Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience

Vergelijkbare documenten
Hieronder volgt een toelichting op de beschikbare budgetposten.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Samenwerking China (NSFC) - Joint seminars

1 Bezoekersbeurs. Call for proposals. Bezoekersbeurs. Den Haag, december 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Wat kan aangevraagd worden

Modules Personele kosten

1 Bezoekersbeurs. Call for proposals. Bezoekersbeurs. Den Haag, november 2016 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Samenwerking China (NSFC) - Reis- en verblijfkosten

Samenwerking Taiwan (MOST) - Scientist exchange

Samenwerking Duitsland - Von Humboldt Stiftung (VHS)

NWA Ideeëngenerator. Call for proposals. Nationale Wetenschapsagenda ste ronde

Samenwerking Japan (JSPS) - Joint seminars

Wetenschappelijke bijeenkomsten ALW

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Complexity Programmable Selforganisation

Call for proposals. Nationale Wetenschapsagenda. Den Haag, maart 2019 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Stimuleringsfonds Open Access - conferentiebijdrage

Wetenschappelijke infrastructuur voor astronomie, informatica en wiskunde

Crossover call. Call for proposals. Exacte en Natuurwetenschappen Sociale en Geesteswetenschappen Toegepaste en Technische Wetenschappen ZonMW

Samenwerking China (NSFC) Reis- en verblijfkosten, seminars

Vrije Competitie Geesteswetenschappen

Stichting Van Moorsel en Rijnierse

Rekentijd Nationale Computersystemen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Astronomie, Informatica en Wiskunde TOP- Subsidies voor vrij onderzoek

Vluchtelingen in de wetenschap

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Call for proposals. Creatieve Industrie: Smart Culture - Kunst en Cultuur

Alfa Meerwaarde Impuls voor publiek-private samenwerking in de Geesteswetenschappen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanvragen. Consortium

Wetenschappelijke bijeenkomsten ALW

Samenwerking Taiwan (MOST)

Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Creatieve Industrie Kennis Innovatie Mapping (KIEM)

Het aanvraagformulier bevat kerngegevens van de aanvrager (hogeschool of onderzoeker aangesloten bij een universiteit).

NWO Creatieve Industrie - Kennis Innovatie Mapping (KIEM)

Call N WO Open NWO Open Competitie voor Digitalisering - SGW. Vooraankondiging: Call for proposals. Sociale en Geesteswetenschappen

Call for proposals. Westerdijk Talentimpuls. Den Haag, maart 2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Life Sciences & Health TKI 2015

Regeling Subsidieverlening

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Innovatieve Publiek Private Samenwerking in ICT (IPPSI) - KIEM

Regeling Subsidieverlening

Impuls voor publiek-private samenwerking binnen de Topsectoren Chemie, Energie, Hightech Systemen & Materialen, Agri&Food, en ICT

BIJLAGE II: REGELING SUBSIDIEVERLENING INFORMATIE VOOR SUBSIDIEAANVRAGERS EN DE FINANCIËLE ADMINSITRATIES

Investeringen NWO-groot

Regeling Subsidieverlening

NWO Open Competitie voor Digitalisering - SGW

Hestia. Call for proposals. Impuls voor Vluchtelingen in de Wetenschap

Stimuleringsfonds Open Access - publicaties

Call for proposals. NRO Kennisbenutting Plus. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

ECHO- en TOP-subsidies

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Call for proposals. NRO Kennisbenutting Plus. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

Promotiebeurs voor leraren

1 NWA Startimpuls. Raad van Bestuur. Call for proposals. NWA Startimpuls. Den Haag, maart 2017 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Valorisation Grant. Richtlijnen voor het aanvragen van financiering voor Valorisation Grant fase-1 en fase-2 projecten

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Bewegen en leerprestaties

Nationale Wetenschapsagenda Onderzoek op Routes door Consortia (NWA-ORC)

Nederlandse regering investeert in de NWA

Call for proposals. Zwaartekracht 2018/2019. Den Haag, maart 2018 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Matchmaking Event Cyber Security Research 22 May 2012 Jan Piet Barthel

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Investeringen NWO-middelgroot

MARET Maatschappelijke aspecten van de regionale energietransitie

Monitoring en evaluatie maatregelen gelijke kansen 2017

Industrial Doctorates Pilot

KIEM (Kennis en Innovatie Mapping)

' * ^ ļ t. .. ' ' - v. - '.. - e 2015/2016. Den Haag, mei 2015 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Call for proposals. Postdocs in de onderwijswetenschappen. Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek

Programme for International Student Assessment (PISA) 2018

Maatschappelijke (re-)integratie van adolescenten en volwassenen met autisme en psychose

Aspasia. Call for proposals. Rondes Vidi en Vici met besluitvorming in 2016

Promotiebeurs voor leraren

ECHO- en TOP-subsidies

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Samenwerking Japan (JSPS)

Investeringen NWO-groot

Wiskundeleraar in onderzoek

Indien anders gewenst, hier omschrijving geven: (max. 20 tekens incl. spaties)

Nationale Wetenschapsagenda

Top-up. Call for proposals. Handleiding Top-up 2018, ronde 5 en 6

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vrije Competitie in de Geesteswetenschappen

B R O C H U R E. KIEM-HTSM voor de Natuurkunde Samenwerkingsprojecten met mkb op het gebied van High-Tech Systemen en Materialen

International Civic and Citizenship Education Study 2016 Programmaraad voor Fundamenteel Onderzoek (PROO)

Complexity in Transport and Logistics

Duurzame businessmodellen

NWA Route Jeugd in Ontwikkeling, Opvoeding en Onderwijs

Smart Culture - Creative Cities

Stimulering Europees Onderzoek

LIFT-HTSM voor de Natuurkunde Samenwerkingsprojecten met private partijen op het gebied van High-Tech Systemen en Materialen

Call for proposals Onderzoek naar vijf innovatiecentra vve

Transcriptie:

Exacte en Natuurwetenschappen Sociale en Geesteswetenschappen Call for proposals Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience 2018 Den Haag/Utrecht, oktober 2018 Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek

Inhoud Inhoud 1 Inleiding 1 1.1 Achtergrond 1 1.2 Beschikbaar budget 2 1.3 Geldigheidsduur call for proposals 3 2 Doel 4 3 Richtlijnen voor aanvragers 6 3.1 Wie kan aanvragen 6 3.1.1 Beperking aantal in te dienen aanvragen 6 3.2 Wat kan aangevraagd worden 7 3.2.1 Personele kosten 7 3.2.2 Materieel krediet 8 3.2.3 Kennisbenutting 9 3.2.4 Internationalisering Money follows Cooperation (MfC) 9 3.2.5 Samenwerking met TNO 10 3.2.6 Aanvullende voorwaarden 10 3.3 Wanneer kan aangevraagd worden 12 3.4 Het opstellen van de aanvraag 12 3.5 Subsidievoorwaarden 14 3.6 Het indienen van een aanvraag 16 4 Beoordelingsprocedure 18 4.1 Procedure 18 4.2 Criteria 20 5 Contact en overige informatie 22 5.1 Contact 22 5.1.1 Inhoudelijke vragen 22 5.1.2 Technische vragen over het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC 22 5.2 Definities 22

