Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen www.nivel.



Vergelijkbare documenten
Trends in het gebruik van informele zorg en professionele zorg thuis: gebruik van informele zorg neemt toe

Sociaal netwerk bron van hulp en van zorg. Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Veel woningen van chronisch zieken nog niet toekomstbestendig

Veel onduidelijkheid bij familieleden van mensen met een verstandelijke beperking over veranderingen in de langdurige zorg

verzorging. Is met de

Langdurig ziekteverzuim van werknemers met een chronische ziekte of beperking Geeke Waverijn, Mieke Rijken

Compensatie eigen risico is nog onbekend

Samenvatting Klanttevredenheidsonderzoek Wmo en de Benchmarks Wmo resultaten over 2013

Kennis en ervaringen met e-health van mensen met een chronische longziekte

Factsheet Veranderingen in de Zorg 2015 (AWBZ, LIZ, Zvw en Wmo):

Advies en informatie direct vanaf beginfase belangrijk voor mantelzorgers van mensen met dementie

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2006

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

De Wmo Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 26 november 2014

IMPACT OP PARTICIPATIE EN AUTONOMIE (IPA) VRAGENLIJST. Ontwikkeld door M. Cardol, Nivel

23 maart 2019 Sociaal Raadsvrouw Sabah Ziani. Informatiebijeenkomst STAP. Welkom

Uitleg voorwaarden algemene tegemoetkoming Wtcg 2013

Het vergroten van arbeidsparticipatie onder mensen met een chronische ziekte of beperking : een werkwens alleen is niet voldoende

De Wmo en de inkomensondersteuning. mei 2012

Wet maatschappelijke ondersteuning. Wmo: Iedereen moet kunnen meedoen! inwoudenberg

Ondersteuning bij zelfstandig leven en wonen. Zo werkt het in Best. Ondersteuning bij zelfstandig leven en wonen Zo werkt het in Best 1

AAN BURGEMEESTER & WETHOUDERS. Onderwerp: Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Pijnacker - Nootdorp

Notitie categoriale bijzondere bijstand voor chronisch zieken, gehandicapten

Toekomst van de mantelzorg

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Hoge verwachtingen over pas gediplomeerden. Utrecht: NIVEL, 2010

Ik heb hulp en ondersteuning thuis

Aandacht voor iedereen

Zelfstandig, Zelfredzaam, Zorgzaam Eén loket voor ondersteuning en voorzieningen

Het vergroten van arbeidsparticipatie onder mensen met een chronische ziekte of beperking; een werkwens alleen is niet voldoende

Factsheet AWBZ, 24 februari AWBZ naar Wmo: langdurige zorg per 1 januari 2015 naar gemeenten

Zorg verlenen en zorg ontvangen 2012

Inzicht in zorgrekeningen door verzekerden: stand van zaken Anne E.M. Brabers, Margreet Reitsma-van Rooijen en Judith D.

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Ik heb hulp en ondersteuning thuis. Wat verandert er in 2015?

Inhoudsopgave Inleiding Leeswijzer 1. Wet maatschappelijke ondersteuning 2. Het gesprek voorbereiden 3. Tot slot

Factsheet Astma-/COPD-Monitor Oktober 2007

Dirk Schaap. (91 jaar)

Ontwikkelingen in ondersteuning van mensen met lichamelijke beperkingen en de effecten van ondersteuning op participatie

Gezondheidsvaardigheden van chronische zieken belangrijk voor zelfmanagement Monique Heijmans, Geeke Waverijn

BEREIKBAARHEID EN INFORMATIE

AWBZ-zorg aanvragen, hoe regelt u dat?

