Sporen van Rothulfuashem (het vroegmiddeleeuwsche Rijnsburg)

Vergelijkbare documenten
EEN KLEIN OUDHEIDKUNDIG ONDERZOEK OP HET TERREIN DER VOORMALIGE ABDIJ VAN RIJNSBURG

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen

VONDSTEN OP HET VOORMALIG TERREIN TE RIJNSBURG

De Burg te Wassenaar.

Uitpakken 3: Een merovingische pottenbakkersoven uit Kessel-Hout

HEEFT IN LEIDEN EEN ROMEINSCH CASTELLUM GELEGEN?

Proefopgraving in de tuin van het voormalige Gereformeerd Weeshuis aan de Havenstraat te Woerden door Elly E. v.d. Busse-Bruin

den vader van Clovis, dien onze schoolboekjes ons allen reeds als,,eersten Christenkoning der Franken leerden kennen. Tot de laatste helft der vijfde

ARCHEOLOGISCH NIEUWS 1980

Pottenbakkersovens in Landgraaf

DE GRAFKELDER VAN DE NED. HERV. KERK TE KOUDEKERK AAN DEN RIJN

De steenhuizen in Noord- en Zuidbroek.

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

AWN veldverkenning Locatie: Laakse Slenk Hulkesteinsebos. Gemeente: Zeewolde Kavel:OZ35/36

Een Romeins brandrestengraf en een kuil uit de volle middeleeuwen op de wijk Nederholbeek te Etikhove (Maarkedal)?

Archeologisch onderzoek begeleiding Kevelderstraat Groenlo GRONTMIJ ARCHEOLOGISCHE RAPPORTEN 68

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

Hij zegt hier namelijk in zijn boek allereerst het volgende over, wandelend via een breed pad naar de Koningstafel, komend van het Noorden:

7. BESCHRIJVING VAN DE VONDSTEN

omstreeks het begin van de jaartelling.het grootste gedeelte van het door de Rijn uit Duitsland aan-

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

ARCHEOLOGISCH ONDERZOEK GEMEENTE URK WIJK 4-46

MEROVINGISCH AARDEWERK IN ISOORD-BRABAJNT.

ARCHEOLOGISCHE KRONIEK

Collectie archeologie Laatst aangepast zondag 23 maart :33. De Steentijd

Averboodse Baan (N165), Laakdal

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND) Locatie 4 Hoornse Buurt-Tuinhof

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Een grape van Hafnerwaar. Hafner werd grotendeels geproduceerd in Keulen.

CLEMENT CATELINE, PEDE RUBEN, CHERRETTÉ BART. Het Domein Mesen: een historische kern te Lede (O.-Vl.)

De Wassenaarsche Heuvel.

Publiekssamenvatting. Archeologisch onderzoek Groene Rivier Pannerden

Advies Bouwlocatie Oranjestraat te Tubbergen, gem. Tubbergen

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

Nieuwsbrief 1 maart 2012

Waarderend Archeologisch Onderzoek te Oudenburg, kantine voetbalplein (Bekestraat)

Rapportage proefsleuvenonderzoek Grobbendonk - Floris Primsstraat

Watou Oude Provenstraat. Archeologisch onderzoek

ARCHEOLOGISCHE KRONIEK

Cursus landschapsgeschiedenis. De dorpsgeschiedenis van Appelscha

Bilderdijk (Gulielmus); Specimen inaugurale exhibens theses aliquot ex juris capitibus depromtas

29 april - 7 mei 2017

EEN STENEN STRI JDHAMER UIT KATWIJK RIJN

VAN RHEINLAND NAAR RIJNLAND

De legende van bij Zwammerdam.

De resultaten van de publieksopgraving in Dalfsen

AWP-VERSLAG-WAARNEMING OCB (PURMEREND)

Raakvlak Rapport Archeologisch onderzoek op het Hof van Praet te Oedelem

De toren van de Oude Kerk weer in de steigers.

