Criminaliteitsbarometer



Vergelijkbare documenten
Methodologische nota. Politiële criminaliteitsstatistieken

FPF/CGOP/Beleidsgegevens PCS 2012 Semester 1 (Afsluitingsdatum 16/11/2012) 1

Semester

Criminaliteitsbarometer

Het aantal geregistreerde misdrijven door de politiediensten daalt in 2012

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN BELGIË Federale Politie - DGR/DRI

Methodologie verdachten. Politiële criminaliteitsstatistieken

POLITIËLE CRIMINALITEITSGEGEVENS

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN PLEEGPLAATS: POLITIEZONE ANTWERPEN FPF/DGR/DRI/BIPOL

POLITIËLE CRIMINALITEITS- STATISTIEKEN 2015

tendensen STATISTIEKEN POLITIËLE CRIMINALITEITS-

College van Procureurs-generaal stelt. jaarstatistiek 2015 van de correctionele parketten voor

CRIMINALITEITSBAROMETER PLEEGPLAATS: POLITIEZONE GRENS Federale Politie - DGR/DRI

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN PLEEGPLAATS: GEWEST. Brussels Hoofdstedelijk Gewest Federale Politie - DGR/DRI

GEMEENTE LENNIK. Informatievergadering 7 juli 2011

Persconferentie criminaliteitscijfers

POLITIËLE CRIMINALITEITS- STATISTIEKEN

Samenvatting van de analyse van de federale enquête

Semester

Bijna de helft van de geweldsmisdrijven wordt in de openbare ruimte gepleegd / foto: Inge van Mill.

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN PLEEGPLAATS: PROVINCIE. Antwerpen Federale Politie - DGR/DRI

ABOUT STATISTICS, ROBBERIES AND FREE LUNCH

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN (PCS) ALGEMENE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE ONDERSTEUNING DIRECTIE VAN DE NATIONALE GEGEVENSBANK FEDERALE POLITIE

JAAROVERZICHT 2012 PRIORITAIRE FENOMENEN

BERICHT VAN DE POLITIEZONE GENT VOOR DE LEDEN VAN DE COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN (tevens ter verspreiding naar de pers)

JAARRAPPORT 2010 POLITIE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN

PERSBERICHT Brussel, 20 december 2013

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN PLEEGPLAATS: GERECHTELIJK ARRONDISSEMENT. Limburg Federale Politie - DGR/DRI

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

Noord-Limburg , , ,2

Vraag nr. 351 van 26 februari 2013 van PAUL DELVA

Definitieve resultaten eindejaarscontroles

Vennootschappen onderworpen aan de vennootschapsbijdrage

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

STUDIE Faillissementen 2 november 2016 Opnieuw forse stijging in oktober

Een stand van zaken van ICT in België in 2012

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

Veiligheid kernthema: maatschappelijk evenwicht & veiligheid

College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2015 van de jeugdparketten voor

JAARRAPPORT 2011 POLITIELE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN FEDERALE POLITIE DIRECTIE VAN DE OPERATIONELE POLITIONELE INFORMATIE DIENST BELEIDSGEGEVENS

Kwartaal

De hoogste interventiedruk deed zich voor tussen en uur. Voor en na uur nam het aantal tussenkomsten af.

Kwartaal

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN PLEEGPLAATS: POLITIEZONE DEMERDAL - DSZ Federale Politie - DGR/DRI/BIPOL

Criminaliteitscijfers en gemeentelijke administratieve sancties 2012

De inflatie zakte in juni nog tot 1,5 punten. De daaropvolgende maanden steeg de inflatie tot 2,0 in augustus (Bron: NBB).

Tendensen Politiële criminaliteitsstatistieken

Pendelarbeid tussen Gewesten en provincies

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN PLEEGPLAATS: POLITIEZONE PZ LIMBURG REGIO HOOFDSTAD FPF/DGR/DRI/BIPOL

notarisbarometer 101,6 99, ,2 99,8 94,1 Belgisch vastgoed zet de economische crisis een hak

nr. 285 van LORIN PARYS datum: 25 januari 2017 aan JO VANDEURZEN Justitiehuizen - Werklastmeting

... Graydon studie. Faillissementen. Oktober 2018

Criminaliteitsgegevens Verdeling van de verschillende feiten (Bron : Criminaliteitsbarometer, cijfers maart 2019) Evolutie van de criminaliteit

BERICHT VAN DE POLITIEZONE GENT VOOR DE LEDEN VAN DE COMMISSIE ALGEMENE ZAKEN (tevens ter verspreiding naar de pers)

... Graydon studie. Faillissementen. Eerste semester 2018

Definities van de criminele figuren en fenomenen (alfabetisch)

De vastgoedactiviteit volgt de evolutie van het aantal vastgoed-gerelateerde dossiers op die maandelijks binnekomen in de notariskantoren.

Arbeidsmarktbarometer Onderwijs

«Multiple communities en hun politiële aanpak»

College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de jeugdparketten voor

Resultaten voor België Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

STUDIE. Faillissementen februari 2017

Regionale verdeling van de vastgoedactiviteit

STUDIE Faillissementen 1 december Maand november sluit af met stijging van 3,69% In Brussel een stijging van 25,17%.

NOTARISBAROMETER S LANDBOUWGRONDEN LANDBOUWGRONDEN GEMIDDELDE PRIJZEN EN OPPERVLAKTE N 2

De evolutie en tendensen op regionaal en provinciaal niveau worden verderop in deze barometer besproken.

Resultaten voor Brussels Gewest Ongevallen Gezondheidsenquête, België, 1997

Cijfermateriaal basisregistratie

Verkeersveiligheidsbarometer. 1 e trimester Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid D/2016/0779/27

Profiel van de UVW-WZ: vergelijking 2004/ 2013

Ontwikkeling van misdrijven in Amersfoort

STUDIE Faillissementen mei 2016

B A S I S V O O R B E L E I D

POLITIËLE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN PLEEGPLAATS: GEMEENTE. Brussel Federale Politie - DGR/DRI

IVAREM is de Intergemeentelijke Vereniging voor duurzaam Afvalbeheer in de regio Mechelen.

PERSBERICHT Brussel, 5 augustus 2013

... Graydon studie. Faillissementen. Januari februari 2018

1,9 miljoen Belgen hebben nog nooit een computer gebruikt; 2,6 miljoen Belgen hebben nog nooit op het internet gesurft.

Verkeersveiligheidsbarometer. 1 ste semester Belgisch Instituut voor de Verkeersveiligheid D/2016/0779/29

De werkloosheid op haar hoogste peil sinds het begin van de crisis

Onderstaande tabel geeft de volledigheid weer van de ANG-gegevens tijdens de afsluitdatum januari

NOVEMBER 2014 BAROMETER

Criminaliteit en slachtofferschap

Toename van geweld en verwevenheid met andere criminaliteit

... Graydon studie. Faillissementen. oktober 2017

Regionale verdeling van de notariële vastgoedindex

FONDS VOOR ARBEIDSONGEVALLEN

Criminaliteit politiezone VLAS blijft verder dalen

Meldpunt Vossenschade: een overzicht voor 2012

Arbeidsmarktbarometer 2011 Basisonderwijs en Secundair onderwijs

Werkloosheidscijfers Tijdelijke werkloosheid Faillissementen

DE GENKSE BEVOLKING OP

Definities van de criminele figuren en fenomenen (alfabetisch)

EVOLUTIE VAN DE MARKT

PERSBERICHT Brussel, 28 maart 2013

Eindversie 04 april 2013

Toename van administratieve afhandeling

EVOLUTIE OP JAARBASIS (2017 YTD 2018) EVOLUTIE OP 5 JAAR (2013 YTD 2018)

College van Procureurs-generaal stelt jaarstatistiek 2014 van de correctionele parketten voor

Instituut voor de nationale rekeningen

Transcriptie:

POLITIELE CRIMINALITEITSSTATISTIEKEN 2015 Semester 1 Criminaliteitsbarometer FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 1

Politiële Criminaliteitsstatistieken per kwartaal Een barometer voor de criminaliteit in België 1. ALGEMEEN In het kader van het bevorderen van openbaarheid van bestuur en een cijfermatig onderbouwd, evidence based beleid, werd door de minister van Binnenlandse Zaken voor een open en transparante communicatie gekozen betreffende de misdrijven die door de politiediensten in België worden geregistreerd. De Politiële Criminaliteitsstatistieken (PCS) worden per kwartaal gepubliceerd. Met deze frequentie van publicatie en zonder afbreuk te doen aan de exhaustiviteit, zullen deze cijfergegevens nog meer dan vroeger kunnen functioneren als een graadmeter of een barometer betreffende de in België geregistreerde criminaliteit. De meest recente evoluties betreffende de geregistreerde criminaliteit in België zullen dus kunnen worden gemonitord. In de praktijk betekent dit dat zowel de burger als de verschillende actoren binnen het veiligheidsbeleid over kwartaalcijfers beschikken voor de verschillende bestuursniveaus (lokaal, arrondissementeel, provinciaal, gewestelijk en federaal). Daarnaast blijft strategische langetermijn-analyse mogelijk omdat verschillende jaren in ogenschouw worden genomen. De politie kan voor het opstellen en evalueren van haar operationele werking steunen op eigen maandelijkse barometers en rechtstreekse bevragingen van gegevensbanken. Het basisgegeven van de geregistreerde criminaliteitsstatistieken is het aanvankelijke procesverbaal dat door de politiediensten van de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus, werd opgesteld, ongeacht of het gaat om een voltooid misdrijf of een poging. Bij de recurrente verspreiding van deze barometer inzake criminaliteit wordt getracht steeds zoveel mogelijk informatie aan te bieden. Concreet betekent dit dat er gegevens ter beschikking worden gesteld inzake: De strafrechtelijke inbreuken op zich: de inbreuken op het Strafwetboek (misdaden, wanbedrijven en overtredingen) en de inbreuken op de Bijzondere Wetten (bijvoorbeeld de Drugswet van 1921). De criminele figuren / fenomenen: feiten die niet als dusdanig in het Strafwetboek zijn opgenomen maar waarmee men in de dagelijkse politiepraktijk regelmatig wordt geconfronteerd. Het betreft een combinatie van een misdrijf (bv. diefstal) met onder andere het voorwerp of vervoermiddel waarop dit misdrijf betrekking heeft (bv. autodiefstal), de plaats waar het misdrijf gepleegd is (bv. woninginbraak) of de manier waarop het misdrijf gepleegd werd (bv. diefstal gewapenderhand). De definitie en afbakening van deze criminele figuren vloeit voort uit de werkzaamheden van de Werkgroep Politiestatistiek (WPS). De plaatsbestemming van een feit: de functie die de plaats vervult waar het misdrijf is gepleegd (bv. openbare weg, onderwijsinstelling ). De voorwerpen: de zaken die het meest gestolen worden bij verschillende types van diefstal worden weergegeven. De vervoermiddelen: de gestolen auto s worden voorgesteld per merk. De niet-misdrijven: naast de strafrechtelijke inbreuken worden er in de politiële databanken ook een aantal feiten geregistreerd die op zich niet strafbaar zijn, doch waarvoor toch een proces-verbaal wordt opgemaakt (bv. zelfmoord, familiale moeilijkheden, verloren voorwerpen ). FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 2

