Praktische opdracht Aardrijkskunde Deltawerken

Vergelijkbare documenten
Werkstuk Geschiedenis Watersnoodramp 1953

Praktische opdracht Aardrijkskunde Deltawerken

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

De plek waar de zee als een brede rivier het land instroomt. Al het werk dat gedaan is om het Deltaplan uit te voeren.

Praktische-opdracht door een scholier 6467 woorden 15 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Voorwoord

6,1. Werkstuk door een scholier 3216 woorden 25 februari keer beoordeeld. Aardrijkskunde

THIS IS HOLLAND IN DE KLAS / LES 4 - WERKBLAD 1

Werkstuk Aardrijkskunde Deltawerken

Voorwoord Hoofdstuk 1 Algemene gegevens Hoofdstuk 2 De oorzaken Hoofdstuk 3 De gevolgen Hoofdstuk 4 Hulp...

Vraag 1b. Wat was de oorzaak van deze ramp? Vraag 1a. In welke provincie was de Watersnoodramp van 1953? ...

1 Het gevaar van water

WATER TECHNOLOGY NATURE PEOPLE. Language: Dutch

Charlotte Van Gils Rotterdamse haven 14 november Dit werkstuk gaat over de Rotterdamse haven en het deltaplan (met name de maaslandkering).

Zandhonger. Kerend Tij Innovatie Competitie Hydrodynamische innovatie van de stormvloedkering Oosterschelde. 19 september 2002

Watermanagement en het stuwensemble Nederrijn en Lek. Voldoende zoetwater, bevaarbare rivieren

De Oosterscheldekering. Stormvloedkering in de Oosterschelde

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 4. 1ste druk

Lesbrief. Dijken. Kijken naar dijken. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Competentie: Leergebied: Zuid Nederland. Reflectie

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Zoekopdrachten bij Het water komt. **

- Op de terugweg hiervan kwamen ze op één punt bijeen, Utrecht. ( auto s)

Docenten handleiding. Leerlingen materiaal. Inhoud. Inleiding. Niveau

Lesbrief. Watersysteem. Droge voeten en schoon water. Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

Een wal van zand, klei of steen die mensen beschermt tegen hoog water. De plek waar het rivierwater in de zee uitkomt.

KNIPSELKRANT BOIJL DEEL 11 PERIODE BLAD

Nederland, waterland

Een samenvatting van de maatregel en de belangrijkste afspraken. Inzetprotocol Waterberging Volkerak-Zoommeer

Deltaprogramma Bijlage A. Samenhang in het watersysteem

Oosterscheldekering Brouwersdam Grevelingendam Zeelandbrug Noord- Beveland Schouwen- Duiveland Goeree- Overflakkee Schouwen- Duiveland

Aardrijkskunde Toets. Leontine Helmer. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

5,9. Werkstuk door een scholier 2951 woorden 9 januari keer beoordeeld. Geschiedenis. 1 Inleiding

Nederland Waterland Basisonderwijs

Watersnoodramp 1953 Evacuatie en hulp

VAN BELANG STICHTING DE LEVENDE DELTA VOOR ELKE ZEEUW. STICHTING DE LEVENDE DELTA VAN BELANG VOOR ELKE ZEEUW 1

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

Overstromingen en wateroverlast

Volkerak-Zoommeer, zoetwaterbekken onder druk.

Samen werken aan waterkwaliteit. Voor schoon, voldoende en veilig water

INFOBROCHURE Schouwen-Duiveland

Module Het Rivierengebied

Waterschap Hollandse Delta. dynamiek in de delta

Toets_Hfdst4_NederlandEnHetWater

Watersnoodramp 1953 hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

Informatie over de versterking van de Noord-Hollandse kust Voor je spreekbeurt of werkstuk

ZAND BOVEN WATER LESBRIEF PRIMAIR ONDERWIJS BOVENBOUW ANTWOORDEN

Water - Watersnoodramp VO-content StudioVO. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

De ramp in 1953 waarbij grote stukken van Zeeland, Noord-Brabant en Zuid- Holland overstroomden.

Lesbrief ZAND BOVEN WATER OPDRACHT 1 - NEDERLAND EN WATERBOUW

Veiligheidsbuffer Oesterdam

Stormvloedkering Oosterschelde

Lespakket Ramp 1953 versie 2017 Deltapark Neeltje Jans

Systeem Rijn-Maasmond Afsluitbaar Open

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

Werk aan de grote wateren

o 2 Legenda grevelingen uitbreiden schelpdiervisserij met mosselteelt water hoge dijken / diepe geulen verruigde zoete vegetatie op oevers en eilanden

Lesbrief MAASVLAKTE 2 OPDRACHT 1 - TOPOGRAFIE EN AARDRIJKSKUNDE

Een gedeelte van een stad of een groter dorp. Een wijk bestaat uit meerdere buurten.

Lesbrief. watersnoodramp. 1 februari Afdeling Communicatie waterschap Hollandse Delta

LAGE WATERSTAND IN DE RIJN

X BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE 2

Project Doorsnede in de tijd Ontwikkelingen Noordzee

Overstromingsveiligheid, zonder Delta21:

De Biesbosch gelegen tussen de verstedelijkte Randstad en de Brabantse Stedenrij.

Werken aan een waterveilig Nederland. Project Afsluitdijk

Kustlijn van de Noordzee

Kwelder. Woordenboekspel. Spel. VO onderbouw

i i no.22 De stormvloedkering in de Oostersehelde ,1' SCHAAR

Het probleem is: 160 miljard. September2009 (niet ingewerkt in het Technisch rapport 2003) September2009

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

Inhoud 1. De zee is groot 2. Zonder zee geen leven 3. Golven 4. De zee is zout 5. De zee en rivieren 6. De kleur van de zee

Waterberging Volkerak-Zoommeer

Voorstellen. Waterschap Hollandse Delta. John Ebbelaar Hoofd afdeling Plannen en Regie

Speurtocht naar de Ramp Lesbrief over de Watersnoodramp 1953 op Zuid- en Noord Beveland

Onze waterkeringen. Werken aan veiligheid bij stormen

De Noordzee HET ONTSTAAN

paspoort Veerse meer

Informatiebijeenkomst Getij Grevelingen 11 oktober Getij Grevelingen. Waarom herstel beperkt getij

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

WATERSNOODRAMP Doelgroep: Leerlingen van groep 7 en 8 (10-12 jaar)

Gedragscode voor veilig varen door windparken 3. Doorlaat Brouwersdam brengt getij terug 8. Grevelingenmeer: topeisen 50 cm getij 10

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

Naar veilige Markermeerdijken

Lesbrief DIJKEN BOUWEN OPDRACHT 1 - EEN DIJK VAN EEN GESCHIEDENIS. Van ijs tot water

Delta-Expo & Stormvloedkering Vragen en opdrachten niveau Basisschool bovenbouw

Extra CaseQuest 1 Blijft Nederland ook in de verre toekomst veilig?

