REELMASTER 3500/4500 MAAI-EENHEDEN MET 5, 7 & 11 MESSEN

Vergelijkbare documenten
4-standen kooimaaimachines met 8 en 11 messen Greensmaster 3250-D

MAAI-EENHEDEN MET 5 & 8 MESSEN

Inhoud. Inleiding. Optionele apparatuur: U kunt het modelnummer en het serienummer noteren in de ruimte hieronder:

MAAIMACHINES MET 8 EN 11 MESSEN (Voor Greensmaster 3200)

SPA kooimaaimachine met 8 en 11 messen Greensmaster 3250-D

MAAI-EENHEDEN MET 5, 7 & 11 MESSEN

Maaimachines met 8 en 11 messen Greensmaster 3250-D Modelnr en hoger Modelnr en hoger

Maaieenheid met 5, 8 en 11 messen voor Reelmaster 2000/3000 series

MAAIMACHINES MET 8 EN 11 MESSEN (Voor Greensmaster 3200)

4 standen kooimaaimachine met 8 en 11 messen Greensmaster 3000 Series

STIGA VILLA 85 M

MAAIMACHINES MET 8 EN 11 MESSEN (Voor Greensmaster 3200)

Sulky Line Painter 1200

STIGA PARK 107 M HD

STIGA VILLA 92M

STIGA VILLA 92 M 107 M

MAAI-EENHEDEN MET 5, 7 & 11 MESSEN

INHOUD. 2

Grasmand met flexibele bodem 5010-serie maai-eenheden van 56 cm en Reelmaster 3550/5010-H-serie achterste maai-eenheden van 56 cm WAARSCHUWING

Maai-eenheden met 5, 7, & 11 Messen Reelmaster 5500 & 6000 Serie & hoger & hoger & hoger

Kooimaaimachine met 8-en 11-messen en centrale instelling Greensmaster 3000 Series

DPA kooimaaimachine met 8 en 11 messen Greensmaster 3000 Series

STIGA PARK 110 S

STIGA PARK 92 M 107 M

TORO 2 3- Grote Laadvloer Voor de Workman 3000 serie

STIGA PARK 121 M

Metalen plaat Z Master commerciële 2000-serie zitmaaiers

STIGA PARK 107M

Motorset GreensPro 1200 rol voor greens

STIGA PARK 2WD. 110 Combi Pro. 125 Combi Pro

WAARSCHUWING. CALIFORNIË Proposition 65 Waarschuwing

Maaidekken met 5, 7 en 11 messen Reelmaster 4000-D Serie

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

De groomerborstel verwijderen. De aandrijfkast van de groomer verwijderen. Adapterset voor aandrijfas voor universele groomer. Procedure.

STIGA PARK 107M

Frontborstelset Greensmaster 800/1000/2000/Flex 18/21/Flex 1800/2100/eFlex 1800/2100 maaier Modelnr.: Installatie-instructies

Borstelset voor achterrol Reelmaster 3550-serie maaidekken van 46 cm

Grasverzamelaar. Model nr en hoger

AET48 Gebruikershandleiding. SLEEPBELUCHTER Gebruikershandleiding. AET48 Beginnend met serienummer: Vervangingsonderdelen

Montage handleiding Meskantafsluiters

Verlichtingsset voor gebruik op de openbare weg EU Groundsmaster 360 multifunctionele machine met cabine Modelnr.: Installatie-instructies

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

DEUTSCH 85 M

STIGA ST

STIGA VILLA 85 M

Inleiding. Inhoud. Installatie

Set voor driewielaandrijving Greensmaster 3150 Modelnr.: 04474

Riemkapset Z Master commerciële 2000-serie zitmaaiers. De brandstoftank controleren. Losse onderdelen. Installatie-instructies

Schuif dit gemonteerde deel in het rechter profiel van het BASISFRAME. Schuif het profiel nog iets verder tot het middelpunt zich op 16 cm van de

Aanpassingset met onderdelen voor aandrijving Model 44905, of GreensPro 1200 greensrol

