Samenvatting Maatschappijleer Paragraaf 1 t/m 7

Vergelijkbare documenten
Paragraaf 1: Democratie

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

8.1. Samenvatting door een scholier 2700 woorden 6 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie par. 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Paragraaf 1: Wat is politiek?

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par 2 T/M 5

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

- M A A T S C H A P P I J L E E R - Hoofdstuk 2: Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

6,5. Samenvatting door een scholier 3346 woorden 16 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie paragraaf 1 t/m 9

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

NL: Parlementaire democratie met constitutionele vorst.

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Parlementaire democratie!

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting door R woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer PAR.1

Binnen landen met een representatieve democratie maken wij ook weer onderscheid:

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

7,9. Samenvatting door een scholier 2095 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

7,6. Samenvatting door F woorden 2 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Ofwel: parlementaire democratie omdat parlement belangrijkste beslissingen neemt.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie (H2)

Maatschappijleer par. 1!

Boekverslag door W woorden 19 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 3 Parlementaire Democratie

6,1. Politiek: het omzetten van verlangens, eisen en wensen vanuit de samenleving in bindende besluiten. Een

Hoofdstuk 3: parlementaire democratie

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

Samenvatting door een scholier 2452 woorden 13 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Inhoud.

1. Politiek, staat en dictatuur

Maatschappijleer Parlementaire democratie. 1 wat is politiek

5.6. Samenvatting door Milou 4055 woorden 18 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3: parlementaire democratie

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Vanaf 18 jaar heeft iedereen kiesrecht. Iedereen mag een politieke partij oprichten, vrijheid van meningsuiting

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Begrippenlijst Maatschappijleer, Parlementaire democratie ( werkboek blz: 68 t/m107)

6,9. Samenvatting door een scholier 2567 woorden 24 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke Besluitvorming

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

De drie machten wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht niet van elkaar gescheiden zijn, maar in handen van een kleine groep mensen.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Begrippenlijst Maatschappijleer Parlementaire democratie

6.7. Boekverslag door P woorden 6 juli keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 2 Politieke stromingen en partijen.

Paragraaf 1: Democratie

Eindexamen maatschappijleer havo 2006-I

Samenvatting Maatschappijleer Module 2, hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

1Nederland als democratie

Bij een maatschappelijk probleem zijn altijd meerdere personen betrokken. Bij een maatschappelijk probleem gaat het dus altijd om een probleem:

Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 politiek

8,8. Samenvatting door E woorden 10 september keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Wat is politiek?

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire samenleving

Verschillen van mening hangen samen met normen en waarden. Waarde>principe

Samenvatting Maatschappijleer 1 Wat is politiek?

Polderen voor beginners

2 keer beoordeeld 24 juni 2013

6,9. Samenvatting door een scholier 3365 woorden 15 september keer beoordeeld

Politieke Besluitvorming 1.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 1: Introductie, algemene staatsinrichting en verkiezingen

Verklarende woordenlijst

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Paragraaf 1 t/m 7 Samenvatting door een scholier 3970 woorden 11 maart 2008 7 13 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 1 Wat is politiek? Kenmerken van een dictatuur: beperking van de individuele vrijheid beperking van de politieke vrijheid veel overheidsgeweld geen onafhankelijke rechtspraak censuur autocratische dictatuur (1 leidersfiguur): - ze beloven democratie doel: kleine machtige elite beschermen in voormalige koloniën ontstond autocratie (Indonesië en Filipijnen) totalitaire dictatuur (macht uitgeoefend door een grote groep na een ideologische revolutie) weinig staatsgrepen beheerst het leven van het volk (in tegenstelling tot autocratie) indoctrinatie bijv. Nazi-Duitsland, Italië Theocratie: vorm van totalitaire dictatuur de godsdienst is verheven tot staatsideologie bijv. Sudan, Iran godsdienstelijke geschriften moeten streng worden nageleefd Kenmerken van een democratie: burgers hebben individuele vrijheid politieke grondrechten politie en leger hebben beperkte bevoegdheden er is sprake van machtsuitbreiding directe democratie (allemaal mee mogen praten bij het nemen van een besluit): - overblijfsel van de directe democratie is het referendum (volksstemming over een bepaald wetsvoorstel) indirecte democratie: het volk kiest de vertegenwoordigers die de belangrijkste beslissingen nemen Pagina 1 van 14

