12345toe 2011 Wijzigen Toelichting Kinderopvangtoeslag 1 2 Vul het formulier in Stuur de ingevulde formulierbladen met het voorblad terug 3 U ontvangt binnen acht weken bericht Inhoud Toeslag wijzigen Toeslagpartner bepalen Voorwaarden Rekenhulpen voor het inkomen Zeker wijzigen Uitleg bij de vragen van het formulier Toeslag berekenen De overheid draagt in bepaalde gevallen bij in de kosten van zorg, huur of kinderen. Zo n bijdrage heet een toeslag. De Belastingdienst/Toeslagen zorgt ervoor dat de zorgtoeslag, huur toeslag, kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget terecht komen bij de mensen die daar recht op hebben. Meer informatie vindt u op www.toeslagen.nl. 2 4 6 8 10 12 16 Wijzigen kost maar weinig tijd Samenwonen, uit elkaar gaan, nog een kind naar de opvang, een nieuwe baan... In een jaar kan veel veranderen. Hebt u kinderopvang toeslag en verandert er iets in uw situatie? In deze toelichting leest u wat u moet doen. Voorkom terugbetalen Geef wijzigingen direct door. De Belastingdienst berekent uw toeslag opnieuw met de gewijzigde gegevens. Zo voorkomt u dat u later een bedrag moet terug betalen. Als de wijzigingen leiden tot een verlaging van uw toeslag, moet u deze binnen vier weken doorgeven. Het is in uw eigen belang om wijzigingen die leiden tot een verhoging van de toeslag zo snel mogelijk door te geven. Wijzigen kan met het formulier bij deze toelichting, maar gaat ook gemakkelijk via internet. Snel wijzigen met de computer? Ga naar www.toeslagen.nl. Snel wijzigen met de checklist In het formulier dat u bij deze toelichting hebt ontvangen, vindt u een checklist die u helpt bij het wijzigen. U kunt meerdere wijzigingen in één keer doorgeven. Het moeten dan wel wijzigingen zijn met dezelfde ingangs datum. Alleen wijzigingen doorgeven U hoeft niet alle vragen in te vullen. U vult alleen die vragen in die op uw gewijzigde situatie van toepassing zijn. Wie geeft de wijzigingen door? Hebt u de aanvraag voor de kinderopvang toeslag gedaan? Alleen de aanvrager mag wijzigingen doorgeven aan de Belastingdienst. Hebt u een toeslagpartner, dan moet die het formulier ook ondertekenen. Vanzelf bericht Als u over 2010 kinderopvangtoeslag hebt ontvangen, dan loopt die automatisch door in 2011. U krijgt hierover vanzelf bericht: de voorschotbeschikking. Wijzigt uw situatie in 2011? Geef dit dan aan ons door na ontvangst van deze voorschotbeschikking.
2 In het kort Kinderopvangtoeslag wijzigen voor 2011 Wie vult wat in? De persoon die de toeslag eerder heeft aangevraagd, vult ook het wijzigingsformulier in en zet een handtekening op de voorkant. De echtgenoot of huisgenoot is meestal de toeslagpartner. De toeslag partner moet het formulier ook ondertekenen. Handig om bij de hand te hebben Zorg dat u de volgende documenten bij de hand hebt: contracten van kinderopvangorganisaties of facturen uw laatste aangifte en (voorlopige) aanslag inkomstenbelasting, jaaropgaaf, of loonstrook burgerservicenummers/ sofinummers van uw kinderen Registratienummer Landelijk Register Kinderopvang Welke wijzigingen geeft u door? Een of meer kinderen gaan meer of minder uren naar de opvang. U wilt voor een ander kind toeslag aanvragen. Een of meer kinderen gaan niet meer of naar een ander soort opvang. Het uurtarief van de opvang wijzigt. De werkelijke gegevens wijken af van uw eerdere schatting. U hebt een (nieuwe) toeslagpartner. U hebt geen toeslagpartner meer. Het inkomen van u of van de toeslag partner wijzigt. De werk- of uitkeringssituatie van u of van de toeslagpartner wijzigt. De bijdrage van de gemeente of UWV wijzigt. Uw rekeningnummer wijzigt. Andere wijzigingen? Een adreswijziging geeft u door aan de gemeente. Die geeft uw adres door aan de Belastingdienst. Hebt u voor het eerst een intermediair of tussenpersoon, of wijzigen de gegevens van de intermediair? Vul dan alleen een wijzigingsformulier in als u daarnaast nog andere wijzigingen hebt. De juiste toeslag Nadat je de kinderopvangtoeslag hebt aangevraagd, kan er nog veel veranderen. Gelukkig hoef je alleen de wijzigingen door te geven. Aan het woord is Ricardo Goudberg. Hij heeft onlangs de kinderopvang toeslag gewijzigd. Kost het wijzigen veel tijd? Onze dochter gaat minder uren per maand naar de kinderopvang dan ik had opgegeven. Om te achterhalen welke vragen ik moest invullen, heb ik de checklist op het formulier erbij gepakt. Je vinkt de situaties af die van toepassing zijn, en leest zo wat je moet doen. Ik hoefde maar een paar vragen in te vullen en mijn hand tekening te zetten. Dat viel dus mee. Snel wijzigen met het formulier. Pak de checklist erbij. Moet je wijzigingen in je inkomen ook doorgeven? Ja, want de Belastingdienst krijgt pas na afloop van het jaar het inkomen door van mijn werkgever. Dus als je in de loop van het jaar meer gaat verdienen, moet je dit zelf doorgeven. De toeslag wordt dan direct aangepast aan je nieuwe inkomen. En met behulp van de rekenhulpen kan je berekenen wat je nieuwe toetsingsinkomen over 2011 wordt. Rekenhulpen? Ja, in deze toelichting staan handige rekenhulpen die je helpen bij het schatten van het inkomen. Mijn vrouw heeft een baan en verwacht binnenkort een loonsverhoging. Als bekend is hoeveel, vul ik weer een wijzigingsformulier in. Je kunt je inkomen trouwens ook berekenen op www.toeslagen.nl. Van wie telt het inkomen mee? Voor de kinderopvangtoeslag kijkt de Belastingdienst naar het inkomen van de aanvrager en naar het inkomen van de toeslagpartner. Het inkomen van andere huisgenoten telt niet mee. Toeslagpartner? Ja, als je met meer volwassenen in een huis woont, dan heb je meestal een toeslagpartner. Bijvoorbeeld als je, zoals ik, getrouwd bent. Maar het kan ook je vriendin zijn, of je broer of zus. Met het schema op bladzijde 4 en 5 bepaal je wie je toeslagpartner is. Bij ons ben ik de aanvrager en mijn vrouw is mijn toeslagpartner. Kan het ook met de computer? Ja, maar ik heb het wijzigingsformulier bij de BelastingTelefoon besteld. Na een paar dagen had ik het formulier in huis. Ik hoorde later pas dat het veel sneller gaat met het aanvraag- en wijzigings programma op www.toeslagen.nl. Geef je meerdere wijzigingen tegelijkertijd door? Er kan in een jaar nogal wat veranderen. Onlangs heb ik een wijzigings formulier ingevuld voor de gewijzigde opvanguren van onze dochter. Binnen kort gaat onze zoon ook naar de opvang en verwacht mijn vrouw een inkomenswijziging. Als wijzigingen ingaan op dezelfde datum, kun je ze tegelijkertijd met één formulier doorgeven. Heb je
