Stagehandleiding Info voor directie en mentoren éénjarig traject 18-19 (versie september 2018) www.creo.smartschool.be 1
Inhoudstafel Inhoudstafel... 2 Situering... 3 Richtlijnen voor de preservicepraktijk... 4 1 Beroepsprofiel: rollen en beroepstaken... 4 2 Taken en verantwoordelijkheden... 6 2.1 Directie stageplaats... 6 2.2 De coördinatoren en de mentoren van de stageplaats... 6 2.3 De stage-/praktijkbegeleiders van CREO... 8 2.4 De student... 8 3 Contactpersonen CREO... 10 4 Begeleiding en beoordeling... 11 5 Verzekering... 11 6 Planning van de preservicepraktijk... 12 6.1 Overzicht van de lesvrije momenten (aangeduid in blauw)... 13 6.2 Overzicht preserviceactiviteiten... 14 6.2.1 Overzicht schoolbrede activiteiten ondersteunende modules via het keuzeraster... 14 6.2.2 Overzicht stages didactische modules... 16 6.2.3 Overzicht per module/ deeltraject voor de stageplaats... 18 Bijlagen... 21 Bijlage 1: Infobrief voor directie over de schoolbrede activiteiten (mesoactiviteiten)... 21 Andere bijlagen:... 21 zie documenten [toelichting, stageovereenkomst, beoordeling] op de website van CVO VIVO (stage-info) http://www.cvovivo.be/opleidingen/lerarenopleiding/stagelerarenopleiding/eenjarig-traject... 21 E-mailadressen verantwoordelijken... 23 2
Situering De voorliggende stagehandleiding (versie info voor directie en mentoren) biedt een leidraad voor de organisatie en de invulling van de preservicetraining (= stage in het werkveld) binnen de Specifieke Lerarenopleiding (SLO) voor de student van het éénjarig traject. Deze stagehandleiding kan gebruikt worden om een haalbare praktische planning te maken rond de stage (preservice-activiteiten) en een zinvolle inhoudelijke invulling uit te werken aansluitend bij de praktijkgerichte SLO. De SLO omvat 60 studiepunten: 30 studiepunten theorie en 30 studiepunten praktijk (waarvan 15 opleidingspraktijk en 15 preservicepraktijk in het afnemend veld). De theorieen praktijkcomponent worden in de opleiding niet gescheiden, maar er wordt geopteerd voor een geïntegreerd opleidingsconcept waarin theoretische en praktijkgerichte opleidingsonderdelen alterneren en interageren. Tijdens de preservicetraining is het de bedoeling dat je (voor een gedeelte) wordt ondergedompeld in het beroep van leraar. De stageactiviteiten moeten toelaten dat je al tijdens de opleiding kennismaakt met het beroep van leraar in zijn veelheid van aspecten. Voor de meeste activiteiten van de preservicepraktijk wordt er (bijna altijd) gewerkt met één vaste stageplaats voor alle praktijkactiviteiten. Op die manier wordt getracht overbevraging en belasting van de scholen/centra tegen te gaan. Deze aanpak impliceert tevens dat de directie slechts éénmaal de goedkeuring moet geven en dat de contacten tijdens het opleidingstraject kunnen verlopen via één contactpersoon (of stagecoördinator/schoolmentor van de school). Uitzonderlijk krijgen stagiairs twee onderwijsinstellingen toegewezen. 3
Richtlijnen voor de preservicepraktijk 1 Beroepsprofiel: rollen en beroepstaken De Specifieke Lerarenopleiding van CVO VIVO leidt de student in de eerste plaats op tot het verwerven van het diploma van leraar secundair onderwijs. De overheid bepaalt de basiscompetenties van de leraar secundair onderwijs (afgeleid vanuit het beroepsprofiel van de ervaren leraar). Deze basiscompetenties zijn een beschrijving van de kennis, vaardigheden en attitudes waarover iedere afgestudeerde leraar moet beschikken om op een goede manier als beginnend leraar te kunnen functioneren. De vernieuwde basiscompetenties voor de leraar secundair onderwijs werden op 5 oktober 2007 goedgekeurd en kunnen geraadpleegd worden op de site: www.ond.vlaanderen.be/edulex/database/document/document.asp?docid=13952 De verantwoordelijkheden van een leraar worden geconcretiseerd