211-217 Huishoudens in Leiden gezinnen met thuiswonende kinderen paren en overige huishoudens eenpersoons huishoudens 15-29 3-44 45-64 65+ Leidse huishoudens in 217, naar leeftijd van het hoofd van het huishouden (referentiepersoon)
Huishoudens in Leiden 211-217 Achtergrondinformatie Bron van de gegevens: CBS huishoudensstatistiek Vanaf 211 gebruikt het CBS meerdere bronnen voor haar huishoudensstatistieken. Inmiddels zijn van zeven peildata (1 januari 211 tot en met 217) cijfers volgens deze verbeterde methode bekend. Aanleiding om eens te kijken hoe in die relatief korte periode de ontwikkeling is van huishoudens in Leiden wat betreft aantal en kenmerken. Begrippen en indelingen In deze publicatie gaat het over particuliere huishoudens, dat zijn huishoudens buiten instellingen zoals bij voorbeeld jeugdopvanghuizen, verpleeghuizen. De officiële definitie van het CBS: Een particulier huishouden bestaat uit één of meer personen die samen een woonruimte bewonen en zichzelf nietbedrijfsmatig voorzien van de dagelijkse behoeften. CBS maakt onderscheid tussen: 1) eenpersoonshuishoudens ofwel alleenstaanden 2) meerpersoonshuishoudens zonder kinderen: paren en overige huishoudens 3) meerpersoonshuishoudens met kinderen: ofwel gezinnen met thuiswonende kinderen De kinderen in de derde categorie kunnen minder- of meerderjarig zijn. Verder vallen zowel eenouder- als tweeoudergezinnen in deze categorie. In deze publicatie worden voor de leesbaarheid voor deze driedeling óók de volgende termen gebruikt: 1) alleenstaanden - 2) paren (en overige) en 3) gezinnen (met thuiswonende kinderen). Naast het onderscheid in samenstelling van het huishouden geeft het CBS cijfers per leeftijd*. Deze publicatie vat de leeftijden samen in: 1) 15 t/m 29 jaar 2) 3 t/m 44 jaar 3) 45 t/m 64 jaar 4) 65+ * het gaat om de leeftijd van de door het CBS vastgestelde referentiepersoon: - bij alleenstaanden: de leeftijd van de persoon zelf - bij eenoudergezinnen: de leeftijd van de ouder - bij paren van ongelijk geslacht: de leeftijd van de man - bij paren van gelijk geslacht: de leeftijd van de oudste Meer info over de huishoudensstatistiek van het CBS: korte onderzoeksbeschrijving huishoudensstatistiek 2 Huishoudens in Leiden 211-217
Huishoudens in Leiden 211-217 Samenvatting Het aantal huishoudens in Leiden steeg van 62,1 duizend in 211 tot 67,8 duizend in 217. Het aantal eenpersoonshuishoudens steeg het meest van 32,2 tot 36,8 duizend (+4,6 duizend). Ook het aantal paren zonder kinderen steeg, van 14,5 naar 15,4 duizend (+,9 duizend). Het aantal gezinnen met thuiswonende kinderen steeg het minst, van 15,4 naar 15,5 duizend (+,1 duizend). Het aantal eenpersoonshuishoudens stijgt in Nederland al jaren. In Leiden is dat relatief nog meer het geval dan in Nederland als geheel. In 217 is 54% van alle huishoudens in Leiden een eenpersoonshuishouden, zes jaar eerder was dat nog 52%. Landelijk is 38% een eenpersoonshuishoudens. Door de toename van het aantal alleenstaanden bestaat een gemiddeld Leids huishouden in 