Het Friese Merenproject



Vergelijkbare documenten
Grenzeloos varen in Fryslân

Ontwikkeling werkgelegenheid in % 2 1,7 1,5 1,1 0,5 -0,5 -1,5 -1,4. -2 Totaal banen Grote banen Kleine banen

Ontwikkeling banen in %

Grote banen: banen van 15 uur of meer Kleine banen: banen van minder dan 15 uur Peildatum: 1 april. Ontwikkeling werkgelegenheid in % 1,5

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

Kengetallen gemeenten Friesland

Uitvoeringsprogramma

Landschap Waterland AB Agendapunt 5: jaarrekening 2008 BIJLAGE 1: BESTUURSSAMENVATTING JAARREKENING ONDERDEEL WATERLAND

Toerisme Monitor 2012

Uitvoeringsprogramma Friese Meren Versoberen, investeren, verzilveren en borgen. Provincie Fryslân Versie CONCEPT

KERNCIJFERS RECREATIE EN TOERISME GRONINGEN

Graydon Kwartaalmonitor Q3 2018

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Regionale Maandcijfers Arbeidsmarktinformatie Friesland

Aanpassing Inrichtingsplan Gebiedsontwikkeling N381 Drachten - Drentse grens

Notitie. 1. Inleiding. 2. Analyse huurvariant. 2.1 Uitgangspunten huurvariant. Concept 0.3. Addendum Rapportage Vastgoed VRF

Koers op Fryslân. Plan van aanpak. Het Friese Meren Project 2e fase

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, januari 2017

Kadernota Evenementen. Provincie Groningen van de

12 maart 2013 Corr.nr , BO Nummer 12/2013 Zaaknr

.., Algemene Rekenkamer. BEZORGEN De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Gen era a Binnenhof AA Den Haag

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, april 2016

: Pro-Forma aanvraag subsidiebijdrage Quick-wins binnenhavens.

Subsidie Onderhoudsbaggeren Friese Meren Project

Aanvraagformulier. t.a.v. afdeling Subsidiezaken Postbus HM LEEUWARDEN. Tweebaksmarkt KZ LEEUWARDEN

Begrotingswijziging Provinciale Staten Behandeling bij jaarstukken 2012

Ruimtelijk Beheer en Duurzaam

Ontwikkeling leerlingaantallen

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Ontwikkeling aantal leerlingen (index: 2009 = 100) (index: 2014 = 100)

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2018 Rapportage plancapaciteit

Sloten. Bron:

Evaluatie van Het Friese Merenproject

Commissie bestuur en financiën

Figuur 1: Ontwikkeling aantal leerlingen Figuur 2: Prognose aantal leerlingen (index: 2011 = 100) (index: 2016 = 100)

Actualisatie gegevens recreatievaart Bypass Kampen

KERNCIJFERS RECREATIE EN TOERISME - GRONINGEN

GEMEENTE LEEUWARDERADEEL. Notitie Bestuurlijke toekomst gemeente Leeuwarderadeel Met Leeuwarden naar 2018

Oan Provinsjale Steaten

Monitor Recreatie & Toerisme 4-meting maart 2014

fjj; K provincie ^S& groningen

MEMO. Van : het college. Aan : de raad. Datum : datum. Betreft : Motie Doorvaart Achtkarspelen

N O O R W E G E N DENEMARKEN L I T O U W E N K O N I N G K R IJ K O O S T E N R IJ K

Agrarische grondmarkt Provincie Friesland

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

Subsidieregeling Iepen Mienskipsfûns Fryslân

Kerncijfers toerisme Zeeland 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste helft 2018 & Q Graydon kwartaal monitor

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2004.

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio s. Regio s

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden F. Hegger. Toerdata Noord, 2007

Analyse resultaten CVO 2014

Kengetallen Mobiliteitsbranche

Perceelbeschrijving 4 Crisishulp en opvang

Analyse instroom

Toerisme Monitor 2012

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

PROVINCIE FLEVOLAND. Mededeling. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Graydon Kwartaalmonitor Q1 2018

Stand van zaken huisvesting kinderopvang in Nederland 2011

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

Graydon Kwartaalmonitor. Kwartaal

fluchskrift

Uitgangspunten Programma De Uitgangspunten Programma geven de richting aan de op te stellen conceptbegrotingen.

Werkgelegenheidsonderzoek 2011

Werkgelegenheidsonderzoek 2010

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 10 juli 2018 Betreft Monitor Wind op Land 2017

Sluis Kornwerderzand op maat voor de toekomst. Een impuls voor de Nederlandse economie

SAMENVATTING MONITOR VRIJETIJDSECONOMIE RIVIERENLAND 2014

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, februari 2019

Eerste helft 2017 & Q Graydon kwartaal monitor

Sluis Kornwerderzand op maat voor de toekomst. Een impuls voor de Nederlandse economie

Graydon Kwartaalmonitor

Kansen BRTN-route Kop van Noord-Holland. 12 november 2013

Toerisme in Cijfers. INSTITUUT SERVICE MANAGEMENT T.a.v. Toerdata Noord CG Leeuwarden drs. P.H. Huig tel: fax:

Fluchskrift Wurkgelegenheid

Nieuwsflits Arbeidsmarkt. Friesland, maart 2019

Nederlander minder op vakantie in 2010

Monitor kredietcrisis begin 2010 Gemeente Purmerend

Herontwikkeling recreatiegebied De Veenhoop

Hartelijk welkom. Margot Tempelman Kenniscentrum (Kust)toerisme

Register van gemeenschappelijke regelingen als bedoeld in artikel 27 van de Wet gemeenschappelijke regelingen (Wgr)

Recreatie en Toerisme Gelderland

Starters zien door de wolken toch de zon

14 Stiens, 7 januari 2014

Infrastructuurmonitor MIRT 2015

Bevolking: gemeentelijke indeling in regio's

Voorgesteld wordt om: In te stemmen met het voorstel voor de verdeling van de verschillende onderdelen.

Vitaliteit. Samen. Lokaal. Integraal. Versterken. Verbinden Vitale regio Fryslân. Bestuurscommissie. 8 december 2016

Ontwikkelingen op de agrarische grondmarkt tot 1 juli 2003.

% Groei verblijf locaties 11% Groei aantal hotel kamers 4% Groei van marktaandeel in de logies verstrekkende markt -6%

Cijfers in de watersport, trends en ontwikkelingen

Energieverbruik en -opwek Bestuurlijke regio s provincie Fryslân

Voortgangsrapportage 2017 WoonFriesland. Samen werken aan goed en betaalbaar wonen

Voor meer informatie: European Tourism Futures Institute Website:

BIJLAGE: Uitwerking van het Masterplan Waterfront Bolsward

Zeeland Recreatieland

PROVINCIE. Mededeling FLEVOLAND. Onderwerp Mededeling Voortgangsrapportage Verbetering doorstroming N307 Roggebot - Kampen

Transcriptie:

Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Het Friese Merenproject Tussentijdse evaluatie 2013

Colofon Dit is een uitgave van projectbureau Friese Meren, Provincie Fryslân, Postbus 20120, 8900 HM Leeuwarden, Tweebaksmarkt 52, 058-292 58 62, www.friesemeren.nl Fotografie : Klaas Pot Opmaak: Klaas Pot, provincie Fryslân Druk: Huisdrukkerij provincie Fryslân Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Uitvoeringsprogramma 2011-2015 Het Friese Merenproject tussentijdse evaluatie 2013 Vastgesteld door Gedeputeerde Staten 27 augustus 2013 3