3 per maand meerdere wijzigingen, maar gaan ze allemaal op een andere datum in? Vul dan voor elke verandering opnieuw een wijzigings formulier in. Behalve als je inkomen of je rekening nummer wijzigt. Deze kun je op elke ingangsdatum doorgeven. Wat als je wijzigingen niet doorgeeft? Dan loop je het risico dat je te veel toeslag ontvangt en dat moet je dan later weer terugbetalen. Dat bedrag kan flink oplopen. En als het formulier is ingevuld? Ik heb ondertekend op het losse voorblad en mijn vrouw heeft getekend als toeslagpartner. Op alle ingevulde formulierbladen schrijf je je naam en burgerservicenummer. Je scheurt ze los en stuurt ze samen met het voorblad in de retourenvelop terug. Je stuurt géén bijlagen mee. Heeft de Belastingdienst snel gereageerd? Binnen acht weken krijg je bericht. De Belastingdienst heeft dan met de gewijzigde gegevens een nieuw voorschot berekend. Voorschot? Ja, het is namelijk een voorlopige berekening. De definitieve berekening krijg je na afloop van het jaar. Dan zijn namelijk pas de werkelijke inkomensgegevens over 2011 bekend. Als blijkt dat je te veel hebt ontvangen, moet je terugbetalen. Heb je te weinig ontvangen, dan krijg je het verschil alsnog uitbetaald. En als er opnieuw iets wijzigt? Nou, dan bel ik 0800-0543 en vraag opnieuw een wijzigings formulier aan. En wie weet, kijk ik op www.toeslagen.nl en wijzig ik dan met de computer. Wat als er na 2011 nog wijzigingen zijn? Wijzigingen over 2011 waar je pas ná 2011 van hoort? Ja, ook die geef je door. Soms wijkt bijvoorbeeld de jaaropgaaf van je opvanginstelling af van de gegevens die de Belastingdienst van je heeft. Dat moet je doorgeven, dan berekent de Belastingdienst wat je definitief aan toeslag krijgt. Hulp nodig bij het invullen van het formulier? Kijk op www.toeslagen.nl of bel de BelastingTelefoon: 0800 0543, bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. Wijzigingen met dezelfde ingangsdatum U kunt met één formulier alleen wijzigingen met dezelfde ingangsdatum doorgeven. Hebt u meer wijzigingen die elk op een andere datum ingaan? Gebruik dan voor elke wijziging een nieuw wijzigingsformulier. Wijzigingen van uw inkomen en rekeningnummer kunt u wél met elke andere wijziging doorgeven. Kinderopvangtoeslag stopzetten Wilt u in 2011 geen toeslag meer ontvangen? Of voldoet u niet meer aan de voorwaarden? Met een wijzigingsformulier zet u de toeslag stop. Hoe en wanneer terugsturen Scheur de ingevulde formulierbladen los en voeg ze bij het ondertekende voorblad. Vul op elk formulierblad uw burgerservicenummer/sofinummer in. Stuur het formulier terug in de retourenvelop. Stuur géén bijlagen mee. Verwacht u minder toeslag te krijgen? Geef dan uw wijziging binnen vier weken door. Voorschot en uitbetaling Nadat u het wijzigingsformulier hebt teruggestuurd, ontvangt u binnen acht weken een nieuw voorschot. Zodra we uw werkelijke inkomen weten over 2011, krijgt u de definitieve berekening van uw toeslag. Dit is in de loop van 2012. Geld ontvangen of terugbetalen Als bij de definitieve berekening blijkt dat u te veel hebt ontvangen, moet u terugbetalen. Hebt u te weinig ontvangen, dan krijgt u het verschil alsnog uitbetaald. Geef wijzigingen direct door. Zo voorkomt u dat u later moet terugbetalen. Wijzigingen na 2011 Wijzigingen over 2011 die pas ná 2011 bekend worden, moet u ook doorgeven. De Belastingdienst kan dan berekenen wat u definitief aan toeslag krijgt.
4 Met meer mensen in één huis? Bepaal uw toeslagpartner Volg de pijlen van het schema Man of vrouw, broer of zus, vriend of vriendin, kind of kleinkind: ze kunnen allemaal bij u in huis wonen. Als een van hen aan de voorwaarden voldoet, moet u deze opgeven als uw toeslagpartner. Hebt u een echtgenoot op de datum waarop u wilt dat de toeslag wijzigt? Geregistreerd partner geldt als getrouwd. Duurzaam gescheiden leven geldt als ongetrouwd. Wonen er op die datum behalve uzelf ook andere mensen op uw woonadres? U hebt géén toeslagpartner. U hoeft vraag 9 niet in te vullen. Is een van uw huisgenoten voor 2011 uw fiscale partner? U doet bijvoorbeeld in 2011 een verzoek om voorlopige teruggaaf of u gaat over 2011 aangifte inkomstenbelasting doen? De fiscale partner is degene die uw aangifte mede ondertekent. De huisgenoot die voor 2011 uw fiscale partner is, is uw toeslagpartner. Vul de gegevens van uw toeslagpartner in bij vraag 9. Uw echtgenoot of uw geregistreerd partner is uw toeslagpartner. Vul de gegevens van uw toeslagpartner in bij vraag 9. Uw kinderen, kleinkinderen, (groot-) ouders of minderjarige huisgenoten kunnen geen toeslagpartner zijn. Meerder jarige broers of zussen van u zijn alleen uw toeslagpartner als u op een ander adres staat ingeschreven dan uw ouder(s). Kies zelf wie van uw huisgenoten uw toeslagpartner moet zijn. Kies niet iemand die al toeslag partner van een ander is. Vul vraag 9 in. Zijn ál uw meerderjarige huisgenoten kinderen, kleinkinderen, ouders of groot ouders van u? U hebt géén toeslagpartner. U hoeft vraag 9 niet in te vullen. Zijn er onder die meerderjarige huisgenoten naaste familieleden van u? Naaste familieleden zijn: uw broers of zussen, uw ouders of grootouders, uw kinderen of kleinkinderen. Hebt u één meerderjarige huisgenoot? Dan is dat uw toeslag partner. Hebt u meer huisgenoten die meerderjarig zijn? Kies dan zelf wie uw toeslagpartner moet zijn. Kies niet iemand die al toeslagpartner van een ander is. Vul de gegevens van uw toeslagpartner in bij vraag 9. Verwacht u in 2011 meerderjarige huisgenoten te hebben die langer dan zes maanden onafgebroken op uw woonadres staan ingeschreven én met wie u in die periode een gezamenlijke huishouding voert? U hebt géén toeslagpartner. U hoeft vraag 9 niet in te vullen.
