Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Paragraaf 1: Democratie

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Paragraaf 1: Wat is politiek?

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

6,5. Samenvatting door een scholier 3346 woorden 16 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

8.1. Samenvatting door een scholier 2700 woorden 6 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

- M A A T S C H A P P I J L E E R - Hoofdstuk 2: Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Boekverslag door W woorden 19 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 3 Parlementaire Democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par 2 T/M 5

Binnen landen met een representatieve democratie maken wij ook weer onderscheid:

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

1. Politiek, staat en dictatuur

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting door R woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer PAR.1

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Maatschappijleer Parlementaire democratie. 1 wat is politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

NL: Parlementaire democratie met constitutionele vorst.

7,6. Samenvatting door F woorden 2 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie par. 1 t/m 3

6,9. Samenvatting door een scholier 2567 woorden 24 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke Besluitvorming

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie paragraaf 1 t/m 9

Maatschappijleer par. 1!

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie (H2)

Ofwel: parlementaire democratie omdat parlement belangrijkste beslissingen neemt.

Samenvatting door M woorden 15 november keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. H3: De vertegenwoordigende lichamen en Trias Politica

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

Parlementaire democratie!

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Paragraaf 1 t/m 7

Vanaf 18 jaar heeft iedereen kiesrecht. Iedereen mag een politieke partij oprichten, vrijheid van meningsuiting

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming

Samenvatting door een scholier 2452 woorden 13 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Inhoud.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5

Hoofdstuk 3: parlementaire democratie

Begrippenlijst Maatschappijleer Parlementaire democratie

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Bij een maatschappelijk probleem zijn altijd meerdere personen betrokken. Bij een maatschappelijk probleem gaat het dus altijd om een probleem:

Begrippenlijst Maatschappijleer, Parlementaire democratie ( werkboek blz: 68 t/m107)

6,1. Politiek: het omzetten van verlangens, eisen en wensen vanuit de samenleving in bindende besluiten. Een

De drie machten wetgevende, uitvoerende en rechterlijke macht niet van elkaar gescheiden zijn, maar in handen van een kleine groep mensen.

5.6. Samenvatting door Milou 4055 woorden 18 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3: parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

7,9. Samenvatting door een scholier 2095 woorden 10 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer

Verschillen van mening hangen samen met normen en waarden. Waarde>principe

8,8. Samenvatting door E woorden 10 september keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Wat is politiek?

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Kiezen en Delen

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

1Nederland als democratie

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

5.4. Boekverslag door B woorden 2 juni keer beoordeeld. Maatschappijleer. Inhoudsopgave

Verklarende woordenlijst

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire samenleving

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

Samenvatting Maatschappijleer 1 Wat is politiek?

6.7. Boekverslag door P woorden 6 juli keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 2 Politieke stromingen en partijen.

VAK: MAATSCHAPPIJLEER 2 METHODE: Examenkaternen uitgeverij Essener druk 4

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Samenvatting Maatschappijleer Module 2, hoofdstuk 2

Paragraaf 1: Democratie

6,9. Samenvatting door een scholier 3365 woorden 15 september keer beoordeeld

Cursus Politiek Actief Bijeenkomst 1: Introductie, algemene staatsinrichting en verkiezingen

2.5. Samenvatting door Sterre 4579 woorden 7 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Paragraaf 1: Wat is politiek?

7,7. Samenvatting door een scholier 5295 woorden 26 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer.

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie Samenvatting door een scholier 3258 woorden 23 maart 2010 7,3 26 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Maatschappijleer Parlementaire Democratie 1: Wat is politiek? Politiek is de manier waarop een land wordt bestuurd. Nederland heeft een representatieve ofwel vertegenwoordigende democratie. Politieke macht is de mogelijkheid om invloed en controle uit te oefenen op politieke besluiten. De volksvertegenwoordigers worden ook wel het parlement genoemd, vandaar dat we ook wel spreken van een parlementaire democratie. Een basiskenmerk van de meeste dictaturen is dat de wetgevende, uitvoerende en de rechterlijke macht in handen is van een kleine groep mensen. Andere kenmerken dictatuur: - Beperking van individuele vrijheid - Beperking politieke vrijheid - Veel overheidsgeweld - Geen onafhankelijke rechtsspraak - Censuur In een autocratische dictatuur heerst maar één leidersfiguur, in zo n dictatuur wordt meestal alleen een kleine, machtige elite beschermt. Deze dictatuur komt tegenwoordig onder ander nog voor in Noord-Korea, Syrië, Libië en Zimbabwe. In een totalitaire dictatuur wordt de macht meestal door een grotere groep mensen uitgeoefend, die aan de macht is gekomen na een ideologische revolutie. In deze dictatuur beïnvloedt de overheid het leven van de mensen volledig door indoctrinatie en censuur enz. Voorbeelden hiervan zijn Nazi-Duitsland, voormalig Sovjet-Unie en China. In een theocratie is de godsdienst verheven tot staatsideologie. (bijv. in Iran of Sudan) Kenmerken van een democratie: Pagina 1 van 9

