Examenopgaven VMBO-GL 2003



Vergelijkbare documenten
Examenopgaven VMBO-KB 2003

Examenopgaven VMBO-GL 2003

Correctievoorschrift examen VMBO-GL 2003

Examenopgaven VMBO-KB 2003

Correctievoorschrift examen VMBO-KB 2003

verzorging CSE GL

Zorg nodig omdat iemand niet voor zichzelf kan zorgen: ongeneeslijk ziek, het hebben van een handicap, psychisch, door ouderdom.

1. Joris. Voor haar huis remt Roos. Ik ben er. De gordijnen beneden zijn weer dicht.

Examenopgaven VMBO-GL 2004

KANDIDAATVERSIE. Theorie-examen. Verzorgingshulp B

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaatsnummer. Naam van de instelling waar u werkt : Kandidaatsversie. Theorie-examen.

Opvoeding & Ontwikkeling

Examen VMBO-GL 2005 VERZORGING CSE GL. tijdvak 1 maandag 23 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

NT2. Examen I: Spreken. Voorbeeldexamen. Opgavenboekje. Staatsexamen Nederlands als tweede taal. Examennr. kandidaat: Aanwijzingen

34Vraaggericht werken

Kandidaatsversie. Theorie-examen. Verzorgingshulp B. Voorletters + Achternaam. Uw cursistennummer... Naam van de instelling

LES 3 Ik leer Nederlands. TESTEN TEST 1

2 Ik en autisme VOORBEELDPAGINA S

&Ons Tweede Thuis VOLWASSENEN

de aanbieding reclame, korting De appels zijn in de a Ze zijn vandaag extra goedkoop.

EXAMENOPGAVEN. Crebonr: Opleiding: Sociaal Pedagogisch Werker 3, Sociaal Pedagogisch Werker 4. Eindtermen: 1,2,3,4,5,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15

Kandidaat-versie. Theorie-examen (proef) Crebonummer 94830

Gebruikersgids jeugdigen met een licht verstandelijke beperking. Algemene informatie Informatie per zorgzwaartepakket (ZZP)

CSPE GL verzorging - uiterlijke verzorging - zorg en welzijn-breed. Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

De Driestroom Ambulante dienstverlening

ze terug in de la. Dan haalt ze de pannen van het fornuis en zet ze op de onderzetters. Thomas vouwt zijn handen en doet zijn ogen dicht.

Coördinatie van zorg. Test jezelf.

Examenopgaven VMBO-BB 2004

verzorging CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 4 A B C D

Lesbrief. Voetstappen Kader Abdolah

Elke locatie heeft een eigen karakter en. eigen specifieke diensten. Maar wel. allemaal vanuit de zorgvisie dat. mensen elkaar nodig hebben.

Thema Kinderen en school. Demet TV. Lesbrief 9. De kinderopvang

Jeugdigen met een licht verstandelijke beperking

Examenopgaven VMBO-GL 2004

met de wmo doet iedereen gewoon mee

Nieuwe wetten voor zorg en ondersteuning bij wonen en werken

verzorging CSPE KB 2009 minitoets bij opdracht 12 A B X C D

Examen VMBO-BB. verzorging CSPE BB. gedurende 295 minuten. Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaat-nummer. Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling. Proefexamen. Kandidaat-versie.

Les 2: Voorspellen Tekst: Veilig in het verkeer. Introductiefase: 2. Vraag: "Kan iemand zich nog herinneren wat de bedoeling was bij het voorspellen?

Hoe gaat het in groep 1/2 b

Pakket 7 Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Reality Reeks - Verwerkingsopdrachten. Hard tegen hard. Vechten voor je leven

Veertien leesteksten. Leesvaardigheid A1. Te gebruiken bij : Basisexamen Inburgering Studieboek. Ad Appel

Gebruikersgids verstandelijke beperking Algemene informatie Informatie per zorgzwaartepakket (ZZP)

Les 4. Eten en drinken, boodschappen doen

pilot - CSPE Z&W GL profiel Zorg en Welzijn Bij dit examen horen bijlagen, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Thema Op het werk. Lesbrief 13. Hoe werkt de machine?

