Fotografie Leerjaar 1 In- & outdoor/ Bloem & vormgeving



Vergelijkbare documenten
Diafragma, hoe werkt het

Basisbegrippen in de fotografie

HANDMATIG FOTOGRAFEREN

7 supertips over SCHERPTE & DIEPTE. voor natuurfoto s met een WOW-factor. Fotograferen in de natuur.nl. Toine Westen

BASIS FOTOGRAFIE BASISBEGRIPPEN

Fotografie: van opname tot archivering deel 1. Bruno Vandermeulen

Macro fotografie De eerste is de scherpstelafstand van de lens De tweede belangrijke waarde is de reproductiefactor

Wat is fotograferen? foto=licht grafie=schrijven Het vastleggen van licht

Het doel. is om een eerste inzicht te geven in de basis van de digitale fotografie.

Fotografie Pro 1 SCHERPTEDIEPTE

Tips voor betere foto's

De belichtingsdriehoek

Welkom bij Foto van Beloois. Uitgangspunten. Werkwijze lessen van 2 uur. Oefeningen na elke les

Uitgebreid naslagwerk bij. Fotografie Workshop. door. Boukje Canaan

Bij de meeste camera s is de keuze van de belichtingsregelingen met een zogenaamd programmakeuzewiel

Workshop Fotografie oktober 2016

Fotograferen op P, Av, Tv of M? Welke stand wanneer?

De voordelen van de belichtingsregelingen onder creatief gebruik zijn in de meeste gevallen een juist belichte en creatievere foto.

7 stappen naar een onscherpe achtergrond

Cursus Fotografie Les 2. Nu aan de slag

Belichting. Bepaal je ISO-waarde altijd nadat je de diafragma en sluitertijd hebt bepaald.

10 Tips voor betere portretfoto's

Over foto s gesproken. Diana Bokje

LOREO MACRO 3D LENS. Tips voor het gebruik

fotografie Aquarium Er E n r ö ö Dob Do ro r n o yi

Figuur 1: gekleurde pixels op een digitale sensor

Fotografie Basiskennis! 13 september 2005 Door Augustijn Buelens & Jeff Ceuppens

Diafragma - sluitertijd - ISO-waarde

Digitale fotografie onder water

HDR- FOTOGRAFIE. Inleiding. Het digitale beeld - Bijlage

E-pages van Beterelandschapsfoto

FOTOGRAFIE BASIS. Jelmer de Haas

Fotograferen in de Berry

M A C R O fotografie

WORKSHOP PORTRETFOTOGRAFIE

Fotografie Leerjaar 2 In- & outdoor design/ Bloem & vormgeving

Scherptediepte. Scherpte diepte wordt dikwijls weergegeven als 'DOF' (DepthOf Field)

Portretfotografie. Portretfotografie. Scherptediepte. Tips & Trucs portretfotografie

Reader 37. Workshop Fotografie. September 2007 Mediatheek Moller Tilburg

Opening Bierkade Joris Komen Fotografie

Fotografie tips voor betere landschapsfoto's

Welkom op de avond Basistechniek camera. Gerrit Valkenwoud

Productfotografie in je eigen thuisstudio

Balans tussen orde en chaos ontsnappen aan de chaos. ordening = de onderlinge samenhang tussen de verschillende elementen

SCHERPTEDIEPTE EN EXPOAPERTURE 2

thema sport Sportfotografie Hoe doe

Tips voor avondfotografie

INVULFLITS. Niet zo geslaagd hé!

Instellingen. Afbeelding 3.1 Boven op een spiegelreflexcamera. draaiknop waarmee de M-stand kan worden ingesteld.

Ontdek De Basis Van De Betere Foto. Door Peter van Veen

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 2. De fotocamera AV Voorkennis: Geen

Tips voor betere foto s. Tips voor betere foto s. Camera vasthouden. Camera vasthouden. Camera vasthouden. Autofocus

Macrofotografie Wanneer is Macro Macro? Hulpmiddelen: Opdracht: Onderwerp Tip

Opdrachten. Druk dit document af en maak hierop aantekeningen tijdens uw fotosessies

Nachtfotografie. de nacht geeft haar geheimen prijs. G. van Koppen

Natuurfotografie. Kijken, zien en dán pas fotograferen. Luc Hoogenstein

10 fotografietips voor jouw vakantie

Scherptediepte. Inleiding

Extra Thema: Manueel fotograferen De M-stand

7 tips voor het fotograferen in een donkere kerk

Hoe maak je een HDR-foto?

Hoe maak ik mooiere foto s?

Tips; betere foto's maken (bron: hema.nl)

DE COMPOSITIE INKIJKVERSIE

De regel van derden. 1 Compositie

Tien tips voor vuurwerk fotograferen

8 tips voor lichtmeting

Deel 1. Wat is HDR fotografie?.

Digitale fotografie. 7 juni Gezinsbond Kieldrecht en Luc Bosmans

Creatief met tegenlicht fotograferen

Les 2. Brandpuntsafstand/Objectieven & Sluitertijd. Basiscursus Digitale Fotografie

Verschillende lenzen, verschillende toepassingen.

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 3. Fotografische vormgeving AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond.

Architectuurfotografie. Tips

Demonstratie objectfotografie. Charles Strijd

Lenzen. Welke lens moet ik kiezen en voor welk doel?

Uitleg opnamens met een digitale camera

STILL: workshop fotobewerking

SENSOR op stof en vlekken controleren

Scherpte in de fotografie

COMPOSITIE. een introductie

Fotograferen in een sporthal

Belichtingsregelingen: Introductie

ISO. Diafragma. Sluitertijd. Scherptediepte

Begrippenlijst 6 Massamedia Klas 3

Welkom workshop Portretfotografie

Personen bij weinig licht

3 CA: kunstwerk verwoording eigen mening 3 Datum: verwerking recensie + extra folders 1 Paraaf docent

De meeste van onze camera s beschikken over de instelmogelijkheid: AUTO de camera past zelf de gevoeligheid aan (iso)

11 tips voor accenten in foto s

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 4. Licht AV

Workshopvoorbereiding

HET DIAFRAGMA. Voor iedereen die er geen gat meer in ziet. Algemeen

Portretfotografie Dieptescherpte

Minicursus Digitale fotografie

Goed belicht. Diafragma, sluitertijd en ISO-waarde

Het gebruik van filters bij landschapsfotografie. Myriam Vos

OPDRACHTKAART. Thema: AV-technieken. Fotografie 6. Scherptediepte AV Voorkennis: Je hebt de opdracht De fotocamera afgerond.