4 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Samenvatting en conclusies Tussentijdse evaluatie 2013 In 2010 zijn de resultaten van Het Friese Merenproject over de periode 2000-2010 geëvalueerd. Op grond hiervan is de koers aangescherpt en uitgewerkt in het uitvoeringsprogramma 2011-2015. De tussentijdse evaluatie richt zich op de stand van zaken over de periode 2011-2013. De tussentijdse evaluatie wijst uit dat de uitvoering van het uitvoeringsprogramma 2011-2015 goed op schema ligt. In de periode 2011-2013 is in samenwerking met diverse partners voor ruim 133 mln. aan projecten genomen. Hiermee is een groot deel van het uitvoeringsprogramma 2011-2015 in de realisatiefase terecht gekomen. Met een provinciale bijdrage van 99 mln. in het totale programma is er sprake van een sterk financieel aanjaageffect. Ondanks onze inspanningen blijven de effecten op het terrein van werkgelegenheid en bestedingen vooralsnog achter bij de in 2000 geformuleerde doelstellingen. Dit heeft alles te maken met de sinds 2008 ingezette economische teruggang. De ongunstige weersomstandigheden van de afgelopen watersportseizoenen hebben ook niet geholpen om de effecten hiervan te verzachten. Doelen en effecten Over de periode 2000-2012 is de werkgelegenheid in de watersportsector gegroeid met 400 structurele banen. Dit is op zich een positief resultaat. Met een werkgelegenheidsgroei van 12% over de periode 2000-2012 liggen we echter wel flink uit koers ten opzichte van de doelstelling van 30% werkgelegenheidsgroei in 2015. Bij de evaluatie in 2010 bedroeg het groeipercentage over de periode 2000-2009 nog 23%. De werkgelegenheidsdoelstelling van 30% in 2015 lijkt niet langer haalbaar nu ook voor de komende jaren nog een lage economische groei verwacht wordt. Bij de evaluatie in 2010 was het bestedingsniveau in 2009 met 41 per persoon per dag terug op het niveau van het jaar 2000. In 2012 zijn de bestedingen gegroeid naar 44 per persoon per dag. De bestedingsgroei over de gehele periode 2000-2012 bedraagt hiermee 7%. De ambitieuze groeidoelstelling van 150% bestedingsgroei in 2015 lijkt hiermee niet haalbaar nu ook voor de komende jaren nog een lage economische groei verwacht wordt. In 2011 hebben Provinciale Staten als nieuw doel geformuleerd dat De Friese Meren dezelfde marktpositie moet behouden (of verbeteren) ten opzichte van andere watersportgebieden in Nederland. De Provincie Fryslân is nog altijd met voorsprong de favoriete vaarlocatie bij Nederlandse watersporters. Resultaten De uitvoering van de plannen en projecten binnen Het Friese Merenproject ligt goed op schema. Binnen de programmalijn Grenzeloos varen worden de belangrijkste recreatieve netwerken op orde gebracht. Binnen de programmalijn Bestedingen aan de Wal zijn met de meeste gemeenten inmiddels bestuursovereenkomsten afgesloten over de afspraken om de versterking Tussentijdse evaluatie 2013 5

van watersportkernen en toegangspoorten te realiseren. In een flink aantal watersportkernen en toegangspoorten is inmiddels een start gemaakt met het aantrekkelijker maken van de waterfronten. Een aandachtspunt is wel dat de particuliere vervolginvesteringen in de watersportkernen en toegangspoorten achterblijven. Hierdoor wordt voor sommige plannen in eerste instantie slechts het openbare deel opgewaardeerd. De oorspronkelijk bedachte particuliere vervolginvesteringen zullen in een langzamer tempo gerealiseerd worden. Grotere gebiedsontwikkelingen, waarbij publieke en private investeringen aan elkaar zijn gekoppeld, komen in sommige gevallen nog niet van de grond. Binnen de programmalijn mitigatie ecologie en duurzaamheid zijn flinke stappen gezet richting een duurzaam watersportgebied. Conclusies De investeringen in het Friese Merenproject hebben een positief effect op de kwaliteit van het vaargebied en de watersportvoorzieningen in Fryslân. Fryslân werkt hiermee consistent en meerjarig aan de versterking van haar concurrentiepositie als toeristische watersportbestemming en de economische positie van haar watersportsector. Fryslân heeft nog steeds een sterke marktpositie in Nederland. Sinds 2009 hebben we wel behoorlijk last van de economische tegenwind. Hierdoor staat de werkgelegenheid in de sector en de bestedingen van watersporters onder druk. De werkgelegenheids- en bestedingseffecten die we ons ten doel hebben gesteld voor de periode 2000-2015 zullen naar verwachting niet worden behaald. Dit betekent niet dat de beoogde effecten op de wat langere termijn niet zullen worden behaald. Wanneer de economie over een aantal jaren weer aantrekt en vervolginvesteringen door private partijen weer op gang komen, zullen de maatregelen van Het Friese Merenproject ten volle effect sorteren. We maken het Friese Merenproject af Daarom kiezen wij er voor Het Friese Merenproject af te maken en geen koerswijziging door te voeren. Wel willen we enkele nieuwe accenten aanbrengen met betrekking tot jeugd en watersport en Wifi in toeristische watersportkernen. Juist nu is het van belang te blijven investeren in de kwaliteiten van het vaargebied en Het Friese Merenproject af te maken. Dit verschaft Fryslân een sterke marktpositie welke op de langere termijn haar vruchten zal afwerpen. Daarbij leveren de investeringen op korte termijn ook veel directe werkgelegenheid op voor de Friese bouwsector en toeleverend bedrijfsleven. 6 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Inhoudsopgave Samenvatting en conclusies 5 Hoofdstuk 1: Inleiding 8 1.1 Geschiedenis van Het Friese Merenproject 8 1.2 Planvorming, evaluatie en bijstelling 9 1.3 Doel en opzet van de tussentijdse evaluatie 9 1.4 Leeswijzer 10 Hoofdstuk 2: Doelstellingen en effecten 11 2.1 Werkgelegenheid 13 2.2 Bestedingen 15 2.3 Marktpositie 17 Hoofdstuk 3: Maatregelen en resultaten 21 3.1 Programmalijn Grenzeloos varen 22 3.2 Programmalijn Bestedingen aan de wal 32 3.3 Programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid 44 Hoofdstuk 4: Ontwikkelingen en Trends 52 4.1 Ontwikkelingen 53 4.2 Trends 54 Hoofdstuk 5: Koers 2013-2015 55 5.1 We maken het Friese Merenproject af 55 5.2 Nieuwe accenten 56 5.3 Resterende knelpunten 57 Hoofdstuk 6: Kosten en financiering 59 6.1 Geactualiseerde begroting 59 6.2 Stand van zaken FMP-budget 60 Bijlage 1 Bronverantwoording 61 Bijlage 2a Projectoverzicht Kosten en financiering 62 Bijlage 2b Projectoverzicht Financiering 64 Bijlage 2c Projectoverzicht Te financieren 68 Tussentijdse evaluatie 2013 7

Hoofdstuk In 2015 heeft de Friese Taal en Cultuur op meer dan de helft van de onderwijsinstellingen in de sectoren VVE een substantiële positie in het kader van integraal taalbeleid wat betreft curriculuminhoud en onderwijstijd. 1Inleiding 1.1 Geschiedenis van Het Friese Merenproject Recreatie en toerisme is voor de provincie Fryslân een belangrijke economische pijler geworden. Fryslân als provincie van water is een aantrekkelijke bestemming voor binnen- en buitenlandse toeristen en recreanten. Fryslân heeft 30.000 hectare aan meren en plassen en is daarmee een uniek watersportgebied binnen West Europa. De recreatieve vaarwegen hebben een totale lengte van 675 km. Hiervan is 475 km voor de grote watersport en 200 km vaarweg voor de kleine watersport geschikt. Kanalen en meren dooraderen het weidse Fryske landschap met langs de oevers ongeveer 13.000 ha aan natuurgebied. Dit natuurlijke karakter wordt aangevuld met de vele karakteristieke dorpen en (elf)steden. Naast de omvangrijke watersportmogelijkheden op het binnenwater, heeft Fryslân ook grootschalig vaarwater op het IJsselmeer, de Waddenzee en de aangrenzende Noordzee. Geen enkel gebied in Europa heeft deze unieke combinatie. Daarom kunnen we in onze provincie de toeristen en recreanten veel en veelzijdig water(sport)plezier bieden. Voeg daarbij het typische karakter van onze provincie met een eigen taal, streekeigen producten, cultuurhistorie, de (elf)steden en sporten als skûtsjesilen, fierljeppen en kaatsen, dan is de bijzondere aantrekkingskracht van het gebied snel verklaard. De Friese Meren zijn daarom naast de Elfsteden, de wadden en de Friese wouden, één van de vier unieke speerpunten in het recreatie en toerismebeleid van Fryslân. De marktpositie en betekenis van het Friese merengebied stond eind jaren negentig onder druk. De kwaliteit van het Friese vaargebied kon op vele punten worden verbeterd, zoals bereikbaarheid, bevaarbaarheid en kwaliteit van de watersport- 8 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

