Het proces van onderzoek, monitoring en evaluatie is uniek. Verschillende maatregelen. DE AUTEUrS. Monitoring en evaluatie

Vergelijkbare documenten
Natuurcompensatie Voordelta

Fred Wagemaker, Mennobart van Eerden, Kees Borst, Monique Kampshoff

Evaluatie MEP Natuurcompensatie Voordelta (NCV) 2013

Monitoring van de effecten van de natuurcompensatie PMR. Theo Prins

Project Mainportontwikkeling Rotterdam Procedurewijzer

Natuur en de Haven - van last tot waarde

Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Zienswijzer

Evaluatie MEP Aanleg Maasvlakte

Besluit. 17 april 2008 DRZW/

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

De politlek-bestuurlijke consequenties van het ontwerp-beheerplan Voordelta schatten wij als volgt In:

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - BIOLOGIE OPDRACHTEN

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

Mens, natuur & milieu

Natuurcompensatie Voordelta; Consultatie aanpassing rustgebieden voor zwarte zeeeend

Lesbrief. biologie NATUUR EN MILIEU OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

RUSTGEBIEDEN IN DE VOORDEL- TA WERKEN!

1. Algemeen. Tabel Toelichting: Was: Wordt:

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

M AAS V L AK TE 2 RUIMTE VOOR DUURZAME GROEI. Rotterdam, 16 juni 2014 René van der Plas, Directeur

Directie Participatie Postbus GH Den Haag. Coalitie Delta Natuurlijk Ravelijn de Groene Jager DJ Goes

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT TOEGANGSBEPERKINGSBESLUIT BODEMBESCHERMINGSGEBIED VOORDELTA

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - BIOLOGIE ANTWOORDEN OPDRACHT 1 - MAASVLAKTE 2

INTEGRALE RAPPORTAGE VISIE EN VERTROUWEN

CCS Maasvlakte (ROAD-project)

Adviescomité SEA. Is er al dan niet een strategische milieubeoordeling (SEA) vereist voor het ontwerp beleidsplannen mariene beschermde gebieden?

Zandmotor Delflandse Kust

Integrale. en Vertrouwen. Borging Project. oktober 2016

Was-wordt. Van ontwerp naar definitief Natura 2000 Beheerplan Voordelta Rijkswaterstaat Aiinistene van infrastnictuur en Mflteu

Tussenresultaten De Zandmotor: Aanjager van innovatief kustonderhoud

BEHEERPLAN T O E T S

Gebiedsbescherming, Windparken op Land en de praktijk van de Provincie Groningen. Aaldert ten Veen, Stibbe Olaf Slakhorst, Provincie Groningen

Vogelmonitoring Natuurcompensatie Maasvlakte II

Ontwikkelingen Maasvlakte 2 Jaarcongres Public Finance. Utrecht, 29 oktober 2008 Paul Swanenvleugel

Verzenddatum. Paraaf Provlncie^eretarfs

VOORTGANGSRAPPORTAGE PMR PMV2 (Nr. 5)

INTEGRALE RAPPORTAGE VISIE EN VERTROUWEN

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - HAVO - AARDRIJKSKUNDE ANTWOORDEN

PMR monitoring natuurcompensatie Voordelta Deel A: Jaarrapport 2010 en midterm evaluatie

Voortgangsrapportage 12 PMR Natuurcompensatie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Raamwerk Monitoring en evaluatie programma

Noordzeedagen 1 & 2 oktober

Ontwerp-beheerplan Voordelta. Spelregels voor natuurbescherming

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Beheerplan Voordelta. Spelregels voor natuurbescherming

Voortgangsrapportage PMR nr. 14. Deelproject Landaanwinning: Aanleg Maasvlakte 2 en Natuurcompensatie

PROJECTORGANISATIE MAASVLAKTE. Leeswijzer en toelichting bij de milieueffectrapporten. Maasvlakte 2

Inhoud. Actualiteiten ten aanzien van: 1. Bestaand gebruik en bestaande rechten;

Sportvisserij binnen de grenzen van Natura 2000

Auditdienst Rijk Ministerie van Financiën. Accountantsrapport bij Voortgangsrapportage 14 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A.H.K. van Viegen (PVDD) (d.d. 20 augustus 2012) Nummer 2698