parlementair stelsel: de burgers kiezen de leden van het parlement. Landen met het parlement als orgaan hebben een niet gekozen staatshoofd. Het staatshoofd heeft een beperkte macht door de grondwet. Presidentieel stelsel (gekozen president): veel (VS) of weinig (Duitsland) macht ministers zijn verantwoordelijk aan de president om de macht van de president te beperken is er het ontbindingsrecht (het recht om het parlement te ontbinden) De president moet zijn plannen laten goedkeuren bij het parlement. Amerika heeft het vetorecht i.p.v. Ontbindingsrecht. Hier is de president ook bevelhebber van het leger. Kenmerken van de Nederlandse democratie: Boven de 18 heb je het recht om te kiezen of gekozen te worden. Iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten iedereen mag demonstreren eb zijn mening uiten. De leden van de Staten-Generaal worden gekozen door een geheime stemming De wetten worden vastgesteld door de regering en de Staten Generaal samen Hoe vrij is de wereld? (blz. 87) Vrije landen: vrij: 90% niet vrij: 45% gedeeltelijk vrij: 58% Vrije mensen: vrij: 3 miljard niet vrij: 1,1 miljard gedeeltelijk vrij: 2,4 miljard meest vrij: Europa (Rusland niet), Canada, VS, Uruguay, Australië, Chili vrij: Mexico, Brazilië, Argentinië, Peru, Mali, Zuid-Afrika, Mongolië, India, Indonesië, Japan gedeeltelijk vrij: Colombia, Bolivia, Turkije, Marokko, Afghanistan, Maleisië, Thailand niet vrij: Rusland, Iran, Irak, Saudi-Arabië, China, Pakistan, Algerije, Egypte etc. (zie boek) minst vrij: Turkmenistan, Oezbekistan, Sudan, Noord korea, Birma, Lybië, Cuba, Syrië 2 Politieke stromingen rol van de overheid 150 jaar geleden: nauwelijks bemoeienis met de arbeid og gezondheidszorg veel armoede grote inkomstverschillen vakbonden waren verboden door industrialisatie en urbanisatie begon de samenleving te veranderen. De eerste politieke partijen grepen terug op de 3 belangrijkste stromingen: liberalisme confessionalisme socialisme ideologie: een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de Pagina 2 van 14

samenleving ideologiën hebben duidelijke standpunten over: - normen en waarden die voor iedereen in de samenleving zouden moeten gelden (gaat vooral over de grenzen van politieke vrijheid) de gewenste sociaaleconomische verhoudingen van de samenleving (wat is de rechtvaardige verdeling van de welvaart?) de gewenste machtsverdeling in de samenleving 2 politieke indelingen zijn: - progressief conservatief progressief: - vooruitstrevend veranderingsgezind gericht op de toekomst politici benadrukken de gebreken in de samenleving en pleiten voor veranderingen conservatief: behoudend gericht op heden en verleden politici benadrukken vooral datgene wat ze al hebben bereikt ze hebben meer aandacht voor traditionele waarden en normen Bijv. niet willen dat Nederland een deel van zijn politieke macht afstaat aan de EU conservatieven willen soms oude regels die door moderne bepalingen zijn vervangen herstellen. Dat heet reactionair (achteruitstrevend) Nadeel van deze indeling: - meeste politici hebben zowel progressieve als conservatieve standpunten Politiek links en rechts (makkelijkere onderscheiding): wordt gebruikt voor de verschillende visies op de rol van de overheid bij sociaaleconomische verhoudingen. Links: Gelijkwaardigheid eerlijke verdeling van de inkomsten beschermen van de zwakkeren benadrukt de rol van de overheid op sociaal economisch terrein Sturende overheid om sociale gelijkheid tot stand te brengen PVDA, SP, Groenlinks Midden: Harmonie gespreide verantwoordelijkheid zorgzame samenleving benadrukt de verantwoordelijkheid van burgers onder elkaar Aanvullende rol van de overheid ter ondersteuning van particuliere organisaties CDA, D66 Rechts: Vrijheid persoonlijke vrijheid Pagina 3 van 14

