Dier en Plant Zuidelijk Westerkwartier (ZWK) en Westerwolde (WW)



Vergelijkbare documenten
Oeverplanten in Lelystad

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

Oevers 2x maaien Oever 2

Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden

Bermenplan Assen. Definitief

Materiaal is gewonnen uit sloten en greppels langs de volgende wegen bij Arrierveld: Arrierveldweg, Noordelijke Dwarsweg, Dwarsweg en Boekweitakkers

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

Aanvullend natuuronderzoek TATA. tbv tijdelijke natuur

Summary and future On the basis of the flora survey of 1999 and 2004 is chosen for the areas which looks promising for the development of nature.

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2015 Herstel en aanleg

Knelpunten van de Natuurzoom.

Dossiernummer: Projectnummer:

Beplantingen Elzensingel Enkele rij, 3 stuks per meter. Minimale lengte 10 m. Planten bosplantsoen (60-100cm) 1 m 4,20

Verplaatsing houtsingel

SLOBKOUSNIEUWS 25 jrg2

Drasland. Groot Wilnis-Vinkeveen

Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer

SLOBKOUSNIEUWS 26 jrg2

2. Normkostentabel aanleg, herstel en achterstallig onderhoud 2016 Herstel en aanleg

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg3

Ecologisch bermbeheer

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Harderbos en Harderbroek verbonden

Bijen en Landschapsbeheer

Inheems zaaizaad. Gehakkelde aurelia op Knoopkruid

Groenbeheer met oog voor bijen

Grasland en Heide. Hoofdstuk 2.2 en 2.4

VIER MODELLEN. Bouwstenen. Een meer uitgebreide beschrijving van de bouwstenen en informatie over het beheer vindt u in de bijlage.

Particulier Natuurbeheer bloemrijk grasland in Groot Mijdrecht Noord-Oost

foto inzet: Staf de Roover

Ecologische vegetatiebeheer van bermen, taluds van watergangen en greppels. in Drenthe buiten de natuurgebieden

Notitie Verlagen maaifrequentie bermen 2013

Herinrichting van Eilandje langs de Damweg naar Oudewater

Nieuwe natuur en nieuw land, kolonisatie en rol van uitzaai voorbeelden uit Overijssel en Flevoland

Ecologische bij-structuur: het beheer

Onderstaande wilde planten waren op de wilde bloemententoonstelling IT HEIDENSKIP BLOEIT, 23 en 24 mei 2009 in It Heidenskip te zien.

Plan ontwikkeling Natuurbegraafplaats Maasbree

Help mee om achterstallig onderhoud te signaleren!

Soortensamenstelling van de Kamgrasweiden

Provincie Zeeland. Zeeuwse bermen steeds bonter

HOLLE WEGEN. module 6

Creëren kruidenrijkgrasland

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

PVM AKKERRANDENMENGSELS MATERIALEN. Telefoon Telefax

Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder (2012)

voorlopig BEHEER- EN ONDERHOUDS- PLAN NATUURVRIENDELIJKE OEVERS

SLOBKOUSNIEUWS 31 jrg2

Ecologische verbindingszone Nederrijk - Reichswald PROJECTPLAN

Paarden in bloemenweiden. Filippien Koornneef

SLOBKOUSNIEUWS 17 jrg7

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 14 mei 2014) Nummer 2935

Natuurontwikkeling en kwaliteitsinvestering landschap

FLORA- EN FAUNASCAN TERREIN VELDOVEN WINTERSWIJK

maaibeheer GRAS EN HOOILAND Maximapark

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting

Ontwikkeling en beheer van natuurgraslanden in Utrecht: Kruiden- en faunarijk grasland

Verslag Solabio Dijkendag Assenede (B) 24 juni 2011

Beheerplan natuurterreinen Gemeente Laarbeek

De Uithof, Den Haag. Moutainbike trail - afstand 4,8 km Inventarisatie natuurwaarde punt 1 t/m 13 maart 2015

Pierikstraat 16 Gaanderen

SLOBKOUSNIEUWS 32 jrg2

GEBIEDSBESCHRIJVING Vijf gebieden in Amersfoort Noordoost voor bestemmingsplan Bedrijventerreinen

SLOBKOUSNIEUWS 30 jrg3

Wat hebben bijen nodig?

Beheerpakketten Agrarisch Natuur- en Landschapsbeheer. Natte dooradering

Eindrapportage Slootkwaliteitsplan in de Braakpolder bij Kolhorn

Uitvoering herstelmaatregelen voor kommavlinder en bruine eikenpage in Overijssel [Voer de ondertitel in]

PROJECTPLAN. voor het beheer van de percelen Spoorlijn Ketelstraat Leijgraaf Hulschbeek

Meer dan gras. Terreinstudie in de Bourgoyen

Kruidenrijk gras voor de veehouderij

Monitoring Natuurgebied Kerkeveld, Wijchen 2012

Onderzoek naar beschermde soorten aan de Eikenlaan in Sleeuwijk

gebiedsvisie Cultuurhistorie en natuur tussen de coulissen

Monitoring en beheer extensief beheerde grasvlakken en oevers in de gemeente Wageningen

Bloemrijke bermen in Leiderdorp. behoort bij Speerpuntproject 1 Ecologische verbindingszones uit het Groenstructuurplan

Compensatieplan. natuurcompensatie. parkeren De Heimolen. juli 2015

Wetland. Groot Wilnis-Vinkeveen

WE ZAGEN: SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg6. Op 27 juli gingen de slobkousje onder leiding van André plantjes zoeken in de Vennen.

Screening ecologisch potentieel grasvlakken:

Van G7 was het met name het subtype: - G7b Matig voedselrijke tot voedselrijke, vochtige bodem; voedselrijk tot zeer voedselrijk

Inrichtingsplan verbindingszone Weerribben-Wieden Deelgebied Noordmanen, versie 1.2

BESTUIVERS IN HET LANDSCHAP

Opzet. Streefbeelden Graslanden. Fasen van ontwikkeling. Hooilanden. Tussenfase 0: Raaigras-weide KNNV afdeling Delfland. Tussenfase 1: Grassen-mix

Herbegrenzing van de EHS/GHS-Natuur in relatie met de uitbreiding Van de Wijgert te Tilburg

SLOBKOUSNIEUWS 37 jrg2

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

DE BANEN NAAR EEN HOGER PEIL

Landschapsplan. BuroCollou Tuin-&Landschapsontwerp Looweg10Eibergen

Onkruid in kassen Westland

Beheeradvies zilveren maan Kaleweg

Gagel-en wilgenstruwelen

Huidige natuurwaarden PIP percelen Mariapeel

Onderhoudsplan Zandwetering Wijhe

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg2

SLOBKOUSNIEUWS 33 jrg6

Toekomst agrarisch natuur- en landschapsbeheer rond Winterswijk. Jan Stronks

Transcriptie:

Dier en Plant Zuidelijk Westerkwartier (ZWK) en Westerwolde (WW) Bennie Henstra Leo Stockmann Augustus 2007

Met dank aan: -Provincie Groningen voor verstrekking subsidie -Personen van de instanties die tijd hebben besteed aan overleg en veldbezoek -Jacqueline de Milliano (Landschapsbeheer Groningen) voor commentaar op de concepttekst (niet de bijlagen) -Evert Jan Heringa (Landschapsbeheer Groningen) voor opmaak rapport 2

Inhoud Blz. 1. Samenvatting en conclusies 5 2. Inleiding 6 3. Doel 6 4. Methode 6 5. Resultaten 7 5.1 Het verloop van het project 7 5.2 Overzicht en toelichting landschapselementen 7 5.2.1 Landschapselementen ZWK 7 5.2.2 Landschapselementen WW 8 5.3 Inrichtingsmaatregelen en kosten en beheer 9 5.3.1 Inrichtingsmaatregelen en kosten 9 5.3.2 Beheer 9 5.4 Maatregelen en beheer objecten Vlinderconvenant 9 5.5 Ecologisch beheer van bermen in het ZWK 9 5.6 Efficiency van beheer en bestendiging beheerafspraken (convenant) 15 6. Literatuur: Rapport Vlinderconvenant, Rapporten Bermbeheer gemeenten Grootegast, Leek en Marum en enkele beheer- en werkplannen 16 Bijlagen 17 1 Terreinen / objecten: beschrijvingen, inrichtings- en beheermaatregelen, natuurinventarisaties, foto s, kaartjes 18 1.1 Zuidelijk Westerkwartier 19 1. Vlinderverbinding Jilt Dijksheide- Trimunt 19 2. Natuurbouwterrein A7 Boerakker 21 3. Natuurbouwterrein A7 Spoortunnel Marum 23 4. Oude Spoorbaan (Natuurpad) Marum 25 5. Gebied Haarsterree Marum 25 6. Ecologische verbindingszone Nuis 26 7. Natuurbouwterrein en Faunapassage A7 Mienscheer 30 8. Heideterreinen Coendersbosch Nuis 32 9. Kolonelsbos Grootegast 35 10. Waterstroompje ( Sloot ) Tolbert / Boerakker 40 11. Petgat/dobbe Eesterweg Doezum 44 12. Harensche bos Zevenhuizen 45 3