1 ONDERWERP AANVRAAG PROCEDURE WETTELIJK KADER... 2

Monitoringsplan Aanleg Maasvlakte 2

DE MIN ISTER VAN LAN DBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT

Natura 2000 Voordelta

Natura 2000 Vlakte van de Raan

abcdefgh Voortgangsrapportage 3 Project Mainportontwikkeling Rotterdam

Impact windenergie op Noordzeemilieu: kansen & bedreigingen

Zandwinning Zwakke Schakels Noord-Holland

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van. A.H.K. van Viegen (PvdD), A. van Hunnik (GL) en H. van Dieren (SGP/CU) (d.d. 4 mei 2017) Nummer 3292

PMR Monitoring natuurcompensatie Voordelta. Jaarrapport 2012 Deel A

Voordelta Een bijzondere zee

Procedureel Uw aanvraag is op 18 december 2009 door mij ontvangen. Bij brief van 18 december 2009 heb ik de ontvangst van uw aanvraag bevestigd.

ONTWERPBESLUIT NATUURBESCHERMINGSWET 1998 VAN GEDEPUTEERDE STATEN VAN GELDERLAND

TOEGANGSBEPERKINGSBESLUIT BOLLEN VAN DE OOSTER EN BOLLEN VAN HET NIEUWE ZAND

Natuurwetgeving bij project Afsluitdijk. Sophie Lauwaars, 22 januari 2015

Voorwoord. Prof. ir. Tiedo Vellinga Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Procedurewijzer. Voor het wijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

Naleving van vergunningen door initiatiefnemer en aannemers. Schakeldag 2017 / 29 juni 2017

Procedurewijzer. Voor het ontwerpwijzigingsbesluit Solleveld & Kapittelduinen. #99 Solleveld & Kapittelduinen

VOORTGANGSRAPPORTAGE PMR PMV2 NR. 13

Waterkwaliteit en vergunningverlening. en doe het zelf. Marcel & Victor van den Berg Rijkswaterstaat Waterdienst Waterschap Brabantse Delta

Overwegingen bij besluit vergunning Wet natuurbescherming project TO-meting monitoring pilotsuppletie Amelander Zeegat

Ontwerp - Partiële herziening BESTEMMINGSPLAN MAASVLAKTE 81

MEP Zandwinning RWS LaMER

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

Kustgenese 2.0. Programma voor lange termijn kustonderzoek Carola van Gelder Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat Maaswerken t.a.v. Postbus NB Maastricht. Geachte,

Programma Zicht op Grevelingen-2

Meten om te weten: 2,5 jaar Zandmotor

Bestemmingsplan Kustzone Petten, gemeente Schagen

Natura 2000 Ontwerpbeheerplan Voordelta

Accountantsrapport bij Voortgangsrapportage 13 PMR Project Mainportontwikkeling Rotterdam

KLZ-eco en het MLT Programma: ecologisch gericht suppleren Bert van der Valk en Harriette Holzhauer

Zandwinputten. Baggernet Thema-ochtend over Zandwinputten. Een overzicht. Afdelingsoverleg Bodem & Water 22 juni John Maaskant.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Infrastructuur en Milieu;

Programma van Eisen - Beheerplannen

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Gebruiksfuncties van de Noordzee

Voordelta Een bijzondere zee

Inhoudelijke overwegingen Zandwinning en zandsuppletie voor de kust van Texel Zuid West

Lesbrief DUURZAAM BOUWEN OPDRACHT 1 - WAT IS DAT, DUURZAAMHEID?

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder?

Nieuwsbrief Kustgenese 2.0

Procedureel. Conform artikel 41, lid 1, van de Nb-wet 1998 heeft u binnen uw aanvraag uw belang bij het verlenen van de vergunning gemotiveerd.

Windpark Fryslân. Toetsingsadvies over de aanvullende notitie bij het milieueffectrapport. 14 juli 2016 / projectnummer: 2673

Transcriptie:

Evaluatie monitoringsresultaten voor Natuurcompensatie Voordelta na aanleg Maasvlakte 2 2 6 Tussen 2008 en 2013 heeft Havenbedrijf Rotterdam de eerste fase van Maasvlakte 2 aangelegd. De nieuwe haven is een grootschalige landaanwinning in de Voordelta en beslaat zo n 2,5% van dit -gebied. Zowel de aanleg als de aanwezigheid van de haven heeft volgens het MER effecten op aanwezige dier- en plantensoorten. De verschillende compenserende en mitigerende maatregelen die in de vergunningen voor Maasvlakte 2 zijn opgenomen, zijn vanaf 2008 geïmplementeerd. De effectiviteit van deze maatregelen is in 2013 tussentijds geëvalueerd. In 2018 is een formele evaluatie voorzien van PKB Project Mainportontwikkeling Rotterdam. Een overzicht van de belangrijkste resultaten tot nu toe. Carrie de Wilde, Mennobart van Eerden, Ad Stolk, Dick Visser, Fred Wagemaker, Kees Borst en Hans Janssen Het proces van onderzoek, monitoring en evaluatie is uniek wat betreft omvang, tijdsspanne en bestuurlijke complexiteit. Publieke en private partijen werken samen vanuit hun eigen rol en ook de dialoog met de belangenorganisaties is in het proces meegenomen. In dit artikel komen de belangrijkste resultaten van de evaluatie aan bod en geven we inzicht in de samenwerking. Verschillende maatregelen De negatieve effecten van de aanleg en aanwezigheid van Maasvlakte 2 voor natuur, zijn met verschillende maatregelen gecompenseerd en gemitigeerd. Het MER Aanleg en de Passende Beoordeling hebben een wezenlijke rol gespeeld bij het formuleren van de mitigerende en compenserende maatregelen. Een belangrijk onderdeel van de maatregelen is het instellen van een bodembeschermingsgebied in de Voordelta met daarbinnen rustgebieden voor vogels. Daarnaast is er in 2009 een nieuw duingebied, Spanjaards Duin, gerealiseerd bij s-gravenzande. Dit is er om de stikstofdepositie die na ingebruikname van Maasvlakte 2 toeneemt, te compenseren. Ook zijn diverse maatregelen genomen om de effecten van de aanleg te compenseren en mitigeren. Monitoring en evaluatie Om de effectiviteit van deze genomen stappen te monitoren, zijn drie Monitoring- en evaluatieprogramma s (MEP) opgesteld en uitgevoerd: voor Aanleg, voor Natuurcompensatie Voordelta en voor Duinen (fig. 1). De monitoring wordt in opdracht van Rijkswaterstaat uitgevoerd door een groot Verlenen van vergunningen In het MER en de Passende Beoordeling zijn de verwachte tijdelijke en blijvende effecten aangegeven. Vergunningen zijn verleend op grond van de Natuurbeschermingswet 1998 (EZ), Wet beheer rijkswaterstaatswerken (RWS), Ontgrondingenwet (RWS), en de Wet droogmakerijen en indijkingen 1904 (RWS). In de verleende vergunningen zijn voor deze effecten verschillende mitigerende en compenserende maatregelen opgenomen. Om de daadwerkelijke optredende effecten met de voorspelde effecten te kunnen vergelijken en om de effectiviteit van deze maatregelen te kunnen beoordelen, zijn uitgebreide monitoringsprogramma s opgezet voor aanleg en natuurcompensatie in de Voordelta en in de bestaande en nieuwe duinen. De in 2013 uitgevoerde (tussen)evaluaties in het kader van de Monitoring- en evaluatieprogramma s zijn gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid, onder de naam Kennisgeving MEP evaluaties 2013 Aanleg en NCV. DE AUTEUrS Carrie de Wilde (06-46258105, carrie.de.wilde@rws.nl) is communicatieadviseur, Mennobart van Eerden (06-23227682, mennobart.van.eerden@rws.nl) is projectleider MEP Natuurcompensatie Voordelta, Ad Stolk (ad.stolk@rws. nl) is projectleider MEP Aanleg Zandwinning, Dick Visser (06-22215820, dick. visser@rws.nl) is projectleider MEP Aanleg-landaanwinning, Fred Wagemaker (06-53245552, fred.wagemaker02@rws.nl) is coördinator Tweede Maasvlakte, Kees Borst (06-55716679, kees.borst@rws.nl) is coördinator monitoring en rapportages en Hans Janssen (06-51034832, hans.janssen@rws.nl) is specialistisch adviseur, allen werkzaam bij Rijkswaterstaat.