in tien typefuncties of functionele gehelen die binnen de opleiding aan bod komen. Functioneel geheel 1 - De leraar als begeleider van leer- en ontwikkelingsprocessen Functioneel geheel 2 - De leraar als opvoeder Functioneel geheel 3 - De leraar als inhoudelijk expert Functioneel geheel 4 - De leraar als organisator Functioneel geheel 5 - De leraar als innovator - de leraar als onderzoeker Functioneel geheel 6 - De leraar als partner van de ouders of verzorgers Functioneel geheel 7 - De leraar als lid van een schoolteam Functioneel geheel 8 - De leraar als partner van externen Functioneel geheel 9 - De leraar als lid van de onderwijsgemeenschap Functioneel geheel 10 - De leraar als cultuurparticipant 4
Binnen de SLO van CVO VIVO hebben we gekozen om die basiscompetenties zichtbaar te maken in een competentieboekje. We onderscheiden hierbij 9 centrale rollen en 20 beroepstaken. Hieronder vind je het kijkkader van de rollen en de beroepstaken. 5
2 Taken en verantwoordelijkheden 2.1 Directie stageplaats Van de directie van de stageplaats vragen we dat je: de toestemming geeft om stage te lopen in de stageplaats via de raamovereenkomst / het ondertekenen van de Stageovereenkomst preservicetraining SLO (zie bijlagen); een ingevulde risicoanalyse bezorgt aan de student; de praktijkwijzer en stagehandleiding éénjarig traject info voor directie en mentoren doorneemt; verantwoordelijk bent voor het aanduiden van de contactpersoon die een gevarieerd praktijkrooster opmaakt voor de student. Het stagerooster wordt het best gepland in overleg met de coördinatoren en met ervaren mentoren, uiteraard zonder het lessenrooster geweld aan te doen; toestemming verleent aan de stagebegeleider van CREO om stagebezoeken af te leggen. 2.2 De coördinatoren en de mentoren van de stageplaats Van de coördinator vragen we dat je: de praktijkwijzer en stagehandleiding éénjarig traject info voor directie en mentoren doorneemt; de student een stagerooster bezorgt waarin hij/zij (graag bij minimum 2 mentoren 1 ) een lesopdracht kan volgen, bestaande uit mesoactiviteiten (30u), observatie (15u), participatie (25u) en actieve stage (20u). Meer info is terug te vinden in deze praktijkwijzer en stagehandleiding onder 6.2. Overzicht van de preservicepraktijk (= praktijk in het werkveld) ; Voor de inplanning verwijzen we naar het schema op p.12; bij algemene vragen, problemen of onduidelijkheden bij planning en invulling van de stageactiviteiten contact opneemt met de coördinator stage eenjarig traject SLO ann.adriaenssen@creo.be bij inhoudelijke vragen omtrent de invulling van de didactische stage contact opneemt met de stage- /praktijkbegeleidster (zie 2.3); bij vragen over de schoolbrede activiteiten contact opneemt met eveline.larmuseau@creo.be De leerkrachten van de stageplaatsen bij wie de student lessen observeert, participeert en actief zelf les geeft, spelen een belangrijke rol in het professionele leerproces van de student. Voor de student treden zij op als mentor. 1 Indien het enigszins mogelijk is, vragen wij om maximaal 5 verschillende mentoren toe te wijzen over de gehele stageperiode. Dit omwille van het overzichtelijk houden van de opvolging van het leerproces van de student. 6
We vragen dat de mentor voldoet aan volgende criteria: is als personeelslid verbonden aan de stageplaats; beschikt over de nodige bekwaamheidsbewijzen / ervaring (vakinhoudelijk en pedagogisch-didactisch); heeft geen familiale of relationele banden met de stagiair. Van de mentor vragen we dat je 2 : de student verschillende lessen laat observeren; mogelijkheden biedt tot participatie aan de lessen; de lesonderwerpen voor de actieve stage tijdig doorgeeft en toelicht; de student introduceert in de didactische beginsituatie van de leerlingen en de didactische voorzieningen