voorzieningen. Afnemende bezoekersaantallen, grootschalige investeringen in concurrerende watersportgebieden en andere toeristische ontwikkelingen waren aanleiding voor een grootse meerjarige kwaliteitsimpuls in het Friese merengebied. Dit heeft uiteindelijk geleid tot de start van Het Friese Merenproject op 20 december 2000. 1.2 Planvorming, evaluatie en bijstelling Economische structuurversterking is gebaat bij een meerjarige en consistente aanpak. Dit was de gedachte achter Het Friese Merenproject. Het oorspronkelijke beleidskader is vastgesteld in 2000 met een uitgebreid Plan van Aanpak voor een totale kostenraming van 685 mln. gulden ( 310 mln.). Vervolgens is in 2001 het projectbureau Friese Meren (FMP) van start gegaan. De uitvoering van Het Friese Merenproject is al gedurende vier statenperiodes gebaseerd op de doelstellingen en uitgangspunten van dit Plan van Aanpak. Vanwege de lange looptijd en het meerjarige karakter van Het Friese Merenproject zijn tussentijdse evaluaties vereist om te kunnen bijsturen in koers en programmering van projecten. Dit heeft geleid tot meerdere momenten van checks en balances in de periode 2000-2010. In 2010 heeft een uitgebreide evaluatie over de periode 2000-2010 plaatsgevonden. Dit was tevens de opmaat voor het uitvoeringsprogramma 2011-2015. Samengevat vanaf 2010: 2010 Evaluatie 2000-2010. - Verantwoording en evaluatie van 10 jaar Friese Merenproject; 2011 Uitvoeringsprogramma 2011-2015. - Aangescherpte koers: Versoberen, investeren, verzilveren en borgen; - Looptijd wordt verlengd van 2013 naar 2015; - Aanvullende middelen voor periode 2011-2015. Nu in 2013 is het moment aangebroken voor een tussentijdse evaluatie van het uitvoeringsprogramma 2011-2015. 1.3 Doel en opzet van de tussentijdse evaluatie Doel van de tussenevaluatie is het beoordelen van de uitvoering van Het Friese Merenproject over de afgelopen drie jaar: de periode 2011-2013. De basis wordt gevormd door het uitvoeringsprogramma 2011-2015. In deze evaluatie wordt de structuur van het uitvoeringsprogramma gehanteerd. Hierin worden de volgende programmalijnen onderscheiden: 1. Grenzeloos varen 2. Bestedingen aan de wal 3. Mitigatie, ecologie en duurzaamheid Daar waar mogelijk wordt kwantitatief geëvalueerd. Dit wordt aangevuld met een kwalitatieve terugblik. Er wordt onderscheid gemaakt in doelen, effecten, maatregelen, resultaten en projecten: Tussentijdse evaluatie 2013 9

De doelen zijn de belangrijkste geformuleerde maatschappelijke effecten zoals die door Provinciale Staten zijn vastgesteld. Doelen en effecten zijn door Het Friese Merenproject beïnvloedbaar, maar niet afdwingbaar. De maatregelen zijn groepen van soortgelijke activiteiten die ingezet worden om de gewenste doelen en effecten te bereiken. De resultaten zijn de meetbare uitkomsten van de maatregelen, een of meerdere projecten of processen. Resultaten zijn door Het Friese Merenproject in de meeste gevallen afdwingbaar. De projecten zijn werken, waarbij een overeenkomst is gesloten met derden en een begroting is overeengekomen. De uitvoering van projecten is in vele gevallen afdwingbaar. 1.4 Leeswijzer Hoofdstuk twee benoemt de doelstellingen van Het Friese Merenproject en gaat aan de hand hiervan nader in op de behaalde effecten tot nu toe. Het derde hoofdstuk benoemt de maatregelen en projecten en gaat aan de hand hiervan nader in op de bereikte resultaten tot nu toe. In hoofdstuk vier wordt een beeld geschetst van de actuele trends en ontwikkelingen die relevant zijn voor het bepalen van de te volgen koers. In hoofdstuk vijf wordt op basis van de voorgaande hoofdstukken een analyse gegeven van de huidige stand van zaken en de betekenis hiervan voor de te volgen koers voor de resterende periode 2013-2015. Hoofdstuk zes ten slotte gaat in op de stand van zaken met betrekking tot kosten en financiering. Een samenvatting van het geheel en de conclusies zijn opgenomen aan het begin van dit rapport. 10 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Hoofdstuk In 2015 heeft de Friese Taal en Cultuur op meer dan de helft van de onderwijsinstellingen in de sectoren VVE een substantiële positie in het kader van integraal taalbeleid wat betreft curriculuminhoud en onderwijstijd. Doelstellingen en effecten 2 Dit hoofdstuk benoemt de vastgelegde beleidsprestaties geformuleerd als doelen en geeft de hierop geboekte resultaten weer. Samenvatting De effecten met betrekking tot werkgelegenheid en bestedingen blijven achter bij de doelstellingen voor 2015. Hierbij dient te worden aangetekend dat de effecten pas volledig zichtbaar worden nadat de maatregelen van het uitvoeringsprogramma ook daadwerkelijk zijn uitgevoerd en volledig effect sorteren. Bovendien geldt dat naast de investeringen van Het Friese Merenproject ook vervolginvesteringen door de markt nodig zijn om de beoogde effecten te behalen. Werkgelegenheid De werkgelegenheid in de watersportsector is over de periode 2000-2012 gegroeid met 12%, dit komt overeen met 400 structurele banen. Over de periode 2000-2009 liet de werkgelegenheid nog een groei zien van 23%. De afgelopen periode over 2010-2012 heeft derhalve een sterke daling laten zien van de werkgelegenheid in de watersportsector. Dit kan worden verklaard door de economische crisis die vanaf het najaar van 2008 is ingetreden. De economische vooruitzichten tot 2015 zijn uiterst onzeker en laten een lage groeiverwachting zien. De hoofddoelstelling van 30% groei aan het einde van 2015 is hiermee uit zicht verdwenen. Tussentijdse evaluatie 2013 11