Aan de hand van dit instrument wordt het mogelijk een vinger aan de pols te houden, nieuwe criminaliteitstendensen sneller te detecteren en dus, indien nodig, een onmiddellijke bijsturing van het veiligheidsbeleid te initiëren. Hiervoor is een snelle, betrouwbare vrijgave van gevalideerde gegevens van primordiaal belang. Voor de criminaliteitsstatistieken per kwartaal betekent dit concreet dat betrouwbare cijfers in principe beschikbaar zijn tot een periode van een viertal maanden voorafgaand aan de datum van afsluiting van de databank. Die bufferperiode wordt gehanteerd omdat een voldoende hoge volledigheid van de databank nodig is om zinvolle analyses te kunnen maken. Een proces-verbaal dient volgens de richtlijnen namelijk binnen de 3 weken te worden afgewerkt en overgemaakt aan de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG). Voor een deel van de processen-verbaal verloopt dit verwerkingsproces echter met vertraging. Op jaarbasis komt de volledigheid van de cijfers niet in het gedrang omdat bij de afsluiting voor de opmaak van de jaarlijkse Politiële CriminaliteitsStatistieken (PCS) hiermee rekening wordt gehouden zodat de betrouwbaarheid van de cijfers globaal genomen verzekerd is. Daardoor kunnen de PCS over het verloop van de jaren een betrouwbaar beeld geven over de tendensen in de vastgestelde criminaliteit. De huidige versie van de PCS bevat gegevens tot en met (pleegdatum) 30 juni 2015 (datum van afsluiting van de gegevensbank is 23/10/2015). De gegevens voor de jaren 2001 tot en met 2005 worden niet langer gepubliceerd, maar blijven wel opvraagbaar bij de Directie van de politionele informatie en de ICT-middelen (DRI) Business Unit Beleid en beheer (BIPOL). Op basis van een driemaandelijkse extractie 1 uit de ISLP-servers van de 192 politiezones, die vergeleken wordt met de Algemene Nationale Gegevensbank, kan grosso modo ingeschat worden welk percentage van aanvankelijke processen-verbaal (gerechtelijk-niet verkeer) zich nog niet in de ANG bevindt. Onderstaande tabel toont aan dat de voeding vanuit de politiezones niet overal met dezelfde snelheid gebeurt, wat dus een negatief effect heeft op de volledigheid van de criminaliteitsstatistieken, zeker wat betreft de cijferrapporten die betrekking hebben op de politiezones (en gemeenten) in kwestie. Vanzelfsprekend hebben deze achterstanden ook een impact op de hoger liggende geografische entiteiten tot en met het nationaal niveau toe. Tabel: verdeling van de 192 politiezones (registrerend korps) naar mate van de volledigheid van hun voeding naar de ANG, dit wat betreft de aanvankelijke gerechtelijke (niet verkeer) PV s opgesteld in ISLP tijdens het eerste semester van 2015. (Bron: Stuurbord ANG de dato 23 oktober 2015) % aanvankelijke gerechtelijke PV s nog niet in # PZ Naam PZ ANG 0,0% 17 0,1% - 1,0% 76 1,1% - 3,0% 68 3,1% - 5,0% 14 5,1% - 10,0% 14 POLICE FAMENNE-ARDENNE, POLICE HOUILLE- SEMOIS, PZ BIERBEEK/ BOUTERSEM/HOLSBEEK/LUBBEEK, GRENS, ZONE STAVELOT-MALMEDY, PZ POLBRUNO, ZONE DU VAL DE L'ESCAUT, BOTTE DU HAINAUT, ZONE DES TRIEUX, POLICE DES HAUTS-PAYS, ZP FLEURUS/LES BONS VILLERS/PONT-A-CELLES, ZONE HAUTE-MEUSE, 1 De meest recente dateert van 23 oktober 2015. Op die datum bedroeg de volledigheid van de ANG, voor de aanvankelijke processen-verbaal van het eerste semester van 2015 (datum in behandeling ISLP), op nationaal niveau 97,6%. Hiermee wordt lichtjes onder de drempelwaarde van 98% gebleven die doorgaans gehanteerd wordt om betrouwbare en verantwoorde uitspraken te garanderen betreffende de vastgestelde tendensen. Inmiddels werd een actie opgestart om de politiezones die dienaangaande in gebreke blijven, te sensibiliseren de voorgeschreven termijnen voor de registratie van een proces-verbaal te respecteren. Gezien het huidige klimaat van terroristische dreiging, zal het wegwerken van bestaande achterstanden binnen de politiezones niet direct de operationele prioriteit toegekend krijgen, wat een meer geleidelijke toename van de volledigheid tot gevolg zal hebben. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 3

ZONE DE SYLLE ET DENDRE, ZP NAMUR 10,1% - 20,0% 3 ZONE ZUID, ZP HAUTE SENNE, ZONE DES ARCHES Totaal aantal politiezones 192 We vermelden hier de betrokken zones, zeker niet om deze met de vinger te wijzen, doch om de gebruiker van de cijfers te waarschuwen dat de tendensen (in casu: vastgestelde dalingen) in de cijfers mogelijks nog kunnen veranderen. Dit is namelijk de eerste contextualisering van de cijfers die dient te gebeuren. De reden van de tragere voeding kan verschillende oorzaken hebben: technische problemen, capaciteitsproblemen, andere operationele prioriteiten, 2. AANDACHTSPUNTEN BIJ HET LEZEN EN INTERPRETEREN Bij het lezen en interpreteren van deze rapporten is het belangrijk dat volgende aandachtspunten in acht worden genomen. In een eerste grafiek wordt het totaal aantal gepleegde feiten weergegeven en dit over alle misdrijfcategorieën heen. Op zich zegt dit cijfer niet zoveel, gezien het gaat om een combinatie van zeer ernstige feiten (bv. moord) en eerder lichtere inbreuken (bv. openbare dronkenschap). Het is dus interessanter om elk specifiek misdrijf apart te bekijken. Wanneer een overzicht wordt gegeven per maand, dan dienen de meest recente maanden met de nodige omzichtigheid te worden bekeken, gezien mogelijks nog niet alle feiten geregistreerd zijn in de ANG. Feiten die niet gekend zijn bij de politie (dark number) worden per definitie niet meegeteld. Hiervoor geeft de Veiligheidsmonitor een mooie indicatie 2. Bij de interpretatie van een (lichte) daling moet enig voorbehoud gemaakt worden omdat door aanvulling met nog niet geregistreerde feiten deze daling kan ombuigen tot een status-quo of zelfs een stijging. Technische verbeteringen kunnen aanleiding geven tot lichte schommelingen tussen twee verschillende afsluitingen die worden uitgevoerd. Proactieve versus reactieve misdrijven: o Voor bepaalde misdrijfcategorieën (vb. drugsinbreuken, illegale vreemdelingen, schijnhuwelijken, illegale wapendracht, financiële en economische misdrijven) is de registratie sterk afhankelijk van de inspanningen die door de politiediensten worden geleverd. Men noemt dit proactieve misdrijven ( haalcriminaliteit ): hoe meer men er naar zoekt (acties), hoe meer feiten men vindt. Hoe meer drugscontroles er bijvoorbeeld gebeuren, hoe meer mensen men zal betrappen met drugs op zak en dus hoe meer PV s er (ambtshalve) zullen opgesteld worden. Een stijging in de geregistreerde cijfers voor dergelijke misdrijven wil dus niet noodzakelijkerwijze zeggen dat er ook in de realiteit een stijging is. Evoluties zijn eerder een indicator voor politieactiviteit. o Andere misdrijfcategorieën (vb. inbraken, diefstal gewapenderhand, geweld tegen personen, beschadigingen) zijn veel minder gevoelig voor de politieactiviteit. Dit zijn de reactieve misdrijven. Er wordt een PV opgesteld door de verbalisant omdat men geïnformeerd is door het slachtoffer (klacht) of door derden (aangifte). Evoluties zijn eerder een reflectie van het werkelijk voorkomen van een fenomeen, MAAR kunnen ook bepaald worden door bv. een 2 Met de bemerking dat de meest recente versie van deze bevolkingsenquête dateert van 2009. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 4