1 Hoofdstuk 1: Inleiding / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience 1 Inleiding 1.1 Achtergrond In deze brochure vindt u informatie over het indienen van onderzoeksvoorstellen voor de ronde Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience. De eerste fase van het onderzoeksprogramma Complexity is gestart in 2009 en liep tot 2014. De resultaten zijn kort samengevat in het paper "Grip on Complexity" (2014) 1, dat ook een kader schetst voor vervolgonderzoek. Op basis hiervan zijn verschillende subsidierondes ontwikkeld: Complexity in Transport and Logistics (2015), Complexity in Health & Nutrition (2016) en Complexity Programmable Self-organisation (2017). In deze programma s worden aspecten van complexe systemen op het vlak van verschillende topsectoren bestudeerd. In deze Call for Proposals ligt de focus op onderzoek naar complexe systemen ten behoeve van de topsector Creatieve Industrie. De maatschappelijke transities die gaande zijn (digitalisering, energie) vragen van creatieve professionals een andere manier van werken. Er is sterke behoefte aan meer kennis over hoe zij in nauwe samenwerking met domeinspecifieke deskundigen systeeminterventies kunnen ontwerpen waarmee grote maatschappelijke uitdagingen op meso- (een maatschappelijke sector) en macroniveau (de samenleving) kunnen worden aangepakt. Een van die uitdagingen is het creëren van een veerkrachtige samenleving. De vraag hoe individuen bijvoorbeeld via hun netwerken bijdragen aan de dynamiek van het systeem speelt daarin een grote rol. Aan vergelijkbare vragen wordt gewerkt door onderzoekers op het gebied van complexe systemen. Zij onderzoeken (hoe greep te krijgen op) complexe verschijnselen op het macroniveau van een systeem, die ontstaan door de lokale interacties op microniveau tussen de vele elementen of actoren in het systeem. Er is echter nog relatief weinig uitwisseling tussen de benaderingen op het gebied van de Creatieve Industrie en de onderzoeksmethoden op het gebied van complexe systemen. Daar liggen interessante onderzoeksuitdagingen en kansen. Voor de voorliggende Call Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience wordt samengewerkt door de NWO-domeinen Exacte en Natuurwetenschappen en Sociale en Geesteswetenschappen, en de topsector Creatieve Industrie, in overleg met TNO. Het uitgangspunt voor deze Call is het reeds bestaande kader neergelegd in Grip on Complexity. Vanwege de relatie met de topsector Creatieve Industrie wordt in deze Call rekening gehouden met de Kennis- en Innovatieagenda van de topsector Creatieve Industrie 2. De Kennis- en Innovatieagenda van de Creatieve Industrie kent drie samenhangende hoofdlijnen; Design for Change, Value Creation, The Human Touch. In deze Call is in het bijzonder de hoofdlijn Design for Change van belang in combinatie met toepassingsgebieden zoals bijvoorbeeld de gezondheidszorg, voedsel, circulaire economie, of mobiliteit. Daarnaast wordt aangesloten bij de maatschappelijke uitdaging inclusieve en innovatieve samenleving en de NWA-route Op weg naar veerkrachtige samenlevingen, wat eveneens een door de voormalige programmacommissie Complexity benoemde prioriteit is. 1 www.nwo.nl/en/about-nwo/media/publications/ew/paper-grip-on-complexity.html 2 www.clicknl.nl/kennis-en-innovatieagenda/

2 Hoofdstuk 1: Inleiding / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience Complexity Complexe systemen zijn overal om ons heen: grote, zoals het internet en de wereldeconomie, en kleinere, zoals de vervoersnetwerken. Grip op de dynamiek van complexe systemen wordt gekenmerkt door: - het identificeren en beïnvloeden van emergent gedrag - het anticiperen op en beïnvloeden van transities in complexe systemen - het gebruik maken van veerkracht Dit zijn algemene kenmerken die kunnen worden waargenomen op een breed aantal gebieden, zoals gezondheid en biologie, ecologische diversiteit, hightech systemen, efficiënt transport, genetica en financiën. Deze kenmerken staan met elkaar in verband, maar zijn niet altijd allemaal aanwezig. In sommige gevallen overlappen zij elkaar. De meeste complexe systemen zullen overigens wel alle drie de kenmerken vertonen. Omdat deze drie dynamieken zorgen voor verschillende invalshoeken voor interventie, bieden zij een kader om de complexiteit te analyseren zodat kan worden achterhaald of, en in welke mate, we er wel of geen grip op kunnen krijgen. Er is al heel wat onderzoek gedaan naar deze, en andere, complexe systemen en gebieden. Dit heeft erin geresulteerd dat onderzoeksmethoden, modellen en andere instrumenten zijn ontwikkeld. De wetenschap gaat nu een nieuwe fase in voor wat betreft het bestuderen van complexe systemen. De focus verschuift van begrip naar grip. Hoe kunnen we deze systemen beheren en beïnvloeden? Hoe moeten we reageren op onzekerheden? Hoe maken we markten krachtiger en ziekten juist minder krachtig? Creatieve Industrie Vanuit de Creatieve Industrie, en in het bijzonder de ontwerpende disciplines, is er behoefte aan kennis om impact te kunnen genereren op systeemniveau. Daarbij spelen vragen een rol zoals: - Hoe kan netwerktheorie helpen om een systeem en alle interacties tussen de elementen te modelleren? - Hoe stellen we vast waar en hoe te interveniëren in een bestaand systeem (voor een optimaal resultaat)? - Hoe gaan we om met eigenaarschap van/binnen een systeem en wat betekent dat voor de businessmodellen? De oriëntatie op complexiteitstheorie biedt perspectieven om beredeneerd en methodisch impact te creëren. Bijvoorbeeld door het in kaart brengen (gigamapping) en analyseren van complexe systemen, het in aansluiting daarop modelleren en simuleren van acties en interventies, of door het benoemen en kwantificeren van aspecten van systeemtransities. Meer specifiek kunnen we hierbij onder andere denken aan het in kaart brengen van weerstand in het systeem en het benoemen, analyseren en (indien mogelijk) voorspellen van kantelpunten in (sociale) transformaties. Zo kan de creatieve industrie met behulp van methoden en concepten uit de complexiteitstheorie bijdragen aan vraagstukken op het gebied van digitalisering en eigenaarschap, smart cities en de deeleconomie, culturele netwerken en zorgsystemen. De Creatieve Industrie draagt bij aan het creëren van impact in dergelijke systemen door interventies, experimenten en oplossingen die voor de betreffende sector op het eerste gezicht niet voor de hand lijken te liggen. 1.2 Beschikbaar budget Voor de huidige ronde in het innovatiecontract 2018 2019 bedraagt het totaal beschikbare subsidiebudget maximaal M 2,0. Dit is beschikbaar gesteld door de

3 Hoofdstuk 1: Inleiding / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience NWO-domeinen Exacte en Natuurwetenschappen (ENW) en Sociale en Geesteswetenschappen (SGW). Binnen de onderzoeksprojecten werken onderzoekers samen met private partners (zie paragraaf 5.2 voor de definitie). Deze partners leveren een bijdrage (cash en in kind) aan het onderzoeksproject. Uit het beschikbare budget worden de onderzoeksposities en toegekende additionele middelen gefinancierd. Daarnaast rekent NWO 0,5% van de totale cash projectkosten voor haar aanvullende programma-initiatieven (o.a. bijeenkomsten). 1.3 Geldigheidsduur call for proposals Deze call for proposals is geldig voor de beoordelingsprocedure van voorstellen ingediend tot en met de sluitingsdatum 18 april 2019, om 14:00 uur CEST. LET OP: De sluitingsdatum voor verplichte vooraanmeldingen is 17 januari 2019, 14:00 uur CET.