BASISLES LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHTEN MAASVLAKTE

Sophiapolder. Een bijzonder natuureiland in het hart van de Drechtsteden. Foto Ruden Riemens

a) Getijdenwerking en overstromingen op de Schelde

Getijdencentrale. Brouwersdam. Deltatechnologie impuls voor regionale economie

Mest Boeren gebruiken mest op weilanden en akkers. Ook via de koe zelf komt er mest in een weiland. Via de regen spoelt dit ook in het water van

f(?fti "* 1^ Onderwerp: Doorstroming D6nS Etten-Leur, oktober 2QQSj ;- *-^f^

Inleiding Hoofdvraag: Hoe komt het dat de watersnoodramp van 1953 de ergste natuurramp van de 20e eeuw werd?

Praktische opdracht Aardrijkskunde Arnhem en Nijmegen

De Delta en haar strijd tegen de waterwolf. Henk van de Laak

Transcriptie:

Praktische opdracht Aardrijkskunde Deltawerken Praktische-opdracht door een scholier 6603 woorden 22 juni 2011 5,8 25 keer beoordeeld Vak Aardrijkskunde Delta werken in Nederland Samantha B. 4R T.Stol 17 juni 11 Inhoudsopgave Voorkant: blz. 1 Inhoudsopgave: blz.2 Voorwoord: blz. 3 Inleiding: blz.3 Deelvraag 1: blz.4 Deelvraag 2: blz. 6 Deelvraag 3: blz. 11 Hoofdvraag: blz.12 Nawoord/reflectie blz.14 Bronvermelding: blz.15 Voorwoord Ik heb voor dit onderwerp gekozen omdat de delta werken me heel erg aansprak, ik ging ook op internet kijken wat er allemaal over te vinden was en dat was behoorlijk veel, ook heb ik de andere onderwerpen er mee vergelijkt en vond dus Deltawerken me het meeste aanspreken, vooral omdat het een grote onderneming is geweest. Ik hoop dat u er van gaat genieten om dit werkstuk te lezen Inleiding In mijn praktische onderzoek behandel ik de volgende punten: wat de aanleiding is tot de bouw van de delta werken, wat het Deltaplan inhoud, hoe we in de toekomst veilig met water willen leven, en als hoofdvraag heb ik wat de veranderingen aan het natuurlijk milieu, recreatie, veiligheid en economie door de komst van de Delta werken zijn. Deelvraag 1: Wat is de aanleiding geweest tot de bouw van de deltawerken? Pagina 1 van 13

In de nacht van 1 februari 1953 zorgde een springvloed in combinatie met een noordwester storm op de Noordzee voor een watersnoodramp in het Verenigd Koninkrijk, België en Nederland. Hierbij kwamen in totaal 2167 mensen om het leven, waarvan maar liefst 1835 in Nederland. De ramp heeft grote gevolgen gehad voor de wijze waarop Nederland zich nu en in de toekomst beschermt tegen de zee. Vroeger vonden in Nederland veel vaker overstromingen plaats, hierbij vielen soms wel duizenden doden. Om zich te beschermen tegen de zee, begon men met het bouwen van vluchtheuvels; zogenaamde vlietbergen of terpen. Toen deze terpen steeds verder in omvang groeiden, werden kleine dorpjes op de heuvels aangelegd. Om de dorpen met elkaar te verbinden maakte men tussen de verschillende dorpen weer kleine dijken, waardoor polders ontstonden. Door de aanleg van dijken en door wind aangedreven gemalen die de polders droog hielden, werd Nederland stukje bij beetje groter. In de jaren voor de watersnoodramp was al duidelijk geworden dat de dijken niet hoog genoeg waren om hoge waterstanden tegen te houden. De totale lengte van alle dijken was te lang en ze waren sterk verzwakt door gebrek aan onderhoud en schade tijdens de Tweede Wereldoorlog. Een plan voor de structurele verbetering van de dijken en het verkorten van de kustlijn kwam maar moeizaam van de grond en slechts enkele kleinere projecten werden uitgevoerd. Pas eind januari 1953 kwam de stormvloedcommissie met een eerste rapport met afsluitingsplannen voor de grotere zeearmen. Enkele dagen later sloeg het noodlot echter al toe. De zeer slechte staat van vele dijken in het Deltagebied werd pijnlijk duidelijk in de ochtend van 1 februari 1953. Op 30 januari ontstond ten zuiden van IJsland een stormveld met daarachter een grote depressie. Deze trok vanuit het Noordwesten richting Nederland en stuwde grote hoeveelheden water richting het nauw van Calais. De nauwe doorgang fungeerde als een trechter en het water werd steeds verder opgestuwd. De vloed werd nog verder versterkt door de invloed van een orkaan ter hoogte van Schotland en op sommige plaatsen in Nederland stroomde er al water over de dijken. In de nacht van 31 januari werd de storm boven de Noordzee steeds sterker en was het aan de kust van Nederland windkracht 10. Daarbij viel de storm ook nog eens samen met springvloed, waarbij onder invloed van de stand van de zon en maan het water veel hoger kwam te staan dan normaal. Die nacht werd om 03.24 uur de hoogste waterstand bereikt: 4,55 meter boven NAP. De dijken waren niet op deze hoge waterstanden berekend, en nog voor het hoogste niveau bereikt was braken de eerste dijken. In totaal braken maar liefst 89 dijken door. Veel mensen werden die nacht in hun slaap opgeschrikt door het water. Huizen stortten in door de kracht van het stromende water en de voortrazende storm. De ernst van de situatie in het rampgebied was voor de buitenwereld nog niet duidelijk. De situatie werd nog erger toen in de middag van 1 februari een tweede vloed opkwam. Deze vloed zou de meeste levens eisen. Doordat de dijken al gebroken waren, kwam het water in de polders nog hoger te staan. Veel huizen die de eerste vloed hadden doorstaan, stortten alsnog in. Voor velen kwam de hulp te laat. Door het wegvallen van (verkeers)verbindingen duurde het veel te lang voordat grootscheepse reddingsacties op gang kwamen. Pas op maandag 2 februari werd de ernst van de situatie duidelijk. De inwoners van de getroffen gebieden werden geëvacueerd en met vliegtuigen werden hulpgoederen en zandzakken gedropt. Al snel kwam een enorme stroom hulpgoederen opgang vanuit Nederland en ver daarbuiten. Op 4 februari 1953 kondigde minister Drees in de Tweede Kamer aan dat het herstel van de dijken de Pagina 2 van 13

