C I rcu a re. Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. Ruimte en Milieu. Ministerie van Volkshuisvesting, Gemeentebesturen



Vergelijkbare documenten
Bijlage 1. Inleiding. 1. Achtergrond

Nota van toelichting ALGEMEEN DEEL

Kaders normering geluid windturbines

Notitie. 1 Inleiding en samenvatting

Geluid van windturbines Jurisprudentie

Akoestisch onderzoek 1 extra woning Landsweg deelgebied 2 te Brielle Geluidsrapport ten behoeve van vaststellen hogere waarde in het kader van de Wet

Akoestisch onderzoek evenementen Landgoed kasteel de Berckt te Baarlo ten behoeve van een ruimtelijke onderbouwing

Beschikking maatwerkvoorschriften

Geluid vanwege voornemen windturbines bij Tata Steel

Akoestisch onderzoek woning Hemkade 48a. Onderzoek in het kader van bestemmingsplan Bedrijven-Zuid

MAATMERKVOORSCHRIFT WET MILIEUBEHEER

Windpark Autena te Vianen

Beschikking Wet milieubeheer

1. Inleiding. 2. Juridisch planologische procedure

Geluid vanwege voornemen windturbines bij Tata Steel

(ontwerp) MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

Univé Rechtshulp Windmolenpark

BELEIDSREGELS HOGERE WAARDE WET GELUIDSHINDER GEMEENTE HEUMEN

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Bestemmingsplan Maximabrug te Alphen aan den Rijn Geluidbeperkende maatregelen aan de nieuwe wegen

Verruimde geluidsregels veroorzaken onaanvaardbaar veel hinder

REGELGEVING VOOR GELUID

Windenergie en geluid:

Windpark Autena te Vianen

Buitenschoolse opvang aan de Van Ruysdaellaan 97. Memorandum

BESLUIT VASTSTELLING HOGERE GRENSWAARDEN bestemmingsplan Havenkwartier, 2e partiële herziening

Akoestisch onderzoek evenementenparkeerplaats Kasteel de Haar

Ontwerp-besluit Hogere grenswaarde geluid. Woningbouw Waardeel Glimmen

Akoestisch onderzoek. Onderwerp Gemaal 2e Bloksweg te Waddinxveen Datum 30 mei 2016 Geluidwaarnemer Maarten Groen Kenmerk

Beleidsregel redelijke sommatie industrieterreinen gemeente Terneuzen

Entiteit: Energiecoöperatie Dordrecht Datum: Project: Windturbine Krabbegors Versie: 1.0 Auteur: E. van den Berg Status: Concept

t:}stab 5.6 Gecumuleerde geluidsbelasting Ik merk het volgende op. In artikel 4.4 van het RMV 2006 is het volgende bepaald.

Notitie Situatie Laagfrequent geluid Wetgeving

Beleidsregels geluidhinder als gevolg van werkzaamheden 2018

Aanleg Trekfietstracé. Bepalen geluidbelasting ten gevolge van brom- en snorfietsers

Akoestisch Onderzoek Wegverkeerslawaai

Windenergie Lage Weide.

Ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING. Daamen Milieu en Grondwerken BV

Akoestisch onderzoek bij verzoek wijziging geluidproductieplafond

Ontheffingenbeleid hogere waardeprocedure Wet geluidhinder Gemeente Oirschot

Akoestisch onderzoek Industrielawaai Bestemmingsplan Voorofsche Zoom te Boskoop

Windturbine E70 Grote Sloot 158 Sint Maartensbrug

Beleidsregels geluidhinder als gevolg van werkzaamheden

memo Akoestisch onderzoek Torenlaan 5a Voorhout Datum: 1 juli 2015

NL.IMRO BP045.