wijziging in de aangiftebereidheid van de bevolking. Een middel om dit dark number in te schatten is de Veiligheidsmonitor 3. 3. GEOGRAFISCHE VERGELIJKINGEN Geregeld verschijnen in de media hitparades waarin gemeenten met elkaar vergeleken worden op vlak van geregistreerde criminaliteit. Men wil immers graag een antwoord krijgen op de vraag Waar situeert zich de meeste criminaliteit?. Gemeenten uit dezelfde regio of gemeenten verspreid over het ganse land, maar die zogezegd vergelijkbaar zijn omwille van hun stedelijk karakter worden dan met elkaar vergeleken qua geregistreerde criminaliteit. Men doet dit meestal door middel van het berekenen van een criminaliteitsgraad, met andere woorden, men deelt het aantal geregistreerde feiten door het aantal inwoners. Soms gebeurt dit voor het geheel van de geregistreerde criminaliteit (wat al helemaal niet aan te raden is, omdat op dergelijke wijze elk misdrijf, ongeacht de ernst (vb. een moord versus een fietsdiefstal), evenveel gewicht krijgt in de berekening), soms voor bepaalde misdrijftypes. De criminaliteitscijfers van gemeenten vergelijken enkel op basis van het afwegen ten opzichte van het bevolkingsaantal, volstaat niet om op een verantwoorde manier een vergelijking te maken tussen gemeenten. Gemeenten verschillen onderling ook sterk op andere gebieden die een invloed kunnen hebben op de criminaliteit, dan enkel qua bevolkingsaantal. Zo zijn bijvoorbeeld de steden aantrekkingspolen voor werk, handel, onderwijs, toerisme, Het aantal personen aanwezig op hun grondgebied is dagelijks veel hoger dan het aantal officieel ingeschreven inwoners. Al deze personen kunnen vanzelfsprekend ook slachtoffer worden van misdrijven en de dagelijkse toestroom van personen creëert op zijn beurt een aantrekkingskracht voor crimineel gedrag. Ook de kustgemeenten situeren zich in een gelijkaardige positie en kennen op sommige tijdstippen een grote tijdelijke bevolking. Andere voorbeelden zijn studentensteden, toeristische trekpleisters, shoppingcenters buiten de stadskernen, Men moet steeds in het achterhoofd houden dat voor een gemeente waar een sterk verschil kan bestaan tussen de officiële bevolking en de aanwezige dagelijkse bevolking, de criminaliteitsgraad niet altijd een accuraat beeld geeft en dus ook niet de juiste posities in dergelijke hitparades weergeeft. Wat betreft de onderlinge vergelijking van gemeenten is het daarom aangewezen gebruik te maken van de gemeentetypologie, die alle gemeenten opdeelt in vergelijkbare groepen (bijvoorbeeld zwak uitgeruste kleine stad, grote stad, sterk morfologisch verstedelijkte gemeente) qua morfologie, uitrustingsniveau, Vergelijkingen binnen één vergelijkbare groep geven dan een realistischer beeld. Deze gemeentetypologie is evenwel aan herziening toe, aangezien de laatste versie zich baseerde op gegevens van 1991 en de accuraatheid ervan afgenomen is. Bovendien blijft het moeilijk om binnen eenzelfde type van gemeenten vergelijkingen te maken, specifiek voor wat de vergelijking tussen de 5 grote steden betreft (Antwerpen, Gent, Brussel-stad, Charleroi en Luik). Daar komen de gemeentegrenzen niet altijd overeen met de werkelijke stadsgrenzen (het aaneengesloten stedelijk weefsel). Het administratieve geheel kan kleiner zijn dan wat de stad in werkelijkheid is, omgekeerd kunnen de gemeentegrenzen ook ruimer zijn dan de stadsgrenzen. Op die manier kunnen criminaliteitsgraden enkel op basis van het aantal inwoners misleidend zijn, omdat de noemer (= het bevolkingsaantal) soms te groot is en soms te klein is. Als men al wil werken met een criminaliteitsgraad is het zeker niet aangewezen dit te doen op het geheel van de geregistreerde criminaliteit, dit omdat er een grote inhoudelijke variëteit 3 Idem. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 5

bestaat aan misdrijven (een fietsdiefstal is geen moord). Bovendien komen sommige misdrijftypes heel vaak voor en andere veel minder. Niet alle misdrijftypes lenen zich tot het opstellen van een graad. Men dient een onderscheid te maken tussen haalcriminaliteit en brengcriminaliteit. De laatste groep wordt geregistreerd op basis van aangifte van het slachtoffer (b.v. woninginbraak) waarbij de aangiftebereidheid eerder afhankelijk is van het soort delict dan van de ruimtelijke omgeving. Voor de haalcriminaliteit (b.v. drugsdelicten) kan en zal het aantal registraties sterk variëren naargelang de politieactiviteit in een bepaald criminaliteitsdomein. Als er geen of weinig politieactiviteit is in dat bepaalde domein, wordt dit soort van criminaliteit weinig of niet gedetecteerd, omgekeerd kan een goed gesitueerde politieactie wel een aanzienlijke detectie weergeven. Belangrijk is dat die politieactiviteit mee bepaald wordt door prioriteitsstellingen in het veiligheidsbeleid die geografisch kunnen verschillen. Een graad hoeft zich tenslotte ook niet altijd te baseren op het aantal inwoners. Zo bieden we enkele alternatieven op het interactieve deel van de website onder de vorm van kaarten. Voor autodiefstal en diefstal uit voertuig kan men de relatie leggen met het aantal ingeschreven voertuigen, voor woninginbraak met het aantal woongelegenheden en voor intrafamiliaal geweld met het aantal huishoudens. Een opmerking dient gemaakt te worden betreffende de ingeschreven voertuigen, meer bepaald betreffende de leasingwagens: deze worden toegewezen aan de gemeente waar de maatschappelijke zetel van de leasingmaatschappij gelegen is en niet aan de gemeente waar de gebruiker ervan woont, wat bijgevolg een onderschatting van de graad kan veroorzaken in die gemeenten waar leasingmaatschappijen gevestigd zijn. Definities en bronnen van de gebruikte contextvariabelen: Voertuig (bron: FOD Mobiliteit): Het voertuigenpark geeft een overzicht van alle in België ingeschreven gemotoriseerde voertuigen op datum van 1 augustus. Deze inschrijving vermeldt in het geval van een natuurlijke persoon het adres van de hoofdverblijfplaats en in het geval van een rechtspersoon (bijvoorbeeld bedrijfswagens) het adres van de maatschappelijke zetel. Woongelegenheid (bron: FOD Financiën): Gebouw of gedeelte van een gebouw bestemd om bewoond te worden door een gezin of als dusdanig gebruikt, om het even of het gezin bestaat uit een persoon die alleen leeft of uit meerdere personen en waar de verschillende gezinsactiviteiten (wonen, slapen, eetmaal bereiden,...) kunnen worden uitgeoefend. Zijn geen woongelegenheden in die zin: de kamers in gebouwen met collectieve woongelegenheden zoals in kloosters, klinieken, hospitalen, weeshuizen, bejaardentehuizen, Huishouden (bron: FOD Economie): Het huishouden bestaat uit een persoon die gewoonlijk alleen leeft, ofwel uit twee of meer personen, al dan niet met elkaar verwant, die gewoonlijk in dezelfde woning wonen en er samenleven. De statistiek van de huishoudens is afgeleid uit het bestand van de bevolking volgens het Rijksregister. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 6

4. OPVALLENDE TENDENSEN 2015 SEM 1 T.O.V. 2014 SEM 1 Noot: Alle vergelijkingen (absoluut of procentueel) tussen 2015 en 2014 hebben steeds betrekking op het eerste semester, dit op nationaal niveau, tenzij het anders wordt vermeld. Hierbij dient steeds voor ogen gehouden te worden dat de feiten die gepleegd werden in 2015 minder tijd gehad hebben om geregistreerd te worden in de Algemene Nationale Gegevensbank (ANG) dan de feiten die gepleegd werden in 2014. Of anders gezegd: het is niet uitgesloten dat een momenteel vastgestelde daling van het aantal geregistreerde feiten voor 2015 ten opzichte van 2014 (betreffende een bepaalde misdrijfcategorie en/of een bepaald geografisch gebied) uiteindelijk nog kan resulteren in een status quo of zelfs een lichte stijging. Hoe groter echter de huidige daling, hoe kleiner die kans. Vanzelfsprekend bestaat er een samenhang met de mate van volledigheid, zoals hierboven reeds werd aangehaald. Een huidige stijging daarentegen, zal logischerwijze steeds een stijging blijven. 4.1. Het totale geregistreerde criminaliteitscijfer Voor het eerste semester van 2015 (pleegdatum) bedroeg het aantal door de politiediensten (lokale en federale politie) in een proces-verbaal geregistreerde misdrijven (= inbreuken op het Strafwetboek en inbreuken op bijzondere wetgeving, zoals de Drugswet, Wapenwet, Vreemdelingenwet, ) in totaal 438.907 feiten. Dit is een daling met 11% (-54.039 feiten) in vergelijking met 2014 (492.946 feiten). Rekening houdend met mogelijks laattijdige vattingen 4 (die dus momenteel nog niet in de cijfers verwerkt zijn), kan redelijkerwijze verwacht worden dat de eindbalans ruim onder de kaap van het half miljoen feiten zal blijven, waardoor dit het laagst opgetekende cijfer is sinds 2000. Deze daling t.o.v. 2014 manifesteert zich in de drie gewesten in min of meer gelijke mate. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is de daling het sterkst 5, namelijk 11,9% (-9.673 feiten). Vlaanderen kent een daling van 11,2% (-26.571 feiten). In het Waals Gewest valt het aantal feiten terug met 10,3% (-17.810 feiten). Onderstaand worden een aantal misdrijftypes nader bekeken, dit ofwel omdat ze als prioriteit vernoemd worden in het nationaal veiligheidsplan of omdat ze een opvallende tendens vertonen. Noot: Een uitgebreider aanbod van statistieken (voor alle misdrijfcategorieën) zijn terug te vinden op de website van de Federale Politie (www.stat.federalepolitie.be), zowel in statische vorm (PDF) als interactief. 4.2. Prioriteiten Nationaal Veiligheidsplan (NVP) 2012-2015 4.2.1. Inbraken in gebouwen De inbraken in gebouwen zijn tevens in zeer vele zonale veiligheidsplannen en strategische veiligheids- en preventieplannen opgenomen als prioriteit. Hiervoor stellen we 43.393 4 Op basis van ervaringen uit het verleden schatten we deze laattijdige vattingen op ongeveer 10.000 feiten. 5 Bij de interpretatie van de gewestelijke verschillen dient evenwel gerefereerd te worden naar de verschillen in de volledigheid van de voeding van de ANG waarbij het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (95,4%) het laagst scoort. Voor het Waals en Vlaams Gewest wordt respectievelijk een volledigheidspercentage opgetekend van 97% en 98,7%. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 7

