Samenvatting evaluatie pilot geplande screening huisverbod bij kindermishandeling. Gemeente Rotterdam

Vergelijkbare documenten
Huisverbod bij kindermishandeling?

Evaluatierapport pilot geplande screening huisverbod bij kindermishandeling

Korte handleiding Wet Tijdelijk Huisverbod gemeente Den Haag

SAMENVATTING. Inleiding

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Effectief uit huis plaatsen?

KNELPUNTEN IN DE UITVOERING VAN DE WET TIJDELIJK HUISVERBOD

Huisverbod bij kindermishandeling

Handreiking 'Geplande screening tijdelijk huisverbod bij kindermishandeling regio Zuid-Holland Zuid'.

Kinderen, ouderen en het huisverbod

SAMENVATTING Achtergrond Onderzoeksmethoden Doelen van de wet

Aanpak huiselijk geweld centrumgemeentegebied Amersfoort

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Uitvoeringsplan Huiselijk Geweld

U heeft een huisverbod... Wat nu?

Nota. Wijk- en Stadszaken. Wonen, Zorg en Welzijn. Doorkiesnummers: Telefoon Aan. Afschrift aan

Q&A De veranderde werkwijze Veilig Thuis

Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik

Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik

Versie 14 november 2017 DB 2017/107 bijlage 8. Dienstverleningshandvest Veilig Thuis Haaglanden

Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd. U heeft een huisverbod... Wat nu?

Huisverbod en de systeemgerichte aanpak

Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Achterblijven na een huisverbod...

Voorstel van wet. Artikel 1

De Wet tijdelijk huisverbod Een handreiking voor gemeenten en professionals

U heeft een huisverbod... Wat nu? Praktische informatie voor personen aan wie een huisverbod is opgelegd

Veilig Thuis Gooi & Vechtstreek. ASHG en AMK samen verder

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Zorgen voor het bedreigde kind. Onderzoek naar de samenwerking tussen Raad voor de Kinderbescherming en Bureau Jeugdzorg

Onderwerp Convenant Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Regio Brabant Noord

Invoering van de meldcode in de jeugdzorg

Praktische informatie voor mensen van wie de partner of huisgenoot een huisverbod heeft gekregen. Achterblijven na een huisverbod...

Foto: Ton-Harland.nl. Uitwerkingsplan 10-dagen model. Wet Tijdelijk Huisverbod Hollands Midden. November 2008

Als opvoeden een probleem is

Rotterdamse Meldcode. huiselijk geweld en kindermishandeling

Gemeente Delft. In de bijlage is een overzicht opgenomen van definities.

Datum 13 augustus 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over Aangiftebereidheid van minderjarige slachtoffers mensenhandel

Convenant Stedelijke Aanpak Huiselijk Geweld en Kindermishandeling Gemeente Rotterdam

Veilig Thuis. 1Gelderland Noord & Midden

SIGNS OF SAFETY EN DE MELDCODE KINDERMISHANDELING EN HUISELIJK GEWELD

Protocol en samenwerkingsafspraken Ernstig toegebracht (hersen)letsel bij kinderen

A. Advies van de centrumgemeenten aan het Bestuurlijk Overleg Huiselijk Geweld HM:

11 Stiens, 21 oktober 2014

Het tijdelijk huisverbod en Systeemgericht werken; wat houdt het eigenlijk in

De Wet tijdelijk huisverbod Een handreiking voor gemeenten en professionals

Aan de Voorzitter van de Tweede kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Oplegvel Collegebesluit

Rapport. Een onderzoek naar een klacht over de Raad voor Rechtsbijstand.

Achterblijven na een huisverbod...

Presentatie Samen Veilig. Auteur : Connie Mindertsma Datum : 13 februari 2017

Calamiteitenprotocol Wmo en Jeugdwet Rivierenland november 2014

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 januari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Werkwijze Veilig Thuis

ECLI:NL:RBAMS:2010:BM8140

Voorstel. Uitgangspunten regiovisie. De regiovisie gaat uit van de volgende uitgangspunten:

Eerste Kamer der Staten-Generaal

KWALITEITSKADER VEILIG THUIS ONDERDEEL: ZICHT OP VEILIGHEID

Veilig Thuis & Vrouwenopvang. 18 januari 2016

José Valks-Smits, vertrouwensarts Veilig Thuis

Nieuwsbrief. Landelijk Implementatieteam Wet Tijdelijk Huisverbod. Inhoud

Vangnet zorg en veiligheid

Bureau Jeugdzorg Gelderland Bereikbaar en Beschikbaar

Meldcode kindermishandeling en huiselijke geweld

Meldcode Huiselijk Geweld en Kindermishandeling. Stichting Werkplaats Kindergemeenschap. Voortgezet Onderwijs

Ketensamenwerking: uitdaging en noodzaak. Workshop Ketensamenwerking 26 januari 2009 Amersfoort

Protocol Gezag en omgang na scheiding. Datum 30 januari 2013

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

CMWW. Evaluatie Jeugd Preventie Programma Brunssum

Riedsútstel. Underwerp Regiovisie huiselijk geweld en kindermishandeling. Foech ried/kolleezje: Raad: kaderstellend

Bevoegdheden extern: Hulpofficier van Justitie

Als opvoeden een probleem is

Verbeterplan Veilig Thuis Hollands Midden n.a.v. inspectierapport nov en stand van zaken op 1 maart 2016.

