PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010



Vergelijkbare documenten
PROEFPROJECT VASTEMESTVOORZIE- NING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN/GRONINGEN

Kansen voor mestscheiding

Oplossing mestafzet voor de veehouderij in De Liemers

Mestscheiding Annelies Gorissen

Mest bewerken NIEUW Mest bewerken

Mestscheiding, waarom zou u hiermee aan de slag gaan?

Scheiding van biologische varkensmest met een decanteercentrifuge

SPECIALIST MESTBEWERKING. capaciteit duurzaamheid

Kosten/baten-analyse MC-installaties en gebruikerservaringen MC

Kalvermest scheiden op bedrijfsniveau. Edze Westra Msc Stroe/Wekerom

Wageningen UR Livestock Research

ORIËNTEREND ONDERZOEK

Scheiden van rundveemest met decanter van GEA Westfalia Separator

Gezonde koeien en vruchtbare bodems met stro in de box

Technische notitie betreffende de samenstelling van dierlijke mest na mestscheiding in het kader van de Evaluatie van de Meststoffenwet 2016

Demonstratie scheiden van drijfmest blz 1.

Systeemdocument AgriMoDEM mestraffinage

Vergisting van eendenmest

SEPARATOR S 655 / S 855

VASTE MEST VOOR WEIDEVOGELRESERVATEN

BEMESTINGSPROEVEN NETWERK MICROVERGISTERS. Albert-Jan Bos Dinsdag 22 november 2016

2.1.6 Grasland zonder klaver: Natrium

Kenmerken van de Bauer Separator:

SPECIALIST MESTBEWERKING. capaciteit duurzaamheid

Paarden 6 mnd., kg 11 11,6 127,6 36,6 402,6 17,5 192,5 Paarden 6 mnd., > 450 kg 4 15,0 60,0 47,6 190,4 22,0 88,0 Totaal

EINDRAPPORTAGE PROJECT VASTE MEST VOORZIENING WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRYSLÂN EN GRONINGEN

Minder mestafvoer door mestscheiding?

Altijd innovatief. Eenvoud. onze kracht. Bioselect Vaste-/Vloeistofscheiding

INVENTARISATIE EN EVALUATIE VAN TECHNISCHE ALTERNATIEVEN VOOR VASTE RUNDERMEST IN WEIDEVOGELRESERVATEN IN FRIESLAND EN GRONINGEN

Modelberekening ECOFERM

Strategieën voor graslandbemesting

Water, Land & Dijken. Ruige mest voor weidevogels. Productie, gebruik en kwaliteit

Werken aan organische stof met melkveehouders. Het hoe en waarom? Nick van Eekeren

Totale verwerking van mest en/of digestaat

Mestverwerking in De Peel

Landgebruik en bodemkwaliteit Jan de Wit Nick van Eekeren

Magnesium in drinkwater voor weidende droge koeien

Land- en Tuinbouw Organisatie Noord

Naar een duurzaam bodemen nutriëntenbeheer via de kringloopwijzer akkerbouw

Stalmestopslag op de kopakker: Hoe risico op uitspoeling beperken en een waardevol product maken?

Bemonstering bij continue productie van vaste mest

Eisen aan een composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt

Be- en verwerken van mest: een zegen voor water en milieu?

Ammoniakreductie, een zaak van het gehele bedrijf

Compact Plus biogasinstallatie, Lierop, 600 kw

Hoe maak je een bemestingsplan binnen de gebruiksnormen

Milieu. Waterkwaliteit: Denk aan: nitraat uitspoeling / erfwater / gewasbeschermingsmiddelen / alles wat oppervlakte- en grondwater kan vervuilen

Melkveebedrijf Familie Prinsen

Praktijk: Werken aan organische stof met melkveehouders

Dorset Droogsysteem. biomassa en pluimveemest

Mestscheiding op melkveebedrijven; resultaten van MOBIEDIK, Mobiele Mestscheiding in Dik en Dun

Weidevogelbeheer 2016

Bemestingswaarde van nabehandelde digestaatproducten

Report 1695.N.17. Mestbewerking en Waterkwaliteit. een case studie voor het beheergebied van waterschap Aa en Maas.

BIJLAGE 4 - NADERE BESCHRIJVING VAN HET VOORNEMEN

De bodem onder de kringloop Hou rekening met organische stof

Valacon-Dairy v.o.f.

Inhoud. Optimalisatie van de productie van eigen grond is de kern van goed boeren. Functies. 1.Productie: Strengere bemestings normen

Mestscheiding: relaties tussen techniek, kosten, milieu en landbouwkundige waarde

De organische stof balans: nuttig instrument voor bouw- èn grasland. NMI, Marjoleine Hanegraaf. Opstellen van een balans. Principe van een OS- balans

Dikke fractie: boost voor organische stof. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

De waarde van mest; bijdrage van mestmanagement aan betere bedrijfsvoering

ORGANISCHE STOF BEHEER

Uw kenmerk Ons kenmerk Datum verzoek 2 april 2010


Mestverwaarding Op weg naar een duurzame veehouderij

Separator Special is een uitgave van Distrimex Pompen & Service / 2010

Handreiking composteringsplaats voor bedrijven met bloembollenteelt 2005

NORBERT RAUCH RAUCH LANDMASCHINENFABRIK GMBH

Quickscan energie uit champost

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT

TRAJECTEN MESTVERWERKINGSTECHNIEKEN

Juiste bepaling van kuildichtheden t.b.v. voorraadberekening voor BEX en BEP Samenvatting van het onderzoek

3. Analysegegevens digistaat: Vrachten worden gewogen en bemonsterd volgens meststoffenwet en volgens meststoffenwet op de landbouwgrond aangevoerd.

inbreng en heeft als gevolg minder scaling (kalkafzetting in de vorm van calciumcarbonaat).

Tips voor het uitvoeren van bemestingsproeven

Duurzame bemesting: omgeving

Gebruik van de dunne en dikke fractie van rundmest getest op Koeien & Kansen-melkveebedrijven

Dikke fractie: boost voor organische stof. Sander Smets, onderzoeker akkerbouw PIBO-Campus

Opgesteld door: Peter van de Ligt / Adviesbureau Pijnenburg Horst ( ) Revisie: Inrichten of mijnbouwwerk oprichten of veranderen (milieu)

Vaste mest en vaste behandelde mest Monstervoorbehandeling

Jabsco Lobben - en impellerpompen. Verdringerpompen

Testrapport van de Manure Power monovergister

FOSFAAT NATUURLIJK FOSFAAT NATUURLIJKE MAÏSMESTSTOF NATUURLIJK FOSFAAT. verrijkt met borium organische meststof toepasbaar in derogatiebedrijf

Bemestingsonderzoek Grasland voor paarden voor de sloot

MAISTEELT 2019: DE SUCCESFACTOREN!

Inhoud: MT-IBA (Multi Thread individuele behandeling van afvalwater) door Fiber Filtration member of the V&T Group

Advies Actualisatie bijlage I Uitvoeringsregeling Meststoffenwet

Een gezonde en vruchtbare bodem met Keurcompost

Is spuiwater een volwaardig alternatief voor minerale meststoffen in de aardappelteelt?

UltraFleece. Professioneel Bandfilter. Gebruiksaanwijzing

PRODUCTCATALOGUS DEENS ONTWERP GEPRODUCEERD IN DE EU

Wat kan mestscheiding bijdragen aan optimalisering van mineralen gebruik op het melkveebedrijf? Mark Rougoor Thijs Kampkuiper

Mest zo efficiënt mogelijk gebruiken

Resultaten KringloopWijzers 2016

Resultaten pilot 2018/2019 Groene Weide Meststof H. Canter Cremers

Workshop mestvergisting. Jan Willem Bijnagte CCS Energie advies

TRAMAT.EU. Afdichting van stortpunten. Brochure 7.0

De meest gehoorde vraag is ; hoe lang de WhisperGen wel niet moet draaien om voldoende energie te leveren voor een gehele installatie.

