Datum: 29 juli 2019 Onderwerp: Bezwaar goedkeuringsbesluit faunabeheerplan knobbelzwaan, DOS , PZH Kenmerk: SL 500/19.

Vergelijkbare documenten
Wij zijn het niet eens met het voornemen tot het verlenen van deze ontheffing en zullen dit in deze zienswijze nader onderbouwen.

Lid Gedeputeerde Staten

Gelezen de voordracht van Gedeputeerde Staten van «pm», nummer «pm»;

13.3 Meerkoet (Fulica atra)

de Wet natuurbescherming op 1 januari 2017 inwerking is getreden;

Van: Verzonden: maandag 21 maart :10. Onderwerp: Opvolgingsmarkering: Markeringsstatus: Gemarkeerd. Categorieën: Geachte heer/mevrouw

Besluit van GS van 15 september 2014, kenmerk 2014/ gehoord het Faunafonds van 18 juli 2004, kenmerk BIJ F F OVERWEGENDE;

TOETSING MILITAIRE VLIEGACTIVITEITEN OUDELAND VAN STRIJEN (110)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) (d.d. 16 juni 2016) Nummer Onderwerp Roeken

Nieuwsbrief Faunabeheereenheid Noord Holland - 1 mei 2014

van Gedeputeerde Staten op vragen van

van Gedeputeerde Staten op vragen van

ECLI:NL:RVS:2006:AZ4794

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als niet-broedvogel.

Nota Faunabeleid Zeeland AANVULLEND VOORSTEL

9.1 Meerkoet (Fulica atra)

PROVINCIAAL BLAD. In de regionale ganzenwerkgroepen zijn de volgende organisaties vertegenwoordigd:

nummer 20 van 2005 Herziening Verordening vrijstelling grondgebruiker

4 november 2003 Nr , LG Nummer 37/2003

PROVINCIAAL BLAD VAN ZEELAND

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ maart R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Fauna en wet Natuurbescherming

De redenen waarom wij het niet eens zijn met deze ontheffing zullen wij hieronder nader toelichten.

Beheerplan bijzondere natuurwaarden Broekvelden, Vettenbroek & Polder Stein Samenvatting

12.1 Ekster (Pica pica)

8.5 Zilvermeeuw (Larus argentatus)

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD) en J.A.R.M. van Egmond (GroenLinks) (d.d. 12 februari 2014) Nummer 2900

Besluit Gelet op bovenstaande overwegingen hebben wij overeenkomstig het advies van de hoor en adviescommissie besloten:

omgevingsdienst HAAGLAIMDEN

Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gezien voor akkoord: Datum: 30 augustus 2017

BESLUIT WET NATUURBESCHERMING VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

Vogelrichtlijn Bijlage I (inwerkingtreding 1981). Voor Natura 2000 relevant als niet-broedvogel.

6 APR Graag stellen wij u in de gelegenheid om te reageren op bovengenoemde stukken binnen een week na verzenddatum van deze brief.

Datum: 19 december 2016 Betreft: Beroep tegen besluit op bezwaar tegen ontheffing Ffw voor het doden van zomerganzen Ons kenmerk: SL 500/16.

Wet natuurbescherming Stap vooruit voor natuur en economie?

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november 2016

Uw kenmerk Uw aanvraag

Uitgangspunten inzake gebiedsbescherming (Natura 2000), soortenbescherming, faunabeheer en bescherming houtopstanden

Provincie Noord-Holland

lv. dat deze opdracht geldig is tot 15 augustus 2017 HAAGLANDEN lll. de voorschriften 1. tot en met 4. te verbinden aan deze opdracht; Besluit

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT FLORA- FAUNAWET VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

BESLUIT. PROVINCIALE STATEN van FRYSLÂN. gelezen de voorstellen van Gedeputeerde Staten van Fryslân van 31 maart 2015, nr.

