RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 3 november 2011 (06.12) (OR. en) 16318/11 COMPET 483 MI 543 SOC 940



Vergelijkbare documenten
Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 mei 2012 (OR. en) 10369/12 Interinstitutioneel dossier: 2010/0390 (COD)

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2010) 8467 definitief

Raad van de Europese Unie Brussel, 12 maart 2015 (OR. en)

8653/19 voo/mak/hh 1 TREE.1.B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2009) 283 definitief.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 mei 2014 (OR. en) 10071/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0134 (NLE) AVIATION 120 COEST 175 NIS 27 RELEX 437

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 januari 2012 (30.01) (OR. en) 5859/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0002 ( LE) FISC 15

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2170

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 juni 2014 (OR. en) 11190/14 Interinstitutioneel dossier: 2014/0188 (NLE) AVIATION 137 ISR 2

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2008) 507 definitief.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 207.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

Brussel, 1 augustus 2012 (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE /12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0297 (COD)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2012 (OR. en) 7909/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0052 ( LE) ACP 37 FI 217 PTOM 7

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 31 juli 2012 (OR. en) 13023/12 Interinstitutioneel dossier: 2011/0295 (COD) EF 187 ECOFI 734 DROIPE 114 CODEC 1999

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument C(2013) 817 final Part 4/9.

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2009) 918 definitief.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties document C(2015) 4394 final. Bijlage: C(2015) 4394 final /15 hh DGG 3A. Raad van de Europese Unie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2863

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 oktober 2014 (OR. en)

PAKKET ENERGIE-UNIE BIJLAGE STAPPENPLAN VOOR DE ENERGIE-UNIE. bij de

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 februari 2012 (OR. en) 6596/13 Interinstitutioneel dossier: 2013/0050 ( LE) ECO 22 E T 54 MI 113 U ECE 6

Raad van de Europese Unie Brussel, 7 juli 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 april 2016 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 27 maart 2012 (28.03) (OR. en) 8173/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0056 ( LE)

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 april 2013 (26.04) (OR. en) 8578/13 JEUN 40 EDUC 114 SOC 255

12169/16 nuf/gar/ev 1 DG G 3A

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 september 2016 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 augustus 2017 (OR. en)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 december 2012 (OR. en) 17603/12 FISC 194

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

1. Algemene gegevens a) Titel voorstel De internemarktagenda voor banen, groei en investeringen uitvoeren

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 11 juni 2012 (12.06) (OR. en) 11197/12 Interinstitutioneel dossier: 2012/0145 (COD)

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 mei 2010 (18.05) (OR. en) 9846/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0123 (NLE) EEE 18 BUDGET 30 MI 149

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 juni 2017 (OR. en)

5776/17 dau/gar/ln 1 DG G 3 C

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

8301/18 van/pau/sl 1 DG E 1C

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2017 (OR. en)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raad van de Europese Unie Brussel, 20 februari 2018 (OR. en)

Gezamenlijk voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D011014/02

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

Jaarrekening van bepaalde vennootschapsvormen wat micro-entiteiten betreft ***I

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 24 oktober 2008 (31.10) (OR. fr) 14719/08 SOC 633 OTA

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Fiche 4: Mededeling Normalisatiepakket Europese normen voor de 21e eeuw

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 juli 2010 (05.08) (OR. en) 12675/10 Interinstitutioneel dossier: 2010/0206 (APP)

WOENSDAG 5 DECEMBER 2007 (10.00 uur): WERKGELEGENHEID EN SOCIAAL BELEID

15396/14 dau/jel/sv 1 DG G C 3

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Raad van de Europese Unie Brussel, 13 oktober 2014 (OR. en)

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument D014779/01

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

9901/17 dau/dau/fb 1 DG D 2A

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 maart 2009 (OR. en) 7850/09 Interinstitutioneel dossier: 2009/0041 (C S) PECHE 74

15071/15 mou/yen/hh 1 DG B 3A

Raad van de Europese Unie Brussel, 19 juli 2017 (OR. en)

Brussel, COM(2018) 109 final ANNEX 1 BIJLAGE. bij

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

Hierbij gaat voor de delegaties document COM(2016) 361 final ANNEXES 1 en 2.