5 Mijn vriend is mijn toeslagpartner Lia: Michiel en ik hebben een samenlevingscontract. Daarom is Michiel mijn toeslagpartner. Hebt u samen met een van uw huisgenoten een samen levingscontract afgesloten bij de notaris? Mijn vrouw is mijn toeslagpartner Harko: Lianne en ik zijn getrouwd. Daarom is zij mijn toeslagpartner. De huisgenoot met wie u een samen levingscontract hebt, is uw toeslagpartner. Vul de gegevens van uw toeslagpartner in bij vraag 9. Hebt u met een van uw huisgenoten samen een kind? De huisgenoot met wie u een kind hebt, is uw toeslagpartner. Vul de gegevens van uw toeslagpartner in bij vraag 9. Is een van uw huisgenoten in een voorgaand jaar al uw toeslagpartner geweest? U heeft bijvoorbeeld al eerder huur-, zorg- of kinderopvangtoeslag aangevraagd en daarbij een toeslagpartner aangewezen. Als u een koopwoning bezit en bewoont, is dan een van uw huisgenoten mede-eigenaar van die woning en (mede)aansprakelijk voor de hypotheek? De huisgenoot die mede-eigenaar en (mede)aansprakelijk is, is uw toeslagpartner. Vul de gegevens van uw toeslagpartner in bij vraag 9. Hebt u een pensioenregeling en is een van uw huisgenoten voor deze regeling als uw partner aangemeld? De huisgenoot die voor de pensioenregeling is aangemeld, is uw toeslagpartner. Vul de gegevens van uw toeslagpartner in bij vraag 9. De huisgenoot die in een voorgaand jaar al uw toeslagpartner was, is ook in 2011 uw toeslagpartner. Vul de gegevens van uw toeslagpartner in bij vraag 9. Mijn zus is mijn toeslagpartner Gini: Met mijn kinderen woon ik met mijn zus en haar kinderen in één huis. Mijn zus is mijn fiscale partner. Daarom is zij ook mijn toeslagpartner.
6 In het kort Voorwaarden voor kinderopvangtoeslag 2011 U hebt in 2011 een of meer kinderen die gebruikmaken van geregistreerde kinderopvang. Deze kinderen staan ingeschreven op uw woonadres. U krijgt kinderbijslag of een pleegouder bijdrage of uw uitgaven voor levensonderhoud per kind zijn minimaal 408 per kwartaal. U hebt de Nederlandse nationaliteit of een verblijfsvergunning die recht geeft op toeslagen. Let op! Niet elk rechtmatig verblijf in Nederland geeft recht op een toeslag. Én u werkt: U hebt recht op kinderopvangtoeslag als een van de volgende situaties van toepassing zijn: U bent (een deel van) 2011 in dienst bij een werkgever. U hebt winst uit onderneming. U hebt inkomsten uit andere werkzaamheden. U werkt mee in de onderneming van uw toeslagpartner. U volgt een re-integratietraject via uw werkgever. Óf de gemeente of UWV betaalt mee: Als u niet werkt kunt u ook recht hebben op toeslag. Dit is het geval als UWV of de gemeente mee betaalt aan de kosten van kinderopvang om een van de volgende redenen: U hebt bijstand en werk. U hebt een uitkering als kunstenaar en volgt een traject gericht op arbeidsinschakeling (WWIK). U bent jonger dan 18 jaar, hebt bijstand én volgt een opleiding. U volgt een traject om de kans op werk te vergroten en hebt geen uitkering of werkgever. U volgt verplicht een inburgerings cursus op grond van de Wet inburgering. U volgt een traject om de kans op werk te vergroten via UWV of de gemeente. U bent student. U hebt een toeslagpartner Hebt u een toeslagpartner? Die moet ook aan bovenstaande voorwaarden voldoen. De voorwaarden nog eens op een rij Voor de kinderopvangtoeslag moet u aan bepaalde voorwaarden voldoen. De Belastingdienst zet ze voor u op een rij. Zorg voor de kinderen U hebt als ouder, grootouder of pleegouder een of meer inwonende kinderen. Deze staan ingeschreven op uw woonadres. En de uitgaven voor levensonderhoud per kind zijn minimaal 408 per kwartaal. Naar de kinderopvang Een of meer van uw kinderen gaan naar de kinderopvang. Dagopvang of buitenschoolse opvang, bij een kindercentrum of bij een gastouder die ingeschreven staat bij een geregistreerd gastouderbureau. Als de kinderopvang maar wel geregistreerd is in het Landelijk Register Kinderopvang. Gastouderopvang Zowel de gastouder als het gastouderbureau moeten geregistreerd zijn in het Landelijk Register Kinderopvang. Als dit niet het geval is, hebt u geen recht op kinderopvangtoeslag. Wilt u precies weten aan welke eisen gastouderopvang moet voldoen? Ga dan naar www.rijksoverheid.nl. Alleen voor geregistreerde opvang krijgt u toeslag. Dagopvang Dagopvang is voor kinderen die nog niet naar het basisonderwijs gaan. Meestal is dat de leeftijd van nul tot vier jaar. Een peuterspeelzaal valt niet onder de dagopvang, want deze biedt geen verzorgende opvang. Buitenschoolse opvang Buitenschoolse opvang is voor kinderen die naar het basisonderwijs gaan. Dus meestal voor kinderen van vier tot en met twaalf jaar. Het kan om naschoolse opvang gaan, maar ook om de opvang tijdens een vakantieperiode. Opvang tussen de middag (tussenschoolse opvang) valt niet onder de buitenschoolse opvang. Voor deze opvang krijgt u daarom geen toeslag. U hebt werk U werkt héél 2011 of een deel daarvan. Voor kinderopvangtoeslag moet u in elk geval een betaalde baan hebben, ofwel werken in dienst betrekking. Hebt u geen baan, dan kunt u winst uit onderneming hebben. Of u werkt mee in de onderneming van uw echtgenoot of uw huisgenoot, die ook uw fiscale partner is. Inkomsten uit andere werkzaamheden, zoals inkomsten als freelancer of als alfahulp, tellen ook mee. Of u gaat weer aan het werk via de werkgever Hebt u enige tijd niet kunnen werken door arbeidsongeschiktheid, maar gaat u nu weer stap voor stap aan het werk? Soms betaalt uw werkgever de kosten voor uw uitkering en terugkeer op het werk. In dat geval volgt u een re-integratietraject via uw werkgever. Of u gaat aan het werk via gemeente of UWV Ontvangt u een uitkering van de gemeente of UWV en volgt u een traject om de kans op werk te vergroten? Als de gemeente of UWV bijdraagt aan uw kosten voor kinderopvang, hebt u recht op