Meldcode bij signalen van Huiselijk Geweld en Kindermishandeling SWOM

Aan de raad van de gemeente Lingewaard

Workshop: Als buiten binnen een probleem is; de Rotterdamse probleemaanpak

Symposium Zedendelicten 11 september Centrum Seksueel Geweld Amsterdam

Mandaat college Tilburg vrijwillige plaatsing in gesloten instelling jeugdzorg

Evaluatie Wet tijdelijk huisverbod gemeente Venray juni 2010

ECLI:NL:RBDHA:2013:7717

De Wet meldcode Hoe zit het?

Factsheet radarfunctie Veilig Thuis

Buiten de deur. M. van Zwieten. B. Bieleman. Procesevaluatie Tijdelijk Huisverbod Twente periode maart tot en met augustus 2009

Bureau Jeugdzorg afdeling Jeugdbescherming. Mathilde Roubos Anjo Mangelaars

Onderzoek naar de aanpak van bedreiging en stalking door Bekir E. Plan van aanpak

DIRECT, DICHTBIJ EN DOELTREFFEND

Onderwerp: Evaluatie district Sittard Wet tijdelijk huisverbod vra00108

Als opvoeden een probleem is

Literatuur 145. Het Nederlands Jeugdinstituut: kennis over jeugd en opvoeding 173

FACT-SHEET 3 e kwartaal 2014 Feiten en cijfers (huiselijk) geweld in afhankelijkheidsrelaties in de provincie Groningen

Kinderen beschermen we samen. Gemeente en Raad voor de Kinderbescherming in het nieuwe Stelsel voor de jeugd

Ondertoezichtstelling (OTS) Wat betekent een ondertoezichtstelling voor u en uw kind? Wat kunt u verwachten?

Risicotaxatie bij preventieve uithuisplaatsing

Het Tijdelijk Huisverbod, een korte kennismaking

De Inspecties stellen dat VTRR aan 18 van de 24 verwachtingen van het toetsingskader voldoet.

[MELDCODE HG/KM MINTERS] december 2016

Als opvoeden een probleem is

Risicomanagement bij onder toezicht gestelde kinderen Een notitie naar aanleiding van onderzoek van de Inspectie jeugdzorg oktober 2008

Weloverwogen uit huis plaatsen Effectieve inzet van het huisverbod. Veilig Verder Congres

Afwegingskader in de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling

Transcriptie:

Samenvatting evaluatie pilot geplande screening huisverbod bij kindermishandeling Gemeente Rotterdam Rotterdam, maart 2013 0

