Samenvatting zienswijzen en reactie op de zienswijzen. Zienswijze 1



Vergelijkbare documenten
Reactienota zienswijzen Ontwerpbestemmingsplan Klaver 6a

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET BOUWEN VAN EEN LOODS AAN DE WESTHOFSEZANDWEG 9 TE S- HEER ARENDSKERKE

Bestemmingsplan Waterdael III, herziening Boerenkamplaan 5. Gemeente Someren

Zienswijzennotitie ontwerp-bestemmingsplan Buitengebied Hof van Twente, wijziging Hagmolenweg 19 Bentelo. Gemeente Hof van Twente.

Onderwerp : Verklaring van geen Bedenkingen: bouwen loods aan de Middendijk 7 te Usquert

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2013/65

TERNEUZEN Bestemmingsplan Hoofdweg Noord 38 te Zuiddorpe

Uitspraak /1/R1

Nota van Inspraak en Overleg bestemmingsplan Westergeest-Bumawei 21

Oplegnotitie tot het gewijzigd vaststellen van het bestemmingsplan Buitengebied

Reactie ingediende zienswijze. inzake het bestemmingsplan Hoeveplan Rollestraat 24 te Wapse

Zienswijzennota. Bestemmingsplan West I en II. Gemeente Hardinxveld-Giessendam Datum: 7 november 2014 GemHG\Intern\16962 Zaaknr: HG 19608

BIJLAGE 2: VERANTWOORDING UITBREIDING BOOMSWEG

Ontwerp bestemmingsplan Rossum herziening 2016, Burgemeester van Randwijckstraat 21b (BP1142)

Zienswijzenrapport. 1 e Herziening Zeelandsedijk 28-30a te Volkel. NL.IMRO.0856.BPZlndsedyk2830a01-ON01

NOTA ZIENSWIJZEN ONTWERP- BESTEMMINGSPLAN. "Bedrijventerreinen 2015"

Uitspraak /1/R2

Nota van zienswijze bestemmingsplan Buitengebied Noord, deelplan Stuifzandseweg 59a

Notitie zienswijze ontwerpbestemmingsplan Benneveld - Bennevelderstraat-Almaatsweg

Zienswijze ontwerp-bestemmingsplan Molenweg 5-5a Hoogeloon

Onderbouwing van het verzoek van P. Coolen, Ophoven 1 te Roggel voor het verruimen van het bouwperceel.

Nota van beantwoording zienswijzen

behorende bij het voorstel van burgemeester en wethouders tot vaststelling van bestemmingsplan Anklaarseweg 35 en 37

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2011/81

Omgevingsvergunning Ruimtelijke onderbouwing Duifhuizerweg perceel Uden, P, 983 te Uden. concept

Nota van zienswijzen en ambtshalve wijzigingen

Onderzoek Ruimtelijke Onderbouwing

Toelichting Wijzigingsplan Sint Jan ten Heereweg 1 Aagtekerke

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

Vragen en handhavingsverzoek omwonenden over Kapelstraat 46a in Elshout

Nota van uitgangspunten Bestemmingsplan Bedrijventerrein Heesbeen Herziening 2019

Nota van Zienswijzen behorende bij het Bestemmingsplan Buitengebied Rucphen 2012, De Leijkens

Nota van beantwoording zienswijzen

Bedrijventerrein Belfeld Reparatie 2010

Gemeente Houten Afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling Cluster Ontwikkeling, Sectie Ruimtelijke Ordening

Buitengebied e wijziging (Broekhuizerstraat 2 Wehl)

OMGEVINGSVERGUNNING AFWIJKING BESTEMMINGSPLAN T.B.V. AANPASSING BOUWMOGELIJHEDEN AAN ROSHEUVEL

Ruimtelijke onderbouwing verzoek tot bouwen loods Rijksstraatweg 3 te Bruinisse

CONCEPT regels Verordening ruimte 2014 naar aanleiding van de dialoog Brabants mestbeleid

Kan de gemeente aantonen dat er wordt voldaan aan de geluidsnormen uit het Activiteitenbesluit?

Nota van Zienswijzen

Zienswijzennota realisatie loods Dronryp

Inspraaknota ontwerp 'Beleidsregel omgekeerde werking woon- en leefklimaat'.