Dit boekje is van:..

Info. Aanraken, knuffelen en meer... Informatie voor cliënten. Expertisecentrum voor epilepsie en slaapgeneeskunde

5Ondersteunen bij het verplaatsen

VRAGENLIJST. Zorgvrager, vervolgmeting

Gebruikersgids verstandelijke beperking. Algemene informatie Informatie per zorgzwaartepakket (ZZP)

Bijlagen. Ga na wanneer de indicatie van de cliënt afloopt. Heeft hij recht op het overgangsrecht? Kan er een aanbod gedaan worden vanuit de gemeente?

STEENSOEP OMA VERTELT EEN VERHAAL

Samen werken aan het verminderen van overbelasting

CP17. het werkoverleg

Inhoudsopgave...2. Voorwoord...3. Inleiding...3. Hoofdstukken Wat is een verpleeghuis? De geschiedenis van het verpleeghuis...

Lesideeën groep 1 en 2

Het medicijn Gammaglobuline in je bloed

Thema Gezondheid. Les 3. De huisarts

Charles den Tex VERDWIJNING

OpGroeieN. OpGroeieN. DaT doen We in Best SaMen! Beste Betsy geeft antwoord op al je vragen over opvoeden en opgroeien

Examenopgaven VMBO-BB 2004

Verlies, verdriet en rouw

Thema Gezondheid. Lesbrief 5. De tandarts

taalkaart 1 Ik ga op reis en Ik ga op reis en Wat ga je doen? Je leert wat een reisverhaal is. Je schrijft er zelf een.

Presentatie verdiepingssessie inkoop Jeugd-AWBZ. Vrijdag 13 juni 2014

Hebt u zorg nodig? Informatie over de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en het aanvragen van zorg

Klaar, ik ben bruin en ik ben wit

&Ons Tweede Thuis KINDEREN

Voorletters + Achternaam. Uw kandidaat-nummer. Naam van de instelling waar u werkt : Adres instelling. Proefexamen. Kandidatenversie.

VRAGENLIJST. Mantelzorger

Voorlichting bij patiënten met diabetes mellitus type 2

zorgen voor elkaar over mantelzorgers met een migranten achtergrond stamm

verzorging CSPE BB 2009 minitoets bij opdracht 4 A B C D

Les 3. Familie, vrienden en buurtgenoten

Vragenlijst Ervaren regie in de zorg

HKZ Kinderopvang - BIJLAGEN Versie: 1 Pagina 1 van 6

Thuisbegeleiding: Een praktische vorm van begeleiding

Antwoorden stellingen. Afstemmen van zorg. NU ZORG Editie Pagina 1

X C D X C D. verzorging CSPE BB minitoets bij opdracht 4

CP15. functioneringsgesprek

Examen VMBO-KB. verzorging CSPE KB. gedurende 315 minuten. Bij dit examen horen een bijlage, uitwerkbijlagen en digitale bestanden.

Thema Gezondheid. Les 5. De tandarts

MEMORY WOORDEN 1.1. TaalCompleet A1 Memory Woorden 1 1

Lesbrief. Introductie

Kwaliteitszorg. Test jezelf.

ONDERSTEUNING VAN MENSEN MET EEN LICHAMELIJKE HANDICAP EN/OF NIET-AANGEBOREN HERSENLETSEL

Je voert een gesprek met een zorgvrager waarin jij hem adviseert over aanpassingen in zijn leefwijze.

Organiseren van zorg Niveau 3

Er vaart een boot op het grote meer

LESBRIEF BIJ STAGE LOPEN

Take-home toets klinisch redeneren 2

Jij krijgt een operatie van de KNO-arts. Hieronder lees je het verhaal van Jaap, hij krijgt ongeveer dezelfde operatie.