7 De toeslagpartner is niet altijd uw levenspartner Behalve uw kinderen kan er nog iemand bij u wonen. Bijvoorbeeld uw man, vrouw, broer of zus, of uw vriend of vriendin. Deze persoon kan wel eens uw toeslagpartner zijn. kinderopvangtoeslag. Of u bent kunstenaar of u bent student Bent u kunstenaar en betaalt de gemeente mee aan de kinderopvang, dan kunt u kinderopvangtoeslag aanvragen. Dat kan ook als u een opleiding volgt bij een onderwijsinstelling die genoemd is in de Wet studiefinanciering of de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. Of u bent jonger dan 18 Bent u jonger dan 18 jaar, hebt u recht op bijstand en volgt u boven dien een opleiding? Dan komt u ook in aanmerking voor kinder opvang toeslag als de gemeente niet bijdraagt in de kosten van kinder opvang. Als de gemeente wel betaalt, doet ze dat als uitkeringsinstantie, niet als werkgever. U woont met iemand anders in één huis Hebt u een huisgenoot, zoals een echtgenoot, vriend(in), broer of zus? Deze huisgenoot kan de toeslag partner zijn. Ook voor de toeslagpartner geldt de voorwaarde om in 2011 te werken. Of er geldt een bijzondere situatie en uwv of de gemeente draagt voor de toeslagpartner bij aan de kosten voor kinderopvang. Misschien hebt u voor 2011 al een toeslagpartner, omdat u huurtoeslag, zorgtoeslag of kindgebonden budget krijgt. Hebt u eerder een toeslagpartner opgegeven aan de Belastingdienst en is uw situatie ongewijzigd? Dan is deze persoon ook de toeslagpartner voor de kinderopvangtoeslag. Met het schema op bladzijde 4 en 5 bepaalt u of u een toeslagpartner hebt. Soms is het niet meteen duidelijk hoe het zit met de toeslagpartner. Bijvoorbeeld als u geregistreerd partner of co-ouder bent of als uw echtgenoot op een ander adres woont. Een paar veel voorkomende situaties op een rijtje. Niet getrouwd en toch partners Hebt u een geregistreerd partnerschap? Dan gelden voor u dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. Een echt genoot is altijd uw toeslagpartner. Uw geregistreerde partner is dus ook uw toeslagpartner. Eerst samenwonen en dan trouwen Woont u in 2011 eerst samen met uw partner én trouwt u later in dat jaar met elkaar? Dan is uw partner, over de hele periode dat u in 2011 samen bent, ook uw toeslagpartner. Huisgenoot wordt toeslagpartner Soms woont u al een tijdje met uw huisgenoot in één huis, maar is deze persoon nog geen toeslagpartner. Uw situatie verandert. Bijvoorbeeld omdat u samen een samenlevingscontract afsluit, samen een huis koopt, of samen een kind krijgt. Let dan op! Uw huisgenoot wordt dan alsnog uw toeslag partner. Niet vanaf het moment dat uw situatie verandert, maar vanaf het moment dat u op hetzelfde adres staat ingeschreven. Een echtgenoot op een ander adres Wat als uw echtgenoot op een ander adres woont, bijvoorbeeld in het buitenland? In dat geval geeft u hem of haar toch op als toeslagpartner. Leeft u duurzaam gescheiden van uw echt genoot? De Belastingdienst/ Toeslagen beschouwt dit als ongetrouwd. U leeft duurzaam gescheiden, als u niet meer in gezinsverband met uw echtgenoot samenwoont en dit niet tijdelijk is bedoeld. In deze situatie is uw echtgenoot níet uw toeslagpartner. Co-ouders: niet elkaars toeslagpartner Sommige gescheiden ouders zorgen ieder een deel van de week voor hun kinderen. Als ze allebei gemiddeld drie dagen of meer per week voor hun kinderen zorgen, kunnen beiden recht hebben op kinderopvangtoeslag. Elke ouder vraagt dan apart de toeslag aan voor zijn eigen kosten voor de kinderopvang. Zij zijn níet elkaars toeslagpartner.
8 Rekenhulp als u aangifte doet Het schatten van een toetsingsinkomen Ik doe jaarlijks aangifte. Gebruik alleen deze rekenhulp Voor het berekenen van het toetsingsinkomen 2011 hoeft u bijna niets te doen. Beantwoord alleen onderstaande vragen. Schrijf van uw laatste (voorlopige) aanslag inkomsten belasting het verzamel inkomen over. Vul in hoeveel inkomen u bruto meer verwacht in heel 2011. Bijvoorbeeld een loonsverhoging of een bonus. Vermeld inkomen uit het buitenland dat niet in Nederland is belast, en vermeld ook vrijgesteld inkomen. Tel alle bedragen bij elkaar. Uw inkomen kan in 2011 ook minder worden. Trek dan nog het bedrag af dat u bruto minder verwacht. De uitkomst is het geschatte toetsings inkomen 2011. Neem dit over op het formulier. Uw toeslagpartner heeft inkomen en doet aangifte Heeft uw toeslagpartner inkomen in 2011? Schat dan voor ieder apart het toetsingsinkomen. Doet uw toeslagpartner aangifte? Gebruik dan de rekenhulp op deze bladzijde. + Toetsingsinkomen 2011, wat is dat eigenlijk? Als u aangifte inkomstenbelasting 2011 doet: het verzamelinkomen over 2011. Als u geen aangifte inkomstenbelasting 2011 doet: uw loon, uitkering of pensioen over heel 2011. De volgende inkomsten moet u ook meetellen: buitenlandse inkomsten die in Nederland niet belast zijn inkomsten die op grond van internationale regelingen zijn vrijgesteld alimentatie die u voor uzelf ontvangt Als u aangifte doet Om uw toetsingsinkomen 2011 te schatten, moet u het verzamelinkomen gebruiken. U vindt het verzamelinkomen op uw laatste (voorlopige) aanslag inkomstenbelasting. Gebruik bij het schatten de rekenhulp. Let op! Uw verzamelinkomen is persoonsgebonden. Het is dus niet het gezamenlijke inkomen van u en uw toeslagpartner. Uw toeslagpartner heeft een eigen verzamelinkomen. Als u geen aangifte doet Om uw toetsingsinkomen 2011 te schatten, berekent u voor 2011 het loon, het pensioen en de eventuele uitkeringen. Denk ook aan een dertiende maand, vakantiegeld of andere extra s. Gebruik bij het schatten de rekenhulpen. Schatten: precies werk, maar niet moeilijk! Pas als het jaar 2011 voorbij is, weet u hoe hoog uw inkomen was. Maar u vraagt eerder een toeslag aan. U moet daarom een schatting maken van uw inkomen voor heel 2011. Dus van 1 januari 2011 tot en met 31 december 2011. Met deze rekenhulpen bent u er vast zo uit. Soms is het wat lastiger. Bijvoorbeeld als u ondernemer bent of seizoenwerk doet. Of als u werkt als uitzend- of oproepkracht. Ook dan moet u proberen uw inkomen zo goed mogelijk te schatten. Wijzigingen? Schat uw toetsingsinkomen opnieuw! Verandert uw inkomen in de loop van het jaar? Dan moet u opnieuw een schatting van uw inkomen over heel 2011 doorgeven aan de Belastingdienst. Gebruik de rekenhulpen om uw nieuwe inkomen te schatten.