- Burgers hebben individuele vrijheid - Er zijn politieke grondrechten - Politie en leger hebben beperkte bevoegdheden - Er is sprake van een machtenscheiding (Trias Politica) Een Referendum is een volksstemming over een bepaald wetsvoorstel. Tegenwoordig zie je alleen nog maar de indirecte democratie. Hierbij kiest het volk de vertegenwoordigers die de belangrijkste beslissingen nemen. Hierbinnen maken we onderscheid tussen het parlementaire stelsel en het presidentiële stelsel. Bij een parlementair stelsel kiezen burgers de leden van het parlement. Als het staatshoofd een koning is, spreek je van een constitutionele monarchie. Het politiek primaat is wat het belangrijkste orgaan is in een land. In Nederland ligt het primaat bij het parlement. Bij een presidentieel stelsel is de president het staatshoofd. Om de macht van de president in te perken, mist hij in de meeste landen het ontbindingsrecht; het recht om het parlement te ontbinden. Ook moet hij zijn plannen altijd ter goedkeuring aan het parlement voorleggen. Kenmerken Nederlandse democratie: - Alle Nederlanders vanaf 18 jaar mogen kiezen en gekozen worden - Iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten - Iedereen mag demonstreren of zijn mening uiten - De leden van de staten generaal worden gekozen door een geheime stemming - De wetten worden vastgesteld door de regering en de Staten-Generaal (eerste en tweede kamer) samen. 2: Politieke stromingen Een ideologie is het geheel van waarden, normen, sociaaleconomische verhoudingen en macht(verdeling). Links Socialisme Politiek midden Confessionalisme Rechts Liberalisme W: Gelijkwaardigheid N: - Eerlijke verdeling van inkomen, kennis en macht - Bescherming van de zwakken W: Harmonie; geloof, naastenliefde N: - Gespreide verantwoordelijkheid - Zorgzame samenleving W: Vrijheid N: - Persoonlijke vrijheid - Economische vrijheid Actieve, Sturende overheid Aanvullende rol v.d. overheid (rentmeesterschap) Passieve, terughoudende overheid Pagina 2 van 9

Opkomen voor de werknemer/arbeider Harmonie tussen werkgever en werknemer Opkomen voor de werkgever/ondernemer SP, GroenLinks, PvdA CDA, CU, SGP (rechts en confessionalistisch) Partij van de Dieren D66 Progressief betekent vooruitstrevend (bijv. Het invoeren van duurzame energiebronnen) Conservatief betekent behoudend (bijv. Het niet afstaan van macht aan de EU) Reactionair betekent achteruitstrevend (bijv. Het weer verboden maken van abortus) De liberalen vinden vrijheid belangrijk. Ook pleiten ze voor de vrijemarkteconomie. Volgens hen moet de overheid zich beperken tot kerntaken als defensie, onderwijs enz. De socialisten willen dat mensen gelijke kansen hebben. Mensen moeten solidair met elkaar zijn: de sterkste schouders moeten de zwaarste lasten dragen. Binnen het socialisme zijn 2 stromingen; - Communisten (die wilden dat de arbeiders door een revolutie de macht zouden overnemen) - Sociaaldemocraten (die wilden maatschappelijke verbeteringen bereiken via de parlementaire weg) In het confessionalisme gaat men uit van een organische staatsopvatting; alle onderdelen zijn van elkaar afhankelijk en alleen in onderlinge samenhang kunnen ze goed met elkaar functioneren. Rentmeesterschap betekent dat de mensheid de aarde van God heeft geleend en dat ze er dus goed voor moeten zorgen. Mensen hebben een gespreide verantwoordelijkheid; ze zijn verantwoordelijk voor elkaar. Dit zie je terug in hun visie over een zorgzame samenleving. Overige stromingen: - In het fascisme gaat men uit van de ongelijkheid van mensen. Alleen sommige rechts-extremistische groepen zijn hier nog aanhanger van (zoals neonazi s) - In de ecologische stroming worden economische waarden ondergeschikt gesteld aan ecologische waarden. Bijvoorbeeld de PvdD is hier aanhanger van. - Het populisme is meer een bepaalde stijl van politiek bedrijven i.p.v. een ideologie. Het doel is om de vox populi (de stem van het volk) te laten horen. 3: Politieke partijen Een politieke partij bestaat uit een groep mensen met globaal dezelfde ideeën over een ideale samenleving. One-issuepartijen richten zich op één aspect van de samenleving (zoals de PvdD). Protestpartijen ontstaan uit onvrede met de bestaande politiek (zoals D66, LPF) Functies van politieke partijen: - Integratie van ideeën - Informatie - Participatie (burgers inspireren om zich met de politiek te bemoeien) Pagina 3 van 9