Wijzigingsplan BUITENGEBIED MIDDEN 1 E WIJZIGING. toelichting. Juni 2016

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING T.B.V. HET PLAATSEN VAN (MODEL) TUINHUISJES AAN DE NIEUWE RIJKSWEG 25 TE S-HEER HENDRIKSKINDEREN

VASTSTELLINGSBESLUIT BESTEMMINGSPLAN KERKSTRAAT 39 TE NEDERWEERT GEMEENTERAAD VAN NEDERWEERT D.D. 27 SEPTEMBER 2016

ontwerp OMGEVINGSVERGUNNING Echelpoelweg, gemeente Weerselo sectie P nr en 1836

1. Eindhovenseweg 39 Boxtel

Conclusie De zienswijze is ongegrond en leidt niet tot aanpassing van het bestemmingsplan.

ECLI:NL:RVS:2013:1951

2. Advies commissie bezwaarschriften. 3. Uitspraak rechtbank Noord-Nederland. 4. Uittreksel bestemmingsplan Komplan Haren

Nota van beantwoording zienswijzen

ONTWERPBESTEMMINGSPLAN "KERKDRIEL HERZIENING 2015, JULIANASTRAAT - KRUISSTRAAT" (BP1121)

Omgevingsvergunning OV

GEMEENTE DE FRIESE MEREN ONTSLUITINGSWEG WYTLÂN NIJEMIRDUM BESTEMMINGSPLAN. Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.

Rapport Zienswijzen. Ontwerpbestemmingsplan Bedrijventerrein Ootmarsum. 23 januari 2014

Wijziging bouwvlak aan de Groenstraat 16 te Herpt ten behoeve van de bouw van een ligboxenstal

llllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllllll Inspraaknota Gemeente Epe Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Sport - Manege * *

Omgevingsvergunning Oude Broekstraat 12a, Klarenbeek Planfase vastgesteld

Ruimtelijke onderbouwing. Realisatie groepsaccommodatie voormalig ligboxstal Manjepetswei 19 Oudega

Bestemmingsplan voormalige steenfabriek te Valthermond O N T W E R P

Oude Tempel Soesterberg Milieukundige onderzoeken luchtkwaliteit en bedrijven en milieuzonering

GEMEENTE HEUMEN. Aan Fleuren tuinartikelen Rijksweg EK MALDEN. Uw brief van: Uw kenmerk: Bijlage(n): Onderwerp:

Ruimtelijke onderbouwing voor de bouw van een woning aan Laurens Stommespad 2 te Middelburg

NOTA ZIENSWIJZE, COMMENTAAR EN WIJZIGING Bestemmingsplan Buitengebied, Weereweg 23 en 25a Tjuchem

IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUI. Inspraaknota Voorontwerp bestemmingsplan Buitengebied Detailhandel - Tuincentra.

GEMEENTE OLDEBROEK. Samenvatting

O M G E V I N G S V E R G U N N I N G

ADVIESMEMO. Plangebied Nuland Oost/Pelgrimsche Hoeve

Bestemmingsplan Bedrijfspercelen Hogeweg 15, Hogeweg 21 en Voederheil 8A, Zeeland. Gemeente Landerd

Ruimtelijke onderbouwing Fort Imperial te Breskens

Beleidsregels binnenplans afwijken van het bestemmingsplan (artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1 Wabo)

\^NWESTREENEN ADVISEURS VOOR HET BUITENGEBIED

In het kader van het wettelijk vooroverleg heeft u ons om een reactie gevraagd op de voorontwerp-omgevingsvergunning Oirschotsedijk 52, Wintelre.

Bedrijventerrein Belfeld Reparatie 2010


Onderstaand is uitsluitend de voor het onderhavige plan relevante regelgeving weergegeven.

Uitspraak /1/R1

ZIENSWIJZENREACTIENOTA

Skuniadyk 14 te Bakhuizen

NOTA ZIENSWIJZE, COMMENTAAR EN WIJZIGING Ontwerpbestemmingsplan Froombosch, Hoofdweg 154.

Principe verzoek Sanders Machinefabriek om medewerking voor uitbreiding bedrijf aan de Heidonk 5.