hoogste prioriteit zou krijgen. Ook werd een Deltacommissie in het leven geroepen, met als hoofd de directeur-generaal van Rijkswaterstaat, de heer Maris. Ondertussen waren vrijwilligers en dijkwerkers hard aan het werk om de gaten in de dijken zo goed als het kon te dichten. Waar de gaten te groot waren, werden ze gedicht met zogenaamde eenheidscaissons. Eind 1953 kon het gebied officieel droog worden verklaard. De gevolgen van de ramp waren enorm. 1835 mensen zijn overleden als gevolg van de ramp 200.000 stuks vee verdronken 200.000 hectare grond kwam onder water te staan 3000 woningen en 300 boerderijen waren vernietigd 40.000 woningen en 3000 boerderijen waren beschadigd 72.000 mensen werden geëvacueerd 91 km dijk was zwaar beschadigd in Zuid-Holland met gaten van wel 1 km 10 km dijk was zwaar beschadigd in Noord-Brabant 38 km dijk was zwaar beschadigd in Zeeland met gaten van zelfs 3,5 km Deelvraag 2: Wat is het delta plan? Na de overstroming van 1 februari 1953 was iedereen ervan overtuigd dat zoiets nooit meer mocht gebeuren. De regering riep een grote groep deskundige mensen bij elkaar. Zij moesten uitzoeken wat er het beste kon worden gedaan om te zorgen dat ons land nooit meer te maken zou krijgen met zo'n vreselijke overstroming. Deze groep mensen werd de Deltacommissie genoemd. De Deltacommissie ging meteen aan het werk. Binnen vier maanden, toen het overstroomde gebied nog niet eens droog was, bracht de commissie haar eerste advies uit aan de regering. Voorgesteld werd om de zeedijk van het eiland Schouwen, het meest bedreigde eiland, tot vijf meter plus NAP te verhogen en om in de monding van de Hollandse IJssel bij Krimpen aan de IJssel een stormvloedkering te bouwen. Beide voorstellen werden direct door de regering aangepakt. Met de stormvloedkering in de Hollandse IJssel begon het Deltaplan pas echt. De dijk langs de westzijde van de Hollandse IJssel was bij de ramp van 1953. Terwijl het water al over de dijk tussen Gouda en Rotterdam stroomde, kon het gat wat zich al begon te vormen nog net dichtgemaakt worden. Dit gebeurde met zandzakken en een gezonken schip. Gelukkig ging dat goed, want als de dijk echt doorgebroken zou zijn, was heel Zuid-Holland inclusief Waddinxveen helemaal ondergelopen. Een jaar na de stormvloed legde de Deltacommissie haar belangrijkste voorstel op tafel: Het Deltaplan. In het Deltaplan stond dat in de mondingen van vier grote zeegaten in het zuidwesten van Nederland grote afsluitdammen moesten worden gebouwd. Dan zou de zee daar nooit meer kunnen binnendringen. Eerst zouden de eenvoudigste dammen worden gebouwd. De moeilijkste zou men tot het laatst bewaren. De volgorde zou daarom zijn: Veerse Gat, Haringvliet, Brouwers Gat en de Oosterschelde. In een eilandengebied als de Delta in die tijd was, is het echter niet mogelijk om een zeegat af te sluiten zonder rekening te houden met de andere zeegaten. Als het Brouwerse Gat zou worden afgesloten zonder rekening te houden met de Oosterschelde en het Haringvliet, dan zou het zeewater door deze twee laatste zeegaten toch nog achter de eilanden om in het Brouwershavense Gat en de Grevelingen terechtkomen. Om dat te voorkomen moesten er extra dammen worden gebouwd om de "achterdeur" van de verschillende zeegaten af te sluiten. Zulke dammen moeten er komen in de Zandkreek die de achterdeur Pagina 3 van 13

van het Veerse Gat was, in het Volkerak om de achterkant van het Haringvliet dicht te krijgen en in de Grevelingen om de achterzijde van het Brouwershavense Gat af te sluiten. Er waren nog meer problemen. Door het Haringvliet bereikt bijna de helft van het Rijn en vrijwel al het Maaswater de zee. Die rivieren konden natuurlijk niet worden afgedamd, want dan zou heel Nederland onderlopen. In de Haringvlietdam moesten dus grote sluizen komen om het rivierwater, en 's winters ook nog ijsschotsen naar de Noordzee af te voeren. Ook de scheepvaart was een probleem, tussen Antwerpen in België en de Rijn bestaat namelijk een drukke scheepvaartverbinding. Als die verbinding door een dam zou worden geblokkeerd, zou men in België dat niet leuk gaan vinden, dus ook in de Volkerakdam moesten sluizen komen. Tijdens de stormvloed waren echter niet alleen het deltagebied, maar ook andere Nederlandse kustgebieden in gevaar geweest. Daarom gaf de Deltacommissie advies om langs alle zeegaten die niet werden afgesloten en langs de rest van de kust de dijken een flink stuk te verhogen. Ook de duinen moesten worden versterkt.. In de tijd dat het Deltaplan werd ontwikkeld, was een groot deel van de Nederlandse bevolking daar erg enthousiast over. Het plan leek grote voordelen te hebben. Het grootste voordeel was natuurlijk dat het gevaar voor nieuwe overstromingen van het Deltagebied heel erg klein werd. Men zou zulke grote en sterke dijken bouwen dat er vrijwel geen kans meer was dat die nog ooit zouden doorbreken. Over de dijken konden nieuwe wegen worden aangelegd. Daardoor zou Zeeland een heel stuk beter te bereiken zijn. Voor de uitvoering van het Deltaplan had je vaak twee of drie dagen nodig om een bezoek op Schouwen of Goeree af te leggen. Met de nieuwe dijken kon je vanaf de vaste wal in één uurtje naar je familie op de eilanden toe rijden. Achter de dijken zouden grote zoutwatermeren ontstaan. Dat zoete water zou een groot voordeel voor de Tuinbouw zijn. Bovendien kon er een eind worden gemaakt aan het steeds verder doordringen van zout water in de riviermondingen. Doordat men die steeds voor de scheepvaart dieper uitbaggerde, kon het zoute zeewater langs de bodem steeds verder naar binnen stromen. Op hun beurt hadden de andere boeren en ook de grote waterleidingbedrijven van Rotterdam, Dordrecht en andere plaatsen daar last van. De nieuwe meren zouden prachtig zijn voor recreatie. Je zou er kunnen zeilen en zwemmen, vissen en zomaar wat langs de oever liggen. Natuurlijk zagen de plannenmakers ook wel nadelen. Zo zette de Deltacommissie in haar rapport dat de afsluiting van de Oosterschelde het einde van de oester- en mosselcultuur zou betekenen. Bovendien zou de cultuur van riet, biezen en griendhout in het noordelijke Deltagebied grote schade ondervinden van de afsluiting van de zeegaten. Dat moest dan maar voor lief genomen worden, want de afsluiting van de zeegaten bracht voldoende voordelen met zich mee. Toen de Deltawet in 1975 in de Tweede Kamer werd behandeld, was er maar één lid van de dat wees op de grote nadelen voor de schelpdierkwekerijen in de Oosterschelde. Toen tenslotte in de Tweede Kamer over de Deltawet werd gestemd, waren er acht leden tegen. Niet omdat ze de plannen niet goed vonden, maar omdat er in de Deltawet zou komen staan dat het Rijk bepaalde bevoegdheden van de provincies zou overnemen. Eigenlijk was dus iedereen voor het Deltaplan. Toen ook de Eerste Kamer de Deltawet had goedgekeurd, werd deze op 8 mei 1958 door koningin Juliana ondertekend, ruim 5 jaar na de storm. Maar iedereen had zo'n haast met het Deltaplan, dat er al twee jaar eerder met de afsluitingswerken was begonnen. De aanleg van de afsluitdammen voor het Veerse Gat en het Haringvliet waren al in volle gang toen de koningin haar handtekening onder de Deltawet zette. De stormvloedkering in de Hollandse IJssel Pagina 4 van 13