Verlichtingsset of montageset voor verlichting T4240 maaier. Figuur 1

Gebruikershandleiding Pneumatische naaldbikhamer EG671CF

Verlichtingsset met remlichten en richtingaanwijzers

Wegverlichtings- en homologatieset Workman GTX-serie werkvoertuig

INSTALLATIE INSTRUCTIES VOOR VLINDERKLEPPEN

Wegverlichting- en homologatieset Workman HD multifunctionele voertuigen uit 2012 en later

STIGA TITAN 125 B TITAN COMBI

Installatie van. Installatie:

Dubbele spinner voor SH/EH-modellen Materiaalleveringseenheid MH-400

8. Onderhoud 8. ONDERHOUD. 8.1 Winteropslag. Robotmaaier

Achterrolborstel voor Greensmaster DPA-maai-eenheden met universele groomer uit de series 3120, 3150, 3250-D, TriFlex 3300 en 3400

Montage- en bedieningsinstructie voor Luxaflex Silhouette Gordijnen

copyrighted document - all rights reserved by FBC Hefboomschaar Handleiding BIR1BH4/5/6 v

hydraulische zweefset WAARSCHUWING

STIGA PARK 121M

Veiligheid. Installatie. Snelheidsbegrenzerset Sand Pro 2040Z tractie-eenheid WAARSCHUWING WAARSCHUWING. Losse onderdelen. Installatie-instructies

Veiligheid. Installatie

Weglichten- en homologatieset/set met remlicht en richtingaanwijzers Workman MD-serie multifunctionele voertuigen

Achterkant ipod Classic Installatie handleiding

Veiligheid. CE-set Multi-Pro 1750 gazonsproeier. Veiligheids- en instructiestickers WAARSCHUWING. Installatie-instructies

Gebruik de DoggyRide Jogger-Stroller Set niet voordat u deze handleiding aandachtig heeft door gelezen.

BGR 233 GEKEURD (DE) Gebruikshandleiding Laadbrug. Bekijk de instructievideo op

Achterrolborstel van 69 of 81 cm Reelmaster 3100-D en 7000-D-serie DPA maaidek

Dealerhandleiding. WEG MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller METREA SL-U5000

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse slagmoersleutel EG557A (3/8 ) EG557B (1/2 )

DM-SL (Dutch) Dealerhandleiding. RACE MTB Trekking. Stads-toer/ comfort-fiets. Schakelversteller. RAPIDFIRE Plus 11-speed SL-RS700

Sleutelstartset Workman MD/MDX multifunctioneel voertuig

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG1662C (1")

Scherm iphone 4 Installatie handleiding

FLAIL 2760 APPENDAGE VOOR DE GROUNDSMASTER

LED-lampset Greensmaster Flex 1800/2100 serie en eflex 1800/2100 serie maaiers

Installatie. Toerentalverlagingsset Groundsmaster 360 multifunctioneel voertuig Modelnr.: Installatie-instructies

AST4910 Gereedschapsset voor het afstellen/ blokkeren van benzinemotoren met dubbele nokkenas

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype)

Ledlampset Greensmaster -maaiers uit de serie 800, 1000, 1600, Flex 1820/2120 en eflex 1820/2120 met serienummer of hoger

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

STIGA PARK 100 B

Het aanwezige wiel verwijderen. Losse onderdelen WAARSCHUWING. Geen onderdelen vereist. Procedure

Snelheidsregelingset GrandStand maaiers uit 2011 en later Modelnr.: Installatie-instructies

Installation instructions, accessories. Parkeerhulp, achter. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden

WAARSCHUWING CALIFORNIË

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 )

Voornaaf/cassettenaaf (standaardtype)

002- DE X-WAGEN MONTEREN. Neem de X-WAGEN uit de doos. Neem de volgende onderdelen uit het zakje gemarkeerd met 3:

Installation instructions, accessories. Trekhaak, vast. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden. Instructienr. Versie Ond. nr

Block Cutters On the cutting edge for customers satisfaction

Installation instructions, accessories. Stuurwiel. Volvo Car Corporation Gothenburg, Sweden

Schakelaar voor voorste differentieel Workman HDX/HDX-D multifunctionele voertuigen met vierwielaandrijving

Dock connector iphone 4S Installatie handleiding

Transcriptie:

FORM NO. 3318-296 NL Rev A MODEL NR. 03741-60001 & HOGER MODEL NR. 03753-60001 & HOGER MODEL NR. 03751-60001 & HOGER MODEL NR. 03754-60001 & HOGER MODEL NR. 03752-60001 & HOGER MODEL NR. 03756-60001 & HOGER GEBRUIKERS- HANDLEIDING REELMASTER 3500/4500 MAAI-EENHEDEN MET 5, 7 & 11 MESSEN The TORO COMPANY 1996

VOORWOORD De maai-eenheden zijn ontwikkeld volgens geavanceerde concepten op gebied van techniek, design en veiligheid; en indien op de juiste manier onderhouden zullen zij u uitstekend van dienst zijn. De maai-eenheden produkten zijn van goede kwaliteit, en dus is voor Toro het toekomstige gebruik van deze produkten en de veiligheid van de gebruiker van groot belang. Neem deze handleiding door om uzelf op de hoogte te stellen van de juiste assemblage, afstelling en onderhoudsprocedures. De belangrijkste onderdelen van deze handleiding zijn: Bepaalde informatie in deze handleiding is benadrukt. GEVAAR, WAARSCHUWING en LET OP duiden op informatie met betrekking tot persoonlijke veiligheid. BELANGRIJK geeft aan dat er mechanische informatie volgt waarvoor uw speciale aandacht gevraagd wordt. Lees deze richtlijn door omdat deze te maken heeft met de mogelijke beschadiging van een of meerdere onderdelen van uw machine. N.B. duidt op algemene informatie waar u speciaal op moet letten. INHOUDSOPGAVE Specificaties 3 Maai-eenheid Overzicht 4 Afstelling van de maai-eenheid 4 Het afstellen van de snijplaat t.o.v. de messenkooi 4 Maaihoogte-afstelling bij een vrij bewegende maai-eenheid 5 Snelle methode voor het veranderen van de maaihoogte 7 Maaihoogte-afstelling van een vaste maai-eenheid 7 Het afstellen van de ski's en de voorste roller (Set met vaste unit) 8 Smering 9 Produkt-identificatie 10 Voor al uw hulp bij het assembleren, bedienen of onderhouden van de machine of met betrekking tot de veiligheid kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Officiële Toro Dealer. Naast de originele Toro reserveonderdelen heeft de dealer ook optionele accessoires uit het complete Toro assortiment voor gazonverzorging. Houd uw Toro geheel Toro koop originele reserveonderdelen en accessoires. Indien u vragen hebt of onderhoud wenst, kunt u contact opnemen met uw plaatselijke officiële Toro Dealer. Naast een compleet assortiment accessoires en professionele technici op het gebied van gazonverzorging heeft de dealer een compleet assortiment originele TORO reserveonderdelen om uw machine naar behoren te laten functioneren. Houd uw TORO geheel TORO. Koop originele TORO onderdelen en accessoires. 2