registraties vast tijdens het eerste semester van 2015. Dit is een daling van 10,4% (-5.037 feiten) ten opzichte van dezelfde periode in 2014. Deze daling manifesteert zich voor elk type van gebouw (woningen, bedrijven, openbare instellingen) in min of meer dezelfde mate. Zo daalt het aantal geregistreerde inbraken in bedrijven/handelszaken met 9,5% (-869 feiten), en haalt hiermee een absoluut laagterecord sinds de tellingen in 2000. Deze daling kan met name toegeschreven worden aan het Vlaams Gewest waar tussen 2014 en 2015 bijna 14% minder inbraken in bedrijven werden geregistreerd. In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (- 6,9%) en het Waals Gewest (-4,9%) is deze afname beduidend kleiner. Het grootste risico op slachtofferschap van dergelijk misdrijf is gelegen tussen 1u en 5u s nachts en dit zowel tijdens de weekdagen als in het weekend. Geld, computers en voeding vormen de meest begeerde objecten bij inbraken in bedrijven of handelszaken. Specifiek naar het type handelszaak toe wordt onder meer een daling vastgesteld voor inbraken in juwelierszaken, financiële instellingen, sportinfrastructuur (fitnesscentra, sporthallen, zwembaden), apotheken en de horeca. Een aantal van deze ondernemingen vormden in het verleden het voorwerp van uitgebreide preventiecampagnes. Daarnaast spelen ongetwijfeld technopreventie (camera s 6, betere sloten) en private bewaking hierbij een rol. Een stijging noteren we voor onder meer benzinestations, fabrieken en elektrozaken. Voor het specifieke en zeer brutale deelfenomeen van de ramkraken werden 100 feiten geregistreerd tijdens het eerste semester van 2015. Dit is een stijging van 37% (+27 feiten) ten aanzien van 2014. Ook hier stellen we vast dat de toename zich vooral voordoet bij elektrozaken en benzinestations. Grafiek 1: Aantal geregistreerde inbraken in gebouwen opgesplitst in functie van het type gebouw op nationaal niveau voor het eerste semester van de periode 2011-2015 De inbraken in woningen vertonen, met 32.215 registraties tijdens het eerste semester van 2015, eveneens een dalende evolutie (-10,8% of -3.916 feiten) ten opzichte van 2014. Als we op het niveau van de gewesten kijken, worden een aantal verschillen zichtbaar. Zo doet de daling zich het sterkst voor in het Waals Gewest (-16,1%), gevolgd door het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een daling van 8,4%. In het Vlaams Gewest is, met een daling van 6,2%, deze 6 Eind 2014 waren er in België 287.386 bewakingscamera s geregistreerd volgens de Privacy-commissie. Het gaat hierbij zowel over camera s in gesloten plaatsen (winkels, gebouwen) als in openbare ruimten (straten, pleinen), zowel vast of mobiel. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 8

evolutie het minst zichtbaar. Wat het morfologisch karakter van de pleegplaats betreft worden de grootste afnames waargenomen in de matig uitgeruste kleine steden 7 (-21,8%) en de sterk morfologisch verstedelijkte gemeente 8 (-19,9%). De kleinste dalingen worden genoteerd voor de grote steden 9 (-6,6%) en Brussel-18 10 (-6,7%). Wanneer we het type woning aanschouwen kan worden vastgesteld dat iets minder dan driekwart van de woninginbraken plaatsvindt in huizen (73,5%), de overige worden opgetekend in appartementen. Opmerkelijk detail hierbij is dat bij de onderlinge verhouding tussen beide woningtypes, een toename van bijna 3% zichtbaar is van het aandeel appartement bij de vergelijking tussen 2014 en 2015. Een enigszins geruststellende gedachte is dat bij iets meer dan 98% van de woninginbraken geen gebruik wordt gemaakt van geweld. De home-invasions, die verderop in dit document zullen worden toegelicht, vormen hierop echter een uitzondering. Juwelen vormen het meest begeerde object bij een woninginbraak op de tweede en derde plaats gevolgd door respectievelijk geld en computers en toebehoren. Wat het temporele aspect betreft kan men uit het beschikbare cijfermateriaal afleiden dat de grootste kans op slachtofferschap van een woninginbraak gelegen is op vrijdag en zaterdag tussen 18u en 23u. Het blok tussen 5u en 9u in de ochtend wordt gekarakteriseerd door het laagste risico op slachtofferschap en dit op alle weekdagen. Tenslotte kan bij de vergelijking over de maanden heen in 2015 vastgesteld worden dat er zich tussen januari en juni een maandelijkse afname manifesteert van het aantal registraties. Tussen de eerste (6.379 registraties) en laatste (4.316 registraties) maand van het semester bijvoorbeeld, bedraagt het verschil zelfs meer dan 2.000 feiten. Technopreventieve acties, zoals acties om burgers te sensibiliseren voor sociale waakzaamheid en woningbeveiliging kunnen bijdragen aan een daling van het aantal feiten. Zo hebben FOD Binnenlandse Zaken, de Federale Politie, de provincies, politiezones, gemeenten en burgers zich verenigd tijdens de eerste nationale dag tegen woninginbraken: 1 dag niet. 11 Deze actiedag had als doel de algemene waakzaamheid aan te wakkeren en te laten zien dat een woning met eenvoudige en goedkope maatregelen reeds heel wat veiliger kan maken. Een laatste element dat aangehaald kan worden als een mogelijke verklaring voor de vastgestelde tendens is de sterke daling van de goudprijs tussen 2012 en 2015. Terwijl een kilo goud in 2012 nog 41.700 euro waard was bedraagt dit in 2015 (geteld op de eerste 9 maanden) nog slechts 34.000 euro. 12 De inbraken in openbare of overheidsinstellingen vormen niet enkel de kleinste groep binnen de inbraken in gebouwen maar vertonen ook de minst uitgesproken dalende evolutie (-8% of - 260 feiten). De daders zijn hierbij met name uit op geld, computers en multimedia. Wat het type gebouw betreft manifesteert de afname zich vooral in onderwijsinstellingen, voor de welzijns- en gezondheidsinstellingen wordt daarentegen een kleine stijging vastgesteld. Een laatste markante vaststelling in het cijfermateriaal aangaande inbraken in gebouwen betreft de verhouding tussen het aantal voltooide feiten en de pogingen daartoe. Terwijl zowel voor de inbraken in bedrijven en handelszaken als inbraken in openbare of overheidsinstelling een toename zichtbaar is van het aandeel pogingen binnen het geheel van de feiten, wat nogmaals kan wijzen op het effect van technopreventie, beweegt voor woninginbraken deze proportie zich in omgekeerde richting. 7 Voorbeelden van dergelijke steden zijn o.a. Boom, Dinant, Maaseik en Virton. 8 Voorbeelden van dergelijke gemeenten zijn o.a. Buggenhout Rixensart, Wijnegem en Tubize. 9 Antwerpen, Brussel, Charleroi, Gent en Luik. 10 De gemeenten van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met uitzondering van de gemeente Brussel zelf. 11 Dit initiatief komt overgewaaid uit Nederland en werd in België voor het eerst georganiseerd op 11 december 2014. In november 2015 vindt er een volgende editie plaats. 12 Bron: www.agoria.be FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 9

4.2.2. Intrafamiliaal geweld Na de stijging tijdens het eerste semester van 2014 is er momenteel een sterke daling (-9,5% of -2.356 feiten) waarneembaar. Deze afname situeert zich met name bij het psychisch (-15,1%) en seksueel (-17,3%) geweld. 13 Geografisch gezien kunnen grote verschillen worden waargenomen. Terwijl er voor het Vlaams Gewest een daling van nagenoeg 14% wordt opgetekend, wordt in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-1,7%), met de vertraging van de registratie in het achterhoofd, een status quo bereikt. Voor het Waals Gewest wordt tenslotte een vermindering van 5,8% in de cijfers vastgesteld. Gegeven het grote dark number is vanzelfsprekend de nodige voorzichtigheid geboden bij de interpretatie van desbetreffend cijfermateriaal. 4.2.3. Mensensmokkel en mensenhandel Mensensmokkel heeft betrekking op het verwerven van een vermogensvoordeel door hulp te bieden bij de illegale binnenkomst van de Europese Unie door een vreemdeling (een niet-eu onderdaan). Voor desbetreffend fenomeen manifesteert zich momenteel een daling van 9,5% (- 29 feiten) die met name aan het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-39,8%) en Wallonië (-34,2%) kan worden toegeschreven. In Vlaanderen daarentegen manifesteert zich een sterke toename (+29,1%) Bij mensenhandel kunnen de slachtoffers zowel vreemdelingen als Belgen zijn (dit in tegenstelling tot mensensmokkel). Dit specifieke fenomeen kan meerdere verschijningsvormen aannemen, maar het NVP focust zich op de economische 14 en seksuele 15 uitbuiting. Eerstgenoemde fenomeen 16, en tevens het kleinste in absolute cijfers 17, kent met een daling van amper 1 feit nagenoeg een status quo. Voor seksuele uitbuiting werden er 215 registraties opgetekend tijdens het eerste semester van 2015 waarmee afname van 3,6% (-8 feiten) wordt bewerkstelligd ten aanzien van 2014. Voor bovenvermelde fenomenen werd in het verleden vaak vastgesteld dat de waargenomen evoluties eerder te verklaren zijn door de politie-activiteiten dienaangaande dan door het werkelijk stijgen of dalen van de prevalentie. Tenslotte zal het mogelijke effect van de huidige vluchtelingencrisis op zowel mensenhandel als mensensmokkel, ongetwijfeld een aantal interessante onderzoekshypotheses opwerpen bij volgende publicaties. 4.2.4. Diefstal gewapenderhand Dit betreft diefstallen met zowel vuurwapens, als andere wapens (zoals messen) en kan zowel tegen particulieren als tegen ondernemingen/professionelen gericht zijn op eender welke plaats. De dalende trend die reeds waarneembaar is sinds 2012 lijkt momenteel tot stilstand te zijn gekomen (-0,6% of -13 feiten). De afgelopen jaren werden structurele beveiligingsmaatregelen genomen door een aantal beroepsgroepen teneinde hun kwetsbaarheid te verminderen. Zo zijn er onder andere: Een efficiënte samenwerking met FOD Binnenlandse Zaken; De invoering van systemen voor het neutraliseren van geld (intelligente geldkoffers); Investeringen in technopreventie (alarmsystemen, videobewaking, koffers met een vertragingssysteem of tijdslot); Het opzetten van partnerschappen tussen de politie en de private sector op het gebied van vorming en het uitwerken van specifieke procedures; Het promoten van elektronische financiële transacties. 13 Voor het fysiek geweld, dat de grootste fractie uitmaakt binnen het geheel van de registraties aangaande intrafamiliaal geweld, wordt een daling opgetekend van 5%. Voor de vierde verschijningsvorm tenslotte, het economisch intrafamiliaal geweld, bedraagt de daling 7%. 14 Het betreft hier het laten verrichten van werk of verlenen van diensten in omstandigheden die in strijd zijn met de menselijke waardigheid. 15 Hier beoogt men in hoofdzaak de uitbuiting via prostitutie. 16 Er dient op gewezen te worden dat inzake MH-economische uitbuiting er nog andere overheidsdiensten zijn met verbaliserende bevoegdheid (vb. sociale inspectie). Slechts een klein deel wordt geregistreerd door de politiediensten. 17 Wat economische uitbuiting betreft werden er 81 feiten geregistreerd tijdens het eerste semester van 2015. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 10