Bijlage 10 Geluid en waardevermindering, Dr. F. Jansen, NKPW, september 2008 nationaal kritisch platform windenergie

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bouwplan Nieuwedijk maart 2015

Notitie. : M. Bekker. Kopie aan : Datum : 29 november 2018 : Akoestische situatie en geluidonderzoek traject Hoek van Holland Haven-Strand

Beschikking maatwerkvoorschriften

Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder ten behoeve van de wabo-procedure 'Euryza-West

Akoestisch onderzoek Heilleweg 23 wegverkeerslawaai

Notitie. Aan : John Jocker (ds+v) Datum : 25 mei 2009 Betreft : Akoestisch onderzoek beheerderswoning Golfbaan NOAB Definitief

Akoestisch onderzoek Schoutenhof II te Hardenberg

Beleidsregel zonebeheersysteem Industrieterrein Vlissingen-Oost 2008 provincie Zeeland (Beheersplan)

2. Juridisch planologische procedure

Beschikking Wet geluidhinder

Geluidruimteverdeling Wageningen Campus e.o.

Berekening geluidsbelasting

Geluidsbeheersplan. Bedrijfsterrein Rijnhoek Bodegraven. Rapportnummer: Gouda, 23 februari Behandeld door: Mw. G.E.M.

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN)

Akoestisch onderzoek bedrijventerrein Schoterhoek II, Nieuwveen

Scanopy Ruimtelijke Ordening en applicatiebeheer T.a.v. de heer V. de Haan Antonius Matthaeuslaan AP Utrecht

Nota van Zienswijzen Bestemmingsplan Parapluherziening Geluidszone Hamburgerbroek

Wet geluidhinder / Besluit geluidhinder / Besluit geluid milieubeheer. Tabel 1 Grenswaarden voor bestemde ligplaatsen

Barendrecht. Akoestisch onderzoek. Uitbreiding Vrijenburgschool (versie 1.0) drs. R.A.P. Effting.

Referentienummer Datum Kenmerk rsd.431.N001, revisie 2 3 april 2009 R. Cornelis/JBr

Ontwerpbesluit vaststelling hogere waarden Wet geluidhinder voor de woningen aan de Vincent van Goghweg 52 te Zaandam

Notitie "geluid afkomstig van horecabedrijven en. evenementen in Oisterwijk"

Ontwerpbesluit hogere waarden Wet geluidhinder Bestemmingsplan Nieuw Terbregge

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

MAATWERKBESLUIT. Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (Activiteitenbesluit)

Bestemmingsplan Brabantpark, Teteringsedijk 97

Windpark Nieuwegein. Akoestisch onderzoek Enercon E82 5x 2,3 MW

ASD03 E 10834, E 10832, E

Geluidverdeelplan HoogTij Regels

Ontwerp Besluit Hogere waarde Wet geluidhinder, artikel 110a

ONTWERPBESLUIT WET GELUIDHINDER

Akoestisch onderzoek Industrielawaai. 1 woning aan Den Heikop Elsendorp

In figuur 1 is een overzichtplattegrond van het bezoekerscentrum weergegeven.

het college van burgemeester en wethouders van Skarsterlân t.a.v. de heer S.M. Dijkstra Postbus AC JOURE Uw kenmerk:

ONTWERPBESLUIT HOGERE WAARDE VOOR DE TEN HOOGSTE TOELAATBARE GELUIDSBELASTING WET GELUIDHINDER

Geacht heer/mevrouw, Een kopie van deze documenten sturen wij u eveneens per gewone post. Hoogachtend, Vereniging Behoud Twekkelo

Notitie. Figuur 1 Toekomstige situatie. Het te vervallen deel van de muur is blauw omkaderd.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

ROM INTEGRAAL ADVIES. Gemeente Stichtse Vecht. T.a.v. ROM integraal advies Bisonspoor P2 en P3 Maarssen; Integraal adviesverzoek bestemmingsplan

1 2014/ Wet geluidhinder Besluit hogere waarden 81 woningen Rietvelden fase 3

Akoestisch onderzoek t.b.v. Bestemmingsplan Weijpoort 21 en 21a-c. Gemeente Bodegraven Reeuwijk

