Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG - 1 -

Vergelijkbare documenten
Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Uitspraak van het College van Toezicht van het Nederlands Instituut van Psychologen.

C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E

Beslissing d.d. 17 juli 2008 naar aanleiding van de op 17 september 2007 ingekomen klacht van

Raad van Toezicht Amsterdam van de Nederlandse Vereniging van Makelaars en Taxateurs in onroerende goederen NVM

LANDELIJKE KLACHTENCOMMISSIE VOOR HET KATHOLIEK ONDERWIJS

Jaarverslag 2006 RAAD VOOR DE TUCHTRECHTSPRAAK KNMG

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

SAMENVATTING Klacht over medewerking aan AMK-onderzoek; PO

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE. Het College heeft het volgende overwogen en beslist over de op 7 juni 2011 binnengekomen

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE

SAMENVATTING /106161/ Klachten over pedagogisch handelen leerkracht en interne klachtafhandeling; PO

De leerling is terecht verwijderd wegens ernstig wangedrag bij een vechtpartij voor de school. ADVIES. inzake de klacht van:

Informatie aan niet-opdrachtgever. Mededelings- en onderzoeksplicht. Overdrachtsbelasting. Art. 13 wet op belastingen van rechtsverkeer.

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 15/352 Wtra AK van 20 juli 2015 van

UITSPRAAK. het College van Bestuur van C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. A.

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG

Klacht tegen makelaar als lid van de Bedrijfshuuradviescommissie. Nietontvankelijkheid

2008/088 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2008/088 van: A., wonende te B.

de heer A en mevrouw B wonende te C, ouders van D, een leerling van het E, klagers

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

Ontvankelijkheid. Klacht over (nog) niet verrichte handeling. Tuchtrechtelijke laakbaarheid van handelwijze in gerechtelijke procedure.

DE RAAD VAN TOEZICHT EINDHOVEN/MAASTRICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM

SAMENVATTING Klacht over mondelinge en schriftelijke communicatie door school en over klachtbehandeling; PO

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

16.137Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

Klacht over informatieverstrekking aan jeugdzorg en ex-partner ongegrond omdat de school zorgvuldig gehandeld heeft.

16.058T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

DE TUCHTCOMMISSIE VAN DE STICHTING TUCHTRECHTSPRAAK MEDIATORS

ADVIES. de heer A en mevrouw B te K, ouders van C, leerling op school D te K, klagers

Reglement Klachtencommissie SCEN

De Raad van Toezicht heeft zijn rol op grond van de klokkenluidersregeling onjuist ingevuld. ADVIES

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

- het op 4 juni 2014 ingekomen klaagschrift van [klager] ( klager ), inclusief 5 producties;

Bij verweerschrift van 4 mei 2016 heeft verweerster, mede onder verwijzing naar correspondentie met klager, gereageerd op de klacht.

ACCOUNTANTSKAMER. BESLISSING ex artikel 38 Wet tuchtrechtspraak accountants (Wtra) in de zaak met nummer 19/340 Wtra AK van 15 juli 2019 van

16.107T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

CR 09/2280 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

SAMENVATTING U I T S P R A AK

17.137T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 mei 2018

RAAD VOOR DE TUCHTRECHTSPRAAK KNMG

201 BIEDEN, ONDERHANDELEN & TOTSTANDKOMING OVEREENKOMST

Klachtencommissie SCEN

ECLI:NL:RBALK:2012:BV7977

Klacht over te zwaar en dubbel straffen van een leerling en over niet nakomen van afspraken. ADVIES

18.125T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 25 februari 2019

Beweerdelijk te lage taxatie. Verschil van 10 % tussen verschillende taxatie niet onaanvaardbaar.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE AMSTERDAM

SAMENVATTING ADVIES Klacht over informatieverstrekking en klachtbehandeling; PO

Klacht over informatieverstrekking gescheiden ouder zonder ouderlijk gezag, en over weigering rechtstreeks met hem te communiceren.

Bij brief van 22 april 2015 heeft de gemachtigde van beklaagde een verweerschrift ingediend bij de Raad.