1.2 Westerwolde 46 1. Kom s Kolkje Vriescheloo 46 2. Bosjes Versche Dijk Blijham 47 3. Bosje Pastorieweg en Bosje Uiterdijksweg Oudeschans 48 4. Kolk Oudeschans 49 5. Bermen / stroken fietspad De Gaast 50 6. Bermen Oud Wedderveen en Weddermarke Wedde 52 7. Pad Smeerling 53 8. Doezekampen Smeerling 54 9. De Bril Harpel 55 10. Beboste wallen en brede berm Weenderkanaal Jipsingboertange 56 11. Gemeente Vlagtwedde: Inzet kudde schapen 58 12. Lintvormige bosstrook Alteveer 59 13. Ruilverkavelingsbosje Alteveer 62 1.3 Kaart terreinen / objecten ZWK 65 1.4 Kaart terreinen / objecten WW 68 2. Vlinderconvenant ZWK en WW (stand van zaken) 71 3. Ecologisch bermbeheer gemeenten Grootegast, Leek, Marum (stand van zaken) 74 4. Voorlichting en excursies 75 4

1. Samenvatting en conclusies Dit rapport beschrijft voor het Zuidelijk Westerkwartier (ZWK) 12 terreinen / objecten en voor Westerwolde (WW) 13 terreinen / objecten die door tal van instanties zijn voorgedragen voor het project Dier en Plant ZWK en WW. Bedoeling van het project is een uitbreiding van het aantal elementen dat zodanig wordt beheerd dat de natuurwaarde ervan wordt vergroot. Het beheer kan gericht worden op een specifieke groep van planten of dieren. Per element zijn inrichtings- en beheervoorstellen gedaan. Het project is vergelijkbaar met het project Dier en Plant op het Hogeland en sluit aan op Vlinderconvenant-project ZWK en WW, dat laatste specifiek gericht op het verbeteren van het leefmilieu van vlinders en libellen. Uit navraag is gebleken dat veruit de meeste te nemen inrichtingsmaatregelen die vermeld worden in het Vlinderconvenant-rapport inmiddels zijn uitgevoerd, enkele wachten nog op financiële goedkeuring. Ook het beschreven beheer wordt vrij goed nagekomen. Uit navraag is ook gebleken dat de gemeenten Grootegast, Leek en Marum nog steeds uitvoering geven aan ecologisch beheer op een deel van hun bermen. Hieraan ten grondslag ligt het project B(l)oeiende bermen in het ZWK (1998-2001). Hoe meer terreintjes en verbindingen meedoen met een ecologisch beheer, des te dichter wordt een ecologisch netwerk. En dat is van groot belang voor dier en plant. Een ondertekening van een convenant voor Dier en Plant ZWK en WW is bij de beheerders wel aan de orde gesteld, maar (nog) niet uitgevoerd. Onzekerheid over voldoende budget t.a.v. inrichting en beheer speelt een rol. Beheer moet blijvend kunnen worden uitgevoerd, wil ook een inrichtingsmaatregel zinvol zijn. Ten aanzien van in dit rapport voorgestelde inrichtingsmaatregelen is extra financiering wenselijk. Uit gesprekken die Landschapsbeheer Groningen heeft gevoerd met beheerders is wel gebleken dat de intentie er zeker is om mee te werken aan de inrichtings- en beheermaatregelen. In sommige gevallen gebeurt dit overigens al. Het oprichten van een speciale poelenwacht, een bosjeswacht, e.a. kan mogelijk leiden tot een efficiëntere inzet van materieel en een efficiënter groenbeheer. Samenwerking tussen beheerders van de diverse instanties kan daardoor bevorderd worden. 5

2. Inleiding In oktober 2005 honoreerde Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen een subsidieaanvraag van Landschapsbeheer Groningen voor het project Dier en Plant Zuidelijk Westerkwartier (ZWK) en Westerwolde (WW). Doel van het project is het realiseren van een toename van ecologisch beheerde landschapselementen en het op efficiënte wijze toepassen van natuurvriendelijke beheersvormen in deze elementen (terreintjes / objecten). Het project kent een looptijd tot 1 september 2007. Met het project wordt uitvoering gegeven aan een onderdeel van de provinciale nota Meer Gruin in Grunn, actiepunt Algemene eenvoudige maatregelen door provincie, waterschappen en gemeenten. Het project is vergelijkbaar met het project Dier en Plant Hogeland (2003 t/m 2008) en sluit aan op het project Bescherming Dagvlinders en Libellen in Groningen (2000 2004, Westerwolde en Zuidelijk Westerkwartier; Vlinderconvenant). In het ZWK voeren de gemeenten Grootegast, Marum en Leek al vanaf de laatste jaren 90 op meerdere bermen een verschralingsbeheer uit (maaien en afvoeren van de vegetatie), daartoe mede geïnitieerd door het project B(l)oeiende bermen in het ZWK (1998-2001) Hoe meer elementen (en verbindingen) natuurvriendelijk worden beheerd, des te fijnmaziger wordt het ecologisch netwerk. 3. Doel van het project Het instandhouden en uitbreiden van de karakteristieke flora en fauna in het Zuidelijk Westerkwartier en in Westerwolde. Dit te bereiken door een toename van landschapselementen die op ecologisch en efficiënte wijze worden beheerd. De landschapselementen betreffen bermen, oevers, taluds, bosjes, overhoekjes, kleinere waterelementen en natuurterreintjes. 4. Methode Er is geïnventariseerd bij grondeigenaren en bij vrijwilligersorganisaties als IVN en KNNV naar geschikte terreintjes / objecten. Van de voorgestelde (en geschikt bevonden) elementen zijn beschrijvingen gemaakt, voorstellen gedaan voor inrichting (voor zover nodig geacht) en beheer. Van de meeste elementen zijn foto s gemaakt en natuurgegevens verzameld. In een enkel geval zijn ook natuurgegevens aangeleverd door een vrijwilligersorganisatie. Uiteraard zijn de elementen bezocht door Landschapsbeheer Groningen, al of niet samen met de eigenaar. De voorstellen voor inrichting en beheer zijn uiteraard teruggekoppeld en overlegd met de eigenaar / beheerder. De locaties van de elementen zijn ingetekend op een kaart. Bij de Gemeenten Grootegast, Leek en Marum is de stand van zaken omtrent ecologisch bermbeheer nagegaan en bij de deelnemende partijen aan het Vlinderconvenant in het ZWK en WW de stand van zaken omtrent inrichting en beheer van tal van terreintjes. 6