Specificaties Constructie: Gelast stalen frame en messenkooi met heavy-duty, zelf-regelende kogellagers. Heavy-duty achterste roller van staal met taps toelopende rollerlagers. Achterste roller en snijbalk zijn geïsoleerd en gemonteerd met rubber lagerbussen voor stil, trillingsvrij gebruik. Afstelbare deflectorschermen zijn standaard. Op kritieke punten zijn roestvrijstalen componenten voor extra duurzaamheid. Configuratie Messenkooi: De heavy-duty gelaste messenkooien met 5, 7 of 11 messen hebben alle een diameter van 8 inch (20,3 cm) en een breedte van 29-3 /4 inch (75,5 cm). Assemblage Snijplaat/Snijbalk: Een vervangbare, gelegeerd stalen snijplaat is inductie-gehard en aan één zijde gescherpt. Deze is met stalen schroeven zeer nauwkeurig gemonteerd op de hoog kwalitatieve stalen snijbalk. De spanningsontlast geproduceerde snijbalk is met vier (4) lagerbussen met trillingsisolatie gemonteerd. Afstelling Snijplaat Messenkooi: Met de draadspilafstellingen aan beide kanten van het frame kan het contact tussen de messenkooi en de snijplaat afgesteld en geborgd worden. Aandrijving: De aandrijfmotor van de messenkooi drijft een onderhoudsvrije getande snaar aan waarmee de messenkooi aangedreven wordt. Om veiligheidsredenen en ter voorkoming van vervuiling bevinden de poelie van de aandrijving en de getande snaar zich in een dichte behuizing. Grasdeflectorschermen: Volledig afstelbaar. Maairesultaten (afhankelijk van de maaiomstandigheden): Maai-eenheid Met 5 Messen: 0,176 inch per mijl per uur (0,352 inch bij 2 mijl per uur 1,32 inch bij 7,5 mijl per uur) Maai-eenheid Met 7 Messen: 0,126 inch per mijl per uur (0,252 inch bij 2 mijl per uur 0,945 inch bij 7,5 mijl per uur) Maai-eenheid Met 11 Messen: 0,080 inch per mijl per uur (0,16 inch bij 2 mijl per uur 0,600 inch bij 7,5 mijl per uur) Achterste Roller: De stalen roller met een diameter van 3 1 /2 inch (89 mm) heeft smeerbare taps toelopende rollerlagers. Een olieafdichting met dubbele lip en een slijtageflap beschermt de lagers tegen gruis en vocht. Maaihoogte: 5 Messen 1 tot 3 inch (25 tot 76 mm). 7 Messen 1 2 tot 1 3 4 inch (12,5 tot 45 mm). 11 Messen 3 8 tot 3 4 inch (9,5 tot 19 mm). Maaihoogte-afstelling: Snelafstelling en snelvergrendeling door middel van conische borgmoeren. Maatstrepen van 1 /4 inch (6,3 mm) zijn aangebracht als referentie om gemakkelijk de maaihoogte te kunnen veranderen. Smering: Gemakkelijk te bereiken smeernippels voor de lagers en alle belangrijke scharnierpunten. 3

Maai-eenheid Overzicht 1. Behuizing aandrijfhuis 5. Afstelling achterste roller (2) 9. Messenkooi assemblage 2. Aandrijfhuis 6. Afstelling messenkooi/snijplaat 10. Voorste roller (optie) 3. Plaat aandrijfhuis & afdekplaat voor transport 7. Veiligheidsbescherming 11. Top-afdekplaten 4. Grasdeflector 8. Kegelmoer Afstelling van de Maai-eenheid BELANGRIJK: Lees nauwkeurig de gebruikershandleidingen van zowel de Maai-eenheid als van de Tractie-eenheid. Indien u deze niet doorleest zou dit tot gevolg kunnen hebben dat de maai-eenheid beschadigd wordt, en/of slechte resultaten levert. N.B.: Als er verwezen wordt naar de linker- en rechterkant van de maai-eenheid dan wordt dit bekeken vanuit het oogpunt van de gebruiker, alsof de gebruiker op de machine zit en de eenheid normaal in gebruik is. HET AFSTELLEN VAN DE SNIJPLAAT T.O.V. DE MESSENKOOI LET OP Indien de machine gedraaid heeft, kan er onder druk hete koelvloeistof ontsnappen en brandwonden veroorzaken wanneer de radiatordop verwijderd wordt. Controleer het contact tussen de messenkooi en de snijplaat voordat u de maaihoogte in gaat stellen en iedere dag voordat u begint met maaien. 4

