Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Weer en Klimaat

Vergelijkbare documenten
Aardrijkskunde samenvatting H2: Klimaat: is een beschrijving van het gemiddelde weer over een periode van 30 jaar.

Op de weerkaarten staan de weerselementen en de luchtdruk ook weergegeven. Er staan dan vaak weersymbolen bij.

Samenvatting Aardrijkskunde 4.1 t/m 4.6

Samenvatting Aardrijkskunde Weer en Klimaat hoofdstuk 2

7,5. Samenvatting door Anne 867 woorden 12 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. paragraaf 2. klimaten wereldwijd.

Klimaat is een beschrijving van het weer zoals het zich meestal ergens voordoet, maar ben je bijvoorbeeld in Spanje kan het ook best regenen.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Soms moet de lucht omhoog omdat er een gebergte ligt. Ook dan koelt de lucht af. Er ontstaan wolken en neerslag. Dit is stuwingsregen.

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Hoe komen de verschillende klimaten op Aarde tot stand?


Klimaten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Weer = de toestand van de atmosfeer. Deze kan snel veranderen. Dit bepaald bijv. je kledingkeuze.

Toets_Hfdst2_WeerEnKlimaat

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

4 Leven in een koud gebied

Wat is Meteorologie?

Samenvatting Aardrijkskunde H.2 tot paragraaf 8

2 Natuurlandschappen op aarde

5,3. Samenvatting door een scholier 1646 woorden 7 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 2. 1ste druk

5,8. Samenvatting door een scholier 2061 woorden 23 oktober keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Buitenland - vmbo/t/havo klas 1 - Hoofdstuk 1

H2: Europa, verenigd of versnipperd?

Uiteenzetting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1 Multicultureel Amerika

Opdrachten bij Weer en klimaat. (Tekstboek en de ELO) Temperatuurverschillen op aarde.

Werkblad:weersverwachtingen

2 Landschapszones op aarde SO 1

Weerberichten vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde H2, paragraaf 1 t/m 3

Landbouw VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Weer en klimaat. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1, les 1,2,3

Klimaatverandering Wat kunnen we verwachten?

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk en

Samenvatting Aardrijkskunde Klimaatzones en landschappen

Hoofdstuk 2 AARDE Klimaat en landschap

1 Kun je aan planten zien wat je aan moet?

Het weer hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Nederland en Spanje vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Manieren om een weersverwachting te maken Een weersverwachting kun je op verschillende manieren maken. Hieronder staan drie voorbeelden.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2, paragraaf antwoorden

Samenvatting aardrijkskunde H9:

Klimaten hv123. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 2

Leren voor de biologietoets. Groep 8 Hoofdstuk 5

Weerkaarten VS vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting door een scholier 2012 woorden 13 november keer beoordeeld. Aardrijkskunde. B 24 breedteliggingen en temperatuur

Weer is de toestand van de weerselementen op een bepaalde tijd op een bepaalde plaats.

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

Een wadi is een rivier die slechts een deel van het jaar water bevat. Je kunt er gemakkelijk grondwater winnen.

De Geo. 3 havo/vwo Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk 1. eerste druk

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

B36 De dampkring laat de zonnewarmte gewoon door. Pas als de zonnestralen op het aardoppervlak vallen, geven ze hun warmte af.

6,5. Werkstuk door Een scholier 2067 woorden 31 maart keer beoordeeld. Aardrijkskunde. Hoofdvraag en deelvragen

KNMI 06 klimaatscenario s

Toets 1 - 'Landschappen in Europa'

Bedreigingen. Broeikaseffect

Neerslag vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

economische mogelijkheden sociale omgeving ecologisch kapitaal verborgen kansen

HFDST 6. HET WEER IN ONZE STREKEN

Opdrachten bovenbouw hv

5,5. Samenvatting door Timo 3481 woorden 25 april keer beoordeeld. Aardrijkskunde. De GEO Samenvatting. Water

Toets 2 - 'landschappen in europa'

Weer en klimaat. Werkboek aardrijkskunde klas 2. Klas. Kl. klas..