Akoestisch onderzoek wegverkeerslawaai. Bestemmings-/wijzigingsplan Noord IJsseldijk. 10 februari 2015

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING WINDROOS, SLIEDRECHT

LAAGFREQUENT GELUID WINDPARK DE

Geluidverdeelplan HoogTij Regels

INTERNE NOTITIE. Hanzewijk (2).doc 1 Eelko Leusink

OMGEVINGSVERGUNNING *D * D

NOTA INSPRAAK EN VOOROVERLEG. Projectbesluit ex artikel 3.10 Wro 37 woningen en winkelruimte locatie Westeind-Schooldwarsstraat

Beleidsregels vaststellen hogere waarde Wet geluidhinder Gemeente Edam-Volendam

REACTIENOTA ZIENSWIJZEN BESTEMMINGSPLAN ANDEREN DORP, NIJEND 18 (ZAAGWERKZAAMHEDEN)

Nota zienswijzen, ontheffing hogere grenswaarden Wet geluidhinder Briellaerd Noord Onderwerp Voornemen Procedure Zienswijzen

V&V. Bijlage 17 bij besluit 2016/0567-V1. Hypotheken 4

Ontwerp Besluit Hogere waarden Wet geluidhinder 7 bouwkavels Tiendzone te Papendrecht

Ontwerpbesluit tot vaststelling Hogere waarde

Transcriptie:

2500 GX Den Haag Postbus 30945 Rijnstraat 8 Colleges van bestuur van provincie Taakveld Geuid gevingskw&itet Gemeentebesturen Portefeuille Ruimte > Retouradres Postbus 30945 2500 GX Den Haag Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Pagina 1 van 1 J.C. Huizinga-Heringa de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, Hoogachtend, windturbines) die op 31 augustus 2009 is voorgepubliceerd (Stcrt. 2009, industrielawaai en vergunningverlening van 1998. windturbines en van windturbineparken. Ik verzoek u met dit advies rekening te houden bij het beoordelen van geluid van 12902).Tevens vervangt dit advies op het punt van windturbines de Handreiking inrichtingen milieubeheer en het Besluit omgevingsrecht (wijziging milieuregels Dit advies loopt vooruit op de wijziging van het Besluit algemene regels voor basis van de Wet milieubeheer aan. windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op Hierbij treft u het advies Circulaire geluidhinder veroorzaakt door Geacht bestuur, geacht college, 1 1 1 1 Beoordeling geluidhinder windturbines 2010010074 C I rcu a re Kenmerk wwwvrom.ni tnterne postcode 360 Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimte en Milieu