217 uit 1,82 personen, dat was 1,9 in 211. De stijging van het aantal alleenstaanden in Leiden vond vooral plaats in de jongste en in de oudste leeftijdsgroep: het aantal alleenstaanden onder de dertig groeide het meest, van 13,4 naar 16,7 duizend. Dit zijn voor een groot deel Leidenaren die nog maar kort in de stad wonen omdat ze hier zijn komen studeren. Ook in de oudste leeftijdsgroep alleenstaanden was er een grote toename, in 211 waren er 5,4 duizend alleenstaande 65-plussers, zes jaar later 6,4 duizend. Het merendeel in deze leeftijdsgroep is vrouw. Leiden heeft relatief meer eenpersoonshuishoudens dan landelijk, (dus) relatief minder van de overige soorten: In 217 is in Leiden 54% van de huishoudens een huishouden van alleenstaanden, 23% een huishouden van meer personen zonder kinderen en 23% een huishouden van (een- of tweeouder)gezinnen met thuiswonende kinderen. Landelijk zijn die cijfers: 38% huishoudens van alleenstaanden - 29% meerpersoons zonder kinderen en 33% gezinnen met thuiswonende kinderen. Huishoudens in Leiden 211-217 3
Huishoudens in Leiden - ontwikkeling 211-217 Op deze bladzijde gaat het over de ontwikkeling van alle Leidse huishoudens en van: Huishoudens van alleenstaanden, van meer personen zonder kinderen en van gezinnen Het aantal particuliere huishoudens in Leiden steeg van 62,1 duizend in 211 tot 67,8 duizend in 217. Dat is een stijging met 5,7 duizend huishoudens (+9%). Er zijn grote verschillen in de ontwikkeling van de verschillende typen huishoudens. Het aantal huishoudens van alleenstaanden steeg het meest van 32,2 tot 36,8 duizend (+4,6 duizend, ofwel +14%). Ook meerpersoonshuishoudens zonder kinderen steeg, van 14,5 naar 15,4 duizend (+,9 duizend, ofwel +6%). Het aantal gezinnen steeg het minst, van 15,4 naar 15,5 duizend (+,1 duizend, ofwel +1%). Anno 217 bestaat 54% van de huishoudens (was 52%). Meer huishoudens van alleenstaanden, dat betekent ook gemiddeld minder personen per huishouden. In 211 bestond een Leids huishouden uit gemiddeld 1,9 personen, in 217 is dat gedaald naar 1,82 personen. Ontwikkeling een- en meerpersoons huishoudens (aantallen * duizend) 6 62,1 63, 15,4 15,4 64,3 65,1 66, 66,8 67,8 15,4 15,4 15,5 15,5 15,5 4 2 14,5 14,5 14,8 15,1 15,1 15,2 15,4 32,2 33,1 34,1 34,5 35,5 36,1 36,8 gezinnen met thuiswonende kinderen paren en overige huishoudens alleenstaanden 211 212 213 214 215 216 217 Ontwikkeling aantal huishoudens vanaf 211 (aantallen * duizend, cumulatief) Totaal +,9 +2,2 +3, +3,9 +4,7 +5,7 meerpers met kind +,1 +, +,1 +,1 +,1 +,1 meerpers zonder k., +,3 +,6 +,5 +,7 +,9 eenpersoons +,9 +1,9 +2,3 +3,3 +3,9 +4,6 Ontwikkeling aantal huishoudens vanaf 211 (percentueel, cumulatief) Totaal +2% +4% +5% +6% +8% +9% meerpers met kind +% +% +% +1% +1% +1% meerpers zonder k. % +2% +4% +4% +5% +6% eenpersoons +3% +6% +7% +1% +12% +14% 4 Huishoudens in Leiden 211-217