Meest gestelde vragen en antwoorden Van AWBZ naar WMO

Bekendheid met de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte en de Commissie Gelijke Behandeling

Tabel 1: Heeft u een vrijwillig eigen risico bovenop uw verplicht eigen risico? 2012 (n=823)

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Meedoen in de gemeente IJsselstein

Wet maatschappelijke ondersteuning. Zorg goed voor elkaar. Informatie over ondersteuning voor u of uw naaste

Het beeld van zorggebruikers over de Inspectie voor de Gezondheidszorg. De Inspectie voor de Gezondheidszorg

Cliëntervaringsonderzoek Wmo 2016

Wmo-loket. In gesprek over wat u nodig heeft aan ondersteuning

Maatschappelijke ondersteuning (AWBZ/Wmo)

De Wmo Mariëtte Teunissen Avi-adviseur 15 oktober 2014

Brief op maat benchmark Wmo 2010: Individuele Voorzieningen ROGplus

Gemeente Steenbergen. Wmo klanttevredenheid over juli 2014

I n f o r m a t I e f o l d e r

Antwoorden op vragen over veranderingen Wmo/Awbz

Vrijwilligerswerk, mantelzorg en sociale contacten

Uw zorg in 2015 van TWB Thuiszorg met Aandacht

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Voorzieningen in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning

RAPPORT TEVREDENHEID CLIËNTEN WMO

De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) januari 2017

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Ik heb hulp en ondersteuning thuis. Wat verandert er in 2015?

Cliëntondersteuning. Tips voor het keukentafelgesprek. Hoe kan ik mij voorbereiden op het gesprek met de Wmo-consulent van de gemeente?

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

minder dan 5 jaar tussen de 5 en de 10 jaar tussen de 10 en de 15 jaar langer dan 15 jaar

Panel Fryslân over ouder worden in Fryslân

2014, peiling 1 maart 2014

Klantonderzoek Wmo over 2013 Wmo-voorzieningen

Zorg, begeleiding, werk en inkomen. Hulp bij het Huishouden

Hoofdstuk 14. Mantelzorg

Klantonderzoek Wmo over 2014 Wmo-voorzieningen

Bijna 8% wisselt van zorgverzekeraar. Premie is de belangrijkste reden om te wisselen.

Nieuwe Wet maatschappelijke ondersteuning in Utrecht

Klanttevredenheid Wmo-verstrekkingen 2011

Het belang van ondersteuning van mensen uit de naaste omgeving voor mensen met astma of COPD Geeke Waverijn & Monique Heijmans

Motieven en belasting van mantelzorgers van mensen met dementie

Wet maatschappelijke ondersteuning januari 2015

De Wtcg en CER afgeschaft; op naar gemeentelijk maatwerk! Regiobijeenkomsten Wmo Februari 2014

28 november Onderzoek: Mantelzorgen

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente Velsen

Gemeente Zeist. Wmo-klanttevredenheidsonderzoek over juli 2015

COLLEGEVOORSTEL. Onderwerp Klanttevredenheidsonderzoek Wmo Te besluiten om:

DE EIGEN BIJDRAGE WMO

Samen leven in de gemeente Best

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo Zorg thuis

A.J.E. de Veer, R. Verkaik & A.L. Francke. Stagiairs soms slecht voorbereid op praktijk. Zorgverleners over de aansluiting

Hoe tevreden bent u over de volgende onderdelen van het Wmo-loket?

Ondersteuning en participatie van mensen met een lichamelijke beperking

Gemeente Roosendaal. Klanttevredenheidsonderzoek Wmo over Concept. 11 augustus 2014

Zorggebruikers zien patiëntenorganisatie als belangrijke bron voor lotgenotencontact Anne Brabers, Wouter van der Schors en Judith de Jong

Deelname aan de samenleving van mensen met een beperking en ouderen

Klantonderzoek Wmo over Wmo-voorzieningen Gemeente IJsselstein

Bijlagen. Ga na wanneer de indicatie van de cliënt afloopt. Heeft hij recht op het overgangsrecht? Kan er een aanbod gedaan worden vanuit de gemeente?

Wat gaat er in de zorg veranderen en waarom?

Eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf en Wmo Zorg thuis

Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) Ondersteuning voor mensen die beperkingen ondervinden in het dagelijks leven

Transcriptie:

Dit factsheet is een uitgave van het NIVEL. De gegevens mogen met bronvermelding (Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen, D.L. Jansen & M. Cardol, NIVEL 2010) worden gebruikt. U vindt dit factsheet en andere NIVEL-publicaties in PDF-format op www.nivel.nl Subsidiënt: Ministerie van VWS Mensen met een chronische ziekte of beperking hebben voor hun ondersteuning bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen Factsheet Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten, februari 2010 Samengevat In dit onderzoek werd nagegaan in hoeverre mensen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking gebruik maken van ondersteunende voorzieningen en om welke vorm(en) van ondersteuning het gaat. Daarbij werd gekeken hoe het gebruik van voorzieningen verandert met de leeftijd. Het onderzoek is gebaseerd op gegevens van het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten waaraan zelfstandig wonende mensen vanaf 15 jaar met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking deelnemen. Ongeveer 80% van de mensen met een chronische ziekte en/of beperking maakt gebruik van één of meer vormen van ondersteuning. Informele ondersteuning door familie, vrienden of bekenden is een veel voorkomende vorm van ondersteuning. Dit wordt vaak gecombineerd met hulpmiddelen of professionele ondersteuning van bijvoorbeeld de thuiszorg. De meeste ondersteuning ontvangen mensen bij het wonen en huishouden, persoonlijke verzorging en vervoer. Vaak hebben mensen ondersteuning voor meerdere activiteiten: 51% heeft ondersteuning bij zowel wonen als de persoonlijke verzorging, 58% heeft ondersteuning bij het wonen én vervoer (zoals een rolstoel), en 43% heeft ondersteuning op alle drie de terreinen. Degenen die ondersteuning hebben op meerdere gebieden hebben bijna altijd te maken met minimaal twee regelingen, vaak de Wmo en de AWBZ. Naarmate mensen ouder worden maken zij meer gebruik van professionele hulp en collectieve vervoersvoorzieningen, maar de hoeveelheid informele ondersteuning uit het eigen netwerk blijft min of meer gelijk. Ondersteuning in soorten en wetten Zonder ondersteuning kunnen veel mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking niet meedoen in de samenleving. Ondersteuning is er in soorten en maten, variërend van een hulpmiddel of aanpassing (zoals een rolstoel of woningaanpassing), professionele ondersteuning (bijvoorbeeld hulp bij het huishouden of de persoonlijke verzorging), tot informele ondersteuning van bekenden uit eigen kring (bijvoorbeeld buren die zware boodschappen halen). De verstrekking van voorzieningen wordt momenteel vanuit verschillende wetten geregeld, waaronder de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning), AWBZ (Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten), en de Zvw (Zorgverzekeringswet, regeling hulpmiddelen). Iemand die van meerdere vormen van ondersteuning gebruik maakt heeft vaak te maken met meerdere regelingen. Bijvoorbeeld, iemand die een rolstoel gebruikt om zich te verplaatsen, ondersteuning nodig heeft bij de persoonlijke verzorging, en met een aangepaste auto naar het werk gaat, heeft te maken met de Wmo (rolstoel), de AWBZ (hulp bij de persoonlijke verzorging) en de WIA (aangepaste auto voor werk). 1