5. Resultaten 5.1 Het verloop van het project; deelnemende instanties In april 2006 zijn over het project voorlichtingsbijeenkomsten gehouden in Wedde (voor WW, 14 instanties uitgenodigd, 7 aanwezig) en in Marum (voor ZWK, 13 instanties uitgenodigd, 4 aanwezig). Bij de uitnodigingsbrief was al een uiteenzetting gedaan van de bedoeling van het project. Zowel met vertegenwoordigers van de in april aanwezige instanties, als met vertegenwoordigers van instanties die toen niet aanwezig waren zijn nadien gesprekken gevoerd en in meerdere gevallen ook veldexcursies gehouden. Voor een overzicht van bijeenkomsten en excursies zie Bijlage 4. Vanuit de kant van Landschapsbeheer was het soms een behoorlijk getrek om terreintjes los te krijgen. In het ZWK werken aan Dier en Plant mee: Staatsbosbeheer (SBB), Groninger Landschap, Gemeente Marum, Gemeente Grootegast, Rijkswaterstaat (RWS), Waterschap Noorderzijlvest (WNZ)(?) en anv Eendracht. In WW werken aan Dier en Plant mee : Staatsbosbeheer (SBB), Natuurmonumenten (NM), Gemeente Bellingwedde en Gemeente Vlagtwedde, 5.2 Overzicht en toelichting landschapselementen 5.2.1 Landschapselementen ZWK De volgende elementen zijn in dit rapport opgenomen: 1. Vlinderverbinding Jilt Dijksheide- Trimunt, SBB 2. Natuurbouwterrein A7 Boerakker, RWS 3. Natuurbouwterrein A7 Spoortunnel Marum, RWS (beheer Gem. Marum) 4. Oude Spoorbaan (Natuurpad) Marum, Gem. Marum 5. Gebied Haarsterree, Gem. Marum 6. Ecologische verbindingszone (EVZ) Nuis, Groninger Landschap 7. Natuurbouwterrein en Faunapassage A7 Mienscheer, RWS (beheer Gem. Marum) 8. Heideterreinen Coendersbosch Nuis, Groninger Landschap 9. Kolonelsbos Grootegast, gem. Grootegast 10. Waterstroompje ( Sloot ) Tolbert / Boerakker, WNZ 11. Petgat/dobbe Eesterweg Doezum, anv Eendracht 12. Harensche bos Zevenhuizen, Groninger Landschap Bijlage 1.1 geeft een overzicht van landschapselementen in het ZWK met bijbehorende beschrijvingen en voorstellen voor inrichting en beheer. Bij de meeste elementen zijn ook foto s en / of kaartjes gevoegd. Op kaart (bijlage 1.3) staan de locaties van de elementen aangegeven. Ook de elementen uit het Vlinderconvenant ZWK zijn aangeduid op de kaart. De Vlinderverbinding Jilt Dijksheide-Trimunt, de Oude Spoorbaan (Natuurpad) Marum en het Harensche Bos zijn ook vermeld in het Vlinderconvenantrapport. Echter, bepaalde inrichtingsmaatregelen zijn nog gewenst voor het vergroten van de natuurwaarde en om migratie van o.a.vlinders te bevorderen. Van de Natuurbouwterreinen A7 Boerakker en Natuurbouwterrein plus faunapassage A7 Mienscheer bestaan inrichtings- en beheerrapporten, maar evaluatie van beheer maakt een aanpassing noodzakelijk (Boerakker) en is een wat betere inrichting gewenst (Mienscheer). Het voorstel om op een heideterreintje in het Coendersbosch een ven uit te graven ligt voorlopig in de ijskast i.v.m. een onderzoek naar de kans op veenvorming. Op de heide zelf moet vergrassing worden tegengegaan. De EVZ Nuis is een belangrijke, maar smalle, zogenaamde Ringslangverbinding, tussen Coendersbosch en Polder Oude Riet (via faunapassage A7 Mienscheer). Voor de EVZ is een gerichter beheer voorgesteld. Het beheer van Kolonelsbos Grootegast heeft o.a. betrekking op beheer van Krabbenscheervegetaties. De gemeente werkt eraan, maar ook het Wetterskip Fryslân beheert hier wateren, en heeft zo zijn eigen kijk op het beheer. 7

Voor het gebied Haarsterree is de Gemeente Marum met een inrichtingsplan bezig. Qua oppervlak valt het wat buiten de orde van Dier en Plant, maar de inrichting sluit erg goed aan bij in de omgeving reeds bestaande landschapselementen die in dit rapport zijn genoemd (zie kaart). Herstel petgat / dobbe Eesterweg kon al eind 2006 meegenomen worden in een bestaand poelenproject. Uitvoering van het voorstel voor de Sloot Tolbert / Boerakker vindt bij Waterschap Noorderzijlvest (nog) geen warm onthaal. 5.2.2 Landschapselementen WW De volgende elementen zijn in dit rapport opgenomen: 1. Kom s Kolkje Vriescheloo, Gem. Bellingwedde 2. Bosjes Versche Dijk Blijham, Gem. Bellingwedde 3. Bosje Pastorieweg en Bosje Uiterdijksweg Oudeschans, Gem. Bellingwedde 4. Kolk Oudeschans, Gem. Bellingwedde 5. Bermen / stroken fietspad De Gaast, Gem. Bellingwedde 6. Bermen Oud Wedderveen en Weddermarke Wedde, Gem. Bellingwedde 7. Pad Smeerling, NM 8. Doezekampen Smeerling, NM 9. De Bril Harpel, NM 10. Beboste wallen en brede berm Weenderkanaal Jipsingboertange, NM 11. Gemeente Vlagtwedde: Inzet kudde schapen 12. Lintvormige bosstrook Alteveer, SBB 13. Ruilverkavelingsbosje Alteveer, SBB Bijlage 1.2 geeft een overzicht van landschapselementen in Westerwolde met bijbehorende beschrijvingen en voortstellen voor inrichting en beheer. Bij de meeste elementen zijn ook foto s en / of kaartjes gevoegd. Op kaart (bijlage 1.4) staan de locaties van de elementen aangegeven. Ook de elementen uit het Vlinderconvenant WW zijn aangeduid op de kaart. Het bosje bij Kom s Kolkje en de bosjes aan de Versche Dijk, Pastorieweg en Uiterdijksweg kunnen voor vogels en vlinders van meer betekenis worden bij het aanbrengen van meer structuur. De Kolk Oudeschans vergt mogelijk een opschoningsbeurt, terwijl de oude Wilgen bij de kolk aan een knotbeurt toe zijn. Het voorstel tot ecobeheer van Bermen Oud Wedderveen en Weddermarke en aangepast beheer van de (bredere) stroken langs fietspad De Gaast is bij de gemeente in beraad (budgetkwestie). Het heideterreintje Doezekampen wordt ook genoemd in het Vlinderconvenantrapport (blz. 15), maar zonder voorstellen voor beheer. Kleinschalig plaggen zal veelal voldoende zijn. Van terreintje De Bril Harpel bestaat een werkplan; echter nadere inrichting om het areaal blauwgrasland te vergroten is gewenst. De inzet van een kudde grazende schapen als beheerders van meerdere elementen in de omgeving van Sellingen moet gezien worden als een interessant experiment. De lintvormige bosstrook Alteveer kan voor vlinders wat beter ingericht worden, het ruilverkavelingsbosje Alteveer voor o.a. libellen. Beheer van de beboste wallen Weenderkanaal moet leiden tot meer openheid en structuur (het jongere middendeel), terwijl de brede berm een reservaatje kan worden voor planten op schrale bodem. Pad Smeerling (herstel zandpad met bijbehorende natuurwaarden) wordt meegenomen bij de inrichting EHS. 8

5.3 Inrichtingsmaatregelen en kosten en beheer 5.3.1 Inrichtingsmaatregelen en kosten Een leefmilieu voor dier en plant moet voldoen aan bepaalde abiotische en biotische voorwaarden. Verschillende (groepen van) soorten stellen verschillende eisen. Inrichting en beheer is dan ook maatwerk. Om basisvoorwaarden te versterken zijn voor allerlei terreinen / objecten in overleg met de eigenaren / beheerders inrichtingsmaatregelen voorgesteld. Tabel 1 (blz. 10) geeft een overzicht van de voorgestelde maatregelen en van de (globale) kosten die daarmee zijn gemoeid. Voor de meeste terreinen gaat het om vrij eenvoudige maatregelen. Grote onzekerheden zijn nog in de inrichtingskosten van de Vlinderverbinding Jilt Dijksheide- Trimunt en in het opschonen van de Kolk Oudeschans. De kosten moeten uiteraard ook afgezet worden tegen de te verwachten effectiviteit van de maatregel. 5.3.2 Beheer Als de basisvoorwaarden zijn geschapen dient beheer ervoor te zorgen dat de omstandigheden goed blijven. Tabel 2 (blz. 12) geeft een overzicht van de voorgestelde beheermaatregelen. Ook voor het beheer geldt dat de maatregelen vrij eenvoudig zijn. Beheer kost uiteraard geld. De instanties moeten ervan uitgaan dat beheer uit eigen budget betaald moet worden. Beheer is een kwestie van steeds blijven doen (continu proces), zij het dat frequentie ervan in tijd kan verschillen. 5.4 Maatregelen en beheer objecten Vlinderconvenant Het project Dier en Plant ZWK en WW kan gezien worden als een uitbreiding van het al meerdere jaren lopende Vlinderconvenantproject ZWK en WW. Alleen gaat het bij Dier en Plant, niet specifiek om vlinders en libellen. Bij de instanties die zich hebben verbonden aan het Vlinderconvenant is nagegaan hoe de stand van zaken is. Een overzicht is weergegeven in Bijlage 2. Instanties die zijn betrokken bij het Vlinderconvenant zijn veelal ook betrokken bij Dier en Plant. Geconcludeerd kan worden dat veruit de meeste in het Vlinderconvenant-rapport voorgestelde inrichtingsmaatregelen zijn genomen. Nog niet genomen maatregelen worden nog wel uitgevoerd. (Onduidelijk gebleven is de uitvoering van kleinere maatregelen op enkele terreintjes van SBB ZWK). Ook aan het beheer wordt over het algemeen goed voldaan. 5.5 Ecologisch beheer van bermen in het ZWK Bij de Gemeenten Grootegast, Leek en Marum is de stand van zaken nagegaan wat betreft ecologisch bermbeheer. Zij zijn hiertoe mede gestimuleerd (met subsidie) vanuit het Project B(l)oeiende bermen in het ZWK (1998-2001). De drie gemeenten voeren het ecobeheer (verschraling door maaien en afvoeren) op meerdere bermen binnen hun grenzen nog steeds uit en zijn ook van plan hiermee door te gaan. Wel blijkt van jaar op jaar dat op diverse locaties slootschoonsel in de berm wordt opgeslagen en er te lang blijft liggen, dat van meerdere bermen van smallere wegen de randen worden verreden (steeds drukker en breder verkeer) en dat bepaalde werkzaamheden aan de weg en / of aan de berm erg negatief kunnen uitpakken voor de bermvegetatie. Vuilstort door particulieren in bermen is helaas een algemeen verschijnsel. Zie verder Bijlage 3. 9