Eenpersoonshuishoudens in Leiden 211-217 Op deze bladzijde gaat het over de ontwikkeling van huishoudens van alleenstaanden Er wordt gekeken naar verschillende leeftijdgroepen van de bewoner: 15-29, 3-44, 45-64 en 65+. Anno 217 is 54% van de particuliere huishoudens in Leiden een huishouden van een alleenstaande. Hun aantal steeg de afgelopen zes jaar van 32,2 tot 36,8 duizend (+4,6 duizend, ofwel +14%). Verreweg het grootste deel van de stijging komt door de toename van het aantal eenpersoonshuishoudens van 15- tot en met 29-jarigen (van 13,4 naar 16,7 duizend = +24%). Hun aantal steeg voor een groot deel door de vele studentenwoningen die de afgelopen jaren zijn opgeleverd, een kwart van alle 67,8 duizend huishoudens is nu een eenpersoonshuishouden van iemand onder de dertig. Het aantal eenpersoonshuishoudens van 3- t/m 44-jarigen daalde juist (-3%). In de oudere leeftijdsgroepen is er weer een stijging, in de groep van 45 t/m 64 jaar van +,6 duizend eenpersoonshuishoudens (+8%). De stijging van eenpersoonshuishoudens van 65-plussers (van 5,4 naar 6,4 duizend = +19%) is voor het grootste deel het gevolg van de vergrijzing die nog niet op zijn hoogtepunt is. Ontwikkeling eenpersoons huishoudens naar leeftijd (aantallen * duizend) 3 32,2 5,4 33,1 5,6 34,1 34,5 5,8 5,9 35,5 36,1 36,8 6, 6,1 6,4 2 1 6,7 6,7 6,8 6,9 7, 7,1 7,3 6,6 6,5 6,4 6,5 6,5 6,7 6,8 15, 15,3 16,1 16,3 16,7 13,4 14, 211 212 213 214 215 216 217 1p 65+ 1p 45-64 1p 3-44 1p 15-29 Ontwikkeling aantal eenpersoonshuishoudens vanaf 211 (aantallen * duizend, cumulatief) Totaal +,9 +1,9 +2,3 +3,3 +3,9 +4,6 65+ +,2 +,4 +,5 +,6 +,8 +1, 45-64, +,1 +,2 +,3 +,4 +,6 3-44 +,1 -,1 -,2 -,3 -,2 -,2 15-29 +,6 +1,5 +1,8 +2,7 +2,9 +3,3 Ontwikkeling aantal eenpersoonshuishoudens vanaf 211 (percentueel, cumulatief) Totaal +3% +6% +7% +1% +12% +14% 65+ +4% +8% +9% +12% +15% +19% 45-64 % +1% +2% +4% +6% +8% 3-44 +1% -2% -2% -4% -3% -3% 15-29 +4% +11% +14% +2% +21% +24% Deze grafiek heeft een andere schaal dan de grafieken over meerpersoonshuishouden Huishoudens in Leiden 211-217 5
Eenpersoonshuishoudens 15- t/m 29-jarigen in Leiden 211-217 Op deze bladzijde gaat het over de ontwikkeling van alleenstaanden tussen de 25 en 29 Er wordt gekeken naar: mannen-vrouwen van die leeftijd Het aantal alleenstaande Leidenaren van 15 t/m 29 nam van 211 tot 217 toe van 13,4 naar 16,7 duizend (+24%). Een kwart van alle huishoudens in Leiden bestaat nu uit alleenstaanden in deze leeftijd. In deze groep zitten veel studenten, die hier steeds vaker woonruimte vinden. In 217 gaat het om 7,3 duizend mannen (44%) en 9,4 duizend vrouwen (56%). Uit de Leidse wijkenquête 217 blijkt dat alleenstaanden vaker eenzaam zijn dan leeftijdgenoten die met één of meer anderen een huishouden vormen. Verder blijkt dat jongvolwassenen minder binding hebben met hun buurt. Ontwikkeling alleenstaanden 15 t/m 29 jaar (aantallen * duizend) 15 13,4 14, 15, 15,3 16,1 16,3 16,7 1 5 7,5 7,9 5,9 6,1 8,4 8,6 9,1 9,1 9,4 6,6 6,7 7, 7,2 7,3 211 212 213 214 215 216 217 vrouw 15-29 man 15-29 Ontwikkeling aantal eenpersoonshuishoudens vanaf 211 (aantallen * duizend, cumulatief) Totaal 15-29 +,6 +1,5 +1,8 +2,7 +2,9 +3,3 man +,4 +,9 +1,1 +1,6 +1,6 +1,9 vrouw +,2 +,6 +,7 +1, +1,3 +1,4 Ontwikkeling aantal eenpersoonshuishoudens vanaf 211 (percentueel, cumulatief) Totaal 15-29 +4% +11% +14% +2% +21% +24% man +5% +12% +15% +22% +22% +26% vrouw +3% +1% +12% +17% +21% +23% 6 Huishoudens in Leiden 211-217