5b-project 'Landbouw met beperkingen' Proefopzet

Transcriptie:

PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010 In opdracht van:

RAPPORTAGE PROEF MESTSCHEIDING WEIDEVOGELRESERVATEN FRYSLÂN EN GRONINGEN 2010 JPMA Rapportnummer: 20100501 Opdrachtgever: Altenburg en Wymenga ecologisch onderzoek bv, Veenwouden Auteur: Ing. Bob Jonge Poerink Foto s: Ruurd Jelle van der Leij (www.pbase.com/ruurdjellevanderleij) en auteur Zuurdijk, juni 2010 Niets uit deze rapportage mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Jonge Poerink Milieuadvies Disclaimer: de inhoud van dit document is met uiterste zorg samengesteld. Desondanks wordt de informatie in dit document echter aangeboden zonder enige garantie of waarborg ten aanzien van haar deugdelijkheid en geschiktheid voor een bepaald doel of anderszins. Jonge Poerink Milieuadvies sluit alle aansprakelijkheid uit voor enigerlei directe of indirecte schade, van welke aard dan ook, die voortvloeit uit of in enig opzicht verband houdt met het gebruik van dit document. JPMA - Hoofdweg 46-9966 VC Zuurdijk tel. 0595-571170 571170 www.jpma.nl - info@jpma.nl

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Inhoudsopgave SAMENVATTING... 2 1. INLEIDING... 4 2. OPZET EN WERKWIJZE... 6 3. RESULTATEN EN ERVARINGEN... 9 3.1 Opbrengst dikke fractie... 9 3.2 Chemische analyseresultaten... 10 3.3 Evaluatie... 14 3.3.1. Kwaliteit van dikke fractie... 14 3.3.2 Technisch gebruik... 16 3.3.3 Kosten... 16 4. TOEKOMSTPERSPECTIEF... 18 5. AANDACHTSPUNTEN EN VERVOLGONDERZOEK... 21 6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN... 23 7. GEBRUIKTE LITERATUUR... 25 Bijlagen 1. Documentatie Key Dollar Tri Rod 2. Documentatie MAS schroefpersfilter 3. Documentatie Bauer S855 4. Documentatie Börger Bioselect 1

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 5. SAMENVATTING Mestscheiding is een techniek waarbij drijfmest wordt gescheiden in een dunne en een dikke fractie. Globaal lijkt de samenstelling van de dikke fractie op ruige stalmest. De dikke fractie zou daarom mogelijk een prima vervanger van ruige stalmest kunnen zijn bij het beheer van weidevogelgrasland. Aangezien de meeste melkveehouders stalsystemen op basis van drijfmest hebben, is er vaak onvoldoende vaste mest beschikbaar voor de weidevogelreservaten. Het is voor het beheer van de reservaten van groot belang dat een bron van vaste mest wordt gevonden die voor de pachters inpasbaar is in de bestaande stalsystemen. Mestscheiding heeft de volgende voordelen: - Geen aanpassing van het stalsysteem noodzakelijk - Geen invoer nodig van bedrijfsvreemde mest, met het bijbehorende risico op ziektekiemen - Plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat blijft behouden. In het kader van het Investeringsplan weidevogelreservaten Fryslân en Groningen is daarom een proef uitgevoerd met scheiding van rundveedrijfmest bij pachters van weidevogelreservaten van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Groninger Landschap. De doelstelling van de proef was om de geschiktheid van mestscheiding als techniek ten behoeve van weidevogelbeheer in kaart te brengen. Uit de mestscheidingsproef komt naar voren dat de dikke fractie die bij scheiding van rundveedrijfmest vrij komt qua organische stof en nutriënten gehalten uitermate geschikt is voor weidevogelgrasland. Vooral voor kuikenland lijkt dikke fractie een zeer geschikte meststof te zijn. Ten opzichte van drijfmest, en zelfs ten opzichte van ruige stalmest, komt de dikke fractie qua verhouding tussen nutriënten en organische stof positief naar voren. Het N-totaal gehalte is per ton organische stof in dikke fractie circa 45% lager dan in drijfmest en circa 25 % lager dan in ruige stalmest. Het fosfaatgehalte is per ton organische stof maar liefst circa 40% lager in de dikke fractie dan in ruige stalmest en drijfmest. Per pachter zijn er, afhankelijk van hoe structuurrijk het voederrantsoen is, aanzienlijke verschillen in het scheidingsrendement. De nieuwste typen mestscheiders hebben een dusdanige capaciteit dat mestscheiding zowel kostentechnisch als praktisch gezien een haalbaar alternatief voor ruige stalmest kan gaan worden. Op basis van de huidige informatie komen de kosten van huur en stroom op ongeveer 5 per m3 dikke fractie. Mestscheiding kan in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen voor het weidevogelbeheer; niet alleen voor de reservaten maar ook voor SAN/SNL weidevogelgrasland. Onderzoek naar de verdere optimalisatie van de kwaliteit van dikke fractie en het effect van dikke fractie op weidevogelgrasland is gewenst. 2

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Dankwoord De mestscheidingsproef had niet gerealiseerd kunnen worden zonder de inzet van een groot aantal personen. Vooral de pachters die op vrijwillige basis hebben meegewerkt aan de mestscheidingsproef zou ik willen bedanken voor hun medewerking: Gatze Van der Meer, Heeg Oane De Boer, Gaastmeer Gatze Ykema, Gaastmeer Piet en Chris Zonderland, Koudum Anton Stokman, Koudum Gerhard Stol, Ten Post Bert Zwakenberg, Adorp Paul Derksen, Adorp Arnold Onnes, Adorp Vanuit de terreinbeherende organisaties hebben Durk Postma (Staatsbosbeheer), Gerrit Wierda (Staatsbosbeheer), Jacob de Bruin (Natuurmonumenten) en Arjan Hendriks (Groninger Landschap) de proef begeleid. In het bijzonder zou ik Sytse Terpstra (Skriezekrite Idzegea) en Gert-Jan Stoeten (Vereniging Duurzame Landbouw Stad en Ommeland) willen bedanken voor hun inzet. Mede namens Ernst Oosterveld en Bauke Roelevink van Altenburg en Wymenga allen nogmaals hartelijk dank! Bob Jonge Poerink 3