havenbedrijf rotterdam, aeroview 2014 2 7 Luchtfoto van Maasvlakte 2, juli 2014. Figuur 1. Organisatiestructuur van vergunningverlening, monitoring en evaluatie. Landaanwinning en natuurcompensatie Uitvoering monitoring: HBR, RWS Bevoegd gezag: RWS, Min. EZ Uitvoering monitoring: RWS Bevoegd gezag: Min. EZ Uitvoering monitoring: RWS Bevoegd gezag: Gemeente Rotterdam, Prov. ZH Bevoegd gezag: Gemeente Rotterdam PMR MEP Aanleg MEP NCV MEP Duinen MEP Bestemming -concessie -ontgronding-vg -WBR -Waterwet-vg -Nbwet-vg -Beheerplan -VD -toegangs beperkendbsl MEP-evaluatie 2013 -Nbwet-vg PKB-evaluatie en MEP-evaluatie 2018 MV2 Leefbaarheidsprojecten IR BRG IR 750 ha MEP PKB -nvt Bevoegd gezag: Min. I&M Bevoegd gezag: Prov. ZH Gemeente Albrandswaard -PKB Uitvoering monitoring: div. Bevoegd gezag: Min. I&M consortium aan onderzoeksinstellingen. Rijkswaterstaat (bevoegd gezag voor aanleg) en het ministerie van Economische Zaken (bevoegd gezag voor natuurcompensatie) hebben een tussentijdse, niet-verplichte evaluatie van de monitoring uitgevoerd. Op basis van de uitkomsten kunnen indien nodig monitoring, maatregelen en/of vergunningsvoorwaarden worden bijgesteld. Hieronder wordt ingegaan op de resultaten uit de tussentijdse evaluatie van de Natuurcompensatie Voordelta en van de Aanleg. Een evaluatie van MEP Duinen is niet aan de orde omdat er tot 2014 nog geen sprake was van gebruik van Maasvlakte 2. Natuurcompensatie Voordelta In de Voordelta is een circa 25.000 ha. groot bodembeschermingsgebied ingesteld om het verlies aan Habitattype 1110 (permanent overspoelde zandbanken) te compenseren. Dit gebied is tien keer zo groot als het totale oppervlak van de nieuwe haven. De zware, bodemberoerende boomkorvisserij is hier verboden. Het doel van het bodembeschermingsgebied is om de kwaliteit van het bodemleven met 10% te laten toenemen. Hiermee kan het verlies aan areaal H1110

2 8 Natuurcompensatie voor Maasvlakte 2. door de aanwezigheid van Maasvlakte 2, worden gecompenseerd. Binnen het bodembeschermingsgebied zijn ook rustgebieden voor vogels ingesteld. Rustgebieden De rustgebieden mogen niet worden verstoord door bijvoorbeeld recreanten of scheepvaart. Ze zijn bedoeld voor de grote stern, visdief en zwarte zee-eend. De bescherming van deze gebieden is juridisch verankerd in toegangsbeperkingsbesluiten en het -beheerplan Voordelta. De rustgebieden voor vogels kunnen nog worden geoptimaliseerd wat betreft het voorkómen van verstoring. Gebieden in de vorm van droogvallende platen worden gebruikt door de grote stern en de visdief en leveren daarmee een bijdrage aan het behoud van de draagkracht van de natuur in de Voordelta. De autonome toename van recreatie, in het bijzonder van kitesurfers, zorgt voor een toegenomen verstoring van een deel van de rustgebieden. In het nieuwe beheerplan Voordelta 2015-2021 zijn daarom de te handhaven verstoringsafstanden tot de rustgebieden vergroot, opstaplocaties voor kitesurfers aangepast en grenzen van de afgebakende gebieden eenduidiger gemaakt. De ingestelde rustgebieden op het open water worden niet of nauwelijks door de zwarte zee-eend gebruikt. Het blijkt dat zee-eenden ook hun voedsel zoeken in de gebieden waar ze rusten. Daarnaast zijn ze erg gevoelig voor verstoring, wat voor deze soort eisen stelt aan het gebied. Door monitoring is er nu voldoende kennis om de ligging en omvang van de rustgebieden te optimaliseren. Dat gebeurt op basis van de aanwezig- Duidelijke taakverdeling Aan de vergunningverlening, uitvoering van compenserende maatregelen en monitoring van effecten van Maasvlakte 2 werken de volgende partijen mee: Rijkswaterstaat, ministerie van Economische Zaken, gemeente Rotterdam, DCMR, provincie Zuid-Holland en Havenbedrijf Rotterdam. Vooraf is nauwkeurig afgestemd wat de benodigde kennis is om de effectiviteit van de compensatiemaatregelen te kunnen beoordelen. Ook is een goed uitgedachte rapportagestructuur opgezet. Er is geïnvesteerd in de onderlinge relaties en samenwerking om het proces soepel te laten verlopen. Terugkijkend is dat gelukt, al waren er soms ook lastige momenten. Bijzonder is de taakverdeling rondom Natuurcompensatie Voordelta. Fred Wagemaker, coördinator Maasvlakte 2: Het Havenbedrijf heeft als vergunninghouder de verplichting om de compensatiemaatregelen te treffen en te monitoren. Voor de Natuurcompensatie is overeengekomen die taak namens het Rijk neer te leggen bij Rijkswaterstaat. Dit is vastgelegd in de uitwerkingsovereenkomst. Het ministerie van Economische Zaken heeft het bodembeschermingsgebied en rustgebieden ingesteld en Rijkswaterstaat doet het beheer in de Voordelta en heeft de duincompensatie aangelegd. Rijkswaterstaat heeft ook het onderzoek, monitoring en evaluatie verzorgd. Dit heeft doorgaans goed gewerkt, maar het leidde soms ook tot discussies over verantwoordelijkheden. Mijn beeld is dat het van groot belang is om de rol van bevoegd gezag en initiatiefnemer zuiver te houden.