12 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Bestedingen Van 2000 tot en met 2012 zijn de bestedingen door watersporters in Fryslân gegroeid van 41 naar 44 per persoon per dag. Dit komt overeen met een bescheiden groei van 7%. Sinds 2009 heeft de economische crisis de toeristische bestedingen zwaar onder druk gezet. Mede gezien de economische vooruitzichten lijkt de doelstelling van 150% bestedingsgroei aan het einde van 2015 niet haalbaar. Marktpositie Fryslân is met voorsprong de favoriete vaarlocatie bij Nederlandse watersporters. Watersporters waarderen het Friese watersportgebied met een 7,9. Het aanbod aan jachthavens, ligplaatsen en verhuurboten is sinds 2008 redelijk stabiel. Het aantal open zeilboten in de verhuurvloot neemt geleidelijk af. In het uitvoeringsprogramma 2011-2015 zijn de beleidsprestaties als volgt geformuleerd: Een werkgelegenheidsgroei van 30% in de Friese watersport over de planperiode 2000-2015. Een bestedingstoename van (bij voorkeur) 150% per persoon per dag in de Friese watersport over de planperiode 2000-2015. De Friese Meren moet dezelfde marktpositie behouden (of verbeteren) ten opzichte van andere watersportgebieden in Nederland. 2.1 Werkgelegenheid in de Friese watersport De werkgelegenheid in de Friese watersport heeft over de periode 2000-2008 een sterke groei doorgemaakt. In 2008 leek de doelstelling reeds binnen handbereik toen de werkgelegenheidsgroei uitkwam op 27%. Bij de evaluatie in 2010 konden wij, op basis van de cijfers over 2009, nog een werkgelegenheidsgroei van 22,7% rapporteren. Sindsdien heeft de dalende tendens zich echter voortgezet en is de werkgelegenheid ten opzichte van 2008 met 12 % afgenomen. De werkgelegenheidsgroei over de periode 2000-2012 komt dien ten gevolge uit op 11,7%. Dit komt neer op een groei van 402 structurele banen (fulltime en parttime). Hoewel de groei achterblijft bij de doelstelling loopt deze groei in absolute termen in de pas met de berekende werkgelegenheidseffecten van 300 tot 400 structurele banen in het Ecorys rapport van 2008. Hierbij blijft natuurlijk de vraag hoe de autonome ontwikkeling van de werkgelegenheid zou zijn verlopen zonder Het Friese Merenproject. We kunnen helaas niet anders dan vaststellen dat ondanks de inspanningen binnen het uitvoeringsprogramma 2011-2015 van Het Friese Merenproject de werkgelegenheid sinds 2008 fors is gedaald. Dit heeft alles te maken met de aanhoudende economische crisis die zich in het najaar van 2008 heeft aangediend. Daarnaast hebben we in 2011 en 2012 te maken gehad met slecht zomerweer in het watersportseizoen. Nu we in 2013 opnieuw in een economische recessie zijn beland en de economische groeiverwachtingen laag zijn, lijkt het behalen van de hoofddoelstelling van 30% banengroei in de Friese watersport in 2015 niet langer haalbaar. Om de werkgelegenheidsgroei in de Friese watersport in wat breder perspectief te plaatsen is deze in figuur 2.1 afgezet tegen de ontwikkelingen voor de gehele sector Recreatie en Toerisme (R&T) en tegen de totale werkgelegenheidsontwikkeling voor Fryslân en Nederland. Tussentijdse evaluatie 2013 13

Figuur 2.1 Werkgelegenheidsgroei Friese watersport index 130 125 120 115 110 Watersport R&T Frl Totaal Frl R&T NL Totaal NL 105 100 95 2000 2001 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 jaar Bron: Provincie Fryslân Opvallend is dat de werkgelegenheid in de watersport sector sinds 2008 sterker is gedaald dan in de R&T sector in Fryslân en Nederland als geheel. Over de periode 2000-2012 blijft de groei in de watersportsector zelfs licht achter bij de totale werkgelegenheidsgroei in Fryslân. Ten opzichte van het landelijk gemiddelde is de groei een fractie hoger. Werkgelegenheid per deelsector In 2012 bedroeg het totaal aantal banen in de Friese watersport 3.821 stuks. Dat is circa 20% van de totale toeristische werkgelegenheid in Fryslân. Jachtwerven zijn met 45% van het totaal aantal banen in de watersportsector de belangrijkste deelsector binnen de watersport. Sinds 2009 is de werkgelegenheid in de Friese watersportsector gedaald. De sterkste daling in absolute zin heeft zich voorgedaan bij de jachtwerven (min 235 banen).de relatief sterkste daling heeft zich voorgedaan bij de jachthavens (min 15% is 51 banen). Tabel 2.1 Werkzame personen watersport Fryslân (fulltime + parttime banen) Groei in % fulltime + parttime 2000 2009 2012 2000-2009 2000-2012 2009-2012 Jachthavens 280 338 287 20,7% 2,5% -15,1% Bootverhuur 460 483 426 5,0% -7,3% -11,8% Zeilscholen 82 101 96 23,2% 17,1% -5,0% Passagiersvaart 468 487 514 4,0% 9,8% 5,6% Jachtwerven 1562 1966 1731 25,9% 10,8% -12,0% Overige watersportgebonden industrie 379 440 384 16,1% 1,5% -12,6% Watersportgebonden handel en diensten 188 410 382 118,0% 103,1% -6,8% Totaal 3420 4226 3821 23,6% 11,7% -9,6% Bron: Werkgelegenheidsregister Fryslân Regionale verdeling watersportbanen Figuur 2.2 geeft de regionale verdeling van de watersportbanen weer. De gemeente Súdwest-Fryslân heeft met 1.544 banen veruit de meeste banen, dit komt overeen met een aandeel van ca. 40% van het totaal aantal watersportbanen in Fryslân. De nieuwe gemeente De Friese Meren wordt met 486 banen de tweede watersportgemeente van Fryslân. 14 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Figuur 2.2 Aantal banen in de Friese watersport per gemeente (2012) 88 Ameland 13 Schiermonnikoog 17 Vlieland 85 Terschelling Harlingen 319 15 het Bildt 21 Menameradiel 7 Leeuwar deradeel 95 Dongeradeel 16 Kollumerland 75 113 Achtkarspelen 149 Tytsjerksteradiel Leeuwarden werkzame personen minder dan 25 25-50 50-100 100-250 meer dan 250 Totaal Fryslân: 3821 28 Littenseradiel 1544 Súdwest Fryslân Lemsterland 17 Dantumadiel 8 Ferwerderadiel Franekeradeel 126 69 Gaasterlân- Sleat 281 113 Smallingerland 311 Boarnsterhim 29 Opsterland 136 Skarsterlân 86 Heerenveen 23 Weststellingwerf 38 Ooststellingwerf Bron: Provincie Fryslân 2.2 Bestedingen door watersporters in Fryslân Van 2000 tot en met 2005 zijn de bestedingen in het watertoerisme van watersporters in Fryslân sterk gegroeid van 41 naar 59 per persoon per dag. Dit was aanleiding om te streven naar een bestedingsgroei van 150% aan het einde van 2015. Bij de evaluatie in 2010 was het bestedingsniveau op basis van de cijfers over 2009 echter weer terug op het niveau van het jaar 2000. Over de periode 2010-2012 vertonen de bestedingen van watersporters in Fryslân een stabiel patroon en zijn licht gegroeid van 41 naar 44 per persoon per dag. Dit komt overeen met een bescheiden groeipercentage van 7,3% over de periode 2000-2015. 1 De sinds 2009 uitgebroken economische crisis heeft de toeristische bestedingen zwaar onder druk gezet. Op vakanties wordt fors bezuinigd en de uitgaven tijdens vakanties zijn de laatste jaren sterk verminderd. Daar staat tegenover dat in deze tijd meer Nederlanders kiezen voor een binnenlandse vakantie wat mogelijk voor een dempend effect zorgt. Op basis van de huidige cijfers en de lage groeiverwachtingen voor de economie lijkt de doelstelling van 150% bestedingsgroei in 2015 niet haalbaar. Ontwikkeling bestedingen per persoon per dag In figuur 2.3 zijn de bestedingen door watersporters per persoon per dag afgezet tegen de vakantiebestedingen door vakantiegangers in Fryslân en Nederland. De grafiek 1: De bestedingscijfers zijn gebaseerd op het consumentenonderzoek Toerisme 2009 van Toerdata Noord en gecorrigeerd voor inflatie. Het ETFI gaat in de zomer van 2013 een nieuw consumentenonderzoek uitvoeren Tussentijdse evaluatie 2013 15