Rijnnnond Beschikking. Parallelweg 1 AANTEKENEN Vopak Terminal Europoort B.V. Postbus AB ROZENBURG ZH. Uw kenmerk. Telefoonnummer

9.2 Spreeuw (Sturnus vulgaris)

7.1 Grote Canadese gans (Branta canadensis canadensis)

Wildernistrek E.G.C. van Uchelen Reeweg GA VLEDDER. Datum 19 juni 2015 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora- en faunawet

Ontheffing Knobbelzwaan

De wijziging betreft een verlenging van de periode dat werkzaamheden worden uitgevoerd.

Fbe Fryslân Swichumerdyk AP Wirdum faunabeheereenheid.nl KvK

Uw aanvraag van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet wijs ik af

Gemeente Beek R. van den Munckhof Raadhuisstraat KA BEEK. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing aanvraag. Geachte heer van den Munckhof,

Ons kenmerk Uw kenmerk Aantal bijlagen Datum _ november R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

Betreft: Visie Vogelwerkgroep Arnhem e.o. op windmolenplannen Kleefse Waard / Koningspleij

Beleidsnotitie bescherming en beheer ree Fryslân

6.1 Houtduif (Columba palumbus)

Faunabeheereenheid Limburg De heer Melissen Postbus AZ ROERMOND

Technische vragen over de stand van zaken van het Ganzenakkoord en het ganzenbeleid in Noord-Brabant. 2

Weigering ontheffing Wet natuurbescherming. artikel 3.10, eerste lid, onder a, Wnb

Geachte griffie, Met vriendelijke groet, Dick van Dorp secretaris VWG Arnhem e.o.

Bericht van de Natuur- en Milieufederatie Zuid-Holland m.b.t. de nieuwe Natuurbeschermingswet

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

ECLI:NL:RBNHO:2016:1706

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 29 oktober 2014 tot en met 28 oktober 2019.

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

06 april 2004 Nr , LG Nummer 21/2004

Inwerkingtreding en rechtsmiddelen Dit besluit treedt in werking op de dag na de dag waarop dit aan u is toegezonden.

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. Nummer Onderwerp Ontheffing doden zwanen. Aan de leden van Provinciale Staten

uw brief van uw kenmerk ons kenmerk datum ff75.06.toek augustus 2006 onderwerp doorkiesnummer bijlagen

ECLI:NL:GHDHA:2014:2773

Bekijk deze nieuwsbrief online

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Beschikking van Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant

5.2 Wilde eend (Anas platyrhynchos)

5.4.3 EFFECTBEOORDELING

ECLI:NL:RBDHA:2015:16050

Gemeente Nieuwegein A.R. de Bree Postbus AA NIEUWEGEIN. Datum 22 april 2016 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Aanvraag Wet Natuurbescherming - Basismodule

8.9 Konijn (Oryctolagus cuniculus)

12/4521 APPA-VV, 12/4523 APPA-W, 12/4525 APPA-W, 12/4696 APPA-VV 12/4522 APPA, 12/4356 APPA, 12/4524 APPA, 4695 APPA

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Bijlage Advies NOJG ganzenbeleid Friesland

Notitie. 1 Inleiding. Referentienummer Datum Kenmerk PN mei Betreft Roofvogel onderzoek (BMP-R methode)

Ik verleen u deze ontheffing voor de periode van 1 december 2016 tot en met 30 november 2021.

nummer 20 van 2009 agrarisch natuurbeheer Drenthe (bijlage 28c, onderdeel A)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

7.2 Kauw (Corvus monedula)

omgevingsdienst HAAGLANDEN

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen Beslissing Aanvraag

Gemeente Opmeer H.A.C. van Langen postbus ZK SPANBROEK. Datum 4 juli 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

R.J.H. Snijder Reguleren en Advies

PROVINCIAAL BLAD. Eerste wijzigingsregeling Beleidsregel natuurbescherming Noord-Brabant

Memo oplegnotitie natuurtoets Gesterkoog pagina 2/

Betreft: ontheffingaanvraag artikel 68 Flora- en faunawet voor de Wilde eend

26 APR rj) provinsje fryslân provincie frys1.n. Partij voor de Dieren T.a.v. mevrouw Van der Zanden. Leeuwarden, 26 april 2016 Verzonden,