LEI Plagiaat ongegrond

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

ADVIES. de heer B, bestuurder van schoolbestuur C, organisatie voor openbaar en algemeen toegankelijk onderwijs (verder: C) te D, verweerder,

De beoordeling van een werkstuk van een leerling is niet onjuist gebleken. ADVIES

SAMENVATTING Klacht over informatieverstrekking, ontoereikend veiligheidsbeleid en niet adequate begeleiding; SO

ADVIES. [klagers] klagen over de inhoud van het schooladvies voortgezet onderwijs van hun zoon [de leerling] en de daarbij gevolgde procedure.

SAMENVATTING. inzake de klacht van: mevrouw A te D, moeder van B, oud-leerling van basisschool C te D, klaagster gemachtigde: mevrouw mr. E.

Postbus 2122, 6020 AC Budel T E. W.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Uitspraak Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg

DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

ADVIES. de heer en mevrouw A, ouders van B en C, voormalige leerlingen op D te E, klagers

ADVIES. inzake de klacht van: de heer A, vader van B, klager gemachtigde: mevrouw mr. M. Shaaban. tegen

Geschil over toelating leerling. De school heeft onvoldoende invulling gegeven aan haar onderzoeksplicht. ADVIES

Daarmee was de schriftelijke behandeling van de klacht gereed.

UITSPRAAK. het College van Bestuur van Stichting C, gevestigd te B, verweerder, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. J.A.

17.155T Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 12 juli 2018

17.154Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd van 9 augustus 2018

Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging Professionals in Sociaal Werk te Utrecht, hierna: het College,

Uitspraak: 7 april 2015 HET REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE EINDHOVEN

DE COMMISSIE GEDRAGSCODE BOUWEND NEDERLAND

CR 12/2415 DE CENTRALE RAAD VAN TOEZICHT VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM.

het College van bestuur van het C, gevestigd te D, verweerder, hierna te noemen de werkgever

Kamer van Toezicht over de Notarissen en Kandidaat-notarissen te Rotterdam

Raad van Toezicht Nederlandse Vereniging van Gecertificeerde Incasso-ondernemingen Postbus AG BUSSUM T: F:

UITSPRAAK VAN HET COLLEGE VAN TOEZICHT van de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW) te Utrecht

17.055Ta Beslissing van het College van Toezicht van het Kwaliteitsregister Jeugd, hierna te noemen: SKJ

ADVIES. mevrouw A te B, ouder van C, voormalig leerling van obs D te B, klaagster

TUCHTRAAD FINANCIËLE DIENSTVERLENING (ASSURANTIËN) UITSPRAAK in de zaak nr. [nummer] klaagster,

Taxatie. Te hoge waardering. Reden van taxatie en hoogte van waardering. De Raad van Toezicht Zwolle geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

De heer M.E. W., wonende te A, hierna te noemen: klager tegen De besloten vennootschap M MAKELAARDIJ B.V., gevestigd te B, NVM-lid,

Jaarverslag 2012 RAAD VOOR DE TUCHTRECHTSPRAAK KNMG

MAKELAARDIJ ONROEREND GOED L B.V.

De Commissie beslist met inachtneming van haar reglement en op basis van de volgende stukken:

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG. Beslissing naar aanleiding van de op 11 januari 2017 binnengekomen klacht van:

ECLI:NL:GHAMS:2012:4344 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie

Het advies van de Commissie Wetenschappelijke Integriteit

Onjuist omschreven factuur ingediend. Samenwerking met andere adviseurs. Wat is courtage?

De aangeboden school voor so is voor de leerling voldoende nabij, waardoor op dit punt is voldaan aan de zorgplicht van de school.

UITSPRAAK. Het College van Toezicht van de Beroepsvereniging van Professionals in Sociaal Werk te Utrecht (hierna: college ),

Medewerking ouders is nodig bij onderzoek ondersteuningsbehoefte. ADVIES

UITSPRAAK. de Vereniging B, gevestigd te C, verweerster, hierna te noemen de werkgever gemachtigde: de heer mr. M. De Vita

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG TE GRONINGEN

CENTRAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

DE RAAD VAN TOEZICHT ZUID VAN DE NEDERLANDSE VERENIGING VAN MAKELAARS O.G. EN VASTGOEDDESKUNDIGEN NVM geeft de volgende uitspraak in de zaak van:

Transcriptie:

Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG - 1 -

8 februari 2011 Raad voor de tuchtrechtspraak van de Koninklijke Nederlandsche Maatschappij tot bevordering der Geneeskunst Uitspraak in de zaak van: [A], vrouwenarts, wonende te xx, klager, tegen [B], huisarts, wonende te xx, verweerder, gemachtigde: mr. [C.] - 2 -