- Selectie van kandidaten + leren groene pagina s blz. 95, 96, 97 4: Verkiezingen Actief kiesrecht is het recht om te kiezen, passief kiesrecht is het recht om gekozen te worden. Het Nederlandse kiesstelsel is gebaseerd op evenredige vertegenwoordiging, waarbij alle uitgebrachte stemmen worden verdeeld over het beschikbare aantal zetels. Bij de berekeningen hiervan wordt gebruik gemaakt van de kiesdeler; de hoeveelheid stemmen die je nodig hebt voor één zetel. Voordelen - Iedere stem telt even zwaar bij de verdeling van de zetels, daardoor zijn er meer partijen en dus ook meer meningen. Nadelen - Al die partijen hebben spreektijd in de Tweede Kamer, waardoor het debatteren soms onoverzichtelijk wordt. - Met meer partijen is het soms ook lastiger om een coalitie te vormen. Een coalitie is een combinatie van verschillende partijen die gaan samenwerken op bestuurlijk niveau. Landen als Engeland en de VS gebruiken een districten- of meerderheidsstelsel. Hierbij wordt het land verdeeld in een aantal districten. De kandidaat die in een district de meeste stemmen krijgt, wordt afgevaardigd naar het landelijk parlement. Voordelen - De kiezers kennen de kandidaten beter, omdat die uit hun eigen regio komen. Nadelen - Een afgevaardigde kan ook te veel de belangen van zijn district willen behartigen en te weinig het algemeen belang dienen. - Het grootste nadeel is dat de stemmen die in een district op een verliezer worden uitgebracht, verloren gaan. The winner takes it all Om te voorkomen dat mensen voor de grap een politieke partij oprichten, heeft de overheid een aantal regels opgesteld. Zo moet de partij: - Zich laten registreren bij de Kiesraad; - In elk van de 19 kieskringen waar het wil meedoen een kandidatenlijst en een ondertekende steunbetuiging van 30 Nederlanders inleveren; - Een bedrag van ruim 11.000 euro betalen. Dit krijgt de partij terug als het 75% van de kiesdeler haalt. De belangrijkste standpunten van een politieke partij staan in hun verkiezingsprogramma. De lijsttrekker staat bovenaan de kandidatenlijst en bepaalt het gezicht van de partij. Voorkeursstemmen zijn stemmen op een persoon die niet de lijsttrekker van die partij is. Meteen na de Tweede Kamerverkiezingen wordt er begonnen met de vorming van een nieuw kabinet, Pagina 4 van 9