JACHT, BEHEER EN SCHADEBESTRIJDING IN DE WET NATUURBESCHERMING. Presentatie t.b.v. Faunabeheerbijeenkomst d.d

Energieonderzoek Centrum Nederland ECN P.J. Sayers Postbus ZG PETTEN. Datum 7 maart 2014 Betreft Beslissing aanvraag Art. 75 Flora en faunawet

Transcriptie:

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland T.a.v. het Awb-secretariaat Postbus 90602 2509 LP Den Haag Datum: 29 juli 2019 Onderwerp: Bezwaar goedkeuringsbesluit faunabeheerplan knobbelzwaan, DOS-2016-0001312, PZH-2017-606710455 Kenmerk: SL 500/19.014 Geacht College van Gedeputeerde Staten, Hierbij maken de volgend organisaties bezwaar tegen uw goedkeuring van het faunabeheerplan knobbelzwaan met dossiernummer DOS-2016-0001312 en besluitnummer PZH-2017-606710455 zoals gepubliceerd in het Provinciaal Blad van 27 juni 2019: Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland Natuur- en Vogelwacht Biesbosch KNNV Afdeling Gouda e.o. Vereniging Hoekschewaards Landschap Vogelwerkgroep Koudekerk/Hazerswoude e.o. Het doel van het faunabeheerplan knobbelzwaan Zuid-Holland 2018-2024 is het bestrijden van knobbelzwanen ter bescherming van landbouwgewassen, de vliegveiligheid en de openbare veiligheid. Dit beheer wordt uitgevoerd door het doden en vangen van knobbelzwanen en door het bewerken van eieren en nesten. Het beheer vindt plaats op grond van een in de Omgevingsverordening Zuid-Holland opgenomen vrijstelling. Hoewel het in het faunabeheerplan beschreven beheer zich richt op de knobbelzwaan (Cygnus olor) zien wij in de uitvoering van dit beheer echter ook grote risico s voor de populatie van de kleine zwaan (Cygnus columbianus ssp. Bewicki). Er verblijven van eind september tot eind maart kleine zwanen in Nederland. De wereldpopulatie wordt geschat op hooguit 15.000 vogels, waarvan er de laatste jaren maximaal 10.000 in Nederland overwinteren, ook in Zuid-Holland. Wanneer de kleine zwanen in Nederland arriveren zoeken zij eerst grote open wateren op, vooral het Lauwersmeer, Veluwemeer en IJsselmeer. Hier foerageren ze op waterplanten. Wanneer deze voedselbron uitgeput is, verplaatsen ze zich naar het boerenland, waaronder agrarisch gebied in Zuid-Holland. Ze benutten dan oogstresten op akkers en plas-dras situaties in graslanden. Ze vormen dan regelmatig gemengde groepen met knobbelzwanen.

De landelijke aantallen kleine zwanen namen vanaf 1975 eerst toe, maar vanaf 1995 weer af (zie figuur 1). Ook in Zuid-Holland is er de laatste tien jaar sprake van een afname van <5 % per jaar (zie figuur 2). De staat van instandhouding van de kleine zwaan is beoordeeld als zeer ongunstig 1. De achteruitgang van de soort hangt samen met tegenvallend broedsucces, maar ook illegaal afschot speelt hierbij waarschijnlijk een rol 2. Uit onderzoek is gebleken dat meer dan 22% van de populatie kleine zwanen, ondanks hun beschermde status (nationaal en internationaal), hagel in het lichaam heeft 3. De kleine zwaan is door de provincie Zuid- Holland in haar visie rijke groenblauwe leefomgeving aangewezen als icoonsoort. Oftewel, de kleine zwaan is één van de soorten waarvoor de provincie maatregelen wil nemen of stimuleren in het kader van de verplichting vanuit de Wet natuurbescherming wat betreft actieve soortenbescherming (artikel 1.12). Figuur 1: Ontwikkeling seizoensgemiddelde kleine zwaan Nederland, bron: Sovon. Figuur 2: Ontwikkeling seizoensgemiddelde kleine zwaan Zuid-Holland, bron: Sovon. Kleine zwanen zijn, zeker wanneer het om juvenielen gaat, niet eenvoudig van knobbelzwanen te onderscheiden, zie afbeeldingen 1 en 2. 11 Zie https://www.sovon.nl/nl/soort/1530 2 Zie https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/subsidiestelsel-natuur-enlandschap/agrarisch-natuurbeheer-anlb/kennisbank/doelsoorten/kleine-zwaan/ 3 Zie Newth et al., Incidence of embedded shotgun pellets in Bewick s swans Cygnus columbianus bewickii and whooper swans Cygnus cygnus wintering in the UK, Biological Conservation, 2011.

