK). De AMK wordt per provincie ontwikkeld in samenwerking met de RCE. De terreinen op de AMK zijn ingedeeld in drie categorieën: terreinen met archeologische waarde, hoge archeologische waarde en zeer hoge archeologische waarde. Onder deze laatste categorie vallen ook de terreinen die op grond van de Monumentenwet zijn beschermd. Statustoekenning vindt plaats nadat het terrein is getoetst op een aantal door de RCE gehanteerde criteria (kwaliteit, zeldzaamheid en contextwaarde). Binnen het plangebied zijn geen monumenten bekend. 2.4.2 IKAW De IKAW geeft voor heel Nederland de trefkans op de aanwezigheid van archeologische resten. Die trefkans is aangegeven in vier categorieën: hoog, middelhoog, laag en zeer laag. Deze kaart is onder andere gebaseerd op de relatie die er bestaat tussen de bodemsoort en de aanwezigheid van archeologische vindplaatsen. Een punt van aandacht daarbij is dat de IKAW grotendeels is gebaseerd op kaarten met een schaal van 1:50.000. Op lokaal schaalniveau is de kaart daarom minder betrouwbaar. Daarbij komt dat de IKAW voornamelijk gebaseerd is op de aanwezigheid van nederzettingen en niet op bijvoorbeeld grafvelden of offerplaatsen. Een lage 3 Digitale geomorfologische kaart in Archis2. 4 Bodemkaart - blad 19 West, 1995. 5 www.ahn.nl. 6 Grontmij, 6-12-2010. 7 www.watwaswaar.nl. Pagina 8 van 14
Bureauonderzoek kans op het aantreffen van archeologische waarden en resten wil echter niet zeggen dat er geen archeologische waarden of resten aanwezig kunnen zijn. De kans daarop is echter wel kleiner. Volgens de IKAW ligt het plangebied voor een klein gedeelte in een zone met hoge en grotendeels in een zone met een zeer lage kans op het aantreffen van archeologische waarden (bijlage 2). De hoge trefkans geldt voor de lage zandruggen/welvingen, de zeer lage trefkans geldt voor de zandige en kleiige getij-afzettingen. 2.4.3 CHW In aanvulling op de landelijke verwachtingskaarten hebben veel provincies eigen verwachtingskaarten vervaardigd, waarin veel lokale gebiedskennis is opgenomen. Deze kaarten hebben over het algemeen een hoger detailniveau dan de landelijke kaarten. De Cultuurhistorische Waardenkaart van de provincie Noord-Holland geeft inzicht in de archeologische, historische stedenbouwkundige en de historisch-geografische waarden van de regio. Raadplegen van de CHW van Noord-Holland heeft geen aanvullende informatie opgeleverd 8. 2.4.4 KICH Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie heeft alle bekende archeologische en bouwkundige monumenten en historisch-geografisch informatie samengebracht in een digitale kaart. Via deze kaart zijn cultuurhistorische waarden eenvoudig per gebied te bekijken. Het raadplegen van KICH heeft voor het plangebied geen aanvullende informatie opgeleverd met betrekking tot archeologie. Raadplegen van de KICH heeft geen aanvullende informatie opgeleverd 9. 2.4.5 Voorgaand onderzoek Naast archeologische waarden worden in Archis2 ook alle uitgevoerde archeologische onderzoeken (vanaf 2005) geregistreerd door middel van een zogenaamde onderzoeksmelding. Zo kan men zien of er binnen of direct rondom een plangebied al eerder een onderzoek heeft plaats gevonden. Binnen het onderzoeksgebied en zelfs deels binnen het plangebied N242 Westtangent hebben onderzoeken plaats gevonden die relevant zijn voor dit bureauonderzoek. Het betreft de volgende meldingen: Onderzoeksmelding 32169: direct ten noorden van het plangebied zijn 76 boringen gezet, waarvan er 22 binnen het plangebied vallen. De onderzochte bodem is opgebouwd uit getijdeafzettingen en er zijn geen archeologische resten aangetroffen. Onderzoeksmelding 41923; direct ten westen van het plangebied is de oude dijk onderzocht. Ten tijde van het bureauonderzoek waren de resultaten nog niet beschikbaar. Onderzoeksmelding 34418: direct ten zuiden van het plangebied zijn 156 boringen gezet. Ook hier bestond