Toets 2 - 'Landschappen in Europa'

INDONESIË. Natuurlijke en landschappelijke kenmerken

Werkwinkel: Geografische denkvaardigheden

Extra CaseQuest 1 Watergebruik in het Middellandse Zeegebied

De Geo; Weer en klimaat

20 keer beoordeeld 18 juni 2013

Van de regen in de drup

Samenvatting Aardrijkskunde Water hoofdstuk 2

Woordenschat - memory Taal Actief groep 4 Thema 3 Les 1

5,5. Definities: Samenvatting door een scholier 1591 woorden 25 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde

11. Weersituaties Inleiding Weertype

4.1 Weer en klimaat in de eigen regio

Klimaatverandering. Opzet presentatie

Landbouw vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

De Geo. 1 th Aardrijkskunde voor de onderbouw. Antwoorden hoofdstuk ste druk

Samenvatting Aardrijkskunde Hoofdstuk 1

Klimaat in de 21 e eeuw

3 havo 4 water, 2 t/m 4

Samenvatting Aardrijkskunde HD 1 multicultureel Amerika + basisboek

Woordenlijst - Aarde

Les 5: Factoren van weer en klimaat

Klimaatverandering vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Samenvatting Aardrijkskunde Verenigde Staten (paragraaf extra)

Werkblad Naut Thema 5: Weer en klimaat

Opmaak-Satelliet-pam :47 Pagina 70

Werkstuk ANW Weersvoorspelling

3 De islamitische wereld

5.6. Samenvatting door een scholier 1069 woorden 24 juni keer beoordeeld. Aardrijkskunde. 2.1 De aarde als systeem

Een les met WOW - Neerslag

Spanningen en ecologische problemen binnen regio s 11

Handleiding bij lessenserie WOW

Werkstuk Aardrijkskunde Broeikaseffect

Docenteninformatie. Leerlingenmateriaal. Lesbrief. Winterstormen op de Atlantische Oceaan

Het soort weer dat een land tijdens een lange periode heeft. Gebied in de wereld waar het klimaat overal hetzelfde is.

Bestudeer de bronnen 1 en 2 uit het bronnenboekje die bij deze opgave horen.

Transcriptie:

Samenvatting Aardrijkskunde Samenvatting Weer en Klimaat Samenvatting door Z. 2308 woorden 20 februari 2019 7 1 keer beoordeeld Vak Methode Aardrijkskunde De Geo 1.1) Wisselvalligheid in Nederland Het weerbericht Weersverwachting gemaakt bij het KNMI in De Bilt door meteorologen (weerkundigen). Ondanks moderne hulpmiddelen blijft het lastig om een weersverwachting te maken. Op weerskaarten staan weerelementen, luchtdruk en weersymbolen. Het weer, altijd anders Weer speelt zich af in de dampkring of atmosfeer. Weer is de toestand van de dampkring op een bepaald moment en op bepaalde plaats. Nederland: wisselvallig weer. Weerselementen: Tempratuur: gemeten met thermometer in o C. Neerslag: gemeten met regenmeter in millimeter. (Neerslag ontstaat wanneer waterdamp condenseert en verandert in waterdruppels) Wind: bewegende lucht. De druk van lucht op aarde is de luchtdruk. Bewolkingsgraad De schaal van Beaufort geeft de windsnelheid aan. De windrichting wordt genoemd naar de richting van waaruit de wind waait. In Nederland vaak zuidwesten wind. De windrichting wordt aangegeven met een windroos. De windsnelheid wordt gemeten in meter/seconde. De verwachte uv-straling wordt uitgedrukt in ultraviolette-straling. Bij uv-straling veel gevaar op verbranding van de huid of huidkanker. 1.2) Het Nederlandse klimaat verklaard Het Nederlandse klimaat Het klimaat is het gemiddelde weer over een lange periode. Nederland heeft een gematigd zee klimaat: koele zomers, zachte winters en neerslag in alle jaargetijden. Temperatuurfactoren Pagina 1 van 9