4 Hoofdstuk 2: Doel / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience 2 Doel De verbinding van het programma Complexiteit met de Creatieve Industrie leidt tot een gezamenlijk initiatief dat moet bijdragen aan kennis voor een inclusieve, innovatieve en veerkrachtige samenleving. Onderzoek moet niet alleen bijdragen aan kennis voor de ontwikkeling van producten en diensten, maar ook aan kennis over interventies op systeemniveau zodat deze kunnen helpen bij oplossingen voor maatschappelijke uitdagingen. Daarbij is bijvoorbeeld kennis van het gedrag van de gebruiker en de mate waarin systemen zelfregulerend kunnen zijn van belang. Complexe systemen zijn overal om ons heen: grote, zoals de wereldeconomie en het mondiale ecosysteem, en kleinere, zoals de vervoersnetwerken of de online platformeconomie. Complexe systemen laten zich niet zomaar vangen of beschrijven. Grip op complexiteit vraagt om het ontwikkelen en inzetten van modellerings- en simulatietechnieken en (tekst)analyse, maar ook om methoden en technieken om vorm te geven aan interventies en experimenten in het maatschappelijk domein. Daarbij kan bijvoorbeeld gedacht worden aan participerend onderzoek, agent-based modelling, spel- en netwerktheorie, research through design, en analyse van big data. In Grip on complexity worden drie kenmerken van complexe systemen beschreven: 1. het identificeren en beïnvloeden van emergent gedrag (emergence); 2. het anticiperen op en beïnvloeden van transities in complexe systemen (transition); 3. het identificeren en beïnvloeden van veerkracht (resilience). Bij transities gaat het om systemen die evolueren van een bepaalde toestand naar een geheel andere toestand (bijv. van industriestad naar toeristische stad, van vervoer op basis van fossiele brandstoffen naar elektrisch vervoer). Hiertoe kunnen verschillende interventies of ontwerpen worden ingezet, uiteenlopend van innovatieniches en veldexperimenten tot futuring en modelsimulatie. Ook zijn er emergente ontwikkelingen die verder kunnen worden opgeschaald opdat transities worden versneld, bijvoorbeeld via product-dienstcombinaties en nieuwe marketingtechnieken dan wel standaardisatie en regulering. Bij veerkracht is er juist sprake van behoud: veerkrachtige systemen behouden hun (basale) structuur en functie zelfs in tijden van stress, onzekerheid of plotselinge schokken (zoals industrieel erfgoed met nieuwe bestemming, retentiegebieden bij overstromingen, gebruik van deelplatformen bij calamiteiten). Voorbeelden van mogelijk bijbehorende ontwerpconcepten zijn emergentie in gebruik zoals bij shared spaces, flexibele ontwerpen en meervoudig ruimtegebruik. In de voorliggende ronde wordt verwacht dat in de onderzoeksprojecten de focus wordt gelegd op het meso- en/of macroniveau van systemen, zoals op het niveau van een bedrijfstak, sector of de samenleving. Daarbij zijn de uiteindelijke consequenties op microniveau, daar waar het systeem ingrijpt in het leven van mensen, vaak richtinggevend. Onderstaand zijn drie perspectieven en onderzoeksgebieden gedefinieerd. Een onderzoeksvoorstel dient elk van deze perspectieven tot op zekere hoogte te adresseren: - Analyse: het modelleren van systemen; verdere ontwikkeling van complexiteitstheorie; - Ontwerp: maakbaarheid ( grip ), bijvoorbeeld in de vorm van beïnvloeden, kantelen of interveniëren;

5 Hoofdstuk 2: Doel / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience - Reflectie: het normatieve kader; narratieve projecties om complexe problemen en mogelijke oplossingen inzichtelijk te maken; data interpretatie; governance. Concreet valt te denken aan de volgende voorbeelden: Veel sectoren en infrastructuren zijn momenteel zeer milieubelastend en enkel via een transitie zal een duurzaam alternatief mogelijk zijn (bijv. landbouwsector, automobiliteit, luchtvaart, Rotterdamse haven, etc.). Ook zijn sommige gebieden, sectoren en infrastructuren kwetsbaar vanwege personeelstekort (bijv. jeugdzorg), demografie (bijv. krimpgemeenten), e-commerce (bijv. winkelgebieden), globalisering (Amsterdamse binnenstad) of klimaatverandering (bijv. bouwsector). In dergelijke gevallen is meer veerkracht gewenst. Op macroniveau kan gedacht worden aan de kwetsbaarheid van de samenleving onder invloed van globalisering (migratie, diversiteit) en Internet (fake news, cybercriminaliteit). Samenvattend is het doel van de Call Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience het stimuleren van innovatief, transdisciplinair onderzoek naar complexe systemen, zodat de creatieve professional meer handvatten krijgt voor de ontwikkeling van oplossingen voor persistente maatschappelijke problemen die niet met conventionele manieren van besturen of ontwerpen op te lossen zijn. De Call is onderdeel van het Grip on Complexity programma dat nadrukkelijk tot doel heeft multidisciplinaire samenwerking tussen onderzoekers op het gebied van complexe systemen te stimuleren. De drie perspectieven hoeven niet alle in dezelfde mate geadresseerd te worden in een onderzoeksvoorstel. Consortiumleden dienen echter aantoonbare ervaring te hebben binnen de perspectieven en de bijbehorende wetenschapsgebieden uit de NWO-domeinen ENW en SGW.

6 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience 3 Richtlijnen voor aanvragers 3.1 Wie kan aanvragen Hoogleraren, universitair (hoofd)docenten en andere onderzoekers 3 met een vergelijkbare aanstelling kunnen een aanvraag indienen als zij: - in dienst zijn (i.e. een bezoldigde aanstelling hebben) bij één van de onderstaande organisaties: o Nederlandse universiteiten o KNAW- en NWO-instituten; o het Nederlands Kanker Instituut; o het Max Planck Instituut voor Psycholinguïstiek te Nijmegen; o onderzoekers van de Dubble-bundellijn bij de ESRF te Grenoble; o NCB Naturalis; o Advanced Research Centre for NanoLithography (ARCNL); o Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie. - én een dienstverband (aanstellingsduur) hebben voor ten minste de looptijd van het onderzoek waarvoor de subsidie wordt aangevraagd. Personeel met een 0-uren aanstelling is uitgesloten als (mede)aanvrager. Een uitzondering op de vereiste aanstellingsduur kan gemaakt worden voor: - hoofdaanvragers met een tenure track -aanstelling die ten minste de helft van de vereiste duur beslaat. De aanvragers dienen dan middels een brief aan te tonen dat adequate begeleiding voor de volledige duur van het onderzoek gegarandeerd wordt voor alle uitvoerders voor wie subsidie wordt aangevraagd. - medeaanvragers indien zij kunnen aantonen dat adequate begeleiding voor de volledige duur van het onderzoek gegarandeerd kan worden voor alle uitvoerders voor wie subsidie wordt aangevraagd. Aanvullende voorwaarden 4 : De hoofdaanvrager en medeaanvrager(s) dienen gedurende de periode waarover subsidie wordt gevraagd effectief betrokken te blijven bij het onderzoek waarop de aanvraag betrekking heeft. De onderzoeksinstelling(en) dient de aanvragers in de gelegenheid te stellen gedurende de looptijd van het aanvraagproces en het onderzoek voor een adequate begeleiding van het onderzoek zorg te dragen. De hoofdaanvrager vraagt aan namens het gehele projectconsortium en is de beoogde projectleider. Hij/zij is verantwoordelijk voor de wetenschappelijke samenhang, de resultaten en de financiële verantwoording. De vertegenwoordiging en doorstroom van vrouwen in de wetenschap loopt sterk achter bij die van mannen. Vrouwen worden daarom nadrukkelijk uitgenodigd voorstellen in te dienen. 3.1.1 Beperking aantal in te dienen aanvragen Een onderzoeker kan in deze ronde niet meer dan tweemaal aanvragen, waarvan slechts één maal als hoofdaanvrager. Dat betekent dat hij/zij voor één aanvraag als 3 In deze Call for Proposals worden met onderzoekers zowel vrouwen als mannen aangeduid. 4 Met aanvragers worden zowel hoofdaanvragers als medeaanvragers aangeduid.

