CROSS- OVER 2013: OVER GRENZEN. Universiteit Gent, 8 februari 2013. Call for Papers

Vergelijkbare documenten
PROGRAMMA ACHTER DE VERHALEN 4

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis

Onderwijs Onderzoekschool Politieke Geschiedenis. Onderzoekschool Politieke Geschiedenis 1

De leerlingen leggen hun ervaringen vast in een portfolio.

De Middlebrow schrijft terug. Nederlandse en Vlaamse literatuur in een spanningsveld,

Gelijke kansen met cultuur(onderwijs) Barend van Heusden Kunsten, Cultuur en Media Rotterdam, 2 november 2017

Nederlandse. literatuurvan de. 20 ste en 21 ste eeuw deel 1

Sint-Jan Berchmanscollege

Sint-Jan Berchmanscollege

Inhouden, benaderingen, didactische aanpak en doelstellingen

Sint-Jan Berchmanscollege

Hier leer je verschillende academische teksten lezen, schrijven en voordragen. Deze cursus dient ook als een soort voorbereiding op je scriptie.

Junior College EEN INITIATIEF VAN

Els De Smet, VSKO (2012)

Master in de westerse literatuur. Masterinfoavond 7 maart 2018

Eindkwalificaties van de bacheloropleiding Geschiedenis

Cultuur in de Spiegel Naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs Barend van Heusden

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. kiezen. De leerling kan referentiële verwijzingen expliciteren.

RECHT EN SAMENLEVING ANDERS BEKEKEN

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 september 2011

De DOELSTELLING van de kunstbv-opdrachten & De BEOORDELING:

Voorbij de kunst. Anders kijken naar kunst met jongeren. Yotka Kroeze & Jobbe Holtes

Vakoverschrijdende eindtermen/ontwikkelingsdoelen globaal voor het secundair onderwijs

Dwarse verbanden: natuur en techniek, wereldoriëntatie, cultuuronderwijs, enz

Premaster Letterkunde, programma Literaire vorming en literair veld Vrije Universiteit Amsterdam - Faculteit der Letteren - P Letterkunde

Collectievormingsprofiel Journalistiek en Nieuwe Media (CVP) Actuele relatie met O&O. Aankoop en -methodiek

Klassieke culturele vorming

Onderwijs- en examenregeling

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 19 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Examenprogramma Klassieke Talen vwo

Erfgoedonderwijs als cultuuronderwijs. Barend van Heusden Afdeling Kunsten, Cultuur en Media

Welkom bij: Taal- en cultuurstudies

logoocw De heer prof. dr. F. P. van Oostrom 26 mei 2005 ASEA/DIR/2005/23876 Taakopdracht voor de commissie Ontwikkeling Nederlandse Canon geen

De machinemens in de medische geschiedenis en in de huidige medische praktijk

Examenprogramma kunst (algemeen) (voorheen ckv2)

Grieks ( vwo ) K = gericht op voorbereiding op deze vakken in bovenbouw (Turquoise) KGV= gericht op algemene gymnasiale vorming (Zilver) = K = Kgv

Expertopleiding Cultuur in de Spiegel

Examenprogramma CKV havo en vwo. nationaal expertisecentrum leerplanontwikkeling

Grote Opdrachten voor het leesonderwijs Enkele slotopmerkingen

literatuur literariteit

Wijziging : werkstuk inzenden vóór 1 april i.p.v. 1 mei! KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2015

Leerstoelenplan faculteit der Geesteswetenschappen

Vormingsaanbod voor universiteiten en hogescholen 2014/2015

Latijn en Grieks in de 21ste eeuw

Beste mededisputanten,

Cultuur in de Spiegel

Examen VWO. Nederlands. tijdvak 1 maandag 18 mei uur. Bij dit examen hoort een bijlage.

Onthaal BACHELOR GESCHIEDENIS OPBOUW PROGRAMMA/MOTIVATIE

VELOV conferentie 26 februari 2015 Wim Lauwers, Katrien Goossens, Leen Alaerts, Koen Crul, Lysbeth Jans, Lode Vermeersch, contact:

Kunst en cultuur (PO-havo/vwo)

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

Definities kernbegrippen sector

R u i m t e l i j k Bewogen

NEDERLANDSTALIGE SAMENVATTING: DE PARADOX VAN SPEELSHEID

SAMENVATTING (Dutch summary)