op school; indien gewenst, op voorhand aan de student feedback geeft over de lesvoorbereiding en hem/haar ondersteunt door handboeken ter beschikking te stellen; na elke participatie van de student aan de les/mesoactiviteit, mondeling feedback geeft en samen met de student reflecteert over het lesgeven. Wat lukte of lukte nog niet en hoe kwam dat?. Het leerproces van de student staat hierbij centraal. Dit impliceert dat de student kansen moet krijgen en de stagementor de nodige tolerantie en begrip kan opbrengen voor verschillen in aanpak bij het realiseren van de doelstellingen. Gerichte, positief opbouwende en snelle feedback is essentieel voor de student om de nodige professionele leervorderingen te realiseren. na elke actieve stage van de student aan de les, de feedback ook bondig schriftelijk bezorgt, via het document feedback van de mentor op de stage. Via deze feedback kan ook de stagebegeleider van de opleidingsinstelling het leerproces van de student goed opvolgen; op het einde van de stageperiode een attitudelijst invult (één per mentor); op het einde van de stageperiode, samen met de andere mentoren van de stageplaats, een eindbeoordeling maakt van het functioneren van de student in de school. De eindbeoordeling omvat niet alleen een evaluatie van de didactische capaciteiten, maar ook van het functioneren in het team, de ingesteldheid t.a.v. de school, het denken en handelen in termen van kwaliteit, m.a.w. is de student iemand die jullie als toekomstige collegaleerkracht in jullie school zouden willen zien functioneren? alle feedback op lessen, samen met de attitudelijst en met de eindbeoordeling afgeeft aan de student. De student is zelf verantwoordelijk voor het opnemen van deze documenten in zijn assessmentportfolio; wijzigingen in het stagerooster tijdig meedeelt, zodat de student de stagebegeleider van CREO kan verwittigen; bij vragen, problemen of onduidelijkheden contact opneemt met de stagebegeleider van CREO. 2 Eventuele nodige documenten worden door de stagiair bezorgd 7
2.3 De stage-/praktijkbegeleiders van CREO Bij de start van het opleidingstraject voorziet de opleiding informatiesessies met betrekking tot de preservicepraktijk voor de studenten. De stage- /praktijkbegeleiders geven dan concrete richtlijnen mee voor de organisatie van de stage. De stage in de scholen wordt per student gedurende het volledige schooljaar opgevolgd door een procesbegeleider, die: beschikbaar is voor het helpen zoeken naar antwoorden op leervragen en naar oplossingen bij problemen i.v.m. de stageorganisatie en/of de stageactiviteiten (vraaggestuurd); de transfer tussen theorie en praktijk stimuleert tijdens procesbegeleidingsmomenten; de uitwerking van praktijkopdrachten opvolgt; 2 aangekondigde werkplekbezoeken aflegt en daarbij telkens minimum 1 volledig lesuur actieve stage bijwoont en nabespreekt; een aanzet geeft tot zelfreflectie bij de student; de feedback vanuit de stageschool opvolgt; het digitaal logboek stage opvolgt; contact opneemt met de stageschool bij vragen, onduidelijkheden of problemen; halverwege het traject een tussentijds assessment organiseert. Tijdens dit tussentijds assessment wordt een eerste keer summatief stil gestaan bij de inspanningen die de student tot dan toe geleverd heeft. Het leerproces wordt besproken, samen met de feedback van de mentoren van de stageschool. Indien mocht blijken dat de inspanningen van de student totaal ontoereikend zijn om in het werkveld verder aan de slag te gaan, dan kan de preservicepraktijk in het belang van de leerlingen stopgezet worden. een eindassessment organiseert (samen met een 2 de assessor) waarin de student alle kansen krijgt te bewijzen dat de basiscompetenties bereikt zijn. Hiervoor wordt een assessmenthandleiding ter beschikking gesteld. Stage-/praktijkbegeleiders CREO: - karlien.dejaeger@creo.be - julie.foulon@creo.be - severien.vandeputte@creo.be 2.4 De student Van de student vragen we dat hij/zij: zich aanmeldt en voorstelt bij de directie van de stageplaats; de stage-info mondeling kan toelichten aan directie en mentoren en verwijst naar de digitale bundel op de website van CREO; de contactdag(en) op de stageplaats bijwoont; 8
