De Edukese Taal Edukeser Språkerne. Door Lars



Vergelijkbare documenten
Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig de slaaf de meester het gevecht het land het beest enkelvoud nominativus genitivus accusativus

Woordsoorten. Nederlands. Aanwijzend voornaamwoord. Onderschikkend voegwoord. Persoonlijk voornaamwoord. Betrekkelijk voornaamwoord

2 Правописание Spelling 11 Hoofdletters en kleine letters 11 Klinkers na de sisklanken ж, ч, ш, щ / г, к, х / ц 12 Interpunctie 12

Naam: Mijn doelenboekje. Grammatica. Werelden - Eilanden - Dorpen 5 / 6 / 7 / 8.

Benodigde voorkennis taal verkennen groep 5

Beknopte grammatica. voor. de cursus. Grieks van het Nieuwe Testament

IN DRIE STAPPEN NAAR EEN FOUTLOZE WERKWOORDSPELLING. werkwoordspelling.com M.Kiewit

Werkwoorden. Hebben en zijn. De twee belangrijkste werkwoorden in het Nederlands zijn hebben en zijn. Ik ben Thomas. Ik heb een fiets.

1 Spelling en uitspraak

Taalbeschouwelijke termen bao so 2010

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT SECUNDUM TAALSTUDIE. Werkwoorden vervoegen

Zinsontleden en woordbenoemen groep 7/8

Handige lessen Zweeds

Werkwoorden zijn woorden die aangeven wat iets of iemand doet, is of wordt.

Naamvallen Tabel Begrijpen. Klas 3/4

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT TERTIUM TAALSTUDIE

Spelling & Formuleren. Week 2-7

De laat gearriveerde koerier drinkt achter een bruin bureau koude koffie. Deze jonge verpleegster huppelt meestal vrolijk door de lange gangen.

Grammaticaboekje NL. Om een beeld te krijgen van de inhoud: De inhoudsopgave, een paar onderwerpen en de eerste bladzijde van de trefwoorden.

Online cursus spelling en grammatica

Z I N S O N T L E D I N G

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Inhoud. 1 Spelling 10

Ontleden. Er zijn twee manieren van ontleden: taalkundig ontleden en redekundig ontleden.

Inhoud. 1 Spelling en uitspraak. 2 Grammatica

CVO Tweedekansonderwijs Antwerpen NIVEAUBEPALING NEDERLANDS ASO 3

Werkwoorden in uitvoering - Werkwoorden schrijven - leerboek - 1

Les 4: Les conversatie + grammatica Nederlands Conversatie Les 2 A-klas

DE ONVOLTOOID TOEKOMENDE TIJD

VOORWOORD. René van Royen

1 keer beoordeeld 4 maart 2018

Visuele Leerlijn Spelling

Aantekening hs1 Cijfers Das Notensystem en lager 6

Tipboekje. Herman Jozefschool. Groep 8

Luister naar het alfabet en de voorbeelden. Kijk ook naar de afbeeldingen. voorbeeld letter. b bee [b] bus [ə] een. hemd

Wegwijs in de werkwoordspelling

Handige lessen Zweeds

Onderdeel: LEZEN Docent: RKW Algemene informatie: Wat moet je kennen: Wat moet je kunnen: Toetsing:

GRAMMATICA WERKWOORDELIJK GEZEGDE NAAMWOORDELIJK GEZEGDE VOLLEDIGE UITLEG UITLEG PER ONDERDEEL UITLEG PER ONDERDEEL VOLLEDIGE UITLEG

Onze-Lieve-Vrouwlyceum Genk Lycipedia: Beter leren CAPUT PRIMUM. De uitspraak van het Latijn

1.2.3 Trappen van vergelijking 20

Inhoud. Inleiding 15. Deel 1 Spelling 18

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

tafel tafels, jongen jongens, vakantie vakanties auto auto s, taxi taxi s, baby baby s maan manen, man mannen

LES 1 NEDERLANDS EN LATIJN. Onze eigen taal Wanneer je wilt weten hoe onze taal in elkaar zit, moet je eens naar de volgende vijf zinnetjes kijken:

Nieuwsbrief leren. leren en studeren op de basisschool. nummer 7 maart Lieven Coppens

Grammatica 2F. Doelgroepen Grammatica 2F. Omschrijving Grammatica 2F. meewerkend voorwerp. voegwoord alle woordsoorten

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Wat is een zelfstandig naamwoord?

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

BEGINNERSCURSUS DAG 2

Antwoorden Nederlands Ontleding

4 Имена существительные Zelfstandige naamwoorden

* Mijn vader vindt dat je aan make-up niet te veel geld aan moet uitgeven.