Circulaire geluidhinder veroorzaakt door windturbines; beoordeling in het kader van de vergunningverlening op basis van de Wet milieubeheer van 2 April 2010. Inleiding In deze circulaire adviseer ik u over de vergunningverlening op grond van hoofdstuk 8 van de Wet milieubeheer met betrekking tot de geluidhinder veroorzaakt door windturbines. Ik adviseer u dergelijke geluidhinder in het vervolg te beoordelen op een heoordelingswijze die in deze circulaire wordt beschreven. Hiermee wordt de beoordelingswijze van geluid afkomstig van vergunningplichtige windturbines op basis van de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening en de Handleiding meten en rekenen en industrielawaai verlaten. Alleen paragraaf 6.3.4 van deze handreiking blijft van toepassing. De nieuwe beoordelingswijze houdt in dat de geluidsbelasting veroorzaakt door een windturbine wordt berekend door middel van een nieuwe reken- en meetmethode die afwijkt van de methode uit de Handleiding meten en rekenen en industrielawaai en die beter rekening houdt met de windsnelheid in de nacht op grote hoogten (80 tot 200 meter). Een conceptbeschrijving van die reken- en meetmethode windturbines is door mij als hulpmiddel op de VROM-website geplaatst. Voorts adviseer ik u bij de vergunningverlening een maximale grenswaarde van 47 db Lden en 41 db Lnight aan te houden op de gevels van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder. In het vervolg van deze brief wordt hierop verder ingegaan. Ik ben voornemens te bevorderen dat in deze circulaire opgenomen nieuwe beoordelingswijze van geluid afkomstig van windturbines wordt vastgelegd in een wettelijke regeling. Het is de bedoeling door een aanpassing van Besluit algemene regels voor inrichtingen milieubeheer (hierna: Activiteitenbesluit) te komen tot een harmonisering van de normstelling voor windturbines waarin de in deze circulaire beschreven beoordelingswijze wordt meegenomen. Een ontwerp-besluit tot wijziging van het Activiteitenbesluit is inmiddels in procedure gebracht, en zal naar verwachting in de loop van 2010 in werking kunnen treden. Tevens is het mijn voornemen de nieuwe reken- en meetmethode ter bepaling van de bronsterkte van de windturbine vast te leggen in een ministeriële regeling gebaseerd op het Activiteitenhesluit. Deze circulaire zal bij inwerkingtreding van de wijziging van het Activiteitenbesluit komen te vervallen. 1. Achtergrond Windenergie vormt een belangrijke pijler voor de invulling van de ambitie van het kabinet om te bereiken dat Nederland in 2020 één van de meest efficiënte en schone energievoorzieningen van Europa zal hebben. Omdat windenergie op land de goedkoopste vorm van duurzame elektriciteit is. heeft het kabinet in september 2007 in het Werkprogramma Schoon en Zuinig bekend gemaakt dat eind 2011 de opwekkingscapaciteit van duurzame elektriciteit in de vorm van windturbines op land moet zijn verdubbeld. Dat komt neer op 2000 MW die moet worden vergund en van Stimulering Duurzame Energie-subsidie zijn voorzien.

Met het oog op bekorting van de tijdsduur die gemoeid is met het daadwerkelijk realiseren van windturbineprojecten in ons land is het kabinet voornemens om zoveel mogelijk alle windturbines onder het beoordelingsregime van het Activiteitenbesluit te brengen. Tegelijkertijd is het wenselijk om de geluidnormstelling te harmoniseren en aan te passen aan de Europese dosismaat Lden die beter met ervaren hinder correleert dan de tot nu toe in het Activiteitenbesluit en de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening gebruikte dosismaten. Voorts is gebleken dat de huidige herekeningssysternatiek voor het vaststellen van de geluidniveaus van hoge windturbines op wetenschappelijke gronden aanpassing behoeft. 2. Beoordeling van geluid afkomstige van windturbines 2.1 Huidige beoordelingsystematiek Bij het verlenen van vergunningen in het kader van de Wet milieubeheer met betrekking tot geluidhinder veroorzaakt door windturbines wordt op dit moment in veel gevallen de Handreiking industrielawaai en vergunningverlening gebruikt. In deze Handreiking worden aanbevelingen gedaan voor een gebiedsgedifferentieerde normstelling, uitgedrukt in LArit fl de dag, avond en nacht, vast te leggen in een gemeentelijke nota industrielawaai. Daarbij is aangegeven, dat zolang er nog geen gemeentelijke nota industrielawaai is vastgesteld, bij het opstellen van geluidvoorschriften in het kader van de vergunningverlening gebruik moet worden gemaakt van de oude systematiek van richt- (voorheen streef-) en grenswaarden zoals die in de Circulaire Industrielawaai van 1979 was opgenomen. Gebleken is dat een strikte toepassing van deze normstelling bij windturbines in veel gevallen leidt tot onvergunhare situaties. Meten en berekenen van geluidswaarden van vergunningplichtige windturbines vindt nu plaats aan de hand van het Handleiding meten en rekenen en industrielawaai. In deze handleiding wordt nauwkeurig aangegeven wanneer welke methode gebruikt mag worden. Voor het bepalen van het geluidsniveau van een windturbine wordt daarbij methode 11.8 in de meeste gevallen toegepast. Deze methode houdt onvoldoende rekening met de representatieve bedrijfssituaties voor hoge windturbines en leidt tot onzekerheden bij de meting van de immissie. Naast vergunningplichtige windturbines worden kleinere windturbines met een gezamenlijk vermogen van 15 Megawatt gereguleerd met de algemene regels van het Activiteitenbesluit. Voor deze meldingsplichtige windturbines zijn de geluidvoorschriften in dit besluit opgenomen. 2.2. Nieuwe beoordelingsystematiek Zoals hierboven is aangegeven, bestaat een aantal redenen om te komen tot een nieuwe beoordelingsystematiek. Dit betreft onder meer de invoering van een nieuwe reken- en meetmethode met daarbij introductie van Lden en Lnight en cle bijbehorende maximaal toelaatbare waarden van 47 db Lden respectievelijk 41 db Lnight. Hieronder wordt op deze onderdelen ingegaan.