1. Verloop van de procedure Klager heeft in 2008 bij de Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG een klacht tegen verweerder ingediend. De Raad heeft op 19 maart 2009 een uitspraak in die zaak gedaan waarbij klager niet-ontvankelijk is verklaard in zijn klacht. Bij brief van 1 april 2010 heeft klager de klacht opnieuw aan de Raad voorgelegd, kennelijk met het oog op toepassing van het inmiddels nieuwe artikel 4 van het Reglement tuchtrechtspraak KNMG. Bij die klacht is het initiële klaagschrift dat in 2008 is ingediend (incl. bijlagen), het verweerschrift op die klacht en de pleitnota van destijds gevoegd. Conform het bepaalde in artikel 4 van het Reglement heeft de Raad de klacht aan het federatiebestuur voorgelegd met het verzoek te beoordelen of klager zijn klacht alsnog aan de Raad mag voorleggen. De gemachtigde van verweerder heeft met het oog op een beoordeling door het federatiebestuur een zienswijze gestuurd. Bij brief van 25 juni 2010 heeft het federatiebestuur tijdig laten weten aanleiding te zien de klacht alsnog aan de Raad voor te leggen. De Raad heeft daarop verweerder in de gelegenheid gesteld een verweerschrift op de klacht in te dienen. Dit verweerschrift, inclusief zes bijlagen, is tijdig door de Raad ontvangen. Op 23 oktober heeft klager nog een stuk ingebracht waarop verweerder per e-mail van 6 december 2010 een reactie heeft gestuurd. De mondelinge behandeling van de klacht heeft plaatsgevonden op 8 december 2010 in Domus Medica, Mercatorlaan 1200 te Utrecht. Zowel klager als verweerder zijn daarbij verschenen. Klager werd vergezeld door de heer [D]. Verweerder werd bijgestaan door zijn gemachtigde, mevrouw mr. [C]. Partijen hebben over en weer hun standpunten toegelicht. Mevrouw [C] heeft haar pleitaantekeningen aan de Raad overgelegd. 2. De feiten Op grond van de stukken en hetgeen ter terechtzitting heeft plaatsgevonden kan van het volgende worden uitgegaan: Verweerder is huisarts. In zijn huisartsenpraktijk biedt hij patiënten reguliere huisartsgeneeskundige zorg aan. Daarnaast biedt hij patiënten niet-reguliere (antroposofische) zorg aan. Verweerder is benaderd door de makers van het NCRV televisieprogramma Uitgedokterd?! met het verzoek aan dit programma mee te werken. In dat programma worden patiënten gevolgd die zijn uitbehandeld in het reguliere medische circuit en buiten de gangbare paden van de geneeskunde op zoek gaan naar alternatieve of experimentele geneeswijzen. Verweerder heeft toegezegd aan het programma mee te werken. Bij verweerder zijn televisieopnames gemaakt tijdens een consult met patiënte. Verweerder kende deze patiënte al langer. - 3 -