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 1. INLEIDING Mestscheiding is een techniek waarbij drijfmest wordt gescheiden in een dunne en een dikke fractie. Om de afvoerkosten van fosfaat te beperken wordt mestscheiding, vooral in de varkenshouderij toegepast. Ook rundveedrijfmest kan prima worden gescheiden. Globaal lijkt de samenstelling van de dikke fractie op ruige stalmest. De dikke fractie zou daarom mogelijk een prima vervanger van ruige stalmest kunnen zijn bij het beheer van weidevogelgrasland. Aangezien de meeste melkveehouders stalsystemen op basis van drijfmest hebben, is er vaak onvoldoende vaste mest beschikbaar voor de weidevogelreservaten. Het is voor het beheer van de reservaten van groot belang dat een bron van vaste mest wordt gevonden die voor de pachters inpasbaar is in de bestaande stalsystemen. Uit een inventarisatie van alternatieven voor vaste rundveestalmest die in 2008 is uitgevoerd, kwam mestscheiding als een potentieel belangrijk alternatief naar voren (Jonge Poerink, 2008). Mestscheiding heeft de volgende voordelen: - Geen aanpassing van het stalsysteem noodzakelijk - Geen invoer nodig van bedrijfsvreemde mest, met het bijbehorende risico op ziektekiemen - Plaatsingsruimte voor stikstof en fosfaat blijft behouden - De dunne fractie heeft een relatief hoog minerale stikstof gehalte en kan daarom op nietweidevogelgrasland gebruikt worden als kunstmestvervanger. In het kader van het Investeringsplan weidevogelreservaten Fryslân en Groningen is daarom een proef uitgevoerd met scheiding van rundveedrijfmest bij pachters van weidevogelreservaten van Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten en het Groninger Landschap. De doelstelling van de proef was om de geschiktheid van mestscheiding als techniek ten behoeve van weidevogelbeheer in kaart te brengen. Hierbij hebben de volgende punten in het bijzonder aandacht gehad: - De gehalten organische stof en nutriënten van de dikke fractie na scheiding van rundveedrijfmest - De geschiktheid van dikke fractie voor gebruik in weidevogelreservaat - De technische en organisatorische uitvoerbaarheid van mestscheiding van rundveedrijfmest - De technische geschiktheid van mobiele mestscheiders van het type Key Dollar Tri Rod en SMICON MAS schroefpersfilter. Daarnaast was een niet onbelangrijke nevendoelstelling van de proef gericht op het geven van bekendheid aan mestscheiding als techniek om vaste mest voor weidevogelgrasland te produceren. Ten slotte dient te worden opgemerkt dat de proef geen wetenschappelijk karakter had, maar dat er vooral sprake was van een verkennend en toegepast onderzoek naar de mogelijkheden van mestscheiding als techniek ten behoeve van het weidevogelbeheer. In 2009 is er een uitgebreid wetenschappelijk onderzoek naar mestscheiding door de WUR verricht onder de naam MOBIEDIK (Verloop, 2009b). MOBIEDIK was gericht op mestscheiding ten behoeve van afvoer van mestoverschotten en het gebruik van dunne fractie als kunstmestvervanger in de reguliere melkveeveehouderij. De dikke fractie wordt dan meer als afvalproduct gezien, terwijl dit voor het weidevogelbeheer juist het product is waar het om draait. Relevante resultaten van het WUR onderzoek zijn uiteraard wel meegenomen in deze rapportage. Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt de opzet en werkwijze van de proef toegelicht. Vervolgens worden in hoofdstuk 3 de resultaten en van de proef weergegeven en opgedane ervaringen besproken. In hoofdstuk 4 4

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 worden de mogelijkheden van mestscheiding voor het weidevogelbeheer toegelicht. Tenslotte zijn in hoofdstuk 5 de conclusies en aanbevelingen opgenomen. 5

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 2. OPZET EN WERKWIJZE De mestscheidingsproef is in de periode januari april 2010 uitgevoerd bij een aantal pachters van weidevogelreservaat in provincies Friesland en Groningen. Het betreft in Friesland de reservaten Langehoek en Heanmar van Staatsbosbeheer en in Groningen de Hoeksmeer (Natuurmonumenten) en Paddepoel in het Reitdiepdal (Groninger Landschap). Tabel 2.1 geeft een overzicht van de bij de proef betrokken pachters en terreinbeheerders. Tabel 2.1. Overzicht van de bij de mestscheidingsproef betrokken pachters en terreinbeheerders Naam reservaat TBO Contactpersoon TBO Langehoek, Fryslân Staatsbosbeheer Durk Postma Gerrit Wierda Naam pachter Van der Meer Heeg De Boer Gaastmeer Heanmar, Fryslân Staatsbosbeheer Durk Postma Gerrit Wierda Ykema Gaastemeer Zonderland Koudum Stokman Koudum Hoeksmeer, Groningen Paddepoel, Reitdiepdal, Groningen Natuurmonumenten Jacob de Bruin Stol Ten Post Het Groninger Landschap Arjan Hendriks Zwakenberg Groningen Derksen Adorp Onnes Adorp In Friesland is geëxperimenteerd met de mestscheider van het type Key Dollar Tri Rod. De firma Bos Benelux uit Dordrecht heeft in het kader van de proef een mobiele scheider van dit type beschikbaar gesteld voor verhuur. In bijlage 1 is documentatie over dit type scheider opgenomen. Op basis van de volgende, op voorhand verstrekte, informatie is gekozen voor de Tri Rod: - Relatief lage prijs van de scheider - Laag stroomverbruik (0,5 kw) - Apparaat vereist weinig toezicht - De dikke fractie is een mooi stapelbaar product. Figuur 2.1 geeft een indruk van de Key Dollar Tri Rod. 6

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Figuur 2.1. Key Dollar mestscheider in actie bij Ykema, Gaastmeer In de provincie Groningen is geëxperimenteerd met een mobiele mestscheider van het type MAS schroefpersfilter (zie bijlage 2), zoals deze door de firma SMICON wordt geproduceerd. Deze mobiele installatie is in het kader van de proef gehuurd bij de firma Albers mestdistributie. Er is voor de MAS schroefpersfilter gekozen vanwege het feit dat deze scheider zich, onder andere bij het WUR onderzoek, al goed had bewezen. Daarnaast gaf de verhuurder aan dat er sprake was van een relatief laag stroomverbruik, een functionerende overloopbeveiliging en zou er weinig toezicht vereist zijn. Ook de dikke fractie die vrij komt uit de MAS scheider zou goed stapelbaar zijn De figuren 2.2 en 2.3 geven een indruk van de mobiele MAS schroefpersfilter van SMICON. Figuur 2.2. Mobiele MAS mestscheider Figuur 2.3. SMICON MAS- schroefpersfilter 7

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 De pachters hebben, na instructie van de verhuurder, zelfstandig de mestscheider bedient. Dit was uitdrukkelijk de bedoeling omdat tijdens de proef ook de technische en organisatorische uitvoerbaarheid van mobiele mestscheiding in de dagelijkse praktijk van de pachters naar voren zou moeten komen. Daarnaast werden de volgende instructies aan de pachters gegeven: - Mestscheiding staat of valt met vooraf goed mixen van de drijfmest. Zonder mixen wordt alleen de waterige fractie onder de vaste koek in de kelder door de scheider gepompt. Dit levert uiteraard nauwelijks dikke fractie op. Daarom de dag voor scheiding de drijfmest grondig mixen. - Er moet een gescheiden opslagmogelijkheid voor de dunne fractie aanwezig zijn. Dit kan bijvoorbeeld in een gecompartimenteerde mestkelder, mestsilo of mestzak. De afstand van scheider naar opslag van dunne fractie mag niet te groot zijn (< circa 25 m) - De mestscheider moet vóór verplaatsing naar de volgende pachter goed worden schoongemaakt en ontsmet. Dit ter voorkoming van verspreiding van Salmonellose en Paratuberculose. - De (tijdelijke) opslag van de dikke fractie moet volgens de regelgeving plaatsvinden. Om bodemverontreiniging tijdens het scheiden te beperken kan een strobed worden aangelegd, dat verontreiniging kan opnemen. Het stro is daarnaast gunstig voor het organische stofgehalte van de dikke fractie. De pachters hebben zelf de geproduceerde hoeveelheid dikke fractie en het aantal draaiuren bijgehouden. De pachters van de Langehoek werden gedurende het hele proces vanuit de Skriezekrite Idzegea ondersteund door Sytse Terpstra uit Gaastmeer. De proef bij de pachters van Het Groninger Landschap werd organisatorisch ondersteund door Gert-Jan Stoeten van Vereniging Duurzame Landbouw Stad & Ommeland. Bij alle pachters zijn monsters genomen van de ingaande rundveedrijfmest, de dikke fractie en de dunne fractie. Deze monsters zijn vervolgens bij BLGG in Oosterbeek geanalyseerd op de volgende parameters: - Droge stof - Ruw as - Organische stof - Stikstof - totaal - Stikstof- ammoniak - Stikstof- organisch - Fosfor/Fosfaat - Kalium/Kali - Magnesium/Magnesia - Natrium/Natron Daarnaast werd door BLGG de C/N verhouding berekend. 8