de ondergrond uit getijdeafzettingen en een kleine zandrug/welving. Er zijn geen archeologische resten aangetroffen. Onderzoeksmelding 10692: in het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied is een booronderzoek en een oppervlaktekartering uitgevoerd op de locatie van verschillende kleine zandruggen. Er zijn 58 boringen gezet en er zijn geen archeologische resten aangetroffen 2.5 Archeologische verwachting Op basis van de resultaten van het bureauonderzoek kan voor het plangebied een gespecificeerde archeologische verwachting worden geformuleerd. De ondergrond van het plangebied is geheel opgebouwd uit mariene afzettingen (Beemster afzettingen). Deze afzettingen zijn globaal 6000 jaar geleden onder water afgezet. In het oostelijke deel kan een kleine zandrug/welving aangesneden worden. Later heeft er op deze afzettingen veengroei plaatsgevonden, maar deze is na de inpoldering in 1630 verdwenen. Binnen het plangebied kunnen dus uitsluitend sporen uit het Midden en Laat Neolithicum (4200-2000 v.chr.) en van na 1630 A.D. verwacht worden. 8 http://chw.noord-holland.nl/. 9 www.kich.nl. Pagina 9 van 14
Bureauonderzoek De kans op het daadwerkelijk aantreffen van archeologische resten wordt echter zeer klein geacht. De ondergrond van het plangebied is onder water gevormd. Er zijn geen aanwijzingen dat het ooit droog gelegen heeft en derhalve geschikt is geweest voor bewoning. Dit beeld wordt bevestigd door de reeds uitgevoerde onderzoeken direct rondom, maar ook deels binnen het plangebied. Tijdens deze onderzoeken zijn geen aanwijzingen gevonden voor de aanwezigheid van archeologische resten: noch op de getij-afzettingen (IKAW: een zeer lage trefkans) noch op de dekzandwelvingen (IKAW: hoge trefkans). Uit de historische kaarten valt af te leiden dat de kans op het aantreffen van historische bebouwing (in ieder geval vanaf de 19 e eeuw) uiterst gering is. Tel daarbij de bodemingrepen die hebben plaats gevonden voor de aanleg van de weg, de kabels en leidingen, dan kunnen we stellen dat de kans op het aantreffen van (ongestoorde) archeologische resten binnen het plangebied uiterts gering is. Pagina 10 van 14
3 Conclusie en aanbevelingen 3.1 Conclusie Uit het bureauonderzoek is gebleken dat de bodem van het plangebied N242 Westtangent is opgebouwd uit zavelige en zandige getijde-afzettingen. Binnen en in de directe omgeving van het gebied zijn geen archeologische waarden bekend. Direct rondom en zelfs deels binnen het plangebied hebben twee archeologische booronderzoeken plaats gevonden. Tijdens deze onderzoeken zijn geen archeologische resten aangetroffen. Binnen het plangebied lopen verschillende kabels en leidingen. Ten gevolge van de aanleg ervan, dient er met een mate van bodemverstoring rekening gehouden te worden. Voor een overgroot deel van het plangebied gold in eerste instantie een zeer lage trefkans en voor een klein deel van het gebied een hoge trefkans op archeologische waarden. Op basis van het reeds uitgevoerde archeologisch onderzoek kan de archeologische verwachting van het plangebied geheel naar beneden bijgesteld worden: een zeer lage trefkans op archeologische resten. Binnen het plangebied worden geen archeologische resten verwacht. Op de beleidskaart van de gemeente Heerhugowaard wordt het gebied zelfs archeologievrij verklaard. Concluderend kan gesteld worden dat de kans zeer klein is dat bij de herinrichting van het plangebied archeologische waarden verstoord zullen worden. 3.2 Aanbevelingen Het plangebied is volgens het archeologiebeleid van de gemeente Heerhugowaard archeologievrij verklaard en een vervolgonderzoek wordt niet nodig geacht. Mochten tijdens de grondwerkzaamheden echter toch archeologische of cultuurhistorische waarden, vondsten en/of sporen worden aangetroffen, dan dient direct contact te worden opgenomen met het bevoegd gezag in het kader van de wettelijke meldingsplicht (Monumentenwet 1988, artikel 53 en 54). Dit advies is voorgelegd aan de bevoegde overheid, in deze de gemeente Heerhugowaard. Deze heeft aangegeven met de resultaten van het rapport in te stemmen en het gegeven advies over te nemen 10. 10 Het rapport is beoordeeld door dhr. P. Rentinck, adviseur namens de gemeente Heerhugowaard. Pagina 11 van 14