één ondertekend exemplaar stageovereenkomst preservicetraining SLO en een ingevulde risico-analyse indient in CREO en beide documenten ook oplaadt in zijn/haar assessmentportfolio; in de stageplaats afspraken maakt rond stagerooster en lesbevoegdheden; het schoolreglement van de stageplaats eerbiedigt; zich maximaal inzet bij de voorbereiding en de uitvoering van de praktijkopdrachten (voor concrete omschrijvingen: zie bijhorende studiewijzers en opdrachtenfiches); zowel schriftelijk als mondeling reflecteert over eigen leerervaringen als stageleerkracht; het digitaal logboek stage wekelijks invult; alle noodzakelijke administratie (identificatiegegevens voor de stage + stagerooster actieve stage) minstens 10 dagen voor de uitvoering van de actieve stage aan de stagebegeleider bezorgt; initiatief neemt om tijdig informatie te vragen en te bezorgen aan mentoren / stage-/praktijkbegeleider; feedbackformulieren en/of beoordelingsdocumenten bij praktijkopdrachten voor de uitvoering van de activiteit bezorgt aan de mentor(en); een positieve en open leerhouding aanneemt t.a.v. feedback van mentoren en stagebegeleider; zich conform de verwachte attitudes van een leraar gedraagt; elke verhindering voor de aanvang van het 1 ste lesuur meedeelt aan de school waar hij/zij stage loopt en aan de stagebegeleider van CREO (ongewettigde afwezigheden worden gelijkgesteld met het afbreken van de stage); op het einde van de stage de directie, stagecoördinator en mentoren bedankt voor de geboden kansen; zich grondig voorbereidt op het tussentijds en eindassessment. 9
3 Contactpersonen CREO De administratieve verwerking via lerarenstage.be gebeurt door Ann Adriaenssen. Bij algemene vragen, problemen of onduidelijkheden bij planning en invulling van de stageactiviteiten kan je haar ook contacteren. ann.adriaenssen@creo.be Bij vragen over de didactische stage, contacteer je de procesbegeleider DC (Karlien De Jaeger, Julie Foulon of Severien Vandeputte): karlien.dejaeger@creo.be julie.foulon@creo.be severien.vandeputte@creo.be Bij vragen over de schoolbrede activiteiten (keuzeraster met inspiratiefiches) neem je contact op met Eveline Larmuseau. eveline.larmuseau@creo.be 10
4 Begeleiding en beoordeling Begeleiding en beoordeling zijn twee van elkaar te onderscheiden taken. Begeleiding heeft te maken met ondersteuning en aansturing van de student in het verwerven van inzichten, vaardigheden en attitudes. De begeleiding van de studenten is in de gehele opleiding sterk gericht op zelfsturend leren. Het is de student zelf die zich tot een competente beginnende leraar vormt. Hij/zij krijgt bij dit leerproces verschillende aansturende en ondersteunende contactmomenten aangeboden. Een hulpmiddel om concreet zicht te krijgen op de verwachtingen t.a.v. een leerkracht en te groeien in de emancipatorische en leerlingengerichte visie op leren en onderwijzen die het begeleiden van en zorg geven aan leerlingen en jongeren centraal stelt, is het competentieboekje. Dit competentieboekje kan ook voor mentoren en stagebegeleiders een inspiratiebron zijn bij het geven van feedback en het in beeld brengen van de sterktes en de werkpunten van de student. Het is zeker niet de bedoeling dat mentoren het (volledige) boekje moeten invullen voor de student. De summatieve beoordeling situeert zich hoofdzakelijk op het einde van het schooljaar. Tijdens een eindassessment krijgt de student alle