Afbeelding 1: Juveniele kleine zwaan. Afbeelding 2: Juveniele knobbelzwaan Gezien het feit dat in Nederland een groot deel van alle kleine zwanen overwintert, de soort achteruitgaat en een zeer ongunstige staat van instandhouding kent, moeten alle risico s voor deze soort zoveel mogelijk worden teruggebracht. In de uitvoering van het faunabeheerplan knobbelzwaan zien wij echter een aantal risico s voor de kleine zwaan: Doordat het verschil tussen knobbelzwanen en kleine zwanen niet altijd goed zichtbaar is, is er een gerede kans dat jagers per ongeluk kleine zwanen schieten in plaats van knobbelzwanen. Wanneer er sprake is van een gemengde groep kleine zwanen en knobbelzwanen is bij het schieten op zo n groep niet uit te sluiten dat er per ongeluk kleine zwanen geraakt worden. Wanneer kleine zwanen en knobbelzwanen in een gemengde groep zitten of dicht bij elkaar in de buurt foerageren, worden kleine zwanen bij het afschot of de verjaging van knobbelzwanen ook verstoord. Wanneer dit vaak gebeurt kan dit negatief uitpakken voor de populatie kleine zwanen. Deze risico s van het faunabeheerplan voor de kleine zwaan zijn voor de voorzieningenrechter mede aanleiding geweest om door middel van de uitspraak van 22 november 2018 4 het goedkeuringsbesluit van de eerdere versie van het voorliggende faunabeheerplan te schorsen: 12. Voorts hebben verzoeksters naar het oordeel van de voorzieningenrechter terecht aangevoerd dat afschot van knobbelzwanen op grond van het primaire besluit niet uitvoerbaar is, omdat het onvermijdelijk zal leiden tot overtreding van artikel 3.1, eerste en vierde lid, van de Wnb ten aanzien van de kleine zwaan. De voorzieningenrechter betrekt hierbij dat de kleine zwaan niet is genoemd in bijlage 2 van de Verordening, zodat voor deze soort het verbod als bedoeld in artikel 3.1, eerste lid, van de Wnb geldt. Daarnaast is de staat van instandhouding van de kleine zwaan blijkens de website van Sovon zeer ongunstig. Gelet op de gedingstukken en het verhandelde ter zitting acht de voorzieningenrechter voorshands niet onaannemelijk dat kleine zwanen zich in groepen samen met knobbelzwanen ophouden en dat het verschil tussen (jonge) knobbelzwanen en (jonge) kleine zwanen zelfs overdag moeilijk te zien is. Dit brengt met zich mee dat kleine zwanen met knobbelzwanen kunnen worden verward, zeker in geval van juveniele exemplaren. De voorzieningenrechter acht 4 ECLI:NL:RBDHA:2018:13809

