Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Economie Hoofdstuk 5+6

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst Exameneenheid: Arbeid en productie

Een product begint als grondstof en daarna word het verwerkt tot een eindproduct.

Opnamekosten Boeterente, indien je je geld eerder opneemt dan de afgesproken looptijd dan moet je een boete rente betalen.

ECONOMIE. Begrippenlijst H3 VMBO-T2. PINCODE 5 e editie vmbo-kgt onderbouw. Bewerkt door D.R. Hendriks. Sint Ursula Scholengemeenschap, Horn

Bij produceren gaat echt om alle activiteiten die gericht zijn op het maken van producten of het verrichten van diensten.

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Antwoorden Economie H1; Productie en Productiefactoren (Present)

Kamer van Koophandel (KvK): hier kom je meer te weten over vergunningen, wetgeving en btw.

Samenvatting Economie Module 4, hoofdstuk 9-12

Kaarten module 4 derde klas

UIT de arbeidsmarkt

b. Materiaal Loonkosten Opslag indirecte kosten: 125%

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

Het verschil tussen de verkoopopbrengst van de verkochte goederen en de inkoopwaarde van die goederen

UIT arbeidsdeling

Welke BTW tarieven zijn er? 21% luxe goederen 6% primaire levensbehoefte 0% vrijgesteld (export, overheidsdiensten)

Samenvatting Economie Hoofdstuk 7, 8.5 en 9.

Netto toegevoegde waarde: loon + huur + rente + winst Bruto toegevoegde waarde: waarde van verkopen waarde van productiebenodigdheden

> betaald > formele sector: wit > informele sector: zwart > onbetaald > informele sector

1 De docent levert een dienst. Diensten leveren is een vorm van productie.

Samengevat bereken je de nettowinst van een onderneming zo:

2 Constante en variabele kosten

UIT loonruimte en AIQ v1.1

ANTWOORDEN OPGAVEN HOOFDSTUK 9

H1: Economie gaat over..

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1,3t/m6: Financieel Management

Planner hoofdstuk 1 invullen en kies voor leerroute A, B of C.. (minimaal paragraaf 1 t/m 4 maken) Geplande activiteiten van les 1 en 2 uitvoeren.

Uitwerkingen proefexamen II PDB kostencalculatie

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting M&O Eenmanszaak deel 1 H3 t/m 5

Annuïteit= Elke maand een vast bedrag terugbetalen. Eerste periode is vooral rente, later wordt het aflossingsdeel steeds groter

BIJLAGE 9.A: OPGAVE a2 UIT DE TEST KENNIS VAN PROCEDURES (Omwille van de leesbaarheid is bij het omzetten naar PDF de gulden vervangen door de.

H2: Economisch denken

Break-evenanalyse Het break-evenpunt is de afzet waarbij geen winst maar ook geen verlies wordt gemaakt.

Hoofdstuk 13 Kostensoorten

Hoofdstuk 3: We gaan voor de winst!

Samenvatting Economie Toetsweek 2

Samenvatting Economie Hoofdstuk 6

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4.1 t/m 4.6

Opgave 9.5 Variabele kosten per stuk: / = 3,75 Totale variabele kosten bij eenheden: ,75 =

Samenvatting Economie Inkomen Hoofdstuk 1 t/m 3

Management & Organisatie VWO 5 Hoofdstuk 27 t/m juni 2009 proeftoets 100 minuten. In deze opgave blijft de btw buiten beschouwing.

ALGEMENE ECONOMIE /03

Bij een resultatenbegroting (ook wel exploitatiebegroting genoemd) wordt een overzicht gemaakt van de opbrengsten en van de kosten.

Samenvatting Natuurkunde Hoofdstuk 3: Een eigen bedrijf

2 Kostprijsberekening en opslagmethode

Samenvatting Management & Organisatie H22, H23 & H24

Samenvatting Management & Organisatie Eenmanszaak deel 2

6,7. Samenvatting door een scholier 1150 woorden 10 oktober keer beoordeeld. De productiefactoren noemen en hun beloningen onderscheiden.

Indexcijfer productie= indexcijfer werkgelegenheid x indexcijfer arbeidsproductiviteit 100

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Samenvatting Economie H7: Arbeidsverdeling en productie

b Economische voorraad: de voorraad waarover de onderneming prijsrisico

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt H1 t/m H4

Direct costing en break even analyse

Examen VMBO-BB 2005 ECONOMIE CSE BB. tijdvak 1 donderdag 2 juni uur Versie vaststelling. Naam kandidaat Kandidaatnummer

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5

5,7. Samenvatting door een scholier 1664 woorden 2 januari keer beoordeeld 4.1

Samenvatting Economie Hoofdstuk 2

Bovenstaande begrippen worden veelal weergegeven in onderstaand schema of overzicht. We noemen dit overzicht het exploitatieoverzicht.

Relatieve schaartste (met productie factoren bereikt(prijs)) Vrij goed (zonder de mens bereikt (gratis))

Hoeveel moet u omzetten om quitte te spelen?