In deze factsheet wordt beschreven in welke mate mensen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking gebruik maken van ondersteunende voorzieningen voor één of meer activiteiten, en in hoeverre de ondersteuning verandert met de leeftijd. Dit geeft zicht op de verschillende regelingen waarvan mensen met een chronische ziekte en/of beperking gebruik maken gedurende verschillende fasen van hun leven. Vooral ondersteuning op gebied van wonen, persoonlijke verzorging en vervoer, en vaak in combinatie Wanneer we ook informele ondersteuning meetellen dan heeft 64% van de mensen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking ondersteuning op het gebied van wonen en het huishouden, bijvoorbeeld een woningaanpassing of hulp bij de was. Ruim de helft (54%) wordt geholpen bij hun persoonlijke verzorging, zoals wassen en aankleden. Ook op het gebied van vervoer wordt veel ondersteuning gebruikt (60%), men heeft bijvoorbeeld een rolstoel of maakt gebruik van een taxibusje. Negenendertig procent van de mensen met een chronische ziekte en/of beperking ontvangt ondersteuning bij hun sociale participatie, zoals het bezoeken van vrienden en vrije tijdsactiviteiten. Een kleiner deel van de mensen krijgt ondersteuning bij hun betaalde of onbetaalde werk (resp. 21% en 12%). Ondersteuning bij wonen, persoonlijke verzorging en vervoer komt vaak in combinatie voor: van de mensen die ondersteunende voorzieningen gebruiken heeft 51% ondersteuning bij het wonen en de persoonlijke verzorging, 58% heeft ondersteuning bij het wonen en bij vervoer, en 43% heeft ondersteuning op alle drie de terreinen. Degenen die naast ondersteuning bij de persoonlijke verzorging of verpleging ook op een ander gebied ondersteuning krijgen, hebben sowieso te maken met twee regelingen, in ieder geval de AWBZ en meestal de Wmo. Ondersteuning vaak zowel informeel als professioneel De ondersteuning op het gebied van sociale contacten en onbetaald werk is vooral informeel: familie en vrienden springen bij (figuur 1). Dit geldt ook, hoewel in mindere mate, voor de ondersteuning bij het wonen. Ondersteuning bij het wonen bestaat daarnaast ook uit hulpmiddelen en aanpassingen, zoals een traplift, en professionele hulp, bijvoorbeeld hulp bij het huishouden. Voor hulp bij vervoer gebruikt men ongeveer evenveel ondersteuning van vrienden en kennissen als ondersteuning door hulpmiddelen, zoals een rolstoel of scootmobiel. Daarnaast wordt bij het vervoer ook een beroep gedaan op andere ondersteuning zoals collectieve vervoersvoorzieningen zoals de Wmo-deeltaxi of Valys-vervoer. Ondersteuning bij de persoonlijke verzorging of verpleging bestaat vooral uit hulpmiddelen zoals een douchestoel (89%) en in mindere mate uit professionele ondersteuning van bijvoorbeeld de wijkverpleegkundige (38%). Vijftien procent van de ondersteuning bij de persoonlijke verzorging is informeel van aard. Van degenen die ondersteund worden bij hun werk, gebruikt 52% een hulpmiddel of aanpassing op hun werk en heeft 43% professionele ondersteuning, bijvoorbeeld van een arbeidsdeskundige (figuur 1). 2

Figuur 1: Percentage mensen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking dat gebruik maakt van ondersteuning binnen domeinen, naar type ondersteuning 100 80 60 40 20 hulpmiddel/aanpassing professionele ondersteuning informele ondersteuning overige ondersteuning 0 onbetaald werk (n=66) betaald werk (n=116) zorg/verpleging (n=1245) sociale participatie (n=890) wonen (n=1472) vervoer (n=1371) Ruim 60% van de 15-39-jarigen maakt gebruik van ondersteunende voorzieningen Niet verrassend is dat ouderen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking meer gebruik maken van ondersteunende voorzieningen dan jongeren. Toch heeft 62% van de 15-39 jarigen ook een of meerdere ondersteunende voorzieningen (inclusief informele ondersteuning), terwijl dit 77% van de 40-64-jarigen betreft, 81% van de 65-74-jarigen en 93% van de mensen boven de 75 jaar. Boven de 75 jaar schiet het aantal mensen met overige ondersteuning, zoals een collectieve vervoersvoorziening, en professionele ondersteuning omhoog. Zo heeft 74% van de 75-plussers met ondersteuning professionele hulp, bijvoorbeeld voor het huishouden of de persoonlijke verzorging, en 41% van de 65-74-jarigen (figuur 2). Ook gebruiken meer mensen van boven de 75 jaar een hulpmiddel of aanpassing. Opvallend is dat het percentage mensen dat zegt gebruik te maken van informele ondersteuning niet duidelijk toe- of afneemt met de leeftijd. Voor alle genoemde levensdomeinen geldt dat 75- plussers ongeveer evenveel informele zorg en ondersteuning ontvangen als 75-minners. Figuur 2: Percentage mensen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking met ondersteuning dat gebruik maakt van verschillende ondersteuningsvormen naar leeftijd hulpmiddel/aanpassing professionele ondersteuning informele ondersteuning overige ondersteuning <= 39 jr (n=67) 40-64 jr (n=791) 65-74 jr (n=504) >= 75 jr (n=501) 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 100 3