Op 7 mei 2008 is het televisieprogramma uitgezonden. In dat programma is onder meer te zien hoe verweerder de hooikoortsklachten van patiënte behandelt. Zij heeft last van een loopneus, traanogen en niezen. Verweerder heeft aan patiënte een behandeling voorgesteld op basis van Citrus/ Cydonia comp. Dit middel moest bij patiënte onderhuids in de nek ingespoten worden. Het televisieprogramma, zoals dat is uitgezonden, is een samenvatting van het gehele consult dat door verweerder bij patiënte is afgenomen. 3. De klacht Klager stelt zakelijk weergegeven dat verweerder niet heeft gehandeld conform de KNMG gedragsregels voor artsen. Hij voert daartoe aan dat verweerder op 7 mei 2008 als antroposofisch huisarts is verschenen in het televisieprogramma Uitgedokterd?!. In dat programma zou verweerder de hooikoortsklachten van patiënte hebben behandeld. Bij die behandeling zou verweerder een geneeswijze hebben geëtaleerd die volstrekt ontoelaatbaar is. Zo zou verweerder patiënte adviseren citroenzuursap aangevuld met kweepeer in de onderhuid van de nek te spuiten ter bestrijding van die hooikoorts. Klager meent bovendien dat de in de uitzending toegepaste therapie tot de normale praktijk van verweerder behoort. Dit zou blijken uit de informatie op de website van de praktijk van verweerder. 4. Het standpunt van verweerder Verweerder voert gemotiveerd verweer. Hij stelt dat hij niet in strijd met de geldende KNMG richtlijnen en ook niet anderszins tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Hij geeft aan de KNMG gedragsregels te kennen en te omarmen en zijn praktijk zo ingericht te hebben dat hij aan die richtlijnen voldoet. Hij meent dat de klacht als ongegrond afgewezen moet worden. Waar nodig wordt in het hiernavolgende nader ingegaan op het verweer. 5. Beoordeling 5.1. Klager heeft zijn klacht met het oog op toepassing van artikel 4 Reglement tuchtrechtspraak KNMG aan het federatiebestuur laten voorleggen. Nu het federatiebestuur tijdig heeft laten weten aanleiding te zien de klacht alsnog aan de Raad voor te leggen, kan klager ondanks het feit dat hij geen rechtstreeks betrokkene is, als klachtgerechtigd worden aangemerkt. 5.2. De Raad stelt voorop dat het in deze zaak niet gaat om de vraag of het een lid van de KNMG toegestaan is niet-reguliere behandelmethoden toe te passen. De Nederlandse wetgeving, in het bijzonder de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg (Wet Big), kent geen verbod op het verrichten van dergelijke behandelmethoden. Ook zijn er geen gedragsregels of richtlijnen van de KNMG die het KNMG-leden verbiedt niet-reguliere behandelmethoden toe te passen. De KNMG kent weliswaar een gedragsregel die specifiek ingaat op de voorwaarden waaraan - 4 -

artsen moeten voldoen die niet-reguliere behandelingen aanbieden, maar een verbod op dergelijke behandelingen is in die gedragsregel niet opgenomen. 5.3. In deze procedure is de vraag aan de orde of verweerder bij de behandeling van patiënte, van welke behandeling delen zijn uitgezonden op 7 mei 2008, tuchtrechtelijk verwijtbaar in de zin van het Reglement tuchtrechtspraak KNMG of anderszins heeft gehandeld. Naar het oordeel van de Raad is daarvoor onder meer van belang of volgens de verschillende KNMG gedragsregels voor artsen is gehandeld. 5.4. Klager stelt dat verweerder zich bij die behandeling niet heeft gehouden aan de KNMG gedragsregels. Hij verwijst in bijlage 3 bij zijn initiële klaagschrift specifiek naar de KNMG gedragsregel de arts en niet-reguliere behandelwijzen. Verweerder heeft echter aangegeven dat deze gedragsregel ten tijde van de behandeling van de patiënte formeel nog niet van kracht was. Hij stelt dat de patiënte reeds enige tijd voor de uitzending, en derhalve voor de inwerkingtreding van de betreffende richtlijn op 1 april 2008, behandeld is. Deze stelling is niet weersproken en het is de Raad niet op andere wijze gebleken dat deze stelling onjuist is. De Raad gaat er derhalve van uit dat de gedragsregel de arts en niet-reguliere behandelwijzen nog niet van toepassing was op het moment dat verweerder de gewraakte behandeling bij patiënte heeft verricht. In dit verband merkt de Raad op dat hij niet heeft kunnen vaststellen dat de inhoud van de onderhavige gedragsregel vóór de formele inwerkingtreding ervan reeds geacht mocht worden te behoren tot het geheel van ongeschreven, doch algemeen aanvaarde, regels, gebruiken en gewoonten, waarvan de betekenis zo groot is dat zij ook zonder formele vaststelling als geldend moesten worden aanvaard. 5.5. De Raad zal derhalve toetsen of andere gedragsregels door verweerder geschonden zijn. De Raad meent dat in het kader van deze klacht met name de artikelen I.2, I.3 en I.7 relevant zijn. Ook in de KNMG gedragsregel de arts en nietreguliere behandelwijzen is aangegeven dat deze artikelen uit de algemene gedragsregels in dit soort situaties relevant zijn. De Raad sluit daar bij aan. Deze bepalingen luiden als volgt: - Gedragsregel I.2: Aan ieder die zich tot hem wendt in zijn hoedanigheid als arts verleent hij de noodzakelijke behandeling, begeleiding, adviezen en beoordelingen overeenkomstig de eisen, die hem op grond van zijn beroep en deskundigheid mogen worden gesteld. - Gedragsregel I.3: De hulpverlening door de arts dient van goede kwaliteit te zijn. Relevante aspecten in dat verband zijn: - deskundigheid; - doeltreffendheid en doelmatigheid; - patiëntgerichtheid; - zorgvuldigheid; - veiligheid. De arts houdt zijn medische kennis en vaardigheden van dat deel van de geneeskunst dat hij beoefent op peil en levert waar mogelijk aan de ontwikkeling daarvan een bijdrage. Na- en bijscholing zijn hierbij noodzaak - 5 -