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 3. RESULTATEN EN ERVARINGEN 3.1 Opbrengst dikke fractie De opbrengst aan dikke fractie is weergegeven in tabel 3.1. Tabel 3.1. Aantal draaiuren en opbrengst dikke fractie per pachter Pachter Aantal draaiuren Geschatte totale opbrengst dikke fractie (in m3) Geschatte opbrengst per uur (in m3) Van der Meer 40 40 1 De Boer 40 40 1 Ykema 40 60 1,5 Zonderland 35 50 1,5 Stokman 8 12 1,5 Stol 70 50 0,75 Zwakenberg 0 0 0 Derksen 22 25 1 Onnes 32 35 1 Totaal 287 312 1 Uit tabel 3.1 blijkt dat de opbrengst gemiddeld rond de 1 m3 dikke fractie per uur ligt en varieerde tussen de 0,75 en 1,5 m3 per uur. Gemiddeld moest circa 4-5 m3 rundveedrijfmest worden gescheiden om 1 m3 dikke fractie te verkrijgen. Vooral relatief dikke drijfmest ging zeer langzaam door de scheider, waardoor de opbrengst juist bij dikke drijfmest laag was. Dit was bijvoorbeeld het geval bij pachter Stol. Bij pachter Ykema kon de opbrengst aan dikke fractie worden verhoogd door tussentijds opnieuw te mixen. Dit onderstreept het belang van goed mixen bij mestscheiding. De figuren 3.1 t/m 3.6 geven een impressie van de mestscheiding met de MAS schroefpersfilter bij pachter Derksen in het Reitdiepdal bij Groningen. 9

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Figuur 3.1. De dikke fractie komt vrij uit de MAS schroefpersfilter Figuur 3.2. Via een transportband wordt de dikke fractie geladen op een kieper Figuur 3.3. De dikke fractie is een mooi stapelbaar product Figuur 3.4. De dunne fractie wordt in een mestkelder geleid Figuur 3.5. De dikke fractie wordt gemengd met stroresten uit de kalverhokken 3.2 Chemische analyseresultaten Figuur 3.6. De dikke fractie trekt strontvliegen aan, die weer een voedselbron kunnen zijn voor weidevogelkuikens 10

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 De chemische analyseresultaten van ingaande drijfmest, dikke fractie en dunne fractie zijn in tabel 3.2 vermeld. Het dient te worden opgemerkt dat de bemonstering en analyses niet in duplo zijn uitgevoerd. Tabel 3.2. Chemische analyseresultaten van ingaande drijfmest (RDM), dikke fractie(dik) en dunne fractie(dun) per pachter Pachter Monster Org. Stof (kg/ton product) Van der Meer (Key Dollar) De Boer (Key Dollar) Ykema (Key Dollar) Zonderland (Key Dollar) Stokman (Key Dollar) Stol (MAS) Derksen (MAS) Onnes (MAS) N-tot. (kg/ton product) 11 C/N N-NH3 (kg/ton product) N-org. (kg/ton product) Fosfaat (kg/ton product) Kali (kg/ton product) RDM 73 4,55 7 2,4 2,2 1,74 6,4 DIK 143 4,81 13 2,3 2,5 2,24 5,3 DUN 66 4,52 7 2,3 2,2 1,74 6,5 RDM 86 4,98 8 2,1 2,9 1,85 6,3 DIK 182 5,92 14 1,7 4,2 2,31 4,8 DUN 63 4,7 6 2,4 2,3 1,72 6,5 RDM 69 3,92 8 1,8 2,1 1,4 6 DIK 135 4,43 14 1,8 2,6 2,08 5,7 DUN 50 3,85 6 1,8 2,1 1,37 6,1 RDM 61 4,78 6 2,1 2,7 1,97 6,4 DIK 165 5,19 14 1,9 3,3 1,83 5,5 DUN 77 4,81 7 2,1 2,7 1,92 6,3 RDM 73 2,72 12 2,2 0,5 1,58 3,6 DIK 104 2,9 16 1,1 1,8 1,9 3,9 RDM 82 5,49 7 2,3 3,2 2,50 9,3 DIK 125 5,51 10 1,1 4,4 2,98 8,6 DUN 58 5,45 5 2,6 2,9 2,31 9,4 RDM 59 4,34 6 2,2 2,1 1,49 6,6 DIK 157 4,69 15 2,1 2,6 2,06 5,3 DUN 42 4,30 4 2,2 2,1 1,47 6,9 RDM 64 3,94 7 2,3 1,6 1,67 6,7 DIK 108 4,48 11 1,8 2,7 2,24 6,4 DUN 59 3,77 7 2,1 1,7 1,51 7,0 Uit tabel 3.2 blijkt dat er aanzienlijke verschillen zijn per pachter. Dit heeft vooral te maken met verschillen in het type ingaande mest ten gevolge van het rantsoen dat de betreffende pachter voert. Relatief weinig verschil is er tussen de analyseresultaten van de scheiding met de Key Dollar en de MAS. Bij de bespreking van de analyseresultaten wordt verder geen onderscheid tussen beide mestscheiders gemaakt. Opvallend is dat de gemeten gehalten in de dikke en de dunne fractie gemiddeld soms hoger liggen dan het gehalte in de ingaande rundveedrijfmest. Dit is theoretisch niet waarschijnlijk. Mogelijk ligt het aan de monsterneming. In tabel 3.3 zijn per mestsoort de gemiddelde gehalten weergegeven. Mestsoort Tabel 3.3. Gemiddelde gehalten in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie Org. Stof (kg/ton product) N-tot. (kg/ton product) C/N N-NH3 (kg/ton product) N-org. (kg/ton product) Fosfaat (kg/ton product) Kali (kg/ton product) Rundveedrijfmest 69 4,2 8 2,2 2,0 1,7 6,0 Dikke fractie 140 4,8 13 1,7 3,0 2,2 5,7 Dunne fractie 59 4,5 6 2,2 2,3 1,7 7,0

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Organische stof In figuur 3.7 is het gemiddelde gehalte organische stof in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie weergegeven. 140 120 100 80 60 40 RDM DIK DUN 20 0 Organische stof (in kg/ton product) Figuur 3.7. Gemiddeld gehalte organische stof (in kg per ton product) in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie Uit figuur 3.7 blijkt dat het gemiddelde organische stofgehalte in de dikke fractie ongeveer verdubbelt ten opzichte van de ingaande rundveedrijfmest. Stikstof In figuur 3.8 is het gemiddelde gehalte stikstof-totaal, stikstof-ammoniak en stikstoforganisch in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie weergegeven. 5 4 3 2 RDM DIK DUN 1 0 N-totaal N-NH3 N-org. Figuur 3.8. Gemiddelde gehalten N-totaal, N-ammoniak en N-organisch (in kg per ton product) in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie 12

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Per ton product stijgt het gemiddelde stikstof totaal gehalte in de dikke fractie licht ten opzichte van de ingaande rundveedrijfmest. Van een extreme ophoping van stikstof in de dunne fractie is geen sprake. Opvallend is dat het stikstof ammoniak gehalte daalt en het organische stikstof juist toeneemt in de dikke fractie. C/N verhouding In figuur 3.9 is de gemiddelde C/N verhouding in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie weergegeven. 14 12 10 8 6 4 RDM DIK DUN 2 0 C/N verhouding Figuur 3.9. Gemiddelde C/N verhouding in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie De C/N verhouding van de dikke fractie is bijna twee keer zo hoog als van de ingaande drijfmest en de dunne fractie Fosfaat In figuur 3.10 is het gemiddelde totaal fosfaatgehalte in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie weergegeven. 2,5 2 1,5 1 RDM DIK DUN 0,5 0 Fosfaat-totaal Figuur 3.10. Gemiddeld gehalte Fosfaat/totaal (in kg per ton product) in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie 13