was zelfs al bijna klaar. Toch moet je die haast niet verkeerd opvatten. De meeste mensen wilden nooit meer zoiets ergs als de stormvloed meemaken, en vonden het ook dan heel goed dat er zo werd opgeschoten. De snelheid waarmee het Deltaplan werd gemaakt, was o.a. te danken aan het feit dat Rijkswaterstaat al jaren had bestudeerd hoe er voor een grotere veiligheid in het Deltagebied gezorgd kon worden. Ook over het zoute water dat steeds verder de rivieren binnendrong, had men al heel wat gepiekerd. Er waren in de loop der jaren verschillende plannen gemaakt om het Deltagebied van zee af te sluiten. Twee dagen voor de stormvloed kwam er zelfs nog zo'n plan klaar, dat veel leek op het Deltaplan dat later werd uitgevoerd. Al die plannenmakerij had wel iets opgeleverd voordat de ramp plaats vond. In 1950 werd de Brielse Maas tussen de eilanden Rozenburg en VoornePutten van de zee afgesloten, waardoor het Brielse Meer ontstond. Vanaf Bergen op Zoom voert een vierbaans autoweg door heel Zeeland naar Vlissingen. Dammen en bruggen verbinden de eilanden met elkaar en met het vasteland. Er zijn dan ook geen echte eilanden meer. De kleine pondjes die er vroeger voeren, kunnen alleen de oude mensen in Zeeland zich herinneren. Er zijn nog wel pontveren: Als je naar Zeeuws Vlaanderen gaat, moet je met de pont over bij Kruiningen of Vlissingen. In 1958 wordt de Deltawet met gejuich ontvangen! De gevolgen van deze wetgeving zullen zijn dat de veiligheid wordt vergroot achter de verhoogde dijken en de kustlijn verkort zal zijn met 700 kilometer. Tevens wordt de waterbeheersing in een groot deel van Nederland verbeterd, heeft de nieuwe wet positieve gevolgen voor de economie en terugkijkend op de Deltawerken kan geconcludeerd dat het gehele project een enorme impuls is geweest voor de Nederlandse aqua-technologie! De verkorting van de kustlijn zal worden gerealiseerd door het aanleggen van grote dammen in de vier zeearmen. De Veerse Gatdam, Oosterscheldedam, Brouwersdam en Haringvlietdam. Daarnaast zijn drie meer landinwaartse dammen voorzien in Volkerak, Grevelingen en Zandkreek. Door de Volkerakdam worden de rivier- en zeebewegingen uit elkaar gehouden. In de Zeeuwse Stromen tussen de eilanden zal door het werken aan de grote dammen een sterke rondstroming van het water ontstaan in het getijde gebied. Om dit te kunnen beheersen, worden de Grevelingen- en Zandkreekdam aangelegd. Er komen ook bijzondere kunstwerken met speciale taken. Een stormvloedkering in de Hollandse IJssel (Stormvloedkering Hollandse IJssel) en De Nieuwe Waterweg (De Maeslantkering). Door een groeiend milieubesef worden de plannen rond de Oosterscheldedam aangepast. De Oosterschelde wordt niet meer volledig afgesloten door een volledig gesloten dam, maar door een half gesloten dam met een beweegbare stormvloedkering De Oosterscheldekering. Om het zoutwater milieu gescheiden te houden van het zoet water dat wordt aangevoerd door de rivieren, moeten nu twee extra dammen aangelegd worden. In de Krammer wordt De Philipsdam aangelegd en aan het eind van de Oosterschelde De Oesterdam. Om de scheepvaart tussen de verschillende compartimenten die door deze dammen zijn ontstaan te garanderen, dienen er sluizen gebouwd te worden. Deze sluizen krijgen een ingenieus systeem dat er voor gaat zorgen dat het zoute en zoete water van elkaar gescheiden blijven. Hollands ijssel dam De rivier de IJssel staat via Rotterdam direct in verbinding met de zee. Als er dus een overstroming komt, zoals in 1953, kan ook verder op de rivier een overstroming ontstaan. Het is zo belangrijk om het gebied rondom de rivier de IJsel zo goed tegen overstromingen te weren omdat het achtergelegen gebied een gebied is dat een van de laagst gelegen stukken en drukst bevolkte gebieden is van Nederland. Pagina 5 van 13