economische vrijheid benadrukt de belangen van het individu en het bedrijfsleven Terughoudende overheid die orde en gezag handhaaft VVD, PVV polarisatie: tegenpolen, in dit geval: links en rechts. In de jaren 80 en 90 werden verschillen tussen links en rechts minder groot. Onderverdeling in politieke ideologieën: liberalisme socialisme christendemocratie liberalisme: vrijheid individuele verantwoordelijkheid tolerantie ontstond aan het einde van de 18e eeuw kregen steeds meer macht in de 19e eeuw vrijemarkteconomie is het beste voor het land. De overheid moet zich beperken tot kerntaken zoals defensie, onderwijs en de bescherming van de rechtstaat en de klassieke grondrechten. grootste liberale partij: VVD progressieve liberale partij: D66, PVV Socialisme: - vrijheid - gelijkheid - solidariteit - ontstond als reactie op de slechte werkomstandigheden in de 19e eeuw - doel: eind maken aan de armoede en ongelijkheid verdeling over hoe dat doel te bereiken: - communisten - sociaal democraten communisten: de macht overnemen door revolutie (bijv. Rusland) sociaal democraten: maatschappelijk verbeteringen bereiken langs de parlementaire weg Nu: Ze zijn niet tegen de vrijmarkteconomie, maar willen wel een eerlijke verdeling in kennis, inkomen en macht > verzorgingsstaat grootste sociaaldemocratische partij: PvdA (is meer naar het midden gegaan) Linksere partijen: Groenlinks, SP Confessionalisme: - God heeft een bedoeling met de wereld waarnaar de mensen zich moeten richten - Gaat uit van organische staatsopvatting (samenleving is vergelijkbaar met het menselijk lichaam) Nu: Belangrijke waarden: - rentmeesterschap Pagina 4 van 14

- solidariteit - harmonie - gespreide verantwoordelijkheid Rentmeesterschap: de mens heeft de taak gekregen van God om goed voor de aarde en het vruchtgebruik ervan te zorgen. Solidariteit: heeft te maken met naastenliefde en betekent dat mensen moeten zorgen voor de kwetsbaren in de samenleving. Gespreide verantwoordelijkheid: zie je terug in de visie van de zorgzame samenleving waarin mensen verantwoordelijk zijn voor elkaar. De overheid heeft een aanvullende rol en moet zo veel mogelijk overlaten aan het maatschappelijk middenveld (zoals welzijnsinstellingen en schoolbesturen. grootste christendemocratische middenpartij: CDA kleine conservatieve christelijke partij: SGP Links van het politiek midden: ChristenUnie Overige stromingen: - Fascisme - Ecologische stroming - Populisme Fascisme: - Gaat uit van ongelijkheid en kende veel aanhang in de eerste helft van de twintigste eeuw. - veel aanhang in: Duitsland, Italië, Spanje, Latijns-Amerika, Nederland (NSB) - individuen zijn in deze ideologie ondergeschikt aan het collectief, de natie. Nu: Rechts-extremistische groepen (vaak aangeduid als neonazi s) De ecologische stroming: - Economische waarden worden ondergeschikt gemaakt aan ecologische waarden. - de overheid moet een grote rol spelen omdat zij de belangen van het milieu kunnen waarborgen Het populisme: - meer een bepaalde stijl van politiek bedrijven dan een echte ideologie - grote aanhang in Europese landen. - Forza Italia (Silvia Berlusconi) - Front National (Jean-Marie le Pen) - Vlaamse Blok (Filip dewinter - Doel: Vox populi laten horen (de stem van het volk) - De meeste standpunten zijn rechts 3 Politieke partijen De verdeling van politieke partijen (een groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving): - one-issue partije (gaat over 1 aspect van de samenleving) - protestpartij (ontstaan uit onvrede met de bestaande politiek) functies van politieke partijen: - intergratie van ideeën - informatie Pagina 5 van 14