Jezus vertelt, dat God onze Vader is

Kinderopvang De Palmboom Professionele kinderopvang in je eigen buurt! Programma

Promens Care GEZINSBEHANDELING

Transcriptie:

Examenopgaven VMBO-GL 2003 tijdvak 1 maandag 19 mei 13.30-15.30 uur VERZORGING CSE GL Dit examen bestaat uit 59 vragen. Voor dit examen zijn maximaal 82 punten te behalen. Voor elk vraagnummer staat hoeveel punten maximaal behaald kunnen worden. 300009-605o

Meerkeuzevragen Schrijf alleen de hoofdletter van het goede antwoord op. HET JASJE VAN MENEER DE JONG Meneer De Jong draagt altijd een oud jasje, terwijl hij een nieuw jasje heeft. De medewerkster van de thuiszorg vraagt waarom hij dit steeds draagt. Hij antwoordt: "Het zit zo lekker en ik heb het nog van mijn vrouw gekregen". De medewerkster van de thuiszorg stelt voor om het jasje te laten opknappen, zodat meneer De Jong het langer kan dragen. 2p 1 Waarom is de reactie van de medewerkster van de thuiszorg juist? Schrijf twee redenen op. MAURICE Tijdens een oriënterende stage ontmoet je Maurice. Maurice is 31 jaar en ernstig verstandelijk gehandicapt. Hij is volledig afhankelijk van hulp. Tijdens die stage ontmoet je ook de ouders van Maurice. 1p 2 In welke woonvorm zal Maurice wonen? A gezinsvervangend tehuis B internaat voor verstandelijk gehandicapten C sociowoning 1p 3 De ouders van Maurice willen weten welke vrijetijdsbesteding voor Maurice mogelijk is. Welk van de onderstaande instanties kan de ouders een professioneel antwoord geven? A de schoolbegeleidingsdienst B de Sociaal Pedagogische Dienst C de speel-o-theek 1p 4 Je stagebegeleidster vertelt je dat ze de ouders van Maurice heeft ontmoet. De ouders waren heel verdrietig, nadat ze bij Maurice op bezoek waren geweest. Wat is in deze situatie de beste reactie van de stagebegeleidster? A luisteren naar het verhaal van de ouders B zeggen dat er mensen zijn, die nog ernstiger gehandicapt zijn dan Maurice C zeggen dat het allemaal wel weer goed komt 1p 5 Wat is de meest geschikte plek voor zo n gesprek met de ouders van Maurice? A de personeelsruimte B een spreekkamer C het restaurant van de instelling 300009-605o 2 ga naar de volgende pagina

1p 6 De stagebegeleidster vertelt dat ze een dergelijk gesprek soms niet goed van zich af kan zetten. Ze wordt er zelf ook verdrietig van en blijft erover nadenken. Wat kan ze het best doen in zo'n situatie? A haar emoties onderdrukken B met een collega of teamleider erover praten C met Maurice erover praten ZORG VERLENEN 1p 7 Je loopt stage in de thuiszorg. Waarom is het belangrijk dat in het zorgplan afspraken staan over de uit te voeren werkzaamheden? A De afspraken kun je gebruiken, als er onduidelijkheid is over het werk. B Zo weet de zorgvrager dat hij je voor andere klusjes extra moet betalen. C Zo weet je zeker dat de zorgvrager tevreden zal zijn over je hulp. 1p 8 Tijdens de stage laat de zorgvrager je werk doen dat niet van tevoren is afgesproken. Hierdoor moet je vaak langer werken dan is afgesproken. Welke reactie is het beste in deze situatie? A Je bespreekt dit met de zorgvrager en als dat nodig is later ook met de stagebegeleider. B Je gaat door met het werk, want je hebt veel over voor de zorgvrager. C Je gaat door met het werk, want je leerde rekening te houden met de wensen van de zorgvrager. 1p 9 Bij zorgverlening kan mantelzorg een belangrijke rol spelen. Waarom is het van belang dat de mantelzorg goed is afgestemd op de professionele hulpverlening? A Omdat de mantelzorg anders overbelast raakt met onbelangrijke werkzaamheden. B Omdat de mantelzorg dan zoveel mogelijk kan overnemen van de professionele zorg. C Omdat het zorgplan dan de meeste kans van slagen heeft. 1p 10 Een belangrijke reden om tijdens het werk als verzorgende geen sieraden te dragen, is dat je zorgvragers met sieraden pijn kunt doen. Wat is een andere belangrijke reden? A Bacteriën groeien goed onder deze sieraden, vooral omdat de huid daar week en vochtig is. B Bij verlies of diefstal neemt de zorginstelling daar geen verantwoordelijkheid voor. C De huid van de verzorgende raakt, door het veel in aanraking komen met vocht, sneller beschadigd. 1p 11 Welke zorg verleent de thuiszorg? A extramurale zorg B intramurale zorg C semimurale zorg 1p 12 Je moet voor een gezin waarin je stage loopt een flinke hoeveelheid boodschappen halen. Wat is beter? De boodschappen over twee tassen verdelen of in één grote tas doen? Leg je keuze uit. 300009-605o 3 ga naar de volgende pagina