Men bedacht het volgende. Om de scheepvaart in de IJssel geen last te laten hebben maakte men een slim plan. Dit hield in dat er een Stormvloedkering kwam. Deze zou alleen bij extreem hoge waterstanden dicht gaan zodat de scheepvaart de rest van het jaar er geen last van zou hebben. Men bedacht een stormvloedkering met twee, 80 meter brede deuren die vanaf boven in het water werden neergelaten door een viertal torens. Naast de stormvloedkering zou men ook een sluis maken voor de te hoge scheepvaart en voor alle scheepvaart als de stormvloedkering gesloten was. Zandkreekdam De zandkreekdam die Noord-Beveland met Zuid-beveland moest verbinden is gemaakt door middel van caissons. Voordat de Veersedam aan de zeezijde van het Veerse Meer kon worden gemaakt, moest eerst de achterkant worden gedicht. Dit voorkwam dat een gedeelte van het water van de Oosterschelde via het Veerse Meer terug naar zee kon stromen, wat tot gevolg had dat er nog meer stroming ontstond in het Veerse gat. Dus maakte men eerst de dam aan de achterzijde. Deze dam ging de Zandkreek dam heten en werd gedicht door grote eenheidcaissons. Dit houdt in dat grote betonnen bakken met een vaste maat in het sluitgat worden afgezonken. Na het afzinken ontstond er dan een stukje dam met de lengte van de caisson. Dit had wel tot gevolg dat het in het laatste gat door de steeds kleiner wordende ruimte een sterke stroming ontstond. Daarom werd het laatste deel met twee aan elkaar gemaakte caissons gedicht. Omdat echter de stroming in dit deel van de delta het minst hoog was kon het dichten nog met eenheidscaissons gedaan worden. De maten van een eenheidscaisson waren: -11 meter (lengte) -7,5 meter (breedte) -6 meter (hoogte) De caissons werden op een laag van stortstenen neergelaten. Hierdoor konden ze niet in het mulle zand wegzakken. Omdat in het midden de geul dieper was had men opzetstukken ontworpen om op de caissons te zetten. Dit laatste was ten behoeve van de scheepvaart. Zo hoeft scheepvaart met bestemming Vlissingen of Middelburg niet via de Noordzee, maar kan het ook via het Kanaal door Walcheren, het Veerse Meer en de Oosterschelde. Nadat de ongeveer 13 caissons waren geplaatst werden erover een dijk aangelegd, en de dam was klaar. Dit was in 1960 het geval. De achteringang van het Veerse Meer was afgesloten. Veersegatdam De Veersedam moest Walcheren en Noord-Beveland verbinden. Deze dam werd gebouwd om het noorden van Walcheren en Zuid-Beveland en het zuiden van Noord-Beveland tegen een eventuele nieuwe ramp te behouden. Het probleem was echter dat er ongeveer 70 miljoen kubieke meter water door het Veersegat heen en weer ging met eb en vloed. Omdat die zo n grote hoeveelheid water was, kon men niet net als bij de Zandkreekdam gebruik maken van caissons die na het afzinken vol werden gespoten met water, de eenheidcaisson. Als ze dit zouden doen ontstond er in het overgebleven gat, naarmate dit kleiner werd, zo n grote stroming dat daar de plaatsing van nog meer caissons onmogelijk werd. Ook zou de grond daar mee worden gesleurd wat tot gevolg kon hebben dat het de andere caissons ondermijnde, zodat ze scheef zouden kunnen gaan liggen. Daarom kwam men met wat nieuws: de doorlaat caisson. Deze was ook al gebruikt bij de braakman waardoor men al veel kennis had opgedaan. De caisson doet het volgende. Het is een holle bak met aan de ene kant drijfschotten en aan de ene kant oplaatbare schuiven. De caisson werd in een bouwput gebouwd, waarna deze onder water wordt gezet. De caissons gaat drijven en kon naar de plek waar hij geplaatst zou worden, gesleept worden. Daar liet men de ciasson afzinken door hem met water te laten vollopen. Nu komt het verschil: De drijfschotten die aan de ene kant zaten worden eraf gehaald, en de schuiven worden omhoog gehaald. Hierna kan het water gewoon door de grote holle Pagina 6 van 13

caisson heen stromen. Boven op de caisson werd zand gestort zodat de getijdenstroom hem niet van zijn plaatst kon krijgen. Naardat alle caissons waren geplaatst liet men nog een keer de eb stroom naar zee stromen en toen sloot men in een keer het veerse gat af door de schuiven tegelijk te laten zakken. Nadat de caissons vol waren gestort met stenen, spoot men zand over de caissons heen. Hierover kwam een laag asfalt en de dam was klaar. De caissons moesten daarom aan de volgende eisen voldoen: -sterk en stijf (zodat er weinig vervorming mogelijk was door een grote druk van het water) -in eerste instantie moest er nog water doorheen kunnen, terwijl later d.m.v. sluizen pas de volledig afsluiting zou komen. -hoge stabiliteit (tijdens vervoer en afzinking) -groot drijfvermogen Uiteindelijk paste men een standaardcaisson aan met de volgende wijzigingen: -hogere en sterkere zijwanden -de open stukken waar het water doorheen zou moeten stromen alleen de wapening van het beton aan te brengen. Zo zorgde men voor dat de caisson steviger was maar toch doorlaatbaar. - boven en een onderbak te maken waarvan de bovenbak vol met zand kon worden gestort waardoor na plaatsing zeker was dat de caisson blijven staan. Grevelingendam De Grevelingendam ligt tussen Schouwen Duiveland en Goeree Overvlakkee. De dam dient niet direct voor bescherming tegen overstromingen, want hij ligt zelf al "beschut" achter 2 andere dammen, maar diende als hulp voor het bouwen van de Haringvlietdam, de Brouwersdam en de Oosterscheldekering. Men wilde namelijk eerst de achteringangen van het Grevelingen Meer dichtmaken. Zo zou bij de sluiting van de dammen het niet kunnen gebeuren dat water uit het Grevelingen meer via de Oosterschelde of het Haringvliet zijn weg naar zee zou zoeken. Of het water van het Haringvliet of rivieren een weg zou gaan zoeken door het Grevelingen Meer naar de zee toe. Dus door het oppervlak kleiner te maken zorgde men ervoor dat de drie dammen, namelijk Oosterscheldedam Brouwersdam en Haringvlietdam later makkelijker gemaakt zouden kunnen worden. De afsluiting gebeurde ook gedeeltelijk met een nieuwe methode. Men gebruikte een kabelbaan om grote rotsblokken in het water te gooien. Ook zand, cement en ander stortsteen werden gebruik. Dit hing men in netten op silo s onder een gondel, en werden op de plaats van bestemming in het water gedropt. Zo ontstond er een dam in een gedeelte dat te diep, en dus een te sterke stroming had voor de al beter bekende caissons. Brouwersdam De 6,5 kilometer lange Brouwersdam is gebouwd nadat de Grevelingendam klaar was. De dam ligt tussen Goeree en Schouwen Duiveland en dient ter bescherming van deze eilanden. Hierdoor zou een meer ontstaan: het Grevelingen meer. Nadat men in 1964 is begonnen is er nog ruim 8 jaar aan deze dam gebouwd. De dam is gemaakt met de al gekende caissons en ook doormiddel van een Kabelbaan. Deze moest grote betonnen blokken in de geul storten waardoor er een dam ontstond die daarna met zand werd overspoten. Het kon bij dit deel van de dam niet met de gebruikelijke caissons omdat het een te diepe geul was en het water stroomde veel te hard. Volkerakdam De Volkerak dam moest een dam worden die het Haringvliet en het Hollandsch Diep van het Volkerak moest afscheiden. Hierbij zou hij Brabant, de Hoeksche Waard en Overflakkee met elkaar verbinden. Om dit voor elkaar te krijgen heeft men een eiland midden in het haringvliet gebouwd waarnaar er een soort Pagina 7 van 13