Tabel 1 TERREINEN / OBJECTEN, INRICHTINGSMAATREGELEN EN KOSTEN Terreinen / Objecten WW Nr. in dit Maatregel Effect Bedrag ( ) rapport Kom's kolkje Bisschopsweg 1 Beheer bos en inrichting Structuur bos wordt vergroot 8000,- Bosjes Versche dijk 2 Dunning en randenbeheer Structuur bos wordt vergroot 8000,- Bosje Pastorieweg 3 Randenbeheer Structuur bos wordt vergroot 1800,- Bosje Uiterdijksweg 3 Randenbeheer Structuur bos wordt vergroot 1800,- Kolk Oudeschans, Oude wilgen 4 Knotten Knotwilgen voor Steenuil 4500,- Kolk Oudeschans, kolk 4 Opschonen Vóórkomen amfibieën stimuleren 10.000,-?? De Gaast, brede strook langs 5 Plaatselijk maaien en hooien Bevordering structuur ten bate van 2000,- fietspad dier en plant Bosstrook Weenderkanaal 10 Dunning, verwijderen van Grove Structuur bosstrook wordt vergroot 2500,- den in jonger tussenstuk Schrale gras- en kruidenstrook 10 Graven greppel zijde pad; Voorkomen van inrijden auto's die 1000,- tussen pad en boswallen Weenderkanaal plaatsen slagboom de vegetatie van schrale bodem vernielen. De Bril bij Harpel 9 Terugzetten opslag Wilg Uitbreiding blauwgrasland 5000,- Bermen en andere terreinen 11 Aanschaf mobiel raster i.v.m. Milieuvriendelijke beheermethode; 1500,- begrazingsexperiment schapen meer variatie natuur. Lintvormige bosstrook Alteveer 12 Maken inhammen in breder stuk Structuur vergroten ten bate van 2500,- vlinders en vogels Ruilverkavelingsbosje Alteveer 13 Plaatselijk uitdiepen wijk en Bevordering voorkomen libellen 5000,- bosrand ter hoogte daarvan afzetten 10

Terreinen / Objecten ZWK Nr. in dit Maatregel Effect Bedrag ( ) rapport Verbinding Jilt Dijksheide-Trimunterbos 1 Creëren van vlakken heide Migratie van heidevlinders tussen 10.000,-?? (Rapport vlinderconvenant blz.35) genoemde terreinen stimuleren Oude spoorbaan (Natuurpad) 4 Aanbrengen stobbenrillen, Natuurpad beter geschikt maken 3500,- maken enkele flauwe sloottaluds, voor salamanders en vlindermigratie plaatselijk snoeien beplanting en voor bijzondere kwelvegetatie. Spoortunnel' en naaste omgeving 3 Opwaardering Betere benutting door allerlei 1500,- A7/Oude spoorbaan (Natuurpad) diersoorten, o.a. amfibieën Mienscheer incl. faunapassage 7 Allerlei voor betere inrichting Bevorderen migratie Ringslang, 7500,- creëren beter leefgebied vlinders en libellen Haarsterree, naaste omgeving van 5 Inrichting d.m.v. grondverzet, Natuurontwikkeling en maken van 20.000,- aanbrengen beplanting, e.a. verbindingen tussen reeds bestaande bosjes. Heideterreinen Coendersbosch 8 Graven ven(nen): nog niet aan de orde Heideterreinen Coendersbosch 8 Terugzetten bosrand (denk aan boswet) Betere ontwikkelling voor de heide Kolonelsbos 9 Aangepast beheer wateropper- Bestendigen aanwezigheid Krabbe- 1000,- vlaktes, oevers en grasland scheer, Groene glazenmaker en Oranjetipje Harensche bos Zevenhuizen 12 Openingen maken in bosranden Beter leefmilieu voor vlinders 7500,- (Rapport vlinderconvenant, blz. 36) (denk aan boswet) 11

Tabel 2 TERREINEN / OBJECTEN EN BEHEER Terreinen/objecten WW Nr. in dit Beheer Frequentie rapport Kom's kolkje 1 Grasveld: m + a vegetatie 2 x per jaar Bosje: bevorderen structuur 1x per 5j Bosjes Versche dijk 2 Bevorderen structuur 1x per 5 j Bosjes Pastorieweg en 3 Bevorderen structuur 1x per 5 j Uiterdijksweg Kolk Oudeschans 4 Kolk: gefaseerd schonen 1 x per 5 jr Oude wilgen: knotten 1 x per 5 jr Brede strook fietspad 5 Aantal vlakken m + a, in andere 1 x per jaar De Gaast vlakken de ruigte laten overwinteren Bermen Oud Wedderveen 6 m + a vegetatie 1 x per jaar en Weddermarke Pad Smeerling 7 Vervalt voor dit project Doezekampen 8 Kleinschalig plaggen 1 x per 1-2 jr een stukje De Bril Harpel 9 Maaien van afgezet wilgenstruweel 1 x per jaar Bosstrook en berm 10 Bevorderen structuur in jongere 1 x per 5 jr Weenderkanaal aanplant (middenstuk) Berm: m + a 1 x per 1-2 jr / of begrazing Lintvormige bosstrook Alteveer 12 Opslag in inhammen laag houden 1 x per 5 jr Pad gefaseerd maaien 1 x per 5 jr 12

Ruilverkavelingsbosje Alteveer 13 Wijk plaatselijk schonen 1 x per 5 jr Bos bij open water kort houden 1 x per 5 jr Pad langs bos gefaseerd maaien 1 x per jaar Terreinen/objecten ZWK Nr. in dit Beheer Frequentie rapport Vlinderverbinding Jilt Dijks- 1 Heidebeheer, indien inrichting doorgaat heide - Trimunterbos Natuurbouw A7/Boerakker 2 Voorkomen dichtgroeien 1-2 x per jr. met struweel, m + a vegetatie (volgens beheerrapport) Natuurbouw 'Spoortunnel' 3 Poelen: gefaseerd schonen 1 x per 5 jr Ruigten: gefaseerd m + a 1 x per 2 jr Rest van de vegetatie: m + a 1 x per 1-2 jr Tunnel: doorgang voor dieren 1 x per jaar optimaliseren Oude spoorbaan (Natuurpad) 4 Struweel: gefaseerd afzetten 1 x per 1-2 jr Vegetatie: m + a 1 x per jaar Slootverbredingen opschonen 1 x per 5 jr Tunnel, zie bij 3 Gebied Haarsterree 5 Plan in ontwikkeling EVZ Nuis 6 Vegetatie m + a; zeldzamere 1-2 x per jaar soorten ontzien Poeltjes gefaseerd schonen 1 x per 5 jr Oever oostkant: schonen; schoonsel 1 x per jaar op oever westkant deponeren. Aanwezige inhammen handhaven. 13