Literatuur en bronnen Literatuur Nyst, C, 2010 Erf Goed. Archeologienota Gemeente Heerhugowaard. Heerhugowaard (versie mei 2010). Stiboka, 1995 Bodemkaart van Nederland, schaal 1:50.000. Toelichting bij kaartblad 19 West Alkmaar. Stichting voor Bodemkartering, Wageningen. Bronnen Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN) - www.ahn.nl - Archeologisch Informatiesysteem (Archis2). Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE), Amersfoort. Cultuurhistorische Waardenkaart (CHW) Noord-Holland - chw.noord-holland.nl/ Geologische Kaart van Nederland, Alkmaar (19West). Schaal 1:50.000, Rijks Geologische Dienst, Haarlem 1987. Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie (KICH) - www.kich.nl - januari 2011. WatWasWaar - www.watwaswaar.nl - januari 2011. Pagina 12 van 14
Verklarende woordenlijst en afkortingen Verklarende woordenlijst afzetting onderverdeling van een formatie, ook wel laagpakket genoemd. formatie Holoceen in situ lithologisch prehistorie Afkortingen AHN AMK Archis2 BO v.chr. n.chr. CHS IKAW KICH fundamentele eenheid in de lithostratigrafische classificatie gebaseerd op gesteentekenmerken. geologisch tijdvak, dat ongeveer 10.000 jaar geleden begon en waarin we ons nu bevinden. Jongste periode van het Kwartair. achtergebleven op exact dezelfde plaats waar de laatste gebruiker het heeft gedeponeerd, weggegooid of verloren. met betrekking tot het gesteente. Lithologische kenmerken zijn bijvoorbeeld korrelgrootte, sedimentaire structuren et cetera. dat deel van de geschiedenis waarvan geen geschreven bronnen bewaard zijn gebleven. Actueel Hoogtebestand Nederland Archeologische Monumentenkaart geautomatiseerde archeologisch informatiesysteem voor Nederland. Dit bestaat uit een databank waarin allerlei gegevens over archeologische vindplaatsen en terreinen in Nederland zijn opgeslagen, daterend van de prehistorie tot de Nieuwe Tijd. bureauonderzoek (jaren) voor Christus (jaren) na Christus Cultuurhistorische Hoofdstructuur (provincie Zuid-Holland) Indicatieve Kaart van Archeologische Waarden. Kaart die aangeeft waar mogelijk nog niet ontdekte archeologische resten aanwezig zijn. Kennisinfrastructuur Cultuurhistorie KNA Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (versie 3.1, 2006) -mv NAP RCE onder maaiveld Normaal Amsterdams Peil Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (sinds 11 mei 2009 - voormalige RACM). Fusie van de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek (ROB) Pagina 13 van 14
Verklarende woordenlijst en afkortingen en de Rijksdienst voor de Monumentenzorg, september 2006. RGD StiBoKa Rijks Geologische Dienst (tegenwoordig onderdeel van TNO-NITG Bodem). Stichting Bodemkartering (tegenwoordig onderdeel van Alterra). Pagina 14 van 14
Bijlage 1 Locatie plangebied op topografische ondergrond
Bijlage 2 Archeologische basiskaart Heerhugowaard
Archeologisch onderzoek N242 Westtangent gem. Heerhugowaard Archeologische basiskaart 116652 / 519926 04-01-2011 C. Thanos - Grontmij Nederland B.V. 29329 Legenda WAARNEMINGEN HUIZEN TOP10 ((c)tdn) 20511 ONDERZOEKSMELDINGEN MONUMENTEN 37920 17067 35367 32169 archeologische waarde hoge archeologische waarde zeer hoge archeologische waarde zeer hoge arch waarde, beschermd IKAW zeer lage trefkans lage trefkans middelhoge trefkans hoge trefkans lage trefkans (water) 44582 middelhoge trefkans (water) hoge trefkans (water) water niet gekarteerd 34418 5630 10692 0 500 m 4583 36843 37008 N Archis2 114058 / 517738
Bijlage 3 Archeologische beleidskaart Heerhugowaard