Honden fotografie. Exif: ISO 160, F8, 1/800sec op 84mm (buiten in de zon gefotografeerd) Lisa Oerlemans Photography / Lisa Oerlemans

Transcriptie:

Fotografie Leerjaar 1 In- & outdoor/ Bloem & vormgeving

Fotografie Leerjaar 1 In- & Outdoor Design niveau 4 - BOL auteur: Elfi Voermans eindredactie: Elfi Voermans versie: juli 2015 MBO Den Bosch

Inhoud PERIODE 2 Les 1 1. Wat is fotografie? 2. Fotograferen van een voorwerp Les 2 3. Compositie van een foto; guldensnede 4. Compositie van een foto; uitsnede en beeldvullend Les 3 5. Dieptewerking; voorgrond - achtergrond Les 4 6. Compositie van een foto; horizontale-, verticale-, diagonale draaiing 7. Compositie van een foto; beeldhoeken Les 5 8. Compositie van een foto; perspectiefwerking met één verdwijnpunt 9. Compositie van een foto; perspectiefwerking met twee verdwijnpunten Les 6 10. Belichtingstechnieken; belichtingsposities 11. Belichtingstechnieken; natuurlijk licht Les 7 12. In de fotostudio (ppt) 13. Belichtingstechnieken; fotolampen Les 8 Belichtingstechnieken; fotolampen 14. Belichtingstechnieken; Kleuren licht Les 9 15. Productfotografie PERIODE 3 16. Fototechnieken; werking diafragma en sluitertijd 17. Fototechnieken; bewegend voorwerp 18. Fototechnieken; tekenen met licht 19. Fototechnieken; de beweging op het station 20. Fototechnieken; beweging met de camera creëren 21. Fototechnieken; beweging vastleggen : draaien lens (focuspunt) 22. Fototechnieken; werking sluitertijd; beweging bevriezen ( sporter ) PERIODE 4 23. Fotografie en Photoshop 24. Fotografie en Photoshop 25. Stop motion: animatie filmpje Lekker gek! 26. Maken eindfoto (laten zien wat er afgelopen jaar geleerd is)

taak voorbereiding 1. Wat is fotografie? plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om uit te leggen wat fotograferen is met een spiegelreflexcamera en hoe deze foto s het beste worden opgeslagen Introductierondje voorstellen met leerlingen aan de hand van een foto Uitleg fotografie - tijd: 15 minuten Bekijken PPT - Wat is fotografie? (lenzen Gerben, Bianca) 90 min Het is van belang om te weten wat je kunt bereiken met een spiegelreflexcamera en hoe je de foto s zo optimaal mogelijk kunt opslaan en eventueel bewerken. do Maak een handleiding/werkblad waarbij je inzichtelijk maakt hoe foto s worden opgeslagen. Gebruik hiervoor de PPT als leidraad. Omschrijf alles in eigen woorden en maak het met schetsjes, afbeeldingen of foto s duidelijk. Maak een handleiding/werkblad waarbij je inzichtelijk maakt wat voor soort lenzen er bestaan voor een spiegelreflexcamera check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 2. Fotograferen van een voorwerp plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om een voorwerp te fotograferen met verschillende mogelijke achtergronden. Daarbij ben je in staat om de juiste eigenschappen van het voorwerp te combineren bij een passende achtergrond. Introductierondje voorstellen met leerlingen aan de hand van een foto Uitleg fotografie - tijd: 15 minuten Toelichting mogelijke aanschaf spiegelreflexcamera Lezen bijlage 1 90 min Het fotograferen van een voorwerp met verschillende achtergronden zorgt ervoor dat het voorwerp steeds een andere uitstraling krijgt. Als fotograaf heb je de taak om een passende achtergrond te vinden bij een bepaald voorwerp, zodat deze optimaal tot zijn recht kan komen. do Fotografeer een voorwerp met 6 verschillende achtergronden: kleurcontrast, kleurharmonie, zwarte achtergrond, witte achtergrond, textuurcontrast (print/bewerking achtergrond), textuurharmonie (print/bewerking achtergrond). Geef een beschrijving van wat er gebeurt met er met de uitstraling van de foto wanneer hij op verschillende manieren is gefotografeerd (geef bij iedere opstelling een beschrijving van wat jij ziet 'veranderen aan het karakter' van de foto). check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 3. Compositie van een foto; Guldensnede plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om het begrip guldensnede toe te passen bij het maken van een foto. Lezen bijlage 2 Bekijken van een filmfragment the da vinci code Bekijken van PPT met een aantal voorbeelden van het begrip guldensnede in de fotografie 90 min De guldensnede kom je in het vormgeversvak erg vaak tegen. Wanneer je de basisbegrippen beheerst kun je deze overal op loslaten tijdens creatieve processen. do Omschrijf in eigen woorden het begrip guldensnede Ga op zoek naar 10 afbeeldingen waarbij je de guldensnede aanduid (zie bijlage 1, voorbeeld1) Fotografeer verschillende voorwerpen waarbij je rekening houdt met de guldensnede check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 4. Compositie van een foto; Uitsnede en beeldvullend resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om vooraf te beslissen of je een beeldvullende foto maakt of kiest voor een uitsnede. Deze keuze is gebaseerd op het onderwerp of verhaal van de foto. Lezen bijlage 3 Uitleg over spelen met verschillende uitsneden, zie PPT. 90 min Het fotograferen van een voorwerp of persoon waarin je kiest voor een beeldvullende foto of een uitsnede zorgt ervoor dat het voorwerp of persoon op verschillende manieren tot zijn recht komt. Je leert spelen met het weglaten of juist het accentueren van bepaalde informatie in een beeld. Op deze manier zorg je ervoor dat de aandacht naar een bepaald stukje van het beeld gaat. do Uitleg over spelen met verschillende uitsneden, zie PPT. Maken van 5 eigen uitsneden met behulp van je eigen meegebrachte tijdschrift. Bedenk van te voren goed waar jij het accent gaat neerleggen. Geef een omschrijving wat er gebeurt met de uitstraling van het object of persoon wanneer je een uitsnede maakt. (geef bij iedere uitsnede een schriftelijke beschrijving van wat jij ziet) Ga op zoek naar 5 verschillende afbeeldingen waarbij er op verschillende manieren is gewerkt met uitsneden (zie voorbeeld). Maak gebruik van het internet, fotoboeken en magazines. check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 5. Dieptewerking; Voorgrond - achtergrond plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om vooraf te beslissen of je de achtergrond of juist de voorgrond laat meespelen in een foto door hier juist wel of niet op te focussen, oftewel op scherp te stellen. Deze keuze is gebaseerd op het onderwerp of verhaal van de foto. Lezen bijlage 4 Uitleg over spelen met voorgrond - achtergrondwerking, zie PPT. 90 min Het fotograferen van een voorwerp of persoon waarin je een keuze maakt tussen het scherpstellen van de voor- of achtergrond, zorgt ervoor dat het voorwerp of persoon op verschillende manieren tot zijn recht komt. Je leert spelen met het weglaten of juist het accentueren van bepaalde informatie in een beeld. Op deze manier zorg je ervoor dat de aandacht naar een bepaald stukje van het beeld gaat. do Uitleg over spelen met voor- en achtergrondwerking, zie PPT. Ga op zoek naar 5 verschillende afbeeldingen waarbij er op verschillende manieren is gespeeld met de voorgrondwerking. Ga op zoek naar 5 verschillende afbeeldingen waarbij er op verschillende manieren is gespeeld met de voorgrondwerking. Maak 3 foto s waarbij je speelt de achtergrondwerking. Maak 3 foto s waarbij je speelt de voorgrondwerking. Maak gebruik van het internet, fotoboeken en magazines. check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 6. Compositie van de foto; horizontale-, verticale-, diagonale draaiing plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om vooraf te beslissen of je foto juist in de lengte-, breedte-, of diagonaal neemt. Deze keuze is gebaseerd op het onderwerp of verhaal van de foto. Je geeft een eigen effect mee aan de foto. Lezen bijlage 5 Uitleg over spelen met voorgrond - achtergrondwerking, zie PPT. 90 min Om met de natuur als inspiratiebron te kunnen vormgeven is het van belang enige kennis te hebben over de werking van de natuur. do Maak in totaal drie foto s: 1. Met een horizontaal karakter 2. Met een verticaal karakter 3. Met een diagonaal karakter Geef per foto een omschrijving wat er veranderd aan het karakter van de foto check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 7. Compositie van een foto; Beeldhoeken plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om foto s vanuit verschillende beeldhoeken te analyseren en toe te passen. Lezen bijlage 6 Uitleg over verschillende beeldhoeken 90 min Door vanuit verschillende posities foto s te nemen krijgen de beelden ook hun eigen verhaal. Daarbij is het van belang dat je de keuze van de beeldhoek hebt bepaald bij het verhaal van het voorwerp. do Geef van de volgende begrippen een omschrijving: kikkerperspectief, vogelperspectief Ga op zoek naar afbeeldingen met de volgende beeldhoeken: kikkerperspectief, vogelperspectief, frontale foto, foto van achter het object, diagonaal, foto van de zijkant Maak van de volgende voorbeelden ook een eigen foto: kikkerperspectief, vogelperspectief, frontale foto, foto van achter het object, diagonaal, foto van de zijkant check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 8. Compositie van een foto; Perspectiefwerking met één verdwijnpunt plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om een foto te maken met één duidelijk verdwijnpunt. Lezen bijlage 7 Uitleg perspectiefwerking in een foto 90 min Door bewust om te gaan met verdwijnpunten krijg je vaak meer dieptewerking in je foto do Ga op zoek naar 6 verschillende afbeeldingen waarbij er op een andere manier gebruik is gemaakt van één verdwijnpunt Maak 6 foto s waarbij je gebruik maakt van verschillende standpunten die naar één verdwijnpunt kunnen leiden, (zie opdracht 6 voor de 6 verschillende standpunten ) check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 9. Compositie van een foto; Perspectiefwerking met twee verdwijnpunten plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om een foto te maken met twee duidelijke verdwijnpunten. Lezen bijlage 7 Uitleg perspectiefwerking foto 90 min Door bewust om te gaan met verdwijnpunten krijg je vaak meer dieptewerking in je foto do Ga op zoek naar 6 verschillende afbeeldingen waarbij er op een andere manier gebruik is gemaakt van één verdwijnpunt Maak 6 foto s waarbij je gebruik maakt van verschillende standpunten die naar twee verdwijnpunten kunnen leiden, (zie opdracht 6 voor de 6 verschillende standpunten ) check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak voorbereiding 10. Belichtingstechnieken; Belichtingsposities plan Je bent in staat om verschillende belichtingsposities toe te passen in je eigen resultaat foto s. Daarbij ben je in staat om verschillende belichtingsposities te herkennen in andere foto s of afbeeldingen. vooraf Uitleg belichtingsposities werktijd 90 min Door de juiste lichtbron in te zetten, kun je een product of onderwerp in een foto een ander karakter meegeven. Dit karakter zorgt ervoor dat de kijker er belang een bepaald gevoel bij krijgt wanneer hij de foto bekijkt. Jij hebt dus als fotograaf in de hand welk gevoel je de kijker kan bezorgen. do Ga op zoek naar de volgende begrippen: Richting van het licht: a. Licht van boven b. Licht van onderen c. Frontaal licht d. Zijlicht e. Tegenlicht f. Strijklicht Geef bij alle begrippen een duidelijke omschrijving en ga op zoek naar een duidelijke afbeelding. Maak per begrip nu ook zelf een foto check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak uitvoering 11. Belichtingstechnieken; Natuurlijk licht plan Je bent in staat om met de zon als lichtbron verschillende belichtingsposities resultaat toe te passen in je eigen foto s. vooraf Uitleg opdracht natuurlijk licht werktijd 90 min Door de juiste lichtbron in te zetten, kun je een product of onderwerp in een foto een ander karakter meegeven. Dit karakter zorgt ervoor dat de kijker er belang een bepaald gevoel bij krijgt wanneer hij de foto bekijkt. Jij hebt dus als fotograaf in de hand welk gevoel je de kijker kan bezorgen. do Ga op zoek naar de definitie natuurlijk licht. Schrijf dit in eigen woorden op. Geef een omschrijving te geven over op welke manieren je gebruik kan maken van een natuurlijke lichtbron Geef een aantal voorbeelden waarbij je met natuurlijk licht een ander karakter kan creëren Maak een foto in het ochtend- middag- en avondlicht. Kies hiervoor steeds dezelfde standplaats Beschrijf wat er met het karakter van het licht in de foto gebeurd tijdens deze verschillende 3 tijdstippen Ga op zoek naar 3 afbeeldingen waarbij er gebruik is gemaakt van deze 3 tijdstippen check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak voorbereiding 12. de fotostudio; Alle attributen plan Je bent in staat om met verschillende fotolampen/hulpmiddelen te werken. resultaat Daarbij ben je in staat om verschillende belichtingstechnieken te herkennen in andere foto s of afbeeldingen en zelf toe te passen in je eigen foto s. vooraf Bekijken PPT fotostudio werktijd 90 min Door de juiste lichtbron in te zetten, kun je een product of onderwerp in een foto een ander karakter meegeven. Dit karakter zorgt ervoor dat de kijker er belang een bepaald gevoel bij krijgt wanneer hij de foto bekijkt. Jij hebt dus als fotograaf in de hand welk gevoel je de kijker kan bezorgen. do Gebruik de PPT als leidraad bij het maken van taak 13