toont dat de bestedingen door watersporters na een aanvankelijke stijging zijn teruggekeerd op hun oorspronkelijk niveau van 2000. Vanaf 2009 loopt de ontwikkeling in de pas met de gemiddelde vakantiebestedingen in Fryslân en Nederland. Figuur 2.3 Ontwikkeling bestedingen per persoon per dag 70 60 50 Bestedingen per persoon per dag 40 30 20 10 0 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Fryslân Nederland Watersport Bron: CVO, vakanties van Nederlanders en ETFI, Toerisme monitor 2012 Ontwikkeling bestedingen per jaar In figuur 2.4 zijn is de ontwikkeling van de jaarlijkse bestedingen door verblijfsrecreanten per accommodatievorm in beeld gebracht. De totale bestedingen door verblijfsrecreanten in Fryslân bedroegen vorig jaar 543 mln. De bestedingen door watersporters bedroegen 70 mln. dit komt overeen met een aandeel van 13% in de totale bestedingen van verblijfsrecreanten. Het totaal aan bestedingen in de watersport is hiermee terug op het niveau van 2002. De ontwikkeling van de bestedingen in de watersport blijft hiermee achter op de andere accommodatievormen. Figuur 2.4 Bestedingen naar accommodatievorm Euro (mln.) 200 150 100 50 0 2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 2009 2010 2011 2012 Hotels/logies Kamperen Groepsaccommoda es Recrea ewoningen Watersport jaar Bron: ETFI, Toerisme Monitor Fryslân en Groningen 2012 16 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

2.3 Marktpositie Bij amendement is in 2011 de doelstelling ten aanzien van marktpositie aangepast. Hiermee is de eerdere vergelijking met de Duitse watersportgebieden los gelaten. De doelstelling luidt nu als volgt: De Friese Meren moet dezelfde marktpositie behouden (of verbeteren) ten opzichte van andere watersportgebieden in Nederland. Dit willen we meten op basis van de onderstaande criteria: Het marktaandeel meten op basis van het aantal bootvakanties van het aantal toeristen in het Friese merengebied in relatie tot andere watersportgebieden in Nederland. Populariteit van Fryslân bij watersporters in relatie tot andere gebieden meten door opinie onderzoek. Marktaandeel bootvakanties; Fryslân meest bezochte provincie Door het NBTC/NIPO is in 2009 een thema onderzoek uitgevoerd naar bootvakanties. Hieruit kwam naar voren dat Fryslân de meest bezochte provincie is als het gaat om bootvakanties. Wegens hoge kosten en bezuinigingen bij NBTC/NIPO is een dergelijk onderzoek sindsdien niet meer uitgevoerd waardoor wij niet over recentere gegevens beschikken over het aandeel bootvakanties in Fryslân. Figuur 2.5 Marktaandeel bootvakanties in 2009 30% Noord- Holland Flevoland 12% 36% Fryslân Groningen Drenthe 10% 7% 3% Overijssel 26% Zuid-Holland 11% Utrecht Gelderland 10% 13% Zeeland Noord Brabant 12% 2% Limburg aandeel in % 5 en minder 6-10 11-20 21-30 31 en meer Bron: NBTC/NIPO Populariteit; Fryslân is meest favoriete watersportgebied De Provincie Fryslân is met voorsprong de favoriete vaarlocatie bij Nederlandse watersporters. Zo n 34% vaart het liefste in Fryslân, gevolgd door Zeeland (20%) en Noord- Holland (11%). Dit blijkt uit een enquête van de HISWA onder bezoekers van de HISWA 2011 en 2010. Het jaarlijkse Nationale Watersport onderzoek van mobiliteitsplatform Eileen levert een vergelijkbaar beeld op. Uit een in 2011 uitgevoerd watersportonderzoek door NBTC/NIPO blijkt eveneens dat Fryslân een geliefd watersportgebied is. Watersporters waardeerden het Friese watersportgebied met een 7,9. In 2013 wordt opnieuw een watersportonderzoek uitgevoerd Tussentijdse evaluatie 2013 17

18 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

door NBTC/NIPO. De resultaten over 2013 waren nog niet beschikbaar voor verwerking in dit evaluatierapport. Ontwikkeling watersportaanbod Fryslân biedt een groot aanbod en kent een hoge dichtheid aan watersportvoorzieningen. De ontwikkeling in het aanbod van ligplaatsen in jachthavens en het aantal verhuurboten biedt dan ook een graadmeter voor de ontwikkeling van de marktpositie van Fryslân. Jachthavens Bij de ligplaatsen wordt onderscheid gemaakt tussen passantenligplaatsen en de vaste ligplaatsen. In Fryslân zien we sinds 2008 een geleidelijke toename van het aantal passantenligplaatsen. Het aantal vaste ligplaatsen is daarentegen iets afgenomen. De verhuurgraad van de vaste ligplaatsen is sinds 2008 heel licht afgenomen (van 89% naar 87,8%) maar in 2012 weer een fractie toegenomen. Het aantal jachthavens in Fryslân is al jaren stabiel op 224 bedrijven. In 2011 was er nog sprake van een lichte groei van het aantal overnachtingen in jachthavens in Fryslân. In 2012 is het aantal overnachtingen licht afgenomen met 4%. Jacht en bootverhuur Het totaal aantal verhuurboten is in Fryslân over de periode 2008-2012 licht toegenomen (1,3%). Wordt de categorie open motorboten buiten beschouwing gelaten dan is sprake van een afname van 4,2% over de periode 2008-2012. Deze daling heeft zich met name voorgedaan bij de open zeilboten en bij de kajuitzeilboten. Het aantal open zeilboten neemt sinds 2010 geleidelijk af. Het totaal aantal verhuurdagen is sinds 2011 iets gestegen en herstelt daarmee weer iets ten opzicht van de dip in 2011. Totaal aantal verhuurboten Fryslân Figuur 2.6 Jachtverhuur 3.000 2.900 2.800 2.700 2.600 2.500 2.400 2.300 2.200 2.100 2.000 Totaal aantal verhuurboten Fryslân 2008 2009 2010 2011 2012 Bron: ETFI, Toerisme Monitor Fryslân en Groningen 2012 Tussentijdse evaluatie 2013 19

Brug- en sluistellingen Ieder jaar worden bij verschillende bruggen en sluizen het aantal passerende recreatievaartuigen geregistreerd. Bij de sluizen worden alle vaartuigen geteld, bij de bruggen alleen de vaartuigen die een geopende brug passeren. In de loop der jaren hebben er verschillende werkzaamheden aan de vaarwegen plaats gevonden die de cijfers beïnvloeden. Ook dient rekening te worden gehouden met wijziging van enkele van de meetpunten in de provincie Fryslân. Figuur 2.6 is dan ook niet meer dan een indicatie van de ontwikkeling van het aantal vaarbewegingen. De cijfers voor Fryslân laten een dalende trend zien. Figuur 2.7 Brug- en sluistellingen Fryslân index 120,0 100,0 80,0 Brug - en sluistellingen 60,0 40,0 20,0 0,0 Brug- en sluistellingen 2008 2009 2010 2011 2012 jaar Bron: ETFI, Toerisme Monitor Fryslân en Groningen 2012 20 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Hoofdstuk In 2015 heeft de Friese Taal en Cultuur op meer dan de helft van de onderwijsinstellingen in de sectoren VVE een substantiële positie in het kader van integraal taalbeleid wat betreft curriculuminhoud en onderwijstijd. 3 Maatregelen en resultaten Dit hoofdstuk doet verslag over de stand van zaken aan de hand van de in het uitvoeringsprogramma geformuleerde maatregelen, resultaten en projecten. Voor de laatste fase 2011-2015 is de indeling in sporen verlaten en worden alleen nog de drie programmalijnen gebruikt. Samenvatting resultaten per programmalijn Programmalijn Grenzeloos varen De grote investeringen die hebben plaatsgevonden in de periode voor 2011, werpen nu hun vruchten af. In de periode 2013-2015 zullen de laatste knelpunten worden opgelost (sluizen Stavoren, Workum en de brug in Jirnsum), zal de Noordelijke ElfstedenvaarRoute (NER) worden opengesteld en de baggerachterstand zijn ingelopen. Gestreefd wordt naar heropening van het Polderhoofdkanaal, verruiming van de Turfroute en verlagen van de drempeldiepte in Makkum. Samen met de gemeenten wordt gewerkt aan harmonisatie van de bedieningstijden en afschaffen van het klompgeld. Programmalijn Bestedingen aan de wal In de toegangspoorten Delfstrahuizen (Zuidoever Tjûkemar), Harlingen, Makkum, Stavoren en Workum worden nu projecten voorbereid en/of uitgevoerd. Voor het Lauwersmeer en de 2e fase van Harlingen (o.a. herinrichting Nieuwe Willemshaven) worden de plannen op korte termijn afgerond. Het masterplan van Lemmer dat in 2010 is gemaakt (maar nooit vastgesteld) zal in de zomer van 2013 worden herijkt. De plannen voor Lauwersmeer, Harlingen 2e fase en de Herijking Lemmer moeten in 2013 tot bestuurlijke afspraken leiden. Tussentijdse evaluatie 2013 21