Provinciale Prijs Beeldende Kunst

KENNIS OF VAARDIGHEDEN, EEN SCHIJNDISCUSSIE

Onderwijs- en examenregeling

Onderwijs- en examenregeling

PTA Kunst VWO Belgisch Park cohort

Dialogisch verstaan tussen mensen uit verschillende culturen

De 5 D s: handvat voor diversiteit in praktijk

Cultuur in de Spiegel Naar een doorlopende leerlijn cultuuronderwijs. Regioconferenties Maart 2012

Overzicht van tabellen en figuren

Dagelijkse activiteiten van ouder wordende echtparen: veranderingen bij achteruitgang van de gezondheid

SPOKER IN REINAERT DE VOS

Onderwijs- en examenregeling

de huidige generatie jongeren leest minder dan vroeger (Heesters e.a. 2007)

Take Home Examen. Het stijlbegrip volgens Nelson Goodman. i Postvak 54 6 juni 2008 Blok BA CW 1 E Vraag II

Integraal waarderen. Een (blijvende) discussie. Maartje de Boer. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed

IN DE BAN VAN DE ORIËNT

HUMANE WETENSCHAPPEN S I N T - J A N S C O L L E G E. w w w. s j c - g e n t. b e

Museum De Buitenplaats Kijken is een kunst

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation

Kunst en cultuur voor kinderen? Reflecties vanuit de ontwikkelings- en de onderwijspsychologie. Paul van Geert Universiteit Groningen

Vaksubkernen Inhouden vwo kerndoelen onderbouw. De leerling kan zijn Latijnse woordenschat inzetten bij het tekstbegrip

Vragen literatuur 6-VWO Deze vragenlijst is grotendeels gebaseerd op de Coach van Noordhoff. Literaire begrippen

"Games kunnen nooit kunst zijn!"

Onderwijs- en examenregeling geldig vanaf 1 September 2010

Inhoudsopgave. Deel I Kritische discoursanalyse. Overzicht van tabellen en figuren Tabellen Figuren Voorwoord Inleiding en verantwoording Inleiding

Examenprogramma Griekse taal en literatuur vwo Latijnse taal en literatuur vwo

Samenvatting Literatuurkunde Cursus 1 Literatuur en lezer

Mediasociologie Hoorcollege Iedereen is vrij! Theo Ploeg

Klassieke culturele vorming

Veel bijgeleerd? Of: zijn wij het androcentrisme in de geschiedschrijving voorbij?

Collectievormingsprofiel Engelse taal en cultuur

Samen leren leven: Wereldbeelden in perspectief

vrijstellingen journalistiek 2014/2015

Vragenlijst voor leesclubs

Paperopdracht, Architectuurtheorie, deel 2 Tendensen en vertogen

STUDIERICHTINGEN DERDE GRAAD

Eerste jaar van de eerste graad. Leren leren

KLASSIEKE CULTURELE VORMING VWO VAKINFORMATIE STAATSEXAMEN 2016 V15.7.0

Nederlands Genootschap voor Nieuwgriekse Studies (NGNS) Dutch Society for Modern Greek Studies. Beleidsplan

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING EXAMENPROGRAMMA S VOORTGEZET ONDERWIJS

R E L I G I O U S J O U R N A L I S M C O M M U N I T Y O F P R A C T I C E T I L B U R G C O B B E N H A G E N C E N T E R

Bijlage 3 Overzicht majorcombinaties

Toetsplan Bacheloropleiding Kunsten, Cultuur en Media

Toetsing en Afsluiting

Ook voor de basisschool zijn nieuwe er kerndoelen gemaakt die duidelijk aansluiten bij de kerndoelen van de onderbouw VO.

Transcriptie:

CROSS- OVER 2013: OVER GRENZEN Universiteit Gent, 8 februari 2013 Call for Papers Het tweejaarlijkse Cross- Over congres benadert de letterkundige neerlandistiek vanuit een transhistorisch en interdisciplinair perspectief. Dit jaar willen we de deelnemers van Cross- Over uitdagen om vragen te stellen bij de verschillende grenzen waarmee zij tijdens hun onderzoek worden geconfronteerd. Dienen de grenzen van de literatuur een eigen onderzoeksveld te vormen, dienen zij helemaal te worden opgeheven, of is er juist behoefte om het terrein van de literatuur en de literatuurwetenschap verder of opnieuw af te bakenen? Wat gebeurt er bijvoorbeeld met onze perceptie van de Nederlandse literatuur als we die als een globaal verschijnsel gaan beschouwen ( Global Dutch )? Hoe kunnen we spreken van interdisciplinariteit als we het literaire veld als zodanig voor onszelf nog niet duidelijk hebben afgebakend? Gaat literatuur over grenzen zodra literaire en maatschappelijke discoursen elkaar lijken te overlappen? In hoeverre is economische taal bijvoorbeeld literair te noemen en beschikt literaire taal over economische kenmerken? In hoeverre doen moderne media de grenzen tussen woord en beeld vervagen en hoe beïnvloedt die ontwikkeling onze perceptie van literatuur? Aan de hand van deze vragen willen we deelnemers aan Cross- Over kritisch laten nadenken over de grenzen van de literatuur en van de literatuurwetenschap. Dit kan gebeuren aan de hand van de hieronder beschreven thema s. Elk van deze thema s kan zowel op historische als op moderne literaire teksten worden toegepast. AUTEURSCHAP EN AUTORITEIT De rol van de auteur in de betekenisgeving van teksten is in het verleden regelmatig het middelpunt geweest van felle literatuurwetenschappelijke polemieken. Zeer bekend is natuurlijk de these van Roland Barthes, die met het doodverklaren van de auteur diens

autoriteit overdroeg aan de lezer. Twee jaar later schreef Foucault zijn toonaangevende artikel "Qu'est- ce qu'un auteur?", waarin de aandacht verschuift naar de auteur als de functie van een discours. Meer recent is onder de noemer "career criticism" een meer institutionele benadering van auteurschap geïntroduceerd. Hierbij is er veel aandacht voor persoonlijke motieven van de auteur en diens drang tot zelfpositionering, maar worden tegelijkertijd vragen gesteld over literaire systemen als zodanig. Ook voor de neerlandistiek - waar de "dood van de auteur" bij onderzoekers wellicht minder weerklank heeft gevonden dan in andere disciplines - zijn er voldoende redenen om het onderzoeksobject auteur met een zekere kritische distantie opnieuw te bekijken. In deze sessie zal dan ook de nadruk liggen op de verschillende betekenissen die we als onderzoeker toekennen aan auteurschap en in hoeverre die betekenissen afhankelijk zijn van de historische bepaaldheid van de teksten en oeuvres die we bestuderen. Hoe definiëren we de auteur? Hoe verleent auteurschap autoriteit aan teksten en hoe verhoudt die functie zich tot die van de lezer als betekenisgevende instantie? Welke toepassingsmogelijkheden zien we voor de neerlandistiek ten aanzien van de ervaringen die internationaal door onderzoekers binnen "career criticism" zijn opgedaan? GLOBAL DUTCH/NEDERLANDS BUITENGAATS In deze sessie willen we ons afvragen welke internationale uitstraling de Nederlandse literatuur had en nog heeft. Er zijn bijvoorbeeld vertalingen, adaptaties en intermediale bewerkingen van teksten uit Nederland en Vlaanderen in anderstalige literaturen. Er kan aandacht besteed worden aan de veelzijdige intersystemische dialoog waarin de Nederlandse literatuur een belangrijk aandeel heeft. Uiteenlopende fenomenen zoals koloniale en postkoloniale literatuur, literair- institutionele contacten tussen kolonie en vaderland, het functioneren van Nederlandstalige literaire teksten en auteurs in anderstalige literaturen (receptie en vertaling), intertekstuele relaties tussen Nederlandse literatuur en andere literaturen, adaptaties van Nederlandse literaire teksten in andere taalgebieden en intermediale bewerkingen van literatuur (zoals in film en theater). De opzet van de sessie is een licht te werpen op de mate waarin over de Nederlandse literatuur in termen van Global Dutch kan worden gesproken. AUTONOMISERING VAN DE LITERATUUR Traditioneel laat men de geschiedenis van het moderne literatuurconcept literatuur als belles lettres, als een relatief autonoom systeem van teksten die in de eerste plaats een esthetische en niet een ideologische, politieke of religieuze functie hebben, en die daarenboven ontstaan en gewaardeerd worden in autonome literaire instituties niet vroeger dan in de tweede helft van de achttiende eeuw beginnen. In dat tijdsgewricht wijzen schrijvers er voor het eerst in grotere getale op dat de teksten die zij produceren, indien niet uitsluitend dan toch primair, literaire pretenties hebben. In samenhang daarmee ontstaat in deze periode ook een maatschappelijk gelegitimeerde organisatievorm waarin de discursieve fenomenen die men onder het begrip literatuur samen neemt een eigen plaats krijgen in wat Bourdieu met betrekking tot de negentiende eeuw het literaire veld' heeft genoemd. De voorbije jaren gaan internationaal evenwel heel wat stemmen op om ook de voorgeschiedenis van deze complexe ontwikkeling in kaart te brengen en nauwkeuriger na te gaan welke literaire