- participatie - de selectie van kandidaten Integratie van ideeën: De opvattingen van mensen bundelen tot één programma Informatie: via politieke partijen komen kiezers verschillende standpunten te weten (ook buiten de verkiezingstijd). Hierdoor worden ze gestimuleerd een eigen mening te vormen. Participatie: Door de vorige 2 functies proberen politieke partijen burgers te interesseren om zelf actief aan de politiek deel te nemen. De selectie van kandidaten: Er worden lijsten van politieke partijen gemaakt. Mensen die actief in de politiek zijn, kiezen of richten zelf een partij op. Groenlinks Links Progressief SP Links Progressief PVDA Links Progressief ChristenUnie Links Conservatief SGP Midden Conservatief CDA Midden Conservatief D66 Midden Progressief VVD Rechts Midden PVV Rechts Conservatief Leren Bladzijde 95!!! Pagina 6 van 14

4 Verkiezingen Er zijn verschillende niveau s om besluiten te nemen± - Rijk Provincie gemeente waterschappen (zorgt voor de waterhuishouding) actief kiesrecht: recht om te kiezen passief kiesrecht: recht om gekozen te worden Mensen die geen Nederlandse nationaliteit hebben, maar wel 5 jaar in Nederland wonen, mogen alleen deelnemen aan de gemeenteraadsverkiezingen. Niet stemmen: mensen met een geestelijke stoornis mensen van niet-nederlandse komaf mensen die hun kiesrecht zijn kwijtgeraakt (bijv. de collaborateurs tijden WO 2) Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging. (alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels) Er wordt uitgegaan van de kiesdeler. (De hoeveelheid stemmen die je nodig hebt om 1 zetel te krijgen) Voordelen: - iedere stem telt even zwaar mee Nadelen: - iedere partij heeft spreektijd in de Tweede Kamer, waardoor het vaak erg onoverzichtelijk wordt tijdens het debatteren. coalities vormen kan moeilijk zijn. > Daarom is er een kiesdrempel. (Een partij moet een minimum percentage stemmen halen om mee te delen in de zetels) Districten of meerderheidstelsel (hierbij wordt het land verdeeld in een aantal districten): Kandidaat met de meeste stemmen in het district, wort afgevaardigd naar het landelijk parlement. Voordelen: - de kiezers kennen de kandidaten beter Nadelen: - een afgevaardigde kan ook te veel de belangen van zijn district willen behartigen en te weinig het algemeen belang dienen. - de stemmen die in een district op een verliezet worden uitgebracht gaan verloren het kan gebeuren dat de partij die landelijk de meeste stemmen behaalt, niet de meeste zetels krijgt. Om te voorkomen dat mensen voor de grap aan verkiezingen meedoen: - zich laten registreren bij de kiesraad in elk van de 19 kieskringen waar het wil meedoen een kandidatenlijkt en een ondertekende steunbetuiging van 30 Nederlanders inleveren een bedrag van ruim 11.000 betalen. Een partij krijgt dit bedrag terug als ze 75% van de kiesdeler haalt. Punten die een rol kunnen spelen bij het stemmen op een partij: - de standpunten Pagina 7 van 14