kansen om te bewijzen dat de basiscompetenties bereikt zijn. Hij/ zij doet dit aan de hand van de inhoud van een digitaal assessmentportfolio waarin hij/zij zowel eigen bewijskracht (lesvoorbereidingen, ontwikkelde leermiddelen en evaluatieinstrumenten, reflecties) als externe bewijskracht (feedback van peers, mentoren en stagebegeleider) verzameld heeft. De eindbeoordeling is géén rekenkundig gemiddelde van alle afzonderlijke praktijkopdrachten, maar wel een gemotiveerde waardeschatting op grond van alle beschikbare informatie over de activiteiten van de student. In het competentieboekje is een duiding van de beoordelingscriteria van de opleiding terug te vinden. 5 Verzekering De arbeidsongevallenverzekering dekt een ongeval van een stagiair tijdens zijn stage: Polis KBC 37706129. De schoolongevallenverzekering dekt een ongeval van een stagiair op weg van huis naar de stageplaats en omgekeerd: Polis KBC 37121230.. 11
6 Planning van de preservicepraktijk 12
6.1 Overzicht van de lesvrije momenten (aangeduid in blauw) 13
6.2 Overzicht preserviceactiviteiten 6.2.1 Overzicht schoolbrede activiteiten ondersteunende modules via het keuzeraster Via de schoolbrede activiteiten willen we de student laten kennismaken met de taken van de leraar naast het lesgeven zelf. Het keuzeraster op de volgende pagina s biedt een overzicht van heel wat zinvolle schoolbrede activiteiten die gelinkt zijn aan de ondersteunende modules. In de Wegwijzer voor de schoolbrede activiteiten vindt de student per activiteit een inspiratiefiche met een omschrijving en een stappenplan. De concrete invulling kan flexibel aangepast worden aan de specifieke context van de stageschool of je kan ook zelf voorstellen doen. De student bespreek sterk afwijkende activiteiten zeker eerst met de persoonlijke begeleider van de schoolbrede activiteiten binnen de opleiding. Zorg dat de student zeker activiteiten kan opnemen uit de eerste 4 rubrieken, tenzij anders afgesproken met de begeleider. In totaal voorzien we dat de student minstens 30 uur in de stageschool zelf aanwezig zal zijn. De student is verantwoordelijk voor de registratie van de uitgevoerde activiteiten in zijn werklogboek (planning); Hij omschrijf deze in het algemene logboek voor DC en schoolbrede activiteiten. Met vragen kan je ook terecht bij eveline.larmuseau@cvovivo.be (coördinator schoolbrede activiteiten). Zie ook bijlage 1 bij deze handleiding. Op de volgende pagina vind je het keuzeraster. Hieronder vind je de legende die bij de gebruikte afkortingen hoort. Volg Vnr Richtperiode Wat gaat vooraf: volgtijdelijkheid? Volgnummer van de activiteit i.f.v. volgtijdelijkheid In welke opleidingsfase kan deze activiteit worden uitgevoerd? B Begin M Midden E Einde 14
15
6.2.2 Overzicht stages didactische modules Didactische Competenties (DCA / DCP / DCO / DCS) Geleidelijke opbouw en verwevenheid van observatie naar participatie naar actieve stage. De observatiestage (15 u) vindt plaats tijdens meerdere lesblokken bij voorkeur binnen het eigen vakgebied. De klemtoon ligt vooral op kennismaking met de onderwijsleersituatie. + kennismaking met de taak van de leraar op school en in de klas + ontwikkelen van een onderwijsleermiddel a.d.h.v. een geobserveerde les die teruggespeeld wordt naar de leerkracht in kwestie. De participatiestage (25 u) is een combinatie van observeren enerzijds en zoveel mogelijk participeren aan het onderwijsgebeuren anderzijds. Binnen die uren voert de student verschillende activiteiten zelf uit. Dit kan zijn : - een deel of een volledige les geven (belangrijk is dat je zeker minstens 4 volledige lessen geeft gedurende de looptijd van je participatiestage (lessen die in tegenstelling tot in de actieve stage - formatief geëvalueerd worden)) - een toets opstellen en afnemen (telt voor 1 