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

TAAL- en REDEKUNDIG ONTLEDEN

LES 9 VOORNAAMWOORDEN Kelley lesson IX: 23 Independent Personal Pronouns (Subject Pronouns), p Demonstrative Pronouns, p.

instapkaarten taal verkennen

De bovenkamer. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands. colofon

Pdf versie uitleg Grammatica

instapkaarten taal verkennen

Programma van Inhoud en Toetsing (PIT)

Overzicht toetsen en oefeningen Grammatica I. Grammatica I

Samenvatting Frans Stencil Franse tijden

Samenvatting Nederlands Cursus spellen (hoofdstuk 1 + 2)

pagina 1 van 5 VAN IN

Niveauproef voor Nederlands in ASO 3 de graad

Spiekkaart. Persoonsvorm - p.v.

Woordsoorten. De woorden in een zin kunnen in een bepaalde groep worden ingedeeld. De woordsoort geeft aan tot welke groep een woord behoort.

Basisgrammatica. Prisma Taalbeheersing. Arjan Krijgsman Johan Zonnenberg. Begrijpelijk voor iedereen. Duits

In elke zin staat een werkwoord. Werkwoorden zijn woorden die aangeven welke handeling of toestand of welk proces in de zin centraal staat.

DPS. Communicatie. Werkblad: werkwoordspelling

instapkaarten taal verkennen

Nederlands voor Arabisch taligen A0 A1/A2

Visuele Leerlijn Taal

Samenvatting Nederlands Hoofdstuk 2: lezen, woordenschat en spelling

Tijdsvormen. 1. Präsens: tegenwoordige tijd ich stam+e du stam+st er stam+t

handelingswijzer redekundig ontleden zinsdelen

Spelling. A. Kijk voor de vormen van de tegenwoordige tijd naar het volgende schema:

instapkaarten taal verkennen

WEEK MAANDAG WOENSDAG DINSDAG DONDERDAG VRIJDAG ZONDAG ZATERDAG. Vul het juiste voorzetsel in. Nico fietst elke dag (aan, naar, op) de cursus.

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

De bovenkamer. Het gebruik van De bovenkamer bij Taal actief. Josée Coenen. een kleurrijke grammatica van het Nederlands

Crash-course Nederlandse grammatica en syntaxis

Taal Spelling & leestekens

Kernwoord Uitleg Voorbeeld

instapkaarten taal verkennen

René van Royen LATIJN LEREN LEZEN. deel I

5 Niet meer twijfelen 107 Geweest is/is geweest 107 Vele of velen? 108 Hen/hun/ze 110 U/uw, jou/jouw 111 Als/dan 111 Dat/wat 113 Dat/die 115

Informatie cursus Sarnámi voor beginners

BIJBELS GRIEKS HERHALING 2

handelingswijzer taalkundig ontleden woordsoorten

Beginnersfouten Nederlandse Vertalers

PV ( ) OW ( ) WW REST { } NIET-WW REST [ ] GEMENGDE REST [ } NAAMW. DEEL MW ======= BIJW. BEPALING

π (spreek uit uiltje ): hulpwerkwoorden of modale hulpwerkwoorden 46

Inhoud. 1 Spelling 5. Noordhoff Uitgevers bv

Thema 10. We ruilen van plek

Basis. letter a b c hoofdletter A B C woord appel banaan citroen zin Ik eet een appel. cijfer getal

Transcriptie:

De Edukese Taal Edukeser Språkerne Door Lars

Fonologie Letter IPA Letter IPA A ɐ P B b Q C ʃ / k * R D S ʂ / s ** E F G H I J K L M N O T U V W X Y Z Å Æ Þ Ð Ø *= De c wordt in het Edukees soms als ʃ en soms als k uitgesproken. Dit is afhankelijk van het woord ** = De s wordt in het Edukees soms als ʂ en soms als s uitgesproken. Dit is afhankelijk van het woord. Bij de o.a. de combinaties os en rs wordt de s als ʂ uitgesproken.

Zelfstandig Naamwoord Het Edukees kent slechts twee naamvallen. Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud Erstå ðen sill ðyn for ðen tør ðin måler Tørstå ðæn sill ðeyn for ðynn tør ðein måler sill = man for = koe tør = poort måler = molens De Erstå wordt gebruikt voor : Onderwerp Lijdend voorwerp De Tørstå wordt gebruikt voor : andere dingen Voorbeeldzinnen : Ðyn for låpen þey ðen tør De koe onderwerp lijdend voorwerp loopt door de poort Jeg erðe på ðynn skulå Ik onderwerp bijwoordelijke bepaling ben op school