7 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience hoofdaanvrager en voor één andere aanvraag als medeaanvrager kan fungeren, of tweemaal als medeaanvrager bij twee verschillende aanvragen. 3.2 Wat kan aangevraagd worden Per projectvoorstel kan minimaal 145.000 en maximaal 500.000 subsidie bij NWO worden aangevraagd. Er kan subsidie worden aangevraagd ter dekking van de volgende typen kosten (modules): 1. Personele kosten 2. Materiële kosten 3. Kennisbenutting 4. Internationalisering De subsidie dient voornamelijk te worden ingezet voor het creëren van tijdelijke onderzoeksposities (promovendi of postdocs). 3.2.1 Personele kosten Er kan budget worden aangevraagd voor de aanstelling van tijdelijk personeel: promovendi, postdocs, PDeng s of niet-wetenschappelijk personeel. Voor vast personeel, zoals hoogleraren en U(H)D s, is er de mogelijkheid een vervangingssubsidie aan te vragen. NB: Vergoedingen voor promotiestudenten/bursalen aan een Nederlandse universiteit komen niet in aanmerking voor subsidie van NWO. 1a Promovendus/PDEng/MD PhD De richtlijn is dat 1 fte promovendus voor 48 maanden of 0,8 fte voor 60 maanden aangevraagd kan worden. Indien voor de uitvoering van het voorgestelde onderzoek een afwijkende aanstellingsduur gewenst wordt, kan, mits goed gemotiveerd, van de richtlijn worden afgeweken (bijv. PdEng 2 jaar of MD PhD langer dan 4 jaar.) De salariskosten worden vergoed volgens de afspraken in het akkoord Bekostiging wetenschappelijk onderzoek met de VSNU en zijn gebaseerd op de CAO van de Nederlandse universiteiten De door NWO gefinancierde projectmedewerker ontvangt bovenop de salariskosten een eenmalige persoonsgebonden benchfee (k 5) ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de door NWO gefinancierde projectmedewerker. Het akkoord en de maximumbedragen voor personeelslasten zijn te vinden op www.nwo.nl/akkoordbekostiging en www.nwo.nl/salaristabellen. 1b Personeel Postdoc De richtlijn is dat voor de aanstelling van een postdoc gekozen kan worden voor een looptijd tussen 12 en 48 maanden met een minimale omvang van 0,5 fte. De minimale omvang van de aanstelling is 0,5 FTE voor 12 maanden. Deze inzet kan wel over een langere of kortere periode gespreid worden, bijvoorbeeld over de gehele looptijd van het project. Indien men een expertise gedurende kortere tijd wenst in te zetten staat hiervoor het materieel krediet ter beschikking. De salariskosten worden vergoed volgens de afspraken in het akkoord Bekostiging wetenschappelijk onderzoek met de VSNU en zijn gebaseerd op de cao van de Nederlandse universiteiten.

8 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience De door NWO gefinancierde projectmedewerker ontvangt bovenop de salariskosten een eenmalige persoonsgebonden benchfee (k 5) ter stimulering van de wetenschappelijke carrière van de door NWO gefinancierde projectmedewerker. Het akkoord en de maximumbedragen voor personeelslasten zijn te vinden op www.nwo.nl/akkoordbekostiging en www.nwo.nl/salaristabellen. 1c Personeel NWP Deze module kan alleen aangevraagd worden in combinatie met 1a en/of 1b. Voor de aanstelling van niet-wetenschappelijk personeel, specifiek noodzakelijk voor het aangevraagde onderzoeksproject, kan in deze module maximaal 100.000 aangevraagd worden. Het kan hier gaan om bijvoorbeeld student-assistenten, programmeurs, technisch assistenten, analisten etc. De minimale omvang van de aanstelling is 0,5 fte gedurende 12 maanden. De minimale aanstelling kan over een langere periode gespreid worden. Indien men een expertise gedurende kortere tijd wenst in te zetten staat hiervoor het materieel krediet ter beschikking. De salariskosten zijn afhankelijk van het niveau en worden vergoed volgens de afspraken in het meest recente akkoord Bekostiging wetenschappelijk onderzoek met de VSNU en zijn gebaseerd op de CAO van de Nederlandse universiteiten. Het akkoord en de maximumbedragen voor personeelslasten zijn te vinden op www.nwo.nl/akkoordbekostiging en www.nwo.nl/salaristabellen. 1d Vervanging In deze module kan vervanging van de hoofd- en/of medeaanvrager(s) voor vrijstelling van onderwijs-, bestuur- en beheerstaken worden aangevraagd. De vervangingssubsidie kan uitsluitend worden ingezet in combinatie met en ten behoeve van aan te vragen projecten of programma s. Voor de vervangingssubsidie geldt een maximale omvang per project van 5 maanden gebaseerd op 1 fte op het niveau van de postdoc medewerker zoals beschreven in module 1b, tarieven volgens VSNU akkoord. Dit budget is bedoeld voor vrijstelling van de aanvrager(s) voor onderwijs- en begeleidingstaken ten behoeve van de inzet van de aanvrager voor het aangevraagde onderzoek. Hiermee kan de werkgever de kosten dekken van de vervanger die het niet-onderzoeksdeel van de taken van de aanvrager(s) overneemt (zoals onderwijs-, bestuurs- en beheerstaken). Deze taken moeten worden gespecificeerd in de aanvraag. 3.2.2 Materieel krediet Aan materieel krediet kan maximaal 15.000 per jaar per FTE wetenschappelijke positie (modules 1a en 1b) worden aangevraagd. Deze module kan per wetenschappelijke positie maximaal één keer worden ingezet. Als materieel krediet kan het volgende aangevraagd worden, gespecificeerd naar onderstaande drie categorieën: Projectgebonden goederen/diensten - verbruiksgoederen (glaswerk, chemicaliën, cryogene vloeistoffen, etc.) - apparatuur en/of software (bijv. lasers, specialistische computers of computerprogramma's, etc.) Voor deze kleine apparatuur en/of software geldt dat het bedrag binnen het maximale materieel krediet moet blijven en per aanvraag niet meer dan 160.000 mag bedragen. - meet- en rekentijd (bijv. supercomputertoegang, etc.) - kosten voor aanschaf of gebruik van dataverzamelingen (bijv. CBS) - toegang tot grote (inter)nationale faciliteiten (bijv., cleanrooms, synchrotrons, datasets, etc.)