Aan de oude duinvoet zijn tientallen meters nieuw duin aangestoven, plaatselijk met diepe kerven en stuifketels. 2 9 Garnalenvisser in de Voordelta. Een grote stern vliegt met jonge haring vanuit de Voordelta terug naar de jongen. heid van voldoende en voor de eenden beschikbaar voedsel (schelpdieren) en gedetailleerde kennis over het ruimtegebruik van de verschillende verstoringsbronnen op het water (met name kitesurfers en visserij). De ligging van de gebieden zal in overleg met verschillende stakeholders worden aangepast en opgenomen in het nieuwe beheerplan voor de Voordelta. Geconstateerd kan worden dat de monitoring ook onbedoelde, maar bruikbare inzichten levert in de effecten van autonome ontwikkelingen die losstaan van Maasvlakte 2. Kwaliteit niet achteruit gegaan Uit de tussentijdse evaluatie blijkt dat de kwaliteit van de Voordelta als geheel niet achteruit is gegaan door de aanleg en aanwezigheid van Maasvlakte 2. Er zijn echter nog geen conclusies mogelijk over de voorspelde toename van ecologische kwaliteit van het ingestelde bodembeschermingsgebied. Dit komt door een sterke autonome afname van de boomkorvisserij in het gehele gebied, dus ook buiten het bodembeschermingsgebied. Daardoor is de vergelijking tussen gebieden voor en na het instellen van de maatregel moeilijker geworden. De monitoring biedt daarnaast inzicht in de effecten van autonome ontwikkelingen zoals de effecten van kitesurfen. Een tussentijdse evaluatie geeft de mogelijkheid om de monitoring en/of maatregelen waar nodig bij te stellen, legt projectleider Mennobart van Eerden uit. We delen voortgang steeds met de stakeholders in de Voordelta en overleggen met hen over effectiviteit en eventuele aanpassingen van de maatregelen. Aan het overleg nemen natuur- en milieuorganisaties, visserij, kitesurfers en andere recreatie-organisaties deel. Door open en transparant te zijn en steeds de dialoog te zoeken, komen we samen tot een (goede) oplossing, ook al is dat soms lastig met conflicterende belangen. Het mooie is dat we uiteindelijk altijd het gedeelde belang vinden: een in economisch, ecologisch en recreatief opzicht gezonde Voordelta voor mens en natuur. We hopen over vijf jaar een gedegen uitspraak te kunnen doen over de effectiviteit van de getroffen maatregelen. Daarnaast ben ik ervan overtuigd dat kennis die we inmiddels in de Voordelta hebben opgedaan over onderzoek, monitoring en evaluatie, een voorbeeld kan zijn voor vergelijkbare situaties elders op de Noordzee of in andere complexe N2000-gebieden waar verschillende belangen spelen. Dat geldt zeker ook voor de manier waarop we de interactie met de stakeholders hebben ingericht, aldus Van Eerden.