Voor 9 van de 10 watersportkernen zijn masterplannen gemaakt (Leeuwarden niet). Voor 7 van deze 9 (Dokkum en Franeker nog niet) heeft dit reeds geresulteerd in het maken van bestuurlijke afspraken en is de uitvoering in volle gang. De realisatie van 500 nieuwe of verbeterde passantenplaatsen zal hiermee ruimschoots worden gehaald en ook de 3 innovatieve pilots liggen op schema. Programmalijn Mitigatie ecologie en duurzaamheid Voor de mitigatieopgave willen we een groot aantal projecten in verschillende delen van het merengebied realiseren. Ook bij andere organisaties en op andere beleidsterreinen zijn er in het merengebied opgaven en wensen, die wij gezamenlijk gaan uitvoeren. De gezamenlijke inspanningen betreffen het aankopen (of verkrijgen van toestemming van de huidige eigenaar), het inrichten van de gebieden en het regelen van het natuurbeheer. Het nieuwe waterrijke natuurgebied de Wolvetinte aan de noordoever van de Fluessen (bijna 20 hectare groot) is inmiddels gereed. Aan de noordrand van het Snitser Mar wordt na de zomer gestart met werkzaamheden aan en bij de Gauster Hoppen; in de aanliggende Potskar polders (van ruim 110 ha) beginnen de inrichtingswerkzaamheden in 2014. In de overige delen van het merengebied zijn de onderhandelingen over aankoop en/of inrichting in volle gang. 3.1 Programmalijn Grenzeloos varen De maatregelen en resultaten zijn in het Uitvoeringsprogramma 2011-2015 als volgt samengevat: Maatregelen Grenzeloos varen Voor de programmalijn Grenzeloos Varen ligt de focus voor periode 2011-2015 op het afmaken van de lopende projecten en het oplossen van een enkel resterend knelpunt. Resultaten Afronden projecten opwaardering bestaande en nieuwe verbindingen (Noordelijke ElfstedenvaarRoute (NER), Polderhoofdkanaal, Luts, Turfroute) Verbeteren capaciteit en drempeldiepte sluizen (Stavoren, Workum, Makkum) Oplossen resterende knelpunten in vaarnetwerk Afschaffen van pauzes brug- en sluisbediening en afschaffen bruggeld Wegwerken achterstallig baggeronderhoud: - 103 km provinciaal PVVP (einddoel 435 km) - 39 km gemeente PVVP (einddoel 140 km) - 34 km gemeente Taheakke (einddoel 80 km) Effect: Belangrijkste recreatieve netwerk op orde. Hierna worden de resultaten en projecten nader toegelicht. 22 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

3.1.1 Afronden projecten opwaardering bestaande en nieuwe verbindingen De projecten: Noordelijke ElfstedenvaarRoute (NER) Recreatiegeulen Grutte Brekken Polderhoofdkanaal Lutscomplex Middelseeroute afronden Turfroute Algemeen De Noordelijke ElfstedenvaarRoute is in 2013 afgerond. De recreatiegeulen Grutte Brekken zijn in 2010 in gebruik genomen. Polderhoofdkanaal is wederom geconfronteerd met een vernietiging van de ontheffing Flora-Faunawet waardoor budget en voortgang in de knel dreigen te komen. Gemeente en Ministerie gaan in hoger beroep. De Luts fase 1 is volop en zal in 2014 worden afgerond. Fietspad langs De Swette fase 1 is in 2013 in gebruik genomen, fase 3 wordt nog onderhandeld over grondaankoop. De realisatie van de overstapplaatsen Turfroute is volop bij de gemeenten, de provincie is begonnen met het eerste deel van de profielverruiming (Oosterwolde-Smilde) Noordelijke ElfstedenvaarRoute (NER) Het werk is op 1 juni 2013 klaar en binnen budget gerealiseerd. Tevens zijn alle regionale projecten (programma Regio In Actie) afgerond. Doordat een deel van de Waddenfondsbijdrage terugvloeit naar het Wetterskip is er toch een risico op financieringstekort dat gezamenlijk door gemeenten en provincie gedragen zal moeten worden. Recreatiegeulen Grutte Brekken De geulen zijn op 21 april 2011 officieel in gebruik genomen. Polderhoofdkanaal Door de 2e schorsing van de ontheffing Flora-Faunawet is de uitvoering nog niet gestart. De gemeente en het ministerie van EZ (die de ontheffing heeft verleend) gaan in hoger beroep bij de Raad van State. Er rest door de tweede schorsing weinig tijd om de verruiming te realiseren voor het eind van de subsidiedeadline eind 2014. Lutscomplex De Luts en de nu nog niet toegankelijke opvaarten worden gebaggerd en toegankelijk gemaakt voor vaarklasse E (1 m. diepgang, 2 m. doorvaarthoogte). Er wordt aangesloten op recreatieve voorzieningen aan de wal. Middelseeroute afronden (Fietspad langs De Swette) Het gedeelte Mantgumerhúske - Froanackerdyk is zomer 2013 geopend. Het gedeelte Boazum Scharnegoutum langs de buurtschap De Flearen) wordt 2e helft 2013 uitgevoerd. Bij voldoende budget rest nog het gedeelte vanaf de Froanackerdyk via het tsjerkepaad Dearsum-Boazum en de Griene Dyk (onderdeel van de Slachte) tot aan de Beatrixboskjes bij Boazum. Tussentijdse evaluatie 2013 23