feiten hebben gefungeerd als mogelijkheidsvoorwaarden voor dat veld in wording. Voorbeelden van dergelijke feiten zijn: verschuivingen in de conceptualisering van de rol van de auteur, transhistorische ontwikkelingen met betrekking tot de perceptie van fictie en retoriek, de introductie van nieuwe genres en tekstsoorten, maar ook de opkomst van materiële en andere infrastructurele verschijnselen die op een zich ontwikkelend literair systeem wijzen. In deze sessie willen we onderzoeksvoorstellen behandelen die aan de hand van een concrete gevalstudie een bijdrage kunnen leveren aan de lange geschiedenis van de geleidelijke autonomisering van ons literatuurconcept, van de late Middeleeuwen tot vandaag. LITERATUUR EN COGNITIE In de recente literatuurwetenschap neemt de aandacht voor de cognitieve, evolutionaire en neurologische aspecten van (het lezen van) literatuur toe. Literatuur wordt gezien als het product van de dynamische interactie tussen een tekst en een informatieverwerkend brein of een lichamelijk verankerd systeem van betekenistoekenning. Hoe literatuur eruitziet, is in die optiek niet enkel bepaald door culturele condities, maar ook door biologische en mentale factoren. Zo begrijpen we personages, settings en plot in een literair werk dankzij de mentale schemata die we als mens en als lezer verworven hebben. De vorming van literaire metaforen kan verbonden worden met denkprocessen en met de manier waarop mensen de werkelijkheid belichamen. Linguïstische patronen in gedichten kunnen aan de hand van de cognitieve stilistiek gekoppeld worden aan cognitieve effecten. Het bewustzijn van vertellers en personages kan, ten slotte, preciezer beschreven worden als men een beroep doet op inzichten uit de cognitiewetenschappen. In deze sessie willen we de cognitieve benadering in brede zin centraal stellen: voorstellen kunnen gaan over bewustzijn in literaire teksten, over een concrete toepassing van cognitieve stilistiek, cognitieve narratologie, evolutionaire literatuurwetenschap, over literatuur en het brein. LITERATUUR EN DE BEELDENDE KUNSTEN De raakvlakken tussen literatuur en de beeldende kunsten zijn talrijk en divers. Beide media kunnen bewust door de kunstenaar met elkaar in verband gebracht worden. Dit is het geval bij de omzetting van een medium in een ander (bv. in de verbeelding van een literair werk in een schilderij of de beschrijving van een schilderij in woorden) of bij de combinatie van woord en beeld in bijvoorbeeld middeleeuwse handschriften. Deze vormen van intermedialiteit zijn vaak het gevolg van een bijzondere band van de kunstenaar met zowel de literatuur als de beeldende kunsten. We kunnen hier denken aan dubbelkunstenaars, aan nauwe contacten tussen schrijvers en beeldende kunstenaars of aan een interesse van een auteur voor de beeldende kunsten of van een beeldend kunstenaar voor de literatuur. Overeenkomsten tussen literaire en beeldende kunstwerken kunnen daarnaast ook transmediaal zijn en het gevolg van het feit dat ze bijvoorbeeld in een zelfde periode ontstonden of dat er een vergelijkbaar wereldbeeld aan ten grondslag ligt. Raakvlakken uiten zich in dat geval onder andere op het vlak van thema s, motieven en overtuigingsstrategieën.