Rekenhulpen als u geen aangifte doet 9 Ik doe geen aangifte. Gebruik een of beide rekenhulpen Baan én uitkering? Pensioen én andere inkomsten? Tegelijkertijd of na elkaar? Het kan allemaal in een jaar. Maak een goede schatting van uw inkomen voor heel 2011. Gebruik beide rekenhulpen of een van beide. Voor elke baan of uitkering vult u opnieuw een rekenhulp in. Tel alle uitkomsten bij elkaar op en neem dat bedrag over op het formulier. Uw toeslagpartner heeft inkomen en doet geen aangifte Heeft uw toeslagpartner inkomen in 2011? Schat dan voor ieder apart het toetsingsinkomen. Doet uw toeslagpartner geen aangifte? Gebruik dan de rekenhulpen op deze bladzijde. Ik heb een jaaropgaaf. Gebruik deze rekenhulp U hebt een jaaropgaaf. Voor alle soorten banen, uitkeringen en pensioenen werkt de rekenhulp hetzelfde. Pak uw laatste jaaropgaaf en schrijf uw loon, uitkering of pensioen over. Noteer wat u in heel 2011 meer verwacht. Bij twijfel vraagt u dit na bij uw werkgever of uitkeringsorganisatie. Tel beide bedragen bij elkaar om uw jaarbedrag te berekenen. Verwacht u minder inkomen in 2011? Trek dan het bedrag af dat u bruto minder verwacht. Is dit het enige inkomen over heel 2011, dan is dit het toetsingsinkomen 2011. Meer banen en/of uitkeringen in 2011 Hebt u in 2011, tegelijkertijd of na elkaar, meer banen of uitkeringen? Vul voor elke baan of uitkering de rekenhulp opnieuw in. Tel alle uitkomsten bij elkaar op. Vermeld ook inkomen uit het buitenland dat niet in Nederland is belast en vermeld ook vrijgesteld inkomen of alimentatie die u voor uzelf ontvangt. + Ik heb een loonstrook. Gebruik deze rekenhulp U hebt nog geen jaaropgaaf. Voor een baan, een uitkering of pensioen gebruikt u deze rekenhulp. Pak uw laatste loonstrook en neem het loon voor de loonheffing of het bedrag aan uitkering of pensioen van die maand over. In plaats van loon voor loonheffing staat er op de loonstrook ook wel loonheffing loon, LH-loon, loon voor de loonbelasting/premies volksverzekeringen of fiscaal loon. Vul in wat u in 2011 bruto per maand meer denkt te verdienen of te ontvangen. Tel beide bedragen bij elkaar op om uw nieuwe maandinkomen in 2011 te berekenen. Verwacht u minder, trek dan af. Vermeld het aantal maanden over heel 2011 dat u dit inkomen ontvangt en vermenigvuldig het bedrag hiermee. Totaal. Noteer uw vakantiegeld (8% van uw bruto jaarinkomen). Schrijf het bedrag op van bonussen, fooien of een dertiende maand die u in 2011 verwacht. Tel de laatste drie bedragen op. Verwacht u minder inkomen in 2011? Trek dan het bedrag af dat u bruto minder verwacht. Is dit het enige inkomen over heel 2011, dan is dit het toetsingsinkomen 2011. Meer banen en/of uitkeringen in 2011 Hebt u in 2011, tegelijkertijd of na elkaar, meer banen of uitkeringen? Vul voor elke baan of uitkering de rekenhulp opnieuw in. Tel alle uitkomsten bij elkaar op. Vermeld ook inkomen uit het buitenland dat niet in Nederland is belast en vermeld ook vrijgesteld inkomen of alimentatie die u voor uzelf ontvangt. + +
10 Zeker wijzigen in 2011 Een ander inkomen, uit elkaar gaan, meer uren opvang... Veel mensen hebben hiermee te maken. Als u toeslag hebt, moet u alle wijzigingen doorgeven aan de Belastingdienst. Komt u er niet uit, dan kunt u altijd bellen met de BelastingTelefoon. Onze medewerkers helpen u graag op weg. Veranderingen hebben invloed op de hoogte van uw toeslag Martine Brinkhorst van Belastingdienst/ Toeslagen: In de loop van de tijd gaat uw leven er anders uit zien. Uw kinderen groeien op en gaan niet meer naar de opvang. Misschien gaat u scheiden. Of gaat u samenwonen of trouwen. U gaat meer verdienen. Allemaal veranderingen die invloed hebben op de hoogte van uw kinderopvangtoeslag. Leest u even mee, dat vergemakkelijkt het invullen van uw formulier. Mijn echtgenoot verhuist, de kinderen blijven bij mij wonen Binnenkort gaan mijn man en ik scheiden. Hij verhuist, de kinderen blijven bij mij. Wij krijgen nu kinder opvang toeslag. Mijn man heeft deze toeslag aangevraagd. De toeslag staat dus op zijn naam. Hoe regel ik dat de kinder opvangtoeslag op mijn naam komt? Vanaf de verhuisdatum woont uw echtgenoot niet meer bij u en de kinderen. Uw echtgenoot heeft vanaf de verhuisdatum geen recht meer op kinderopvangtoeslag. Uw echtgenoot moet de toeslag stopzetten. Dit kan met het wijzigings formulier of met de computer. Als u zelf nog aan alle voorwaarden voldoet, kunt u voor uw kinderen kinderopvang toeslag aanvragen. Dit doet u met de computer of met het aanvraagformulier. Vanaf de verhuisdatum van uw echtgenoot kunt u de toeslag aanvragen en komt deze op uw naam te staan. Hulp nodig bij het invullen van het formulier? Kijk op www.toeslagen.nl of bel de BelastingTelefoon: 0800 0543, bereikbaar van maandag tot en met donderdag van 8.00 tot 20.00 uur en op vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur. Twee gezinnen gaan samen verder Ik heb zelf één kind en mijn vriendin heeft er twee. We wonen nu nog apart en hebben elk kinderopvangtoeslag voor onze eigen kinderen. Binnenkort gaan we met z n allen in één huis wonen. Wat betekent dit voor de toeslag? Als uw vriendin de toeslagpartner is, doet u één aanvraag voor u samen. U kiest wie van u tweeën de aanvrager wordt. De ander zet de toeslag stop. Dat kan met een wijzigingsformulier of met de computer. De verhuisdatum is de ingangs datum voor het stopzetten en voor het wijzigen. Als ú bijvoorbeeld de aanvrager wordt, dan neemt u de twee kinderen van uw vriendin op in uw wijzigingsformulier. De toeslag voor alle kinderen komt dan op naam van één aanvrager te staan. De kinderen verhuizen mee met mijn echtgenoot Mijn man en ik gaan uit elkaar en de kinderen verhuizen met hem mee. Tot nu toe was ik de aanvrager van de kinder opvangtoeslag. Hoe moeten we het nu regelen? Ook al blijven de kinderen gebruikmaken van de kinderopvang, u zet de toeslag stop. Dit doet u uiterlijk vanaf de datum dat zij op een ander adres gaan wonen. Vanaf die datum voldoet u namelijk niet meer aan de voorwaarden voor de kinderopvangtoeslag. De toeslag zet u stop met het wijzigings formulier of met de computer. Uw echtgenoot vraagt vervolgens zelf de kinderopvangtoeslag aan.
11 Tijdelijk extra uren opvang Mijn kinderen zitten op de buiten schoolse opvang. Dagelijks gaan ze na schooltijd een paar uur naar de opvang. Voor deze opvanguren heb ik kinderopvangtoeslag. In de vakantieperiode gaan de kinderen meer uren naar de opvang. Voor deze extra uren kan ik ook kinderopvangtoeslag krijgen. Hoe vraag ik deze extra toeslag aan? U geeft twee keer een wijziging van de opvanguren door aan de Belastingdienst. Dit doet u met de computer of met het wijzigingsformulier. De ingangsdatum van de eerste wijziging is de datum waarop de kinderen in de vakantieperiode meer uren naar de opvang gaan. U vermeldt het nieuwe aantal opvanguren per maand (dus niet alleen de extra uren). De ingangsdatum van de tweede wijziging is het moment waarop de extra opvanguren stoppen. Vermeld dan per kind het oorspronkelijke aantal uren per maand. Meer dan één wijziging Ik heb net een nieuwe baan. Hierdoor wijzigt mijn inkomen. Over twee maanden gaat mijn dochtertje een dag per week extra naar de crèche. Kan ik dat allebei op één formulier kwijt? Ja, dat kan omdat een van de twee wijzigingen een inkomenswijziging is. Een verandering van uw inkomen geeft u zo snel mogelijk door aan de Belastingdienst. Dat kan op elke willekeurige datum. Dus ook tegelijk met de wijziging van het aantal opvanguren voor uw dochtertje. Als wijzigingen ingaan op dezelfde datum, kunt u ze met één formulier doorgeven. Bij wijzigingen met elk een andere ingangsdatum, vult u voor elke verandering opnieuw een wijzigingsformulier in. Behalve dus voor inkomenswijzigingen. Deze kunt u afzonderlijk, maar ook tegelijk met andere wijzigingen doorgeven. Nog een kind naar de opvang Onze oudste twee kinderen zitten op de dagopvang. Voor beide kinderen ontvang ik kinder opvangtoeslag. Binnenkort gaat onze jongste ook naar de opvang. Voor dit kind wil ik ook kinderopvangtoeslag aanvragen. Hoe doe ik dat? U hebt al kinderopvangtoeslag. Daarom geeft u de opvanguren voor uw jongste kind als een wijziging door aan de Belastingdienst. Dit doet u met de computer met het aanvraag- en wijzigingsprogramma of op papier met het wijzigingsformulier. De opvang gaat niet door Wij hebben één kind dat vanaf maart 2011 naar de dagopvang zou gaan. Ik heb daarvoor op tijd kinderopvangtoeslag aangevraagd. Maar het gaat niet door. Kan ik de toeslag nog stopzetten? U kunt de kinderopvangtoeslag altijd stopzetten. Gebruik hiervoor het aanvraag- of wijzigingsprogramma of het wijzigingsformulier. Vermeld als ingangsdatum de datum waarop u eerder de kinderopvangtoeslag had laten ingaan. Geef verder aan dat u de toeslag stopzet en onderteken het formulier. Dat is alles. Misschien hebt u inmiddels al kinderopvangtoeslag ontvangen. Dan krijgt u automatisch bericht van de Belastingdienst over het terug te betalen bedrag. Ik heb geen baan meer Ik ben ontslagen. Mijn kinderen gaan nog naar de opvang. Moet ik nu mijn kinderopvangtoeslag stopzetten? U hoeft de kinderopvangtoeslag niet direct stop te zetten. U houdt het recht op kinderopvangtoeslag tot het einde van het jaar. Uw kinderen moeten dan wel gebruik blijven maken van de kinderopvang. Per 1 januari 2012 zet u dan de toeslag stop. Verandert uw inkomen door uw werkloosheid? Dit moet u wel meteen aan ons doorgeven. Gaat u een re-integratietraject volgen via de gemeente of UWV, of gaat u studeren? Zet dan niet stop, maar stuur een wijziging in.