1p 13 De medewerker van de thuiszorg haalt boodschappen voor het gezin. Welk type zorg is dit? A basiszorg B mantelzorg C professionele zorg D zelfzorg 1p 14 Een andere vorm van zorg is transmurale zorg. Beschrijf een situatie, waarin een zorgvrager transmurale zorg krijgt. GEZINSVERVANGEND TEHUIS Peter woont sinds een jaar in een gezinsvervangend tehuis. Daarvoor woonde hij in een tehuis voor verstandelijk gehandicapte kinderen. "Ik vind het hier veel leuker. Ik kan later naar bed. We doen ook boodschappen hier in de buurt", zegt Peter. Peter deelt een huiskamer en een keuken met vier anderen. Elke bewoner heeft een eigen kamer, waar een bed en een bureautje staan. Iemand die hulp nodig heeft, kan terecht bij de begeleiders van het tehuis. De mensen die er wonen zijn behoorlijk zelfstandig. 2p 15 Schrijf twee verschillen op tussen een tehuis voor verstandelijk gehandicapten en een gezinsvervangend tehuis. 1p 16 Schrijf op waarom het belangrijk is om de zelfstandigheid van een verstandelijk gehandicapte te bevorderen. 2p 17 Peter heeft in een instelling gewoond en woont nu in een gezinsvervangend tehuis. Noem twee andere woonmogelijkheden voor verstandelijk gehandicapten. 1p 18 De ouders van Peter vonden het moeilijk dat Peter uit huis zou gaan. Noem een reden die de ouders van Peter gehad kunnen hebben om hem toch uit huis te laten gaan. 300009-605o 4 ga naar de volgende pagina