Nota inspraak en overleg voorontwerp bestemmingsplan Coöperatieweg 2 Emst

OV : Omgevingsvergunning voor het oprichten van 4 nieuw vrijstaande woningen met bijgebouwen aan de Gramserweg 37 te Austerlitz

D *D * Besluit op aangevraagde omgevingsvergunning (geweigerd)

*ZD83B192C4E* Voorstel college. Ruimtelijke Ontwikkeling. 20 december 2016 toelichting: deadline omgevingsvergunning

GEMEENTE SON EN BREUGEL

BESTEMMINGSPLAN REPARATIEPLAN BUITENGEBIED NOORD TOELICHTING

Middelburg Loods Muidenweg. Wijzigingsplan

Reactienota zienswijzen. Ontwerp Bestemmingsplan Ammerzoden Noord mei 2017

Gemeente Amsterdam. Ruimte & Duurzaamheid. Nota van beantwoording zienswijzen

Ontwerpbesluit omgevingsvergunning voor de activiteiten planologische afwijking van het bestemmingsplan en bouwen

Zienswijzennota inzake ontwerpbestemmingsplan Barneveldsestraat 34/Catharina Mossellaan

RUIMTELIJKE ONDERBOUWING. Spoorsingel 52-54

Toelichting Ontwerp correctieve herziening bestemmingsplan Landelijk Gebied NL.IMRO.0342.CHLG juni 2014 Toelichting correctieve

Op onderstaande luchtfoto is de locatie aangeduid met een rode omcirkeling.

QUICKSCAN MILIEUCONTOUREN EENDENPARKWEG ERMELO <...> 17 juli 2009 B ARCADIS

Gemengd gebied. V073255aa id versie 03_001 3 juni

Van agrarische bedrijfsbestemming naar bedrijfsbestemming met bedrijfswoning.

Transcriptie:

Samenvatting zienswijzen en reactie op de zienswijzen Zienswijze 1 Samenvatting 1. het college heeft in mei 2011 aangegeven dat het bedrijf thuishoort op een bedrijventerrein; 2. een indicatieve berekening in mei 2012 heeft uitgewezen dat de kans groot is dat in de bestaande situatie sprake is van een overschrijding van de geluidsnormen. 3. het voorliggende bestemmingsplan is tot stand gekomen zonder dat voldoende inzicht bestaat over de nieuwe situatie aangaande de bedrijfscapaciteit, tonnages, verkeer en transportbewegingen, ventilatievermogen, koel en overslagapparatuur. 4. aantoonbaar is dat de pluimveestal voor mestkuikens niet voldoet aan de adviesafstand van 200 meter in het kader van de bedrijven en milieuzonering; 5. de door het college voorgestelde locatie van het nieuwe bedrijfspand haaks staat op en strijdig is met iedere logica waar het gaat om een goede ruimtelijke ordening en afweging van belangen; 6. de woon en leefsituatie voor de omgeving en de belangen van Van der Veen volledige zijn ondergesneeuwd in het voornemen van het college om ten koste van alles te faciliteren voor de ondernemers die actief zijn op het perceel aan Miedweg 10. Conclusie I. het ontwerp bestemmingsplan is in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, waarbij de strijdigheid met name wordt gevoed door een onzorgvuldige voorbereiding, een ondeugdelijke motivering en strijd met de rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel; II. het ontwerp bestemmingsplan is in strijd met de wet -en regelgeving en meer specifiek in strijd met de Wet ruimtelijke ordening, de Wet milieubeheer en de Algemene Wet Bestuursecht. Reactie Ad. 1 Zoals in genoemde brief wordt aangehaald zou het bedrijf gelet op de schaal thuishoren op een bedrijfsterrein. Hiermee is echter niet gezegd dat het bedrijf niet zou kunnen uitbreiden. Zoals in dezelfde brief wordt aangegeven gaat het hier immers om een historisch gegroeide situatie die middels het geldende bestemmingsplan bij recht is toegestaan en op basis van ditzelfde bestemmingsplan bovendien nog uitbreidingsmogelijkheden heeft. Nu het aanwenden van deze uitbreidingsmogelijkheid logistiek echter minder gewenst is en bouwmogelijkheden aan de achterzijde planologisch inpasbaar blijken, dient een aanpassing van het bouwblok ons inziens tot de mogelijkheden te behoren. Ad. 2 Ingevolge het onderzoek van de Milieuadviesdienst blijkt er voor wat betreft de ventilatoren in de bestaande loods op het perceel, inderdaad sprake te zijn van een geluidsoverschrijding. Ons college heeft daarom op 15 januari 2012 besloten hiertegen handhavend op te treden. Na het treffen van de voorgestelde maatregelen kan het bedrijf aan de geldende geluidsnormen voldoen. Een overschrijding van de geluidsnormen afkomstig van de bestaande inrichting staat echter los van de vraag in hoeverre de geprojecteerde uitbreiding planologisch inpasbaar is. Ad. 3 De gebruikelijke toetsingscriteria in een bestemmingsplan, zijn in de toelichting ruimschoots aan bod gekomen. Er is ruimschoots gemotiveerd waarom een bedrijf van deze omvang, dat op basis van het huidige bestemmingsplan ook al uitbreidingsmogelijkheden heeft, planologisch aanvaardbaar is op onderhavige locatie. Voor wat de bedrijfscapaciteit en verkeer wordt nog het volgende opgemerkt.