Naarmate men ouder wordt heeft men wel vaker ondersteuning op meerdere gebieden (figuur 3), en is de kans dus groter dat men van meer wettelijke regelingen gebruik moet maken. Vooral na het 75 ste levensjaar stijgt het aantal mensen dat ondersteuning nodig heeft op meerdere gebieden. Figuur 3: Percentage mensen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking met ondersteuning (incl. informele ondersteuning) dat gebruik maakt van ondersteuning bij zorg in combinatie met andere domeinen, totaal en naar leeftijd 100 80 60 40 20 <= 39 jr (n=69) 40-64 jr (n=753) 65-74 jr (n=472) >=75 jr (n=464) Totaal (n=1758) 0 Zorg+Wonen Zorg+Sociale participatie Zorg+Vervoer Zorg+Wonen+ Vervoer Conclusie Mensen met een chronische ziekte en/of lichamelijke beperking maken gebruik van verschillende soorten ondersteuning: van vrienden en familie, hulpmiddelen en professionele ondersteuning. Zij worden vooral ondersteund bij het wonen en huishouden, hun persoonlijke verzorging en bij het vervoer. Al op jongere leeftijd heeft 62% ondersteuning op één of meer gebieden. Zowel de ondersteuning als het aantal gebieden waarvoor men ondersteuning heeft neemt toe met de leeftijd. Degenen die voor meerdere levensterreinen ondersteuning ontvangen, hebben bijna altijd te maken met meerdere wettelijke regelingen. Zeker als een van deze domeinen persoonlijke verzorging of verpleging betreft (AWBZ), en/of betaald werk (WIA). Opvallend is dat ouderen en jongeren ongeveer evenveel gebruik maken van informele ondersteuning door vrienden en bekenden. Voor ondersteuning doen mensen dus gedurende alle levensfasen een beroep op hun eigen netwerk; op jonge leeftijd zullen dit met name de ouders zijn, op latere leeftijd bijvoorbeeld een partner of kinderen en vrienden. Wel gaan mensen naarmate ze ouder worden tevens meer gebruik maken van andere vormen van ondersteuning, zoals professionele ondersteuning. Methodologische verantwoording Het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten (NPCG) is een landelijk panel bestaande uit ongeveer 3800 mensen met chronische ziekten en/of lichamelijke beperkingen. De panelleden van het NPCG zijn 15 jaar of ouder, wonen niet in een instelling, beheersen de Nederlandse taal voldoende om vragenlijsten in te vullen, en 4

zijn niet terminaal ziek. Drie keer per jaar worden met behulp van vragenlijsten gegevens verzameld over hun zorg- en leefsituatie, zoals ervaren door de mensen zelf. Voor dit onderzoek gebruikten we gegevens van 2300 panelleden die in 2008 drie vragenlijsten invulden. Het onderzoek is uitgevoerd door de vragen over ondersteuning in 2008 uit de drie vragenlijsten aan elkaar te koppelen. Deze vragen werden gebruikt als indicatoren voor het gebruik van een bepaald type ondersteuning binnen een bepaald domein. Wanneer door de respondent in een van de vragenlijsten werd aangegeven dat er gebruik werd gemaakt van de betreffende voorziening dan werd dit meegeteld. Ondersteuning in natura en in de vorm van een persoonsgebonden budget zijn bij elkaar opgeteld. De resultaten zeggen niets over het aantal uren dat men ondersteuning ontvangt, alleen over of men ondersteuning ontvangt. Alle analyses zijn gewogen naar het aantal mensen met een chronische ziekte of lichamelijke beperking in de Nederlandse bevolking, tenzij anders aangegeven in de bijlage. 5