je eigen belanden de kans dat een partij in de regering komt (strategisch stemmen) de lijsttrekker verkiezingprogramma: hier staan de belangrijkste standpunten van de partijen in taak van de lijsttrekker: bepaalt het gezicht van de partij in interviews en tv-programma's Bij verkiezingen stem je niet op een partij maar op een persoon. Zo kunnen mensen die op een lage, onverkiesbare plaats staan, toch een zetel krijgen. In de VS is er vaak 1 partij die de meerderheid heeft, in Nederland worden er coalities gevormd. Informatie: Na de Tweede Kamerverkiezingen wordt er begonnen met de vorming van een nieuw kabinet, bestaande uit ministers en staatssecretarissen. De koningin speelt een belangrijke rol bij de vorming van een nieuw kabinet: 1 ze ontvangt: - de vice-president van de Raad van Staate de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer de fractievoorzitters van de politieke partijen in de Tweede Kamer 2 Zij adviseren haar welke partijen in hun optiek het beste een regering kunnen vormen 3 Op basis van de adviezen benoemd de koningin een informateur 4 De informateur onderzoekt welke combinatie van partijen de beste kans van slagen heeft, dat hangt af van 2 factoren: - Welke partijen willen graag met elkaar regeren? - Over welke onderwerpen bestaat overeenstemming? 5 Er komt een regeerakkoord waarin staat in welke hoofdlijnen de partijen tot overeenstemming komen. Formatie de koningin benoemd een formateur (gaat het kabinet werkelijk vormen) nadat de partijen bij elkaar zijn gebracht: - grootste partij levert minister president - overige posten worden over verschillende partijen verdeeld Het regeerakkoord vormt het raamwerk voor het beleid dat het kabinet wil gaan voeren, hierin staan de grote lijnen van het regeringsbeleid: - hij wordt elk jaar bijgesteld en aangevuld in de troonrede Prinsjesdag: 1 troonrede in de ridderzaal 2 miljoenennota: een samenvatting van de rijksbegroting. 3 algemene beschouwing: oppositiepartijen leveren kritiek en er worden verzoeken ingediend De eerste bijstelling van de miljoenennota is de voorjaarsnota, hierin heeft de regering het beleid af dat in de miljoenennota werd toegezegd. Kritiek op het regeerakkoord: - het is een verzameling compromissen motie van afkeuring / wantrouwen, formeel gezien hoeft de minister niet af te treden, maar in de praktijk Pagina 8 van 14

gebeurt dit wel. Als een beleidsvoorstel zo belangrijk is, maar de Tweede Kamer is tegen, kan de regering zich aan het voorstel binden en biedt het hele kabinet zijn ontslag aan (2 vervolgopties): - een (in)formateur wordt benoemd, die de mogelijkheden voor de vorming van een nieuw kabinet onderzoekt. vervroegde verkiezingen worden uitgeschreven om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen 5.1 + 5.2 Regering en parlement Wat is de taakverdeling binnen ons landsbestuur? Het dagelijks bestuur is in handen van de regering De regering bestaat uit: - ministers (iedere minister is verantwoordelijk voor een bepaald beleidsterrein.) de koningin de beleidsvoornemens worden besproken in de gezamenlijke vergadering van ministers> ministerraad. Voorzitter van de ministerraad is de premier. Voor onderdelen van het takenpakket van een minister kunnen staatssecretarissen worden aangesteld. Secretarissen zitten niet in de ministerraad. Als de minister ziek of afwezig is wordt hij niet vervangen door een secretaris, maar door een andere minister. Alle ministers en staatssecretarissen samen vormen het kabinet. Zij zijn verantwoording schuldig aan de volksvertegenwoordiging. De koningin is onschendbaar. Een minister en staatssecretaris hebben een eigen ministerie of departement waar veel ambtenaren voor hen werken. Taak van de ambtenaren: - wetsvoorstellen voorbereiden - adviezen geven minister zonder portefeuille:als ministers geen eigen ministerie hebben (bijv. Ontwikkelingssamenwerking werd ondergebracht bij Buitenlandse Zaken) De positie van het staatshoofd wordt sinds 1814 erfelijk vervuld. De belangrijkste taken van de koningin zijn: - het ondertekenen van alle wetten - het voorlezen van de troonrede op Prinsjesdag - het benoemen van ministers en (in)formateurs - het regelmatig overleg voeren met de minister-president over het kabinetsbeleid De koningin is niet verantwoordelijk voor de inhoud van de wetten, ook niet voor de troonrede. Ze is onschendbaar. Net zoals alle leden van het Koninklijk huis. De ministers zijn verantwoordelijk voor (staatsrechtelijke verantwoordelijkheid): - uitspraken van de koningin - gedragen van de koningin de leden van het Koninklijk Huis worden beperkt zodat het minder ingewikkeld is om invulling te geven aan de ministeriële verantwoordelijkheid. Pagina 9 van 14