Bedrijfscapaciteit: In het kader van het bestemmingsplan is de bedrijfscapaciteit alleen van belang om te beoordelen of het plan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of merbeoordelingsplichtig is. Zoals in het bestemmingsplan wordt aangegeven wordt geen uitbreiding van de veestapel voorgesteld (het aantal kippen blijft ruimschoots onder de drempelwaarden) en is een uitbreiding van de pluimveestal met het beoogde bestemmingsplan uitgesloten. Een mer-procedure kan derhalve achterwege blijven. Omdat akkerbouwbedrijven niet worden genoemd in het Besluit m.e.r. kan een mer (beoordelings)procedure ook hiervoor achterwege blijven. In principe is een uitbreiding van het aantal kippen in het bestemmingsplan niet uitgesloten. Door het vastleggen van de maximale oppervlakte van de stal, uitsluiting van een tweede bouwlaag voor het houden van vee en regels inzake dierenwelzijn, is dit praktisch echter niet mogelijk. Bovendien zal het in geval van uitbreiding van de veestapel, het in het kader van de vergunningverlening noodzakelijk zijn om een mer-beoordeling uit te voeren. Verkeer: In het ontwerpbestemmingsplan wordt niet zoals indiener van de zienswijze aangeeft, gesteld dat het aantal verkeersbewegingen afneemt nu er slechts sprake is van een aanpassing van het bouwblok en niet van een vergroting ervan. Gesteld wordt dat de wijziging van het bouwvlak op zich, in principe niet tot extra verkeersbewegingen zal leiden ten opzichte van de huidige planologische situatie. Immers, de beoogde uitbreidingsmogelijkheden zijn in principe gelijk aan de geldende planologische situatie. In het ontwerp bestemmingsplan wordt niet zoals indiener stelt, aangegeven dat het aantal verkeersbewegingen afneemt nu de loods in Westernijkerk sluit. Onder het kopje verkeer en ontsluiting wordt gesteld dat door het toevoegen van opslag- en verwerkingscapaciteit op het bedrijfsperceel zelf, de transportbewegingen van en naar Westernijkerk verdwijnen. Bezwaren met betrekking tot verkeer maar ook met betrekking tot de overige onder punt 3 aangehaalde aspecten dienen echter in het kader van de omgevingsvergunningprocedure voor milieu te worden aangevoerd (zie ook de toelichting van het bestemmingsplan onder het kopje wegverkeerslawaai). Ad. 4 Het is juist dat de pluimveestal niet voldoet aan de geldende richtafstand van 200 meter. Het gaat in dit kader om een historisch gegroeide situatie. De stal is op 175 meter van de dichtstbijzijnde woning gesitueerd. Het ontwerp bestemmingsplan biedt in tegenstelling tot het geldende bestemmingsplan Buitengebied 2000 daarom geen uitbreidingsmogelijkheden voor deze stal. Derhalve zal er in dit kader met het nieuwe bestemmingsplan ten opzichte van het huidige bestemmingspan juist sprake zijn van een planologische verbetering. Voor de op- en overslag en verwerking van landbouwproducten is geen specifieke richtafstand bepaald. Echter, dit betreffen werkzaamheden die bij ieder akkerbouwbedrijf plaatsvinden en zijn daarom in dezelfde categorie te scharen. Dienstverlening ten behoeve van de landbouw (waaronder loonbedrijven) vallen in milieucategorie 3.1, waarbij een richtafstand van 50 meter geldt. De dichtstbijzijnde woning (Mieddyk 8) ligt op 105 meter vanaf het plangebied. Dus voor zover de neventak als dienstverlenend bedrijf aan de landbouw wordt aangemerkt, wordt nog steeds ruimschoots voldaan aan de richtafstanden. Ad. 5 Realisatie van een loods aan de oostzijde heeft tot gevolg dat het perceel aan twee zijden dient te worden ontsloten waardoor verkeersbewegingen tussen de bedrijfsgebouwen onderling over de openbare weg, de Miedweg, zullen plaatsvinden. Dit gaat ten koste van een efficiente bedrijfsvoering en de verkeersveiligheid ter plaatse. Derhalve is clustering van de bedrijfsgebouwen wenselijk zodat de verkeersbewegingen op het perceel zelf plaatsvinden. Ook is realisatie van een loods op de voorgestelde locatie ruimtelijk beter inpasbaar. In dit kader wordt verwezen naar pagina 7 van de toelichting van het bestemmingsplan. Omdat de beoogde uitbreiding ruimschoots zal voldoen