Ridder Hendrik van Norch en familie.

6.3. Analyse en interpretatie van de grondsporen Algemeen

t Overlaar in de buurtschap Zwiep

Aardewerken pot Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?... Munten Vraag: hoe weet de onderzoeker hoe oud het voorwerp is?...

BIJDRAGEN (v. BERGH KERKHOVEN KERKHOVEN TER

Pagina 1 van 7 Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Drempt. Rapport Ned. 52. Gld. 4.

Het is van belang dat Archeologie West-Friesland minstens een week van tevoren wordt geïnformeerd over de start van de werkzaamheden.

Zuidnederlandse Archeologische Notities

Opwindende ontdekkingen in oud-oosterhout! Wo uter is

De Heilige Kruiskapel te Utrecht

Dorpsstraat 25 Ilpendam

Tussen Rijn en Lek Dl Enkele foto's van het opgravingsterrein, met ledenvan de archeologische werkgroep.

Thema Op reis. De reis van de archeologische voorwerpen van Baduhenna

HET WITTE KERKJE VAN NOORDWIJKERHOUT

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

Genealogische bijdragen Leiden en omgeving Jubileumuitgave van NGV Rijnland Boek en usb-stick, uitgave A4 formaat.

Brittenburg-Lugdunum Batavorum.

Kerngegevens gemeentelijk monument: : Kasteelweg 13a. Kadastrale aanduiding : HHS00 sectie U nr(s) 282 Coördinaten : x: 189.

ADDENDUM 10. Werkput 5

Patrimonium Möseghemnemsis

B i j l a g e 5. A r c h e o l o g i s c h e q u i c k s c a n

Opgravingen in Ruien - Rosalinde (gem. Kluisbergen) : van een prehistorisch kampement uit de ijstijd tot de Romeinse periode

Tussen Rijn en Lek Dl De Grote Geer in 197B boerderij in die tijd op een andere plaats gestaan moet hebben, maaruit de hoeveelheid

Afb. 1. De vindplaats van het muurwerk is aangegeven met de zwarte driehoek.

Jaarboekje van het Oudheidkundig Genootschap "Niftarlake" 1962 Iets over de geschiedenis van NIFTERLAKE Nifterlake was de naam van een gouw, die voor

Dordrecht Ondergronds Waarneming 2 DORDRECHT, SPUIBOULEVARD

EERSTE NEDERLANDSE BARBACANE ONTDEKT BIJ KASTEEL IN ALKMAAR

De Ouden-Hof te Oegstgeest.

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Het territorium Urk; van Almere naar Zuiderzee. Een reconstructie van het gebied tussen 800 en (Anne Post versie )

Iets over het Gasthuis in Staveren

') G. van Klaveren Pzn.,..De Morgenster en Sterkenburg" in Maandblad Oud- Utrecht 1930, 5e jaargang, blz. 33.

Bouwhistorische notitie proefsleuf Fort Sint Michiel Blerick


Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

DR WILLEM VAK DER HELM. VAN LANSCHOT, 110

Rapportage proefsleuvenonderzoek Borsbeek - Eugeen Verelstlei

ARCHEOLOGISCHE KRONIEK

REDENGEVENDE BESCHRIJVING REDENGEVENDE BESCHRIJVING VOORMALIGE STEENOVEN

ADVIES ARCHEOLOGIE 16 dec 2013

DE LEIDSE GRACHTEN. RLERS, der stadt Leyden, Leiden 1641, blz.

TASTBARE TIJD, LEIDSCHE RIJN

Verslag onderzoek van door leden van de Amateur Tuindervereniging Arentsburgh verzamelde scherven

Een tentoonstelling van Oudheden te Voorschoten.

In het schuldboek van Leiden in 1429 vermeld als wil men die Morijnec staende heeft op die oude hove in derde streek.

Korte geschiedenis van de parochie

Bewoningssporen uit de 14 e eeuw en een turfput aan de Kievitspeelweg

Het plaatwerk aan de Spaarndamsche sluizen.