9 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience - werk door derden (bijv. laboratoriumanalyses, dataverzameling, etc.) - personele kosten voor een kleinere omvang dan aangeboden in module 1. Reis- en verblijfskosten (voor de medewerkers die in module 1 worden aangevraagd) - reis- en verblijfskosten (nationaal en internationaal) - congresbezoek (maximaal 2 per jaar) - veldwerk - werkbezoek Uitvoeringskosten - zelf te organiseren binnenlands symposium/conferentie/workshop - kosten open access publiceren - kosten datamanagement - kosten werving (incl. advertentiekosten) - kosten voor vergunningaanvragen (bijv. dierproeven) Niet aangevraagd kunnen worden: - Basisvoorzieningen binnen de instelling (bijvoorbeeld laptops, bureaus etc.) - Onderhouds- en verzekeringskosten Indien het maximumbedrag niet toereikend is voor het uitvoeren van het onderzoek, kan, mits goed gemotiveerd in de aanvraag, daarvan afgeweken worden, met uitzondering van het maximum bedrag voor kleine apparatuur. NWO behoudt zich het recht voor bij de toekenning van een subsidie, vanwege budgettaire overwegingen, niet het gehele bedrag aan aangevraagde materiële kosten toe te kennen. In dat geval dienen de leden van het consortium het niettoegekende deel van de materiële kosten voor hun rekening te nemen. 3.2.3 Kennisbenutting Het doel van deze module is het bevorderen van de benutting van de uit het onderzoek voortkomende kennis. De aangevraagde bijdrage mag niet hoger zijn dan 25.000. Het aangevraagde bedrag moet gespecificeerd zijn. Aangezien kennisbenutting in de verschillende wetenschapsgebieden zeer veel verschillende vormen kent, is het aan de aanvrager om te specificeren welke kosten nodig zijn, bijvoorbeeld voor het maken van een lespakket, een haalbaarheidsstudie naar toepassingsmogelijkheden, of kosten voor het indienen van een octrooiaanvraag. Zie voor meer informatie over kennisbenutting : www.nwo.nl/beleid/kennisbenutting www.nwo.nl/over-nwo/organisatie/nwo-onderdelen/gw/kennisbenutting www.nwo.nl/over-nwo/organisatie/nwo-onderdelen/magw/kennisbenutting. 3.2.4 Internationalisering Money follows Cooperation (MfC) Het doel van deze module is het stimuleren van internationale samenwerking via het principe Money follows Cooperation, waarbij nationaal onderzoeksbudget voor grensoverschrijdende samenwerking wordt ingezet. Money follows Cooperation biedt de mogelijkheid om toegevoegde waarde te creëren voor individuele onderzoeksprojecten door expertise uit het buitenland in te zetten die in Nederland niet op het voor het project gewenste niveau beschikbaar is. Het betreft hier expertise bij organisaties buiten Nederland, die een publieke taak hebben en onafhankelijk zijn in de uitvoering van onderzoek. De aanvrager moet in de aanvraag overtuigend aantonen dat de betreffende expertise niet in Nederland beschikbaar is. Dit wordt in het beoordelingsproces getoetst. Is dit onvoldoende overtuigend dan kunnen de middelen voor deze module niet beschikbaar gesteld

10 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience worden. Daarnaast beschrijft de aanvrager in de begroting de omvang van de voor deze module in te zetten middelen. Hiervoor bestaat in beginsel geen limiet. 3.2.5 Samenwerking met TNO Binnen het kader van de strategische samenwerking voor de Topsectoren en het overkoepelende NWO programma Grip on Complexity, kan TNO participeren in deze Call. De belangrijkste voorwaarden waaronder aanvragers beroep op deze extra faciliteit kunnen doen, zijn Geïnteresseerde aanvragers worden uitgenodigd om TNO te benaderen om de mogelijkheden tot samenwerking te onderzoeken; In het geval van een samenwerking vormt de in-kind bijdrage van TNO een integraal onderdeel van het projectvoorstel en moet TNO zijn commitment bevestigen met een letter of commitment ; TNO biedt een bijdrage in kind waar geen aanvullende financiering voor kan worden verworven middels deze Call. Financiering van derden aan TNO ten behoeve van een voorgestelde project kan worden opgenomen in de aanvraag(begroting). Voor deze financiering geldt dat er geen aanvullende financiering voor kan worden verworven middels deze Call; TNO bekostigt zelf de inzet van TNO-medewerkers en komt niet in aanmerking voor financiering vanuit NWO; In kind bijdrage van TNO is op basis van actuele kostprijstarieven. Aanvragers die geïnteresseerd zijn in een samenwerking met TNO in het kader van de Call Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience worden uitgenodigd TNO rechtstreeks benaderen om de mogelijke verbanden te bespreken (zie paragraaf 5.1 voor verdere contactinformatie). 3.2.6 Aanvullende voorwaarden In een project werken minstens één private partij en minstens één (aanvragende) kennisinstelling met elkaar samen. De private partij(en) dragen minimaal éénvijfde van de projectkosten 5 bij (waarvan minimaal de helft in cash), NWO maximaal viervijfde. Dus voor iedere euro inleg door de private partij(en) legt NWO er via deze Call vier euro bij tot een maximum NWO-bijdrage van 500.000. De cash-bijdrage van de private partij(en) is minimaal 10% van de projectkosten. De in-kind bijdrage van de private partij(en) is eveneens minimaal 10% van de projectkosten. De som van de cash- en in-kind bijdragen van de private partij(en) mag nooit groter zijn dan 50% van de projectkosten; Het cash-deel van het projectbudget dekt de aan te vragen onderzoeks- positie(s), het additionele budget en 0,5% NWO programma-initiatieven; De cash- en in kind-bijdrage(n) die worden opgevoerd in de begroting corresponderen met de Letter(s) of Intent. De cash-bijdrage(n) door de private en / of publieke partner(s) worden in de Letter(s) of Intent expliciet toegezegd aan NWO. In geval van honorering van de aanvraag wordt de cash-bijdrage van elke private en/of publieke partner vastgelegd in een contract tussen NWO 5 Projectkosten bestaan uit de in-cash en in-kind bijdragen van de private partij(en) en de bijdrage van NWO. Eventuele bijdragen van universiteiten, door NWO erkende onderzoeksinstituten, hogescholen, TO2-instellingen (waaronder TNO) en vergelijkbare onderzoeksinstellingen kunnen in het budget worden opgenomen, maar tellen niet mee voor de projectkosten. Ook financiering van derden aan hogescholen, TO2-instellingen (waaronder TNO) en vergelijkbare onderzoeksinstellingen ten behoeve van het project tellen niet mee voor de projectkosten.