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Per ton product stijgt het fosfaat gehalte in de dikke fractie licht ten opzichte van de ingaande rundveedrijfmest. Van een extreme ophoping van fosfaat in de dikke fractie is geen sprake. Kali In figuur 3.11 is het gemiddelde kaligehalte in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie weergegeven. 7 6 5 4 3 2 RDM DIK DUN 1 0 Kali (in kg per ton product) Figuur 3.11. Gemiddeld gehalte kali (in kg per ton product) in rundveedrijfmest, dikke fractie en dunne fractie Per ton product daalt het kaligehalte in de dikke fractie licht ten opzichte van de ingaande rundveedrijfmest. In de dunne fractie is sprake van een lichte stijging van het kaligehalte ten opzichte van de drijfmest. Van een extreme ophoping van kali in de dunne fractie is geen sprake. 3.3 Evaluatie 3.3.1. Kwaliteit van dikke fractie Door de hoge stikstoftoevoer vanuit bemesting is de productie van grasland, ook bij agrarisch natuurbeheer, vaak hoog. De vegetatie is zo dicht dat deze moeilijk doordringbaar kan worden voor weidevogelkuikens. Het foerageren kost meer energie dan het oplevert en de kuikens verhongeren of vormen een makkelijke prooi voor predators. Een ideale meststof voor weidevogelgrasland bevat dan ook veel organische stof voor het bodemleven, maar niet te veel nutriënten. Om de chemischanalytische kwaliteit van de dikke fractie te kunnen vergelijken met die van ruige stalmest en drijfmest is in tabel 4.1 het gehalte van de verschillende nutriënten per ton opgebrachte organische stof weergegeven. 14

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Tabel 4.1. Gehalten van stikstof, fosfaat en kali in ruige stalmest, drijfmest en dikke fractie per ton organische stof. De percentages geven het procentueel verschil van de hoeveelheid nutriënten ten opzichte van drijfmest aan. Parameter Ruige stalmest (6 ton)* Drijfmest (15 ton)* Dikke fractie (7 ton)* N-totaal (kg) 45 (-25%) 60 33 (-45%) N- ammoniak (kg) 10 (-65%) 30 12 (-60%) N-organisch (kg) 35 (+15%) 30 21 (-30%) Fosfaat(kg) 25 (0%) 25 15 (-40%) Kali (kg) 50 (-40%) 80 40 (-50%) C/N verhouding 12 7 14 * Hoeveelheid product waarin totaal ongeveer 1 ton organische stof zit Ten opzichte van drijfmest komt dikke fractie en ruige stalmest qua verhouding tussen nutriënten en organische stof gunstig naar voren. De nutriëntengehalten van de dikke fractie zijn zelfs nog wat gunstiger dan die van ruige stalmest. Het fosfaatgehalte is per ton organische stof maar liefst 40% lager in de dikke fractie dan in ruige stalmest en drijfmest. Het N-totaal gehalte is per ton organische stof in dikke fractie circa 45% lager dan in drijfmest en 25 % lager dan in ruige stalmest. Wel is de verhouding tussen de direct opneembare N-ammoniak en de geleidelijk opneembare N-organisch bij ruige stalmest beter dan bij dikke fractie. De hoeveelheid N-ammoniak is bij ruige stalmest en dikke fractie echter ongeveer van dezelfde ordegrootte. Al met al kunnen op basis van bovenstaande gegevens de volgende voordelen van dikke fractie worden verwacht: - Minder productie van grasland door lagere stikstof en fosfaatgehalten per ton opgebrachte organische stof. In verband met de slechte kuikenoverleving die in verband wordt gebracht met de slechte doordringbaarheid van te sterk bemest grasland, zou dit een sterke verbetering van het weidevogelbeheer kunnen betekenen. - Minder blootstelling van het bodemleven aan ammoniak. In vergelijking met drijfmest is de blootstelling van het bodemleven aan ammoniak waarschijnlijk duidelijk geringer. Ammoniak in de bodem kan een toxische werking hebben op regenwormen en andere bodemorganismen. - Minder ophoping van fosfaat in de bodem. Als een bepaalde hoeveelheid organische stof wordt opgebracht via bemesting zal daarmee bij dikke fractie in vergelijking met drijfmest en ruige stalmest minder fosfaat worden opgebracht. Fosfaatophoping in de bodem kan leiden tot verruiging van grasland. - Meer kruidenrijkdom doordat er minder nutriënten worden opgebracht bij eenzelfde toevoer van organische stof voor het bodemleven. - Minder uitspoeling van stikstof en fosfaat naar het oppervlaktewater kan een gunstig effect hebben op de waterkwaliteit van sloten en ander oppervlaktewater. De verminderde nutriëntentoevoer kan echter wel nadelig zijn voor het bodemleven. Door de bijbehorende verlaging van de productie zal de toevoer van organisch materiaal vanuit de vegetatie ook verminderen. Dit betekent een verminderde toevoer van voedsel voor bodemorganismen, zoals regenwormen. Vooral bij grasland dat in eerste instantie fungeert als foerageergebied voor adulte weidevogels is dit een factor om rekening mee te houden. 15

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 3.3.2 Technisch gebruik Key Dollar Tri Rod De Key Dollar Tri Rod was in korte tijd (circa 15 20 minuten) op te stellen. De bediening was vrij eenvoudig. De scheider draaide zeer rustig, terwijl de pomp werd aangedreven door een stationair draaiende trekker. Transport van pachter naar pachter kon zowel op een aanhanger achter een personenwagen als in de hefinrichting van een trekker plaatsvinden. Het gebruik van de Tri Rod werd gekenmerkt door een reeks van tegenslagen en calamiteiten. Dit ondanks de goede ondersteuning vanuit Bos Benelux. Er is een aantal keren sprake geweest van lekkage waarbij enkele kubieke meters drijfmest over het betreffende erf is gelopen. Deze calamiteiten werden veroorzaakt door de volgende omstandigheden: - Een strenge vorstperiode waardoor onderdelen van de scheider bevroren raakten - Een niet goed functionerende schraper, zodat er verstopping van afvoerleidingen is opgetreden - Een machine die, in de uitvoering zoals die tijdens de proef gebruikt is, onvoldoende robuust was om als mobiele installatie te kunnen fungeren - Het ontbreken van afdoende overloopbeveiligingen. De elektromotor op de scheider zelf verbruikte circa 0,5 kwh. Daarnaast was het verbruik van de trekker om de pomp aan te drijven circa 1 tot 1,5 l gasolie per uur. In verband met de kans op lekkage was er een bijna voortdurende controle van de scheider nodig. Dit was voor de betreffende pachters een haast onwerkbare situatie. Uiteindelijk is in overleg met Bos Benelux besloten om de proef met de Key Dollar Tri Rod stop te zetten. MAS schroefpersfilter De MAS schroefpersfilter was vrij gemakkelijk en in relatief korte tijd (circa 30 minuten) op te stellen. De bediening van de scheider was vrij eenvoudig. De scheider draaide zeer stabiel en rustig. Een probleem vormde de pomp die de drijfmest uit de kelder naar de verzamelbak op de mobiele installatie pompt. Op het moment dat deze pomp aan sloeg ontstond er een kortstondige piek van ruim 20 kwh. Voor de elektrische installaties van de betreffende veehouders bleek dit veelal een te hoge piek te zijn. Alleen bij pachter Derksen kon de elektrische installatie deze kortstondige stroompiek aan. Daar draaide de scheider dan ook naar tevredenheid. Verder was er soms sprake van verstopping van de wormpomp met haren of lange kuilresten. Bij pachter Stol is het stroomverbruik door een installatiebedrijf gemeten. Het stroomverbruik van de scheider lag op circa 2,2 kwh. Alle pachters gaven aan dat de scheider regelmatig gecontroleerd moet worden of deze nog goed draait, of dat er bijvoorbeeld dikke fractie moet worden afgevoerd naar de opslag. Transport van pachter naar pachter kon zowel op een aanhanger achter een wat zwaardere personenwagen als in de hefinrichting van een trekker plaatsvinden. 3.3.3 Kosten Voor het weidevogelbeheer moet worden uitgegaan van de kosten per m3/ton dikke fractie. De dikke fractie is het product waar de scheiding in eerste instantie voor wordt uitgevoerd. De kosten per m3 dikke fractie zijn tijdens de proef veel te hoog geweest en lag rond de 20 per m3. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door het experimentele karakter van de proef en de tegenvallende 16