Conclusies van het bakselonderzoek en de betekenis daarvan voor Romeins Halder

Contactblad Jaargang 23 nr (aanwezig in het DAN).

Transcriptie:

Sporen van Rothulfuashem (het vroegmiddeleeuwsche Rijnsburg) Schrijvers uit vroeger eeuwen maken melding van enkele Romeinsche oudheden, die te Rijnsburg voor den dag gekomen zouden Meer dan drie eeuwen jonger is het in de nabijheid van de tegenwoordige gasfabriek ontdekte Merovingische (afb. 3 : 3 en afb. 4 : waaruit door dr J. H. Holwerda, den toenmaligen directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, in 1913 de vondsten zijn Blijkens den inhoud dateert het uit de 6e en 7e eeuw na Chr., den tijd, toen het Christendom pas in deze streken begon door te dringen. Dit laatste valt op te maken uit het naast elkaar voorkomen van brand- en lijkgraven, terwijl tevens in der graven een op een bronzen blokje gegrift kruisje is aangetroffen. Verder worden aan de hand van het vondstmateriaal, speciaal het aardewerk, Frankische en Saksisches) elementen onderscheiden. Na de 7e eeuw is dit niet meer in gebruik geweest. Merkwaardig genoeg ontbrak tot voor kort uit den tijd tusschen deze Merovingische verschijnselen en de stichting van de beroemde abdij voor adellijke vrouwen door Petronella, weduwe van Floris den Vette, in 1133, elk spoor van devroegmiddeleeuwsche

102 nederzetting, die hier ongetwijfeld moet hebben bestaand). Overblijfselen daarvan, b.v. een vermoedde dr Holwerda in de omgeving van oude dorpskerk, ten N. waarvan eens het gebouwencomplex van de abdij heeft gestaan (afb. 3 : 5 en afb. 4 : 5); een door dezen geleerde indertijd ver van die kerk ingesteld onderzoek leverde echter nog geen positieve resultaten op. Iets meer succes had een niet lang daarna door mevr. M. L. H. Eerdbeek-Claasen op hetzelfde terrein achter de Chr. Geref. kerk en afb. 4: 4) ondernomen kleine nagraving, en wel in zooverre, dat daarbij althans op 1.50 m onder het maaiveld een aantal fragmenten uit den gischen tijd voor den dag is Hieronder bevinden zich o.m. scherven van Pingsdorfer aardewerk en kogelpotten, alles uit de en eeuw (afb. 1). Overblijfselen van gebouwen of grondsporen zijn bij deze gelegenheid niet opgemerkt. Naar wij hopen zullen de onderzoekingen met de spade in deze omgeving binnen afzienbaren tijd weer hand genomen worden en wordt daarbij een duidelijker beeld verkregen van de hier aanwezige vroegmiddeleeuwsche nederzetting. Inmiddels zijn op een geheel andere plaats, ongeveer 1500 m van het dorpscentrum verwijderd (afb. 3 : 1 en afb. 4: een aantal vondsten gedaan, die er op wijzen, dat aldaar, in de en lle eeuw vooral, ook een nederzetting heeft bestaan. De meest karakteristieke van deze vondsten Ceramiek : 1 Zeer groot aantal rand- en buikfragmenten van kogelpotten. Kleur sterk variëerend, in den regel zwartachtig tot lichtblauwgrijs. Enkele randprofielen

Afbeelding 1. Afbeelding 5.

Afbeelding 2.