Eenpersoonshuishoudens 3- t/m 44-jarigen in Leiden 211-217 Op deze bladzijde gaat het over de ontwikkeling van alleenstaanden tussen de 3 en 44 Er wordt gekeken naar: mannen-vrouwen van die leeftijd Het aantal alleenstaande Leidenaren van 3 t/m 44 nam van 211 tot 217 af van 6,7 naar 6,5 duizend (-3%). Van deze groep alleenstaanden gaat het in 217 om 3,9 duizend mannen (61%) en 2,5 duizend vrouwen (39%). Ontwikkeling alleenstaanden 3 t/m 44 jaar (aantallen * duizend) 8 6,7 6,8 6,6 6,5 6,4 6,5 6,5 6 4 2,6 2,6 2,6 2,6 2,6 2,5 2,5 4,1 4,1 4, 3,9 3,9 4, 3,9 2 211 212 213 214 215 216 217 vrouw 3-44 man 3-44 Ontwikkeling aantal eenpersoons huishoudens vanaf 211 (aantallen * duizend, cumulatief) Totaal 3-44 +,1 -,1 -,2 -,3 -,2 -,2 man +, -, -, -,1 -,1 -,1 vrouw +, -,1 -,1 -,2 -,1 -,1 Ontwikkeling aantal eenpersoons huishoudens vanaf 211 (percentueel, cumulatief) Totaal 3-44 +1% -2% -2% -4% -3% -3% man +1% -2% -1% -2% -3% -3% vrouw +1% -2% -3% -5% -3% -3% Huishoudens in Leiden 211-217 7
Eenpersoonshuishoudens 45- t/m 64-jarigen in Leiden 211-217 Op deze bladzijde gaat het over de ontwikkeling van alleenstaanden tussen de 45 en 64 Er wordt gekeken naar: mannen-vrouwen van die leeftijd Het aantal alleenstaande Leidenaren van 3 t/m 44 nam van 211 tot 217 toe van 6,7 naar 7,3 duizend (+8%). Van deze groep alleenstaanden gaat het in 217 om 3,9 duizend mannen (54%) en 3,3 duizend vrouwen (46%). Ontwikkeling alleenstaanden 45 t/m 64 jaar (aantallen * duizend) 8 6,7 6,7 6,8 6,9 7, 7,1 7,3 6 4 3,1 3,1 3,1 3,1 3,2 3,3 3,3 3,6 3,6 3,6 3,7 3,8 3,8 3,9 2 211 212 213 214 215 216 217 vrouw 45-64 man 45-64 Ontwikkeling aantal eenpersoons huishoudens vanaf 211 (aantallen * duizend, cumulatief) Totaal 45-64, +,1 +,2 +,3 +,4 +,6 man -, +, -, +,1 +,2 +,2 vrouw +, +,1 +,2 +,2 +,3 +,4 Ontwikkeling aantal eenpersoons huishoudens vanaf 211 (percentueel, cumulatief) Totaal 45-64 % +1% +2% +4% +6% +8% man -% +% -% +2% +5% +7% vrouw +% +2% +4% +6% +8% +1% 8 Huishoudens in Leiden 211-217
Eenpersoonshuishoudens van 65-plussers in Leiden 211-217 Op deze bladzijde gaat het over de ontwikkeling van huishoudens van alleenstaande 65-plussers Er wordt gekeken naar: mannen-vrouwen en 65-74 / 75+ Het aantal alleenstaande Leidse 65-plussers nam van 211 tot 217 toe van 5,4 naar 6,4 duizend (+19%). Er zijn ongeveer twee keer zoveel vrouwen als mannen in deze groep (in 217 resp. 4,3 en 2,1 duizend). Vrouwen zijn dan ook nog ouder dan mannen (2,4 duizend vrouwen en,8 duizend mannen zijn 75+). Volgens inkomenscijfers van het CBS is armoede onder alleenstaande 65-plussers hoog: in 214 had 25% van de mannen van 65 of ouder een inkomen onder de 12% van het wettelijk sociaal minimum, voor vrouwelijke alleenstaanden van die leeftijd geldt dat zelfs voor 38%. Uit de Leidse