bestaande uit ministers en staatssecretarissen. Dit gaat als volgt in zijn werk: - Eerst wordt aan de koningin geadviseerd welke partijen het beste een regering zouden kunnen. Op basis van deze adviezen benoemd de koningin een informateur. De informateur onderzoekt welke combinatie van partijen de meeste kans van slagen heeft. - Als de informateur enkele partijen bij elkaar heeft gebracht, brengt hij verslag uit aan de koningin die daarna een formateur benoemt. Deze gaat daadwerkelijk het kabinet vormen van ministers en staatssecretarissen. Meestal wordt de minister-president door de grootste partij geleverd. De overige functies worden verdeeld. Daarbij wordt gekeken naar het aantal zetels, de voorkeuren van de partijen en de zwaarte van de functies. - De coalitie moet een regeerakkoord vormen waarin de hoofdlijnen van het te voeren beleid staan. Dit regeerakkoord wordt elk jaar bijgesteld en aangevuld in de troonrede. Op Prinsjesdag wordt ook de miljoenennota bekendgemaakt. Dat is de samenvatting van de rijksbegroting. Als dat is afgehandeld volgen de Algemene Beschouwingen. Hier leveren vooral oppositiepartijen kritiek en worden verzoeken ingediend. - Als de miljoenennota moet worden bijgesteld, gebeurd dat in de voorjaarsnota, die plaatsvindt op de derde woensdag van mei. De laatste jaren is er kritiek op het regeerakkoord. Het regeerakkoord bestaat uit een aantal compromissen. Deze mogen niet geschonden worden. De oppositiepartijen vinden dat deze afspraak het inhoudelijk debat doodslaat; waarom zou je nog debatteren als de uitkomst toch al vaststaat? Als de Tweede Kamer het beleid van een minister afwijst, kunnen ze een motie van afkeuring of een motie van wantrouwen aannemen. Formeel hoeft de minister dan niet af te treden, maar in de praktijk gebeurt dat meestal wel. Als een kabinet aftreedt, zijn de opties dat er: - Een (in)formateur wordt benoemd, die de mogelijkheden voor de vorming van een nieuw kabinet onderzoekt; - Vervroegde verkiezingen worden uigeschreven om een nieuwe Tweede Kamer te kiezen. Totdat er een nieuw kabinet is gevormd, blijven de oude ministers aan als demissionair kabinet; zij mogen geen nieuwe plannen bedenken en handelen alleen de lopende of spoedeisende zaken af. 5: Regering en parlement Het dagelijks bestuur van Nederland is in handen van de regering (de ministers en de koningin) De gezamenlijke vergadering van de ministers, heet de ministerraad. Een staatssecretaris is de baas over een deel van het takenpakket van een minister. De ministers en staatssecretarissen samen zijn het kabinet. Een minister zonder ministerie (hij wordt bij een ander ministerie ondergebracht) heet een minister zonder portefeuille. De belangrijkste taken van de koningin zijn: - Het ondertekenen van alle wetten; - Het voorlezen van de troonrede op Prinsjesdag; - Het benoemen van ministers en (in)formateurs - Het regelmatig overleg voeren met de minister-president over het kabinetsbeleid De koningin is onschendbaar en valt onder de ministeriële verantwoordelijkheid. Pagina 5 van 9

Een novelle is een apart, aanvullend wetsvoorstel waarmee bijvoorbeeld een wetstechnische fout kan worden rechtgetrokken in het oorspronkelijke wetsvoorstel. De Tweede kamer telt 150 leden. De Tweede kamer heeft 2 taken: - De Tweede Kamer is medewetgever - De Tweede Kamer controleert de regering. Om de taak als medewetgever te vervullen heeft de Tweede Kamer de volgende rechten: - Stemrecht. De TK kan bepalen of een wetsvoorstel een wet wordt. - Recht van amendement. De TK kan wetsvoorstellen wijzigen door een amendement in te dienen. - Recht van initiatief. De TK mag ook zelf wetsvoorstellen indienen. - Budgetrecht. De TK heeft het recht om het beschikbare geld voor verschillende departementen aan te passen. Om de taak als controle voor ministers te vervullen heeft de TK deze rechten: - Recht van motie. In een motie roept de TK een minister of staatssecretaris op om aanvullende stappen te zetten. Je hebt verschillende soorten moties (van licht naar erg): o Motie van treurnis o Motie van afkeuring o Motie van wantrouwen (hierbij moet de betrokken minister opstappen) - Vragenrecht. De TK heeft het recht om vragen te stellen. Op dinsdag is het wekelijkse vragenuurtje. - Recht van interpellatie. Als een Kamerlid op korte termijn een specifiek onderwerp wil bespreken, kan hij of zij een interpellatie of spoeddebat aanvragen. - Recht van enquête. De TK mag zelf een onderzoek instellen als zij vindt dat zij te weinig informatie krijgt/heeft gekregen. Dit gebeurt de laatste jaren steeds vaker. De Eerste Kamer, ofwel Senaat, telt 75 leden. De Eerste Kamer heeft alleen het vragenrecht, het recht van interpellatie en het recht van enquête. De leden van de eerste kamer worden indirect gekozen door de leden van de Provinciale Staten. Dualisme betekent dat bestuurders zoals ministers geen lid kunnen zijn van het orgaan dat hen controleert. Het poldermodel is kenmerkend voor Nederland. Het betekent dat we altijd overal bereid zijn over te overleggen en compromissen te sluiten. 6: Besturen in de praktijk Het systeemmodel van David Easton geeft een schematisch beeld hoe politieke besluiten tot stand komen en welke politieke actoren daarin een rol spelen. Volgens het systeemmodel vindt het proces van politieke besluitvorming in vier fasen plaats: - Invoer / Input - Omzetting / Conversie - Uitvoer / Output - Terugkoppeling / Feedback Invoer Pagina 6 van 9