aan richtafstanden uit de basiszoneringslijst van de VNG-brochure (zie ook Ad. 4), kan onaanvaardbare hinder redelijkerwijs worden uitgesloten. Gelet op het voorgaande wordt niet ingezien waarom geen sprake zou zijn van een goede ruimtelijke onderbouwing. Bezwaren omtrent te verwachten milieuhinder dienen overigens, zoals ook onder punt 3 aangehaald, bij de omgevingsvergunning voor milieu te worden aangevoerd. Ad. 6 Nu, mede gelet op hetgeen aangehaald onder punt 5, ruimschoots wordt voldaan aan de gegeven richtafstanden, kan onaanvaardbare milieuhinder en derhalve een aantasting van de woon en leefsituatie ter plaatse, redelijkerwijs worden uitgesloten. Conclusie ad. I Zoals indiener aangeeft heeft het college tot op heden geweigerd om met cliënt en de overige omwonenden in overleg te treden. Dit is onjuist. Omwonenden zijn in de voorbereidende fase meerdere keren uitgenodigd voor een gesprek op het gemeentekantoor. Bovendien zijn omwonenden, gelet op de bezwaren die zij hebben, buiten de uitgebreide voorbereidingsprocedure om, in de gelegenheid gesteld een inspraakreactie in te dienen om zodoende eventueel gewenste en mogelijke aanpassingen van het plan, al in de ontwerpfase te kunnen mee nemen. Het standpunt dat er sprake zou zijn van strijdigheid met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, onder andere omdat er geen zorgvuldige voorbereiding zou hebben plaatsgevonden, is mede om deze reden geenszins het geval. Op basis van de zienswijze en de weerlegging ervan stellen wij ons op het standpunt dat van een ondeugdelijke motivering, strijdigheid met de rechtszekerheid en het vertrouwensbeginsel, evenmin sprake is. ad. II Uit de zienswijze wordt niet concreet duidelijk met welke wetsartikelen het bestemmingsplan strijdig is. Vooralsnog laat de toelichting van het bestemmingsplan juist zien dat het plan aan de toetsingscriteria voldoet. Zienswijze 2 Samenvatting 1. In hoeverre is deze landweg geschikt voor zwaar vrachtverkeer?. Graag wordt een onderzoeksrapport tegemoet gezien waaruit blijkt dat de weg hiervoor geschikt is. 2. Hoe kan worden gesteld dat de ontsluiting op de Miedweg de verkeersveiligheid ten goede komt. Door wachtende vrachtwagens ter plaatse ontstaat een verkeersonveilige situatie. Uit onderzoek is gebleken dat het landbouwverkeer in en rond het dorp door meerdere gezinnen als hinderlijk wordt ervaren; 3. Is er een onderzoek beschikbaar waaruit blijkt dat het aantal verkeersbewegingen afneemt door het sluiten van de loods in Westernijkerk? Het is aannemelijk dat met de uitbreiding en de op en overslag van aardappelen voor derden het aantal verkeersbewegingen juist toeneemt. 4. in het bestemmingsplan wordt aangeven dat voor het onderhavig plan alleen geluidshinder als gevolg van wegverkeerslawaai van belang is en dat er op basis van dit aspect geen belemmeringen zijn voor de realisatie van het plan. Er wordt voorbij gegaan aan de van het vrachtverkeer afkomstige trillingen die schade toebrengt aan de omliggende woningen. Graag wordt een rapport tegemoet gezien waaruit blijkt dat de Miedweg geschikt is voor zwaar vrachtverkeer. 5. In het bestemmingsplan wordt aangegeven dat iedere weg in principe een zone heeft waar aan dacht aan geluidshinder dient te worden besteed. Er wordt geluidsoverlast ervaren. Er is onvoldoende aandacht aan dit aspect besteed; 6. Voor alle woningen aan de Miedweg dient de indirecte hinder afkomstig van het verkeer te worden beoordeeld;