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 t/m 5: Verdienen en Uitgeven

Eindexamen economie vmbo gl/tl II

1.1 t/m 1.4 Ondernemen het combineren van productiefactoren; arbeid kapitaal en natuur.

3.2 De omvang van de werkgelegenheid

Startkwalificatie Het minimale onderwijsniveau dat volgens de overheid nodig is om en baan te vinden. Het gaat dan om een diploma, havo, vwo of mbo.

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Economie Pincode klas 4 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 4: Aan het werk! Exameneenheid: Arbeid en productie

v6mo2p oefentoets vwo M&O 2e periode blad 1 van 5

Deze uitwerkingen horen bij het boek Examentraining basiskennis Calculatie BKC van de uitgeverij OBCO, ISBN VERSIE 2 dd

Samenvatting Economie Arbeidsmarkt

Examen VMBO-GL en TL-COMPEX 2005

Samenvatting Economie H.8 / H.3

Samenvatting Economie Productie en productiefactoren

-> Bereken de brutowinst en de nettowinst van Jeroen.

Micronieveau: dat wil zeggen naar de productie van een bedrijf of het inkomen van een huishouden

Hoofdstuk 1. Opgave , ,57. Opgave ,078. Opgave , ,

Samenvatting M&O De eenmanszaak deel 2

Oefeningen: Break-even analyse

Samenvatting Economie hoofdstuk 3 management en organisatie

Samenvatting Economie Lesbrief Arbeidsmarkt

Eindexamen economie 1-2 havo 2006-II

Rente. Een lening is soms nodig om een grote uitgave te kunnen doen. De lening moet terugbetaald worden, maar ook de rente. Hoe hoog is de rente?

6,3. Samenvatting door S. 864 woorden 16 mei keer beoordeeld. Praktische economie. KvK: helpt bedrijven (bij opstarten) en voert wetten uit

Hoofdstuk 1 Onderneming

Welvaart en groei. 1) Leg uit wat welvaart inhoudt. 1) De mate waarin mensen in hun behoefte kunnen voorzien. 2) Waarmee wordt welvaart gemeten?

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

BREAK EVEN PUNT. Oefeningen Kostprijsberekening: Het Break Even Punt

Samenvatting Economie Hoofdstuk 1 en 2 Inkomen

3 Consumentenprijs, BTW en inkoopwaarde van de omzet

6,9. Samenvatting door Larissa 659 woorden 18 januari keer beoordeeld. Samenvatting Economie Werk & Inkomen H1. Actieven en inactieven:

Heterogene productie (meerdere producten) De directe kosten hebben een rechtstreeks verband met de productie/verkoop van een product.

TOETS 1 - Basiskennis Calculatie (BKC)

4.1 De collectieve arbeidsovereenkomst

7,5. Samenvatting door een scholier 1363 woorden 7 februari keer beoordeeld. Lesbrief: Arbeidsmarkt. Hoofdstuk 1: De arbeidsmarkt op

Dit oefenexamen bestaat uit 22 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Economie Pincode klas 3 vmbo-gt 6 e editie Samenvatting Hoofdstuk 5: Aan de slag! Exameneenheid: Arbeid en productie

OEFENOPGAVEN LESBRIEF INDUSTRIE

Transcriptie:

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4 Samenvatting door D. 1323 woorden 7 februari 2016 1 1 keer beoordeeld Vak Economie Samenvatting Hoofdstuk 4; Aan 't werk Boek: 200% Economie 4 mavo/tl Paragraaf 1; productie Produceren Het maken van goederen en het verrichten van diensten. voorbeelden van productie zijn: *Het bakken van een taart (= het maken van een product) *Het schilderen van een huis (= een dienst verrichten) *Je haren laten knippen door een kapper (= een dienst verrichten) De overheid, bedrijven en consumenten kunnen goederen en diensten maken. Productie in ruime zin Productie in ruime zin zijn alle producten samen. Productie in enge zin Betaalde productie die geregistreerd wordt en daarom bekend is bij de overheid. (Als economen het over produceren hebben, bedoelen ze meestal productie in enge zin. Je kunt productie indelen in formele productie en informele productie. Formele productie Productie die plaatsvindt bij bedrijven en de overheid. Informele productie Is de niet officieel geregistreerde productie. *Vrijwilligerswerk https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-4-90523 Pagina 1 van 8

*huishoudelijk werk *Werk waarbij je in natura betaald wordt; Betaald worden in goederen of diensten in plaats van geld. *Zwart werk; Als je geen belasting betaalt over je inkomsten. Als je als bedrijf wilt produceren, maak je gebruik van productiefactoren. Natuur, arbeid, kapitaal en ondernemerschap. Het gebruiken van productiefactoren is niet gratis, er hoort een beloning bij; *Natuur = pacht *Arbeid = loon *Kapitaal = rente *ondernemerschap = winst Kapitaalintensief Productie met naar verhouding veel machines en weinig arbeiders. Kapitaalextensief Productie waarbij in verhouding weinig kapitaalgoederen worden gebruikt. Arbeidsintensief Als een bedrijf juist veel arbeid voor de productie gebruikt. Kapitaalgoederen Goederen waarmee je andere goederen kunt produceren, zoals machines. Investeren Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen door bedrijven. Omdat arbeid veel geld kost in Nederland, zie je dat veel arbeidsintensieve bedrijven naar landen gaan waar de lonen lager zijn. Bedrijfskolom De bedrijven die na elkaar meewerken bij de productie van grondstof tot eindproduct. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-4-90523 Pagina 2 van 8