N.B.: Voor de afstelling van het contact tussen de snijplaat en de messenkooi hebt u een 3 /4 inch sleutel nodig. A. Draai de messenkooi langzaam en voorzichtig rond en luister of de messenkooi en de snijplaat licht contact maken over de gehele lengte. B. Indien er geen contact is, moet u de borgmoer van de afstelling (op ieder afstelpunt) losdraaien (Afb. 1). Draai daarna iedere stelknop even ver met de wijzers van de klok mee totdat u hoort dat er licht contact gemaakt wordt. BELANGRIJK: Als de messenkooi correct is afgesteld zal deze een strook papier (van ongeveer 0,03" dik) over de gehele lengte afsnijden. De maai-eenheid zal optimale maairesultaten leveren als deze op de juiste wijze afgesteld en onderhouden wordt. Als u de messenkooi precies op de snijplaat afstelt (licht contact) aan beide zijden van de maai-eenheid, dan zal de machine zich voortdurend zelf slijpen, waardoor goede maairesultaten verzekerd zijn en de machine niet zo vaak bijgeslepen hoeft te worden ter correctie. BELANGRIJK: De maai-eenheden waarbij het contact tussen de messenkooi en de snijplaat te zwaar is maken herrie, verbruiken erg veel energie, verkorten de levensduur van de onderdelen en leveren slechte algemene maairesultaten. Een licht contact tussen de messenkooi en de snijplaat zorgt voor optimale maairesultaten en lange levensduur van de componenten. MAAIHOOGTE-AFSTELLING BIJ EEN VRIJ BEWEGENDE MAAI-EENHEID Werkwijze: 1. Borgmoer afstelling 2. Stelknop C. Indien het contact te zwaar is, moet u de stelknoppen tegen de wijzers van de klok in terugdraaien totdat er geen contact meer is. Draai beide stelknoppen even ver met de wijzers van de klok mee, totdat u hoort dat er licht contact gemaakt wordt tussen de messenkooi en de snijplaat. De laatste afstelling moet altijd in vastdraaiende richting zijn (met de wijzers van de klok mee). D. Draai de borgmoeren van de afstelling vast als u klaar bent met de afstelling. LET OP Draag dikke handschoenen tijdens het afstellen van de maai-eenheden en ben voorzichtig als u de messenkooien met de hand ronddraait. Met de scherpe randen kunnen uw handen of vingers afgesneden of afgeklemd worden. STAP 1 Contact messenkooi-snijplaat afstellen STAP 2 Achterste roller uitlijnen op messenkooi STAP 3 Uiteindelijke maaihoogte-afstelling m.b.v. meetlat. STAP 1 Contact Messenkooi-Snijplaat Afstellen Stel het contact tussen de messenkooi en de snijplaat af bij alle maai-eenheden. Zie HET AFSTELLEN VAN DE MESSENKOOI T.O.V. DE SNIJPLAAT. STAP 2 Achterste Roller Uitlijnen Op De Messenkooi Start de motor en laat de maai-eenheden zakken op een horizontaal oppervlak zoals een stuk multiplex van 2,5 cm dik (ten minste 50 cm x 70 cm groot). Stop de motor en haal de sleutel uit het contact. Vergrendel de maai-eenheden door de borgmoer op de vergrendelpin los te draaien (Afb. 2) en de pin in het gat in de draaiarm te schroeven (Afb. 3). Draai 5

de moer vast. Haal de voorste rollers op zodat deze geen contact meer maken met de vlakke ondergrond. Steek een lat van 70 cm lang en ongeveer 3 mm dikker dan de gewenste maaihoogte (Afb. 4) onder de messenkooi door en tegen de voorkant van de scherpe kant van de snijplaat (Afb. 4). De messenkooi (niet de snijplaat) moet over de gehele lengte contact maken met de lat. Draai de borgmoeren en de stelknoppen van de achterste roller los en druk de roller naar beneden op het horizontale oppervlak. Nu moet de messenkooi contact maken met de lat en de achterste roller moet nu contact maken met het horizontale oppervlak. Er moet contact zijn over de gehele lengte van de messenkooi en de achterste roller. Draai de stelknoppen en de borgmoeren van de achterste roller weer vast. Controleer nogmaals of de roller en de messenkooi nog steeds contact maken nadat de borgmoeren vastgedraaid zijn. Controleer of de roller contact maakt door te proberen een strook papier tussen de roller en het horizontale oppervlak te schuiven. Afbeelding 2 Positie vrij bewegende maai-eenheid 1. Vergrendelpin 2. Borgmoer N.B.: Door een lat te gebruiken die 3 mm dikker is dan de maaihoogte positioneert u de snijplaat zich op de juiste manier (met de achterkant omhoog) die nodig is voor uitstekende maairesultaten voor een kort gemaaid gazon. Afbeelding 4 Uitsluitend bij contact over de gehele lengte bij A en B is de achterste roller uitgelijnd t.o.v. de messenkooi 1. Horizontaal oppervlak 2. Snijplaat 3. Lat 4. Achterste roller 5. Messenkooi 6. Maaihoogte + 3 mm De achterste roller is nu uitgelijnd ten opzichte van de messenkooi. STAP 3 Uiteindelijke Maaihoogte-afstelling met behulp van een meetlat Haal de maai-eenheden op en vergrendel ze in de transportstand. Zet de motor af en verwijder de sleutel. Afbeelding 3 Positie vaste maai-eenheid 1. Vergrendelpin 2. Borgmoer Gebruik de meetlat (Toro Onderdeelnr. 98-1852) om de uiteindelijke maaihoogte af te stellen door alleen de voorste roller af te stellen. 6