Reactie ad.1 Een onderzoek naar de mate waarin de weg geschikt is voor zwaar vrachtverkeer, kan redelijkerwijs niet in het kader van deze bestemmingsplanprocedure van initiatiefnemer worden gevergd. Mede omdat het aannemelijk is dat de planherziening zelf niet tot een aanzienlijke, onaanvaardbare toename van het aantal verkeersbewegingen zal leiden. De eerste bevindingen van de milieuadviesdienst die op basis van de aangeleverde gegevens ten behoeve van de omgevingsvergunning voor milieu zijn gedaan, onderstrepen dit eveneens; er kan worden voldaan aan de geldende milieuwetgeving. Bovendien gaat het om een agrarisch bedrijf van normale omvang (kleiner dan 1,5 hectare) in een agrarisch gebied. Om toch tegemoet te komen aan de overlast die omwonenden ervaren heeft het college besloten om aan de Miedweg maatregelen te nemen die passen in een 60m/uur zone. ad 2. Niet gesteld wordt dat de ontsluiting op de Miedweg de verkeersveiligheid ten goede komt. Er wordt aangegeven dat de uitbreiding op de voorgestelde locatie logistieke voordelen heeft en de verkeersveiligheid ten goede komt omdat de bedrijfsgebouwen zullen worden geclusterd en het bedrijf aangesloten kan blijven op de Miedweg via een ontsluiting. Dit is anders dan wanneer de nieuwe loods binnen het bestaande bouwblok, aan de oostzijde van het perceel gerealiseerd wordt. In dat geval is er een tweede ontsluiting op de Miedweg nodig en vinden er verkeersbewegingen over de Miedweg, tussen de bedrijfsgebouwen onderling plaats. Voor wat betreft de zienswijze ten aanzien van het landbouwverkeer in en rond het dorp wordt opgemerkt dat er maatregelen zijn getroffen. Voertuigen langer dan 10 meter zijn niet in het dorp toegestaan. ad. 3 Voor het drogen, sorteren, opzakken en opslaan worden de aardappels gemiddeld drie keer tussen de loods in Westernijkerk en de loods aan de Miedweg (en visa versa) vervoerd. Deze verkeersbewegingen komen met het sluiten van de loods in Westernijkerk te vervallen en kunnen met de komst van de nieuwe loods, op het bedrijfsperceel zelf plaatsvinden. Nader onderzoek wordt in dit kader niet noodzakelijk geacht. ad. 4 In het kader van de Wet geluidshinder dient te worden vastgesteld of het plan geluidsgevoelige functies voorstelt. De mate waarin sprake is van trillingen afkomstig van vrachtverkeer is in dit kader niet aan de orde en in het kader van de bestemmingsplanprocedure bovendien geen toetsingscriterium. Hiernaar hoeft in het kader van de bestemmingsplanprocedure dan ook geen onderzoek te worden verricht. Bezwaren inzake indirecte hinder ten gevolge van de verkeersaantrekkende werking dienen overigens bij de omgevingsvergunning van milieu te worden aangevoerd. ad. 5 Zoals onder punt 4 wordt aangegeven is de toets aan de Wet geluidshinder in het kader van de bestemmingsplanprocedure van belang om vast te stellen of het beoogde plan nieuwe geluidsgevoelige functies binnen de genoemde zone voorstelt. Eventuele overschrijdingen van de toegestane geluidsnormen behoeven niet in dit kader te worden getoetst. Dergelijke bezwaren kunnen evenals de verkeersaantrekkende werking, aan de orde worden gesteld bij de omgevingsvergunning voor milieu. ad. 6 In hoeverre een dergelijke afweging ook voor andere woningen dient te worden gemaakt kan zoals reeds aangehaald bij de omgevingsvergunning voor milieu aan de orde worden gesteld.