2p 19 Hieronder staan verschillende zorgvoorzieningen voor verstandelijk gehandicapten. Welke naam hoort bij welke taak? Schrijf de vier zorgvoorzieningen over. Zet achter elke zorgvoorziening de letter die hoort bij de juiste taakomschrijving van die voorziening. zorgvoorziening dagopvang SPD sociale werkplaats oudervereniging taak A aanbieden van aangepast werk aan gehandicapten B zorgen voor het uitwisselen van problemen en ervaringen tussen mensen in soortgelijke situaties C begeleiden van gezinnen D aanbieden van dagactiviteiten aan ernstig gehandicapte kinderen, die niet naar school gaan DE ROOS De Roos is een medisch kinderdagverblijf voor meervoudig gehandicapte kinderen van 4 tot 12 jaar. Vandaag gaat Anita (4 jaar) voor het eerst naar De Roos. Eén van de leidsters observeert Anita om een begeleidingsplan te maken. Ze doet de observatie tijdens het buitenspelen. De leidster noteert: Anita staat bij het hek. Ze kijkt naar de grond en houdt met één hand het hek vast. Anita trilt, wankelt, grijpt met haar andere hand het hek vast. Ze kijkt in de richting van Maaike (leidster) en valt. Maaike loopt naar haar toe. Ze ondersteunt Anita bij het opstaan. Samen lopen ze naar de zandbak. Anita schudt nee. Anita kijkt naar Femke op haar fiets. Ze volgt haar met de ogen. Maaike pakt een driewieler, rijdt hem naar haar toe en vraagt: "Anita, wil je fietsen?". Anita zegt niets en kijkt weg. Maaike vraagt: "Wil je fietsen, net als Femke?". Anita reageert niet. Maaike laat de driewieler staan. 2p 20 Na de observatie weet de leidster een aantal dingen over Anita die belangrijk zijn om een begeleidingsplan te maken. Schrijf twee punten op die belangrijk zijn voor het begeleidingsplan van Anita. 2p 21 Sociaal pedagogisch werk richt zich onder andere op gehandicapten. Schrijf twee andere doelgroepen op van het sociaal pedagogisch werk. 2p 22 Van hulpverleners in de gehandicaptenzorg wordt een beroepshouding verwacht. Noem twee kenmerken van deze beroepshouding. 1p 23 Maaike stimuleert Anita om te spelen. Schrijf een zin op uit bovenstaande tekst waaruit blijkt dat Maaike Anita stimuleert. 300009-605o 5 ga naar de volgende pagina

STOPPEN MET WERKEN 2p 24 Conny heeft een werkstuk geschreven over ouderen. In haar werkstuk staat dat ze vindt dat ouderen die 65 jaar zijn, niet verplicht moeten worden om te stoppen met werken. Schrijf twee redenen op waarom het voor iemand van 65 jaar belangrijk kan zijn om door te gaan met werken. DE TROMMELAAR In peuterspeelzaal De Trommelaar komen dagelijks 14 kinderen spelen. Hun leidster heet Anneke en de vmbo-stagiaire heet Ouarda. Ouarda komt uit een Marokkaans gezin. De helft van de kinderen heeft ook een Marokkaanse achtergrond en de andere helft van de kinderen is Nederlands. 2p 25 Het is voor de kinderen belangrijk dat ze een Marokkaanse stagiaire hebben. Schrijf hiervoor twee redenen op. 1p 26 Beschrijf een manier waarop Anneke en Ouarda bij de inrichting van de speelzaal rekening kunnen houden met de culturen van de kinderen. 1p 27 Omdat Jan Willem jarig is, heeft zijn moeder een schaal met onder andere leverworst met feestelijke prikkertjes gemaakt. Leg uit waarom de traktatie niet geschikt is voor De Trommelaar. 2p 28 Men richt zich in De Trommelaar op verschillende aspecten van de ontwikkeling van de kinderen. Noem twee activiteiten die de sociale ontwikkeling van de kinderen bevorderen. ADL-HULPMIDDELEN 1p 29 Wat betekent de afkorting ADL? 1p 30 Waarom is het goed dat er ADL-hulpmiddelen bestaan? 300009-605o 6 ga naar de volgende pagina