, 103 op afb. 2: Dateering: misschien vooral en lle eeuw. 2 Groot aantal rand-, schouder-, tuit-, oor-, buiken bodemfragmenten van zg. Pingsdorfer aardewerk, zoowel met roodbruine verfstrepen op witte tot gele scherf (afb. 2: 13 en als paarsbruine tot bruine verfstrepen op blauwgrijze scherf (afb. 2: 15, 16 en 17). Geïmporteerd. Dateering: misschien 2e helft vooral en ook lle 3 Klein, dunwandig, lichtblauwgrijs scherfje met radstempelversiering. Afb. 2 : 12. Dateering: eeuw 4 Enkele buik- en schouderfragmenten van gedeeltelijk met geel glazuur bedekt aardewerk, z.g. aardewerk met spaarzaam Afb. 2 : 18. Dateering: vooral eeuw. 5 Gering aantal fragmenten van steengoed uit de latere middeleeuwen. Steen : 6 Aan een uiteinde doorboord van zwart gesteente (lydiet). Afb. 2: 19. Door het gebruik aan twee van de vier zijkanten in het midden sterk uitgesleten. Dateering: tot eeuw. Gebouwresten : 7 Een viertal stukken huttenleem mettakafdrukken. Oranjerood. Afb. 2: 20. Na : 8 Een aantal beenderen; het grootste gedeelte waarschijnlijk van varkens. Het aspect van deze vondsten doet vermoeden, dat wij hier te doen hebben met een kleine nederzetting, b.v. een hoeve, waarvan de wanden der

104 gebouwen bestonden uit met klei bestreken vlechtwerk van rijshout. Een of tien geleden zijn op het bewuste stuk land, genaamd Klaveren, kadastraal bekend als gem. Oegstgeest, Sectie A 31, twee duidelijk zichtbare verhoogingen geëgaliseerd, bij welke gelegenheid vooral veel cultuursporen aan de oppervlakte schijnen gekomen te zijn. Heden ten dage is van die hoogingen maar weinig meer overgebleven. Over de ligging van,,de Klaveren kan nog het volgende opgemerkt worden : Op ongeveer 750 m afstand ligt het Merovingische grafveld; op 500 m het Groene Kerkje te Oegstgeest, waar o.a. Karolingisch aardewerk te voorschijn is gekomen. Verder vindt men op de kaart van Rijnland, opgemeten door den gezworen landmeter Floris Balthasar van een pad, dat als voortzetting van het Moleneind, vanuit Rijnsburg, langs het Merovingische grafveld, tot aan de plaats van onze nederzetting loopt, waar het op den Vinkeweg aansluit (afb. 4: 2). Tegenwoordig is dit pad niet meer in gebruik, daar het sedert 1840 wordt gesneden door het Oegstgeester Kanaal. Bij de oudere dorpelingen is de herinnering er aan evenwel nog bewaard gebleven, daar het niet zelden een omweg bespaarde Hoogst waarschijnlijk is dit de oude verbinding, waarlangs in de vroege Middeleeuwen het verkeer tusschen het dorp en deze nabijgelegen nederzetting heeft plaats gevonden. Ten de oudste in de schriftelijke overlevering tot ons gekomen berichten met betrekking tot Rijnsburg. Hierbij doelen wij op de donationum, de lijst van schenkingen aan de Utrechtsche In de daarin voorkomende Commemoratio de rebus

Afbeelding 3.

Afbeelding 4.

105 sancti Martini Trajectensis ecclesie, que jam olim ibidem a fidelibus tradite vinden wij het volgende vermeld : In Rothulfuashem medietas tocius ville sancti Martini, et hereditas Aldburge, quicquid ibi En verder Hrothaluashem, quod modo dicitur Rinasburg, mansa sancti Martini et de hereditate Radulfi et Aldburge, quos ipsi tradiderunt sancto et mansa Binorthan-flieta, sidilia autem, que of t e d i dicuntur, Bisuthan-flieta, in quibus etiam supranominati Uit dezen tekst wij dus het bestaan kennen van een aantal hofsteden te Rijnsburg, toentertijd Rothulfuashem (Rodulfsheim) genaamd, welke in het begin van de eeuw hebben toebehoord aan een echtpaar (?) Radulf en Aldburg. Hiervan lagen de stukken land ten N. van de Vliet, terwijl de behuizingen ten Z. van dit water waren geiegen. Hoe die oude Vlietloop in de dagen van Radulf en Aldburg, omstreeks 900 moet geweest zijn, is met behulp van de kaart van Balthasar niet moeilijk te reconstrueeren. Daarbij valt op, dat de huidige grens tusschen de gemeenten Rijnsburg en Oegstgeest nog steeds over een aanzienlijke lengte de door die loop aangegeven lijn volgt (afb. 3: 2). De twee in het bovenstaande vermelde vindplaatsen liggen dan inderdaad ten Z. daarvan (afb. 5). Alles bij elkaar genomen, de dateering van het gevonden aardewerk en de ligging ten Z. van de oudste Vlietloop, lijkt het ons niet al te gewaagd om deze twee met zekerheid aan te wijzen vindplaatsen in verband te brengen met de hofsteden