en using nieuwe reken- en meetvoorschrift Inmiddels is duidelijk geworden dat het effect van geluid van hoge windturbines met de huidige methode uit de Handleiding meten en rekenen en industrielawaai niet onder alle omstandigheden correct kan worden voorspeld. Dit is gebleken uit recente onderzoeken van onder meer G.P. van den Berg (The sounds of high winds, 2006) en William K.G. Palmer (Uncloaking the nature of Wind Turbines - the science of meteorology, Canada, 2007). De oorzaak hiervan is er onder meer in gelegen dat bij toepassing van de huidige methode de windsnelheid in de nacht op grotere hoogten (80 tot 200 m.) wordt onderschat. De methode dient dan ook aangepast te worden waar het gaat om de beoordeling van windturbines. Teneinde de gezondheidseffecten van geluid afkomstig van windturbines beter te kunnen voorspellen, acht ik het voorts noodzakelijk over te gaan van de geluidmaat LAr.LT uit de Handleiding meten en rekenen industrielawaai op de geluidmaat Lden. Lden is de geluidmaat die is gedefinieerd in de Europese richtlijn nr. 2002/49/EG inzake evaluatie en beheersing van omgevingslawaai. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt deze maat het beste de hinder andere gezondheidseffecten - te kunnen voorspellen. De Lden is tevens de Nederlandse geluidmaat voor luchtvaartlawaai en voor weg- en railverkeerslawaai. De belangrijkste verschillen met de tot nu toe gehanteerde geluidmaat voor windturbines, LArLT, zijn de integratie van dag, avond en nachtwaarden en met een vaste middelingstijd van 1 jaar. Naast de Lden hanteert genoemde richtlijn ook de Lnight specifiek voor het beoordelen van nachtelijk lawaai. Naar aanleiding van een door de Tweede Kamer aangenomen motie is besloten voor windturbines ook de Lnight als geluidmaat voor de nacht in te voeren (Kamerstukken II 2009-2010, 31 209, nr. 106). Het is mijn voornemen de nieuwe reken- en meetmethode ter bepaling van de bronsterkte van de windturbine vast te leggen in een ministeriële regeling gebaseerd op het Activiteitenbesluit. Zolang deze methode niet formeel is vastgesteld, geef ik u in overweging gebruik te maken van een concept reken- en meetmethode voor windturbines die door mijn ministerie is opgesteld en op de VROM website is geplaatst. aangepaste geluidnormen Recent is door TNO (Hinder door geluid van windturbines, rapport nr. 2008-D-Ri051/b) onderzoek verricht naar een dosis-effect relatie voor de hinder van windturbines. Het onderzoek is gebaseerd op een beperkt aantal studies in Nederland en Zweden, waardoor de door TNO afgeleide dosis-effect relatie bij windturbines een grotere onzekerheidsrnarge kent dan bijvoorbeeld de dosis-effect relatie voor wegverkeer. Uit het onderzoek blijkt niettemin dat het geluid van windturbines bij gelijke belasting (in Lden) als hinderlijker wordt ervaren dan geluid van wegverkeer, railverkeer of industriële bedrijvigheid. Uit een vergelijking van een normwaarde van 47 db Lden met de dosis-effect relatie blijkt dat bij deze waarde circa 9% ernstige hinder mag worden verwacht. Een dergelijk niveau van ernstige hinder is goed vergelijkbaar met hetgeen bij de normering voor wegverkeer, railverkeer en industrielawaai als maximaal toelaatbaar wordt beschouwd in nieuwe situaties. Een norm van 47 db Lden die aansluit bij de bestaande uitvoeringspraktijk is dan ook toereikend uit oogpunt van bescherming tegen geluidhinder. De norm van 41 db Lnight sluit hier goed bij aan. De Wereidgezondheidsorganisatie beveelt in de Richtlijnen voor nachtelijk lawaai (2009) een voorkeurswaarde van 10 db Lnight aan en een maximaal toelaatbare waarde van 55 db Lnight. Door de specifieke omstandigheden bij windturbines zal bij 47 db Lden de 41 db Lnight zelden worden overschreden. Daarom is voor een waarde van 41 db Lnight gekozen.