Vijf temperatuurfactoren: De breedteligging is de afstand tot de evenaar. Mate van inval van zonnestralen heet zoninvalshoeken: Poolstreken (hoge breedte): zonnestralen vallen schuin in, verwarmen een groot oppervlak. Tropen (lage breedte): zonnestralen vallen loodrecht in, verwarmen een klein oppervlak. Schuine zonnestalen: geven minder warmte af. Hoe hoger, hoe kouder. Iedere 100 meter omhoog is -6 o C. Grote temperatuurverschillen over korte afstand: in berggebieden. Wind verplaats kou of warmte. Zonnestralen vallen op land of water. Deze gesteldheid van het aardoppervlakte heeft invloed op temperatuur. Gebieden aan zee: minder temperatuurschommelingen dan gebieden landinwaarts. Land word sneller warm en sneller koud dan water. Aanlandige wind (zeewind) bevat veel waterdamp. Landwind heeft lagere luchtvochtigheid dan zeewind. Aflandige wind (of landwind) voert in winter koude lucht aan, in de zomer warme lucht. Wind en water zorgen voor aanvoer warmte en kou elders. 1.3) De invloed van luchtdruk op het weer Luchtdruk Luchtdruk wordt gemeten met barometer in hectopascal (hpa). Lijn van punten met gelijke luchtdruk: isobaar. Het weer bij hoge- en lagedrukgebieden Boven de Atlantische Oceaan ontstaan hoge- en lagedrukgebieden. Ligging: grote invloed op het weer. Hogedruk gebied heeft vaak helder weer. De lucht daalt en wordt warmer. Dat betekend warmte in de zomer en kou in de winter. Lagedrukgebied is een gebied met stijgende lucht. De lucht koelt af waardoor er vaak wolken ontstaan. Het weer bij verandering van luchtdruk Verschil in luchtdruk zorgt voor wind. Lucht stroomt van een hoge drukgebied naar een lage drukgebied. Regel meteorologen: stijgende luchtdruk geeft beter weer, dalende luchtdruk geeft minder weer. De waterkringloop Water komt in drie toestanden voor: Vast (sneeuw of hagel) Vloeiend (regen) Gasvormig (waterdamp) Water op aarde altijd in beweging. In de waterkringloop gaat water over van de ene toestand in de andere. Natte lucht: hogere luchtvochtigheid dan droge lucht. Pagina 2 van 9

1.4) Bronnen: Het Nederlandse weer verandert Verschil natuurlijk en versterkt broeikaseffect is het versterkte broeikaseffect word veroorzaak door de mens, natuurlijk broeikaseffect door de natuur. Door de mens: door het verbranden van fossiele brandstoffen komen er steeds meer broeigassen in de atmosfeer. Broeikas effecten: CO 2, CH 4, H 2 O Gevolg versterk broeikaseffect; Hogere tempraturen Stijging zeespiegel Meer hitte golven Droogte periode Misoogsten Watertekorten Voorbeelden van veranderend weer zijn; hitte golven en droge periode. Ecologische voetafdruk van een arm land is kleiner dan van een rijk land. 2.1) Spanje, land van verschillen Veel hoogteverschillen Spanje ligt op het Iberisch Schiereiland. Grootste deel ligt > 500 meter en de smalle stroken aan de kust < 200 meter. - Twee eiland groepen: de Balearen en de Canarische Eilanden. Binnenland is Spaanse Hoogvlakte: de Meseta. Gemiddeld tussen 600 en 800 meter hoog. - Ten noorden en ten zuiden van de Meseta liggen twee hooggebergte. In het noorden: Pyreneeën en Cantabirsch Gebergte en in het zuiden: Sierra Nevada. Langs de oost- en zuidkust: diverse middelgebergte. Overgangsgebied: van koel naar heet Richting zuiden hogere temperaturen. Twee oorzaken: breedteligging en invloed hoogdrukgebied. Gevolg: droge, hete zomers. Doordat de lucht daalt, lossen wolken op. Overgangsgebied: van nat naar droog Langere droge periode en meer verdamping richting het zuidoosten. Stuwingsregen: regen die ontstaat doordat lucht aan de loefzijde van een gebergte omhoog wordt geduwd. Stijgingsregen: regen die ontstaat door opstijgende warme lucht. Frontale neerslag: neerslag die ontstaat door botsingen van warme en koude lucht. Berggebieden: wind omhooggestuwd aan loefzijde. Aan lijzijde daalt lucht, wordt het warmer en is er dus weinig neerslag. Gebied achter berg: regenschaduw. Door ligging van gebergten in kustgebieden in binnenland weinig invloed van de zee. Aanlandige wind: meer invloed in noorden en zuiden. Pagina 3 van 9