106 uit de erfenis van Radulf en Aldburg. Waar de overige hofsteden, die aan deze plaatselijke grootheden toebehoorden, hebben gestaan, kan door verdere vondsten in de toekomst worden uitgewezen. Ook die sporen van Rodulfsheim zullen den stroom van tien eeuwen wel getrotseerd hebben. Groningen, December 1942. Aanteekeningen W. G LASBERGEN AZN. 1) Cf. o.a. Pars, A.: aborigines Bafavorum Pagus ef Abbafia (Kafwijkse en heden) (1697). 318-319; (2e p. 296-297. Deze Romeinsche stukken zijn de volgende: een aarden lampje met fabrieksmerk ATIMETVS (volgens Byvanck, A. W.: p. 200: ATIMETI). enkele stukken baksteen, hoogst waarschijnlijk van (dakpannen), waarop gestempeld EXGERINF (Excercitus Inferioris = Van het Benedengermaansche Leger). Ook wordt over Romeiosche muntvondsten is een Pot gevonden met een langen Hals, maar die seer eng was (niet onmogelijk een Romeinsche kruik van gladwandig wit aardewerk). Hoewel deze berichten nog niet door vondsten in den modernen tijd zijn gevolgd en daardoor bevestigd, is de mogelijkheid geenszins uitgesloten, dat te Rijnsburg een Romeinsche militaire voorpost over den Rijn heeft gelegen, welke dan, blijkens de gevonden dakpanstempels, in elk geval uit het laatst van de 2e en het begin van de 3e eeuw zou dateeren. 2) Cf. Holwerda, H.: Hef van Rijnsburg (Leidsch Jaarboekje 1914, p. 43-49): De Franken in Nederland Med. uif Rijksmus. Oudh. fe Leiden. Nieuwe Reeks V, 1924, p. 18-19): : geschiedenis p. 232-233 en 253-254.

107 3) Naar Holwerda betoogt, zouden deze Saksische urnen afkomstig zijn vanuit de Saksische gebieden in Duitschland via den Rijnmond naar hun nieuwe woonplaatsen in Engeland trekkende Angelsaksen, op hun doortocht voor eenigen tijd naast andere Germanenstammen aan den mond van den Rijn gewoond, of zich blijvend gevestigd hebben. 4) Het verhaal bij W. van Gouthoeven. dat graaf Diederik 11 van Holland, na op St Laurentiusdag (10 Augustus) 974 bij Rijnsburg de Friezen te hebben verslagen, op de plaats der overwinning een aan den H. Laurentius gewijde kapel stichtte, berust volgens sommigen op niet eenigermate betrouwbare gegevens en is daarom niet als eerste jaartal in Rijnsburg s geschiedenis vermeld. 5) Dr Holwerda en mevr. Eerdbeek-Claasen meenden nl. hier het oude Rodulfsheim-Rinasburg (cf. verder op aant. 14-19) te moeten localiseeren. Het opgravingsterrein ligt op het stuk land, begrensd door Smidstraat, Heereweg en steeg, dat van oudsher tot de parochie van Rijnsburg behoorde. Het overige gebied ten van den oudsten dat tegenwoordig deel uitmaakt van de gemeente Rijnsburg, is pas na 1600 van het ambacht Oegstgeest afgenomen en onder de jurisdictie van Rijnsburg gekomen. 6) Cf. o.a. Holwerda, H.: Dorestad en onze vroegste middeleeuwen, p. 60. 850. Cf. o.a. voor vroegmiddeleeuwsche ceramiek de verschillende opstellen van J. H. Holwerda en W. C. Braat in de Oudh. Med. uif Oudh. te Leiden en vooral Braat. W. C.: Funde in Holland ihre Dafierung (Bonn. 142, 1937). 8) Enkele hiervan vertoonen een profiel, dat overeenkomt met de profielen van Saksisch aardewerk, afgebeeld bij Holwerda, Oudh. Med. aif te Leiden, Nieuwe Reeks 1920, Taf. fig. besproken op p. LIV-LV. 9) De reeds volkomen op steengoed gelijkende stukken met paarsbruine verfstrepen (harder gebakken, z.g. gesinterd) zullen in den regel wel jonger zijn dan de exemplaren mee