Een wetsvoorstel komt tot stand: 1. Een maatschappelijk probleem 2. een minister of Tweede kamerlid maakt een wetsvoorstel 3. gaat altijd eerst naar advies naar de Raad van State 4. Wetsvoorstel wordt naar de Tweede Kamer gestuurd. 5. Het wetsvoorstel kan gewijzigd worden (recht van amendement) 6. Het wetsvoorstel wordt goedgekeurd door de Tweede Kamer 7. Wetsvoorstel gaat naar de Eerste Kamer 8. Eerste kamer keurt goed of verwerpt het voorstel. 9. Als het is goedgekeurd word het gepubliceerd in het Staatsblad en verwerft het status van de wet. Soms neemt de regering besluiten zonder dat de Tweede en Eerste kamer zich erover uitspreken. Bijv. bij koninklijke besluiten zoals de benoeming van een burgemeester en een zogenaamde Algemene Maatregel van Bestuur. AmvB'ers hebben vaak betrekking op onderdelen van de wetten die snel gewijzigd moeten/kunnen worden. Veel wetten hebben de vorm van een raamwet, zoals bijv. de Wet profielen voortgezet onderwijs, waarbij de precieuze invulling zoals het aantal uren gymnastiek per AmvB wordt geregeld. 6 Besturen in de praktijk Systeemmodel Veel mensen denken dat besluiten achter onze rug om worden genomen, maar in feite is dat eigenlijk niet zo. Er zijn verschillende manieren om politieke besluitvorming duidelijk te maken. Een voorbeeld hiervan is het systeemmodel. Het systeemnmodel is onderverdeelt in 4 fasen. invoer of input omzetting of conversie uitvoer of output terugkoppeling of feedback Invoer De invoer is de eerste fase die aandacht heeft voor de eisen en wensen vanuit de samenleving. Bijv. schooluitval, jeugdwerkeloosheid, slechte woon en leefomgeving, criminaliteit en gevoel van onveiligheid, maar er wordt dan niets aan de problemen gedaan. Pas als de media er aandacht aan gaat geven, gaan ze iets aan de problemen doen. Er wordt pas serieus naar een probleem gekeken als het opgemerkt word door een politieke partij. Er kan een spoeddebat plaatsvinden als er een dringend probleem is. Hun doel is dan om zo snel mogelijk het probleem op te lossen. De massamedia. Pressiegroepen en politieke partijen worden samen de poortwachters van de democratie genoemd. Zij kunnen de wensen van de burgers omzetten in politieke eisen. Politieke partijen zijn hier heel belangrijk bij, want zij moeten beslissen of een probleem wel of niet aangepakt moet worden. Omzetting Hierbij worden eisen en wensen vertaald in politieke besluiten. De politieke besluiten komen dan op de politieke agenda te staan. Politieke agenda: ze besteden aandacht aan beperken van het beleid, dat heet ook wel Agendavorming. Pagina 10 van 14