12 Uitleg bij de vragen van het formulier Bij de vraag Persoonlijke gegevens aanvrager Aanvrager De persoon die eerder de kinderopvang toeslag heeft aangevraagd, geeft ook de wijzigingen door aan de Belastingdienst. Wilt u de toeslag op naam van een andere aanvrager? Zet dan zelf eerst de toeslag stop. De andere aanvrager vraagt opnieuw de kinderopvangtoeslag aan. Burgerservicenummer/ sofinummer Uw burgerservicenummer/sofinummer staat in uw Nederlandse paspoort of op uw identiteitskaart, rijbewijs, loonstrook of jaaropgaaf. Hebt u geen burger servicenummer? Neem dan contact op met de gemeente. Voor informatie over het sofinummer kunt u de BelastingTelefoon bellen: 0800 0543 of vanuit het buitenland: +31 55 538 53 85. Bij vraag 1a Ingangsdatum Dit is de datum waarop uw situatie voor de kinderopvangtoeslag wijzigt. Of de datum waarop u de toeslag wilt stopzetten. Per formulier geeft u alleen de wijzigingen door met dezelfde ingangsdatum. Bij vraag 4 Rekeningnummer Vul het gewijzigde rekeningnummer in. Woont u in het buitenland en hebt u geen Nederlandse bankrekening? Vul dan niets in bij vraag 4 maar geef uw rekeningnummer buiten Nederland door met het formulier Aanvullen van gegevens buitenland Toeslag. Download dit van www.toeslagen.nl of vraag het op bij de BelastingTelefoon Buitenland: +31 55 538 53 85. Let op! Hebt u met het kindercentrum of gastouderbureau afgesproken dat wij de kinderopvangtoeslag rechtstreeks aan hen betalen? Vul dan het rekeningnummer van het kindercentrum of gastouderbureau in. Bij vraag 5 Intermediair Ook wel tussenpersoon of bemiddelaar genoemd. Dit is een persoon of organisatie die een aantal werkzaamheden rondom de kinderopvangtoeslag voor u regelt. Dit kan ook het gastouderbureau of het kindercentrum zijn, maar niet het loonadministratiebureau van uw werkgever. Bij vraag 6a De gemeente betaalt mee Ook als u niet werkt, kunt u recht hebben op kinderopvangtoeslag. De gemeente kan in het kader van de Wet kinderopvang meebetalen aan de kosten van kinderopvang, omdat u bijvoorbeeld een uitkering hebt en kunstenaar bent. Of u volgt een opleiding aan een onderwijsinstelling waarvoor u studiefinanciering of een tegemoetkoming in de studiekosten kunt krijgen. Of u bent jonger dan 18 jaar, hebt recht op bijstand en volgt bovendien een opleiding. Of u hebt werk en bijstand. UWV betaalt mee Hebt u een uitkering van UWV? En volgt u een traject om de kans op werk te vergroten? Dan kunt u recht hebben op kinderopvangtoeslag. Voorwaarde is dat UWV in het kader van de Wet kinderopvang voor uw partner meebetaalt aan de kosten van kinderopvang. Let op! De gemeente of UWV betaalt niet altijd (volledig) mee aan de kosten van kinderopvang. U kunt dan toch recht op toeslag hebben. Als de gemeente of UWV wel betaalt, doet ze dit niet als werkgever, maar als uitkeringsorganisatie. Werken in dienstbetrekking Betaald werk verrichten voor een werkgever. Als u in het buitenland woont, moet u dit werk in Nederland verrichten.