24 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Turfroute profielverruiming De Turfroute is in het PVVP geclassificeerd als DM-route, maar is dat niet. De toegelaten diepgang is 1,10 meter in plaats van de 1,30 meter en op sommige plaatsen is zelfs die 1,10 meter er niet. Daardoor blijft het aantal passages achter. In de periode 2011-2013 zijn de ergste knelpunten opgelost. Realisatie van volwaardig DM-profiel vergt een grote financiële inspanning omdat dan ook veel boordvoorzieningen moeten worden aangepast. Enerzijds omdat de constructies te licht zijn, anderzijds omdat er sprake is van achterstallig onderhoud. De opwaardering van de Turfroute heeft hoge prioriteit omdat het een drager is voor de toeristische infrastructuur in zuidoost Fryslân. Dit is een opgave van provincie en gemeenten gezamenlijk. De provincie heeft het initiatief genomen het gedeelte Oosterwolde-Smilde voor de start van het vaarseizoen 2013 op orde te brengen. Voor de aanpak en financiering van het overige gedeelte vinden op dit moment gesprekken plaats met de gemeente Opsterland en Ooststellingwerf. Het streven is om de gehele Turfroute aan het eind van de planperiode op DM-niveau te hebben. Turfroute overstapplaatsen De gemeenten Opsterland en Ooststellingwerf zijn gestart met de aanleg van toeristische overstappunten in de Turfroute. De overstapplaats Kalkovens in Gorredijk is in uitvoering, de overstapplaats in Oosterwolde is gereed. Er is nog sprake van een knelpunt in beide gemeenten. In Opsterland is dat de locatie Klein Groningen, waar sprake is van een onaantrekkelijke omgeving. In Ooststellingwerf is de passantenhaven Oldeberkoop een knelpunt. De haven is gesloten vanwege het bezwijken van de damwanden in de oever en is dit voorjaar geheel voorzien van nieuwe betonnen damwand. Turfroute passantenhaven Oldeberkoop De passantenhaven Oldeberkoop is ca. 10 jaar geleden aangelegd op initiatief van een stichting uit het dorp. Het is een aantrekkelijke haven, die een goede gelegenheid is voor de Turfroutevaarders om Oldeberkoop en omgeving te verkennen. Bij de aanleg is gebruik gemaakt van Larixhout, dat na 10 jaar vervangen moet worden, maar de stichting heeft geen geld kunnen reserveren voor groot onderhoud. De stichting heeft de haven in mei 2013 moeten sluiten voor de scheepvaart. Omdat zowel gemeente als provincie het belang van deze haven inzien, is besloten de problemen op te lossen door alle hout te vervangen door betonnen damwand. De werkzaamheden zijn inmiddels afgerond, financiering is geregeld binnen de bestaande budgetten van provincie en gemeente. De gemeente neemt na de vernieuwing de verplichtingen voor groot onderhoud (baggeren en vernieuwingslast) over. Watersportvoorzieningen Leeuwarden De sloepenroute Leeuwarden-Wirdum is dit vaarseizoen (2013) opengesteld voor een doorvaarthoogte van 1,20 meter. Er wordt vervolgens in 2013 en 2014 gewerkt aan het openstellen van de hele route Leeuwarden-Grou voor doorvaarthoogte 1,50 meter. De Zwettebrug/Spoorbrug HRMK is deze zomer een lastig obstakel. De bruggen hadden twee openingen maar door de bouw van het aquaduct is één opening gestremd. Omdat de brug door de drukke treinenloop slechts 2 x 4 minuten open kan, is er grote kans op vertraging. Omdat de spoorbrug bepalend is voor het aantal openingsminuten biedt de bouw van het aquaduct in de Westelijke invalsweg geen soelaas voor de wachttijden van de scheepvaart. Tussentijdse evaluatie 2013 25

Via infopanelen op de bruggen worden de watersporters zo goed mogelijk geïnformeerd over openingstijden. Met de gemeente Leeuwarden is nog overleg gaande over het ontvangen van passagiers van de grote rivercruisers, die aanmeren aan de Snekertrekweg. Wellebrug Woudsend De Wellebrug bij Woudsend is in 2012 opgeleverd. 3.1.2 Verbeteren capaciteit en drempeldiepte sluizen De projecten: Sluis Stavoren Sluis Workum Sluis Makkum Sluis Lauwersoog Algemeen Focus ligt op dit moment op de realisatie van de nieuwe sluis in Stavoren en de drempelverlaging in Workum. Voor Makkum is de capaciteitsverruiming nog onderwerp van studie. Sluis Stavoren De werkzaamheden zijn deze winter zo ver uitgelopen (onder andere door aantreffen vervuiling) dat de e stremmingen doorschuiven tot in het vaarseizoen. Dat heeft ons doen besluiten die stremmingen door te schuiven naar de winter 2013/14. Dat betekent dat de sluis in het vaarseizoen 2014 klaar is. Wat betreft het e Bastion is met de gemeente overeenstemming bereikt over een ander plan in het kader van het masterplan, dat het uitzicht vanaf de Stadsfenne minder blokkeert. Sluis Workum De sluisdrempel wordt verwijderd zodat de sluis toegankelijk wordt voor klasse Bzm (diepgang 1,90 meter). De start van de uitvoering voor de drempelverlaging Sluis Workum is doorgeschoven naar einde vaarseizoen 2013 zodat buiten het vaarseizoen de sluis gestremd wordt. De sluizen in Workum en Stavoren zullen door deze verschuivingen tegelijkertijd gestremd zijn, maar die stremmingen zijn buiten het vaarseizoen. Dat betekent wel extra veiligheidsinspanningen omdat er in het stormseizoen in de primaire kering wordt gewerkt. Sluis Makkum Er wordt onderzocht of de sluis ook toegankelijk gemaakt kan worden voor recreatievaart klasse Bzm. (diepgang 1,90 meter) en er wordt gekeken naar het aanpassen van de bestaande sluis of het verlengen van de sluis met een extra kolk. Mocht het wat worden, en dat is nog lang niet zeker, dan zal uitvoering plaatsvinden in de winter 2014/15. Als de drempel verlaagd wordt dan moet aanvullend ook het toeleidingskanaal door Makkum worden gebaggerd. Sluis Lauwersoog Het Friese Merenproject heeft via het programma recreatieve voorzieningen bijgedragen aan verbetering van de voorhavens van de sluis. Provincie Groningen is nu trekker van een gebiedsplan voor de gehele locatie Lauwersoog waarin ook de grootte en locatie van de sluis een rol speelt. De provincie Fryslân is betrokken bij die planvorming, 26 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

maar binnen de programmalijn Grenzeloos varen zijn voor de aanpassing van de sluis geen middelen gereserveerd. 3.1.3 Oplossen resterende knelpunten in vaarnetwerk De projecten: Brug Jirnsumersyl Brug Sylroede te Lemmer Brug Skarster Rien in de A6 Algemeen Er rest binnen Het Friese Merenproject nog één knelpunt, de brug in Jirnsum. Brug Jirnsumersyl Samen met een kerngroep uit het dorp is een ontwerp uitgewerkt voor een nieuwe brug met een doorvaarthoogte van 2,5 meter. Daar wordt een herinrichting van de weg tussen de brug en het kruispunt bij de twee gemeenten aangekoppeld. Brug Sylroede te Lemmer Aquaduct in de Sylroede te Lemmer is nog wel een wens maar geen onderdeel meer van Het Friese Merenprogramma. Een eventueel aquaduct wordt meegenomen in de planvorming rond de ontsluiting van Lemmer. Brug Skarster Rien in de A6 Provincie streeft naar vervanging door een aquaduct in combinatie met de aanleg van het nieuwe knooppunt A6/A7 bij Joure. Het Rijk had geld ter beschikking gesteld, maar heeft die toezegging ingetrokken. De realisatie van de knoop A6/A7 wordt gecombineerd met het uitbaggeren van de Langwarder Wielen. Overige projecten Revitalisering Lauwersmeer De revitalisering van de aanlegvoorzieningen Lauwersmeer is afgerond. Oosterpoortsbrug Het beweegbaar maken van de Oosterpoortsbrug gaat niet door. 3.1.4 Afschaffen van bruggeld en pauzes brug- en sluisbediening De provincie gaat de meeste bruggen op afstand bedienen. De sluizen blijven plaatselijk bediend. Er worden op de sluizen meer stewards ingezet. Aansluitend op een onderzoek naar de bedrijfsvoering van de provinciale brug- en sluisbediening wordt onderzocht in hoeverre het mogelijk is de bedieningstijden te verruimen en het klompgeld af te schaffen door gemeentelijke bruggen aan te laten haken bij de provinciale bedieningsorganisatie. Samen met gemeenten zal gekeken worden naar de mogelijkheid van verbetering van de gastvrijheid door het zoeken van samenwerkingsvormen voor de bediening en de ontvangst van de watersporters in de watersportkernen. Tussentijdse evaluatie 2013 27