Zienswijze 3 Samenvatting 1. Tot strijdig gebruik wordt gerekend als meer dan 25% van de bouwwerken wordt gebruikt voor de ondergeschikte niet agrarische bedrijfsvoering in de vorm van opslag en verwerking van landbouwproducten. Dit leidt niet tot een wezenlijke inperking. 2. de 25%-norm sluit niet uit dat de niet-agrarische bedrijfsactiviteiten zeer intensief worden uitgevoerd; Er dient iets over de gebruiksintensiteit in de regels te worden opgenomen; 3. de 25% norm heeft uitsluitend betrekking op gebouwen. Dit betekent dat de onbebouwde delen onbeperkt kunnen worden gebruikt ten behoeve van de niet-agrarische bedrijfsactiviteiten; 4. de gevolgen voor omwonenden zijn niet of nauwelijks onderzocht; 5. de in acht te nemen richtafstand van 30 meter is te kort door de bocht. Door de niet-agrarische activiteiten is een grotere richtafstand aan de orde; 6. het fokken van pluimvee is ook op een kortere afstand van de dichtstbijzijnde woning mogelijk. Reactie ad 1 Indiener stelt naar aanleiding van het onder 1 gestelde als voorbeeld dat indien 3 kleine gebouwen in gebruik worden genomen voor de agrarische bedrijfsverordening maar 1 zeer groot gebouw voor de niet-agrarische bedrijfsvoering er ingevolge de planregels sprake is van ondergeschiktheid maar dat dit dat feitelijk niet zo is omdat het overgrote deel van het vloeroppervlak in gebruik zal worden genomen voor de niet agrarische bedrijfsvoering. Hierin spreekt indiener zichzelf tegen. Immers, indien een zeer grote loods in zijn geheel wordt aangewend ten behoeve van niet agrarische activiteiten maar de oppervlakte van deze loods bedraagt slechts 25% van de overige op het perceel aanwezige bebouwing, dan kan niet worden gesteld dat het overgrote gedeelte van het vloeroppervlak voor niet agrarische activiteiten wordt aangewend. Integendeel, ten opzichte van de overige aanwezige bebouwing zal dan nog steeds sprake zijn van een ondergeschikt gedeelte. ad. 2 In de bestemmingsomschrijving is aangegeven dat de opslag en verwerking van landbouwproducten een neventak dienen te zijn. Derhalve zal de opslag en verwerking van landbouwproducten ten opzichte van de agrarische, grondgebonden bedrijfsvoering, van ondergeschikte aard zijn. Nu dit met de 25% norm ook in ruimtelijke zin nader is geconcretiseerd, wordt het opnemen van restricties over gebruiksinstensiteit onnodig geacht. ad. 3 De raad wordt voorgesteld om het bestemmingsplan op dit punt aan te passen en de 25% norm ook voor de gronden te laten gelden. ad. 4 Er is in het bestemmingsplan zelf en in de reactie op de inspraakreacties ruimschoots gemotiveerd waarom een bedrijf van deze omvang, dat op basis van het huidige bestemmingsplan ook al uitbreidingsmogelijkheden heeft, planologisch aanvaardbaar is op onderhavige locatie. Bovendien betreft het hier agrarisch gebied waar ruimte moet zijn en blijven voor agrarische bedrijfsvoering en waar in overeenstemming met het beleid ruimte geboden kan worden voor nevenactiviteiten. ad. 5 Dienstverlening ten behoeve van de landbouw (waaronder loonbedrijven) valt in milieucategorie 3.1, waarbij een richtafstand van 50 meter geldt. De dichtstbijzijnde woning (Mieddyk 8) ligt op 105 meter vanaf het plangebied. Derhalve wordt, voor zover de neventak als dienstverlenend bedrijf aan de landbouw wordt aangemerkt, ruimschoots voldaan aan de richtafstanden. ad. 7 Het uitbreiden van de stal is niet mogelijk nu de oppervlakte hiervan ingevolge de bouwregels niet meer dan 1600m2 (de huidige oppervlakte) mag bedragen. Het gedeeltelijk slopen van de pluim-

veestal en het elders opnieuw oprichten van de gesloopte oppervlakte is daarentegen wel mogelijk. Dit echter alleen als voldaan wordt aan de gegevens afstanden in het kader van milieu. Op basis van het bestemmingsplan zou de pluimveestal in zijn geheel op een kortere afstand van de dichtstbijzijnde woning kunnen worden geplaatst. Los van het gegeven dat deze verplaatsing bedrijfseconomisch en planologisch vrijwel ondenkbaar is, is de verplaatsing in milieutechnische zin onhaalbaar. Zorgvuldigheidhalve wordt de raad voorgesteld een aanduiding in het bouwvlak op te nemen die waarborgt dat ook deels gesloopte delen van de bestaande stal niet elders worden herbouwd.