- Gedragsregel I.7: Het is de arts niet toegestaan geneeswijzen toe te passen met voorbijgaan aan methoden ter diagnostiek en behandeling welke algemeen in de medische wereld zijn aanvaard. 5.6. De Raad stelt vast dat in de onderhavige uitzending slechts een deel getoond is van de totale behandeling die patiënte heeft ondergaan. Het uitgezonden deel van de behandeling betrof grofweg het niet-reguliere gedeelte van het consult. Ter zitting heeft verweerder aannemelijk gemaakt dat de betreffende patiënte eerst volgens de reguliere NHG-standaard behandeld is. Omdat deze behandeling volgens patiënte niet het gewenste resultaat gaf, heeft zij verweerder benaderd voor een niet-reguliere behandeling. Verweerder heeft beschreven op welke wijze een consult bij hem doorgaans verloopt. Hij beschrijft daartoe dat hij eerst een anamnese afneemt, lichamelijk onderzoek verricht om eventuele andere aandoeningen uit te sluiten en uiteindelijk de reguliere diagnose hooikoorts stelt. Daarna informeert hij patiënten aan de hand van de NHG-standaard over de (reguliere) behandeling. In dit geval had de betreffende patiënte de reguliere behandeling reeds ontvangen maar was zij juist op zoek naar een andere behandeling. Verweerder heeft daarom patiënte uitleg gegeven over de mogelijkheid van eventuele antroposofische, niet-reguliere middelen zoals neusdruppels en het injecteren van Citrus/Cydonia comp. Na uitgebreide informatie over de te verwachten duur van de klachten en van de behandeling, over de risico s en eventuele alternatieven, is de patiënt tot deze laatste behandeling overgegaan. Dat deel van de behandeling is getoond in de uitzending. Klager heeft een en ander niet voldoende bestreden en voor de onjuistheid van zijn relaas is ook (anderszins) geen aanknopingspunt te vinden, zodat de Raad van de juistheid daarvan zal uitgaan. 5.7. Ter zitting heeft verweerder nog meegedeeld dat hij niet tevreden was met het resultaat van de uitzending. Hij heeft aangegeven dat er flink is geknipt in het beeldmateriaal en dat hij geprobeerd heeft de producent te bewegen in het programma op te nemen dat patiënte reeds een reguliere behandeling had gekregen. Dit is echter niet gelukt. De Raad meent dat het verweerder niet tuchtrechtelijk kwalijk genomen kan worden dat door de producent van het televisieprogramma niet het gehele consult is uitgezonden. De Raad merkt in dit verband nog op dat het in het algemeen verstandig is om hierop te anticiperen door een of meer voorwaarden te verbinden aan de toestemming tot uitzending van het programma. Door dit niet te doen is, zoals hier het geval is, heeft een onvolledig beeld van het consult in de uitzending kunnen worden getoond. 5.8. Gezien de handelwijze van verweerder met betrekking tot de behandeling van patiënte, zoals onder r.o. 5.6. is weergegeven, oordeelt de Raad dat verweerder niet kennelijk in strijd heeft gehandeld met hetgeen in de artikelen I.2 en I.7 van de algemene gedragsregels is gesteld. Patiënte heeft immers eerst de noodzakelijke reguliere behandeling ontvangen, zoals artikel I.2 voorschrijft. Dat verweerder vervolgens een niet-reguliere behandeling heeft aangeboden doet daar niet aan af. Niet gesteld, nog gebleken is dat de reguliere behandeling niet deskundig is geweest. Hiermee is voldaan aan hetgeen in artikel I.2 is gesteld. Verweerder heeft bovendien voldaan aan het vereiste uit artikel I.7, dat bepaalt dat niet aan reguliere behandelingen voorbij mag worden gegaan. Immers patiënte had al een reguliere behandeling ondergaan. - 6 -