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 opbrengst aan dikke fractie van de betreffende mestscheiders. De genoemde kosten zijn daarom niet representatief voor wat mestscheiding in de praktijk kost. Uit het volgende hoofdstuk blijkt dat door de inzet van nieuwe of duurdere type mestscheiders de kosten per m3 dusdanig kunnen dalen dat mestscheiding ten behoeve van weidevogels ook kostentechnisch aantrekkelijk kan worden. 17

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 4. TOEKOMSTPERSPECTIEF Uit het voorgaande hoofdstuk komt, op basis van de beschikbare gegevens, de dikke fractie als zeer geschikt voor weidevogelreservaat naar voren. Vooral voor kuikenland lijkt dikke fractie een zeer geschikte meststof te zijn. Mestscheiding kan in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen voor het weidevogelbeheer; niet alleen voor de reservaten maar ook voor SAN/SNL Boerenland. In dit hoofdstuk wordt het toekomstperspectief van mestscheiding voor weidevogelbeheer geschetst. Technische mogelijkheden Op dit moment is de techniek van mestscheiding nog volop in ontwikkeling. De beperkte capaciteit van de bij de proef gebruikte scheiders is bij de nieuwste typen mestscheiders aanmerkelijk gunstiger. Het betreft, de Bauer S855 (zie bijlage3), de Börger Bioselect (zie bijlage 4) en de inmiddels verbeterde versie van de Key Dollar Tri Rod. In tabel 4.2 is een overzicht gegeven van de kenmerken van de genoemde mestscheiders. Tabel 4.2. Kenmerken van de Bauer, Börger en verbeterde Key Dollar Type mestscheider Principe Gem. Capaciteit (in m3 rundveedrijfmest per uur) Geschatte opbrengst dikke fractie (in ton per uur) Aandrijving Scheider en pomp Bauer S855 Schroefpersfilter 15 3** Stroom 7,5 kwh Börger Bioselect Schroefpersfilter 25-50 5-10*** Stroom 16,5 kwh Key Dollar Tri Rod Schroefpersfilter 15 3** Trekker (verbeterde versie) (verbruik circa 1-2 l gasolie/uur) * richtprijs volgens opgave leverancier ** geschatte opbrengst volgens opgave leverancier; moet nog in praktijk worden getest *** geschatte opbrengst volgens opgave verhuurder; moet nog in praktijk getest worden Richtprijs* (exclusief BTW) 50.000 50.000 27.000 Figuur 4.1. Bauer mestscheider 18

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Figuur 4.2. Börger Bioselect mestscheider Figuur 4.3. Verbeterde versie Key Dollar mestscheider Qua capaciteit komt de scheider van Börger, met circa 5-10 m3 dikke fractie per uur gunstig naar voren (Verloop et al, 2009b en mondelinge mededeling Klaverhoef, Ferwert). Daar komt bij dat deze scheider een volledig computergestuurde beveiliging heeft, waardoor de kans op lekkage zo goed als nihil is. De hoge capaciteit en bedrijfsveiligheid lijken op te wegen tegen de hoge aanschafprijs en stroomverbruik per uur. Per gescheiden m3 dikke fractie is het stroomverbruik van de Börger overigens relatief laag. De Börger is sinds kort te huur bij de firma Klaverhoef in Ferwert (N-Fryslân). Het dagtarief van circa 250 is zeer concurrerend. Uitgaande van een productie van 5-10 m3 dikke fractie per uur en 10 uur gebruik per dag komen de berekende kosten van huur en stroom op ongeveer 5 per m3 dikke fractie (exclusief aan- en afvoerkosten van de scheider). Ook bij deze scheider zal de werkelijke capaciteit per pachter verschillen en afhangen van het type drijfmest. Toch betekent dit dat, mocht de capaciteit werkelijk zo hoog liggen, het gebruik van dikke fractie als alternatief voor ruige stalmest, een realistische en financieel haalbare optie zou worden. 19

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Organisatorische aspecten Voor veel veehouders is het zelf aanschaffen van een mestscheider te kostbaar. Daarom zullen mestscheiders veelal moeten worden gehuurd of coöperatief worden aangeschaft. De mogelijkheden van huur van geschikte scheiders zijn op dit moment (nog) erg beperkt. Mogelijk dat samenwerkingsverbanden van ANV s of weidevogelkringen, eventueel met financiële ondersteuning vanuit de Provincies of TBO s, zouden kunnen over gaan tot de gezamenlijke aanschaf van een mestscheider. Bij een mestscheider moet worden uitgegaan van een afschrijving van 15 % op jaarbasis. Dit betekent jaarlijkse afschrijvingskosten van ongeveer 4000 tot 7500 Euro. Met dergelijke afschrijvingskosten kan bij mestscheiding ten behoeve van enkele honderden hectares de aankoop van een scheider al voordeliger zijn dan de huur van een scheider. Wel moet rekening worden gehouden met kosten van slijtage en onderhoud. Hoe hoog die kosten zijn is op dit moment niet goed in te schatten. Een punt van aandacht is de uiteindelijke verantwoordelijkheid voor onderhoud, planning en organisatie rondom een gezamenlijk aangeschafte mestscheider. Weidevogelhulpen en weidevogelcoördinatoren zouden mogelijk ondersteuning kunnen bieden bij de planning en organisatie. 20

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 5. AANDACHTSPUNTEN EN VERVOLGONDERZOEK Een aantal zaken verdienen in de toekomst specifieke aandacht: Aandachtspunten - De dikke fractie bevat in vergelijking met ruige stalmest en drijfmest relatief weinig stikstof. Op gronden waar in het verleden fosfaatophoping in de bodem heeft plaatsgevonden, bijvoorbeeld ten gevolge van bemesting, bestaat de kans op verruiging met soorten als Pitrus of Gestreepte witbol. Pitrus en Witbol floreren goed op fosfaathoudende gronden en kunnen met minder stikstof toe. Dominantie van deze soorten kan daarom het gevolg zijn. Om de concurrentiekracht van andere grassoorten met deze dominante soorten op peil te houden is in dergelijke situaties een meststof met een relatief hoog stikstofgehalte gewenst; dikke fractie is dan in vergelijking met ruige stalmest minder geschikt. - Een aandachtspunt is verder de relatieve ophoping van kali in de dunne fractie. Hoge kalibemesting verhoogt namelijk het risico op kopziekte bij rundvee. Gelet op de analyseresultaten is er sprake van een slechts geringe mate van ophoping van kali in de dunne fractie. Of kopziekte kan optreden is mede afhankelijk van de bodemomstandigheden en de rantsoenering van het vee. Gelet op de aan kopziekte verbonden risico s verdient dit wel de nodige aandacht. - Buiten het weidevogelreservaat moet bij de pachter voldoende plaatsingsruimte beschikbaar zijn voor de dunne fractie. - Bij pachters die niet beschikken over een adequate opslag voor vaste mest is langdurige opslag ten behoeve van rijping niet mogelijk. Hier zal de dikke fractie in korte tijd na het scheiden moeten worden uitgereden. De aanleg van een overdekte mestplaat, waar de dikke fractie kan worden opgeslagen en gecomposteerd vereist een forse investering. - Als mestscheiding jaarlijks herhaald wordt toegepast, dan kan dit volgens de Richtlijn Mestverwerkingsinstallaties (InfoMil, 2001) een vergunningsplichtige activiteit zijn. In sommige gemeenten volstaat een melding aan het bevoegd gezag. Vervolgonderzoek - Zoals de analyseresultaten laten zien is dikke fractie voor het gebruik in weidevogelreservaat een hele verbetering ten opzichte van drijfmest. Uitgaande van de verhouding tussen nutriënten en organische stof zou dikke fractie zelfs geschikter kunnen zijn dan ruige stalmest. Een aspect dat echter niet is onderzocht is de biologische kwaliteit van de dikke fractie. De micro-organismen, mesofauna, wormen en insectenlarven die in vaste stalmest kunnen worden aangetroffen zijn in de dikke fractie direct na het scheiden niet aanwezig. Deze organismen kunnen echter wel een extra kwaliteitsimpuls voor bodemorganismen betekenen. Door de dikke fractie nog wat na te laten rijpen en composteren kan de biologische kwaliteit van de dikke fractie waarschijnlijk verbeteren. Ook is het mogelijk om tijdens de compostering nog een deel van de minerale stikstof om te zetten naar organische stikstof. De dikke fractie heeft na scheiding al veel betere eigenschappen dan drijfmest, maar enige rijping zou de samenstelling nog meer kunnen verbeteren, waardoor de kwaliteit van ruige stalmest zal kunnen worden geëvenaard. Hier zijn, voor zover bekend, nog geen 21