driepoot-mercedes-teken-achtig- van dammen en een brug naar toe ging. Op de scheiding van het Hollandsch Diep en het Haringvliet maakte men een brug. Hierdoor zorgde men ervoor dat het water van de Maas en de Waal via het haringvliet naar zee kon stromen. De dam die van het eiland naar Overflakkee liep heeft men gemaakt door daar zand op te spuiten, maar de dam tussen het eiland en Brabant was wat ingewikkelder. Men wilde er voor zorgen dat het zoete water niet Zeeland binnen kon stromen maar men wilde ook dat de binnenvaart schepen vanuit Rotterdam nog via het Volkerak naar Zeeland of Antwerpen konden varen. Daarom werd in dat stuk dam een groot sluizencomplex gemaakt. Het stuk dat nog was overgebleven werd d.m.v de al bekende caissons gesloten. Op het eiland werd later nog een groot verkeersplein die het Hellegatsplein werd genoemd. De Volkerakwerken zijn in vier onderdelen te verdelen: 1. Het maken van de dam over de Hellegat platen. 2. Het maken van het sluizencomplex en de overbrugging van het Hellengat met caissons 3. Het maken van de brug op de scheidingslijn tussen Hollandsch Diep en Haringvliet 4. Het bouwen van het verkeersplein, Hellegatsplein, op het eiland waar de twee dammen en één brug elkaar raken. Haringvlietdam De Haringvlietdam is gebouwd om Goeree Overvlakkee, Voorne Putten en Hoekse Waard te beschermen tegen de zee. De dam ligt op de grens van het Haringvliet en de Noordzee. Men is in 1957 begonnen met de bouw, en in 1971 was de dam klaar. Met zijn 14 jaar bouwtijd is de Haringvlietdam, op de Oosterscheldedam na, de meest tijdrovende dam van de Deltawerken geworden. Het hele bouwwerk is 4,5 kilometer lang en in het midden zit een stuk van 1 kilometer waar 17 spuisluizen geplaatst zijn om het water van de grote rivieren in de Noordzee te spuien. Deze sluizen kunnen met zware storm gedicht worden met schuiven. In de dam is ook nog een aparte sluis voor schepen gebouwd zodat voornamelijk vissers nog in het Haringvliet kunnen vissen, en in een aantal pijlers zijn speciale tunneltjes gemaakt zodat de vissen nog gewoon van de Noordzee naar het Haringvliet kunnen zwemmen, als alle sluizen dicht waren. De sluizen werden eerst in een klein poldertje gemaakt midden in het Haringvliet. Nadat de sluizen klaar waren werd deze opgeruimd en kon men de sluizen openzetten terwijl men de dammen ernaartoe maakte. De dammen naar de sluizen toe werden gemaakt met de al eerder gebruikte kabelbaan methode. Die zou grote beton blokken in het water gooien, die daarna door zandzuigers helemaal werden bedekt onder het zand. Hierover een laag asfalt en de dam was klaar. Het bouwen duurde op de Oosterschelde dam na het langst geduurd om hem te maken. Het duurde namelijk 14 jaar. Oosterscheldedam In Zeeland begon men met het afsluiten van de zeegaten. De twee belangrijkste delen van dit project waren de Oosterschelde en de Westerschelde. De Oosterschelde was een probleem, want men wilde zowel de veiligheid kunnen garanderen aan de inwoners en tevens het unieke natuurgebied behouden. Uiteindelijk werd besloten voor een stormvloedkering. De Westerschelde zou niet afgesloten worden, omdat de Antwerpse haven bereikbaar moest blijven. De afsluiting van de Oosterschelde werd gezien als het moeilijkste karwei van de hele deltawerken. Er moesten speciaal nieuwe technieken worden ontwikkeld om de dam te kunnen realiseren. St.philipsdam De Philipsdam zou komen te liggen tussen St. Philipsland en de al lang bestaande Grevelingendam. Zo zou het Brabant met Schouwen-Duiveland verbinden. Om er voor te zorgen dat er ondanks de Oosterscheldedam toch nog een groot hoogte verschil tussen eb en vloed zou ontstaan in de Oosterschelde. Daarom moest de Oosterschelde kleiner worden gemaakt. Dit wilde men doen doormiddel Pagina 8 van 13