2.2) Land van verschillende klimaten De klimaten van Spanje Noorden: gematigd zee klimaat, neerslag in alle jaargetijden. Minder invloed Azorenhogedrukgebied; aanlandige wind daardoor veel bewolking regen. De oost- en zuidkust: mediterraan klimaat: warme zomers en zachte winters met droge zomerperiode. Binnenland: landklimaat. Invloed van zee is gering. Zomers heet, winters koud. Gebieden met weinig neerslag: steppeklimaat. Berggebieden: hooggebergteklimaat. Canarische Eilanden in winter gemiddeld warmer en in zomer minder heet dan vaste land. Waterprobleem Spanje: te veel of te weinig Spaanse zomers droog, vooral neerslag in herfst en winter. Neerslag valt ongelijk over het jaar. Neerslagverdeling: verdeling van de neerslag over het land. Neerslagintensiteit: hoeveelheid neerslag per uur of per dag. Gevolg van piekafvoer is overstromingen. De neerslag is wisselvallig. Problematisch voor de landbouw. Problemen en oplossingen Verdamping en ongelijke neerslagverdeling veroorzaken watertekorten. Nuttige neerslag: neerslag min verdamping. Watervoorraad door aanleg stuwmeren. Aanvoer water via kanalen en pijpleidingen. 2.3) Klimaat en plantengroei Invloed klimaat op plantengroei Het klimaat en de bodem bepalen welke planten er groeien. Loof bos in het noorden (zeeklimaat). Altijd groene mediterrane-vegetatie langs oost- en zuidoostkust. Kenmerk planten: kleine bladeren, lange wortels Steppe-vegetatie in het binnenland, soms woestijn. Hooggebergte-vegetatie: elke 100 meter hoger 0,6 o C kouder. Pyreneeën: hooggebergtevegetatie 5. Eeuwige sneeuw 4. Kale rots 3. Almen of bergweiden 2. Naaldwoud Pagina 4 van 9

1. Loofbos Droogteproblemen Oorspronkelijke begroeiing: gemengd loofbos en steppe vegetatie verdwenen door ontbossing. Gevolg ontbossing: verwoestijning. Verzilting is toename zoutgehalte bodem. Vaak veroorzaakt door onzorgvuldige irrigatiemethoden. Verzilting voorkomen door: Zuiniger met water omgaan Irrigatiewater ondergronds afvoeren In droogste tijd: meeste water nodig. Veel water nodig voor; landbouw, bevolking en toerisme. Oppompen van grondwater leidt tot: daling van de grondwaterspiegel en verdroging. Meer ontziltingsinstallaties ingezet om van zee water zoet water te maken (verzilten). 2.4) Neerslag en landbouw Tweedeling landbouw Groot deel Spanje ongeschikt voor landbouw. Redenen: Te droog Te bergachtig Onvruchtbare bodem Door droogte tweedeling landbouw: landbouw zonder irrigatie en met irrigatie. Landbouw zonder irrigatie In gebieden waar niet of nauwelijks geïrrigeerd wordt, vind je: extensieve is veeteelt. Op Meseta: droge akkerbouw: In herfst: zaaien graan. In winter: wintertarwe en wintergerst. In voorjaar: oogsten graan. In zomer: bodem ligt brak, bodem kan herstellen. Nadelen: kans op erosie, lage productie en seizoenswerkloosheid. Op de helling allerlei soorten olijfbomen en notenbomen. In vochtige noordwesten: veevoer (gras) en akkerbouwgewassen. Drogere gebieden: extensieve veeteelt. Landbouw met irrigatie Kenmerken irrigatiebouw: zeer arbeids- en kapitaalintensief. Voordeel irrigatie: meer gewassen verbouwen en grotere oogsten. (denk aan sinaasappelen, citroenen, mandarijnen, katoen, rijst, pinda s, paprika s tomaten). Bijnaam kunststrook València: Mare Plastico. Voordelen druppelirrigatie: Pagina 5 van 9