Samenvatting Evaluatie pilot huisverbod bij kindermishandeling Inleiding Dit document is een samenvatting van het evaluatierapport van de pilot geplande screening huisverbod bij kindermishandeling. De bevindingen uit de pilot worden in het definitieve rapport uiteraard veel gedetailleerder besproken maar in deze samenvatting komen de belangrijkste bevindingen aan bod. Te beginnen met een toelichting op de aanleiding en het doel van de pilot. Gevolgd door de in de pilot gehanteerde uitgangspunten. Vervolgens wordt in het kort de behandelde casuïstiek besproken en de uitkomst van de beroepsprocedures bij de rechter die uit de pilotzaken zijn voortgekomen. Tot slot treft u een korte schets van de belangrijkste conclusies en aanbevelingen. Aanleiding pilot Begin 2011 werd duidelijk dat de Wet tijdelijk huisverbod (Wth), die op 1 januari 2009 in werking trad, vrij zelden werd ingezet bij vormen van kindermishandeling. Die constatering was onaanvaardbaar, juist kinderen zijn immers afhankelijk van anderen voor een veilig thuis waar zij zonder geweld kunnen opgroeien. Dat lukt ouders niet altijd zelf. Dan is de overheid aan zet, bijvoorbeeld door gebruik te maken van de veiligheidsmaatregel huisverbod die is gekoppeld aan een inspanningsverplichting van de gemeente om een passend hulpaanbod te doen. Wethouder Hugo de Jonge kondigde om die reden in mei 2011 aan dat het huisverbod in Rotterdam vaker en beter ingezet zou gaan worden bij situaties van kindermishandeling. Daarmee ontstond de opdracht om nieuw aanvullend beleid te ontwikkelen voor het huisverbod naast de bestaande werkwijze. Anders dan het huidige kinderbeschermingsinstrumentarium biedt de Wth formeel wel de mogelijkheid om de pleger uit huis te plaatsen in plaats van diens slachtoffers. In Rotterdam hebben we nu beleid ontwikkeld om die formele mogelijkheid ook in praktijk te realiseren. Vanaf mei 2011 zijn we gestart met het nader uitwerken en vooral ook toepassen van wat we nu noemen de geplande screening huisverbod bij kindermishandeling. Daarbij wordt, anders dan binnen het reguliere huisverbod beleid, buiten een actueel politie-incident om ingezet op een screening om te komen tot een huisverbod bij (een vermoeden van) ernstig en onmiddellijk gevaar. Specifiek als het gaat om kinderen die in hun veiligheid en ontwikkeling bedreigd worden door geweld. In de periode voorafgaand aan de pilot zijn er vijftien ad hoc verzoeken om een geplande screening huisverbod behandeld binnen gemeente Rotterdam. Naast het in praktijk experimenteren, waar we voorafgaand aan de pilot veel van hebben geleerd, is in de aanloop naar de pilot ook veel geïnvesteerd in literatuur en jurisprudentie onderzoek. Het resultaat daarvan is als discussienota uitgebracht en vormde de leidraad voor een expertmeeting huisverbod bij kindermishandeling op 1 september 2011. Na de expertmeeting is een ketenbrede multidisciplinaire werkgroep huisverbod bij kindermishandeling opgericht 1 om te komen tot een meer structurele nieuwe werkwijze huisverbod bij kindermishandeling, inclusief instrumenten en het opzetten van een pilot om een en ander in praktijk te toetsen en vervolgens te evalueren. De wens die wethouder Hugo de Jonge in mei 2011 uitsprak om te komen tot een betere inzet van het huisverbod bij kindermishandeling wordt inmiddels nadrukkelijk gedeeld door de ministeries van V&J en VWS. In juli 2011 werden alle gemeenten in Nederland door de Staatssecretaris van V&J, mede namens de Staatssecretaris van VWS, per brief opgeroepen om het huisverbod vaker en beter in te zetten bij kindermishandeling. Alleen in gemeente Rotterdam is daadwerkelijk een aanpak ontwikkeld voor het huisverbod bij kindermishandeling. 1 De werkgroep bestaat uit de GGD, ASHG, Juridische dienst gemeente Rotterdam, politie, AMK/BJZ, Raad voor de kinderbescherming, Crisisinterventieteam huisverbod CVD en het OM. 1