taak uitvoering 13. Belichtingstechnieken; Fotolampen plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om met verschillende fotolampen/hulpmiddelen te werken. Daarbij ben je in staat om verschillende belichtingstechnieken te herkennen in andere foto s of afbeeldingen en zelf toe te passen in je eigen foto s. Uitleg opdracht Lezen bijlage 8 90 min Door de juiste lichtbron in te zetten, kun je een product of onderwerp in een foto een ander karakter meegeven. Dit karakter zorgt ervoor dat de kijker er een bepaald gevoel bij krijgt wanneer hij de foto bekijkt. Jij hebt dus als fotograaf in de hand welk gevoel je de kijker kan bezorgen. do Ga op zoek naar de volgende begrippen: Karakter van licht: a. Hard licht b. Zacht licht c. Diffuus licht Geef bij alle begrippen een duidelijke omschrijving en ga op zoek naar een duidelijke afbeelding Maak per begrip nu ook zelf een foto Ga op zoek naar de volgende begrippen: Hulpmiddelen van een fotolamp: a. Softbox b. Honingraat c. Paraplu (wit) d. Paraplu (zwart) e. Beautydish f. Reflectiescherm (goud) g. Reflectiescherm (zilver) h. Reflectiescherm (wit) i. Kleppenset j. Belichtingsmeter Voeg per hulpmiddel ook zelf een foto toe check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

taak voorbereiding 14. Belichtingstechnieken; Kleuren licht plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om verschillende kleuren licht en toe te passen in je eigen foto s. Daarbij ben je in staat om verschillende kleuren licht te herkennen in andere foto s of afbeeldingen. Uitleg opdracht PPT kleuren licht 90 min Door de juiste lichtbron in te zetten, kun je een product of onderwerp in een foto een ander karakter meegeven. Dit karakter zorgt ervoor dat de kijker er een bepaald gevoel bij krijgt wanneer hij de foto bekijkt. Jij hebt dus als fotograaf in de hand welk gevoel je de kijker kan bezorgen. do Geef bij alle begrippen een duidelijke omschrijving en ga op zoek naar een duidelijke afbeelding De kleur van het licht: a. Warm licht b. Koud licht c. Kleurenfilter op de lens d. Kleurenfilter op de lichtbron e. Regulatie en betekenis witbalans check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