13 Winst uit onderneming of inkomsten uit andere werkzaamheden Bijvoorbeeld werken als freelancer, alfahulp of artiest, maar ook resultaat uit overige werkzaamheden of het ontvangen van een meewerkbeloning. Als u in het buitenland woont, moet u in Nederland werken. Meewerken in de onderneming Als u meewerkt in de onderneming van de toeslagpartner, dan moet deze uw fiscale partner zijn. Dit is meestal degene waarmee u de aangifte inkomstenbelasting ondertekent. Re-integreren via uw werkgever U bent arbeidsongeschikt en u gaat weer aan het werk. Uw werkgever betaalt uw uitkering en re-integratie. In het buitenland wonen en in Nederland werken Woont u en uw gezin in een EU-land, IJsland, Zwitserland, Noorwegen of Liechtenstein? Dan kunt u kinderopvangtoeslag krijgen. Voorwaarde is dat u of uw toeslagpartner in Nederland werkt, of uw kansen op werk aan het verbeteren bent. Kijk voor meer informatie op www.toeslagen.nl. Bij vraag 8a Uw toetsingsinkomen 2011 De Belastingdienst gebruikt het toetsingsinkomen over heel 2011 om de hoogte van uw toeslag vast te stellen. Vul hier alleen uw eigen inkomen in. Gebruik hiervoor de rekenhulpen op blz. 8 en 9. Of gebruik de rekenhulp op www.toeslagen.nl. Uw toetsingsinkomen als u buiten Nederland woont Doet u geen aangifte in Nederland als binnenlands belastingplichtige? Schat uw inkomen, zoals dat in Nederland belast zou worden. Doet u in Nederland én in uw woonland geen aangifte, maak dan een schatting van uw belastbaar loon over 2011. Bij vraag 9a Geregistreerd partner Als u en uw partner geregistreerd staan bij de burgerlijke stand, dan gelden voor u dezelfde regels als voor mensen die getrouwd zijn. Duurzaam gescheiden Bent u getrouwd, maar leeft u duurzaam gescheiden, dan beschouwt de Belastingdienst/Toeslagen u in die periode als ongetrouwd. U leeft duurzaam gescheiden, als u niet meer in gezins verband met uw echtgenoot samen woont en die situatie niet tijdelijk is bedoeld. Echtgenoot woont op een ander adres Woont uw echtgenoot op een ander adres en leeft u niet duurzaam gescheiden? Dan is uw echtgenoot uw toeslagpartner. Bij vraag 9c Burgerservicenummer/sofinummer van uw toeslagpartner Het burgerservicenummer/sofinummer staat in het Neder landse paspoort of op de identiteits kaart, rijbewijs, loonstrook of jaar opgaaf. Heeft de toeslagpartner geen burgerservice nummer? Laat deze dan contact opnemen met de gemeente. Voor informatie over het sofinummer kan hij de BelastingTelefoon bellen: 0800 0543 of vanuit het buitenland: + 31 55 538 53 85. Bij vraag 10a De gemeente betaalt mee Ook als uw toeslagpartner niet werkt, kunt u recht hebben op kinderopvangtoeslag. Voorwaarde is dat de gemeente in het kader van de Wet kinderopvang meebetaalt aan de kosten van kinderopvang. De gemeente betaalt bijvoorbeeld mee als uw toeslagpartner een uitkering heeft en kunstenaar is. Of omdat hij een opleiding volgt aan een onderwijs instelling waarvoor hij studiefinanciering of een tegemoetkoming in de studiekosten kan krijgen. Of omdat hij jonger is dan 18 jaar, recht heeft op bijstand en een opleiding volgt. Of omdat uw toeslagpartner werk en bijstand heeft. UWV betaalt mee Ontvangt uw toeslagpartner een uitkering van UWV? En volgt hij een traject om de kans op werk te vergroten? Dan kunt u recht hebben op kinder opvang toeslag. Voorwaarde is dat UWV in het kader van de Wet kinderopvang voor de toeslagpartner meebetaalt aan de kosten van kinderopvang. Let op! De gemeente of UWV betaalt niet altijd (volledig) mee aan de kosten van kinderopvang. U kunt dan toch recht hebben. Als de gemeente of UWV wel betaalt, doet ze dit niet als werkgever, maar als uitkeringsorganisatie. Werken in dienstbetrekking Betaald werk verrichten voor een werkgever. De toeslagpartner moet werken in de EU, IJsland, Zwitserland, Noorwegen of Liechtenstein.
14 Winst uit onderneming of inkomsten uit andere werkzaamheden Bijvoorbeeld werken als freelancer, alfahulp of artiest, maar ook resultaat uit overige werkzaamheden of het ontvangen van een meewerkbeloning. Uw toeslagpartner moet werken in de EU, IJsland, Zwitserland, Noorwegen of Liechtenstein. Meewerken in uw onderneming Als de toeslagpartner meewerkt in uw onderneming, dan moet deze uw fiscale partner zijn. Dit is meestal degene waarmee u de aangifte inkomsten belasting ondertekent. Re-integreren via de werkgever De toeslagpartner is arbeids ongeschikt en gaat weer aan het werk. De werkgever betaalt de uitkering en reintegratie van de toeslagpartner. In het buitenland wonen De toeslagpartner woont in het buiten land en werkt in de EU, IJsland, Zwitser land, Noorwegen of Liechtenstein. Of hij of zij ontvangt een uitkering in een van deze landen, vergelijkbaar met de voorwaarden waaronder de gemeente of UWV mee zou betalen. Dan kunt u in aanmerking komen voor de kinderopvang toeslag. Kijk voor meer informatie op www.toeslagen.nl. Bij vraag 12a Toetsingsinkomen 2011 van uw toeslagpartner De Belastingdienst gebruikt ook het toetsingsinkomen van de toeslagpartner over heel 2011 om de hoogte van uw toeslag vast te stellen. Vul hier alleen het inkomen in van de toeslagpartner. Gebruik hiervoor de rekenhulpen op blz. 8 en 9. Of gebruik de rekenhulp op www.toeslagen.nl. Gebruik de rekenhulpen bij het schatten van het toetsings inkomen Het toetsingsinkomen als de toeslagpartner buiten Nederland woont Doet uw toeslagpartner geen aangifte in Nederland als binnenlands belastingplichtige? Schat zijn inkomen dan, zoals dat in Nederland belast zou worden. Doet uw toeslagpartner in Nederland én in uw woonland geen aangifte, maak dan een schatting van het belastbaar loon over 2011. Bij vraag 13d Burgerservicenummer/ sofinummer van uw kind Elke Nederlander ontvangt bij de geboorte een burgerservicenummer/ sofinummer. Kunt u het burgerservicenummer van uw kind niet meer vinden? Neem dan contact op met de gemeente. Voor informatie over het sofinummer kan hij de BelastingTelefoon bellen: 0800 0543 of vanuit het buitenland: +31 55 538 53 85. Als u en uw kind niet in Nederland wonen en uw kind daarom geen burgerservicenummer/ sofinummer heeft, dan vult u hier niets in. De Belastingdienst vraagt u mogelijk nog om een schriftelijke bevestiging. Bij vraag 13e Stopzetten van toeslag U bent verplicht om de kinderopvangtoeslag stop te zetten als uw kind niet meer wordt opgevangen bij een geregistreerd kindercentrum of via een geregistreerd gastouderbureau. Bij vraag 14a t/m 14d Gegevens kindercentrum of gastouder Vul de gegevens (naam, postcode en huisnummer) in van de locatie waar de opvang plaatsvindt. Gaat uw kind naar een kindercentrum dat onderdeel is van een overkoepelende organisatie? Vul dan niet de gegevens van die overkoepelende organisatie in. Maakt u gebruik van gastouderopvang? Vul het adres in van de locatie waar de opvang plaatsvindt. Dus als de opvang bij u thuis plaatsvindt, uw eigen adres. Wordt uw kind op verschillende locaties opgevangen? Vul de gegevens in van de locatie waar de meeste opvang plaatsvindt.