Doel pilot Kindermishandeling wordt nog vaker dan andere vormen van huiselijk geweld niet, of niet in eerste instantie, gemeld bij de politie. Omdat de politie op grond van de Wth in feite de poortwachter is voor de inzet van een screening huisverbod, maar kindermishandeling dus vaak niet (in eerste instantie) daar bekend wordt, bleef het aantal huisverboden met als aanleiding een incident kindermishandeling de afgelopen jaren achter. Doel van de pilot was om een brug te slaan tussen de problematiek van kindermishandeling, en het huisverbod als wettelijke maatregel om die problematiek aan te pakken. Om zo het huisverbod vaker en beter in te kunnen zetten bij kindermishandeling. In de pilot moest ook duidelijk worden in welk soort gevallen het huisverbod als interventie, eventueel naast andere kinderbeschermingsmaatregelen, kan bijdragen aan een voor het kind meest passende, veilige en minst ingrijpende oplossing. Met aandacht voor praktische, procedurele en eventuele juridische obstakels. Voorts moest de pilot zicht geven op de hoeveelheid capaciteit die noodzakelijk is om deze werkwijze uit te voeren en welke partijen daarbij onontbeerlijk zijn. Uiteraard had de pilot ook als functie om te toetsen of het ontwikkelde beleid en in het bijzonder de daarbij horende instrumenten, praktisch werkbaar en juridisch houdbaar zijn. Uitgangspunten pilot Bij de opzet van de pilot huisverbod bij kindermishandeling en het daarvoor ontwikkelde beleid zijn we uitgegaan van acht uitgangspunten: 1. Het huisverbod heeft een meerwaarde in de bestaande aanpak kindermishandeling 2. Gebruik de brede definitie van kindermishandeling 3. Het belang van het kind is meest zwaarwegend 4. Het huisverbod is een veiligheidsmaatregel, geen hulpverleningsinterventie 5. Het huisverbod is geen oplossing in zichzelf, maar wel een middel dat ruimte maakt voor oplossingen 6. Vaststelling van ernstig en onmiddellijk gevaar is niet afhankelijk van een incident maar van alle relevante feiten en omstandigheden in totaal 7. Voorzichtigheid bij het gebruik van de term preventief 8. Ingrijpen bij huiselijk geweld en kindermishandeling is een positieve verplichting voor de overheid Met het aanvullend beleid geplande screening huisverbod beogen we dat het huisverbod niet enkel formeel, maar ook feitelijk meer inzetbaar wordt binnen het kinderbeschermingskader. Zodat de Wth inderdaad nieuwe kansen biedt voor de preventie en bestrijding van kindermishandeling. Werkwijze geplande screening De werkwijze geplande screening huisverbod bij kindermishandeling is in feite een voortraject voor een eventuele screening huisverbod aan de hand van het Risicotaxatie-instrument Huiselijk Geweld (RiHG) door politie, met ondersteuning vanuit het Crisisinterventie team huisverbod van CVD (de reguliere Rotterdamse werkwijze). Dit voortraject begint met de ontvangst van een verzoek geplande screening vanuit hulpverlening. De verzoeker moet bij het indienen van zijn verzoek geplande screening altijd onder meer aangeven wat zijn plan van aanpak is voor het gezin indien er wel, of indien er uiteindelijk juist geen huisverbod wordt opgelegd. Er is een format verzoek geplande screening ontwikkeld dat tijdens de pilot is gehanteerd. Voor de duur van in elk geval de pilot periode is besloten dat alleen AMK/BJZ (Advies en Meldpunt Kindermishandeling / Bureau Jeugdzorg) optreedt als verzoeker geplande screening. Voorts is afgesproken dat in beginsel alleen casuïstiek m.b.t. gemeente Rotterdam behandeld zou worden. Indien een verzoek geplande screening van AMK/BJZ zag op een casus van een van de andere gemeenten in gebied centrumgemeente Rotterdam, is het verzoek echter niet op voorhand afgewezen. In die gevallen is de burgemeester van de betreffende gemeente benaderd met het verzoek om in te stemmen met het volgen van de procedure geplande screening huisverbod bij kindermishandeling. Bestuurlijk draagvlak is noodzakelijk voor de werkwijze, het huisverbod is immers de discretionaire bevoegdheid van de burgemeester. Nadat een verzoek om een huisverbod is ontvangen door het opgerichte multidisciplinaire weegteam geplande screening huisverbod bij kindermishandeling (GGD, politie, CIT CVD en BJZ) doet het weegteam direct en met spoed nader 2