van twee dammen, de Oesterdam en de Philipsdam. De Philipsdam zou niet alleen een dam worden maar ook een sluizencomplex dat er voor moest zorgen dat het erachter liggende meer wat zou ontstaan en wat zoet zou worden, niet met het zoute Oosterschelde water in aanraking zou kunnen komen Er moest alleen wel nog scheepsvaart doorheen, en elke keer als er dan een schip door de sluizen zou gaan, werd het Oosterschelde water vervuild met zoet en het zoete water met zout vervuild. Hiervoor bedacht men een uniek sluizen systeem om het water gescheiden te houden. De dammen werden omdat er toch zo weinig stroom stond gemaakt zonder caissons of kabelbanen. Oesterdam Om er voor te zorgen dat de Oosterschelde een hoger eb/vloed verschil zou krijgen moest de Oosterschelde verkleint worden. In het noorden scheidt de Philipsdam de Krammer (circa 3500 ha water) van de Oosterschelde. De Oesterdam sluit in het zuiden van de zeearm een flink stuk af: de oppervlakte van de Oosterschelde wordt hier verminderd met het Markiezaatsmeer en het Zoommeer (circa 1000 ha water). Door de afsluiting van 4500 ha water wilde men een hhogte verschil in de Oosterschelde creëren van ongeveer 2,7 meter. Het Idee was om een dam te maken die Tholen met Zuid-Beveland zou verbinden. Hierachter zou een zoetwater meer ontstaan, wat men het Zoommeer zou gaan noemen. Dit meer stond in verbinding met het Krammer doormiddel van een kanaal dat Tholen en Brabant van elkaar scheidde. Het stond ook in verbinding met de Antwerpse Haven. Alles bij elkaar noemde men het het Schelde-Rijn kanaal. Dit kanaal zorgde er namelijk voor dat je vanaf de Rijn zonder via de Oosterschelde en het Kanaal door Noord-Beveland in één keer naar Antwerpen varen. Dit alles zonder last te hebben van allerlei getijde bewegingen in de Oosterschelde. Nog een voordeel aan de Oesterdam zou zijn dat er een meer zou ontstaan dat aan Brabant grensde, maar dat in plaats van de Oosterschelde zoet zou zijn. Nierdoor zou de verdere verzilting van Brabant worden tegen gegaan. Maeslantkering De stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg is het sluitstuk van de Deltawerken, het plan om Nederland te beschermen tegen het zeewater. De stormvloedkering was tot voor kort het grootste waterbouwwerk in aanbouw in Nederland. Het is bijna even lang als de Eiffeltoren in Parijs en in gewicht zelfs 4 zo zwaar. Maeslantkering oosterscheldedam Deelvraag 3: Hoe willen we in de toekomst nog veilig leven met water? Door de klimaatverandering valt er in Nederland meer regen dan 30 jaar geleden. Grote delen van ons land zijn verhard, bijvoorbeeld door daken van huizen en bestrating van wegen, waardoor bij hevige buien het regenwater niet goed wegloopt. Het regenwater moet dan via de goten, putten en riolering worden afgevoerd. Als die het teveel aan water niet meer aan kunnen, ontstaat er overlast. Als we in de toekomst ook nog veilig met het water willen leven moeten we maatregelen ondernemen. Daarom heeft het rijk een plan vastgesteld in de planologische kernbeslissing: ruimte voor de rivier. Hiermee krijgt het Nederlandse rivier gebied uiterlijk in 2015 een betere bescherming tegen hoogwater. In die planologische kernbeslissing staan 3 doelen: In 2015 kan een afvoer van 16.000 kubieke meter water per seconde veilig door de Rijntakken stromen. De ruimtelijke kwaliteit van het rivierengebied verbetert door de maatregelen die hiervoor worden genomen. Er wordt extra ruimte gereserveerd voor de hogere waterstanden die onder invloed van de Pagina 9 van 13

klimaatveranderingen worden verwacht. In de PKB Ruimte voor de Rivier staat welke maatregelen het Rijk wil nemen om de bovenstaande doelen te bereiken. De belangrijkste zijn: In het Waalgebied worden kribben verlaagd en obstakels verwijderd. Kribben zijn kleine dijkjes die dwars op de oever staan en de kracht van de golven op die oever verminderen. Daarnaast worden bestaande uiterwaarden (overloopgebieden) verdiept, zodat er meer water in kan. In het gebied van de Nederrijn en Lek worden uiterwaarden verdiept, zodat deze meer water kunnen opnemen. De provincies Gelderland en Utrecht zullen ook dijken laten verstevigen. Langs de IJssel kunnen slechts 3 uiterwaarden worden verdiept, omdat anders de schade voor de natuur te groot is. Daarom worden op een aantal plaatsen de dijken verlegd om het water meer ruimte te geven. Rijkswaterstaat graaft verder een geul bij Veessen-Wapenveld. Bij hoogwater kan het water door deze geul stromen. In het benedenrivierengebied worden Noordwaard en de Overdiepsche Polder ontpolderd. Verder worden er bijvoorbeeld uiterwaarden verdiept en een kade verlaagd, zodat er meer ruimte is voor het water. Het kabinet heeft 2,3 miljoen euro gegeven om dit basis plan te kunnen uitvoeren Hoofdvraag: Wat zijn de veranderingen aan het natuurlijk milieu, recreatie, veiligheid en economie door de komst van de Delta werken? In de jaren na de ramp en tijdens de realisatie van de Deltawerken is er in Zeeland veel veranderd. Steden en dorpen breidden zich langzamerhand uit. Het agrarische landschap bleef door de jaren heen gehandhaafd. Toeristen van over heel de wereld ontdekten het wonderschone land en na enkele jaren kwamen er allerlei recreatieve accommodaties. Zeeland bleef in dit alles een provincie van rust en unieke natuur. Een provincie waarop de Zeeuwen terecht trots op mogen zijn. Zij genieten elke dag weer van de omgeving waarin de Deltawerken als een rots in de branding staan. Economisch In tegenstelling tot de jaren waarin weinig geld was gestoken in kustverdediging zag men maar al te vlug in dat het deze keer menens was. Het budget voor dit onderdeel van staatszorg werd dan ook flink opgevoerd. Door deze plotselinge ophoping van activiteiten aan de kusten in de polders werden extra wegen noodzakelijk. De Deltawerken hadden hier op zich al voor gezorgd. Over de 10-tallen dammen waren dan ook autowegen aangelegd, waardoor de bereikbaarheid van een aantal eilanden aanzienlijk toenam. Generaties gingen en kwamen weer op in deze krappe 50 jaren. Zij maakten tezamen een halve eeuw ontwikkelingen door. In agrarische bedrijven werd bijvoorbeeld een flinke herverkaveling en mechanisatie doorgevoerd. Allerlei machines en automaten maakten het werk aangenamer, sneller en kapitaalintensiever. Kunstmest en de nieuwste graansoorten werden ingevoerd en verbouwd. Van een gemengd bedrijf (akkerbouw en veeteelt) werd nogal eens overgegaan op een specialisatie: landbouw of veeteelt. Als laatste kan worden opgemerkt dat de bevolking van Zeeland aanzienlijk is gegroeid sinds het catastrofale gebeurtenis van 1953. Mensen zagen weer toekomst in deze provincie toen ze zagen hoe de inwoners ervan de mouwen opstroopten en aan de slag waren gegaan. Rond de steden wordt nog steeds uitgebreid en ook de dorpen zijn niet de dorpen meer van 45 jaar geleden. Veiligheid Pagina 10 van 13