u) - een toets verbeteren en nabespreken (telt voor 1u) - bij groepswerk de begeleiding van (één) groepje(s) opnemen of bij praktijklessen (een deel van de) leerlingen opvolgen en begeleiden - een stuk les uitwerken in de vorm van een zelfstudiepakket of leerpad (introductie in de les + begeleiding telt voor maximum 2u) - opdrachtenfiches maken voor leerlingen en de opdracht(en) effectief laten uitvoeren in de klas (1 opdrachtenfiche introduceren in de klas en daarbij begeleiding bieden telt voor maximum 1u participatiestage) - ondersteunen van leerlingen met moeilijkheden - extra uitleg geven aan enkele leerlingen in het kader van binnenklasdifferentiatie ) - een excursie (samen met collega s) organiseren en actief begeleiden (telt voor maximum 4u) De actieve stage (20u): minimum 20 volledige lesuren zelfstandig uitwerken en in praktijk brengen. Het is belangrijk om te experimenteren en de competenties te verwerven in een breed spectrum van gevarieerde situaties, die representatief zijn voor de complexe beroepspraktijk waarin je als leerkracht functioneert. We geven een variatie aan situaties mee, je kiest en werkt minimum 5 verschillende contexten uit: - Labo- praktijk- of vaardigheidsles - Interactieve theorieles - Oefeningenles met (individuele) begeleiding / klassikale bespreking - Evaluatiemoment (summatief): afnemen van een toets - Evaluatiemoment (formatief of summatief): werken met een checklist of beoordelingsschaal - Les waarin samenwerkend leren centraal staat - Les met discussievorm - Les met spelvorm - Werken met opdrachtenfiches - Voeren van een individueel begeleidingsgesprek - Organiseren van een intervisiemoment stage - Les met specifieke aandacht voor differentiatie 16
- Les met uitwerking van een web 2.0-toepssing (ICTintegratie) - Concrete vragen over de didactische stage, stelt de student aan de procesbegeleider en/of de verantwoordelijke voor de didactische stage: - Karlien.dejaeger@creo.be - Julie.foulon@creo.be - Severien.vandeputte@creo.be Bij de invulling van de praktijkactiviteiten krijgt de school de vrijheid om de concrete uitwerking flexibel en zinvol in te passen binnen de context van de school. Indien dit het geval is, brengt de student de procesbegeleider (en begeleider van de schoolbrede activiteiten) hiervan op de hoogte. 17
6.2.3 Overzicht per module/ deeltraject voor de stageplaats Ondersteunende modules studiepunten: 3.3 (praktijk in het werkveld) Naam verantwoordelijke Eveline Larmuseau Taak Minimum 30 u stageactiviteiten (3.3 studiepunten PP) Participatiegraad van de praktijkopdracht X 1 Oriënteren / bestuderen / reflecteren /onderzoeken (voorbereiding op stageactiviteiten en verwerking van stage-ervaringen gebeurt thuis en tijdens de contactmomenten van de ondersteunende modules) X 2 Observeren / luisteren (observatiestage) X 3 Participeren (participatiestage) X 4 Zelfstandig uitvoeren (actieve stage) Verwachtingen t.a.v. de stageschool / ankerschool Planning (timing) Tijd die de student effectief aanwezig is in de stageschool aantal uren (30 uur) op schooljaarbasis Inschatting totale tijdsbesteding van de stageschool in functie van opvang / begeleiding / evaluatie van de stagiair op schooljaarbasis zie wegwijzer voor de schoolbrede activiteiten Aandeel in de begeleiding: X 1 Stagiair is zelf verantwoordelijk. De activiteiten kunnen op zelfstandige basis uitgevoerd worden. De gewenste begeleiding gebeurt vraaggestuurd (tijdens contactmomenten, via SMS ) X 2 CVO: geeft toelichting bij keuzeraster/activiteiten, zorgt voor procesbegeleiding + afstandsbegeleiding door vaste procesbegeleider, organiseert intervisiemomenten, bezoekt de stageschool min. 1 keer i.f.v. de schoolbrede activiteiten en 1 à 2 keer i.f.v. de begeleiding van de lesactiviteiten. De vaste procesbegeleider is het