onderzoek en brengt vervolgens een (schriftelijk) advies uit om wel of geen screening huisverbod te starten. Het weegteam maakt voor het opstellen van het advies gebruik van het daarvoor ontwikkelde format inclusief toelichting en checklist. Bij een positief advies van het weegteam wordt een Hulpofficier van Justitie van de politie (HOvJ) benaderd om aan de hand van het RiHG een huisverbodscreening uit te voeren. De uiteindelijke beslissing tot het wel of niet opleggen van een huisverbod wordt namens de burgemeester (via mandaat) door de Hulpofficier van Justitie genomen. Bij een negatief advies van het weegteam wordt de verzoeker geïnformeerd over de reden van afwijzing. Indien een geplande screening leidt tot het opleggen van een huisverbod heeft de verzoeker geplande screening zoveel mogelijk de casusregie gedurende het huisverbod terwijl de casemanager huisverbod van het Advies en Steunpunt Huiselijk Geweld (ASHG) in die gevallen vooral belast is met de procesregie, waaronder dus ook het adviseren aan de burgemeester over een eventuele verlenging of intrekking. Dit vergt een nauw samenspel tussen de verzoeker en het ASHG. Verloop pilot Bij de start van de pilot in mei 2012 duurde het enige tijd voordat er daadwerkelijk verzoeken werden ontvangen van AMK/BJZ door het weegteam. AMK/BJZ is een grote organisatie met zeer veel verschillende onderdelen en teams. Het voldoende informeren van al die werkvloeren over de nieuwe werkwijze in de pilot was daardoor complex. De implementatie van de nieuwe werkwijze bleek begin mei daardoor, ondanks de wel verrichte inspanningen, nog niet voldoende te zijn gerealiseerd. De uitvoering in de pilot heeft om die reden de nodige vertraging opgelopen. Tussen mei en december 2012 zijn uiteindelijk in totaal twaalf verzoeken geplande screening ontvangen door het weegteam. Voorts zijn door AMK/BJZ zelf intern nog een aantal casus besproken waarin uiteindelijk om uiteenlopende redenen niet is gekozen voor een verzoek geplande screening huisverbod. De mogelijkheid om bij kindermishandeling een huisverbod in te zetten is gedurende de pilot wel steeds meer gaan leven binnen AMK/BJZ als mogelijk beschikbare interventie bij kindermishandeling. Behandelde casuïstiek Er zijn in totaal twaalf verzoeken geplande screening huisverbod ontvangen. Zeven van die twaalf verzoeken voldeden volledig aan de vastgestelde pilot kaders. Kortom: verzoeken van AMK/BJZ m.b.t. minderjarigen die (in brede zin) slachtoffer waren van vormen van geweld en waarbij de casus speelde binnen het gebied gemeente Rotterdam. Vijf verzoeken weken daarvan af. In vier gevallen omdat het een casus betrof uit een andere gemeente dan Rotterdam, en in een geval omdat het verzoek niet van AMK/BJZ kwam maar van het ASHG, waarbij de casus ook niet zag op kindermishandeling maar op partnergeweld tegen een jonge vrouw zonder kinderen. In de vier zaken die betrekking hadden op andere gemeenten dan Rotterdam heeft in één geval de betreffende burgemeester geen medewerking willen verlenen aan de inzet van een geplande screening omdat hij twijfelde aan de juridische juistheid van de werkwijze. In de overige drie gevallen stemde de burgemeester(s) wel in. Het weegteam heeft van de twaalf ontvangen verzoeken er dus elf in behandeling kunnen nemen. In negen van die elf zaken heeft het weegteam positief geadviseerd waarna in al die gevallen door de politie ook een RiHG screening huisverbod is uitgevoerd. In acht van die negen zaken resulteerde dat in het opleggen van een huisverbod. In een geval is er na positief advies van het weegteam en de conform het advies uitgevoerde RiHG screening door de politie, uiteindelijk besloten om toch geen huisverbod op te leggen. Tijdens de RiHG screening werd duidelijk dat (ook) moeder niet bereid en in staat was veiligheid te bieden. Direct overleg met BJZ rondom die bevinding resulteerde in een spoedprocedure bij de kinderrechter voor spoed uithuisplaatsing. De stukken m.b.t. de geplande screening huisverbod, in het bijzonder het advies van het weegteam, zijn bij de kinderrechter in het kader van die procedure ingediend en hebben een rol gespeeld in de beoordeling. De kinderrechter heeft daarbij aangegeven de inspanningen om tot een andere oplossing dan uithuisplaatsing van het kind te komen indrukwekkend te vinden. De inzet van de procedure geplande screening huisverbod heeft uiteindelijk in deze casus, anders dan gehoopt en verwacht, dus wel een zeer positieve toegevoegde waarde gehad. De werkgroep, en het weegteam in 3