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

11263/08 ADD 1 mak/gar/hd 1 DG I - 2 B

gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2011)0821),

Brussel, 11 december 2013 (OR. nl) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 17633/13 ADD 2. Interinstitutioneel dossier: 2013/0408 (COD)

Raad van de Europese Unie Brussel, 4 juli 2014 (OR. en)

De horizontale sociale clausule en sociale mainstreaming in de EU

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN

13617/16 van/ons/sv 1 DG E 1C

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 mei 2008 (22.05) (OR. en) 9192/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0096 (CNB) UEM 110 ECOFIN 166

Transcriptie:

RAAD VA DE EUROPESE U IE Brussel, 3 november 2011 (06.12) (OR. en) 16318/11 COMPET 483 MI 543 SOC 940 I GEKOME DOCUME T van: de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie ingekomen: 27 oktober 2011 aan: de heer Uwe CORSEPIUS, secretaris-generaal van de Raad van de Europese Unie Nr. Comdoc.: COM(2011) 685 definitief Betreft: Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement, de Raad, de Europese Centrale Bank, het Europees Economisch en Sociaal Comite, het Comite van de Regio's en de Europese Toezichthouder voor Gegevensbescherming Pakket "Verantwoordelijke ondernemingen" Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2011) 685 definitief Bijlage: COM(2011) 685 definitief 16318/11 dp DG C II L

EUROPESE COMMISSIE Brussel, 25.10.2011 COM(2011) 685 definitief MEDEDELI G VA DE COMMISSIE AA HET EUROPEES PARLEME T, DE RAAD, DE EUROPESE CE TRALE BA K, HET EUROPEES ECO OMISCH E SOCIAAL COMITE, HET COMITE VA DE REGIO'S E DE EUROPESE TOEZICHTHOUDER VOOR GEGEVE SBESCHERMI G Pakket "Verantwoordelijke ondernemingen"

Het Verdrag van Lissabon bepaalt dat de Europese Unie en haar interne markt op een "sociale markteconomie met een groot concurrentievermogen" zijn gebaseerd. Om dit model in een moeilijke economische en financiële context te beschermen en te ontwikkelen, heeft de EU de Europe 2020-strategie vastgesteld teneinde de voorwaarden te creëren voor meer intelligente, duurzame en inclusieve groei. Een aantal ambitieuze beleidsinitiatieven is erop gericht deze doelstellingen in de werkelijkheid te verankeren: Om de interne markt nieuw leven in te blazen, beoogde in april 2011 de "Akte voor de interne markt" 1 (AIM) de aandacht te vestigen op het belang van de menselijke factor en het vertrouwen als motor van de economie en de Europese integratie, door bij de uitvoering van het beleid ter bevordering van de ondernemingen de sociale overwegingen te versterken. Hierbij wordt de verantwoordelijkheid van de ondernemingen tegenover hun maatschappelijke omgeving versterkt en de bijzondere rol in het licht gesteld die verantwoordelijke en sociale ondernemingen kunnen vervullen. Parallel hieraan bevordert het vlaggenschipinitiatief "Innovatie-Unie" het concept sociale innovatie, dat voor verenigingen en sociale ondernemers inhoudt dat zij hun creativiteit ten dienste stellen van kwetsbare groepen en sociale behoeften die dringend zijn, maar niet door de markt of door de overheid worden bevredigd. Eind 2010 heeft het "Europees platform tegen armoede en sociale uitsluiting" een algemene strategie voorgesteld om de nationale en Europese beleidsmaatregelen te coördineren teneinde Europa inclusiever te maken en "het inherente potentieel van de sociale economie aan te wenden" in de strijd tegen de armoede en de sociale uitsluiting. In haar mededeling "Een geïntegreerd industriebeleid in een tijd van mondialisering" merkt de Commissie op dat een "nieuwe benadering noodzakelijk is om het juiste evenwicht te vinden tussen het maximaliseren van winsten op de korte termijn en het duurzaam creëren van waarden op de langere termijn" 2. Inzet zijn groei en concurrentievermogen, die enkel mogelijk zijn als het vertrouwen van de burgers van onze Unie terugkeert. Wij moeten het vermogen van Europa op het vlak van innovatie en creativiteit exploiteren terwijl we trouw blijven aan onze waarden: verantwoordelijkheid en transparantie, maar ook rechtvaardigheid, sociale inclusie en solidariteit. Voor deze nieuwe inclusieve en duurzame groei, gericht op werkgelegenheid voor iedereen, moet vóór alles de reële economie, gegrondvest op waarde creërende en transparant en verantwoord bestuurde ondernemingen, in ere worden hersteld. In die samenhang wordt met het pakket "Verantwoordelijke ondernemingen" een geheel van maatregelen en initiatieven voorgesteld om ons economisch en sociaal model, de hoeksteen van het gemeenschapsleven van 500 miljoen Europeanen, te ontwikkelen en te consolideren. Door middel van dat initiatief wil de Commissie het bedrijfsleven stimuleren en helpen deel te nemen aan onze gemeenschappelijke inspanning om verantwoordelijkheid, vertrouwen en sociale inclusie opnieuw een centrale plaats te geven in een duurzamer economisch model op ons continent, want zonder sociale cohesie zijn geen duurzame economische prestaties 1 2 "AIM Twaalf hefbomen voor het stimuleren van de groei en het versterken van het vertrouwen", COM(2011) 206 definitief van 13 april 2011. COM(2010)614 definitief/2 van 17 november 2010. 1