Geen waterverspilling Tegengaan verzilting 2.5) Bronnen: Steeds extremer! Gevolgen klimaatverandering voor Natuurlijke begroeiing: verschuiving vegetatiezones, uitstervende soorten, bosbranden en verwoestijning. Landbouw: mislukken van oogsten door verdroging en minder opbrengsten. Ziekten en plagen: meer kans op overlijden ne huidkanker. Verspreidding tropische ziektes. Waterhuishouding: vaker last van verdroging door lagere grondwaterspiegel en watertekorten. Mogelijke maatregelen om de gevolgen van klimaatsverandering tegen te gaan: Waterbeheer (irrigatie) Herbebossing. 3.1) Het weer in de Verenigde Staten Grote verschillen in het weer Grote verschillen in het weer door de grootte van de Verenigde Staten. Tempratuurfactoren Vier factoren bepalen het weer: De breedteligging; De richting van de gebergten vermindert de invloed van de zee. In de winter waait er koude, droge lucht uit het noorden. In de zomer waait er warme, vochten lucht uit het zuiden. De aanlandige wind en aflandige wind; Aan de westkust gematigde tempraturen. Door de aanlandige wind valt er aan de westkust van de gebergten (de loefzijde) veel neerslag. Aanlandige wind brengt de warme vochtige lucht naar de zuidkust. Zeestromen; Oostkust: een aflandige wind dus weinig invloed van de zee. Gebergten; Beschermen het binnenland tegen de invloed van de zee. 3.2) Hoge- en lagedrukgebieden Luchtdruk in zomer en winter De ligging van de luchtdrukgebieden (in de zomer en winter) is er bepalend voor het klimaat. Zomer: in het zuidoosten stroomt aanlandige (vochtige) lucht het land op. Aan de noordwestkust overheerst Pagina 6 van 9

aanlandige wind (vochtige lucht). In Californië is de lucht aflandig hier is het zomers droog. Winter: in de winter ligt het hogedrukgebied boven Canada. Gevolg: er stroomt koude, droge lucht naar de Verenigde Staten. De luchtdruk verdeling heeft gevolgen voor tempratuur en neerslag. Vochtige oceaanlucht uit het zuiden botst op droge wind uit het noorden. De warme vochtige lucht stijgt op (frontale neerslag). De lucht zal hierdoor afkoelen, kan minder waterdamp bevatten en regent uit. Doordat natuurlijke hindernissen ontbreken, kunnen s winters de koude lucht en zomers de warme lucht ver in het land doordringen. Luchtdrukverdeling wereldwijd De luchtdrukverdeling in de VS wordt veroorzaakt door de mondiale luchtdrukverdeling. Van de tropen naar de polen liggen er afwisselend gordels van lage en hoge luchtdruk. De twee regels van de wet van Buys Ballot: 1. 2. Wind waait van een hogedrukgebied naar een lagedrukgebied Door de draaiing van de aarde krijgt de wind (op het noordelijk halfrond) een afwijking naar rechts en op het zuidelijk halfrond naar links. 3.3) Klimaten in de Verenigde Staten Veel klimaten De VS kent grote verschillen in breedte- en in hoogteligging. Hierdoor zijn er veel verschillende klimaten: Landklimaat: het noordoosten heeft een landklimaat. De overheersende aflandige wind zorgt voor koude winters en warme zomers. Gematigd zeeklimaat: een groot deel van de westkust en de gehele zuidkust heeft onder invloed van een aanlandige wind een gematigd zeeklimaat. Droge klimaten In het westen liggen drogere klimaten: Woestijnklimaat: de aanlandige wind aan de westkust brengt vochtige lucht. De neerslag valt aan de westkant (loefzijde) van het kustgebergte en de Sierra Nevada. Aan de lijzijde ligt een woestijnklimaat: er valt minder dan 200 mm neerslag per jaar. Weinig vegetatie; alleen cactussen en vetplanten. Steppeklimaat: in de Great Plains valt meer neerslag (tussen de 200 en 400 mm/jaar). De neerslag valt voornamelijk in de zomer (vochtige warme lucht uit het zuiden). Koude klimaten Alaska ligt op hoge breedte. Samen met de hoogte(ligging) van de hooggebergten verklaar dat de koude klimaten. Toendraklimaat: Alaska heeft door noordelijke ligging (hoge breedte) een kleine zoninvalshoek. Hierdoor wordt het in de zomer niet warmer dan 10 o C en in de winter kouder dan -3 o C. Er groeien mossen en lage struiken. De bodem is het grootste deel van het jaar bevroren. Hooggebergteklimaat: De VS kent grote berggebieden boven de 1.500 m. Hier tref je het hooggebergteklimaat aan. Warme klimaten Hawaii en het zuiden van Florida liggen op lage breedte en hebben een tropisch klimaat. Tropische regenwoudklimaat: op Hawaii is de gemiddelde temperatuur altijd hoger dan 18 o C en valt er zo n 7.000 mm neerslag per jaar. Door dit warme, vochtige klimaat komt op Hawaii ook tropische regenwoud voor. Savanneklimaat: het zuiden van Florida kent ook een tropisch klimaat. Alleen valt er in de winter duidelijk minder neerslag dan Pagina 7 van 9