Draai de borgmoer van de meetlat los en stel de schroef in om de juiste maat tussen de onderkant van de kop van de schroef en de meetlat te krijgen voor de gewenste maaihoogte (Afb. 5). Draai de borgmoer vast om de instelling vast te zetten. Haak de kop van de schroef over de snijkant van de snijplaat en plaats de lat tegen de onderkant van de voorste roller (Afb. 6). Draai de moeren van de voorste roller los en stel beide uiteinden van de voorste roller af totdat deze aan beide kanten contact maakt met de meetlat. Stel de voorste roller zodanig af terwijl de meetlat stevig tegen de onderkant van de rollers gedrukt wordt, zodat de kop van de schroef net over de lip van de snijplaat valt (Afb. 6). Draai de moeren van de voorste roller vast. Afbeelding 5 Uitsluitend bij contact over de gehele lengte bij A en B is de achterste roller uitgelijnd t.o.v. de messenkooi 1. Borgmoer 2. Afstellen voor uiteindelijke maaihoogte-afstelling BELANGRIJK: Bij de juiste afstelling maken de voorste en achterste rollers contact met de meetlat en zal de kop van de schroef precies boven de snijkant van de snijplaat uitkomen wanneer dit aan beide zijden van de messenkooi gecontroleerd wordt. Maak de vergrendelpin los zodat de maai-eenheid vrij kan bewegen (Afb. 2). SNELLE METHODE VOOR HET VERANDEREN VAN DE MAAIHOOGTE NA DE EERSTE AFSTELLING VAN EEN VRIJ BEWEGENDE MAAI-EENHEID. Indien de afstelling van de messenkooi ten opzichte van de snijplaat plaats heeft gevonden (Stap 1) en de achterste roller uitgelijnd is aan de hand van de messenkooi (Stap 2), dan kan de maaihoogte van de maai-eenheid snel veranderd worden door uitsluitend de voorste roller af te stellen met behulp van de meetlat (Onderdeelnr. 98-1852). In veel gevallen kan een complete machine snel afgesteld worden door met behulp van de meetlat de voorste roller af te stellen van één van de messenkooien. De overige maai-eenheden kunnen dan afgesteld worden door de moeren van de voorste rollers los te draaien en de stelknoppen hetzelfde aantal slagen in dezelfde richting te geven als de eerste maai-eenheid. MAAIHOOGTE-AFSTELLING VAN EEN VASTE MAAI-EENHEID A. Stel het contact tussen de messenkooi en de snijplaat af. B. Draai de moeren waarmee de ski's of de voorste roller bevestigd zijn en haal deze zo hoog mogelijk op. Afbeelding 6 Uiteindelijke maaihoogte-afstelling m.b.v. een meetlat 1. Ongeveer 3 mm omhoog 2. Uiteindelijke maaihoogte-instelling 3. Voorste roller 4. Meetlat 5. Stel de voorste roller zodanig in dat er contact is met de meetlat C. Draai de borgmoeren los waarmee de achterste roller bevestigd is. Laat de roller zakken tot over de gewenste maaihoogte (voor de juiste verhouding van de snijplaat). D. Laat de maai-eenheid zakken op een horizontaal oppervlak zoals een stuk multiplex van 50 x 70 cm. Zet de motor af en verwijder de sleutel. 7