het bijzonder, ziet juist ook deze casus als een succes in de nieuwe aanpak. In een van de elf behandelde verzoeken vond een escalatie plaats waar BJZ van op de hoogte raakte terwijl het verzoek geplande screening nog in behandeling bij het weegteam was. Er is toen op acute basis ingezet op het huisverbod (conform de derde beleidslijn huisverbod 2 ). In een van de elf behandelde verzoeken heeft het weegteam negatief geadviseerd over het inzetten van een geplande screening huisverbod, in die zaak waren overigens geen minderjarigen betrokken. De in het kader van de pilot opgelegde negen huisverboden zijn op drie na allemaal verlengd door de burgemeester met 18 dagen. Voor vrijwel alle behandelde verzoeken gedurende de pilot geldt dat er sprake was van zowel partnergeweld met kinderen als getuige, als van signalen van directe vormen van (fysieke) kindermishandeling. In een geval was er sprake van mishandeling van een minderjarig meisje door haar veel oudere, meerderjarige broer. Voor elf van de twaalf ontvangen verzoeken geldt dat de beoogde uithuisgeplaatste een man was. In een geval betrof het een oudere broer, in de overige gevallen was het de vader of stiefvader (en partner / echtgenoot). In een geval werd beoogd om zowel vader als moeder uit huis te plaatsen door hen beiden een huisverbod op te leggen zodat de kinderen met zorg vanuit BJZ in de woning zouden kunnen blijven en er gelijktijdig nader onderzoek en een veiligheidsplan gemaakt kon worden om te bezien of voorkomen kon worden dat de kinderen op de langere termijn ook zonder beide ouders zouden moeten opgroeien. In die casus waren de kinderen kort voor het verzoek reeds met spoed uit huis geplaatst en stonden zij dus ook al onder toezicht (OTS). De reden voor het verzoek geplande screening was dat het voor deze kinderen het beste leek te zijn indien zij zelf in hun woning zouden kunnen verblijven gedurende het nader onderzoek naar hun veiligheid. Mits de beide ouders afwezig zouden zijn en de dagelijkse zorg door BJZ zou worden gedragen. Daar dit verzoek betrekking had op een andere gemeente dan Rotterdam en de betreffende burgemeester niet instemde met de procedure geplande 2 Huisverbod bij kindermishandeling. Beschrijving uitvoering Wet tijdelijk huisverbod & aanvullend beleid huisverbod bij kindermishandeling, gemeente Rotterdam, april 2012 http://www.ggdrotterdamrijnmond.nl/huiselijkgeweld/professionals/rotterdamse-aanpak.html screening heeft dit plan geen doorgang kunnen vinden. De kinderen zijn uiteindelijk (vooralsnog) definitief uit huis geplaatst. Beroepsprocedures bij de rechtbank Gedurende de pilot is in drie zaken beroep ingesteld bij de rechtbank tegen het opleggen van het huisverbod door de uithuisgeplaatste. In een geval in combinatie met een voorlopige voorziening. Het beroep van de uithuisgeplaatste werd in die zaak ongegrond verklaard. De uitspraak van de rechtbank maakt duidelijk dat de werkwijze geplande screening de rechterlijke toets kan doorstaan en biedt dus verder houvast voor de nu ontwikkelde werkwijze. In de tweede beroepszaak, zonder voorlopige voorziening, werd wederom de gemeente in het gelijk gesteld en de werkwijze geplande screening rechtmatig geacht. Bovendien heeft ook de Raad van State zich inmiddels positief uitgelaten over de werkwijze geplande screening (ging om een huisverbod bij kindermishandeling uit het aan de pilot voorafgaande ad hoc beleid). In de derde beroepszaak in een pilot casus kwam het niet tot behandeling bij de rechtbank omdat de uithuisgeplaatste het beroep voorafgaand aan de zitting had ingetrokken. De positieve jurisprudentie met betrekking tot de werkwijze geplande screening maakt duidelijk dat het door Rotterdam ontwikkelde beleid past binnen de kaders van de Wth. Instrumenten Voorafgaand aan de pilot waren verschillende instrumenten ontwikkeld die in de pilot zijn gebruikt. Het gaat dan met name om het formulier verzoek geplande screening en het format plus toelichting en checklist voor het advies van het weegteam. Deze instrumenten bleken goed bruikbaar en kunnen dan ook gehandhaafd worden bij een voortzetting van deze aanpak. Wel zullen ze op basis van de bevindingen in de praktijk op een paar punten worden aangepast bij voortzetting van deze aanpak. Die aanpassingen hebben vooral betrekking op het verzoek formulier en gaan vooral om lay out aspecten en het nog gerichter maken van de door de ontvanger gewenste informatie van verzoeker bij het invullen van het formulier. De ervaring in de pilot was namelijk dat ingediende verzoeken vaak aanleiding gaven tot het opvragen van nadere gegevens omdat de informatie in het verzoek te kort was weergeven of op punten niet voldoende volledig was en daardoor vragen opriep 4