15. Productfotografie plan resultaat vooraf werktijd belang Je kunt de belangrijkste kenmerken benoemen van productfotografie en weet deze toe te passen in het maken van een eigen productfoto. Hierbij leer je te werken met de juiste belichtingsapparatuur en kun je het product op meerdere manieren belichten. Bekijken PPT productfotografie Uitleg opdracht 90 min Bij het verkopen van een product of dienst is het belangrijk dat dit product of die dienst zo optimaal mogelijk in de kijker komt te staan. Een professionele productfotograaf weet wat hij of zij moet doen om de positieve kanten van uw product te doen opvallen, en de eventueel wat mindere kanten wat weg te werken. Het is belangrijk om te weten op welke manier je een product in beeld moet brengen. Welke belichtingstechnieken het beste bij een product passen en hoe je dit allemaal voor elkaar krijgt. Op deze manier leer je op een verantwoorde manier met professionele apparatuur te werken. Het is ook erg handig om te weten hoe je jouw eigen ontworpen producten het beste kan laten uitkomen op een foto. Dit om bijvoorbeeld goed foldermateriaal te maken of om een professionele portfolio op te bouwen. do Ga op zoek naar 5 productfoto s waarbij het product van boven wordt belicht en met een witte achtergrond is gefotografeerd Bekijk de 5 gekozen productfoto s goed en fotografeer 5 willekeurige producten op dezelfde manier na Let hierbij op: Dat het product centraal staat, daar gaat het tenslotte om. Dat het product versterkt wordt door het licht, het product komt nu beter tot zijn recht. Dat de eigenschappen van het product beter tot uiting komen. Laat je creativiteit de vrije loop, alle andere hulpmiddelen zijn vrij te gebruiken. Ga op een verantwoorde manier om met alle te gebruiken producten. check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

PERIODE 3 foto- technieken

taak voorbereiding 16. Fototechnieken; Werking diafragma - sluitertijd plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om een spiegelreflexcamera handmatig te bedienen Lezen bijlage 10 Uitleg opdracht Bezoek website: www.photonhead.com ( shutter and aparture ) 90 min Door de juiste balans te zoeken tussen de diafragma en de sluitertijd, kun je een product of onderwerp in een foto een ander karakter meegeven. Dit karakter zorgt ervoor dat de kijker er een bepaald gevoel bij krijgt wanneer hij de foto bekijkt. Jij hebt dus als fotograaf in de hand welk gevoel je de kijker kan bezorgen. do Maak een handleiding/werkblad waarin de volgende begrippen worden toegelicht en getoond d.m.v. een afbeelding.:(*belangrijk is dat je de omschrijvingen in eigen woorden maakt!!) a. Wat doet een diafragma en hoe wordt deze aangeduid/aanpassen op je camera? b. Wat doet een sluitertijd en hoe wordt deze aangeduid/aanpassen op je camera? c. Wat zijn ISO waarde en hoe kun je deze op je camera aanpassen? Maak zelf 6 foto s met een spiegelreflexcamera. Kies 2verschillende sluitertijden, 2 verschillende diafragma instellingen en 2 verschillende ISO waarden (1 hele lage en 1 hele hoge instelling) Noteer al deze instellingen!! Omschrijf wat er gebeurd met het karakter van de foto wanneer je een bepaalde instelling hebt gebruikt. Probeer de omschrijving vanuit de technische kant te benaderen. check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

17. Fototechnieken; bewegend voorwerp plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om het diafragma getal zodanig in te stellen dat je beweging kunt signaleren in de foto Lezen bijlage 11 Uitleg opdracht 90 min Door de juiste balans te zoeken tussen de diafragma en de sluitertijd, kun je een product of onderwerp in een foto een ander karakter meegeven. Dit karakter zorgt ervoor dat de kijker er een bepaald gevoel bij krijgt wanneer hij de foto bekijkt. Jij hebt dus als fotograaf in de hand welk gevoel je de kijker kan bezorgen. De afstand tussen het object en de camera bepaald mede of de voor- of achtergrond scherp is of niet. do Maak 5 foto s waarbij je met verschillende sluitertijden een bewegend voorwerp vastlegt (denk hierbij aan een sjaal, veertjes, rollende knikkers, etc.) Schrijf de instellingen op die je hebt gebruikt bij het maken van je foto s Geef aan wat je van deze opdracht geleerd hebt check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

18. Fototechnieken; tekenen met licht plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om het diafragma getal zodanig in te stellen dat je de achtergrond onscherp afgebeeld krijgt. Lezen bijlage 12 Uitleg opdracht 90 min Door de juiste balans te zoeken tussen de diafragma en de sluitertijd, kun je een product of onderwerp in een foto een ander karakter meegeven. Dit karakter zorgt ervoor dat de kijker er een bepaald gevoel bij krijgt wanneer hij de foto bekijkt. Jij hebt dus als fotograaf in de hand welk gevoel je de kijker kan bezorgen. De afstand tussen het object en de camera bepaald mede of de voor- of achtergrond scherp is of niet. do Maak 5 foto s waarbij je met een lange sluitertijd een lichttekening creëert (denk aan verschillende kleuren lampjes) Schrijf de instellingen op die je hebt gebruikt bij het maken van je foto s Geef aan wat je van deze opdracht geleerd hebt check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

19. Fototechnieken; De beweging op het station plan Je bent in staat om met te spelen met de sluitertijd zodat je verschillende resultaat effecten kunt bereiken bij het maken van je foto s. vooraf Uitleg opdracht werktijd 90 min Het fotograferen van een voorwerp in beweging zorgt ervoor dat het voorwerp belang op een andere manier in beeld wordt gebracht. Op deze manier krijg je een nieuwe dimensie aan het voorwerp. do Maak 5 foto s waarbij je met verschillende sluitertijden de beweging op het station vastlegt (denk hierbij aan mensen die in en uit een trein stappen, de bewegende roltrappen, rijdende treinen, etc.) Schrijf de instellingen op die je hebt gebruikt bij het maken van je foto s Geef aan wat je van deze opdracht geleerd hebt check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

20. Fototechnieken; Beweging met de camera creëren plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om met te spelen met de sluitertijd zodat je verschillende effecten kunt bereiken bij het maken van je foto s. Bekijk PPT beweging Uitleg opdracht 90 min Het fotograferen van een voorwerp in beweging zorgt ervoor dat het voorwerp op een andere manier in beeld wordt gebracht. Op deze manier krijg je een nieuwe dimensie aan het voorwerp. do Maak 5 foto s waarbij je met verschillende sluitertijden bij een stilstaand voorwerp beweging kan simuleren (denk hierbij aan bloemen, bomen, lijnen etc.) Schrijf de instellingen op die je hebt gebruikt bij het maken van je foto s Geef aan wat je van deze opdracht geleerd hebt check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