Wat de temporele component betreft kan vastgesteld worden dat vooral de periode tussen 18u en 20u een hoog risico wat betreft slachtofferschap in zich meedraagt. Op vrijdag begint de tijdsvork van verhoogd risico zelfs al om 15u. De laagste kans om slachtoffer te worden van een diefstal gewapenderhand is globaal gezien gelegen in de periode tussen 6u en 12u in de morgen. Qua geografisch karakter dient vooral gewezen te worden op de sterke stijging in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+19%). Voor zowel Vlaanderen (-5,5%) als Wallonië (-6,6%) wordt daarentegen een behoorlijke daling vastgesteld. Niettegenstaande zij slechts kleinere fracties representeren binnen het geheel van de registraties inzake diefstal gewapenderhand, dienen de stijgingen voor nachtwinkels (+25,5%), boekhandels (+118,2%), warenhuizen (+87,5%) en eetgelegenheden (+100%) toch met de nodige aandacht te worden opgevolgd. Wat de diefstallen gewapenderhand op de openbare weg (-10,9%), in huizen (-24,2%) en appartementen (-7,4%) alsook bij apothekers (-3,6%) betreft, worden momenteel bevredigende resultaten genoteerd. Noot: Ook wat de diefstallen met geweld zonder wapen betreft is er tijdens het eerste semester van 2015 een status quo zichtbaar (+0,5% of +44 feiten). 4.2.5. Handel en productie van vuurwapens De vastgestelde daling tijdens het eerste semester van 2014 wordt momenteel volledig teniet gedaan (+54,3% of +57 feiten). Niettegenstaande het Brussels Hoofdstedelijk Gewest de kleinste proportie uitmaakt binnen de gewestelijke verdeling van het aantal registraties, wordt hier de grootste toename genoteerd (+171,4% of +12 feiten), waardoor ook duidelijk het effect van kleine getallen op de vastgestelde tendensen wordt geïllustreerd. In het Vlaams Gewest (+44,7% of +21 feiten) en het Waals Gewest (+47,1% of +24 feiten) is de toename van min of meer dezelfde grootteorde. Voor de handel en productie van niet-vuurwapens noteren we een stijging van 9,3% (+4 feiten). 4.2.6. Fraude inzake afvalbeheer 18 Fraude inzake afvalbeheer betreft de illegale aantasting van het leefmilieu door het nietecologisch verwerken, verwijderen (dumpen, lozen) of vermengen van afval. Hier doet zich een behoorlijke daling voor van 8,1% (-408 feiten) die relatief gesproken het duidelijkst waarneembaar is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-26,8% of -42 feiten) maar in absolute aantallen vooral kan worden toegeschreven aan het Vlaams Gewest (-281 feiten of -8,7%). Wat het Waals Gewest (-5,2% of -85 feiten) betreft kan men vaststellen dat met name de stad Charleroi (-60,7% of -85 feiten) goede resultaten kan voorleggen. In Luik daarentegen wordt de omgekeerde beweging gemaakt (+65,3% of +32 feiten). 4.2.7. Drugs Drugsregistraties zijn een typevoorbeeld van haalcriminaliteit : hoe meer men ernaar zoekt en hoe meer acties men doet, hoe meer processen-verbaal men kan opstellen. De schommelingen in registraties zijn dus vooral een weergave van schommelingen in de politieactiviteit en prioriteit dienaangaande. Ook is het aantal feiten op zich niet altijd de meest relevante maatstaf, maar zeker ook de betrokken hoeveelheid van drugs. Evenals in 2014 is er momenteel opnieuw een grote stijging (+28,2% of +49 feiten) waarneembaar wat betreft de productie en import/export van synthetische drugs. Deze trend kan in grote mate worden toegeschreven aan de evolutie in Vlaanderen (+55,5%) en meer specifiek aan de provincie Limburg (+137,5%) waar er 76 feiten werden geregistreerd tijdens 18 Er dient op gewezen te worden dat er terzake nog andere overheidsdiensten zijn met verbaliserende bevoegdheid (vb. gewestelijke milieudiensten). FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 11

het eerste semester van 2015 terwijl er dit in 2014 slechts 32 waren. Anderzijds is in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een tegengestelde tendens waarneembaar met een daling van 74,2% (-23 feiten). De toename is voornamelijk te wijten aan de massale invoer van GBL vanuit Polen. GBL wordt gebruikt als precursor voor de aanmaak van GHB 19, in de volksmond ook wel vloeibare XTC genoemd 20. Een recente, en erg verontrustende evolutie, is echter het groeiend aantal gebruikers dat GBL rechtstreeks consumeert gezien ons lichaam ook zelf GBL omzet in GHB. Op die manier ervaart de gebruiker de effecten van het illegale GHB op een legale manier. 21 Daarnaast is, sinds 2013, het aantal ontdekte synthetische laboratoria 22 gestegen. Grafiek 2: Aantal geregistreerde feiten voor de prioritaire drugsfenomenen uit het Nationaal Veiligheidsplan op nationaal niveau voor het eerste semester van de periode 2011-2015 De import/export van cocaïne vertoont daarentegen een dalende tendens (-14,5% of -38 feiten). In tegenstelling tot de synthetische drugs kan hier vooral het Waals Gewest (-36,4%) als bepalende regio worden aangewezen en meer in het bijzonder de provincie Luik waar, na de sterke stijging in 2014 (+47,4%), momenteel een afname van bijna 68% wordt opgetekend. Niettegenstaande de algemene daling wordt een toename vastgesteld van grote inbeslagnames van cocaïne op vliegvelden en in havens. Wat de import/export van cannabis in grote hoeveelheid betreft is er na enkele stabiele jaren voor het eerst een grote daling (-40,5% of -17 feiten) zichtbaar in het beschikbare 19 GHB is een kleur- en geurloze vloeistof met een verdovende werking. Bij een lage dosis raak je in een roes die vergelijkbaar is met dronkenschap. Gebruikers voelen zich vrolijk, kalm en ontspannen. Bij hogere dosis bestaat het risico op ademhalingsproblemen, hartritmestoornissen, misselijkheid, coma en zelfs overlijden (Bron: www.druglijn.be). 20 Terwijl GHB een verdovende werking heeft, wordt XTC vooral voor zijn stimulerende effecten gebruikt. 21 Het grote gevaar bij de rechtstreekse consumptie van GBL is dat de scheidingslijn tussen een recreatieve dosis en een mogelijk dodelijke dosis is bij het gebruik van GBL nog kleiner is dan bij het gebruik van GHB. Zowel GBL als GHB zijn daarenboven moeilijk te doseren. 22 Het betreft hier zowel conversielabo s waar de preprecursor APAAN wordt omgezet in BMK wat op zich een precursor is voor amfetamine als keukenlabo s waar GHB wordt aangemaakt. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 12