EVZ Nuis (vervolg) 6 Broeihopen Ringslang Controle/herstel 1 x per jaar Natuurbouw + faunapasage 7 Dichtgroei met struweel voorkomen 1 x per 1-2 jr Mienscheer Vegetatie gefaseerd m + a 1 x per jaar Na aanbrengen van broeihopen Ringslang Controle/herstel 1 x per jaar Passage: doorgang voor dieren 1 x per jaar optimaliseren Heideterreinen Coendersbosch 8 Vergraste stukken m + a (deels voor 1 x per jaar broeihopen Ringslang) Heide: gefaseerd plaggen Te bepalen door beheerder Broeihopen Ringslang Controle/herstel 1 x per jaar Beheer bosranden rondom heide Ven(nen): schonen, nog niet aan de orde Kolonelsbos 9 Graslandje voor Oranjetipje: m + a 1 x per jaar (sept.) Krabbescheer vegetatie in allerlei wateren: 1 x per jaar gefaseerd schonen Zie verder dit rapport. Waterstroompje ('Sloot') 10 Wijziging oeverbeheer: nog niet aan de orde Petgat/dobbe Eesterweg 11 Opschonen, gefaseerd 1 x per 5 jr Harensche Bos 12 Bevorderen structuur 1 x per 5 jr 14

5.6 Efficiency van beheer en bestendiging beheerafspraken (convenant) In het algemeen bestieren instanties wat betreft inrichting en beheer hun eigen toko. De kosten moeten uit een bepaald budget komen. Werk aan inrichting en beheer wordt door instanties zelf uitgevoerd, maar ook wel uitbesteed. Graafwerk (bijvoorbeeld voor petgaten, poelen) wordt nagenoeg altijd uitbesteed aan een loonbedrijf. Soms vindt een vorm van samenwerking tussen instanties plaats. St. Het Groninger Landschap schakelde voor het opschonen van de poeltjes in de EVZ Nuis het bedrijf in dat in opdracht van het Waterschap Noorderzijlvest toch de Nuismertocht (deze ligt langs de EVZ) moest schonen. Rijkswaterstaat laat het beheer van het Natuurbouwterrein annex faunapassage Mienscheer en van het Natuurbouwterrein Spoortunnel Marum over aan de gemeente Marum. De Spoortunnel ligt in het Natuurpad, eigendom van en in beheer door de Gemeente. De gemeente Vlagtwedde gaat contacten aan met SBB, NM en Waterschap Hunze & Aa s om te kijken hoe inzet van een kudde schapen voordelig kan uitpakken (qua natuurresultaat en kosten) voor alle partijen. Via ondertekening van een convenant beloven instanties dat zij accoord gaan met het (laten) uitvoeren van bepaalde inrichtings- en beheermaatregelen. Zo is de gang van zaken geweest bij het Vlinderconvenant en bij het project Dier en Plant Hogeland. Ook in dit project (Dier en Plant ZWK en WW) is ondertekening van een convenant ter sprake gebracht. Onzekerheid over voldoende budget voor inrichting en (blijvend) beheer speelt een rol waarom een convenant (nog) niet is ondertekend. Maar uit gesprekken met beheerders is zeker gebleken dat zij de intentie hebben om mee te werken aan inrichting en beheer. Het is aan te bevelen om per regio lijsten van elementen (poelen/petgaten, bosjes e.a.) op te stellen met per element een vermelding van te nemen beheermaatregelen en in welk jaar. Dit kan efficiënte inzet van materieel en een efficiënt groenbeheer en samenwerking tussen beheerders bevorderen. Te denken valt aan het oprichten van een poelenwacht, een bosjeswacht e.a. dat het beheer per groep elementen stelselmatig uitvoert. In onze provincie bestaan vanuit Landschapsbeheer Groningen o.a. al een vruchtbomenwacht en een groenwacht. 15

Literatuur Vlinderconvenant ZWK en WW Bescherming dagvlinders en libellen in Groningen 2000-2004. Rapportnummer VS2004.049, De Vlinderstichting / K. Veling, Wageningen Ecologisch bermbeheer ZWK Rapport ecologisch bermbeheeradvies gemeente Leek. Landschapsbeheer Groningen / L. Stockmann, 1995 Vegetatie van hooilandbermen in de gemeente Leek (vergelijkend onderzoek 1995 en 2000). Landschapsbeheer Groningen / L. Stockmann, 2001 Advies voor ecologisch bermbeheer in de gemeente Grootegast. Landschapsbeheer Groningen / L. Stockmann, 1998 Bermbeheer in de gemeente Grootegast (vergelijkend onderzoek 1998 en 2000). Landschapsbeheer Groningen / L. Stockmann, 2001 Advies voor ecologisch bermbeheer in de gemeente Marum. Landschapsbeheer Groningen / L. Stockmann, 1998 Effecten hooilandbeheer van bermen in de gemeente Marum tussen 1998 en 2001. Landschapsbeheer Groningen / L. Stockmann, 2001 Overig Meer Gruin in Grunn, nota provincie Groningen, 2004 Inventarisatie van planten en dieren nabij de Lietsweg. Landschapsbeheer Groningen / B. v.d. Wetering, 2003 Beheerplan natuurbouwproject en faunapassage Mienscheer, Oord- Faunatechniek / J.G. Oord, Wedde 2004 Ecologisch beheersplan Knooppunt Boerakker 2001-2001. Buro Bakker Adviesburo voor ecologie / M.J. van Tweel en N.J. Bakker, Assen 2002 Ecologisch beheersplan Knooppunt Boerakker 2007-2017. Buro Bakker, Assen 2007 Beheerplan Natuurpad Marum. Landschapsbeheer Groningen / W. Zijlstra, 1998 Werkplan hergraven petgat De Bril, Harpel. Landschapsbeheer Groningen / W. Zijlstra, 2006 Werkplan herstel dobbe Eesterweg, Doezum. Landschapsbeheer Groningen / W. Zijlstra, 2006 16

Bijlagen 17

Bijlage 1 Terreinen / objecten: Beschrijvingen, inrichtings- en beheermaatregelen e.a. 18

Bijlage 1.1 Terreinen / objecten Zuidelijk Westerkwartier 1. Vlinderverbinding Jilt Dijksheide Trimunt (zie ook Literatuur, rapport Vlinderstichting, blz.35) Eigenaar heide en bos: Staatsbosbeheer Doel: Verbinden heideterrein Jilt Dijksheide met twee kleine heideterreinen in Trimunt om het leefgebied van o.a. de geïsoleerde populatie Heideblauwtje te vergroten/ versterken. Hierbij in het achterhoofd houdend dat een verbinding naar de heideterreinen in Bakkeveen misschien ooit te realiseren is. Hoe te realiseren: Strook heidevegetatie door het bos ontwikkelen. Strooksgewijs kappen van bomen. Stobben uitgraven. Toplaag verwijderen. Eventueel strooksgewijs (circa 10 meter breed) zand inbrengen. Mogelijk enten zand met plagmateriaal. Belangrijke details: Voor de te realiseren strook heide is het belangrijk zoveel mogelijk zoninstraling te realiseren. Daarom de eventuele strook met ingebracht zand zoveel mogelijk tegen de noord en westzijde van de boomrand realiseren. Waar nodig extra bomen en struiken verwijderen om voldoende zonbuffer te creëren. Strook heide naast bestaande paden/ fietspaden ontwikkelen: bij eventuele beheerswerkzaamheden is de strook dan goed toegankelijk. Bovendien zijn de bestaande wandelpaden zanderig en hun bermen al vrij schraal. Deze versterken de werking van de te ontwikkelen heidestroken. Daarnaast doet de al aanwezige (boom en struikloze) open ruimte rond de paden dienst als extra zon-instralings terrein waardoor er minder bomen hoeven te worden gekapt. Mogelijk is er een educatief tintje aan het geheel te geven d.m.v. borden waarop te lezen is over de verbindingszone. Beheer bermen weg en fietspad aanpassen. Bomen/struweel (en hun stobben) op zuidwestzijde verwijderen ter vergroting lichtinstraling Mogelijk plaatselijk afgraven(plaggen) toplaag bermen Mogelijk inbrengen zand. Mogelijk enten zand met plagmateriaal. Aanpassen maaibeheer: tijdelijk vaker maaien en afvoeren ter verschraling. Belangrijke details: Niet over de hele lengte van het fietspad en de weg hoeven de maatregelen te worden uitgevoerd: alleen de stukken waar de vlinderverbinding van toepassing is en wat extra meters ter buffering. 19