- het Om deze reden geef ik u nadrukkelijk in overweging bij het afgeven van een milieuvergunning voor een windturbine een maximale waarde van 47 db Lden en 41 db Lnight aan te houden op de gevels van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder. Het is mijn voornemen deze norm in het kader van de harmonisatie van de geluidnorrnering van windturbines in eerder genoemde wijzing van het Activiteitenhesluit op te nemen. 2.3 Handhaving Bij de hierboven beschreven nieuwe beoordelingssystematiek wordt uitgegaan van een Lden en Lnight beoordeling en normering. Dit leidt tot een integratie van dag-, avond- en nachtwaarden en een vaste middelingstijd van 1 jaar waarbij van meerdere jaren moet worden uitgegaan, om het klimatologische gemiddelde beter te kunnen benaderen. Hierdoor is het handhaven van de in de milieuvergunning voorgeschreven waarden door middel van directe immissiemetingen niet meer mogelijk. Het concept van de nieuwe reken- en meetmethode bevat dan ook geen irnissie-meetvoorschrift. Wel is voorzien in een emissie-meetvoorschrift. Daarmee kunnen de opgaven van het geluidvermogen van de fabrikant relatief eenvoudig worden gecontroleerd. U kunt bij het uitvoeren van een handhavingsactie, bijvoorbeeld naar aanleiding van klachten, de volgende werkwijze volgen: 1) Het vaststellen en controleren van het jaargemiddelde geluidvermogen van de windturbine door: - in het akoestisch onderzoek van de betreffende windturbine opzoeken van het jaargemiddelde geluidvermogen. opvragen van het geproduceerde akoestisch vermogen over het afgelopen jaar bij de exploitant. 2) Het toetsen aan de normstelling door op basis van het opgegeven en/of vastgestelde jaargemiddelde geluidvermogen vaststellen van het immissieniveau bij de betrokken gevels van woningen en andere geluidsgevoelige gebouwen en op de grens van geluidsgevoelige terreinen als bedoeld in de Wet geluidhinder en het Besluit geluidhinder. Hierbij dient u wel de maximale grenswaarde van 47 db Lden en 41 db Lnight aan te houden. Bij gerede twijfel aan de juistheid van de windturbine karakteristieken of bij persistente klachten kan bovenbedoelde emissie-meting worden uitgevoerd. Overigens kunnen bij voldoen aan de norm hinder en klachten niet worden uitgesloten. Indien de windturbine niet aan de normen voldoet, dient in principe handhavend te worden opgetreden. 2.4 Afwijken van de normstelling Het is denkbaar dat u bij de plaatsing van windturbines, vanwege bijzondere lokale omstandigheden, bijvoorbeeld vanwege de aanwezigheid van een stiltegebied, verdergaande bescherming wil bieden. Dan is het mogelijk af te wijken van het hierboven door mij geadviseerde beoordelingskader. Daarbij is uiteraard wel van belang dat deze afwijkingen goed zijn onderbouwd met wetenschappelijke gegevens over geluidhinder en er geen gevaar optreedt voor de gezondheid van omwonenden. In verband hiermee adviseer ik u hiermee terughoudend om te gaan. 2.5 Curnulatie 4