Alle voornoemde raakvlakken tussen literatuur en de beeldende kunsten kunnen in deze sessie aan bod komen. Sprekers worden daarbij in het bijzonder uitgenodigd om aandacht te schenken aan een aantal recente aandachtspunten binnen het onderzoek, zoals de betekenis van de materialiteit van kunstwerken en de invloed van elektronische en digitale media op woord- beeldverhoudingen. LITERATUUR EN ECONOMIE In deze sessie zullen verschillende vormen van verwevenheid van economie en literatuur aan de orde komen. Enerzijds gaat het hierbij om de institutionele verbondenheid van beide velden en het ontstaan van het moderne literaire bedrijf. Zo kan de opkomst van de roman niet los gezien worden van de stormachtige ontwikkelingen op het gebied van handel en commercie in dezelfde periode (18 de en 19 de eeuw). Anderzijds gaat het in deze sessie om de verwevenheid van literaire en economische discoursen. Dit is het onderzoeksveld van een nieuwe stroming binnen de cultuurwetenschap die ook wel als economic criticism wordt aangeduid. De taal van de economie is bijvoorbeeld in hoge mate literair te noemen en economen maken regelmatig gebruik van dezelfde retorische stijlmiddelen als auteurs van literaire werken. Omgekeerd kunnen we de vraag stellen in hoeverre er vanaf de moderne tijd wellicht ook sprake is van een economisering van het literaire discours. In hoeverre conformeren literaire teksten zich aan de taal van het moderne kapitalisme en in hoeverre bood en biedt de literatuur ook ruimte voor een kritische reflectie op (recente) economische ontwikkelingen? LITERATUUR EN RUIMTE De representatie van ruimte in de literatuur heeft de laatste jaren in de literatuurwetenschap veel aandacht gekregen. In de neerlandistiek bleef dit themaveld nog wat onderbelicht. In deze sessie zal vooral gekeken worden naar de relatie tussen literatuur en de ruimtelijke wetenschap. Hoe geeft literatuur betekenis aan bepaalde fysieke ruimten door ze niet alleen te beschrijven maar vooral ook te vullen met betekenissen? In de vroegmoderne tijd speelden literaire teksten bijvoorbeeld een belangrijke rol in het ontstaan van beschrijvingsmodellen van bepaalde topografische ruimten, zoals de stad in het genre van het stedenlof. Tegelijkertijd ontstond er - parallel met de beeldende kunst - een steeds grotere belangstelling voor een meer feitelijke beschrijving van ruimten en voor de verschillende perspectieven van waarneming die op die beschrijvingen kunnen worden toegepast. Een relatie die binnen dit thema dan ook zeker aan de orde zal komen is die tussen literatuur en urbaniteit. Hier gaat het om de vraag in hoeverre de literatuur, van de middeleeuwen tot heden, niet alleen fysieke ruimtes beschrijft, maar de stad ook als een culturele, sociale en economische ruimte onderzoekt en de lezer confronteert met de spanningen tussen verschillende ruimten die in de stad samenkomen en die ook bepalend lijken voor de moderne beleving van urbaniteit en het samenleven in de stad.

Praktisch De organisatie van Cross- Over 2013 is in handen van de Vakgroep Letterkunde (Afdeling Nederlands) van de Universiteit Gent in samenwerking met de Onderzoekschool Literatuurwetenschap. Net als vorige jaren werken we met pre- papers die de deelnemers tijdens parallelle sessies kort voorstellen. We voorzien ruim tijd voor discussie. Sprekers worden aangemoedigd om na te denken over de algemene, theoretische en methodologische implicaties van de eventuele casussen die ze in hun paper behandelen. De sessies zullen zo veel mogelijk transhistorisch worden samengesteld. We ontvangen voorstellen voor bijdragen van ongeveer 300 woorden graag vóór 1 september 2012 via crossover2013@ugent.be. Gelieve aan te geven in welke van de hierboven beschreven thematische sessies u uw bijdrage wenst te presenteren. Geïnteresseerden vernemen begin oktober of hun voorstel is aanvaard. Op datzelfde moment verschijnt het definitieve programma van Cross- over 2013 ook op de website van het congres: www.crossover2013.ugent.be. Sprekers zullen verzocht worden om hun pre- papers een maand op voorhand (tegen 8 januari) aan de organisatoren te bezorgen. Keynote sprekers Hanneke Grootenboer (University of Oxford) Eric Schliesser (Universiteit Gent) Wetenschappelijk Comité Lars Bernaerts (Universiteit Gent/Vrije Universiteit Brussel) Youri Desplenter (Universiteit Gent) Jeroen Dewulf (University of California, Berkeley) Lotte Jensen (Radboud Universiteit Nijmegen) Maria Leuker (Universität zu Köln) Jürgen Pieters (Universiteit Gent) Saskia Pieterse (Universiteit Utrecht) Erik Spinoy (Universiteit Luik) Yves T Sjoen (Universiteit Gent) Thomas Vaessens (Universiteit van Amsterdam) Hans Vandevoorde (Vrije Universiteit Brussel) Marc Van Vaeck (Katholieke Universiteit Leuven) Bart Vervaeck (Universiteit Gent) Coördinatie Hans Demeyer (Universiteit Gent) Kornee van der Haven (Universiteit Gent) Samuel Mareel (Universiteit Gent) Carl De Strycker (Universiteit Gent)