De wethouder of minister zal eerst de zaak controleren door een ambtenaar en een advies uitbrengen, dat wordt een beleidsvoorbereiding genoemd. Daarna word er een keuze gemaakt door een wethouder of minister hoe ze probleem willen gaan oplossen. In de vervolgfase bij de beleidsbepaling kan een minister met een wetsvoorstel komen. Het voorstel word dan in het parlement besproken, daarna gaan eerst de tweede Kamer en daarna de Eerste Kamer over het voorstel stemmen. Uitvoer: Bij de uitvoer word er en definitief besluit genomen. De ambtenaren die betrokken zijn bij de uitvoering van wetten en plannen, werken altijd onder eindverantwoordelijkheid van de minister. Terugkoppeling: De terugkoppeling betekent ook wel de wijze waarop er wordt gereageerd op het besluit dat er bij de uitvoer is genomen. Zo kan er bijv. Geprotesteerd worden tegen het besluit of juist niet. Je kunt ook na een aantal jaren bekijken of de oplossing geholpen heeft, als dat niet zo is kunnen de plannen gewijzigd worden. Meestal gebeurt terugkoppeling door de politiek zelf zodat ze de oplossing kunnen bijstellen als dat nodig is. Het systeemmodel heeft niet alleen maar voordelen: 1. het besluitvormingsproces hoeft niet altijd precies volgens deze fasen te verlopen 2. het model geeft geen enkel waardeoordeel over de manier waarop de overheid haar rol vervult. 3. Het model legt alleen het politieke proces uit. Er wordt geen rekening gehouden met de politieke cultuur in het land. Omgevingsfactoren: De invloed van omgevingsfactoren maakt het systeemmodel niet echt makkelijk. Omgevingsfactoren vormen niet een direct onderdeel van het probleem, maar ze spelen wel een rol in de besluitsvorming. De belangrijkste omgevingsfactoren zijn: - Demografische factoren - Ecologische factoren - Culturele factoren - Economische factoren - Technologische factoren - Sociale Factoren - Internationale factoren Demografische, ecologische, culturele en economische factoren zijn kenmerken van de samenleving. Demografische factoren: - hebben te maken met het land (samenstelling van een bevolking naar sekse, leeftijd enz.) Ecologische factoren: - hebben te maken met de relaties tussen mens en milieu. Culturele factoren: - Deze factoren worden gevormd door: - de geschiedenis van het land normen waarden gewoonten. Pagina 11 van 14

Economische factoren: Doordat er veel werkgelegenheid is, is er veel welvaart en gaat het goed met de economie. Daardoor zijn sommige besluiten, die veel geld kosten makkelijker te nemen. Technologische factoren: Door verbetering van de technologie worden goedkopere alternatieven mogelijk. Hierdoor gaan deze werkelijk een rol spelen in een besluitvorming. Sociale factoren: - hebben te maken met de verdeling van de status van de mensen in de maatschappij. Internationale factoren: - hebben vooral te maken met de invloed vanuit andere landen. Er worden steeds meer beslissingen op Europees niveau genomen waaraan Nederland zich ook moet houden. 7 Politieke actoren politieke actoren: de mensen die hun mening geven over een bepaald besluit en wiens belang meetelt bij het afwegen: - alle burgers groepen bestuursorganen instanties De regering kan beroep doen op: - ambtenaren - De Raad van State - De sociaaleconomische Raad - De Wetenschappelijke raad voor het regeringsbeleid ambtenaren houden zich bezig met: beleidsvoorbereiding beleidsuitvoering beleid: de bewuste inzet van middelen om en beoogd doel te realiseren beleidsambtenaren hebben veel invloed, omdat zei langer dan 4 jaar op een bepaald beleidsterrein zitten en beschikken dus over meer kennis en ervaring op een bepaald vakgebied. Omdat ze zoveel invloed hebben, worden ze ook wel de Vierde Macht genoemd. De raad van State is het hoogste raadgevende regeringscollege. - wordt officieel voorgezeten door de koningin - in praktijk vervangt de vice-voorzitter haar - leden worden benoemd door de regering moet advies geven over: - alle wetsvoorstellen - voorstellen tot Algemene Maatregelen van Bestuur - voorstellen tot goedkeuren van verdragen De sociaaleconomische raad adviseert de regering over: - de hoofdlijnen van het sociaaleconomisch beleid. - specifieke onderwerpen op sociaal en economisch gebied + telt 33 leden Pagina 12 van 14