11 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience en de private partner. NWO neemt de cash-bijdrage tevens op in de toekenningsbrief van het onderzoeksvoorstel 6 ; NWO rekent 0,5% van de totale cash-projectkosten voor aanvullende programma-initiatieven door NWO. Dit bedrag dekt deels de organisatie en uitvoering van de Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience-activiteiten. Tevens worden er onder andere bijeenkomsten van georganiseerd door NWO. Specificaties ten aan zien van in te brengen in kind bijdragen: In een onderzoeksproject mogen door private partijen en/of publieke partners als in kind-bijdragen worden ingebracht de volgende rechtstreeks aan het onderzoeksproject toe te rekenen en door de private partij of publieke partner gemaakte kosten: a. In het kader van het project gewerkte uren: loonkosten, met dien verstande dat wordt uitgegaan van een uurloon, berekend op basis van het jaarloon bij een volledige dienstbetrekking volgens de kolom «loon voor de loonbelasting» van de loonstaat, verhoogd met de wettelijke dan wel de op grond van een individuele of collectieve arbeidsovereenkomst verschuldigde opslagen voor sociale lasten, en van 1650 productieve uren per jaar. Hierover mag een opslag worden opgevoerd voor overige algemene kosten, groot ten hoogste 50 % van de hierboven bedoelde loonkosten. Het hieruit volgende aan het project toe te schrijven uurtarief, inclusief de genoemde 50% opslag voor algemene kosten, is gemaximeerd op 100. b. Kosten van te verbruiken materialen en hulpmiddelen, gebaseerd op de oorspronkelijke aanschafprijzen. c. Gebruik van apparatuur, machines en software Kosten van aanschaf en gebruik van machines en apparatuur, met dien verstande dat wordt uitgegaan van de aan het project toe te rekenen afschrijvingskosten, berekend op basis van de oorspronkelijke aanschafprijzen en een afschrijvingstermijn van tenminste vijf jaar; kosten van consumables en onderhoud tijdens de gebruiksperiode. Kosten van aanschaf en gebruik van machines en apparatuur die niet uitsluitend voor het project zijn aangeschaft, worden slechts als projectbijdragen op de voet van het hier bovenstaande naar rato in aanmerking genomen, indien een door middel van een sluitende tijdschrijving vastgestelde urenverantwoording per machine respectievelijk van de apparatuur aanwezig is. Bijdragen die niet als cofinanciering kunnen worden ingebracht: De volgende bijdragen van private partij(en) komen niet in aanmerking voor aanvullende financiering middels deze Call: Kosten m.b.t. overhead, begeleiding, consultancy en/of deelname aan een gebruikerscommissie; Kosten voor diensten die voorwaardelijk zijn. Er worden geen voorwaarden gesteld aan de levering van de bijdrage van de private partij. De levering van de bijdrage van de private partij is niet afhankelijk van het al dan niet bereiken van een bepaald stadium in het onderzoeksplan (bijv. go/no-go moment); Kosten van apparatuur indien een van de (hoofd)doelen van de onderzoeksaanvraag is verbetering en/of meerwaarde te creëren van deze apparatuur. 6 Zie NWO subsidieregeling 3.2.4 voor een nadere toelichting met betrekking tot in cash- en in kind- bijdragen.

12 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience NWO geeft géén aanvullende financiering op projectbijdragen van universiteiten, hogescholen, TO2-instellingen (waaronder TNO) en vergelijkbare onderzoeksinstellingen. Wel moet, indien een TO2-instelling of hogeschool participeert in een project, zij dit commitment ook met een letter of intent bevestigen. Indien het commitment van deze partij na toekenning wegvalt, verwacht NWO dat de overige leden van het consortium zoeken naar oplossingen om dit op te vangen. 3.3 Wanneer kan aangevraagd worden De deadline voor het indienen van verplichte vooraanmeldingen is 17 januari 2019, om 14:00 uur CET. Vooraanmeldingen, die na de deadline zijn ingediend worden niet meegenomen in de procedure. De deadline voor het indienen van aanvragen is 18 april 2019, om 14:00 uur CEST. Aanvragen, die na de deadline zijn ingediend worden niet meegenomen in de procedure. Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze call for proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. 3.4 Het opstellen van de aanvraag Verplichte vooraanmelding De verplichte vooraanmelding bestaat uit twee delen: een factsheet en een vooraanmeldingsformulier: De factsheet moet direct in het elektronisch aanvraagsysteem ISAAC van NWO ingevuld worden (www.isaac.nwo.nl). Bij het invullen van de online factsheet in ISAAC kan alleen gebruik gemaakt worden van ASCII-tekens ( plain text ). Voor de factsheet is gebruik van (structuur)formules, illustraties, cursiveringen etc. dus niet mogelijk. Deze kunnen vanzelfsprekend wél gehanteerd worden in het voorstel. Het is verplicht om in de ISAAC-factsheet de discipline op te nemen die het best overeenkomt met het onderwerp van uw onderzoeksvoorstel. U vindt dit onder de tab Algemeen, sectie Disciplines. Indien van toepassing kunt u ook andere relevante disciplines opnemen. De discipline-indeling staat los van de NWO-domeinindeling. U kunt alleen disciplines opnemen uit de door NWO vastgestelde lijst. U vindt de lijst via www.nwo.nl/researchfields. Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO (onderaan de webpagina van het betreffende financieringsinstrument). Vul het aanvraagformulier in. Sla het formulier op als pdf en upload het in ISAAC. De vooraanmelding dient in het Engels geschreven te zijn; Het is niet toegestaan aanvullende informatie in de vorm van bijlagen aan de vooraanmelding toe te voegen (bijvoorbeeld extra resultaten, manuscripten, support letters e.d.). LET OP: Referenten worden in eerste instantie alleen op basis van de wetenschappelijke samenvatting, die via de factsheet in ISAAC ingediend is, benaderd. Deze samenvatting dient dan ook het voorstel geheel af te dekken.

13 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience Het is in de vooraanmeldings-fase niet nodig om steunbrieven, Letters of Intent bij te voegen (zie ook paragraaf 3.5). Als u twijfelt of uw idee aansluit bij deze Call, dan kunt u contact opnemen met NWO (zie paragraaf 5.1 voor verdere contactinformatie). Referenten De aanvrager heeft bij de vooraanmelding de optie om (maximaal) 5 suggesties te doen voor mogelijk te raadplegen buitenlandse referenten, door een bijlage toe te voegen met de referentenlijst. De lijst met referentensuggesties mag geen namen van mensen bevatten waarmee de aanvrager in de laatste drie jaar heeft samengewerkt, samenwerkt, of zal samenwerken. Dit betreft niet alleen co-auteurs, maar ook andere vormen van samenwerking. Alleen referenten zonder betrokkenheid bij het aanvragende onderzoeksteam en de aanvraag zijn bruikbaar. De gesuggereerde referenten mogen niet in Nederland werkzaam zijn. NWO behoudt zich het recht voor om de referentensuggesties niet te gebruiken. Non-Referenten De aanvrager heeft bij de vooraanmelding op de referentenlijst ook de mogelijkheid maximaal drie namen van personen aan te geven die NIET als referent mogen optreden. Dit is niet verplicht. Het is in de uitgewerkte aanvraag-fase niet mogelijk om referenten-suggesties/ (non-)referenten op te geven. Deze kunnen alleen worden opgegeven bij het uploaden van de verplichte vooraanmelding in ISAAC. Uitgewerkte aanvragen De uitgewerkte aanvraag bestaat uit twee delen: een factsheet en het aanvraagformulier. De factsheet moet direct in het elektronisch aanvraagsysteem Isaac van NWO ingevuld worden (www.isaac.nwo.nl). Bij het invullen van de online factsheet in ISAAC kan alleen gebruik gemaakt worden van ASCII-tekens ( plain text ). Voor de factsheet is gebruik van (structuur)formules, illustraties, cursiveringen etc. dus niet mogelijk. Deze kunnen vanzelfsprekend wél gehanteerd worden in het voorstel. Het is verplicht om in de ISAAC-factsheet de discipline op te nemen die het best overeenkomt met het onderwerp van uw onderzoeksvoorstel. U vindt dit onder de tab Algemeen, sectie Disciplines. Indien van toepassing kunt u ook andere relevante disciplines opnemen. De discipline-indeling staat los van de NWO-gebiedsindeling. U kunt alleen disciplines opnemen uit de door NWO vastgestelde lijst. U vindt de lijst via www.nwo.nl/researchfields. Download het aanvraagformulier vanuit het online aanvraagsysteem ISAAC of vanaf de website van NWO. Vul het aanvraagformulier in. Sla het formulier op als pdf en upload het in ISAAC. De aanvraag dient in het Engels geschreven te zijn. Het is niet toegestaan aanvullende informatie in de vorm van bijlagen aan de aanvraag toe te voegen (bijvoorbeeld extra resultaten, manuscripten, support letters e.d.). In overeenstemming met de overeenkomst tussen NWO en de VSNU horen aanvragers hun instelling te informeren over de indiening. Een kopie van de verplichte vooraanmelding en eventuele uitgewerkte aanvraag dient door de aanvrager aan de wetenschappelijk directeur of decaan van de instelling of faculteit te worden verstrekt. Voor elk ingediend voorstel gaat NWO ervan uit dat de