mogelijk. In die context ondersteunt de Commissie ten volle pogingen van ondernemingen en innoverende initiatieven die de participatiegraad en de sociale inclusie kunnen doen toenemen en het mondiale concurrentievermogen van de Europese economie kunnen verbeteren. De Commissie hoort aldus de standpunten die de actoren tijdens de in de Europese Unie sinds 2010 gehouden raadplegingen en openbare debatten te kennen hebben geven en houdt rekening met de grote belangstelling die deze kwesties wekken. Het pakket "Verantwoordelijke ondernemingen" is als volgt samengesteld: uit de voorliggende overkoepelende mededeling uit het voorstel tot herziening van de jaarrekeningenrichtlijnen 3 uit het voorstel tot herziening van de transparantierichtlijn 4 uit de Mededeling inzake maatschappelijk verantwoord ondernemerschap (MVO) 5 uit de Mededeling "Initiatief voor een sociaal ondernemerschap" 6 In dit "pakket" worden twee doelstellingen gepresenteerd: Creëren van een economisch klimaat dat bevorderlijker is voor creatie, innovatie en het vertrouwen in het bedrijfsleven versterkt, door het vereenvoudigen van de administratieve lasten en belemmeringen die met name op de kleine en middelgrote ondernemingen wegen, om hen in staat te stellen hun groeipotentieel vrij te maken en te verwezenlijken. Met name dienen de transparantieregels in de rekeningen en activiteiten van de ondernemingen beter te worden gekalibreerd. Dit zou tot een vermindering van de administratieve kosten met 2,3 miljard euro kunnen leiden. Uitdrukken van de visie en de plannen van de Commissie voor de verantwoordelijke en sociale ondernemer in de maatschappij. Er dient met name nog eens nagedacht te worden over de plaats van de onderneming in de maatschappij en het klimaat waarbinnen de ondernemers met innoverende, economisch levensvatbare projecten met een sterke sociale impact zich bewegen. 1. Een meer duurzaam economisch klimaat creëren, met name voor kleine en middelgrote ondernemingen Met de twee wetgevingsinitiatieven van dit pakket wordt beoogd het vertrouwen in de werking van de Europese ondernemingen te versterken. De boekhoudrichtlijnen handelen over de jaarrekening en de geconsolideerde jaarrekening van kapitaalvennootschappen in Europa. Zij verminderen de administratieve last die op kleine en middelgrote ondernemingen weegt door het creëren van een lichter regime voor kleine vennootschappen. Door deze richtlijnen worden de jaarrekeningen van vennootschappen die een sterk grensoverschrijdend karakter hebben en een groot aantal derden aangaan duidelijker en vergelijkbaarder. Ten slotte beschermen de richtlijnen de gebruikers door de informatie te bewaren die zij nodig hebben. Met de modernisering van de transparantierichtlijn wil de Commissie de toegang van beursgenoteerde kleine en middelgrote vennootschappen tot de gereglementeerde markten 3 4 5 6 COM(2011) 684 definitief. COM(2011) 683 definitief. COM(2011) 681 definitief. COM(2011) 682 definitief. 2