Knelpunten: Financiering SBB heeft op het moment niet de financiële middelen om dit soort maatregelen uit te voeren. Waar met de vrijkomende topgrond heen? Ter plaatse verwerken? Afvoeren? (Gekoppeld aan de financiering: Hoe kansrijk is het dat het Heideblauwtje de route gaat benutten? Met De Vlinderstichting is hier ook naar gekeken (juli 2007) Kansen: SBB kan met inscharing van openhaard-gebruikers heel wat bomen verwijderen en laten afvoeren. Machinaal verwijderen en verpulveren kan ook (met loonbedrijf gekeken, juli 2007). SBB heeft voldoende compensatiecapaciteit wat betreft Boswet. Het geheel is nog in beraad. =Heide/ te ontwikkelen heide =Zandstrook creëren =Aanpassen bermen en/of bermbeheer =Bestaand water = Fietspad 20

2. Natuurbouwterrein A7 Boerakker Beschrijving: Gevarieerd terrein langs A7 (knooppunt Boerakker) met nattere en drogere delen, vele plantensoorten (ook zeldzamere) en diersoorten. Doelstelling beheer/ Relevante soorten: Migratie en leefgebied voor Ringslang, amfibieën, kleine zoogdieren, libellen en vlinders. Bijzonderheden: Inrichting terrein van 1990-1994. In 1996 heeft Ecoplan een beheerplan opgesteld. Om de vegetatieontwikkeling op gang te brengen zijn destijds in enkele beheerkwadranten inheemse zaadmengsels en bloemrijk maaisel van regionale herkomst uitgespreid. Bijzondere soorten o.a. Valkruid, Brede orchis, Gevlekte orchis, Rietorchis Grote ratelaar, Blauwe knoop, Wilde peen. Verantwoordelijke eigenaar: Rijkswaterstaat Maatregelen: In de beheerplannen (2002 en 2007) van Buro Bakker (zie literatuur) staan allerlei maatregelen genoemd. Verwijderen jonge opslag, afzetten bos tbv hakhout, maaien en afvoeren hooiland en maaien en afvoeren ruigte. Er is een (onlangs aangepaste) beheerkaart. Opmerking: Landschapsbeheer Groningen heeft meerdere jaren uitvoering gegeven aan het beheer en er is goede kans dat zij het beheer in elk geval ook de eerstkomende drie jaren kan doen op basis van een aangepaste beheervisie van Buro Bakker. 21

Soortenlijst Flora 2006: natuurbouwterrein Boerakker Akkerdistel Grote ratelaar Pitrus Basterdwederik Harig wilgenroosje Reukgras Berk Heermoes Reukloze kamille Bitterzoet Heggewikke Riet Blauwe knoop Herderstasje Rode klaver Boerenwormkruid Hondsdraf Schapenzuring Braam Hopklaver Scherpe boterbloem Brede orchis Hoornbloem Schietwilg Brede weegbree Jacobskruiskruid Schijfkamille Dopheide Kale jonker Smalle weegbree Duizendblad Kamperfoelie Speerdistel Echte Koekoeksbloem Kleine klaver Stijve ogentroost Eik spc. Koningsvaren St. Janskruid Engels raaigras Kruidvlier Struisgras Es Kruipende boterbloem Tormentil Fioringgras Krulzuring Timotee Fluitekruid Kweek Veenpluis Geoorde wilg Liesgras Veenwortel Gekroesde melkdistel Lijsterbes Vertakte leeuwentand Gele lis Lupine Vogelmuur Gestreepte witbol Margriet spec. Vuilboom Gewoon biggekruid Meidoorn spec. Watermunt Gewone brunel Moerasrolklaver Waternavel Gewone wederik Moerasspirea Wijfjesvaren Gewone vlier Moerasvergeet-mij-nietje Wilde Peen Grauwe wilg Moeraswolfsklauw Wolfspoot Grote lisdodde Paardebloem Witte klaver Grote brandnetel Parnassia Zwarte els Tijdens de flora-inventarisatie zijn tevens de volgende soorten dieren waargenomen: Soortenlijst Fauna 2006: natuurbouwterrein Boerakker Distelvlinder Gehakkelde aurelia Bruine kikker Bloedrode heidelibel Kleine vos Bruin zandoogje Kleine vuurvlinder 22

3. Natuurbouwterrein A7 spoortunnel Marum Beschrijving: Ecotunnel A7/Oude spoorbaan en naaste omgeving,met o.a. poeltjes, stukjes ruig terrein, stukjes schraal terrein, watergang (Oude diepje) met vistrap. Bijzonderheden: De ecotunnel is een belangrijke schakel tussen natuurpad en het Oude diepje, watergang plus oevers parallel aan de A7. Doelstelling beheer/ Relevante soorten: Migratie en leefgebied voor Ringslang, amfibieën, kleine zoogdieren, libellen en vlinders. Verantwoordelijke eigenaar: Rijkswaterstaat Beheer: (grotendeels) gemeente Marum Maatregelen: Schralere gedeelten één tot tweejaarlijks maaien en hooien (september), poeltjes indien nodig opschonen; schoonsel watergang direct afvoeren. Ecotunnel qua inrichting verbeteren. 23

Soortenlijst Flora 2006: natuurbouwterrein spoortunnel Marum Akkerdistel Grote ratelaar Rietgras Basterdwederik Grote waterweegbree Rode klaver Braam Heermoes Schapezuring Brede weegbree Herderstasje Scherpe boterbloem Boerenwormkruid Kattestaart Schietwilg Duizendblad Kropaar Slangekruid Echte koekoeksbloem Knikkende distel Smalle weegbree Echte witbol Kruipende boterbloem St. Janskruid Egelboterbloem Krulzuring Teunisbloem Engels raaigras Lupine Vingerhoedskruid Fluitekruid Margriet spec. Vogelmuur Gele kamille Melganzevoet Watermunt Gewoon biggekruid Moerasrolklaver Wilde cichorei Gewone hennepnetel Moerasvergeet-mij-nietje Wilde peen Gewone hoornbloem Pitrus Zomprus Gewone rolklaver Reukgras Zwarte els Greppelrus Reukloze kamille Grote lisdodde Riet Tijdens de flora-inventarisatie zijn tevens de volgende soorten waargenomen: Soortenlijst Fauna 2006: natuurbouwterrein spoortunnel Marum Bruin zandoogje Kleine vos Bruine kikker Klein koolwitje 24

4. Oude spoorbaan (Natuurpad) Marum Beschrijving: Zie Literatuur, Beheerplan Natuurpad Marum. Tracé van de voormalige trambaan Groningen- Drachten. Eigenaar en beheer: Gemeente Marum Uitgangspunt van het beheer is die van de functie van ecologische verbindingszone. Bijzonderheden: Zie beheerplan. Maatregelen: Beheer natuurpad als beschreven in beheerplan. Voor kwelwaterplanten en voor salamanders moeten nog extra inrichtingsmaatregelen worden genomen, uit te voeren bij de sloot aan de zuidkant van het pad. 5. Gebied Haarsterree (gem. Marum) Beschrijving: Gebied met (veelal) grasland, houtsingels, bosjes en een (al jaren geleden) deels opengetrokken voormalig heideven. Bijzonderheden: De gemeente Marum wil een deel van 2,7 ha herinrichten middels het maken van glooiende overgangen en aanleg van bos en ruigte. Daarnaast nog aanplant van vooral eiken en berken, aansluitend op reeds bestaande beplanting Plan moet nog nader uitgeschreven worden. Het plan is interessant omdat de inrichting prachtig aansluit bij bestaande natuurterreinen / objecten als Jilt Dijksheide, Natuurpad (Oude spoorbaan), Trimunter bos, Oude diepje, Haarsterbosch en meerdere houtsingels. 25