De Deltawerken hebben de Zeeuwse eilanden de nodige veiligheid gegeven. Toch vond men de dammen alleen niet genoeg. Stel dat een dam het zou begeven De al bestaande dijken werden grondig nagekeken en indien nodig was verhoogt of verbreed. Op talloze plaatsen werden de stranden opgehoogd en werden net onder de waterlijn vele miljoenen rotsblokken gestort om de golfslag te breken. De investering van de Deltawerken in een duurzame veiligheid is zeker niet fout geweest. Hoe is het om dagelijks angstig af te wachten of de dijken het houden of niet. Er moet zekerheid zijn. Dat is voor iedereen goed. Als de inwoners, bedrijven en ondernemingen weten dat ze hier toekomst hebben, zullen ze blijven en niet snel weggaan. Dit brengt weer allerlei voordelen met zich mee. De veiligheid kon niet worden geboden met een reeks aantal primitieve, landelijk ogende dijkjes. Er moest groot materieel worden ingeschakeld. Dit ging misschien wel ten koste van het agrarische karakter van Zeeland, maar de Deltwerken boden nieuwe kansen die er anders nooit gekomen waren. Milieu De Deltawerken hebben grote gevolgen gehad voor het natuurlijk milieu. Vooral de gebieden die afgesloten geworden zijn hebben een grote metamorfose ondergaan. De afgesloten ecosystemen zijn veranderd in unieke ecosystemen. Hoewel dit het geval is is ook duidelijk geworden dat deze ecosystemen zeer kwetsbaar zijn. Dit komt doordat de geleidelijke overgangen (gradiënten) zijn verdwenen.het feit dat deze overgangen ontbreken maakt de ecosystemen minder goed bestand tegen veranderingen. Schorren, slikken en platen zijn teruggedrongen in omvang en de typische flora en fauna van de vroegere tijden zijn dat ook. Door afsluiting van zee zijn de ecosystemen in die gebieden veranderd tot stilstaande zoet-, brak- of zoutwaterecosystemen. Een voorbeeld hiervan is het Veerse Meer. De ruimte voor rustende broeiende vogelsoorten, evenals hun voedselgebied is verkleind. De trekmogelijkheden van vissen en andere organismen ondervinden hinder van de aanwezigheid van fysieke barrières als sluizen, stuwen en dammen. Ook hier spelen de ontbrekende gradiënten weer een negatieve rol. De natuurlijke biodiversiteit in het water en op het land verliest steeds meer terrein. Veel van de nieuwe watersystemen die ontstaan zijn door de realisering van de Deltawerken kampen met uiteenlopende problemen. Eén van de belangrijkste is de slechte kwaliteit van het water. Over het algemeen is de ecologische samenhang tussen binnen- en buitendijkse natuurgebieden sterk afgenomen. Op de gebieden die nog wel in contact staan met de zee, zoals de Oosterschelde, hebben de Deltawerken minder effect op het natuurlijk milieu gehad. Door de realisering van de stormvloedkering in de Oosterschelde is de getijdenwerking blijven bestaan. Dit bood voor vele organismen een garantie op voortbestaan. Ook de mossel- en oesterteelt zijn voortbestaan ondanks de komst van de Oosterscheldekering. Toch is door de komst van de kering de getijdenwerking iets in kracht afgenomen, de kering zorgt voor handhaving van 77 procent van de oorspronkelijke getijdenwerking. De uitvoering van de Deltawerken heeft belangrijke gevolgen gehad voor de functie van Zeeland als recreatie- en vakantiegebied. Niet alleen de ontsluiting van Zeeland door betere wegverbindingen heeft hier aan bijgedragen, ook bij de beslissingen die over de inrichting van het Deltagebied genomen moesten worden kreeg de recreatie veel aandacht. Zo heeft het Veerse Meer als primaire taak een recreatieve functie gekregen. Vooral voor sportvissen, sportduiken en watersporten biedt het Deltagebied goede mogelijkheden. Voor de sportvissers is de Oosterschelde een goede keus, het viswater is daar goed en tevens zeer gevarieerd. Daarnaast geeft het duiken in de Deltawateren een duidelijk beeld van het onderwaterleven. De openluchtrecreatie in het Deltagebied neemt sterk in omvang toe. Dit komt onder andere door het Pagina 11 van 13

ontbreken van de getijstromen op vele plaatsen, waardoor ook de minder ervaren watersporters gemakkelijker en veiliger een watersport kunnen beoefenen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan een sport als plankzeilen. Tevens kan op de drooggevallen zandplaten gerecreëerd worden. Echter zijn vanwege het behoud van de ecologische functies van het Deltagebied, dus ter bescherming van het natuurlijk milieu, regels opgesteld. Deze zijn terug te vinden in de beheersplannen die voor het Deltawateren en het Deltagebied zijn opgesteld. Die plannen moeten er onder andere voor zorgen dat er in het gebied zo min mogelijk wordt vervuild, een negatief gevolg van de recreatie. Recreatieactiviteiten hebben meestal negatieve gevolgen voor de natuur. Zo zijn door de aanleg van bijvoorbeeld jachthavens, verblijfs- recreatiecomplexen en andere voorzieningen plaatselijk natuurgebieden verloren gegaan. In het algemeen is het rond een recreatiepunt onrustig, en dat is nadelig voor de aanwezige vegetatie. Dat de watersporten niet voordelig zijn voor de vegetatie komt voort uit de vervuiling en de verstoring van de balans in het ecosysteem. De vegetatie vissen wordt door het sportvissen aangetast, kortom de recreatie is negatief voor de ecosystemen hun evenwicht wordt er door verstoord. Nawoord/ Reflectie Hopelijk heb ik u antwoord kunnen geven op de vragen, en was het niet al te saai. Ik heb er lang aan zitten werken en het heeft me wat tijd gekost maar het is dan ook wat moois geworden al zeg ik het zelf! Ik ben verder geen problemen tegen gekomen, ook heb ik natuurlijk ook een praktische opdracht moeten maken voor maatschappijleer dus snap ik nu meer hoe het in elkaar steekt het is me dus makkelijker afgegaan als die maatschappijleer PO. Wel is het zo dat door ik dit PO tje beetje in tijd nood was gekomen met het andere huiswerk wat ik had, dat is wel minder. Gelukkig heb ik van dit onderzoekje weer veel geleerd, en is het niet voor niets geweest! Bronvermelding De meeste informatie heb ik van www.deltawerken.com. Verder heb ik ook nog andere sites gebruikt: http://www.archief.nl/rad/thema/strijd_tegen_het_water/deltacore.htm http://www2.holland.com/nl/kust/wetenswaardig/deltawerk.html http://home-1.concepts.nl/~shdon/delt.htm http://www.waterland.net/verdelta/verdelta.doc http://www.hsa.nl/oude-site/tc/ct/voorbeelden/deltawrk.html voor de plaatjes heb ik gebruik gemaakt van de zoekmachine Google en daarin heb ik naar plaatjes gezocht, met de zoekopdracht Deltawerken Ik had ook nog gebruik gemaakt van een aantal boeken: Titel: De watersnoodramp. Schrijver: M.J. Ottink Uitgever: De Ruiter. Titel: Stormvloedkering in de Nieuwe Waterweg Schrijver: Freddie van Hees. Uitgever: De Ruiter. Titel: De Deltawerken. Pagina 12 van 13

Schrijvers: mark ter horst Uitgever: Noordhoff Uitgevers Ook heb ik een filmpje gezien over de Delta werken op internet: http://www.schooltv.nl/beeldbank/clip/20091203_rrnederland19 Pagina 13 van 13