- 1/3 vertegenwoordigers van de werknemersorganisatie - 1/3 werkgeversorganisatie - 1/3 Kroonleden (onafhankelijke deskundigen) De raad kan op eigen initiatief advies uitbrengen maar ook op verzoek van de regering. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid: - heeft de taak om wetenschappelijk gefundeerde informatie te verschaffen over ontwikkelingen die op langere termijn de samenleving kunnen beïnvloeden. - adviseert de regering op verschillende beleidsterreinen. De leden worden benoemd door de regering. Burgers kunnen de politieke agenda beïnvloeden: - op gemeentelijk niveau: raadsleden rechtstreeks benaderen inspreken bij de raadsvergadering een demonstratieve optocht houden een stukje schrijven in de plaatselijke krant gebruik maken van formele beroeps- en bezwaarprocedures - op landelijk niveau: - Tweede Kamerlid emailen - Tweede Kamerlid telefonisch benaderen - Burgerinitiatief (bron 28) Pressiegroepen oefenen veel invloed uit op de politieke besluitvorming. Er zijn verschillende manieren om de politiek voor hun standpunt te winnen: - lobbyen (via persoonlijk contact steun proberen te krijgen voor je standpunt en belangen) - acties voeren zoals demonstraties ze zijn niet specifiek en kunnen klein of groot (bijv, ANWB, FNV) zijn. Ze worden ook wel de Vijfde Macht genoemd. Drie soorten pressiegroepen: - belangengroepen - actiegroepen actieorganisaties belangengroepen: - komen op voor de belangen van de samenleving. bijv. consumentenbond, landelijke specialisten vereniging, vakbonden en werkgeversorganisatie. Actiegroepen: - zetten zich in voor één duidelijke kwestie vaak voor korte tijd Bijv. A6-A9: verzetten zich voor een snelweg door het naardermeer. Actieorganisaties: - zetten zich voor langere tijd in voor één duidelijke kwestie - bijv. Amnesty International, Greenpeace Massamedia speelt een belangrijke rol tijden de verkiezingstijd. Ze kunnen op verschillende manieren invloed uitoefenen op de politieke besluitvorming. Pagina 13 van 14

De 5 politieke functies van de media zijn: - informatieve functie spreekbuisfunctie agendafunctie commentaatfunctie controlerende functie Vb. Een krant ontdekt dat een ambtenaar van een ministerie gegevens over de geluidsnormen op Schiphol heeft laten verdwijnen. Informatieve functie: de krant schrijft hierover omdat Schiphol een belangrijke kwestie is spreekbuisfunctie: verschillende mensen komen in de krant, zoals de directie en omwonenden agendafunctie: een jounalist komt er zelf achter dat de cijfers zijn verdwenen, de media signaleren in het algemeen welke problemen er leven commentaarfunctie: de krant zal ongetwijfeld zijn mening over de kwestie geven controlerende functie: het beleid van de verantwoordelijke minister wordt kritisch bekeken, hij is verantwoordelijk voor de fouten van zijn ambtenaren. De media kijken eigenlijk voortdurend of de ministers correct handelen. Ze worden geholpen door WOB (Wet openbare Bestuur). WOB verplicht alle informatie beschikbaar te stellen. Het kan wel op een aantal gronden geweigerd worden. Vrije media zijn dus een basisvoorwaarde voor een goed functionerende democratie. Pagina 14 van 14