Spanjaards Duin, vallei in nieuw aangelegd duin sinds 2009. 3 0 Effecten van de aanleg Ook de effecten van de aanleg zijn uitgebreid in kaart gebracht. Voorafgaand aan het besluit tot aanleg is veel onderzoek gedaan naar de te verwachten effecten daarvan; zowel de tijdelijke tijdens de aanlegfase, als de permanente effecten van bijvoorbeeld de diepe zandwinputten. In het kader van het MEP Aanleg zijn de werkelijk opgetreden effecten geëvalueerd van de aanleg en aanwezigheid van Maasvlakte 2 op het gebied van natuur en ecologie, hydromorfologie van de kustzone, scheepvaart, hoogwaterveiligheid en gebruiksfuncties zoals visserij en recreatie. In de Noordzee is nooit eerder een zodanig uitgebreid wetenschappelijk onderzoek uitgevoerd naar de effecten van zandwinning op het bodemleven, zowel voor als tijdens de baggerwerkzaamheden. Ad Stolk, projectleider MEP Aanleg-zandwinning, licht toe: We willen bijvoorbeeld weten of de bodemdieren terugkomen na de zandwinning en hoeveel en welke soorten. Maar ook willen we weten welke invloed het vrijkomende slib heeft op het ecosysteem, hoeveel onderwatergeluid er is en hoe dat moet worden gemeten. De vraag is vervolgens wat we daaruit kunnen concluderen. Over het algemeen blijken de werkelijk opgetreden effecten overeen te komen met of zelfs kleiner te zijn dan de voorspellingen in het MER. In het MER was onder andere een effect voorspeld op het aanwezige bodemleven en was sprake van toename van zwevend slib. Bij de winning en het aanbrengen van zand ontstaat slibvorming in het water. Een mogelijk gevolg hiervan is dat algen minder snel groeien omdat minder licht in het water doordringt. Minder algen betekent minder voedsel voor vogels en vissen. Daarom is mede op basis van het MER een zandwinlocatie gekozen waar de concentratie slib in de bodem relatief laag was. Om het effect op het bodemleven te verkleinen is verder gekozen voor een diepe put met een relatief klein bodemoppervlak, in plaats van de gebruikelijke, grote, ondiepe put. Het totale verstoorde bodemoppervlak bleef daardoor beperkt. In 2013, toen de zandwinning was afgerond, is gestart met het monitoren van de rekolonisatie van bodemleven. Dit onderzoek loopt door tot 2018. Bij het advies over de effecten van de zandwinning hebben we belangenorganisaties geconsulteerd, zegt Stolk. Hun zorgen zijn vertaald naar richtlijnen voor het MER. Het ging daarbij onder andere om het effect van slib en algenbloei en het effect op andere activiteiten in de omgeving. Zo zijn we gekomen tot het advies voor een diepe put met relatief klein oppervlak. Bovendien hebben we bij de locatiekeuze van de zandwinput mee laten wegen welk materiaal toegankelijk zou worden door de zandwinning. Onder de gewonnen bodemlaag ligt relatief waardevol beton- en metselzand dat nu door een volgende zandwinner gemakkelijk kan worden gedolven. Positieve samenwerking Over de samenwerking met het Havenbedrijf Rotterdam is Stolk zeer positief. Het havenbedrijf heeft elk half jaar gerapporteerd wat de gemeten effecten van de aanleg waren. Er is steeds volledige transparantie naar elkaar geweest. Wij hebben ons als bevoegd gezag actief opgesteld en meegedacht met het Havenbedrijf, zonder onze rol los te laten. Dat heeft geleid tot een soepel proces waarin we elkaar ook op lastige momenten konden vinden. Naast de effecten op natuur zijn ook andere effecten grondig onderzocht. De uitkomst is ook daar dat deze niet of nauwelijks afwijken van wat vooraf was voorspeld. Waarom is dat zo goed gelukt? De voorbereiding is grondig geweest en er zijn in de onderzoeken voor het MER state of the art modellen gebruikt, volgens Dick Visser, projectleider MEP Aanleg-landaanwinning. Over het ontwerp van de haven en de effecten daarvan is goed nagedacht. Door de ontgronding ten gevolge van de aanwezigheid van Maasvlakte 2 zouden bijvoorbeeld effecten kunnen ontstaan op stroming en daarmee op de scheepvaart. Ook de haven zelf zou effect kunnen hebben op de stroming; er is sprake van een uitbouw in zee en nieuwe havenbekkens die met het getij vol- en leegstromen. Mede door goed vooronderzoek en een goed ontwerp, zijn de tijdelijke en permanente effecten van het aanlegproces van Maasvlakte 2 in het MER goed voorspeld en daarmee acceptabel gebleven.