Wijkenquete 217 blijkt dat ook alleenstaanden van deze leeftijd vaker eenzaam zijn dan hun leeftijdgenoten die nog wel een partner hebben. Ontwikkeling alleenstaande 65-plussers (aantallen * duizend) 8 6 5,4 5,6 5,8 5,9 6, 6,1 6,4 4 2 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4 2,4,7,7,7,7,8,8,8 1,5 1,6 1,7 1,7 1,8 1,8 1,9,8,9 1, 1, 1,1 1,2 1,3 211 212 213 214 215 216 217 vrouw 75+ man 75+ vrouw 65-74 man 65-74 Ontwikkeling alleenstaande 65-plussers vanaf 211 (aantallen * duizend, cumulatief) Totaal +,2 +,4 +,5 +,6 +,8 +1, vrouw 75+ -, +, +, +, -, +, man 75+ +, +, +, +,1 +,1 +,1 vrouw 65-74 +,1 +,2 +,2 +,3 +,3 +,4 man 65-74 +,1 +,2 +,2 +,3 +,4 +,5 Ontwikkeling alleenstaande 65-plussers vanaf 211 (percentueel, cumulatief) Totaal +4% +8% +9% +12% +15% +19% vrouw 75+ -% +% +1% +1% -1% +1% man 75+ +3% +2% +3% +1% +16% +2% vrouw 65-74 +6% +11% +15% +17% +21% +25% man 65-74 +13% +26% +3% +35% +48% +59% Huishoudens in Leiden 211-217 9
Meerpersoonshuishoudens zonder kinderen in Leiden 211-217 Op deze bladzijde gaat het over de ontwikkeling van de meerpersoonshuishoudens zonder kinderen. Er wordt gekeken naar verschillende leeftijdgroepen*: 15-29, 3-44, 45-64 en 65+. * van referentiepersoon, zie "achtergrondinformatie" Het aantal meerpersoonshuishoudens zonder kinderen steeg de afgelopen zes jaar van 14,5 naar 15,4 duizend (+6%). Dit aantal steeg het meest in de leeftijdsgroep van 65+: van 4,2 naar 5,4 duizend (+29%). Ook in de leeftijdsgroep van 15 t/m 29 steeg het aantal meerpersoonshuishoudens zonder kinderen in deze periode, van 2,4 naar 3, duizend (+27%). Het aantal paren zonder kinderen in de leeftijd van 3 t/m 64 nam juist af, in totaal met zo'n duizend huishoudens. Ontwikkeling meerpersoonshuishoudens zonder kinderen naar leeftijd (aantallen * duizend) 15 14,5 14,5 14,8 15,1 15,1 15,2 15,4 1 4,2 4,5 4,7 4,9 5,1 5,2 5,4 5 5, 4,8 4,7 4,7 4,5 4,5 4,3 3, 2,8 2,9 2,9 2,8 2,7 2,7 2,4 2,4 2,5 2,7 2,7 2,9 3, 211 212 213 214 215 216 217 mp 65+ mp 45-64 mp 3-44 mp 15-29 Ontwikkeling aantal meerpersoonshuishoudens zonder kinderen vanaf 211 (aantallen * duizend, cumulatief) Totaal, +,3 +,6 +,5 +,7 +,9 65+ +,3 +,6 +,8 +,9 +1, +1,2 45-64 -,2 -,3 -,3 -,5 -,5 -,7 3-44 -,2 -,1 -,1 -,2 -,3 -,3 15-29 +, +,1 +,3 +,3 +,5 +,6 Ontwikkeling aantal meerpersoonshuishoudens zonder kinderen vanaf 211 (percentueel, cumulatief) Totaal % +2% +4% +4% +5% +6% 65+ +8% +14% +18% +23% +25% +29% 45-64 -4% -5% -7% -1% -1% -13% 3-44 -6% -5% -4% -8% -9% -9% 15-29 +1% +6% +14% +14% +2% +27% 1 Huishoudens in Leiden 211-217
Gezinnen met thuiswonende kinderen in Leiden 211-217 Hier gaat het over de ontwikkeling van het aantal gezinnen met thuiswonende kinderen. Er wordt gekeken naar verschillende leeftijdgroepen*: 15-29, 3-44, 45-64 en 65+. * van referentiepersoon, zie "achtergrondinformatie" Het aantal gezinnen met thuiswonende kinderen bleef de afgelopen zes jaar ongeveer gelijk (van 15,4 naar 15,5 duizend = +1%). Wel verschilt de ontwikkeling tussen 211 en 217 van de leeftijdsgroepen: Het aantal van deze