die het weegteam dan moest uitzetten bij de verzoeker naast het sowieso geldende onderzoekswerk. Dit leidt tot meer belasting van het weegteam en vergt extra tijd in de procedure. Voorts zijn in de praktijk enkele punten geconstateerd die aangevuld kunnen worden in de beide formats. Die punten zijn bij elke zaak wel betrokken, maar voor toekomstig gebruik is het mogelijk wel beter en efficiënter om die onderdelen ook expliciet in de formats te betrekken. Voor het formulier verzoek geplande screening gaat het dan in elk geval om het toevoegen van de vraag wat het plan van aanpak is indien het eventuele huisverbod bij beroep en voorlopige voorziening door de uithuisgeplaatste bij de rechtbank zou sneuvelen. 3 In dat geval kan de pleger immers direct weer naar huis hetgeen in voorkomende gevallen voor grote onveiligheid kan zorgen waardoor een back up plan voor de achterblijvers vooraf klaar moet liggen. Bij het format van het weegteam geldt eigenlijk alleen dat er een onderdeel verloop van de procedure moet worden toegevoegd. Voor het overige was dat format, inclusief toelichting en checklist zonder meer volledig. Wel blijkt uit de pilot ervaringen dat nog gezocht wordt naar hoe uitvoerig (in lengte en detail) een advies van het weegteam exact moet zijn (zowel als het gaat om de informatie voor de Hulpofficier van Justitie als met het oog op eventuele beroepsprocedures bij de rechtbank). En daarnaast op welke wijze de conclusie van dat advies zo kan worden geformuleerd dat het ook de HOvJ, indien hij overgaat tot een RiHG screening en een uiteindelijk besluit wel of niet opleggen, kan helpen bij het formuleren van zijn uiteindelijke motivering. Er valt dus zeker nog wat te schaven, maar eigenlijk is wat we hadden ontwikkeld voor de pilot ook zonder nadere correcties erg goed bruikbaar zo blijkt uit de ervaringen. Conclusies Kwalitatief is de pilot zeker een succes. Er is in prangende zaken juist voor kinderen met dit nieuwe beleid het uiterste gedaan om de situatie veilig te maken zonder dat de kinderen het veld moesten ruimen. Met bevredigende resultaten. Voor AMK/BJZ biedt de werkwijze de mogelijkheid om te kiezen voor de inzet van het huisverbod in plaats van eventuele vergaande maatregelen zoals 3 Uithuisgeplaatsten met een huisverbod kunnen tegen dat besluit beroep instellen bij de rechtbank. Indien zij daarbij tevens een voorlopige voorziening indienen moet de zaak binnen drie werkdagen op zitting worden behandeld en kan de rechter ook direct, mondeling, uitspraak doen. het uithuisplaatsen van de kinderen. Soms is dat laatste echter toch nodig. Het huisverbod is geen oplossing in zichzelf, het is een instrument waarmee ruimte gemaakt kan worden voor oplossingen. Soms kan dan blijken dat de beste oplossing uiteindelijk toch in een (andere) kinderbeschermingsmaatregel gevonden moet worden, in andere gevallen kan met het huisverbod een situatie gecreëerd worden die ook op de lange termijn de noodzakelijke kaders biedt voor een veilig thuis voor kinderen. Er is met dit aanvullend beleid iets moois en stevigs neergezet dat ruimte biedt voor een nieuwe werkwijze bij kindermishandeling en huiselijk geweld. We kunnen daarmee echt iets betekenen voor kinderen die in en met geweld opgroeien. Het weegteam verricht de intensieve en altijd spoedeisende werkzaamheden met een zeer duidelijk gedeeld gevoel van verantwoordelijkheid en prioriteit. Dat gebeurt met grote zorgvuldigheid en een hoge en noodzakelijke mate van kwaliteit. Hetgeen er ook toe heeft geleid dat de procedure geplande screening inmiddels de rechterlijke toetsing heeft weten te doorstaan, een belangrijk succes voor de pilot. De werkwijze geplande screening vergt echter wel veel van de gemeente en van de ketenpartners zoals politie, CIT CVD en AMK/BJZ. Het kost veel extra capaciteit, met name voor de leden van het weegteam en in het bijzonder de beleidsadviseurs vanuit de gemeente die in dat weegteam deelnemen en verantwoordelijk zijn voor het op schrift stellen van het uiteindelijke advies. Alleen met voldoende capaciteit kan de werkwijze voortgezet, uitgerold en eventueel uitgebreid worden. Dat is dus een punt van aandacht. Zie hierover de aanbevelingen. Er is veel interesse in het Rotterdamse beleid geplande screening huisverbod bij kindermishandeling. Het is op dit moment landelijk het enige antwoord op de vraag hoe het huisverbod vaker ingezet kan worden bij kindermishandeling en op de vraag hoe de preventieve inzet van het huisverbod beter vorm kan krijgen. De ministeries van VWS en V&J hebben de ontwikkelingen in Rotterdam met veel belangstelling gevolgd. In de Monitor Actieplan Kinderen Veilig Thuis van de taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik, die de ministeries op 15 januari 2013 aan de Tweede Kamer hebben toegezonden, staat dat op basis van de bevindingen in de Rotterdamse pilot huisverbod bij kindermishandeling het ministerie van V&J samen met VWS een opdracht zal uitzetten voor 5