Het beleid van overheden is er meer en meer op gericht om grote windturbines te concentreren op daarvoor geschikte locaties, op basis van een ruimtelijk ontwerp waarbinnen meerdere initiatieven gerealiseerd kunnen worden. In de zin van de Wet milieubeheer zal hier dan sprake kunnen zijn van meerdere inrichtingen die soms ook nog gefaseerd in de tijd tot stand kunnen komen. Indien de totale realisatie van windturhineparken tot een overschrijding van de norm leidt, dan kan het bevoegde gezag bij de vergunningverlening van de inrichting die de overschrijding realiseert en bij de toetsing aan de normstelling een lagere norm hanteren dan de 47 Lden en 41 Lnight teneinde rekening te houden met relevante curnulatie van geluid, Op deze wijze kan worden bereikt dat ook de gecumuleerde geluidsniveaus binnen de 47 Lden en 41 Lnight zullen blijven. Bestaande windturbines die al (ruim) voor de verzending van dit advies in werking waren, kunnen buiten beschouwing worden gelaten. Overigens kan ook cumulatie met andere geluidbronnen in beginsel optreden. Omdat de gevolgen sterk van de situatie afhankelijk zijn, wordt ervan afgezien hier nadere invulling aan te geven. Wel zal het betreffende rekenvoorschrift (Hoofdstuk 2 van Bijlage 1 van het Reken en Meetvoorschrift Geluidhinder) op dit punt worden aangepast opdat in de ruimtelijke ordening (bestemmingsplannen en Rijksinpassingsplannnen) de cumulatieve effecten in beeld kunnen worden gebracht. 3. Overgangsrecht Ik adviseer u nadrukkelijk de hierboven beschreven methode en overige aanbevelingen toe te passen op toekomstige aanvragen om een vergunning in het kader van de Wet milieubeheer. Deze methode heeft als zodanig geen invloed op verleende, al dan niet onherroepelijk geworden vergunningen. U kunt zelf een afweging maken of u de methode wil toepassen in de situatie dat de voorbereiding voor het plaatsen van een windturbine al wel is gestart of een aanvraag voor een vergunning is ingediend. Aanbevolen wordt de methode in ieder geval toe te passen op projecten tot realisatie van een windturbine waarvan de voorbereiding start na de publicatie van deze circulaire. 4. Reikwijdte De door mij hierboven geadviseerde nieuwe beoordelingswijze heeft geen betrekking op windturbines die vallen onder artikel 3.13 van Activiteitenbesluit. Daarvoor blijven de geluidvoorschriften uit dit besluit onverkort van toepassing. 5. Definities In deze circulaire is een aantal begrippen gebruikt, waarvan ten behoeve van deze circulaire in het onderstaande een definitie is opgenomen. windturbine: Lden: apparaat voor het opwekken van elektrisch of thermisch vermogen uit wind. maat ter bepaling van de geluidsbelasting of een andere geluidwaarde op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van 07.00 19.00 uur, van 19.00 23.00 uur en van 23.00 07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage L onderdeel 1. van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 1 89);

Lnight: geluidsbelasting op een plaats en vanwege een bron over alle perioden van 23.00 07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage 1, onderdeel 2, van richtlijn nr. 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG L 189); 6. Slot Een concept van dit beleidsadvies is in juni 2009 toegezonden aan de belanghebbenden. Het daaruit volgende commentaar is verwerkt. 6