in de zomer. Mediterraan klimaat: aan de zuidwestkust ligt (t.z.v. San Francisco) een mediterraan klimaat met drogere winters. 3.4) Landbouw in de Verenigde Staten Van New York naar San Francisco Je kan de VS verdelen in twee helften: het natte oosten en het droge westen. Het natte oosten In het oosten van de VS valt voldoende neerslag voor normale (niet-geïrrigeerde) landbouw. De Dairy Belt ligt in de kustvlakte en ten westen van de grote meren. In het zuivelgebied werd vroeger alleen zuivel geproduceerd, tegenwoordig houdt men ook koeien. De Soybean-Corn belt ligt in de Centrale Laagvlakte. 40% van de wereldproductie van maïs (corn) en sojabonen (soy-beans) wordt hier verbouwd. In de voormalige Cotton Belt, in huid zuidoosten, worden groenten, fruit, katoen, tabak, citrusfruit en pinda s verbouwd. Van nat naar droog De Great Plains is een hoogvlakte met steppebegroeiing. De waterbalans is negatief, dat betekend dat er meer neerslag verdampt dan valt. Naast dat er te weinig valt, is de neerslag ook onbereikbaar. Akkerbouw is alleen mogelijk door irrigatie toe te passen. Extensieve veeteelt is vrijwel verdwenen. Steeds vaker die je veeteelt (koeien, varkens, paarden schapen of kippen) in de vorm van een feetlot. Dat is intensieve veehouderij. Het droge westen Ten westen van de Rocky Mountains ligt het Grote Bekken, dit is een kurkdroog gebied. In dit gebied is: Extensieve veeteelt, bosbouw, geïrrigeerde akkerbouw. Central Vally is een vlak gebied dat in de regenschaduw ligt van het kustgebergte. Door het aangevoerde irrigatie water is dit een productief gebied met voedselgewassen. 3.5) Bronnen: Klimaatverandering De Verenigde Staten worden grote vervuilers genoemd, omdat hun ecologische voetafdruk heel groot is. (ecologische voetafdruk: de gemiddelde ruimte (in hectare) die nodig is om het welvaartniveau van een persoon in een bepaald land te kunnen behouden) De gemiddelde uitstoot van het broeikasgas CO 2 per inwoner is hoog. Het versterkte broeikaseffect zorgt voor opwarming van de aarde. Gevolg: verandering in het weer. Florida wordt bedreigd door de zeespiegelstijging. Een klimaatverdrag is een afspraak tussen landen over de aanpak van de klimaatverandering. De VS werken niet graag mee, omdat het hun economie te veel geld kost. Duurzaam consumeren betekent: producten kopen die weinig of geen schade toebrengen aan het milieu. Een voorbeeld van duurzaam consumeren is: Producten kopen die weinig of geen schade toebrengen aan het milieu Minder vlees eten Tweedehands spullen kopen Recycling: hergebruik van producten. Pagina 8 van 9

Nog verder gaat: producten maken op een manier die weinig of geen schade toebrengt aan het milieu; oftewel duurzaam produceren. Californië wil duurzaam produceren door: Producten te maken die minder energie gebruiken Duurzame energie te gebruiken De staat heeft een strenge milieuwet. C.1) Orkanen Hurricane Katrina Ieder jaar komen er in het zuiden en zuidoosten van de VS vijf tot tien orkanen aan land. Orkaan: zwarte tropische storm met windkracht van minimaal 12 op de schaal van Beaufort. Tropische depressie Tropische storm Tropische orkaan De orkanen krijgen afwisselend jongens en meisjes namen op alfabet. Orkaan heet in Amerika: Hurricane Een ronddraaiende orkaan Ontstaan van orkaan: Boven warm zeewater (meer dan 26,5 o C). De warme, vochtige lucht stijgt snel op en condenseert. Bij condenseren komt weer warmte vrij. De lucht stijgt nog sneller op. Een groot lage luchtdrukgebied vormt zich. Lucht stroomt toe. Lucht draait zoals het water in een afvoerputje. Op het noordelijk halfrond tegen de wijzers van de klok in. De doorsnede van een orkaan: 500-1500 km. Pagina 9 van 9