cijfermateriaal. Mogelijk kan deze vaststelling in verband worden gebracht met de vermindering van grenscontroles ten gevolge van de wietpas 23 in Nederland. Ook inzake de productie van cannabis in grote hoeveelheid (plantages) manifesteert zich momenteel een uitgesproken dalende tendens 24 (-25,7% of -38 feiten). Hiermee wordt de sterke stijging tijdens het eerste semester van 2013 en 2014, die onder andere werd verklaard door de invoering van de wietpas in Nederland, volledig teniet gedaan. Het Vlaams Gewest is de grote katalysator achter deze evolutie met een daling van 40% (-44 feiten) die vooral in de provincies Antwerpen (-51,4% of -18 feiten) en Limburg (-27,7% of -13 feiten) 25 zichtbaar is. In Wallonië (+25,9%) manifesteert zich daarentegen een toename van 27 feiten in 2014 naar 34 feiten in 2015. 4.2.8. Informaticacriminaliteit 26 Informaticacriminaliteit (hacking, sabotage, informaticabedrog, valsheid in informatica) kende reeds jaren een stijgende trend met een absolute piek in 2012 door de opkomst van de zogenaamde police ransomware 27 (blokkering van computers zogezegd in naam van de politie persoon diende een boete te betalen, waarna zijn PC zogezegd zou gedeblokkeerd worden). Deze problematiek vereist de blijvende aandacht van de politie gezien de gehanteerde tactieken, kennis en financiële middelen die ermee gepaard gaan continu aan verandering onderhevig zijn. In vergelijking met het eerste semester van 2014 wordt momenteel een daling van 12,6% (- 1.153 feiten) vastgesteld. Deze afname wordt veroorzaakt door de sterke daling van police ransomware 28. Zo is het aantal registraties van zowel informaticabedrog 29 (-14,2% of -1.056 feiten) en informaticasabotage 30 (-17,8% of -46 feiten) sterk gedaald. Ook bij betaalkaartfraude stellen we een daling van 15,8% (-677 feiten) vast. Deze kan onder meer worden toegeschreven aan de afname van het aantal gevallen van phishing 31 hoewel de schade per feit, door het gebruik van nieuwe vormen van malware 32, sterk is gestegen. Tevens is er een sterke afname waarneembaar van de feiten die worden gepleegd door middel van skimming waarbij criminelen de magneetstrip van een betaalkaart kopiëren en de pincode trachten te bemachtigen bij een betaaltransactie. 33 Niettegenstaande een sterke stijging in 2014 manifesteert zich wat hacking betreft momenteel een daling van 8,5% (-95 feiten). Hacking kent verschillende verschijningsvormen en situeert 23 Op 1 mei 2012 werd in Nederland de wietpas ingevoerd waardoor personen die buiten Nederland zijn gedomicilieerd niet langer drugs kunnen kopen in de coffeeshops. 24 De kwaliteit van de registratie in de ANG dienaangaande is momenteel echter onvoldoende om de vastgestelde evolutie, met uitzondering van de geografische component, bijkomende te duiden. Door middel van registratierichtlijnen die zijn uitgevaardigd zou in de toekomst een meer kwalitatieve benadering mogelijk moeten worden. 25 Met een vertegenwoordiging van 9 gemeenten binnen de top 12 van gemeenten met de meeste registraties tijdens de periode 2011-2015, kan besloten worden dat de provincie Limburg duidelijk het centrum vormt voor de productie van cannabis in grote hoeveelheid op het grondgebied van België. 26 Dit cijfer van informaticacriminaliteit omvat niet de andere misdrijven die gepleegd werden via ICT (vb. kinderporno). 27 Dat kan volgens een vattingsrichtlijn van FCCU geregistreerd worden als afpersing, Informaticasabotage en oplichting via internet. 28 Een exact cijfer is moeilijk te geven, gezien de verschillende vattingspraktijken die er de facto bestaan voor dit fenomeen. 29 Bij informaticabedrog wordt een onrechtmatig economisch voordeel beoogd door het invoeren, wijzigen of wissen van gegevens of door de normale aanwending van het informaticasysteem te veranderen, bijvoorbeeld door het blokkeren van iemands computer via malware. 30 Informaticasabotage betreft het aanbrengen van schade door het invoeren, wijzigen of wissen van gegevens of door de normale aanwending van het informaticasysteem te veranderen terwijl men weet dat men daartoe niet gerechtigd is, bijvoorbeeld door het verspreiden van een virus. 31 Phishing is de verzamelnaam voor digitale activiteiten die tot doel hebben persoonlijke informatie te ontfutselen. Aan de hand van die gegevens doet de crimineel zich voor als het slachtoffer om bijvoorbeeld betalingen in diens naam te doen. Het meest gekende voorbeeld is de phishingmail zogenaamd afkomstig van de bank van het slachtoffer waarin gevraagd wordt op een link te klikken om te navigeren naar een site van de bank om er bepaalde gegevens in te vullen. Deze site is echter een nagemaakte site waarop de ingevulde gegevens worden onderschept door de crimineel om te kunnen worden misbruikt. 32 Malware (malicious software) of kwaadaardige software is een verzamelnaam voor virussen, wormen, Trojaanse paarden, spyware, enzovoort die pc s en andere apparaten kunnen infecteren. 33 Deze daling is, sinds de invoering van geoblocking waarbij geldafhalingen buiten Europa worden geblokkeerd, al een aantal jaren waarneembaar. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 13

zich bovendien op verschillende niveaus die hieronder worden opgesomd met hun respectievelijke tendensen: Particulieren: een blijvende stijging van de hacking van accounts (e-mail en sociale netwerken) en toename van malware op mobiele telefonie zoals bijvoorbeeld de infectie met crypto ransomware 34 ; Bedrijven: toename van crypto ransomware, een toename van DDos-aanvallen waarbij informaticasystemen buiten werking worden gesteld door er massa s informatie heen te sturen zodanig dat ze overbelast geraken en niet langer functioneren en de opmars van nieuwe vormen van financiële malware zoals bijvoorbeeld DYRE en DRIDEX (die via phishing online banking sessies onderscheppen om frauduleuze transacties uit te voeren). Bedrijven en overheid: een stijging van het aantal APT-aanvallen (Advanced Persistent Threats). Dergelijke complexe, meestal state-sponsered, malware is op maat gemaakt en heeft de intentie om lange tijd onopgemerkt in het systeem van het doelwit actief te zijn om daar te spioneren of uiteindelijk zelfs te saboteren. Ook de overheid wordt in toenemende mate geconfronteerd met DDos-aanvallen. De daling inzake informaticacriminaliteit dient enigszins te worden genuanceerd aangezien het algemeen totaal voor informaticacriminaliteit (7.996 feiten) nog steeds hoger ligt dan het aantal vaststellingen in 2011 (7.398 feiten) of voorgaande jaren. Tot slot dient vermeld te worden dat bovenstaande immers niets zegt over de ernst van het feit op zich (vb. ransomware bij 1 particulier versus spionage bij een groot bedrijf) en er daarenboven nog steeds sprake is van een zeer hoog dark number. 4.2.9. Witwassen 35 Met betrekking tot witwassen manifesteert zich een daling van 27,6% (-112 feiten) ten opzichte van 2014. Ook in 2013 en 2014 werd er telkens een kleine afname 36 vastgesteld. Voor de huidige daling werpt het effect van de recente reorganisatie van de Centrale Dienst voor de bestrijding van de Georganiseerde Economisch en Financiële Delinquentie (CDGEFID) en de gespecialiseerde diensten van de Federale Gerechtelijke Politie zich op als onderzoeksvraag. Vanuit deze hypothese kan de vastgestelde daling dus ten dele worden verklaard worden door het interne functioneren van de politie of gerechtelijke overheden. 4.2.10. Geweld in de publieke ruimte Desbetreffend fenomeen vertoont een dalende tendens (-8,4% of -3.902 feiten) tijdens het eerste semester van 2015 en doet hiermee de toename in 2014 volledig teniet. De procentuele afname is het meest uitgesproken bij het seksueel geweld (-21,6% of -454 feiten) en het psychisch geweld (-11,6% of -1.781 feiten). De kleinste daling situeert zich binnen de groep van de diefstallen met geweld zonder wapen die een status quo laten optekenen (- 0,4% of -29 feiten). Met een totaal van 18.389 registraties tijdens de eerste helft van 2015, vormt het fysiek geweld de grootste onder de noemer van het geweld in de publieke ruimte. Wat betreft het geweld op het openbaar vervoer is er een substantiële daling van 8,1% (-222 feiten) waarneembaar, dit vooral in de (metro)trein, autobus en spoorwegstations, waarvoor mogelijk een verband kan worden gelegd met de inzet van supplementaire politiecapaciteit. Desondanks werd er echter een stijging vastgesteld in de metrostations. Voor het geweld op de openbare weg wordt een daling van nagenoeg 10% (-2.939 feiten) opgetekend. 34 Het versleutelen van data waardoor ze niet langer toegankelijk zijn voor de gebruiker en de toegang pas wordt vrijgegeven na betaling van een bepaald bedrag. 35 De Cel Financiële Informatieverwerking (CFI) beschikt dan wel niet over een verbaliserende bevoegdheid dienaangaande maar functioneert vooral als doorgeefluik van informatie tussen de meldingsplichten (banken ) enerzijds en de politie en gerecht anderzijds. 36 Tussen 2012 en 2013 bedraagt de afname 8,6%, tussen 2013 en 2014 bedraagt de afname 2,6%. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 14

4.3. Andere opvallende tendensen 4.3.1. Stijgingen Een eerste markant gegeven in het huidige cijfermateriaal is de brutale stijging (+45,9%) inzake home-invasion 37 waarbij de dader, met voorbedachte rade, een gewelddadige confrontatie aangaat met het slachtoffer in diens privéwoning. Dienaangaande werden er 89 feiten geregistreerd tijdens het eerste semester van 2015, gedurende dezelfde periode in 2014 werden er 61 feiten opgetekend. Deze toename is nagenoeg volledig toe te schrijven aan de evolutie binnen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+350% of +28 feiten), voor Vlaanderen daarentegen is er zelfs een kleine daling waarneembaar (-8,1% of -3 feiten). Voor het Waals Gewest tenslotte wordt een stijging met bijna 19% (+3 feiten) opgetekend. Opmerkelijk hierbij is de verschuiving van de geografische focus van de daders over de tijd heen. Terwijl in 2014 het proportionele aandeel van het Vlaams Gewest nog meer dan 60% bedroeg, is dit in 2015 teruggezakt naar 38,2%. In het Brussels hoofdstedelijk Gewest manifesteert zich een omgekeerde beweging met de toename van het aandeel van 13,1% in 2014 naar 40,4% in 2015. Grafiek 3: Aantal geregistreerde feiten inzake home-invasion, carjacking en sacjacking uit auto op nationaal niveau voor het eerste semester van de periode 2011-2015 Daarnaast wordt er een toename vastgesteld voor zowel carjacking (+3,4% of +6 feiten) en sacjacking uit auto 38 (+7,2% of +17 feiten). Bij een carjacking tracht de dader op gewelddadige wijze het voertuig van zijn slachtoffer in bezit te nemen. Sacjacking is een specifieke vorm van diefstal uit of aan een voertuig waarbij de bestuurder of passagier nog in de wagen zit terwijl er bijvoorbeeld een handtas of laptop wordt gestolen. Als preventietips dienaangaande wordt 37 Deze criminele figuur werd aan de criminaliteitsrapportage toegevoegd ingevolge de beslissing van de Werkgroep Politiestatistiek van 25 juni 2015. Gezien voor home-invasion recent nog een nieuwe registratiecode (een bijzondere modus operandi) werd gecreëerd, kan de vastgestelde stijging ook het effect zijn van een betere registratie naar aanleiding van de codewijziging. 38 Bij deze vorm zit de bestuurder of passagier in de wagen, terwijl bijvoorbeeld de handtas wordt gestolen. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 15