14 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience instelling door de aanvrager is geïnformeerd en dat de universiteit of het instituut de subsidievoorwaarden van dit programma aanvaardt. 3.5 Subsidievoorwaarden Op alle aanvragen zijn de NWO-subsidieregeling 2017 7 en het Akkoord bekostiging wetenschappelijk onderzoek 8 van toepassing. Consortiumvorming De Call Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience is gericht op samenwerking met niet-universitaire partners, dat wil zeggen private en/of publieke partners zoals bedrijven, overheden, maatschappelijke organisaties, en publieke onderzoeksinstellingen zoals TNO. Om dit uitgangspunt vorm te geven, dienen alle bij een onderzoeksvoorstel betrokken samenwerkingspartners een consortium op te richten. Alle consortiumpartners dienen gedurende de periode waarover subsidie wordt gevraagd effectief betrokken te blijven bij het onderzoek waarop de aanvraag betrekking heeft. In ieder projectconsortium participeert minstens één private partij met een directe kennis- en/of innovatievraag. Er is minstens één private partner met een in cash en in kind bijdrage. Private partijen komen niet in aanmerking voor NWO-financiering, maar dragen in cash en in kind bij aan het onderzoek. De in cash-bijdragen worden, als ze beschikbaar zijn, via NWO verstrekt aan de aanvragende universiteit(en) / onderzoeks-institu(u)t(en). Reeds bij het indienen van de uitgewerkte aanvraag moet duidelijk zijn dat er commitment aan NWO is van de deelnemende private partij(en) middels een steunbrief, letter of intent (zie paragraaf 3.5); Private partijen treden in de aanvraag op als Private participant (zie paragraaf 3.5). Consortiumovereenkomst De projectpartners moeten voor de start van het toegekende project een consortiumovereenkomst ondertekenen. In deze overeenkomst zijn IPR en kennisoverdracht en andere zaken zoals betalingen, voortgangs- en eindverslagen en geheimhouding geregeld conform het NWO-beleid inzake intellectueel eigendom 9. Daarnaast staan in deze overeenkomst afspraken over de consortiumgovernance (die afdoende garantie moet bieden voor een effectieve samenwerking), financiën, waar van toepassing in te brengen basiskennis, aansprakelijkheid, geschillen en regeling van onderlinge informatieverstrekking. Een model overeenkomst hiervoor is beschikbaar via de financieringspagina. Intellectueel eigendom Voor omgang met intellectueel eigendom (IE) volgt deze call for proposals in beginsel het NWO-beleid, dat ruimte laat voor de projectpartijen om afspraken op maat te maken, bijvoorbeeld afhankelijk van de samenstelling van de consortia en de hoogte van de (financiële) inbreng. Deze afspraken dienen echter wel te passen binnen het door de Europese Commissie vastgestelde Framework for State aid for 7 Zie NWO-regeling subsidies www.nwo.nl/subsidieregeling 8 www.nwo.nl/documents/nwo/juridisch/akkoord-bekostiging-wetenschappelijk-onderzoek-2008 9 www.nwo.nl/documents/ew/projectbeheer/nwo-beleid-inzake-intellectueel-eigendom

15 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience research and development and innovation (2014/C 198/01), opdat geen sprake is van verboden staatssteun. Dit Framework biedt twee mogelijkheden: a. vooraf afspraken maken over de verdeling van IE-rechten op resultaten, mits zo n verdeling een passende afspiegeling vormt van de inspanningen, bijdragen en respectievelijke belangen van de partijen in het project, of b. de IE-rechten laten toevallen aan de projectpartij die de betreffende resultaten heeft gegenereerd; in geval een andere projectpartij exclusieve rechten wenst te verwerven met het oog op commercialisatie doorgaans zal dit een private partij zijn, zal deze hiervoor een marktconforme vergoeding moeten betalen aan de genererende partij. Projectpartijen zullen met elkaar en met NWO vóór de aanvang van een onderzoeksproject een Consortiumovereenkomst (zie boven onder consortiumovereenkomst) afsluiten waarin afspraken worden gemaakt over IE, kennisoverdracht en een aantal andere zaken (zie 3.5.1). Steunbrieven, Letters of Intent Bij het indienen van de aanvraag moet iedere partner het financieel commitment bevestigen met een zogenaamde steunbrief, letter of intent. Deze brief bestaat uit een expliciete verklaring aan de hoofdaanvrager van de overeengekomen financiële en/of gekapitaliseerde personele en/of materiële bijdrage, een toelichting op hoe de bijdrage(n) van de private partij(en) wordt ingezet en een toelichting op hoe de resultaten van het onderzoek zullen bijdragen aan de praktijk- of beleidsontwikkeling. De in de brief vermelde bedragen moeten overeenkomen met de bedragen in het budget van de aanvraag. Iedere letter of intent dient als losse bijlage bij de uitgewerkte aanvraag te worden geüpload in ISAAC. Indien de aanvraag gehonoreerd wordt, zal NWO op basis van de letters of intent contact leggen met de partners, vragen om bevestiging van de medefinanciering en de bijdragen innen. Verdere afspraken dienen te worden vastgelegd in een (consortium)overeenkomst (zie hierboven). Iedere partner dient zich in de letter of intent bereid te verklaren om, indien de subsidie wordt toegekend, deze verdere afspraken vast te leggen in de consortiumovereenkomst. Projectbeheer NWO zal toezicht houden op de voortgang en resultaten van het gefinancierde onderzoek, hierbij gebruik makend van de planning en de verwachte resultaten zoals beschreven in de aanvraag. Gezamenlijk bijeenkomstenprogramma NWO vindt het vormen van een gemeenschap belangrijk, daarom zal dit worden bevorderd door het instellen van een gezamenlijk bijeenkomstenprogramma. Onderzoekers die binnen het programma werkzaam zijn worden geacht aan dit bijeenkomstenprogramma deel te nemen. Kennisuitwisseling tussen onderzoekers en niet-universitaire partners zal worden bevorderd via periodieke bijeenkomsten. Looptijd Bij aanvragen die worden gehonoreerd, moet het onderzoek binnen zes maanden na honorering van start zijn gegaan 10. Een Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience subsidie kent een looptijd van minimaal 2 en maximaal 5 jaar. 10 De startdatum is de datum waarop de eerste uitvoerder ten laste van de NWO financiering start.