21. Fototechnieken; Beweging vastleggen; draaien lens plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om met te spelen met de sluitertijd zodat je verschillende effecten kunt bereiken bij het maken van je foto s. Daarbij ben je in staat om beweging vast te leggen d.m.v. aan de lens te draaien. Bekijken PPT Uitleg opdracht 90 min Het fotograferen van een voorwerp in beweging zorgt ervoor dat het voorwerp op een andere manier in beeld wordt gebracht. Op deze manier krijg je een nieuwe dimensie aan het voorwerp. do Ga op zoek naar 5 afbeeldingen waarbij er sprake is van een foto waarbij er op die manier een beweging is vastlegt (zie uitleg resultaat) Maak zelf ook een 5-tal foto s waarbij je verschillende sluitertijden gebruikt en gelijktijdig aan de lens draait, waardoor je een voorwerp vastlegt tijdens een beweging (zie voorbeelden bijlage PPT). Schrijf de instellingen op wat de stappen zijn geweest bij het maken van de foto s Geef aan wat je van deze opdracht geleerd hebt check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

22. Fototechnieken; Werking sluitertijd - beweging bevriezen plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om met te spelen met de sluitertijd zodat je verschillende effecten kunt bereiken bij het maken van je foto s. Lezen bijlage 13 Uitleg opdracht 90 min Het fotograferen van een voorwerp in beweging zorgt ervoor dat het voorwerp op een andere manier in beeld wordt gebracht. Op deze manier krijg je een nieuwe dimensie aan het voorwerp. do Ga op zoek naar 5 afbeeldingen waarbij er sprake is van een foto waarbij een beweging is bevroren Maak zelf ook een 5-tal foto s waarbij je verschillende sluitertijden gebruikt, waardoor je een voorwerp bevriest tijdens een beweging (zie voorbeelden bijlage 12). Let erop dat je de achtergrond daarbij onscherp stelt. Schrijf de instellingen op die je hebt gebruikt bij het maken van je foto s Geef aan wat je van deze opdracht geleerd hebt check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

PERIODE 4 foto- technieken

23. Fotografie & Photoshop; Panorama plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om d.m.v. verschillende foto s tot één panorama beeld te komen Bekijken PPT Uitleg opdracht 90 min Op deze manier kun je een extreem uitgerekte panorama foto creëren waarbij het lijkt alsof er met een groothoeklens is gefotografeerd. do Maak zelf ook een 10-tal foto s waarbij de ene foto naadloos aansluit op de ander Voeg deze foto s toe aan Photoshop en verwerk deze samen tot een panorama beeld Let hierbij op de volgende onderdelen: Het is niet duidelijk zichtbaar op het totaalbeeld dat de foto uit meerdere foto s is opgebouwd De foto heeft een duidelijke perspectiefwerking De foto creëert een wijde en open blik en geeft een gevoel van vrijheid check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

24. Fotografie & Photoshop; Me, myself and I plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om jezelf in verschillende rollen op een foto te plaatsen Bekijken PPT Uitleg opdracht 90 min Door op deze manier een foto te manipuleren krijg je een speels en vervreemd beeld. do Je fotografeert je zelf in 5 verschillende rollen / houdingen op een witte achtergrond Je verwerkt al deze foto s tot één beeld Je eindfoto is voorzien van 5 verschillende persoonlijkheden check & act Bespreek de resultaten met je docent Feedback verwerken in het resultaat Werk de opdracht verder uit in je verslag/fotoverwerkingsboek (zie opleveren)

25. Stopmotion: Animatiefilmpje lekker gek plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om een animatiefilmpje van 1 min. te produceren. Het filmpje is uit meerdere fotobeelden opgebouwd zodat er beweging ontstaat wanneer deze snel achter elkaar worden afgespeeld. Bekijken aantal voorbeelden op youtube (legofilmpje, Dove evolution, etc.) Uitleg opdracht 3 weken Op deze manier leer je op een creatieve manier fotobeelden te maken en na te denken over hoe een animatiefilmpje is opgebouwd. Deze methode kun je uiteindelijk weer toepassen wanneer je jouw eigen maakproces in beeld wil brengen tijdens een presentatie. do Maak groepjes van 2 voor de volgende opdracht Maak een animatiefilmpje opgebouwd uit meerdere fotografische beelden Kies een lekker gek onderwerp en blaas het nieuw leven in! Let hierbij op: Dat de fotobeelden scherp zijn Het filmpje minimaal 30 sec tot 1 minuut duurt Het een glimlach bij een ander op het gezicht kan toveren Het in elkaar gezet kan worden met Windows Moviemaker Er een passende melodie/liedje onder gezet wordt Dat het filmpje wordt geplaatst op youtube Het filmpje aan elkaar gepresenteerd wordt

26. Maken eindfoto: De transfer plan resultaat vooraf werktijd belang Je bent in staat om het geleerde te verwerken in een eindfoto Uitleg opdracht Loting technieken leerjaar 1 3 weken Op deze manier leer je op een creatieve manier fotobeelden te maken en na te denken over hoe een animatiefilmpje is opgebouwd. Deze methode kun je uiteindelijk weer toepassen wanneer je jouw eigen maakproces in beeld wil brengen tijdens een presentatie. do Maak één foto waarin je drie geleerde technieken van het afgelopen leerjaar laat terugkomen. De geleerde technieken worden per leerling verloot Het onderwerp is vrij Geef een duidelijke motivatie bij jouw gemaakte foto De foto moet van artistieke waarde zijn

Bijlage 1. Compositie van een foto; Harmonie en contrast Contrasten Een contrast is het verschil tussen tegenstellingen. Bijvoorbeeld tussen licht en donker of tussen twee kleuren, tussen personen, vormen, texturen en structuren. In de fotografie is de beheersing van het contrast een technische uitdaging, ofwel hoe krijg je de foto zo dat zowel in de donkere als in de lichte gedeeltes nog details te zien zijn. Je kunt in een foto dus het contrast opzoeken maar je kunt ook op zoek gaan naar juist een eenheid in vorm, kleur, etc. foto: kleurcontrast foto: vormcontrast foto: donker en licht contrast foto: contrast tussen personen foto: contrast in textuur foto: contrast in structuur

Harmonie Een harmonie is een eenheid vormen. Bijvoorbeeld met licht en donker of bij kleuren, personen, vormen, texturen en structuren. Foto: Desiré Palmen Foto: Debora Scheffer Foto: Centraal Labo Foto: parelparadijs

Bijlage 2. Compositie van een foto; Guldensnede Compositie Een foto die door - bijna - iedereen als mooi wordt ervaren, bevat vaak universele kenmerken. De schoonheid zit 'm dan niet in de getoonde situatie of persoon, maar in de wijze waarop het onderwerp is gefotografeerd. Het is de compositie die bepalend is voor de waardering die de foto ontvangt. Guldensnede Als je een object fotografeert, plaats het dan niet midden in het beeld, maar op ongeveer een derde aan de linker of rechter zijkant - de zogeheten guldensnede-lijn. Om spanning in hun uiting op te bouwen, passen schilders en architecten deze regel al eeuwen toe. Daardoor zijn we meer dan we ons realiseren gewend om naar een dergelijke beeldopbouw te kijken. Denk bijvoorbeeld aan de nieuwslezer van het journaal die op een derde van het scherm zit terwijl ernaast beelden verduidelijken waarover het nieuwsitem gaat. In veel gevallen is zo'n vlakverdeling ook in een foto te bereiken. In deze voorbeeldfoto legt de leegte van het gebouw de nadruk volledig op de jonge monnik. foto: Frank Muller