onder meer aangeraden ramen en deuren te sluiten bij het ervaren van dreiging, geen waardevolle voorwerpen zichtbaar in de auto te laten liggen en steeds de gordel te dragen zodat men niet onmiddellijk uit de auto gesleurd kan worden. Beide stijgingen dienen evenwel gerelativeerd te worden gezien er voor zowel carjacking (- 46,8%) als sacjacking uit auto (-75%) een duidelijke daling waarneembaar is over een periode van 5 jaar, waaruit blijkt dat dat de politie het probleem toch sterk heeft kunnen indijken. Opvallend element hierbij is het verschil in de geografische verankering van beide fenomenen. Terwijl carjacking vooral gelokaliseerd is in het Waalse Gewest, voor de twee andere gewesten wordt zelfs een daling opgetekend, is sacjacking uit een auto een haast exclusief fenomeen voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest met een aandeel van meer dan 90% op het geheel van de registraties. Ook hiervoor is in de twee andere gewesten een daling waarneembaar. Verder noteren we een stijging van het aantal geregistreerde feiten van internetfraude (+8,1% of +452 feiten). Het betreft hier alle vormen van oplichting die via het internet 39 zijn gepleegd. Zo kan het onder meer gaan om: fraude bij online kopen en verkopen, valse loterij, emotiefraude (valse liefdadigheid of vriendschapsfraude), identiteitsfraude (diefstal en misbruik),... Dit is geenszins verwonderlijk gezien de nog steeds groeiende populariteit van de virtuele wereld. Zo hebben steeds meer mensen toegang tot het internet via smartphones en tablets. Ook de groeiende markt van de e-commerce speelt een rol. Bovendien biedt het internet de mogelijkheid om op korte termijn met zeer weinig financiële middelen een groot aantal slachtoffers te bereiken. Het aantal registraties betreffende oplichting zonder internet kent daarentegen een behoorlijke daling (-15,6% of -704 feiten) Verder kent het aantal door de politie geregistreerde feiten voor terroristische groeperingen een forse toename, gaande van 72 vaststellingen in 2014 naar 124 feiten in 2015. Deze stijging is te verklaren door het fenomeen van de vertrekkende Syriëstrijders. Voor de meeste onder hen wordt immers een strafdossier voor het misdrijf deelname aan de activiteiten van een terroristische groepering (art. 140 SWB) geopend. Hiermee wordt quasi altijd de deelname bedoeld aan een groepering die actief is in Syrië of Irak (en in het verleden ook enkele andere conflictregio's) zoals IS, Jabat al Nusra 40. Ook de terrorismedreiging tijdens de eerste maanden van 2015 kan in deze optiek als verklarend element worden aangehaald en de recente aanslagen in Parijs (november 2015) zullen ongetwijfeld een statistische reflectie in de komende publicatie dienaangaande teweeg brengen. Wat de misdrijven tegen de openbare trouw betreft is vooral de stijging inzake valse munt (+76,1% of +462 feiten) een opvallend gegeven. In Wallonië (+111,4%) wordt meer dan een verdubbeling van het aantal registraties opgetekend maar ook in Vlaanderen 41 (+75,5%) en het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+38,5%) is de vastgestelde evolutie onmiskenbaar. Deze evolutie wordt eveneens bevestigd door de Nationale Bank van België. De twee meest vervalste coupures in België blijven de biljetten van 20 en 50 euro. Deze twee maken samen meer dan 88% uit van alle biljetten die uit de omloop werden genomen tijdens de eerste helft van 2015. 42 Het aantal registraties inzake sluikwerk/zwartwerk kent, na een sterke daling tijdens het eerste semester van 2014, opnieuw een stijging met meer dan 11% (+20 feiten) die volledig gesitueerd 39 Het groeiend belang van het internet wordt onder meer geïllustreerd door volgende gegevens uit de Barometer van de Informatiemaatschappij 2015 : tussen 2010 en 2014 steeg het aantal huishoudens met een internetverbinding van 73% naar 83%, ook het aantal individuen dat de afgelopen 12 maanden online een bestelling plaatste steeg tijdens dezelfde periode van 38% naar 54% (Bron : www.economie.fgov.be) 40 Om welke groepering het precies gaat moet vaak in de loop van het onderzoek nog tot uiting komen. De uitzondering daarop is S4B waarvoor een vervolging voor lidmaatschap of leiderschap kan opgestart worden zonder een aanvankelijke link naar een conflictregio. 41 Met een geregistreerde stijging van 65 feiten in 2014 naar 133 feiten in 2015 lijkt vooral de stad Antwerpen zich in het centrum van de valsmunterij te bevinden. 42 https://www.nbb.be/nl/biljetten-en-munten/beschadigde-en-valse-biljetten/aantal-belgie-uit-de-omloop-genomen-valse FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 16

kan worden in het Waals Gewest (+30%). In zowel het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-18,8%) als het Vlaams Gewest (-20,4%) manifesteert zich een daling. Er dient echter wel gewezen worden op het feit dergelijke vaststellingen vaak ook gebeuren door andere overheidsdiensten met verbaliserende bevoegdheid, zoals bijvoorbeeld de Sociale Inspectie van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid. Ook de Sociale Inlichtingen en Opsporingsdienst (SIOD) is werkzaam rond deze materie en stelt tussen 2012 en 2014 een jaarlijkse toename vast van het aantal controles 43, waarbij vooral en bouw en de horeca werden geviseerd. Telkens werd een 7.000-tal inbreuken vastgesteld wat beduidend groter is dan de 200-tal inbreuken die jaarlijks door de politie in een proces-verbaal worden geregistreerd. De stijging van de niet-naleving van het elektronisch toezicht (+8,4% of +42 feiten) kan mogelijk verklaard worden door de stijging van het toekennen van de enkelband aan veroordeelden, waarbij ze thuis hun straf kunnen uitzitten. 44 Opmerking: Een aantal stijgingen tussen 2014 en 2015 zijn veroorzaakt door het gegeven dat recentelijk een nieuwe feitcode 45 gecreëerd werd voor de misdrijftypes in kwestie en zijn dus eerder kunstmatig te noemen en hebben geen functionele betekenis 46. Het betreft: Opzettelijke slagen en verwondingen aan scheidsrechter van een sportwedstrijd (SWB art.410ter); Invoer/ uitvoer/ overbrenging /doorvoer van wapens, munitie en materiaal speciaal te gebruiken voor militair gebruik of voor ordehandhaving en aanverwante technologie (Wet van 5 augustus 1991); Inbreuken op het KB houdende reglement van de politie op de spoorwegen (KB van 20 december 2007); Onopzettelijke beschadiging van kabels van een telecomnetwerk (Wet van 21 maart 1991); Schijn-wettelijke samenwoning (Vreemdelingenwet, art.79ter); Aantrekken/gebruiken van kind of kwetsbaar persoon (SWB art.433); Aanzetten tot het begaan van een terroristisch misdrijf; Werven om het begaan van een terroristisch misdrijf; Zich onderrichtingen doen geven voor het vervaardigen of het gebruiken van wapens of explosieven met het oog op het plegen van een terroristisch misdrijf (SWB art.140bis, art.140ter, art.140quinquies); Grooming (contact via ICT met minderjarige < 16 j) (SWB art.377quater); Cyberlokking (lokken van minderjarige via ICT) (SWB art.433bis/1); Wanorde, schandaal of gevaar in openbare ruimte veroorzaakt onder invloed van drugs (Drugswet, art.9ter); Discriminatie op het grond van het geslacht (seksisme) (Wet van 22 mei 2014 ter bestrijding van seksisme in de openbare ruimte en tot aanpassing van de wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van discriminatie teneinde de daad van discriminatie te bestraffen). 43 In 2012 vonden er 14.096 controles plaats waarbij 6.698 inbreuken werden vastgesteld, in 2013 vonden er 14.750 controles plaats waarbij 7.298 inbreuken werden vastgesteld en in 2014 vonden er tenslotte 15.101 controle plaats waarbij 7.060 inbreuken werden vastgesteld (Bron: http://www.siod.belgie.be). 44 Tussen 2013 en 2014 (volledige jaren) steeg het aantal gedetineerden dat elektronisch toezicht werd geplaatst van 1.071 naar 1.807 (Bron: http://statbel.fgov.be/nl/statistieken/cijfers/bevolking/ andere/gevangenen). Gegevens voor 2015 zijn vooralsnog niet beschikbaar. 45 Bij het opstellen van het proces-verbaal dient de verbalisant te kiezen uit een nomenclatuur van een 1.000-tal feitcodes welke het meest van toepassing zijnde misdrijf (of misdrijven) is. Deze nomenclatuur ondergaat periodiek wijzigingen, bijvoorbeeld ten gevolge van nieuwe strafwetgeving. Vanzelfsprekend dient een feitcode eerst te bestaan, alvorens men ze kan selecteren. Dit leidt bijgevolg in deze opstartfase tot spectaculaire stijgingen in de mate van gebruik (absoluut en/of procentueel bekeken). 46 Met andere woorden, de stijging is geen indicatie dat het fenomeen erger geworden is. Om die reden vermelden we hier de mate van stijging (absoluut of relatief) niet, het is immers niet relevant op zich. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 17