16 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience Open Access Alle wetenschappelijke publicaties van onderzoek dat is gefinancierd op basis van toekenningen voortvloeiend uit deze call for proposals dienen onmiddellijk (op het moment van publicatie) wereldwijd vrij toegankelijk te zijn (Open Access). Er zijn verschillende manieren voor onderzoekers om Open Access te publiceren. Een uitgebreide toelichting hierop vindt u op www.nwo.nl/openscience. Datamanagement Bij goed onderzoek hoort verantwoord datamanagement. NWO wil dat onderzoeksdata die voortkomen uit met publieke middelen gefinancierd onderzoek zo veel mogelijk vrij en duurzaam beschikbaar komen voor hergebruik door andere onderzoekers. NWO wil bovendien het bewustzijn bij onderzoekers over het belang van verantwoord datamanagement vergroten. Aanvragen dienen daarom te voldoen aan het datamanagementprotocol van NWO. Dit protocol bestaat uit twee stappen: 1. Datamanagementparagraaf De datamanagementparagraaf maakt deel uit van de onderzoeksaanvraag. Onderzoekers dienen vier vragen te beantwoorden over datamanagement binnen hun beoogde onderzoeksproject. Hij of zij wordt dus gevraagd reeds voor aanvang van het onderzoek te bedenken hoe de verzamelde data geordend en gecategoriseerd moeten worden zodat zij vrij beschikbaar kunnen worden gesteld. Vaak zullen al bij het tot stand komen van de data en de analyse daarvan maatregelen getroffen moeten worden om opslag en deling later mogelijk te maken. Onderzoekers kunnen zelf aangeven welke onderzoeksdata zij voor opslag en hergebruik relevant achten. 2. Datamanagementplan Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de datamanagementparagraaf uit te werken tot een datamanagementplan. Het datamanagementplan is een concrete uitwerking van de datamanagementparagraaf. De onderzoeker beschrijft in het plan of gebruik gemaakt wordt van bestaande data of dat het om een nieuwe dataverzameling gaat en hoe de dataverzameling dan FAIR: vindbaar, toegankelijk, interoperabel en herbruikbaar gemaakt wordt. Uiterlijk 4 maanden na honorering van de aanvraag moet dat plan via ISAAC zijn ingediend bij NWO. NWO keurt het plan zo snel mogelijk goed. Goedkeuring van het datamanagementplan door NWO is voorwaarde voor de subsidieverlening. Het plan kan tijdens het onderzoek worden bijgesteld. Meer informatie over het datamanagementprotocol van NWO staat op: www.nwo.nl/datamanagement. Nagoya Protocol Het Nagoya Protocol is op 12 oktober 2014 van kracht gegaan en zorgt voor een eerlijke en billijke verdeling van voordelen voortvloeiende uit het gebruik van genetische rijkdommen (Access and Benefit Sharing; ABS). Onderzoekers die voor hun onderzoek gebruikmaken van genetische bronnen in/uit het buitenland dienen zich op de hoogte te stellen van het Nagoya Protocol (www.absfocalpoint.nl). NWO gaat er vanuit dat zij de noodzakelijke acties ten aanzien van het Nagoya Protocol nemen. 3.6 Het indienen van een aanvraag Het indienen van vooraanmeldingen en uitgewerkte aanvragen kan alleen via het online aanvraagsysteem ISAAC. Aanvragen die niet via ISAAC zijn ingediend, worden niet in behandeling genomen.

17 Hoofdstuk 3: Richtlijnen voor aanvragers / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience Een hoofdaanvrager is verplicht zijn/haar aanvraag via zijn/haar eigen ISAACaccount in te dienen. Indien de hoofdaanvrager nog geen ISAAC-account heeft, dient hij/zij dat minimaal een dag voor het indienen aan te maken. Dit om eventuele aanmeldproblemen op tijd te kunnen verhelpen. Indien de hoofdaanvrager al een account bij NWO heeft, hoeft deze geen nieuw account aan te maken om een nieuwe aanvraag in te dienen. Bij het indienen van uw aanvraag in ISAAC dient u ook online nog gegevens in te voeren. Begin daarom ten minste één dag vóór de deadline van deze Call for Proposals met het indienen van uw aanvraag. Aanvragen die na de deadline worden ingediend, worden niet in behandeling genomen. Voor vragen van technische aard verzoeken wij u contact op te nemen met de ISAAC-helpdesk, zie paragraaf 5.1.2.

18 Hoofdstuk 4: Beoordelingsprocedure / Complexity and Creative Industry: Grip on Transitions and Resilience 4 Beoordelingsprocedure 4.1 Procedure Algemeen Voor alle bij de beoordeling en/of besluitneming betrokken personen en betrokken NWO-medewerkers is de NWO-code belangenverstrengeling en eventuele opvolgers daarvan van toepassing. Zie ook: www.nwo.nl/gedragscode. NWO heeft in haar subsidieregeling opgenomen dat al het onderzoek dat NWO financiert uitgevoerd moet worden in overeenstemming met de nationaal en internationaal aanvaarde normen van wetenschappelijk handelen zoals neergelegd in de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening 2018 (VSNU). Meer informatie over het NWO-beleid wetenschappelijke integriteit is te vinden op de website: www.nwo.nl/integriteit. NWO voorziet alle uitgewerkte aanvragen van een kwalificatie. Deze kwalificatie wordt aan de aanvrager bekend gemaakt bij het besluit over al dan niet toekennen van financiering. Om voor financiering in aanmerking te kunnen komen, dient een aanvraag ten minste de kwalificatie excellent/zeer goed te krijgen. Een kwalificatie excellent of zeer goed geeft geen garantie op financiering. Voor meer informatie over de kwalificaties zie: www.nwo.nl/kwalificaties. Datamanagement De datamanagementparagraaf in de aanvraag wordt niet beoordeeld en derhalve ook niet meegewogen in de beslissing om een aanvraag al of niet toe te kennen. Zowel de referenten als de commissie kunnen wel advies geven met betrekking tot de datamanagementparagraaf. Na honorering van een aanvraag dient de onderzoeker de paragraaf uit te werken in een datamanagementplan. Aanvragers kunnen hierbij gebruik maken van het advies van de referenten en commissie. Het project kan van start gaan zodra het datamanagementplan is goedgekeurd door NWO. Ontvankelijkheid NWO beoordeelt of de aanvraag aan de vereisten voor het in behandeling nemen van de aanvraag voldoet (zie hoofdstuk 3). Aanvragen die aan de voorwaarden voldoen en door CLICK-NL passend bevonden zijn binnen de KIA Creatieve Industrie (zie passendheidstoets), zijn ontvankelijk en worden door NWO in behandeling genomen. De aanvrager van wie de aanvraag niet aan de formeel gestelde vereisten voldoet, wordt per brief van dit besluit op de hoogte gesteld. Passendheidstoets Onderzoeksvoorstellen leveren een expliciete bijdrage aan de kennisbasis van de creatieve industrie en worden daarom getoetst op de aansluiting op de Kennis- en Innovatieagenda 2018-2021 (KIA) van de topsector Creatieve Industrie. Voor de specifieke aansluiting op deze agenda wordt verwezen naar paragraaf 2 van deze call. Van iedere verplichte vooraanmelding zal de samenvatting en de toelichting op de passendheid binnen de KIA, voorzien van een NWO-bureauadvies, worden voorgelegd aan CLICK-NL. CLICK-NL kan alleen beargumenteerd afwijken van het bureau-advies. In geval van niet-passen binnen de KIA krijgt een aanvrager eenmalig tot maximaal 2 werkdagen gelegenheid om een herziene versie van de toelichting op de passendheid binnen de KIA aan te leveren. Deze zal dan nogmaals aan CLICK-NL worden voorgelegd.