aanspreekpunt voor de stageschool bij vragen of terugkoppeling van feedback. X 3 Mentor-coach / schoolmentor: helpt bij de opmaak van het stagerooster en het invullen van de risico-analyse. Tussen 1/10 en 30/05 X 4 Begeleider op de stageplaats: leest de stagehandleiding éénjarig traject of informeert naar de inhoud van de stage (bij de student); laat de student verschillende activiteiten observeren; introduceert de student in de ondersteuningsactiviteiten van de leerlingen en de voorzieningen op school; biedt mogelijkheden tot participatie en/of zelfstandige uitvoering van activiteiten aan; geeft indien gewenst op voorhand aan de student feedback over eventueel voorbereidend werk en ondersteunt hem/haar door ondersteuningsmateriaal (werkfiches) ter beschikking te stellen; geeft na elke participatie van de student aan een activiteit, indien interessant, mondeling feedback/-forward en reflecteert samen met de student: Wat lukte of lukte nog niet en hoe kwam dat? Het leerproces van de student staat hierbij centraal. Dat impliceert dat de 18
student kansen moet krijgen en de stagementor de nodige tolerantie en begrip kan opbrengen voor verschillen in aanpak bij het realiseren van de doelstellingen. Gerichte, positief opbouwende en snelle feedback is essentieel voor de student om de nodige professionele leervorderingen te realiseren. maakt op het einde van de stageperiode, samen met alle betrokkenen van de stageschool, een schriftelijke eindbeoordeling van het functioneren van de student in de school. De eindbeoordeling omvat niet alleen een evaluatie van de begeleidingsvaardigheden van de student, maar ook van het functioneren in het team, de ingesteldheid t.a.v. de school, het denken en handelen in termen van kwaliteit m.a.w. is de student iemand die de school als toekomstige collega-leerkracht in de school zou willen zien functioneren? deelt wijzigingen in het stagerooster tijdig mee, zodat de student de procesbegeleider van CVO VIVO kan verwittigen; neemt bij vragen, problemen of onduidelijkheden contact op met de procesbegeleider van CVO. X 5 Medestudent(en): geven feedback via de deelname aan discussiefora + tijdens intervisiemomenten Verwachtingen t.a.v. de stageschool in functie van evaluatie: 1 Geen beoordeling (noch beschrijvend, noch met punten) enkel bevestiging aanwezigheid student (via ondertekenen van observatierooster) + signaalfunctie m.b.t. respectvol omgaan met personeelsleden, leerlingen en andere betrokkenen in de stageschool X 2 Beoordeling via bondige verslaggeving (geen scores) + mogelijkheid tot persoonlijk contact met vaste procesbegeleider; mogelijkheid tot tussentijdse beoordeling via een feedbackformulier (vrijblijvend in te vullen). contactgegevens van procesbegeleider worden bij de start van de stage bezorgd. 3 Beoordeling via geven van een score Didactische competenties (DCA DCP DCO DCS) Naam DC-verantwoordelijke Taak studiepunten: 33 (11 theorie/22 praktijk) Karlien De Jaeger Minimum 60u stageactiviteiten op klasniveau, gaande van observatie- naar participatie-, naar actieve stage Participatiegraad van de praktijkopdracht X 1 Oriënteren / bestuderen / reflecteren / onderzoeken (voorbereiding op stageactiviteiten en verwerking van stage-ervaringen gebeurt thuis en tijdens de contactmomenten DC) X 2 Observeren / luisteren (observatiestage) 15u X 3 Participeren (participatiestage) 25u X 4 Zelfstandig uitvoeren (actieve stage) 20u Verwachtingen t.a.v. de stageschool / ankerschool Planning (timing) Tijd die de student effectief aanwezig is in de stageschool aantal uren (50 min) op schooljaarbasis Inschatting totale tijdsbesteding van de stageschool in functie van opvang / begeleiding / evaluatie van de stagiair op schooljaarbasis 60u 8 u/ mentor (ongeveer halfuur stageweek) een per 19