SOCIAAL PEDAGOGISCH WERK Je werkt bij de dagverzorging voor ouderen. In overleg met de medewerkers van de keuken ga je het eetgedrag van mevrouw Te Linde observeren, om erachter te komen welke hulpmiddelen voor haar geschikt zijn. Je hebt van die gegevens de onderstaande aantekeningen gemaakt. Observatie eetgedrag mevrouw Te Linde 8 mei 2003. 1 Op bord: aardappels, bloemkool, stukje varkensvlees met jus erop. 2 Jus lust ze niet. 3 Schraapt jus weg. 4 Snijdt vlees met mes in stukjes. 5 Legt mes neer en pakt vork. 6 Proeft vlees. 7 Vlees te taai, denk ik. 8 Pakt stukje met de hand uit de mond. 9 Bloemkool vindt ze lekker 10 Eet ze snel achter elkaar op met de vork. 11 Aardappels met de lepel en ook allemaal op. 12 Wel veel, geen wonder dat ze zo dik is. 13 Mevrouw gebruikt bij deze maaltijd alleen haar rechterhand. 3p 31 Geef van elke aantekening aan of die objectief of subjectief is. Schrijf hiervoor op je antwoordblad de woorden 'objectief' en 'subjectief'. Schrijf de cijfers 1 tot en met 13 op bij objectief of bij subjectief. TILTECHNIEKEN 1p 32 Wat is het belang van een goede lichaamshouding voor de verzorgende, als hij een zorgvrager moet tillen? bron: 'Verzorgen met gezond verstand' van Yolanda Stil, uitgeverij de Tijdstroom bv, Lochem, 1992. Tekening gemaakt door: Annet Schaap. 2p 33 Voordat je met een tiltechniek begint, moet je met de zorgvrager communiceren. Schrijf hiervoor twee redenen op. 300009-605o 7 ga naar de volgende pagina

PEUTERSPEELZAAL 'DE KABOUTER' Ingrid loopt stage bij peuterspeelzaal De kabouter. Deze peuterspeelzaal werkt met een aantal hulpmoeders, die elke week één of twee ochtenden in de peuterspeelzaal zijn om te helpen. De moeders worden hiervoor niet betaald. Ingrid krijgt de opdracht een observatieverslag te schrijven over de drie-jarige Wilma. Ingrid schrijft het volgende verslag: 'Wilma komt de zaal binnen en is een en al beweging. Zo kan ze haar energie kwijt. Ze schreeuwt en zwaait met haar armen. Dit doet ze om indruk te maken op de andere kinderen. Plotseling is ze veel rustiger en gaat ze op een stoeltje zitten, terwijl ze naar één van de leidsters kijkt. Wilma is niet zelfstandig. Tijdens het spelen duwt ze af en toe andere kinderen opzij.' 1p 34 Ondanks de ervaring met het opvoeden van hun eigen kind, krijgen de hulpmoeders begeleiding. Leg uit dat begeleiding van de hulpmoeders nodig is. 2p 35 Schrijf twee zinnen op uit bovenstaand verslag waaruit blijkt dat het geen zakelijke rapportage is. 1p 36 Op het kinderdagverblijf zijn twee peuters van 2½ jaar, die heel langzaam hun boterham eten. Schrijf op hoe je de peuters kunt stimuleren hun brood op te eten. 1p 37 Eén van de oudste peuters speelt op de grond bij een tafel. Als hij zich aan een tafelpoot stoot, zegt hij: stoute tafel. Bij oudere peuters lopen werkelijkheid en fantasie vaak door elkaar heen. Noem nog een reden waarom deze peuter zo fantaseert. STAGE IN EEN RESTAURANT Hanna, Greet, Joost en Alie werken in een restaurant. Hanna is de chef-kok, Greet is de bedrijfsleidster, Joost is de eigenaar en Alie is de hulpkok. Het is niet zo n groot bedrijf en dat doet de sfeer goed. Iedereen zegt je en jou tegen elkaar. Het is geen probleem als je een keer een dienst wilt ruilen met iemand. Johan loopt stage in dit restaurant. Op school is gezegd dat hij zich moet aanpassen aan de bedrijfscultuur van het restaurant. 1p 38 Schrijf een zin op uit de bovenstaande tekst waaruit de bedrijfscultuur van het restaurant blijkt. 1p 39 Waaruit blijkt dat er in dit restaurant sprake is van een hiërarchie? 300009-605o 8 ga naar de volgende pagina