Werkwoord Werkwoorden in het Edukees zijn alle regelmatig. Alle werkwoorden eindigen op -un. Je vindt de stam door -un van de infinitief te halen. Bijvoorbeeld het werkwoord erðun (zijn) : erðun - un = erð Daarna volgt de uitgang. In de tegenwoordige tijd (Nytid in het Edukees) zijn de uitgangen als volgt : Persoon Werkwoord Nederlandse vertaling Jeg erðe Ik ben Þu erðun Jij bent Han/hun/ðen erðen Hij/zij/het is Vi erðun Wij zijn Við erðune Wij zijn Þus erðæs Jullie zijn Ån erðen Zij zijn Åne erðene Zij zijn Man erðiþ Men is

Verleden tijd De verleden tijd wordt gevormd door het hulpwerkwoord harer (hebben) of erðer (zijn), en daarna de vorm van het werkwoord. Het hulpwerkwoord wordt in de verlijden tijd wel anders gevormd dan in de tegenwoordige tijd. Verleden tijd van kjøper (kopen), met hulpwerkwoord harer. Het hulpwerkwoord is hier onregelmatig, maar niet als het in de tegenwoordige tijd wordt gebruikt. Persoon Werkwoord Nederlandse vertaling Jeg har kjøpt Ik heb gekocht Þu har kjøpt Jij hebt gekocht Han/hun/ðen har kjøpt Hij/zij/het heeft gekocht Vi hår kjøpte Wij hebben gekocht Við hår kjøpte Wij hebben gekocht Þus hår kjøpte Jullie hebben gekocht Ån hår kjøpte Zij hebben gekocht Åne hår kjøpte Zij hebben gekocht Man hår kjøpþe Men heeft gekocht

Verleden tijd met yller (vallen), met hulpwerkwoord erðer. Het hulpwerkwoord is hier onregelmatig, maar niet als het in de tegenwoordige tijd wordt gebruikt. Persoon Werkwoord Nederlandse vertaling Jeg erð yllt Ik ben gevallen Þu erðø yllt Jij bent gevallen Han/hun/ðen erðø yllt Hij/zij/het is gevallen Vi erðæn yllþå Wij zijn gevallen Við erðæn yllþå Wij zijn gevallen Þus erðæn yllþå Jullie zijn gevallen Ån erðæn yllþå Zij zijn gevallen Åne erðæn yllþå Zij zijn gevallen Man erðæn yllþe Men is gevallen

Toekomstige tijd De toekomstige tijd wordt gevormd door een vorm van het hulpwerkwoord værer (gaan/zullen) en het werkwoord+uitgang. Het hulpwerkwoord is hier onregelmatig, maar niet als het in de tegenwoordige tijd wordt gebruikt. Persoon Werkwoord Nederlandse vertaling Jeg vær kjøper ik zal kopen Þu værs kjøper jij zal kopen Han/hun/ðen værs kjøper hij/zij/het zal kopen Vi verun kjøper wij zullen kopen Við verun kjøper wij zullen kopen Þus værun kjøpæn jullie zullen kopen Ån værun kjøpæn zij zullen kopen Åne værun kjøpæn zij zullen kopen Man værs kjøper men zal kopen Voorbeeldzinnetjes Jeg vær tåner ðen tog til ðen flyplass åv klokken 16.30 Ik zal de trein naar het vliegveld nemen om 16:30 Við verun synger åv ðeyn julfesten Wij zullen zingen op het kerstfeest Jeg vær þe sænder adressen min når jeg erðe på huset Ik zal je mijn adres toesturen wanneer ik thuis ben

Bijvoeglijke naamwoorden Het bijvoeglijk naamwoord komt altijd achter het zelfstandig naamwoord en heeft het lidwoord van het zelfstandig naamwoord -ð als uitgang. Alleen het meervoud wijkt hier vanaf, zoals te zien in deze tabel. De basisregel voor deze afwijking is dat een a een å wordt, een o een ø, en de uitgang is -ne of nen. Mannelijk Vrouwelijk Onzijdig Meervoud Erstå ðen sill storen ðyn for storyn ðen tør storen ðin måler størne Tørstå ðæn sill storæn ðeyn for storeyn ðynn tør storynn ðein måler størnen sill = man stor = groot for = koe tør = poort måler = molens

Bezittelijk voornaamwoord Bezit wordt in het Edukees als volgt aangeduidt: zelfstandig naamwoord, in de vorm waarin het eindigt op -en, ongeacht de naamval + bezittelijk voornaamwoord Dit bezittelijk voornaamwoord ziet er als volgt uit : Jeg Þu Han/hun/ðen Vi Við Þus Ån Åne Man Min Din Ðyn Oss Øss Ðin Ånn Ånne Månne Voorbeelden Hunden min Mijn hond Husen ðyn Zijn huis Det erðen barnen oss Dat is ons kind