E. Steek een lat van 70 cm lang (Afb. 4) met een dikte die gelijk is aan de gewenste maaihoogte onder de gehele lengte van de messenkooi naast de snijplaat. F. Stel de stelknoppen van de achterste rollers en de borgmoeren af totdat de achterste roller over de gehele lengte van de achterste roller contact maakt met het horizontale oppervlak en de messenkooi (niet de snijplaat) over de gehele lengte contact maakt met de lat. Draai de stelknoppen en de borgmoeren van de achterste roller weer vast. N.B.: Ski's worden uitsluitend gebruikt bij vaste maaieenheden. Rollers vóór kunnen gebruikt zowel worden gebruikt bij een vaste als een vrij bewegende maaieenheid. HET AFSTELLEN VAN DE SKI'S EN DE VOORSTE ROLLER (Set met vaste unit) Nadat de ski-set of de voorste rollers bevestigd zijn (installatie-instructies zijn bij iedere uitvoering bijgesloten), moet u de volgende afstellingen maken om te voorkomen dat deze het gras naar beneden duwen dat nog niet gemaaid is, of dat zij de toplaag van het terrein afschaven op golvend terrein. 1. Zet alle maai-eenheden vast in de vergrendelde positie (Zie Overzicht Maai-eenheid, Afb. 1). Voer de messenkooi-snijplaat-afstelling uit en stel de maaihoogte in. 2. Plaats de maai-eenheden op een vlak, horizontaal oppervlak van 25 mm dik multiplex. 3. De ski's en de voorste rollers worden gebruikt om te voorkomen dat de toplaag afgeschaafd wordt en moeten daarom niet over de grond gesleept worden. Stel de ski's of de voorste roller zodanig af dat deze 3-6 mm of hoger boven het bodemoppervlak blijven. Bij grotere maaihoogte-instellingen moet rekening worden gehouden met een grotere vrije hoogte. 4. De juiste afstelling wordt verkregen als de maaieenheid onder normale omstandigheden het gras niet afschaaft maar toch zo hoog is afgesteld dat deze het gazon niet beschadigd en geen overdreven slijtage veroorzaakt aan ski's of rollers. 8

Smering Reinig voor en na het smeren iedere smeernippel met behulp van een schone doek. Gebruik een handmatig bediende vetspuit en vet voor algemene doeleinden nr.2 om de acht smeernippels te smeren. Indien de druk te hoog is worden de pakkingen beschadigd en kan het lekkende vet het gras aantasten. BELANGRIJK: Zet de motor af en verwijder de contactsleutel voordat de machine met water afgespoeld wordt. Toro adviseert de messenkooien en rollers dagelijks te smeren onmiddellijk nadat de machine gereinigd is. Hierdoor komt er zo weinig mogelijk water in de lagers van de messenkooi en de roller. Indien de maai-eenheden in opgehaalde stand worden afgespoeld moeten deze na de wasbeurt op de grond neergelaten worden. Hierdoor wordt het water bij de uiteinden van de rollers en de lagerbehuizingen van de messenkooi afgevoerd. Afbeelding 7 1. As van de messenkooi en rollerlagers Smeer de lagers met vet door 3 of 4 keer te pompen. Indien deze punten dagelijks gesmeerd worden, worden ze vrij gehouden van water en ander vuil, waardoor de machine langer mee gaat en een uitstekende maaikwaliteit gehandhaafd blijft. N.B.: Bij het smeren van de rollerlagers is het uitgeperste vet niet zichtbaar rond de rolleras. Afbeelding 8 2. Scharnierpunten voor vrij bewegende sets units en scharnierpunten voor vaste units Wekelijks smeren met vet door éénmaal te pompen. Afbeelding 9 9

PRODUKT-IDENTIFICATIE De maai-eenheid heeft twee identificatienummers: een typenummer en een serienummer, die in een plaatje geponst zijn. Het typeplaatje bevindt zich op het paneel aan de kant van de messenkooi, tegenover de behuizing van de aandrijving. Geef bij alle correspondentie betreffende de tractie-eenheid het type- en serienummer door om te verzekeren dat u de juiste informatie en reserveonderdelen krijgt. Geef de volgende informatie als u reserveonderdelen besteld bij een Officiële TORO Dealer: 1. Type- en serienummer van de tractie-eenheid. 2. Onderdeelnummer, beschrijving en gewenst aantal. N.B.: Indien u uit een onderdelencatalogus bestelt moet u niet het referentienummer gebruiken maar het onderdeelnummer. 10