In de fase van invoer brengt de samenleving allerlei eisen en wensen naar voren. Poortwachters Samen met de massamedia en pressiegroepen worden politieke partijen ook wel de poortwachters van de democratie genoemd, die in staat zijn (vage) wensen te vertalen in concrete politieke eisen. Vooral politieke partijen vervullen een sleutelpositie als poortwachter om problemen wel of niet te agenderen (= op de politieke agenda te zetten) Omzetting Als een onderwerp eenmaal op de politieke agenda staat, komt men in de fase van omzetting. De eisen/wensen en de door de politici gedane uitspraken moeten nu worden omgezet in een beslissing. Vaak vraagt de minister/wethouder dan een van zijn ambtenaren een onderzoek in te stellen en advies uit te brengen. Dit heet beleidsvoorbereiding. Daarna volgt de beleidsbepaling; er wordt een concrete keuze gemaakt en daarover wordt gestemd. Uitvoer Als een wet is gekozen, moeten de ambtenaren ervoor zorgen dat die wet wordt uitgevoerd. Dat doen ze onder de verantwoordelijkheid van de minister. Terugkoppeling Op een wet komen altijd reacties. Dit noemt men terugkoppeling. Hieraan merkt de politiek of de maatregel effect heeft. Indien nodig vinden er bijstellingen plaats. Ook omgevingsfactoren hebben invloed op het systeemmodel. Omgevingsfactoren zijn factoren die niet direct onderdeel van het probleem vormen, maar wel een rol spelen in de besluitvorming. De belangrijkste omgevingsfactoren zijn: - Demografische factoren, zoals samenstelling v.d. bevolking (vergrijzing, etc.) - Ecologische factoren, de wisselwerking tussen mens en milieu. - Culturele factoren, zoals de normen, waarden en gewoonten die daarbij horen. - Economische factoren, zoals economische groei en werkgelegenheid. - Technologische factoren, zoals de technologische ontwikkeling op het gebied van communicatie. - Sociale factoren, zoals de verschillen tussen bepaalde maatschappelijke klassen. - Internationale factoren, zoals de internationale wetgeving, regels en verdragen. 7: Politieke actoren Politieke actoren zijn alle burgers, groepen, bestuursorganen, en instanties die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces. De ambtenaren die bestuurders bijstaan (beleidsambtenaren), houden zich bezig met zowel beleidsvoorbereiding als beleidsuitvoering. Onder beleid verstaan we de bewuste inzet van middelen om een beoogd doel te realiseren. Soms worden de ambtenaren wel eens de Vierde Macht genoemd, omdat ze langer zitten dan ministers en veel invloed hebben. Naast ambtenaren kan de regering ook een beroep doen op adviesorganen. Dit zijn de belangrijkste: - Raad van State - Sociaal-Economische Raad - Wetenschappelijke Raad voor het Regerinsbeleid Pagina 7 van 9