Bijlage 3. Compositie van een foto; Uitsnede Achtergrondinformatie over het gebruik van uitsneden bij fotografie: Een dier of plant beelden we lang niet altijd in zijn geheel af. Een mooie uitsnede geeft vaak een krachtiger beeld dan een totaalbeeld. Minder is meer! Met andere woorden minder in beeld is een meerwaarde. Weinig in beeld zegt vaak meer dan veel. Een foto die zich beperkt tot het essentiële, zal in formeel opzicht en naar inhoud duidelijk en geconcentreerd zijn. Het weglaten van overbodige ballast versterkt de foto. Fotografeer je bijvoorbeeld korstmossen, laat dan een stuk schors achterwege, want dit bederft de opname. Eventueel neem je een lager standpunt in en kies je voor een egale lucht. Soms gaat het slechts om het detail. Het is hierbij belangrijk dat je let op wat jij wilt vertellen met jouw foto. Welk element zorgt ervoor dat die foto verteld wat jij bedoeld? foto: website Fotoacademie foto: website Fotoacademie

Bijlage 4. Compositie van een foto; Guldensnede Voorgrond achtergrond Vaak fotograferen we overzichten met een groothoeklens. Dat hoeft op zich niet zo'n probleem te zijn, want op zo'n foto is veel te zien. Maar blijf bij die overzichtsfoto's altijd denken aan helderheid en rust in beeld. Teveel onderwerpen leiden af en geven een rommelige resultaat. Als je toch een overzicht in beeld brengt, neem dan eens een onderdeel van de voorgrond mee. Bijvoorbeeld een overhangende tak of zoals hier een onderdeel van het zeil van de boot. Op die manier is voor de kijker de diepte in te schatten en krijgt hij meer informatie over de situatie. Het werkt ook andersom. Soms werkt het beter om scherp te stellen op de voorgrond zodat je meer detail informatie krijgt van het onderwerp. foto: Frank Muller foto: Roel Groeneveld

Bijlage 5. Compositie van een foto; horizontale-, verticale-, diagonale draaiing De Diagonaal Methode Binnen de fotografie zijn er een aantal regels met betrekking tot compositie die we regelmatig horen. Zo hebben we allemaal wel eens gehoord van de De Gulden Snede. Een compositie regel die bij velen niet zo bekend is, maar toch van groot belang kan zijn is De Diagonaal Methode. De Diagonaal Methode is ontdekt door Edwin Westhoff. Op zijn website www.diagonaalmethode.nl kun je zeer uitgebreid lezen hoe hij tijdens zijn onderzoek deze compositie methode heeft ontdekt. Ook zijn er talloze voorbeelden te zien binnen de reclamewereld, fotografie maar ook bijvoorbeeld de schilderkunst waar deze compositie methode bewust of onbewust is toegepast. De technische kant van deze methode is vrij simpel uit te leggen: vanuit elke hoek van een rechthoekig of vierkant tweedimensionaal werkstuk (zoals een foto of een schilderij) kunnen we de deellijn tekenen. Dit is de lijn die de hoek van 90 graden verdeelt in twee gelijke delen van 45 graden. Deze lijnen zijn tegelijkertijd de meetkundige diagonalen (vandaar de naam Diagonaal Methode ) van de twee vierkanten die elkaar overlappen in een rechthoek. Uit het onderzoek bleek dat kunstenaars en fotografen details die zij belangrijk vonden/vinden, zoals ogen, op deze diagonalen plaatsten. Kunstenaars, maar ook bekijkers van kunstwerken, volgen blijkbaar deze diagonalen, zodat details op deze posities, onmiddellijk opvallen. Bij de Diagonaal Methode gaat het dus om het plaatsen op de lijnen van details, die om wat voor reden dan ook belangrijk zijn in een opname. De Diagonaal Methode is goed toepasbaar binnen de fotografie aangezien het kleinbeeld formaat een verhouding heeft van 2:3. Binnen deze rechthoek kun je twee vierkanten tekenen die elkaar overlappen (zie bovenstaande figuur). Edwin ontdekte dat kunstenaars zoals Rembrandt en beroemde fotografen, maar ook amateurfotografen, vaak details op de diagonalen plaatsten van deze overlappende vierkanten.

Bron: Edwin Westhoff Bron: Interoccasion Bron: Photofacts Bron: onbekend

Bijlage 6. Compositie van een foto; Beeldhoeken Keuze van de juiste beeldhoek: Wij lange Nederlanders moeten bij het maken van een portret in het buitenland vaak door de knieën zakken. Als je op ooghoogte staat met iemand die je fotografeert, kijk je niet óp, maar recht ín het gezicht (zie de foto van het Chinese meisje). Zak bij een portret niet te ver door en voorkom dat je het gezicht van onderaf fotografeert, inclusief kin en neusgaten. Soms levert het hele verassende beelden op als je op zoek gaat naar een hoog of een laag standpunt. Foto: Frank Muller

Bijlage 7. Compositie van een foto; Perspectiefwerking met één wegkijkpunt Perspectief: Foto s worden extra interessant door het gebruik van perspectief. Perspectief is de weergave van diepte in een foto of schilderij. Vooral bij architectuurfotografie kan een foto leven ingeblazen worden door een ongebruikelijk standpunt in te nemen, waardoor er een mooi lijnenspel ontstaat. Onderwerpen die zich goed lenen voor perspectieffoto s zijn bijvoorbeeld wolkenkrabbers, spoorlijnen, smalle straten, bruggen, kanalen en hekwerken. Maak handig gebruik van perspectief door diagonale lijnen terug te laten komen in de foto. Neem een positie in, waarbij de belangrijkste lijnen in de foto diagonaal lopen; vanuit de ene hoek van het kader richting de tegenoverliggende hoek. Het is ook mooi om te werken met het verdwijnpunt. Het verdwijnpunt is het punt waarop twee lijnen in perspectief samenvallen. Wanneer je bijvoorbeeld midden op een lange weg zou staan, zouden de lijnen die worden gevormd door de zijkanten van de weg, bij de horizon samensmelten. Dit is het verdwijnpunt. Het is meestal niet eenvoudig om het verdwijnpunt weer te geven in een foto. De lijnen die je fotografeert moeten vrij lang zijn en er mogen geen gebouwen of bomen in de weg staan. Ook is het vaak nodig om een onhandige (of zelfs gevaarlijke) positie in te nemen als fotograaf. Maar wie goed rondkijkt, vindt vast wel mooie verdwijnpunten die veilig gefotografeerd kunnen worden, denk aan een rechtlopend kanaal vanaf een boot. Perspectieffoto s worden vaak extra interessant wanneer de fotograaf een lage positie inneemt. Probeer eens uit wat je eigen standpunt doet met een foto door bijvoorbeeld een lange rechte bakstenen muur te fotograferen terwijl je strak tegen de muur staat. foto: Evelien Groeneveld foto: Evelien Groeneveld