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 ervaringen mee opgedaan. Tijdens de proef is al wel opgevallen dat de dikke fractie de neiging heeft om snel te composteren. Dit komt waarschijnlijk door de losse en luchtige structuur van de dikke fractie. - Omdat ruige stalmest strorijker is dan dunne fractie zou ook geëxperimenteerd moeten worden met bijmenging van de dikke fractie met (gebruikt) stro of zeer strorijke paardenmest. Dit kan uiteraard alleen als de wijze van opslag dit toelaat. Om uitspoeling en bodemverontreiniging te voorkomen kan een (luchtdoorlatend) doek over de opgeslagen vaste mest worden aangebracht. - Om de effecten van de toepassing van de dikke fractie in weidevogelgrasland te kunnen bepalen zou een proef kunnen worden opgezet, waarbij een deel van de percelen gedurende enkele jaren worden bemest met dikke fractie en een ander deel met ruige stalmest en weer een ander deel met drijfmest. Een dergelijk onderzoek zou zich moeten richten op chemische bodemparameters en de effecten op bodemorganismen, de vegetatie en weidevogels. 22

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 6. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN Algemeen De dikke fractie die bij scheiding van rundveedrijfmest vrij komt is qua organische stof en nutriënten gehalten uitermate geschikt voor gebruik als bodemverbeteraar in weidevogelgrasland. Ten opzichte van drijfmest, en zelfs ten opzichte van ruige stalmest, komt de dikke fractie qua verhouding tussen nutriënten en organische stof positief naar voren. De nieuwste typen mestscheiders hebben een dusdanige capaciteit dat mestscheiding zowel kostentechnisch als praktisch gezien een haalbaar alternatief voor ruige stalmest kan gaan worden. Mestscheiding kan in de toekomst een belangrijke rol gaan spelen voor het weidevogelbeheer; niet alleen voor de reservaten maar ook voor SAN/SNL weidevogelgrasland. Onderzoek naar de verdere optimalisatie van de kwaliteit van dikke fractie en het effect van dikke fractie op weidevogelgrasland is gewenst. De gehalten organische stof en nutriënten van de dikke fractie na scheiding van rundveedrijfmest Het gemiddelde organische stofgehalte in de dikke fractie verdubbelt ongeveer ten opzichte van de ingaande rundveedrijfmest. Per ton product stijgt het gemiddelde stikstof-totaal en fosfaat-totaal gehalte in de dikke fractie licht ten opzichte van de ingaande rundveedrijfmest. Opvallend is dat het stikstof - ammoniak gehalte daalt en het organische stikstof gehalte juist toeneemt in de dikke fractie. Dit is gunstig voor weidevogelgrasland omdat het lage stikstof ammoniak gehalte een te hoge productie van grasland in het broedseizoen voorkomt. Ten opzichte van drijfmest komt de dikke fractie qua verhouding tussen nutriënten en organische stof gunstig naar voren. De nutriëntengehalten van de dikke fractie zijn zelfs nog wat gunstiger dan die van ruige stalmest. Het N-totaal gehalte is per ton organische stof in dikke fractie circa 45% lager dan in drijfmest en circa 25 % lager dan in ruige stalmest. Het fosfaatgehalte is per ton organische stof maar liefst circa 40% lager in de dikke fractie dan in ruige stalmest en drijfmest. Van een extreme ophoping van fosfaat in de dikke fractie is geen sprake. Per ton product daalt het kalium gehalte in de dikke fractie licht ten opzichte van de ingaande rundveedrijfmest. In de dunne fractie is sprake van een lichte stijging van het kalium gehalte ten opzichte van de drijfmest. Van een extreme ophoping van kalium in de dunne fractie is geen sprake. Geschiktheid van dikke fractie voor gebruik in weidevogelreservaat Op basis van de beschikbare gegevens komt de dikke fractie als zeer geschikt voor weidevogelreservaat naar voren. Vooral voor kuikenland lijkt dikke fractie een zeer geschikte meststof te zijn. Wel zal voor ieder perceel op basis van de toestand van een perceel moeten worden bepaald of de toepassing van dikke fractie optimaal is. In verband met het relatief lage stikstofgehalte is dikke fractie bijvoorbeeld bij fosfaatophoping in de bodem en dominantie van pitrus of witbol een minder geschikte meststof. Technische geschiktheid scheiders De capaciteit van de tijdens de proef gebruikte Key Dollar en MAS schroefpersfilter was gemiddeld circa 1m3 dikke fractie per uur. Deze capaciteit is zowel kostentechnisch als praktisch gezien te laag. Daarnaast vertoonde het tijdens de proef gebruikte model van de Key Dollar technische mankementen met lekkage als gevolg. De betreffende scheiders moeten op basis hiervan, voor het gebruik ten behoeve van weidevogelbeheer, als minder geschikt worden geclassificeerd. 23

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 Omdat mestscheiding volop in ontwikkeling is, zijn er inmiddels scheiders beschikbaar met een beduidend hogere capaciteit. Qua capaciteit komt vooral de scheider van Börger, met circa 5-10 m3 dikke fractie gunstig naar voren. Daar komt bij dat deze scheider een volledig computergestuurde beveiliging heeft, waardoor de kans op lekkage zo goed als nihil is. Dit zou betekenen dat het gebruik van dikke fractie als alternatief voor ruige stalmest, een realistische en financieel haalbare optie zal gaan worden. Op basis van de huidige informatie komen de kosten van huur en stroom op ongeveer 5 per m3 dikke fractie (exclusief aan- en afvoerkosten van de scheider). De technische en organisatorische uitvoerbaarheid van mestscheiding voor weidevogelbeheer Voor veel veehouders is het zelf aanschaffen van een mestscheider te kostbaar. Daarom zullen mestscheiders veelal moeten worden gehuurd of coöperatief worden aangeschaft. De mogelijkheden van huur van geschikte scheiders zijn op dit moment (nog) erg beperkt. Mogelijk dat samenwerkingsverbanden van ANV s of weidevogelkringen, eventueel met financiële ondersteuning vanuit de Provincies of TBO s, zouden kunnen over gaan tot de gezamenlijke aanschaf van een mestscheider. Aanbevelingen - De geschiktheid van de mestscheiders met een hogere capaciteit zou nader moeten worden onderzocht. Dit geldt in het bijzonder voor de Börger, die sinds kort voor een acceptabel dagtarief in de omgeving van Ferwert beschikbaar is. - Een aspect dat niet is onderzocht is de biologische kwaliteit van de dikke fractie. De microorganismen, mesofauna, wormen en insectenlarven die in vaste stalmest kunnen worden aangetroffen zijn in de dikke fractie direct na het scheiden niet aanwezig. Deze organismen kunnen echter wel een extra kwaliteitsimpuls voor bodemorganismen betekenen. Door de dikke fractie nog wat na te laten rijpen en composteren kan de biologische kwaliteit van de dikke fractie waarschijnlijk verbeteren. Naar dit aspect is aanvullend onderzoek gewenst, waarbij ook bijmenging van stro en het enten met ruige stalmest zou kunnen worden onderzocht. - Om de effecten van de toepassing van de dikke fractie in weidevogelgrasland te kunnen bepalen zou een proef kunnen worden opgezet, waarbij een deel van de percelen gedurende enkele jaren worden bemest met dikke fractie en een ander deel met ruige stalmest en weer een ander deel met drijfmest. Een aandachtspunt moet hierbij het effect van de lagere productie van grasland, ten gevolge van de lage stikstofgehalten in de dikke fractie, op regenwormen zijn. - Een aandachtspunt is verder de relatieve ophoping van kali in de dunne fractie. Hoge kalibemesting verhoogt namelijk het risico op kopziekte bij rundvee. Gelet op de analyseresultaten is er sprake van een slechts geringe mate van ophoping van kali in de dunne fractie. Of kopziekte kan optreden is mede afhankelijk van de bodemomstandigheden en de rantsoenering van het vee. Gelet op de aan kopziekte verbonden risico s verdient dit wel de nodige aandacht. 24