Pressiegroepen zijn groepen die trachten invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming. Dit doen ze bijv. door te lobbyen; het proberen via persoonlijk contact steun te krijgen voor je standpunten en belangen. Deze pressiegroepen samen worden ook wel de Vijfde Macht genoemd. Er zijn 3 soorten pressiegroepen: - Belangengroepen. Zij komen op voor de belangen van één bepaalde groep uit de samenleving. - Actiegroepen. Zij zetten zich voor korte tijd in voor één duidelijke kwestie. - Actieorganisaties. Zij zetten zich voor langere tijd in voor één duidelijke kwestie. De massamedia hebben 5 politieke functies. Dit zijn ze: - Een informatieve functie. Mensen willen graag belangrijke dingen weten. - Een spreekbuisfunctie. De media laten verschillende mensen aan het woord. - Een onderzoekende of agendafunctie. Soms beginnen ze over een onderwerp waar de politici het nauwelijks over hebben. Zo komt het op de politieke agenda. - Een commentaarfunctie. De journalisten laten waarschijnlijk ook hun eigen mening over een dilemma horen. - Een controlerende functie. De massamedia bekijken het beleid van verantwoordelijke ministers kritisch, zij zijn namelijk verantwoordelijk voor hun ambtenaren. Zonder vrije media heb je geen democratie. 8: Politieke niveaus De rijksoverheid stelt de grote lijnen van het beleid vast, maar de gedetailleerde invulling wordt aan de lagere overheden overgelaten. Dit noemen we het delegeren van bevoegdheden. Ook wordt dit wel het subsidiariteitsbeginsel of decentralisatie genoemd. De gedachte hierachter is dat de lagere overheden: - Beter kunnen beoordelen wat er nodig is; - Dichter bij de burgers staan. Provincie De provincie maakt streekplannen, waarin precies staat aangegeven welke activiteiten in een gebied passen. Eenmaal per 4 jaar vinden er verkiezingen plaats voor de vertegenwoordigers van de Provinciale Staten. Deze kiezen uit hun midden het dagelijks bestuur: de Gedeputeerde Staten. Voorzitter van de Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten is de Commissaris van de Koningin. Gemeente De gemeente vult de provinciale streekplannen gedetailleerd in door middel van bestemmingsplannen. Raadsleden van de gemeenteraad worden eens in de 4 jaar gekozen. Het dagelijks bestuur van de gemeente is in handen van het College van Burgemeester en Wethouders (B&W). Ook hier geldt dualisme: de gemeenteraad controleert het College van B&W. Europese Unie De EU zorgt voor een vrije handelsmarkt door een onbelemmerde in- en uitvoer van goederen. Pagina 8 van 9

De EU stelt zich graag op als een wereldmacht, tegenover VS, Rusland en China. In 1951 werd de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) opgericht, om een van de oorzaken van oorlogsvoering (deze grondstoffen) weg te nemen. Vooral de economische voordelen werden zichtbaar en steeds meer landen sloten zich aan. In 1992 werd bij het Verdrag van Maastricht de EU opgericht. In 2005 kwamen er ineens 10 Oostbloklanden bij. Op een aantal terreinen is de EU een supranationale organisatie: de aangesloten landen hebben hun bevoegdheden grotendeels overgedragen aan de EU. Op andere gebieden is de samenwerking intergouvernementeel: besluiten worden alleen genomen met instemming van alle betrokken landen. De EU heeft een scheiding van de machten: - De wetgevende macht ligt bij de Raad van de EU en het Europees Parlement. - De uitvoerende macht ligt bij de Europese Commissie. - De rechtsprekende macht ligt bij het Europese hof van Justitie. Iedere lidstaat heeft één commissaris bij de EC. De EC doet wetsvoorstellen. Die worden weer besproken of gewijzigd bij het EP. Daarna beslist de Raad v.d. EU of de voorstellen worden overgenomen (zij hebben de wetgevende macht) In de Raad van de Europese Unie, ook wel Raad van Ministers genoemd, zijn de regeringen van de lidstaten vertegenwoordigd. De Europese Raad bestaat uit alle regeringsleiders. Dit orgaan heeft geen wetgevende taak, maar stelt wel de hoofdlijnen van het politiek beleid vast. In het Europees Parlement zitten de mensen uit de zelfde landen niet bij elkaar, maar bij degenen die het zelfde denken; socialisten bij socialisten, liberalen bij liberalen, enz. Het EP heeft maar beperkte bevoegdheden, daarom spreken we van een democratisch tekort: beslissingen worden niet door het enige gekozen orgaan (EP) gedaan, maar door de benoemde EC en de RvM. 9: De toekomst van de politiek Randvoorwaarden zodat de Nederlandse democratie optimaal kan functioneren: - Voldoende politieke participatie van burgers - Eerbiediging van de grondrechten - Minimum aan sociale cohesie - Legitimiteit van de macht De pluriformiteit van de media betekent dat er een grote keuze is aan informatiebronnen. In een dualistisch stelsel zijn de taken van de regering en het parlement zo veel mogelijk gescheiden. Sommige oppositiepartijen vinden dat de coalitiepartijen altijd met de regering meestemmen. Daarom vinden zij dat er meer sprake is van monisme. Een referendum is een volksstemming. Nederland kent op dit moment alleen het raadplegende referendum, dat alleen adviserend is. Daarnaast zijn een bindend referendum (wetgevend) en een corrigerend referendum (om wetgeving terug te draaien) mogelijk. De soevereiniteit van een land is het recht om zelf te bepalen welke regels er gelden. Pagina 9 van 9