Één verdwijnpunt Twee verdwijnpunten Drie verdwijnpunten

Bijlage 8. Belichtingstechnieken; Werken met de fotolampen Belangrijke weetjes Als er in de buurt van het onderwerp donkere vlakken bevinden (schaduwen, zwarte muur/ achtergrond), zal het negatief meer belicht worden (door een langere sluitertijd en/of het verder openen van het diafragma) waardoor het eigenlijke onderwerp overbelicht zal worden. Lichte vlakken in de buurt van het onderwerp (water, lucht) leiden er toe dat het negatief minder belicht zal worden, waardoor het feitelijke onderwerp onderbelicht zal worden. Stap 1 De positie van het uit te lichten object: Bepaal eerst de plek waar jou object komt te staan. Bepaal vanaf welke afstand je het object wilt gaan verlichten. Bepaal vanuit welke hoek je het object gaat verlichten. Stap 2 Bedenk welke belichtingsapparatuur je hiervoor gaat gebruiken: (Nu in deze oefening maak je de keuze uit één van de twee opstellingen) Flitsapparatuur met paraplu Flitsapparatuur met softbox Stap 3 Stap 4 Afbeelding 1 Leg/zet het object in de juiste positie en pas je belichtingsapparatuur aan de door jouw gekozen methode. Zet de belichtingslamp aan en zodat je kan zien waar het licht zich op het object bevindt. Dit punt wordt tijdens het nemen van de foto extra belicht door de flitslamp. (zie afbeelding 1)

Stap 5 Sluit de belichtingsmeter aan op de belichtingslamp (zie afbeelding 1) 1. De flitskabel kan nu worden aangesloten aan de achterkant van de belichtingslamp. Hiervoor is maar één mogelijkheid om een plugaansluiting te maken. 2. Sluit de lichtmeter nu aan d.m.v. de andere kant van de flitskabel. Je kunt nu de hoeveelheid licht gaan meten. Afbeelding 2

Stap 6 Werking lichtmeter. Bekijk met welke hoeveelheid Asa je gaat fotograferen (op de camera). Zorg ervoor dat hetzelfde Asa getal nu ook op de lichtmeter juist wordt ingesteld. (zie afbeelding 3) Bekijk daarna met welke sluitertijd of met welke diafragma je het object wilt fotograferen. Stel de sluitertijd of diafragma in op je camera en pas één van de twee ook aan op je lichtmeter. (zie afbeelding 3) Afbeelding 3 Stap 6 Afbeelding 4 Met deze belichtingmeter bepaal je hoeveel licht er van de lichtbron (bijv. de zon) op het onderwerp valt. Hiervoor hou je de lichtmeter tussen het onderwerp en de lichtbron met de lichtgevoelige meetcel naar de lichtbron toegekeerd. (Zie afbeelding 4). Stap 7

Nu kun je het licht gaan meten vanaf het object naar de lichtbron toe door op de flitsknop te drukken. (zie afbeelding 3) Je kunt nu het getal aflezen wat hieruit is voortgekomen, om zo de juiste waarde op je fotocamera te kunnen instellen. Afbeelding 4

Bijlage 9. Fototechnieken; Sluitertijd en diafragma Mogelijkheden spiegelreflexcamera Sluitertijd De tijdsduur waarmee het licht wordt binnengelaten is variabel. Dat kan heel kort zijn, bv 1/1000 seconde, maar het kan ook lang zijn bv ½ seconde of 1 seconde. Die tijdsduur noemen we de sluitertijd. Het geeft de tijd aan dat de sluiter open staat. sluitertijden-reeks (getalaanduiding op camera) Diafragma De diafragma is de opening van de lens. De opening van de lens bepaald hoeveel licht er in de lens kan komen en zorgt voor de juiste verhoudingen van de scherpte diepte. We komen later nog eens terug op dat begrip. De diafragmaring werkt hetzelfde als de iris van het mensen oog. Wanneer wij in te felle zonlicht kijken sluit onze iris, wanneer we door het donker moeten lopen wordt de iris groter. 1. Een laag diafragma-getal (1.4) is een grote opening. 2. Een hoog diafragma-getal (32) is een kleine opening. *!!Verwarring hierover kun je voorkomen, door niet meer over diafragma te spreken, maar over lensopening. Een grote of een kleine opening is onmiddellijk duidelijk. diafragma-reeks (getalaanduiding op camera)

Werkblad werking camera Stap 1 Zet je spiegelreflexcamera aan. Stap 2 Ga naar het cirkeltje bovenop de spiegelreflexcamera en vind de letter M. Draai aan dit cirkeltje tot de letter M bij het streepje uitkomt. (zie afbeelding 1) Afbeelding 1 Stap 3 Stel de juiste sluitertijd in. Dit doe je door aan het tandwiel te draaien, je ziet nu het getal veranderen. Stel nu de juiste sluitertijd in= 1 (zie afbeelding 2) 1 = 1sec.= de lensopening staat nu 1sec. open en legt dit (digitaal) vast. Afbeelding 2

Stap 4 Stel de juiste diafragma in. Draai aan het tandwiel terwijl je de +/- knop indrukt, je ziet nu het getal veranderen. Stel nu de juiste diafragma in= F.. (zie afbeelding 3) F.. = diafragma Draai nu net zo lang aan het tandwiel totdat de weegschaal in balans is. (zie afbeelding 4) Afbeelding 3 Stap 5 Controle in het beeldscherm: bekijk of de instellingen van de sluitertijd en het diafragma juist zijn met de volgende getallen. Sluitertijd getal= 1/. Diafragma getal=f.. Check of de weegschaal in balans, het streepje staat precies in het midden. (zie afbeelding 4) Wanneer het streepje onder het midden staat, dan is de foto onderbelicht Wanneer het streepje boven het midden staat, dan is de foto overbelicht Afbeelding 4

Stap 6 Kijk door de lens en ervaar wat er allemaal te zien is. (zie afbeelding 4) Afbeelding 5