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA Rapportnummer 20100501 7. GEBRUIKTE LITERATUUR Berg, C. ter, 2001. Handboek Mest en Compost. Louis Bolk Instituut, Driebergen. Brandsma, O., 1999. Het belang van bemesting voor het voedselaanbod van weidevogels. De Levende Natuur 100 (4): 118-123. Eekeren, N. van et al, 2003. Leven onder de graszode, discussiestuk over het beoordelen en beïnvloeden van bodemleven in de biologische melkveehouderij. Louis Bolk Instituut LV 52, Driebergen. InfoMil, 2001. Richtlijn Mestverwerkingsinstallaties. InfoMil, Den Haag. Jonge Poerink, B., 2008. Inventarisatie en evaluatie van technische alternatieven voor vaste rundermest in weidevogelreservaten in Friesland en Groningen. JPMA rapportnummer 20080401, Zuurdijk. Melse, R.W. et al, 2004. Quick Scan van be- en verwerkingstechnieken voor dierlijke mest. ASG Wageningen, Lelystad. Oosterveld, E.B., 2009. Proefproject vastemestvoorziening weidevogelreservaten Fryslân/Groningen. A&W rapport 1109, Veenwouden. Verloop, K. et al, 2009a. Minder mestafvoer door mestscheiding? PRI Wageningen, rapportnummer 271. Verloop, K. et al, 2009b. Mestscheiding op melkveebedrijven, resultaten van MOBIEDIK, Mobiele Mestscheiding in Dik en Dun. PIR Wageningen, rapportnummer 284. 25

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA rapportnummer 20100501 BIJLAGE 1 Documentatie Key Dollar Tri Rod

KEY DOLLAR SEPARATOREN het nieuwe scheiden Scheiding van dunne en dikke fractie in mest

KEY DOLLAR SEPARATOR scheiding van dunne en dikke fractie in mest Het Amerikaanse bedrijf Key Dollar maakt al vele jaren separatoren. Door de jarenlange ervaring brengt dit bedrijf eenvoudige en betrouwbare separatoren op de markt. Omdat Key Dollar een innovatief bedrijf is kunnen specificaties van nieuwe separatoren afwijken van de in deze documentatie opgenomen gegevens. Tri Rod De Tri Rod is een compacte machine die met verschillende soorten aandrijvingen leverbaar is en daardoor op meerdere locaties inzetbaar is. Werking De Tri Rod is een machine die zonder ingewikkelde besturing zijn werk kan doen. De mest wordt aangevoerd door een pomp in de voorraadbak (inhoud ca. 70 liter). De Tri Rod werkt drukloos en separeert een hoeveelheid mest afhankelijk van het DS%. De Roll Press bestaat uit een RVS rol (zeef) met driehoekvormige spijlen (zelflossend profiel) en een rubberrol die de mest op de zeef drukt. De druk van de rol is instelbaar. De dunne fractie wordt door de zeef gedrukt en de dikke fractie vormt een plaklaag op de zeef. De plaklaag wordt m.b.v. 2 nylon schrapers van de zeef geschraapt. De dunne fractie wordt in een opvangbak opgevangen en stroomt via de uitloop weg (natuurlijk verloop). KD-serie Met het unieke, grote zeefoppervlak onderscheidt deze bijzondere separator zich moeiteloos van andere separatoren. De capaciteit is er namelijk ongekend hoog door, terwijl voor de mestscheiding geen extreem persende handelingen noodzakelijk zijn. Het resultaat: een mestscheider die uitermate zuinig omspringt met elektriciteit, geen grote druk creëert, op 24-uurs basis kan functioneren en nagenoeg onderhoudsvrij is. Eigenschappen KD-serie lage onderhoudskosten laag elektriciteitsverbruik lange levensduur volledig in RVS uitgevoerd Model Hoogte Breedte Lengte Zeefperforatie* Ingang Uitgang Capaciteit cm cm cm Ø mm m 3 /uur 100 194 61 193 1,6 2 4 8-22 250 165 122 210 1,6 4 6 16-56 500 292 122 295 1,6 4 6 32-114 1000 244 196 267 1,6 8 12 64-227 * Andere perforaties op aanvraag onderhoudsarm modellen met grotere capaciteit leverbaar beproefd systeem Werking Eigenschappen Tri Rod compacte machine aandrijving met elektrische of hydraulische motor eenvoudig werkingsprincipe zeefrol met driehoekvormige spijlen (zelflossend profiel) geschikt voor vloeistoffen met een relatief hoger DS% lage gebruiks- en onderhoudskosten geschikt voor mest met relatief hoog zandaandeel (ruw as %) Technische specificaties Tri Rod aandrijving 220V, 380V, hydraulisch benodigd vermogen 0,5 kw bij 220/380V zeefdiameter gewicht afmetingen 1-10 mm ca. 250 kg ca. 122x122x55 cm Ø aan- en afvoer naar wens (4 of 6 ) capaciteit* 5-15 m 3 /uur * de capaciteit van de Tri Rod hangt nauw samen met het DS% van het te separeren product De grote buffertank bovenaan de separator zorgt voor een brede aanvoer van de mest over het zeefoppervlak. De tank is uitgerust met een overloop die wisselingen in flow corrigeert en variaties in het drogestofgehalte van de mest opvangt. De drukrol perst de laatste hoeveelheid vloeistof uit de mest. De onderste rol is voorzien van een grove perforatie, met daaronder een aparte afvoerbak voor de dunne fractie. Deze fractie kan eventueel worden teruggevoerd naar de mestopslag voor een nieuwe filtratie. De drukrol - een zachte, rubberen rol - drukt de mest tegen de geperforeerde rol. Een kunststof schraper verwijdert vervolgens de dikke fractie van de onderste rol. Een drukveer houdt de drukrol op zijn plaats. Steentjes of andere harde, vaste delen vormen geen belemmering voor de separator.

Voor Nederland Planckstraat 57 t +31 (0)78 652 01 01 3316 GS Dordrecht f +31 (0)78 617 01 01 Postbus 1017 e info@bosbenelux.com 3300 BA Dordrecht i www.bosbenelux.com Voor België en Luxemburg Kleine Horendonk 39 2910 Essen (België) t +32 (0)3 663 04 64

Rapportage proef mestscheiding weidevogelreservaten JPMA rapportnummer 20100501 BIJLAGE 2 Documentatie MAS schroefpersfilter

SMICON b.v. Cost reduction through separation MAS Separator