6. Ecologische verbindingzone Nuis Beschrijving: Ecologische verbindingzone tussen natuurbouwterrein Mienscheer aan de A7 en het Coendersbosch in Nuis. De zone is opgebouwd uit een watergang (Wester Nuismer tocht) met natuurvriendelijke oevers (verflauwd talud) grenzend aan een ca. 10 meter brede strook voormalig landbouwgrond. Naast het verflauwen van de oever is ook de veraarde toplaag van de aangrenzende strook verwijderd en zijn op een drietal plaatsen stapstenen met poelen aangelegd. Aan de oostzijde van de strook zijn over een breedte van ca. 3 meter bomen en struiken aangeplant. De zone gaat doormiddel van een faunapassage onder de Nieuwe weg door. Bijzonderheden: De verbindingzone is aangelegd volgens het Ringslangmodel; een natte tot vochtige verbinding (sloot) met een drassige, langzaam oplopende oever. Doel van de verbindingzone is het Coendersbosch met polder Oude Riet te verbinden waardoor er een betere verspreiding van de Ringslang en begeleidende soorten zoals amfibieën mogelijk wordt gemaakt. Daarnaast vormt de verbindingzone een geschikt leefgebied voor amfibieën, vlinders, libellen en kleine zoogdieren in het verder kale landbouwgebied. Momenteel zijn grote delen van de verbindingzone bloemrijk met o.a. Grote ratelaar, Brede Orchis en verschillende soorten klavers. Tussen de aanplant staan veel ruigtekruiden als Akkerdistel en Grote brandnetel. Door de grote rijkdom aan nectarplanten is de zone erg aantrekkelijk voor insecten. Daarnaast biedt de aanplant een broedplaats aan struweelvogels zoals Grasmus. Doelstelling beheer/ Relevante soorten: Migratie en leefgebied voor Ringslang, amfibieën, libellen en vlinders. Vogels van struweel en bosranden. In het najaar biedt het struweel voedsel aan doortrekkende vogels in de vorm van zaden (Akkerdistel) en bessen (Lijsterbes en Meidoorn). Verantwoordelijke eigenaar: Stichting Het Groninger Landschap, Waterschap Noorderzijlvest 1 2 3 26 Evz gedeelte A7 tot Nieuwe weg (1), rechts de oostelijke oever. Grote ratelaar

Algemene Maatregelen: (in rood: commentaar van St. Groninger Landschap, R. Oosterhuis) Oostelijke oever Wester Nuismer tocht jaarlijks in september voor een kwart schonen. Door jaarlijks maar een klein gedeelte van de totale lengte aan watergang en oever te schonen blijft er voldoende oevervegetatie staan om de functionaliteit van de verbindingzone te waarborgen. Bovendien blijft er daardoor ook s winters oevervegetatie staan wat beschuttingsmogelijkheden geeft aan allerlei watergebonden fauna. Het schoonsel wordt gelijk afgevoerd om eutrofiering van de oevers te voorkomen. Waterschap Noorderzijlvest gaat over het schonen van de tocht en de oevers. Met de oevervegetatie wordt voornamelijk de vegetatie direct aan de waterlijn bedoeld (Riet+Liesgras+Rietgras en kruiden). Een optie voor het vrijkomende schoonsel is om het op het de tegenovergelegen oever te deponeren. Op deze oever is het streven naar bijzondere botanische waarden niet realistisch dus de vermestende effecten van het schoonsel zijn daar te negeren. Poelen periodiek gefaseerd schonen. Door de poelen periodiek gefaseerd te schonen blijft er altijd voldoende ongestoorde oever- en watervegetatie over voor watergebonden fauna. Het schoonsel wordt gelijk afgevoerd om eutrofiering van de oevers te voorkomen. Richtlijn: elke twee jaar voor de helft schonen. Het mij onbekend of er bij aanleg van de stapstenen ook iets is vastgelegd over het schonen van de poelen. Gefaseerd schonen is aan te raden om een niet al te ingrijpende schoningcyclus te krijgen. Gelijk afvoeren van het schoonsel heeft een grote meerwaarde aangezien er bij deponering veel voedingstoffen vrijkomen die in het voordeel van ruigtekruiden werken. Wanneer niet kan worden afgevoerd is het eventueel een optie om het schoonsel op één locatie te verzamelen zodat niet de gehele oever onder het schoonsel komt te liggen. Ruigte tussen de aanplant niet wegmaaien. De ruigte tussen de aanplant bestaat voornamelijk uit Akkerdistel en Grote brandnetel samen met wat kruiden als Vogelwikke. In deze vorm voorziet de ruigte in voedsel en overwinteringplaatsen aan insecten zoals vlinders. Mogelijk moet de ruigte worden gemaaid om de verspreiding van Akkerdistel naar de omgeving te beperken (distelverordening)? Oever westkant Wester Nuismer tocht niet maaien. Door de vegetatie op de steile oever niet te maaien blijft er ruigte aan beide kanten van de tocht staan. De overblijvende kruiden en ruigte geven extra waarde aan de verbindingzone voor vlinders en libellen. Het is mij onbekend wie dit maait, een boer of het waterschap? Maaien (klepelen?) gebeurt naar alle waarschijnlijkheid alleen vanwege de netheid en niet omdat het gras hier voor overlast zorgt. Gedeelte A7 tot aan Nieuwe weg (1) Jaarlijks gefaseerd maaien en afvoeren. Niet maaien voor 15 juli. Een aaneengesloten helft van de vegetatie laten staan voor volgend jaar. Het jaar erop de andere helft maaien. Maaisel afvoeren. Door te maaien wordt eutrofiëring door atmosferische depositie en bladafval tegengegaan waardoor een kruidenrijke vegetatie in stand wordt gehouden. Bovendien wordt met maaien opslag verwijderd zodat de verbrede oever open blijft. Door jaarlijks de helft van de vegetatie in een aaneengesloten strook te sparen blijft er het hele jaar door voldoende beschutting en voedsel voor insecten, vogels en kleine zoogdieren. Een optie is ook om in blokken te maaien en af te voeren maar dit vraagt flexibiliteit van de maaiers. Her en der in de strook staan plukken met Grote ratelaar en Witte klaver. Deze plukken sparen met maaien zou theoretisch mooi zijn maar is waarschijnlijk in de praktijk niet over te brengen naar de uitvoerders. 27

Gedeelte Nieuwe weg tot aan Postmus (2) Jaarlijks twee tot driemaal gefaseerd maaien en afvoeren. Hier weerspiegelt de gebruikshistorie van de bodem als voormalig landbouwgrond zich nog duidelijk in de vegetatie. De bodem is erg voedselrijk en is begroeid met een monotone vegetatie van Engels raaigras en Gestreepte Witbol. Om de bodem enigszins te verschralen en daarmee omstandigheden te creëren voor kruiden is jaarlijks meerdere keren maaien en afvoeren aan te raden. Wanneer de bodem voldoende is verschraald kan een minder intensief beheer van jaarlijks gefaseerd maaien en afvoeren in september worden ingesteld. Een idee is om de bodem hier eerst te proberen te verschralen om wat meer kruiden te krijgen. Meerdere keren maaien is een optie wanneer dit gefaseerd gebeurt en er daardoor altijd vegetatie aanwezig blijft om verbindingszone te laten functioneren. Gedeelte Postmus tot aan Coendersbosch (3) Jaarlijks twee tot driemaal maaien en afvoeren. Ook hier is de bodem nog vrij voedselrijk en in combinatie met een vrij vochtige en slecht doorluchtte bodem heeft Gestreepte Witbol een dominant aspect in de vegetatie gekregen. Om de ontwikkeling van een kruiden- en bloemrijke vegetatie te stimuleren is verschraling doormiddel van maaien en afvoeren aan te raden. Met een maaibeurt net voor de zaadvorming (Mei) wordt de verspreiding van Witbol geremd. Overigens is verschraling door het maaien en afvoeren van Gestreepte Witbol een vrij langdurig proces; de bovengrondse delen bevatten relatief weinig voedingstoffen en met maaien wordt daarom maar een klein deel van het te veel aan voedingstoffen afgevoerd. Evz gedeelte Nieuwe weg tot aan Postmus (2) Evz gedeelte Postmus tot aan Coendersbosch (3) Soortenlijst Flora 2006: Ecologische verbindingzone Nuis Akkerdistel Hopklaver Riet Basterdwederik Hoornbloem Rietgras Beekpunge Jacobskruiskruid Ringelwikke Biezenknoppen Kale jonker Rode klaver Boerenwormkruid Kleine lisdodde Ruige zegge Brede orchis Kleine klaver Schapezuring Duizendblad Kropaar Scherpe boterbloem Egelboterbloem Kruipende boterbloem Schijfkamille Engels raaigras Krulzuring Smalle weegbree Fioringras Kweek Sint-Janskruid Gekroesde melkdistel Lidrus Struisgras spec. Gestreepte witbol Liesgras Timoteegras Getakte leeuwentand Melganzevoet Veenwortel Gewoon biggekruid Moerasandoorn Veldlathyrus Gewone Brunel Moersdroogbloem Voederwikke Gewone wederik Moerasrolklaver Vogelwikke Greppelrus Moerasvergeet-mij-nietje Watermunt Grote lisdodde Oranje havikskruid Waterpeper Grote ratelaar Penningkruid Waterscheerling Grote weegbree Pitrus Wolfspoot Harig wilgenroosje Reukgras Witte klaver Herderstasje Ridderzuring Tijdens de flora-inventarisatie zijn tevens de volgende soorten waargenomen: Soortenlijst Fauna 2006: Ecologische verbindingzone Nuis Bruin zandoogje Steenhommel Putter Distelvlinder Tuinhommel Waterhoen Schaatsenrijders Grasmus Wilde eend Schrijvertjes Kneu 28