108 roodbruine verfstrepen (zachter gebakken), die nog tot het aardewerk te rekenen zijn. 10) Cf. Braat, uif Rijksmus. fe Leiden, Nieuwe reeks XXII, 1941, 54, voetnoot 3 en XXIII, 1942,. 20-21. Hier eenige correctie op de in voor deze aardewerksoort gegeven dateering. 11) Analoge stukken bij Oudk. Med. uit mus. Oud. te Leiden, Nieuwe Reeks 1930, afb. 66: (uit Dorestad) en Braat, Oudk. Med. uit Rijksmus. Oudk. te Leiden, Nieuwe Reeks XVIII, 1937, afb. 12 : 77 en 78 (uit Zetten). 12) Cf. Fockema Andreae, S. J.: Kaart van Rijnland, door Floris 1610-1615, herdrukt met de origineele koperen platen in 1929, speciaal blad 8. 13) Dit, alsook enkele van de andere in deze mededeeling verwerkte gegevens betreffende tezamen met het grootste deel van de vondsten, dank ik aan de Iijkheid van den heer C. Glasbergen 14) Cf. Muller Fzn, S.: Hef oudsfe van kef Sfickf Ufreckf (Werken, uitgegeven door het Historisch Genootschap, gevestigd te Utrecht. Derde serie, No. 3. 1892). 15) van de goederen van de Utrechtsche St Maartenskerk, die reeds vroeger daar door geloovigen zijn afgestaan. Muller, t.a.p. p. 38-45. De oorspronkelijk zeer droge opsomming wordt door Muller gedateerd tusschen 777 en 866; door anderen begin eeuw (cf. daarvoor o.a. M.: Die Reformen in der Abfei Rijnsburg im 15. (Vorreformationsgeschichtliche Forschungen Bd. 1937, p. 1-2. Daar ook litteratuuropgaven). Hierin zijn een aantal interpolaties aangebracht, waarschijnlijk omstreeks 953, waartoe o.a. ook de hier aangehaalde stukken worden gerekend, uitgezonderd Rothulfuashem medietas tocius ville Martini. Vermoedelijk is de rest pas na ontvangst van de erfenis ingevoegd. Muller t.a.p. 41. 17) Rodulfsheim de helft de plaats van de St.

Maarten, en bovendien de erfenis van Aldburg, (nl.) al wat zij daar bezat. 18) Muller, t.a.p. p. 19) Rodulfsheim, dat nu Rinasburg genoemd wordt, zijn 13 stukken land van de St Maarten en (wel) uit de erfenis van Radulf en Aldburg, welke zijzelf aan Maarten hebben vermaakt: en de stukken land liggen ten N. van de Vliet, de nederzettingen daarentegen, die steden genaamd worden, ten van de Vliet, waarin ook de bovengenoemde personen verblijf hebben gehouden. Door de Redactie overgebracht in de spelling De Vries en Te Winkel.