evenmin onaannemelijk dat in zeker 20% van de populatie kleine zwanen hagel is aangetroffen of schotwonden zijn geconstateerd, zoals dat volgens verzoeksters uit onderzoek blijkt. Verweerder noch vergunninghouder heeft deze stelling naar het oordeel van de voorzieningenrechter voldoende weerlegd. Ter zitting is namens vergunninghouder zelfs erkend dat bij kleine zwanen hagel wordt aangetroffen of schotwonden voorkomen. Reeds hierom kan op voorhand op basis van objectieve gegevens niet worden uitgesloten dat de activiteit zoals toegestaan op grond van het primaire besluit zal leiden tot het verstoren van kleine zwanen of afschot, hetgeen op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Wnb verboden is, terwijl op grond van het voorgaande niet is gebleken dat afschot van knobbelzwanen geen significante effecten voor de instandhoudingsdoelstelling van de kleine zwaan zal hebben. Het primaire besluit ontbeert naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter dan ook ten aanzien van dit aspect een deugdelijke motivering en is tevens onzorgvuldig voorbereid. In het voorliggende faunabeheerplan zijn naar aanleiding van deze uitspraak ten onrechte geen aanpassingen doorgevoerd die de risico s van uitvoering van dit plan voor de kleine zwaan verminderen. Er zijn diverse aanvullende voorwaarden denkbaar die hieraan bij kunnen dragen: Geen afschot in de periode van waarin de kleine zwanen in Nederland zijn (oktober maart) of in ieder geval in de maanden dat de grootste aantallen kleine zwanen hier zijn en in agrarisch gebied te vinden zijn (december februari). In de periode van oktober t/m december is er ook geen reden om het afschot van knobbelzwanen in agrarisch gebied toe te staan omdat er dan nauwelijks sprake is van een concrete dreiging van belangrijke schade, zo blijkt uit de in het faunabeheerplan opgenomen schadecijfers. Het niet toestaan van afschot op gemengde groepen van knobbelzwanen en kleine zwanen. Hiermee wordt voorkomen dat er per ongeluk ook kleine zwanen geschoten worden wanneer er op een gemengde groep wordt geschoten en wordt verstoring van kleine zwanen door het afschot van knobbelzwanen tegengegaan. Dit is weliswaar nog geen oplossing voor het niet herkennen van kleine zwanen door jagers, maar het vergroot in ieder geval ook de bewustwording dat bij afschot van knobbelzwanen goed opgelet moet worden of zich geen andere soorten in een groep zwanen bevinden. Een dergelijke maatregel wordt overigens ook voorgesteld door Bij12, de organisatie die de provincie adviseert op het gebied van faunabeheer 5 : Geen verstoring door (water)recreatie of werkzaamheden in de foerageergebieden of de slaapplaatsen binnen een afstand van c. 700 m van de zwanen; geen verjaging van groepen ganzen in de nabijheid van zwanen of afschot van knobbelzwanen in gebieden waar gemengde groepen zwanen voorkomen. Zeker gezien het feit dat de provincie Zuid-Holland de kleine zwaan heeft benoemd als icoonsoort ligt het voor de hand dat dit advies wordt opgevolgd. Pas wanneer meerdere jagers hebben vastgesteld dat het om een groep van alleen knobbelzwanen gaat (en gezamenlijk de verantwoordelijkheid hiervoor dragen) zou tot afschot mogen worden overgegaan. 5 Zie https://www.bij12.nl/onderwerpen/natuur-en-landschap/subsidiestelsel-natuur-enlandschap/agrarisch-natuurbeheer-anlb/kennisbank/doelsoorten/kleine-zwaan/

Geen afschot toestaan van vliegende zwanen. Bij een groep vliegende zwanen is het heel lastig om zeker te weten dat het om een ongemengde groep gaat en moet bovendien snel gehandeld worden waardoor er weinig tijd is voor een zorgvuldige identificatie. Wij verzoeken u dan ook om ons bezwaar gegrond te verklaren en dergelijke voorwaarden alsnog aan uw goedkeuringsbesluit te verbinden dan wel in het faunabeheerplan op te laten nemen om hiermee de risico s voor de kleine zwaan te reduceren of weg te nemen. Met vriendelijke groeten, A.P. Ouwehand, Directeur Bijlagen: Bekendmaking goedkeuring faunabeheerplan knobbelzwaan Provinciaal Blad Handtekeningen en machtiging medeondertekenaars (de nog ontbrekende handtekeningen en machtigingen worden nagestuurd)