Opmerkingen: *In 2006 en 2007 heeft Landschapsbeheer Groningen maaiwerkzaamheden uitgevoerd in de Ecologische verbindingszone. Een werkomschrijving is opgesteld door het Groninger Landschap In 2007: Maaiwerk 1 x tussen 20 juni en 15 juli en 1x tussen 20 september en 10 oktober. Bij de eerste maaibeurt zijn locaal aanwezige zeldzamere soorten (deels) gespaard. Maaisel is afgevoerd. *De aanwezige poeltjes zijn in de winter 2006/2007 geschoond, maaisel is afgevoerd. Het betrof achterstallig onderhoud. Schonen is gebeurd door het bedrijf dat ook de Nuismer tocht heeft geschoond. Vanaf nu kunnen de poeltjes gefaseerd geschoond worden. 29

7. Natuurbouwterrein en faunapassage A7 Mienscheer (zie Literatuur: 1.Beheerplan natuurbouwproject en faunapassage Mienscheer; 2.Inventarisatie van planten en dieren nabij de Lietsweg) Beschrijving: Het natuurbouwterrein is gelegen aan de A7 ten zuidwesten van het viaduct Lietsweg en is een onderdeel in de ecologische verbindingzone tussen het Dwarsdiep in polder Oude Riet en het Coendersborch (zie ook ecologische verbindingzone Nuis). Het is opgebouwd uit een ca. 600 meter lange zone met stoppenwallen, natuurvriendelijke watergangen, ruigte en grazige vegetaties aansluitend op een 3 meter brede ecozone over het viaduct. De ecozone bestaat grotendeels uit een stobbenwal met ruigte. Bijzonderheden: De ecologische verbinding heeft als streefbeeld het model Ringslang en is ingericht om de verspreiding te bevorderen en de leefomstandigheden te verbeteren van ringslang, amfibieën, libellen en dagvlinders. Daarnaast kunnen ook Reeën en kleinere zoogdieren van de verbinding gebruik maken. Het terrein kent veel verschil in structuur en gradiënten. Hoogteverschillen en wateren met flauw talud zorgen voor gradiënten van droog naar nat. Afgravingen zorgen voor schrale omstandigheden terwijl vochtige strooisellagen onder bossages en stobben voor voedselrijkere omstandigheden zorgen. Doelstelling beheer/ Relevante soorten: Migratie en leefgebied voor Ringslang, amfibieën, kleine zoogdieren, libellen en vlinders. Verantwoordelijke eigenaar: Rijkswaterstaat, Gemeente Marum Natuurbouwterrein Mienscheer met op de achtergrond viaduct Maatregelen: Voor het beheer van het natuurbouwterrein en de faunapassage wordt verwezen naar het beheerplan: Beheerplan natuurbouwproject en faunapassage Mienscheer, J.G. Oord, 2004. Enkele aanvullende maatregelen die niet in het beheerplan zijn opgenomen of extra verdieping behoeven zijn hieronder weergegeven. (in rood: aanvullende opmerkingen van Bennie Henstra) Maaien en afvoeren van de grasstrook op de faunapassage. 30

Aan zowel de noord als de zuidzijde van het viaduct wordt de ecozone van de weg gescheiden doormiddel van een grazige bermstrook. Deze strook wordt jaarlijks gemaaid in september/oktober en het maaisel afgevoerd. Doel is de berm enigszins te verschralen en een meer bloemrijke vegetatie te ontwikkelen die interessant is voor insecten. Door het uitgestelde maaitijdstip is de strook jaarlijks langer van waarde voor insecten. Het uitgestelde maaien moet natuurlijk verkeerstechnisch gezien wel mogelijk zijn. Aangezien de strook nu nog vrij rijk is zal door afvoeren de vegetatie in toekomst minder hoog worden. Dit jaar is de strook zonder overleg gemaaid door een plaatselijke boer als ik het goed heb. Dit is moeilijk te verhinderen. Plaatsen broeihopen. Plaatsen van één of twee broeihopen zoals omschreven in het beheerplan. Naast een eilegen overwinteringplaats voor ringslangen biedt een broeihoop ook een overwinteringplaats aan allerlei andere dieren zoals amfibieën en kleine zoogdieren. Voor het opzetten kan vrijkomend maaisel/ rietruigte uit het gebied worden gebruikt. Aanvullend hierop wordt ook takkenmateriaal in de hoop verwerkt om het luchtig te maken. Hiervoor kan snoeimateriaal worden gebruikt wat vrijkomt bij het afzetten van de bossages. Eventueel kan oud takkenmateriaal uit oude takkenrillen worden gebruikt wannneer vers afgezet takkenmateriaal niet voor handen is. Taluds en maaipaden Open water Grasstrook faunapassage Ruigte rond grondwallen Broeihopen Soortenlijst Flora 2006: natuurbouwterrein Mienscheer Akkerdistel Hopklaver Riet Basterdwederik Hoornbloem Rietgras Beekpunge Jacobskruiskruid Ringelwikke Biezeknoppen Kale jonker Rode klaver Boerenwormkruid Kleine lisdodde Ruige zegge Brede orchis Kleine klaver Schapenzuring Brede weegbree Kropaar Scherpe boterbloem Duizendblad Kruipende boterbloem Schijfkamille Egelboterbloem Krulzuring Smalle weegbree Engels raaigras Kweek St. Janskruid Fioringras Lidrus Struisgras Gekroesde melkdistel Liesgras Timotee Gestreepte witbol Melganzevoet Veenwortel Vertakte leeuwentand Moerasandoorn Veldlathyrus Gewoon biggekruid Moersdroogbloem Voederwikke Gewone Brunel Moerasrolklaver Vogelwikke Gewone wederik Moerasvergeet-mij-nietje Watermunt Greppelrus Oranje havikskruid Waterpeper Grote lisdodde Penningkruid Waterscheerling Grote ratelaar Pitrus Wolfspoot Harig wilgenroosje Reukgras Witte klaver Herderstasje Ridderzuring Tijdens de flora-inventarisatie zijn tevens de volgende soorten waargenomen: Soortenlijst Fauna 2006: natuurbouwterrein Mienscheer Distelvlinder Grasmus Putter Bloedrode heidelibel Groene kikker (spec.) Waterhoen Bruin zandoogje Keizerlibel Weidebeekjuffer Steenhommel Kneu Wilde eend Tuinhommel Koevinkje Schrijvertjes Gamma-uiltje Lantaarntje Schaatsenrijders 31

8. Heideterreinen Coendersbosch Nuis Beschrijving: Een drietal kleinschalige gras en heideterreintjes gelegen in het Coendersbosch. Allen zijn behoorlijk zuur en vergrast. Het meest noordelijke terrein (1) wordt als enige gekenmerkt door een vegetatie van dop- en struikheide, hoewel in een iele staat. Dit stuk is het grootst en het meest soortenrijk. De open plek in het midden (2) is een klein drassig gebiedje met veel pijpestrootje en berkenboompjes. Het meest zuidelijke terrein (3) geeft een idyllisch beeld door de eikenboom in het midden. Dit terrein ligt hoger ten opzichte van de andere terreinen, is sterk vergrast (100%) en relatief soortenarm. Relevante soorten: Heidegebonden flora en fauna. Vlinders en libellen. Amfibieën. Soorten van bosranden. Stapsteen/migratiegebied voor de Ringslang Verantwoordelijke: Stichting Het Groninger Landschap 1 2 3 Figuur..: Meest noordelijke (heide)terrein Figuur..: Meest noordelijke (heide)terrein Maatregelen: Noordelijk terrein (1) 1. Terrein jaarlijks gefaseerd maaien in augustus/september met bosmaaier of maaibalk. Het maaien geconcentreerd houden op de plaatsen met veel gras. De plukken met heide zoveel mogelijk ontzien. Hierdoor wordt de bodem enigszins verschraald en wordt de vergrassing en verbossing tegengegaan zodat de heidevegetatie zich beter kan ontwikkelen. 2. Het maaisel gebruiken, samen met wat takken en/of bladmateriaal voor een broedhoop. Deze broedhoop wordt geplaatst op een zonnige plaats aan de meest noordelijke rand van het terrein vlak tegen het dijkje. Het maaisel bevat al wat lichte boomopslag (berk & 32