het opstellen van een landelijke handreiking voor gemeenten in 2013. 4 Verschillende gemeenten in het land overwegen reeds op dit moment om het Rotterdamse voorbeeld te volgen. Aanbevelingen Het ontwikkelde beleid dat in de pilot is getoetst is zeer toepasbaar in de uitvoering. Het advies is dan ook de werkwijze voort te zetten. Dat vergt echter wel aanzienlijke capaciteit als het gaat om de werkzaamheden voor de leden van het weegteam. In het bijzonder voor de ambtelijke inzet vanuit de gemeente. De juridisch beleidsadviseurs moeten naast de deelname aan de weegteam bijeenkomsten en het onderzoek dat plaats moet vinden bij een verzoek geplande screening ook het advies schrijven. Ook voor de overige weegteamleden is de tijdsinvestering die gepaard gaat met deelname aan de werkzaamheden van het weegteam een aanzienlijke belasting. Alleen indien in deze capaciteit geïnvesteerd wordt kan de werkwijze in de huidige vorm worden voortgezet. Naast het advies om de werkwijze voort te zetten kan gekeken worden naar een uitbreiding van de werkwijze in die zin dat de groep van verzoekers geplande screening zou kunnen worden verruimd. Gedurende de pilot was in beginsel alleen AMK/BJZ aangewezen als verzoeker. Maar de ontwikkelde werkwijze zou ook toegepast kunnen worden indien bijvoorbeeld het ASHG, de coördinatoren van de LTHG s (Lokale Teams Huiselijk Geweld, de Rotterdamse backoffice in de aanpak van huiselijk geweld), het Veiligheidshuis en de hulpverlening in meer brede zin de mogelijkheid krijgen om een verzoek geplande screening in te dienen bij het weegteam. Een dergelijke verruiming van de werkwijze vergt dan wel nog meer investering in de capaciteit van het weegteam dan reeds het geval is bij een voortzetting van de werkwijze in de pilot. Bovendien zal een dergelijke verruiming ook leiden tot een veel grotere instroom van zaken waardoor de capaciteitsdruk ook voelbaar zal worden bij de casemanagers huisverbod bij het ASHG en de juridisch beleidsadviseurs casuïstiek huisverbod die de rechtmatigheidstoetsing uitvoeren voor de burgemeester evenals het adviseren over verlenging en intrekking. Een uitbreiding van de werkwijze kan dus niet plaatsvinden zonder een uitbreiding van de 4 Taskforce kindermishandeling en seksueel geweld; Monitor Actieplan Kinderen Veilig Thuis 2012-2016, nulmeting, Den Haag, november 2012, pagina 32-33. uitvoeringscapaciteit bij het team huisverbod in Rotterdam. Aanbeveling is verder om de werkwijze bij voortzetting ook uit te rollen binnen het gebied centrumgemeente Rotterdam, voor zover daar bij gemeenten in dat gebied bestuurlijk draagvlak bestaat. Indien dat draagvlak aanwezig is, zal deze uitbreiding meebrengen dat de juridisch beleidsadviseurs huisverbod van die gemeenten in voorkomende casuïstiek zullen moeten deelnemen aan het weegteam en de adviezen zullen moeten schrijven. Dit vergt de nodige implementatie en ondersteuning vanuit gemeente Rotterdam als centrumgemeente. Voordeel van een geografische uitrol is dat het voor in elk geval AMK/BJZ makkelijker werken wordt indien de maatregel breder inzetbaar wordt dan alleen voor Rotterdam. Dat zal ook helpen bij het beter inslijten van de mogelijkheid van een huisverbod als interventie bij kindermishandeling bij de werkers binnen AMK/BJZ. Zowel bij voortzetting als eventuele vormen van uitbreiding en uitrol van de werkwijze zal fors geïnvesteerd moeten worden in implementatie door middel van informeren, het ontwikkelen van informatiemateriaal en training. Uit de implementatiefase van de pilot is geleerd dat dit echt veel tijd en aandacht vergt. En zonder verzoekers die de mogelijkheid van een huisverbod op het netvlies hebben krijgt de werkwijze natuurlijk geen vorm. Een geplande screening begint immers met een verzoek. Het inzetten van het huisverbod bij kindermishandeling is nadrukkelijk een wens vanuit de ministeries van V&J en VWS. Zoals de Rotterdamse pilot uitwijst brengt die inzet grote capaciteitsvragen met zich mee. Het lijkt dan ook van belang met de ministeries in gesprek te gaan over de financiering van deze werkwijze vanuit het rijk. De middelen die vanuit het rijk ontvangen worden voor het huisverbod door de (centrum)gemeenten zijn reeds te beperkt en dekken de werkelijke kosten niet voldoende indien het huisverbod, zoals in Rotterdam, echt wordt uitgevoerd zoals bedoeld. De inzet rondom kindermishandeling via de geplande screening is daarin niet eens meegenomen. Indien het rijk deze werkwijze, zoals het zelf aangeeft, van belang acht ligt het in de lijn om in gesprek te gaan over de financiering daarvan. Temeer omdat de ministeries in de Monitor van de Taskforce kindermishandeling en seksueel misbruik hebben aangegeven de werkwijze te willen uitwerken in een landelijke 6

handreiking voor gemeenten, die in dat geval ook tegen de capaciteitsproblemen zullen aanlopen. Tot slot. De werkwijze geplande screening huisverbod is in Rotterdam opgezet rondom kindermishandeling. Maar de werkwijze leent zich ook voor andere vormen van huiselijk geweld zoals partnergeweld en ouderenmishandeling. In de toekomst zou daarom gekeken kunnen worden naar een inhoudelijke uitbreiding van de werkwijze. Mits de capaciteit dit toelaat. 7