DE FACILITAIRE DIENST 2p 40 Karel loopt stage bij de voedingsdienst van een verzorgingshuis. Een verzorgingshuis is een voorbeeld van een groothuishouding. Een verschil met een kleinhuishouding is het aantal te verzorgen mensen. Noem nog twee verschillen tussen een groothuishouding en een kleinhuishouding. 2p 41 Een verzorgingshuis is een non-profitorganisatie. Het verschil met een profitorganisatie wordt steeds kleiner. Steeds vaker worden taken van een non-profitorganisatie uitbesteed aan een profitorganisatie. Noem twee taken die steeds vaker door een non-profitorganisatie worden uitbesteed. 1p 42 Karel heeft de taak gekregen om de keuken schoon te maken. Welk reinigingsniveau moet hij toepassen? A huishoudelijk schoon B ruw schoon C smetschoon 1p 43 Welk schoonmaakmiddel moet Karel gebruiken om aangekoekt vuil los te maken? A een onderhoudsmiddel B een ontsmettingsmiddel C een reinigingsmiddel 1p 44 Op het schoonmaakmiddel staat een aantal keurmerken. Welk keurmerk heeft betrekking op het milieu? 1 2 3 4 A keurmerk 1 B keurmerk 2 C keurmerk 3 D keurmerk 4 2p 45 De doelstellingen van het HACCP-systeem zijn onder te brengen in drie categorieën. Eén van deze categorieën is hygiëne. Schrijf de twee andere categorieën op. 300009-605o 9 ga naar de volgende pagina

1p 46 De elektrische apparaten in de keuken hebben allemaal een keurmerk. Welk keurmerk komt voor op elektrische apparaten? 1 2 3 4 A keurmerk 1 B keurmerk 2 C keurmerk 3 D keurmerk 4 2p 47 Het productieproces van de voedingsdienst kent de onderstaande stappen. 1 het serveren 2 het bereiden van de producten 3 de inkoop van de producten 4 het schoonmaken van de materialen in de keuken 5 de opslag van de producten 6 het portioneren 7 het opstellen van het menuplan 8 het afwassen Zet deze acht stappen in de juiste volgorde. 2p 48 Een voorbeeld van convenience food is gewassen en al gesneden groenten. Schrijf twee andere voorbeelden van convenience food op, die in de grootkeuken gebruikt worden. 2p 49 In de grootkeuken wordt convenience food gebruikt, omdat het geld kan besparen. Schrijf twee andere voordelen op van het gebruik van convenience food. 300009-605o 10 ga naar de volgende pagina

OPVANG TIJDENS HERSTELPERIODE Mevrouw Van Raaij (77 jaar) heeft haar heup gebroken. Zij is in het ziekenhuis behandeld. Mevrouw Van Raaij woont alleen in een eengezinswoning. Zij kan niet naar haar eigen huis, omdat ze nog niet kan lopen. Zij wil graag goede opvang tijdens de herstelperiode. In de gemeentegids van haar woonplaats vindt zij de volgende mogelijkheden: - Dagopvang Heidestein heeft een dagopvang voor ouderen die in een sociaal isolement verkeren. - Intervalzorg Het Beekdal heeft twee intervalzorgplaatsen. Intervalzorg geeft de mogelijkheid om tijdelijk in het verzorgingshuis te logeren. Dit is bedoeld om de thuissituatie te ontlasten. - TOP-plaatsen Mooi-Land heeft een aantal tijdelijke opnameplaatsen bestemd voor ouderen. Dit geeft u de mogelijkheid te herstellen in het verzorgingshuis voor de duur van maximaal acht weken. 2p 50 Welk van de drie instellingen is het meest geschikt voor mevrouw Van Raaij om te herstellen van haar gebroken heup? Leg je antwoord uit. 1p 51 Als mevrouw Van Raaij hersteld is, wil ze niet in haar huis blijven wonen. Zij wil wel graag alleen wonen en als het nodig is gebruik kunnen maken van professionele zorg. Noem een woonvorm die aan de wensen van mevrouw Van Raaij voldoet. 300009-605o 11 ga naar de volgende pagina