5.9. Met betrekking tot artikel I.3 van de algemene gedragsregels overweegt de Raad dat dit artikel ziet op de gehele behandeling die de arts verricht. Dit volgt logischerwijs uit de formulering van het artikel dat de hulpverlening ( ) van goede kwaliteit (dient) te zijn. Dit artikel ziet derhalve zowel op de reguliere als de nietreguliere behandeling. Dit betekent dat het niet-reguliere gedeelte van de behandeling ook moet voldoen aan de eisen van deskundigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid, patiëntgerichtheid, zorgvuldigheid en veiligheid. 5.10. De Raad is niet bij machte een uitspraak te doen over de deskundigheid, doeltreffendheid en doelmatigheid van de behandeling door verweerder. De Raad ziet het ook niet als zijn taak om uitspraken te doen over de doeltreffendheid en doelmatigheid van een (niet-)reguliere behandeling. Die taak is weggelegd voor wetenschappelijk onderzoekers. De Raad merkt in dit verband op dat niet eenduidig is komen vast te staan of de aangeboden behandeling, het inspuiten van Citrus/ Cydonia comp in de nek, daadwerkelijk werkzaam is tegen hooikoortsklachten. Met de door verweerder aangeboden summiere gegevens omtrent hiernaar al verricht wetenschappelijk onderzoek lijkt het laatste woord nog niet te zijn gezegd. Dit blijkt ook uit de door klager overgelegde brief van een door hem geraadpleegde KNO-arts die concludeert dat op basis van het meegestuurde artikel niet uit te sluiten is dat de behandeling effect heeft, maar dat een placebo gecontroleerd onderzoek ontbreekt. Klager moet derhalve toegegeven worden dat de in de televisie-uitzending weergegeven behandeling niet de indruk wekt gebaseerd te zijn op gedegen wetenschappelijk onderzoek en ten minste de vraag doet rijzen of de behandeling bewezen effectief is. Het enkel beantwoord zijn van deze vraag brengt echter nog niet mee dat klager (dus) tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. 5.11. De Raad acht het zeer belangrijk dat de door verweerder gebezigde therapie veilig is. Uit de stukken en uit hetgeen tijdens de zitting naar voren is gekomen kan niet geconcludeerd worden dat het inspuiten van Citrus/ Cydonia comp in de nek, veilig is. Het is echter ook niet komen vast te staan dat deze behandeling onveilig is. Verweerder stelt in dit verband desgevraagd dat deze therapie al jaren wordt toegepast en dat er geen (ernstige) bijwerkingen of incidenten bekend zijn. De Raad meent dat het beter zou zijn als over de veiligheid van deze therapie meer bekend wordt. Van een evidente onveilige situatie is echter geen sprake, althans dat kon in deze procedure niet worden vastgesteld. 5.12. De Raad is van oordeel dat van een overtreding van artikel I.3 van de gedragsregels evenmin sprake is. De Raad ziet geen aanknopingspunten om aan te nemen dat andere gedragsregels zijn geschonden. Ook niet voor wat betreft de op de website van verweerder weergegeven informatie. 5.13. Nu van enige tuchtrechtelijke verwijtbaarheid niet gebleken is, zal de Raad de klacht afwijzen. 5.14. De Raad acht publicatie van deze uitspraak van belang. - 7 -

6. Beslissing De Raad voor de tuchtrechtspraak KNMG: wijst de klacht af, verzoekt de secretaris deze uitspraak geanonimiseerd ter publicatie aan te bieden aan de redactie van Medisch Contact, het Tijdschrift voor Gezondheidsrecht en Gezondheidszorg Jurisprudentie. Deze beslissing is gegeven in Raadkamer door: mr.dr. H.L.C. Hermans, voorzitter, W.L. Bogtstra, huisarts, dr. mr. C. Das, arts voor maatschappij en gezondheid, drs. C.J.A. Nuver, kinderarts, drs. B.R. Schudel, huisarts, leden en mr. D.Y.A. van Meersbergen, secretaris. secretaris voorzitter - 8 -