4.3.2. Dalingen Na een piek in 2013 kent het fenomeen van de nepagenten voor het tweede opeenvolgende jaar een daling (-15,9% of -36 feiten). Wat het gewestelijk aandeel betreft worden er in het Waals Gewest tijdens het eerste semester van 2015 meer dan 60% van alle inbreuken gepleegd, daarenboven laat dit gewest als enige een daling (-31,8%) optekenen. Met telkens een aandeel van ongeveer 20% nemen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en het Vlaams Gewest een gelijkaardig aandeel in de registraties voor hun rekening. De vastgestelde evoluties zijn echter zeer verschillend met stijgingen van respectievelijk 58,3% en 12,5% In de meerderheid van de gevallen dienaangaande betreft het diefstallen en in mindere mate oplichtingen, waarbij de daders zich dus voordoen als zijnde politieagenten om zo hun slachtoffers te misleiden. Vaak zijn deze laatste bejaarden, die in goed vertrouwen de daders binnenlaten in hun woning. Waakzaamheid is dus geboden en het staat elke burger vrij bij twijfel de politieambtenaar te vragen zijn legitimatiekaart te tonen. Zakkenrollerij daalt momenteel met 21,3% (-3.637 feiten) ten opzichte van de eerste zes maanden van 2014. De sterkste daling (-26,4%) situeert zich in het Vlaams Gewest waar deze in absolute aantallen vooral zichtbaar is op de openbare weg, kledingzaken, warenhuizen en drankgelegenheden. Zowel het Waals Gewest (-18,2%) als het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (- 17,4%) laten een soortgelijke evolutie optekenen. Voor laatstgenoemd gewest worden vooral bij het openbaar vervoer goede resultaten geboekt die mogelijk in verband kunnen gebracht worden met de versterking van politie-effectieven waarvan hierboven reeds sprake was. Zowel de autobus (-34,9%), tram (-30,1%), trein (-28,7%) en metrotrein (-21,1%) belichamen deze trend. Het metrostation daarentegen lijkt zich, met een stijging van bijna 13%, volledig aan deze evolutie te onttrekken. Het merendeel van de feiten van zakkenrollerij worden gepleegd op de openbare weg, het openbaar vervoer, in winkels en horecazaken. De kans op slachtofferschap lijkt dit te bevestigen gezien het grootste risico is gelegen tussen 10u in de ochtend en 19u in de avond, de periode met andere woorden waarin het grootste deel van het maatschappelijk leven zich afspeelt. Om de burgers te sensibiliseren heeft de FOD Binnenlandse Zaken tijdens de zomer van 2014 samen met de openbare vervoersmaatschappen (NMBS, De Lijn, TEC en MIVB) een campagne gelanceerd. Het doel van deze sensibiliseringsactie was erop gericht om de burger eraan te herinneren om altijd en overal op zijn waardevolle spullen te letten en om zakkenrollers een halt toe te roepen en zo het aantal slachtoffers van zakkenrollerij terug te dringen. Bij de voertuigdiefstallen zien we dat de dalende trend die reeds meerdere jaren zichtbaar is betreffende autodiefstal 47 (-8,6% of -467 feiten) zich gewoon verderzet. Zowel in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-15,7%) en het Vlaams Gewest (-14,1%) is een soortgelijke evolutie zichtbaar. Het Waals Gewest (-2,2%) daarentegen laat echter een afname van een beduidend kleinere grootteorde noteren. Specifiek wat de automerken betreft, is Volkswagen met voorsprong het meest begeerde object voor autodieven. Tijdens het eerste semester van 2015 werden er immers 739 auto s van desbetreffend merk gestolen, meer dan dubbel zoveel als auto s van het merk Mercedes (342) en Renault (344) 48. Bij de vergelijking met 2014 is een duidelijke daling waarneembaar van het aantal gestolen Volkswagens (-17%), terwijl voor Mercedes (+3,3%) en Renault (+22%) daarentegen telkens een toename werd geregistreerd. Daarnaast kunnen we uit de data afleiden dat 58% van de gestolen auto s werd teruggevonden en dat vooral de eerste dagen na het feit hiertoe bijdragen. Nadien wordt de kans om de auto terug te vinden veel kleiner, mogelijk omdat hij reeds uit het land is verdwenen. 47 Dit omvat ook vrachtwagens en bussen. 48 Contextualiserende gegevens die in het kader van de gestolen wagenmerken en hun onderlinge verhoudingen aangehaald kunnen worden betreffen onder andere het aantal inschrijving per automerk en hun marktaandeel. Voor de drie meest gestolen automerken werden in 2014 volgende data geregistreerd: Volkswagen (49.103 inschrijvingen met een marktaandeel van 10,2%), Renault (44.112 inschrijvingen met een marktaandeel van 9,1%) en Mercedes (25.099 inschrijvingen met een marktaandeel van 5,2%). (Bron: www.vroom.be) FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 18

Technopreventieve ontwikkelingen (alarmsystemen, speciale startsleutels, GPS-lokalisatie, ) spelen ongetwijfeld een grote rol in de vastgestelde daling, waardoor het voor amateurs steeds moeilijker wordt om een auto te stelen. Ook de ANPR-camera s, die een hit opleveren bij de herkenning van gestolen, geseinde, verdachte of niet-verzekerde voertuigen, zijn een handig hulpmiddel in de strijd tegen de autodiefstallen (en andere vormen van criminaliteit). Ook voor de andere vormen van voertuigdiefstal wordt er, met uitzondering van carjacking, telkens een daling opgetekend waarbij deze inzake motodiefstal (-23,9%), garagediefstal 49 (- 16,8%) en homejacking (-45,8%) het meest in het oog springen. Grafiek 4: Aantal geregistreerde feiten inzake metaaldiefstal, autodiefstal, winkeldiefstal, zakkenrollerij en diefstal uit of aan een voertuig op nationaal niveau voor het eerste semester van de periode 2011-2015 Diefstal uit of aan voertuig kent reeds meerdere jaren een dalende evolutie waarbij momenteel een afname wordt gerealiseerd van 16,2% (-5.324 feiten) ten opzichte van de eerste zes maanden van 2014. Deze tendens manifesteert zich met name in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest waar een daling van 21,5% wordt opgetekend. Voor het Waals Gewest (-11,4%) is de afname het kleinst, dit niettegenstaande het gros van de registraties (40,4%) hier is gelokaliseerd. Het Vlaams Gewest situeert zich met een daling van 17,4% tussen beide uitersten in. Deze vastgestelde afname wordt ongetwijfeld mee veroorzaakt door allerhande sensibiliseringscampagnes. Daarnaast beschikken steeds meer parkings over camerasystemen. De beste preventie blijft evenwel de wagen op slot doen en niets van waarde (zichtbaar) in de wagen te leggen. Geen buit, geen dief. 49 Het betreft hier de diefstal van een voertuig (auto of moto) nadat de dader de sleutels uit de woning heeft gestolen zonder hierbij geweld of bedreigingen heeft gebruik. Voor homejacking wordt een soortgelijke definitie gehanteerd met die uitzondering dat hierbij wél gebruik werd gemaakt van geweld of bedreigingen. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 19

Het meest geviseerde voorwerp bij diefstallen uit voertuig is met voorsprong nog steeds het GPS-toestel. De geregistreerde metaaldiefstallen dalen momenteel met 11,2% (-181 feiten). Niettegenstaande het Brussels Hoofdstedelijk Gewest slechts 2,7% van de registraties voor zijn rekening neemt, is de evolutie hier het best zichtbaar (-48,6%). Voor het Vlaams en Waals Gewest, die beide een gelijkaardige proportie van de registraties vertegenwoordigen, worden afnames vastgesteld met respectievelijk 8,1% en 10,7%. Bij nagenoeg 60% van de metaaldiefstallen tijdens het eerste semester van 2015, werd er koper gestolen op grote afstand gevolgd door (giet)ijzer, zink en aluminium. Ten aanzien van 2014 worden er momenteel 14,4% minder metaaldiefstallen opgetekend waarbij koper werd gestolen, ten aanzien van 2012 bedraagt deze afname zelfs 53,3%. De jaarlijkse daling van de koperprijs sinds het piekjaar 2011 50 speelt hier ongetwijfeld een belangrijke rol in. De spoorwegen kunnen met een daling van 22,8% als belangrijke vertegenwoordiger worden beschouwd van de vastgestelde evolutie. Mogelijke verklaringen voor deze daling zijn de verschillende acties van de NMBS, Infrabel en de politiediensten op het terrein, maar ook initiatieven op het vlak van infrastructuur, zoals een betere verankering van de kabels en, waar mogelijk, de vervanging van de koperen kabels door aluminium. Daarnaast kan dit tevens het gevolg zijn van de nieuwe wetgeving inzake een verbod op cashbetalingen die sinds juli 2013 in België van kracht is en, zoals hierboven reeds opgemerkt, de daling van de koperprijs. Niet enkel bij de spoorwegen maar ook op (bouw)werven (-16,8%) is de dalende tendens inzake metaaldiefstal zichtbaar. Hierdoor kan logischerwijs ook de afname van het aantal werfdiefstallen (-13,9%) worden verklaard. De registratie van het aantal winkeldiefstallen 51 vertoont ten aanzien van 2014 een dalende evolutie (-5,2% of -586 feiten). Opvallend element hierbij is dat meer dan 1/10 de van de geregistreerde winkeldiefstallen plaatsvond op het grondgebied van de stad Antwerpen, dit niettegenstaande de daling van 14,3% die er werd opgetekend. Op gewestelijk niveau is, zowel in het Waals Gewest (-8,3%) als Vlaams Gewest (-5,6%), een daling zichtbaar in de meest recente cijfers. Voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (+2,6%) daarentegen wordt een kleine stijging opgetekend. Qua gestolen producten wordt de top 3 al enkel jaren samengesteld door voeding, kleding en parfum/schoonheidsartikelen. Volgens het Neutraal Syndicaat voor Zelfstandigen zou naar schatting 1,5 à 2 procent van de omzet verloren gaan aan diefstal. Voor de huidige daling, die in 2014 reeds werd ingezet, kunnen een aantal mogelijke verklaringen worden aangereikt. Een eerste element hierbij is de oprichting van provinciale snelrechtbanken in oktober 2013 die een ontradend effect genereren en de efficiënte bestraffing van winkeldiefstal mogelijk moeten maken. In diezelfde optiek kan tevens de invoering van de onmiddellijke schikking voor winkeldiefstal worden aangehaald die in voege is sinds 2011. In een aantal gemeenten (o.a. Gent en Kortrijk) worden ook GAS 52 -boetes uitgeschreven voor winkeldiefstal. Daarnaast neemt ook de druk van de economische crisis langzaam af waardoor de mogelijkheid om op een eerlijke manier goederen te verwerven toeneemt. Tenslotte zouden ook steeds meer ondernemingen en handelszaken zich efficiënt beveiligen, onder meer door het nemen van technopreventieve maatregelen die zowel bouwkundig (veiligheidsglas, systemen voor toegangscontrole, veiligheidssloten ) als elektronisch (veiligheidsalarm, camerabewaking ) van aard zijn. Het tanken zonder betalen (flessentrekkerij van brandstof) daalt ten aanzien van de eerste zes maanden van 2014 momenteel met 40% (-171 feiten). Deze daling manifesteert zich met name in het Waals Gewest (-56%). In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (-21,2%) en het Vlaams 50 Terwijl het elektrolytisch koper in 2011 nog 6.481 euro per ton kostte, was de prijs in 2014 gezakt naar 5.258 euro per ton (Bron: www.agoria.be). 51 Volgens de definitie kan een winkeldiefstal enkel begaan worden door een persoon die aanzien wordt als klant. Winkeldiefstallen gepleegd door eigen personeel vallen dus niet onder deze noemer dan wel onder de inbreuk huisdiefstal. 52 GAS is de afkorting voor Gemeentelijke Administratieve Sanctie. FPF/DGR/DRI/BIPOL PCS 2015 Semester 1 (Afsluitingsdatum 23/10/2015) 20