15 Bij vraag 14e Opvang buiten Nederland Ook voor kinderopvang buiten Nederland kunt u toeslag krijgen. Wel moet de kinderopvangorganisatie zijn opgenomen in het Register buitenlandse kinderopvang. Ga dit zelf na. Als de kinderopvangorganisatie nog niet is opgenomen in dit register, moet u dit alsnog doen. Aanmelden doet u via www.rijksoverheid.nl met het Aanvraagformulier buitenlandse kinderopvang. Bij vraag 14f Registratienummer LRK U krijgt alleen kinderopvangtoeslag als de opvang is geregistreerd in het Landelijk Register Kinderopvang. U kunt het registratienummer opvragen bij uw kinderopvanginstelling of gastouderbureau. Of kijk op www.landelijkregisterkinderopvang.nl. Wordt uw kind op verschillende locaties opgevangen? Vul het registratienummer in van de locatie waar de meeste opvang plaatsvindt. Bij vraag 15b Meer opvanginstellingen Bij opvang in één maand door meer organisaties: tel de kosten van de opvanginstellingen bij elkaar op. Deel de kosten door het totaal aantal uren, zo krijgt u het gemiddelde uurtarief. Vul dit gemiddelde uurtarief in. Bij vraag 15c Aantal opvanguren per volle maand Voor elke vorm van opvang geldt dat u voor maximaal 230 opvanguren toeslag kunt krijgen. Het aantal opvanguren per maand berekent u aan de hand van het contract van de opvangorganisatie. Hebt u de uren alleen op jaarbasis? Deel dan het aantal uren door het aantal maanden dat uw kind gebruikmaakt van de opvang in 2011. Bijvoorbeeld delen door 12 als het gaat om een heel jaar, of door 6 als het gaat om een half jaar. Rond de uren per maand af op hele uren. Als de werkelijke gegevens afwijken van uw schatting, geef dan een wijziging door. Tijdelijke opvang Soms maakt een kind maar voor een korte periode gebruik van de kinder opvang. Bijvoorbeeld tijdens een vakantieperiode of bij ziekte van een ouder. Hebt u bij tijdelijke opvang voor een kind kinderopvangtoeslag aangevraagd en is de opvangperiode voorbij? Zet dan de toeslag voor dat kind stop. Gebruik hiervoor het wijzigings formulier. Wijzigen kan ook met de computer. Ga hiervoor naar www.toeslagen.nl. Tijdelijk meer of minder uren opvang Soms maakt een kind voor een korte periode meer of minder uren gebruik van de kinder opvang. Bijvoorbeeld tijdens een vakantieperiode of bij ziekte van een ouder. Geef deze tijdelijke verandering in twee keer door aan de Belastingdienst. De ingangsdatum van de eerste verandering is de datum waarop het kind meer of minder uren naar de opvang gaat. U vermeldt dan het nieuwe aantal opvanguren per maand (dus niet het verschil tussen het oorspronkelijke en het nieuwe urenaantal). Bij de tweede wijziging is de ingangsdatum, de datum waarop het kind weer gebruikmaakt van het oorspronkelijke aantal uren. Vermeld dan het oorspronkelijke aantal uren per maand voor dat kind. Bij vraag 16a en 16b Bijdrage van de gemeente of UWV De gemeente of UWV vraagt meestal een eigen bijdrage van 4,5% van de opvangkosten voor uw eerste kind en 3,5% voor ieder volgend kind. Vergoedt de gemeente of UWV deze eigen bijdrage aan u? Dan hoeft u dit bedrag niet op te geven. Let op! Tel de uren en bedragen van het kindercentrum niet op bij die van de gastouderopvang.
16 Hoeveel toeslag? De berekening in het kort Tabel: Percentage kinderopvangtoeslag 2011 Stap 1: Vergelijk het uurtarief van de kinderopvang met het maximumuurtarief (Gezamenlijk) toetsingsinkomen Voor kind met de meeste opvanguren Voor andere kinderen lager dan - 18.099 58,7% 62,7% 18.100-19.304 58,1% 62,7% 19.305-20.509 57,3% 62,7% 20.510-21.714 56,7% 62,6% 21.715-22.919 56,2% 62,6% Stap 2: Bereken uw kosten per kind: totaal aantal opvanguren per maand uurtarief. Als uw uurtarief boven het maximum ligt, ga dan uit van het maximumuurtarief. 22.920-24.123 55,6% 62,6% 24.124-25.328 54,8% 62,6% 25.329-26.531 54,2% 62,6% 26.532-27.828 53,5% 62,5% 27.829-29.123 52,9% 62,3% 29.124-30.419 52,1% 62,2% 30.420-31.714 51,6% 62,1% 31.715-33.011 50,8% 62,1% 33.012-34.307 50,1% 62,0% 34.308-35.602 49,5% 61,9% 35.603-36.899 48,7% 61,8% 36.900-38.194 48,1% 61,7% 38.195-39.490 47,4% 61,5% 39.491-40.786 46,6% 61,4% 40.787-42.082 46,1% 61,3% 42.083-43.378 45,4% 61,3% 43.379-44.673 44,8% 61,2% 44.674-46.089 43,9% 61,1% 46.090-48.798 42,5% 60,9% 48.799-51.507 40,8% 60,6% 51.508-54.217 38,5% 60,4% 54.218-56.927 36,4% 60,2% 56.928-59.636 34,3% 60,1% 59.637-62.345 32,1% 59,8% 62.346-65.055 30,0% 59,6% Maximumuurtarief kinderopvang 2011 Kindercentrum (dagopvang): 6,36 Kindercentrum (buitenschoolse opvang): 5,93 Gastouderopvang (dagopvang en buitenschoolse opvang): 5,09 Stap 3: Bepaal het toetsingsinkomen. Als u een toeslagpartner hebt, neemt u het toetsingsinkomen van u én uw toeslagpartner. Stap 4: Bepaal aan de hand van de tabel het percentage kinderopvang toeslag dat hoort bij uw (gezamenlijke) toetsingsinkomen. Stap 5: Bereken de toeslag per kind: kosten per kind percentage kinderopvangtoeslag. Rond af op 2 cijfers achter de komma. 65.056-67.765 27,7% 59,4% 67.766-70.475 25,7% 59,1% 70.476-73.184 23,5% 58,9% 73.185-75.895 21,4% 58,7% 75.896-78.604 19,1% 58,6% 78.605-81.313 17,0% 58,3% 81.314-84.023 14,9% 58,1% 84.024-86.733 12,7% 57,9% 86.734-89.442 10,7% 57,6% 89.443-92.151 8,4% 57,4% Stap 6: Hebt u een toeslagpartner? Sla stap 6 over. Hebt u geen toeslagpartner? Bereken de toeslag alleenstaande ouder per kind. Dit is1/6 deel van de kosten per kind. 92.152-94.860 6,2% 57,3% 94.861-97.570 4,1% 57,1% 97.571-100.279 1,8% 56,8% 100.280-102.988 0,0% 56,6% 102.989-105.697 0,0% 56,4% 105.698-108.406 0,0% 56,2% 108.407-111.116 0,0% 56,0% 111.117-113.825 0,0% 55,7% 113.826-116.534 0,0% 55,5% 116.535-119.243 0,0% 55,1% 119.244-121.952 0,0% 54,9% 121.953-124.662 0,0% 54,6% 124.663-127.372 0,0% 54,2% 127.373-130.080 0,0% 54,0% 130.081-132.789 0,0% 53,6% 132.790-135.499 0,0% 53,4% 135.500-138.208 0,0% 53,1% 138.209-140.917 0,0% 52,8% 140.918-143.626 0,0% 52,5% 143.627-146.335 0,0% 52,1% Het uit te betalen maandbedrag kan verschillen van het maandbedrag op uw voorschotbeschikking Op uw voorschotbeschikking staat hoeveel u per maand krijgt uitbetaald, met twee cijfers achter de komma. Maar de Belastingdienst betaalt alleen uit in ronde bedragen. Dat betekent dat het maandbedrag soms naar boven, en soms naar beneden wordt afgerond. Maar uiteindelijk krijgt u over heel 2011 precies het bedrag waar u recht op hebt. Stap 7: Hebt u een toeslagpartner én werkt u beiden? Bereken de extra toeslag. Dit is 1/3 deel van de kosten per kind. Hebt u een toeslagpartner én werkt een van u beiden? Bereken de extra toeslag per kind. Dit is 1/6 deel van de kosten per kind. Hebt u géén toeslagpartner én werkt u? Bereken de extra toeslag per kind. Dit is 1/6 deel van de kosten per kind. Stap 8: Hebt u meer kinderen? Herhaal dan alle stappen en tel de bedragen bij elkaar op. TG 161-1T11FD 146.336-149.045 0,0% 51,9% 149.046-151.754 0,0% 51,6% 151.755-154.463 0,0% 51,3% 154.464-157.172 0,0% 51,0% 157.173-159.882 0,0% 50,7% 159.883-162.591 0,0% 50,4% 162.592-165.300 0,0% 50,1% 165.301-168.009 0,0% 49,9% 168.010 - en hoger 0,0% 49,5%