Bijlage 10. Fototechnieken; Werking diafragma Wat is eigenlijk het diafragma? Het diafragma is één van de drie belangrijkste onderdelen van je camera waarmee je kunt beïnvloeden hoe een foto er uit komt te zien. De andere onderdelen die dit bepalen zijn de sluitertijd (hoe lang valt het licht op de sensor) en de lichtgevoeligheid (de iso-waarde). Het diafragma is het onderdeel van de camera dat bepaalt hoeveel licht de film of digitale sensor bereikt. De werking ervan kun je eenvoudig zien met je hand. Als je je duim en wijsvinger op elkaar zet heb je een groot diafragma. Als je vervolgens je wijsvinger aan de binnenkant van je duim laat glijden wordt het gat waardoor licht valt steeds kleiner. Hetzelfde zie je met de pupil van je oog. Als je in een donkere ruimte bent is de pupil groter dan als je in een hele lichte omgeving bent. De hoeveelheid licht die op de sensor valt bepaalt hoeveel scherptediepte er in de foto zit. Scherptediepte is de afstand waarbinnen het onderwerp op de foto scherp wordt weergegeven. Door te spelen met de diafragma waarde krijg je een volledig onscherpe achtergrond of juist, een volledig scherpe achtergrond en alles wat daar tussen in zit. En dat biedt dus mogelijkheden om creatief te fotograferen. Het diafragma werkt in stappen, elke stap heeft een halvering van het licht tot gevolg, en heeft een éénop-één relatie met de sluitertijd. Als je het diafragma kleiner maakt (minder licht), moet je om dezelfde belichting van het onderwerp te krijgen de sluitertijd verlengen. Laat het diafragma meer licht door dan moet de sluitertijd worden verkort om dezelfde belichting te krijgen. Zo heb je (afhankelijk van de hoeveelheid licht die beschikbaar is) de mogelijkheid om te kiezen voor een bepaalde scherptediepte van een scene. Diafragma wordt aangeduid met het f-getal. Dit is de brandpuntafstand (f) gedeeld door de diameter van het diafragma (D). Hieruit volgt een F-schaal die de stappen beschrijft van het diafragma: f/1 f/1.4 f/2 f/2.8 f/4 f/5.6 f/8 f/11 f/16 f/22 f/32 f/45 f/64 Elke stap naar rechts (in de fotografie vaak uitgedrukt met de term stop of exposure value EV) betekent een halvering van de hoeveelheid licht die op de sensor valt. Elke stap naar links is een verdubbeling van de hoeveelheid licht die op de sensor valt. Het diafragma één stop kleiner maken, bijvoorbeeld van f/2.8 naar f/4, betekent dat je de sluitertijd één stap langer moet instellen om dezelfde hoeveelheid licht op de sensor te laten vallen. Moderne camera s, waar het diafragma in de camera body wordt ingesteld, hebben een schaal met kleinere stappen van een halve stop maar vaker 1/3 stop. Om naar een hele stop te springen gaat het diafragma dan 3 plekken naar links of rechts. Voor 1/3 is gekozen, omdat de ISO lichtgevoeligheid ook met 1/3 stops gaat. Op moderne camera s zie je dus vaak deze schaal: f/1 f/1.1 f/1.2 f/1.4 f/1.6 f/1.8 f/2 f/2.2 f/2.5 f/2.8 f/3.3 f/3.5 f/4 f/4.5 f/5 f/5.6 f/6.3 f/7.1 f/8 f/9 f/10 f/11 f/13 f/14 f/16 f/18 f/20 f/22 Hoeveel scherptediepte je kunt bereiken wordt mede bepaald door de aanwezige hoeveelheid licht. Hoe hoger het f-getal, hoe meer van de scène scherp in beeld zal zijn.

Klein diafragma (hoge f waarde) Bij een kleiner diafragma (uitgedrukt in een hoge f/ waarde) valt er weinig licht op sensor en neemt de scherptediepte toe. Dit betekent bijvoorbeeld dat je in een landschap ook de achterste rij bomen scherp hebt. Doordat er door de kleinere opening minder licht op de film of lens valt neemt echter ook de sluitertijd toe. De lens moet het licht langer op de sensor laten vallen om de foto genoeg te belichten, er moet licht van verder weg in het beeld de lens bereiken. Hiermee neemt ook de kans toe dat je bewegingsonscherpte krijgt als je de camera beweegt. Een heel klein diafragma is bijvoorbeeld f/18 en f/22, maar we spreken al over klein bij rond de f/10. Met diafragma f/9 op 38mm (Canon 30D) is het beeld van voor tot achter scherp Groot diafragma (kleine f waarde) Bij een groter diafragma (uitgedrukt in een kleine f/ waarde) valt er juist veel licht op de lens en krijg je veel sneller onscherpte in de achtergrond van je foto. Hierdoor springt het onderwerp als het ware naar voren naar de kijker en geef je daarmee dus extra aandacht aan het onderwerp. Hoe meer je inzoomt, hoe groter het effect zal worden. Hoe groot het effect wordt is mede afhankelijk van de lens die je gebruikt, wat is de maximale diafragma opening van de lens, hoe lichtsterk is de lens. Over het algemeen geldt hoe lichtsterker (hoe lager de f waarde, hoe groter de diafragma opening) hoe duurder. Veel fabrikanten leveren een f/4 en een f/2.8 variant van een lens, de f/2.8 is altijd duurder. Het wordt met een groot diafragma extra belangrijk om op de goede plek scherp te stellen, het deel dat onscherp is wordt namelijk bepaald door het punt waarop je focust. Met een kleine f/ waarde wordt het kritiek om op het goede deel van het beeld scherp te stellen, want door de beperkte scherptediepte is er soms (vooral bij macrofotografie) sprake van slechts enkele milimeters die scherp in beeld zijn. Goed focussen is dan erg belangrijk. Een vol open diafragma is bijvoorbeeld f/1.4 of f/2.8. De achtergrond is bewust onscherp gemaakt door een groot diafragma te kiezen, waardoor de aandacht op de bloesem wordt gelegd en niet op het Rijksmuseum erachter

In onderstaand voorbeeld zie je het verschil tussen verschillende diafragma waarden. Links met diafragma f/1.4 is alleen het onderwerp (net) scherp, de achtergrond is onscherp. Met diafragma f/5.6 is er al veel meer detail zichtbaar in de achtergrond, de tomaat springt er minder uit. Objectieven De f waarden komen terug in de specificaties van objectieven (in het geval van compactcamera s horen ze ook bij de camera), ze geven de maximum opening en minimum opening van het diafragma aan. Over het algemeen is het zo dat hoe lager het getal, hoe zwaarder en duurder de lens zal zijn. De afweging is kosten tegenover het langer met de hand (in tegenstelling tot een statief) kunnen schieten met weinig licht en de hoeveelheid onscherpte die je wilt bereiken. Zoals alles met fotografie, je kunt het zo duur maken als je wilt en alles is een compromis. Naast de scherpstel kwaliteiten van de lens is het bij de aanschaf van een lens belangrijk te weten wat de lichtsterkte van de lens is. Gelukkig zetten de fabrikanten dit duidelijk op de doos en de lens zelf. Een 28-135mm lens kent bijvoorbeeld de toevoeging f/3.5-5.6. Dit betekent dat bij de grootste hoek van 28mm de maximale opening van het diafragma 3.5 is, bij de meeste inzoom op 135mm is dit nog maar f/5.6. Er zijn ook zoomlenzen met een vaste waarde over het hele bereik. Een 80-200mm f/2.8 lens heeft een maximale opening van f/2.8 op zowel 80mm als op 200mm. Het voordeel daarvan is dat je bij het inzoomen niets aan licht inlevert. Nadeel is wel dat ze (veel) duurder zijn, groter (meer glas gebruiken) en daarom ook meer wegen (glas is zwaar). Veel fabrikanten leveren een f/4 en een f/2.8 variant van de lens, vooral bij telelenzen, waardoor je afhankelijk van je budget en wensen een keuze kunt maken. De scherpte van het beeld wordt ook mede bepaald door het diafragma. Geen enkele lens heeft dezelfde scherpte van de maximale tot de minimale opening. Als je er een grafiek van tekent dan zie je een piek in het midden, hoe breder deze piek is hoe beter de lens. Er is een bepaald gedeelte van de lens waarbij je de beste resultaten haalt. Fotografen kiezen er dan vaak voor om een lens af te stoppen, ze gaan een paar stapjes boven de maximale opening zitten (bijvoorbeeld f/4 in plaats van f/2) om maximale scherpte te bereiken.