VACCINATIECAMPAGNE In de zomer van 2002 zijn kinderen en jongeren opgeroepen voor een vaccinatiecampagne tegen meningokokken C. Bij de vaccinatie oproep kreeg iedereen ook een folder met informatie over deze vaccinatie. Hieronder staat een deel van de informatie uit die folder. Wat is meningokokkenziekte? Meningokokken zijn bacteriën die hersenvliesontsteking (nekkramp, meningitis) en/of bloedvergiftiging (sepsis) kunnen veroorzaken. Er zijn veel mensen die meningokokken bij zich dragen in de neus of in de keel zonder dat ze daarvan ziek worden. In sommige gevallen kan een drager wel ziek worden en heeft de ziekte een ernstiger verloop, soms met blijvende gevolgen. De ziekte kan in enkele gevallen zelfs dodelijk aflopen. Het is niet bekend waarom sommige mensen wel ziek worden en anderen niet. De ziekte kan zich op alle leeftijden voordoen, maar komt voornamelijk voor bij kinderen en jongeren. Waarom krijgen kinderen en jongeren een oproep voor vaccinatie? Sinds kort blijkt dat meningokokken C infecties vaker voorkomen in Nederland dan vroeger. Sinds vorig jaar zijn er vaccins die werken tegen meningokokken C bij alle leeftijdsgroepen, ook bij heel jonge kinderen. Het ministerie van VWS heeft besloten om alle kinderen en jongeren de vaccinatie gratis aan te bieden. In de landelijke vaccinatiecampagne worden de kinderen en jongeren van 14 maanden tot en met 18 jaar opgeroepen voor een vaccinatie. Hoe verloopt de campagne? De vaccinatiecampagne verloopt in twee fasen. De kinderen en jongeren behorend tot de leeftijdsgroepen waarbij meningokokken C het meeste voorkomen worden voor de schoolvakanties opgeroepen en als eerste ingeënt. Dit zijn kinderen in de leeftijdsgroep van 14 maanden t/m 5 jaar en jongeren van 15 t/m 18 jaar. Kinderen die in juni en juli 2002 14 maanden worden, krijgen ook in mei 2002 een oproep. Na de zomervakantie is de leeftijdsgroep van 6 t/m 14 jaar aan de beurt. Zij ontvangen hiervoor later een oproep. Het is niet nodig om hierover contact op te nemen met de GGD. 1p 52 Wat is de reden voor deze vaccinatie tegen meningokokken C in de zomer van 2002? A De ziekte is te voorkomen met een vaccin. B De ziekte komt vooral voor bij jongeren. C Er was sprake van een epidemie. 1p 53 In de zomervakantie van 2002 was Carla 14 jaar. Wanneer is zij opgeroepen voor vaccinatie? A in mei 2002 B in juli 2002 C na de zomervakantie van 2002 1p 54 Joost is 'drager' van meningokokken, maar hij is daarvan niet ziek. Wat betekent het volgens de informatie in de folder dat je 'drager' bent? 300009-605o 12 ga naar de volgende pagina

1p 55 Welke twee ziekten kunnen door meningokokken veroorzaakt worden? 1p 56 Bij welk type zorg hoort de vaccinatie tegen meningokokken C? A basiszorg B eerstelijnszorg C tweedelijnszorg MEVROUW VERMEER Mevrouw Vermeer is 78 jaar en woont sinds kort in een aanleunwoning. Ze woont alleen en is slecht ter been. Daarom is het belangrijk dat ze niet vereenzaamt. 2p 57 Welke mogelijkheden heeft mevrouw Vermeer om andere ouderen te ontmoeten, omdat ze in een aanleunwoning woont? Schrijf twee mogelijkheden op. 1p 58 Mevrouw Vermeer komt in aanmerking voor een Persoons Gebonden Budget (PGB). Schrijf op wat dit betekent. 2p 59 Mevrouw Vermeer kan zorg krijgen van een huisarts. Huisartsenzorg is eerstelijnszorg. Schrijf nog twee andere voorbeelden van eerstelijnszorg op. 300009-605o* 13 einde