3.1.5 Wegwerken achterstallig baggeronderhoud a. In provinciale vaarwegen b. In gemeentelijke vaarwegen Algemeen Gemeentelijke opgave De subsidieregeling gemeentelijk baggeren is stopgezet. Het resterend budget wordt ingezet in de planmatige werkwijze met prioritaire gemeenten (Boarnsterhim, SWF en FM). Naast de uitvoering van een aantal gemeentelijke baggerprojecten op basis van de provinciale subsidieregeling versnelling onderhoudsbaggeren, voeren wij de eerder aangekondigde nieuwe werkwijze uit, door vanuit de provincie meer regie te nemen om de baggerachterstand in de prioritaire gemeenten weg te werken. Wij nemen het initiatief om samen met die gemeenten te komen tot een integrale aanpak, samenwerking en gezamenlijke financiering. In dit kader is met de gemeente Boarsterhim inmiddels een uitvoeringsovereenkomst afgesloten. De baggeropgave Boarnsterhim is. Onderdeel van dit programma is de baggeropgave in de alde feanen. Voor dit project is aanvullende financiering gevonden in de vorm van Life+subsidie (Europese middelen). Met de gemeente Súdwest Fryslân wordt op dezelfde wijze het baggerwerk opgepakt. Hier is een uitvoeringsprogramma in de maak, dat nog in 2013 bezegeld zal worden met een uitvoeringsovereenkomst. De opgave in de nieuwe gemeente Friese Meren is beperkt. Zoals het er nu uitziet gaat deze gemeente geen gebruik maken van de voorgestelde planmatige gezamenlijke aanpak. Dan kiest deze gemeente voor een afkoop van de restopgave in het kader van de overdracht vaarwegbeheer. Overdracht vaarwegbeheer in kader van de waterwet Als uitvloeisel van de waterwet wordt momenteel gewerkt aan de overdracht van het vaarwegbeheer. Provinciale Staten hebben besloten dat het vaarwegbeheer een taak wordt van de provincie (voor de grotere vaarwegen) en het waterschap (voor de kleinere E en F vaarwegen). De gemeenten dragen het vaarwegbeheer dus over. Voorwaarde is dat de eventuele resterende baggeropgave wordt afgekocht of op korte termijn wordt weggewerkt. Op deze manier hebben we de garantie dat de doelstelling van het Friese Merenproject wordt gehaald: alle gemeentelijke vaarwegen op diepte. Dit is haalbaar en betaalbaar, dankzij de grote inspanningen van het Friese Merenproject afgelopen jaren (aanjagen en subsidiëren). Hierdoor is de restopgave relatief beperkt. Provinciale opgave Er is de afgelopen jaren veel gebaggerd in de provinciale vaarwegen. De kleiroute is op diepte gebracht, de Dokkumer Ee en de Feinsumerfeart (onderdeel Noordelijke Elfstedenroute). Gebleken is dat de te baggeren hoeveelheden in de Dokkumer Ee kleiner is dan eerst ingeschat. Hierdoor kan met het beschikbare budget baggerwerk op de Turfroute en het Dokkumer Grootdiep versneld in voorbereiding worden genomen. Uitvoering van de Turfroute en het Dokkumer Grootdiep zal evenwel grotendeel in 2013 plaatsvinden. 28 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Figuur 3.1: stand van zaken onderhoudsbaggeren (Bron: provincie Fryslân) De Langwarder Wielen zullen worden gebaggerd volgens het principe It Nije Ferdjipjen. Er wordt eerst dieper zand gewonnen dan noodzakelijk voor de scheepvaart. Alle niet bruikbaar materiaal dat ook gebaggerd moet worden wordt vervolgens achtergelaten in die overdiepte, zodat er per saldo alleen maar bruikbaar zand vrijkomt. Het merendeel van dat vrijkomende zand zal worden ingezet voor de knoop A6-A7 bij Joure. Daarvoor met een zwaar vergunningentraject en een MER-procedure worden doorlopen. Verwacht wordt dat het jaar 2013 daar grotendeels nog voor nodig is. In figuur 3.1 is te zien dat het provinciale vaarwegen nagenoeg op diepte zijn, en dus de doelstelling voor het Friese Merenproject nagenoeg gehaald is. De restopgave wordt gerealiseerd voor eind 2015. 3.1.6 Stagnerende projecten Binnen de programmalijn vragen de volgende stagnerende projecten bijzondere aandacht: Turfroute profielverruiming Gemeentelijk baggerwerk Opwaardering Luts fase 2 Polderhoofdkanaal Tussentijdse evaluatie 2013 29

30 Het Friese Merenproject, uitvoeringsprogramma 2011-2015

Turfroute profielverruiming De totale projectkosten van de opwaardering Van de Turfroute naar Dm-klasse / bedraagt circa 11 mln. Medefinanciering door met name Opsterland en Ooststellingwerf komt moeilijk van de grond door ontbrekende middelen op de gemeentelijke begrotingen. In het uitvoeringsprogramma is 4,4 mln. gefinancierd. Er moet nog voor een bedrag van ca. 6,6 mln. dekking gevonden worden. Hiervan wordt naar verwachting ca. 1 mln. door het provinciale baggerbudget gedekt. Naar aanleiding van het bestuurlijk overleg van 1 juli 2013 dient van de 5,6 mln. ca. 3,6 mln. door gemeenten gedekt te worden. De gemeenten staan voor deze bijdrage maar hebben de provincie gevraagd om een betalingsregeling overeen te komen aangezien een investering in één keer niet reëel geacht wordt. Eigendom en beheer rond de Turfroute moeten voor de toekomst worden geborgd. Het bestaande onderhoudsconvenant tussen provincie en gemeenten dient afgehecht te worden. De provincie is op dit moment met het Wetterskip Fryslân in gesprek over de integrale aanpak van het gedeelte Tjonger (sluis 1 tot sluis 3). Door de integrale aanpak kan een aanzienlijke besparing op de investering gerealiseerd worden. Op kosten van de provincie is gestart met de uitvoering van het gedeelte Appelscha- Oosterwolde om verdere vertraging te voorkomen. Gemeentelijke bestuurders zullen duidelijk moeten maken in hoeverre men financieel wil bijdragen en met voorstellen naar de gemeenteraden zullen komen. Een mogelijkheid van de provincie om haar eigen resterende opgave te dekken is het vrijmaken van provinciale onderhoudsmiddelen. Opwaardering Luts Fase 2 De gemeente Gaasterlân-Sleat heeft oorspronkelijk een plan gepresenteerd voor het Lutscomplex van ca. 5,5 mln. Bij de verdere planuitwerking is het gelukt financiering ( 3 mln.) rond te krijgen voor Lutscomplex Fase 1, dat nu is. Bij geen van de deelnemers is nu nog geld gereserveerd voor fase 2. Het project is niet gestart. Op dit moment is alle aandacht gericht op uitvoering van Fase 1. De kosten voor fase 2 zijn geraamd op ca. 2,5 mln. In de huidige opzet komen deze geheel voor rekening van de gemeente. De gemeente Gaasterlân-Sleat zal niet in staat zijn om de aanvullende middelen voor fase 2 te genereren. Binnen Het Friese Merenproject zijn er ook geen middelen voor gereserveerd. Als de nieuwe gemeente Friese Meren een andere afweging maakt en nog wel geld in fase 2 wil steken, ontstaat er een nieuwe situatie. Vooralsnog is daar geen zicht op. Gemeentelijk Baggerwerk De gemeenten zijn terughoudend met het opwaarderen van vaarwegen (conform PVVP streefbeeld) en het baggeren bij aanlegvoorzieningen. Men is met name huiverig voor noodzakelijke investeringen in walbeschoeiingen als gevolg van verdieping. Mede door beperkte middelen en budgetten heeft dit bij de meeste gemeenten geen prioriteit. Voor het baggerwerk geldt een regeling waarbij de zogenaamde prioritaire gemeenten een bijdrage van 50% in de baggerkosten kunnen krijgen. Voor investeringen in walbeschoeiing staat de gemeente zelf aan de lat en dit werpt voor gemeenten een drempel op te kiezen voor opwaardering. De oplossingsrichting zit in het wegnemen van genoemde belemmering. Als oplossing kan gedacht worden aan een regeling die Tussentijdse evaluatie 2013 31