huishoudens met leeftijd van de referentiebewoner tussen 3-44 nam áf (van 6,7 naar 6,1 duizend = -9%), in de leeftijdsgroep daarboven (4-54) nam het aantal huishouden juist tóe (van 7,4 nar 8, duizend = +8%). Er zijn in 217 dus minder jonge en meer oude gezinnen dan in 211. Het aantal huishoudens van 15- t/m 29-jarigen met één of meer kinderen schommelt de afgelopen zes jaar rond de zeshonderd. Het aantal gezinnen van 65-plussers met nog thuiswonende (volwassen) kind(eren) is in absolute aantallen licht gestegen (van ruim zeshonderd tot net onder de achthonderd) percentueel gaat het om een stijging van 25%. Ontwikkeling aantal gezinnen met thuiswonende kinderen (aantallen * duizend) 15 15,4 15,4 15,4 15,4 15,5 15,5 15,5,6,7,7,7,7,8,8 1 7,4 7,5 7,5 7,6 7,8 7,9 8, 5 gezin+k 65+ 6,7 6,7 6,5 6,5 6,3 6,2 6,1,6,6,6,6,6,6,6 211 212 213 214 215 216 217 gezin+k 45-64 gezin+k 3-44 gezin+k 15-29 Ontwikkeling aantal gezinnen met thuiswonende kinderen vanaf 211 (aantallen * duizend, cumulatief) Totaal +,1 +, +,1 +,1 +,1 +,1 65+ +, +, +,1 +,1 +,1 +,2 45-64 +,1 +,1 +,2 +,4 +,5 +,6 3-44 -, -,1 -,2 -,4 -,5 -,6 15-29 -, -, -, -, -, -, Ontwikkeling aantal gezinnen met thuiswonende kinderen vanaf 211 (percentueel, cumulatief) Totaal +% +% +% +1% +1% +1% 65+ +5% +6% +12% +15% +18% +25% 45-64 +1% +2% +3% +5% +6% +8% 3-44 -% -2% -3% -5% -7% -9% 15-29 -3% -% -1% -3% -4% -8% Huishoudens in Leiden 211-217 11
Huishoudens in Leiden en Nederland vergeleken 217 Leiden heeft een zeer karakteristieke mix van de verschillende soorten huishoudens Hier staat een vergelijking met de landelijke cijfers In 217 is in Leiden 54% van de huishoudens een huishouden van alleenstaanden, 23% een huishouden van meer personen zonder kinderen en 23% een huishouden van (een- of tweeouder)gezinnen met thuiswonende kinderen. Landelijk zijn die cijfers: 38% huishoudens van alleenstaanden - 29% meerpersoons zonder kinderen en 33% gezinnen met thuiswonende kinderen. Een combinatie met de leeftijd van de referentiepersoon in het huishouden laat zien dat er daar ook grote verschillen zijn. Zo bestaat in Leiden een kwart van alle huishoudens uit alleenstaanden onder de dertig, landelijk is dit percentage maar 8%. En zo is landelijk ongeveer een zesde (17%) een gezin met kinderen waarvan de referentiepersoon tussen de 45 en 64 is, in Leiden is dat ongeveer een achtste (12%). Huishoudens naar soort en leeftijd referentiepersoon in Leiden en Nederland (%) 217 Leiden Nederland 25% 2% 15% 1% 5% Aantal meerpersoons huishoudens met kinderen Totaal ###### ###### ###### ###### ###### ###### ###### 65+ ###### ###### ###### ###### ###### ###### ###### 45-64 % ###### ###### ###### ###### ###### ###### ###### 3-44 ###### 15-29 3-44,1 45-64,1 65+ 15-29 3-44 45-64,1 65+,1 15-29, 3-44, 15-29 ######,2,1,1,1,, 45-64 65+ huishoudens paren en overige huish. gezinnen met alleenstaanden zonder kinderen thuiswonende kinderen Leiden 25% 1% 11% 9% 4% 4% 6% 8% 1% 9% 12% 1% Nederland 8% 7% 11% 12% 3% 3% 1% 13% 1% 13% 17% 2% 12 Huishoudens in Leiden 211-217