bevorderen. Zo zou de opheffing van de verplichting om kwartaalinformatie te publiceren niet alleen de noteringskosten van kleine en middelgrote beursgenoteerde vennootschappen moeten verminderen, maar ook beleggingen op lange en middellange termijn stimuleren en zo maatschappelijk verantwoord beleggen bevorderen. Deze initiatieven met betrekking tot de boekhoudnormen en de transparantie zijn er eveneens op gericht de transparantie van de landen die rijk zijn aan hulpbronnen, ook binnen de Europese Unie, te verbeteren door de extractieve en bosbouwbedrijven verantwoordelijkheidsbesef bij te brengen. De op de Europese markten genoteerde extractieve en bosbouwvennootschappen en ook de grote niet-genoteerde vennootschappen zullen een verslag publiceren over betalingen aan regeringen, uitgesplitst per land en, indien de betalingen aan een bepaalde project worden toegewezen, per project, met een materialiteitsdrempel. Middels dergelijke verslagen zal de civiele maatschappij van de landen die rijk zijn aan hulpbronnen significant meer informatie krijgen over hetgeen door Europese vennootschappen specifiek aan gastregeringen betaald is in ruil voor het recht om natuurlijke rijkdommen van die landen uit de bodem te halen. Opgemerkt zij dat die voorstellen in 2012 worden aangevuld met een wetgevingsvoorstel ter bevordering van de openbaarmaking van niet-financiële informatie. 2. Nog eens nadenken over de plaats van verantwoord en sociaal ondernemerschap in de maatschappij De twee mededelingen zijn complementair en vormen het resultaat van een gezamenlijke demarche van de Commissie en talrijke, voorafgaandelijk gehouden debatten en raadplegingen. In de Mededeling inzake maatschappelijk verantwoord ondernemerschap (MVO) wordt een strategie voorgesteld om alle ondernemingen in staat te stellen beter bij te dragen tot het verwezenlijken van de doelstellingen van de Europa 2020-strategie door hun potentieel te realiseren voor het creëren van aandeelhouders- en maatschappelijke waarde. Er wordt een gemoderniseerde definitie van MVO voorgesteld, die overeenstemt met de internationaal erkende beginselen en richtsnoeren. Er wordt nagegaan hoe grotere bekendheid te geven aan verantwoorde praktijken van ondernemingen in het kader van het overheidsbeleid (beleggingen, overheidsopdrachten, transparantie van niet-financiële informatie) en van private actoren (consumenten, beleggers) en deze te belonen. Er wordt een follow-up gegeven aan de toepassing van de internationaal erkende beginselen en richtsnoeren en er worden trajecten vastgesteld voor de uitvoering van de leidend beginselen van de VN met betrekking tot ondernemingen en mensenrechten. Er wordt op de lidstaten een beroep gedaan om echte MVO-strategieën te ontwikkelen, de aanzet gegeven voor een debat over de sociale uitdagingen (demografische verandering, gezondheid, welzijn op het werk, plaatselijke ontwikkeling) en er wordt herinnerd aan het belang van MVO in de onderwijswereld. Het Initiatief voor een sociaal ondernemerschap handelt meer specifiek over een soort ondernemingen die het als hun eerste opdracht zien bij het verrichten van een winstgevende economische activiteit op sociaal, maatschappelijk en milieugebied het algemeen belang te dienen. Die ondernemingen, die een significant en groeiend deel van de Europese economie vertegenwoordigen en eveneens deelnemen aan de versterking van de sociale economie, bestaan reeds in alle lidstaten. Het zijn vaak pioniers op het gebied van sociale innovatie en verandering, die gebruik maken van diverse organisatiemodellen soms nemen zij de vorm aan van kapitaalvennootschappen, soms van coöperatieve verenigingen, onderlinge maatschappijen, verenigingen of stichtingen - en gemeen hebben dat zij de behaalde winst (of 3

althans een groot deel ervan) herinvesteren in de verwezenlijking van hun sociaal doel. Hoewel zij bij burger- en gemeenschapsinitiatieven betrokken zijn, waardoor er nieuwe raakvlakken en banden tussen de actoren ontstaan, ontbreekt het hen toch aan zichtbaarheid en erkenning bij het grote publiek, de politieke wereld en de beleggers. Deze mededeling heeft dus tot doel een voor de sociale ondernemingen gunstig klimaat te ontwikkelen om binnen de interne markt de ontwikkeling van innoverende en economisch levensvatbare initiatieven met een grote sociale impact te stimuleren. In de mededeling wordt onderzocht of, op alle gebieden waar Europees beleid wordt uitgewerkt of ontwikkeld, de werkwijze, de specificiteit en de doelstellingen van dit soort ondernemingen op een adequate wijze in aanmerking worden genomen. De tekst voorziet dan ook in maatregelen om de toegang van de sociale ondernemingen tot (private en publieke) financiering te vergemakkelijken, om hun zichtbaarheid en erkenning te verbeteren en om een regelgevingskader in te stellen dat zowel vennootschapsrechtelijk als vanuit het oogpunt van overheidsopdrachten of staatssteun gunstiger is. 4