Aandeel in de begeleiding: X 1 Stagiair is zelf verantwoordelijk. De opdracht kan op zelfstandige basis uitgevoerd worden. Gewenste begeleiding gebeurt vraaggestuurd (tijdens contactmomenten, tijdens procesbegeleiding, via digitaal portfolio ) X 2 CVO: toelichting bij opdracht procesbegeleiding + afstandsbegeleiding door vaste procesbegeleider organisatie van intervisiemomenten + minimum 2 vooraf aangekondigde bezoeken op de stageplaats. Vaste procesbegeleider is aanspreekpunt voor de stageschool bij vragen of terugkoppeling van feedback. X 3 Mentor-coach / schoolmentor: helpen bij opmaak van stagerooster + invullen risico-analyse Observatiestage (15u): voornamelijk tussen 6/11 en 17/11 (blokstage), daarna ook mogelijk op vrijdag Participatiestage: tijdens de maanden december tot en met maart: 5 weken in te plannen met een opdracht van 5u/week bij 2 of meerdere mentoren op maandag en/of vrijdag. Actieve stage: tijdens de maanden april en mei (student is dan zo goed als lesvrij) X 4 Vakmentor / vakleraar: lezen van de stagehandleiding éénjarig traject info voor de mentor gedurende het jaar (inhoudelijke) afspraken maken m.b.t. participatieaandeel + aandeel / inhoud actieve stage met student na de participatiemomenten en stagelessen, de ervaringen met de student bespreken schriftelijke feedback bezorgen aan student m.b.t. de uitgevoerde actieve stage (geen scores) op het einde van de stage een attitudeschaal invullen na afloop van de stageperiode, samen met de andere mentoren een schriftelijke eindbeoordeling bezorgen aan de student indien wenselijk contact opnemen met procesbegeleider van student tijdens stagebezoeken en/of per mail X 5 Medestudent(en): via deelname aan discussiefora + intervisie tijdens contactmomenten Verwachtingen t.a.v. de stageschool in functie van evaluatie: 1 Geen beoordeling (noch beschrijvend, noch met punten) enkel bevestiging aanwezigheid student (via ondertekenen van observatierooster) + signaalfunctie m.b.t. respectvol omgaan met personeelsleden, leerlingen en andere betrokkenen in de stageschool X 2 Beoordeling via bondige verslaggeving (geen scores) + mogelijkheid tot persoonlijk contact met vaste procesbegeleider contactgegevens van procesbegeleider worden bij de start van de stage bezorgd. 3 Beoordeling via geven van een score 20
Bijlagen Bijlagen Bijlage 1: Infobrief voor directie over de schoolbrede activiteiten (mesoactiviteiten) Andere bijlagen: zie documenten [toelichting, stageovereenkomst, beoordeling] op de website van CVO VIVO (stage-info) http://www.cvovivo.be/opleidingen/lerarenopleiding/stagelerarenopleiding/eenjarig-traject 21
Bijlagen 22
E-mailadressen verantwoordelijken Directeur CREO Opleidingscoördinator SLO CREO Coördinator éénjarig traject, EVC/EVK en niet-didactische modules Coördinator LIO en didactische modules algemeen Coördinator didactische modules éénjarig traject Administratieve verwerking stageaanvragen Kortrijk Moduleverantwoordelijke OMA Moduleverantwoordelijke LEV Moduleverantwoordelijke COO Moduleverantwoordelijke BEG Moduleverantwoordelijke GRM Moduleverantwoordelijke PPC Moduleverantwoordelijke DCA Moduleverantwoordelijke DCP Moduleverantwoordelijken DCO Moduleverantwoordelijke DCS Lectoren SLO CREO éénjarig traject ann.derycke@creo.be stephanie.vanmarcke@creo.be 0497/34 04 42 ann.adriaenssen@creo.be ingrid.deweder@creo.be karlien.dejaeger@creo.be ann.adriaenssen@creo.be dennis.monte@vtibrugge.be stephanie.vanmarcke@creo.be eveline.larmuseau@creo.be nathalie.peene@vtibrugge.be ann.adriaenssen@creo.be randy.samyn@vtibrugge.be karlien.dejaeger@creo.be joke.verfaille@creo.be severien.vandeputte@creo.be julie.foulon@creo.be eve.arckens@creo.be eveline.larmuseau@creo.be greet.gevaert@creo.be ingunn.lefebvre@creo.be julie.foulon@creo.be karlien.dejaeger@creo.be severien.vandeputte@creo.be