1. 2. 3. Bedrijf levert grondstof Ander bedrijf vervoert de grondstof naar een ander bedrijf Dat bedrijf maakt er een product van Elk bedrijf in een bedrijfskolom voegt wat waarde toe. Het product wordt dus steeds duurder. Bedrijven zijn vaak gespecialiseerd in een klein onderdeel van het productieproces. Bedrijfstak De bedrijven die het zelfde soort productie hebben. Voorbeeld: landbouw. Tot deze bedrijfstak behoren alle boerderijen. Binnenlands product De waarde van alle productie door bedrijven en overheid in een land. *Deze waarde is gelijk aan het nationaal inkomen. Wanneer spreken we van economische groei? Als bedrijven meer gaan produceren, waardoor het binnenlands product toe neemt. Meeste bedrijven willen groeien. Dit kan verschillende betekenissen hebben; *Meer omzet maken *Meer winst maken *Meer vestigingen openen Waarom willen bedrijven groeien? Om de concurrentie met andere bedrijven aan te kunnen. Managers proberen de arbeidsproductiviteit in hun bedrijf daarom zo hoog mogelijk te krijgen. Arbeidsproductiviteit De productie die een werknemer in een bepaalde tijd kan verrichten. De arbeidsproductiviteit kun je berekenen als Aantal producten per uur, maar ook als de waarde van de productie per uur. Hoge arbeidsproductiviteit; Werknemers maken veel producten per tijdseenheid. De loonkosten per product zijn dan laag. Hoe hoger de arbeidsproductiviteit is van een bedrijf, hoe hoger de concurrentiekracht. (= de mate waarin een bedrijf weet te concurreren met andere bedrijven) Lage arbeidsproductiviteit; Werknemers maken weinig producten per tijdseenheid. De loonkosten per product zijn dan hoger. Om de concurrentiekracht op peil te houden, moeten bedrijven innoveren. Innoveren Het ontwikkelen van nieuwe ideeën, werkmethodes of producten. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-4-90523 Pagina 3 van 8

Bij nieuwe werkmethodes wordt werk vaak gemechaniseerd of geautomatiseerd. Mechanisering Alles dat eerst door mensenhanden werd gedaan, wordt overgenomen door machines. Automatisering Denkwerk wordt vervangen door computers. Technische arbeidsverdeling De arbeidsverdeling binnen een bedrijf. Werknemers hebben zich gespecialiseerd in een deel van het werk. *Voordeel: 1) Hierdoor gaat het tempo van het werk omhoog, waardoor de arbeidsproductiviteit stijgt. 2) Producten worden vaak goedkoper en beter. *nadeel: 1) Het werk kan saai en eentonig worden. 2) Als bedrijf ben je afhankelijk van andere bedrijven. Werk kan ook worden verdeeld naar geslacht en cultuur. Zo zijn er typische banen voor mannen en typische banen voor vrouwen. Maatschappelijke arbeidsverdeling Het werk wordt verdeeld tussen de bedrijven, de overheid en andere organisaties. voorbeeld: de overheid zorgt voor de aanleg van wegen, maar de uitvoering hiervan gebeurd door verschillende bedrijven. Regionale arbeidsverdeling De arbeidsverdeling tussen regio s, gebieden. Internationale arbeidsverdeling De arbeidsverdeling tussen landen. De arbeiders in een land gaan zich specialiseren in de productie van goederen die ze goed en goedkoop kunnen maken. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-4-90523 Pagina 4 van 8

Waar een bedrijf zich vestigt is afhankelijk van verschillende factoren: *de kosten; Bij een arbeidsintensief bedrijf is de hoogte van de loon belangrijk. Als de lonen in een buitenlands land lager zijn, vestigt een bedrijf zich daar liever. Ze nemen daar mensen aan die goedkoper zijn. *Een bedrijf kiest een vestigingsplek op basis van de aanwezigheid van grondstoffen, kwaliteit, van de infrastructuur, politieke zekerheid, klimaat en grondsoort. Paragraaf 3; We Gaan Ondernemen Ondernemer Iemand die een bedrijf heeft. Afzet Aantal verkochte producten. *Voorbeeld: Als een oliebollenkraam op 1 dag 100 oliebollen verkoopt, is de afzet 100 oliebollen. Omzet De opbrengst van het aantal verkochte producten. AFZET X VERKOOPPRIJS Voorbeeld: Als een oliebol,- kost, is bij eem afzet van 100 oliebollen de omzet 100 x,- = 0,- Inkoopprijs De prijs van de grondstoffen of producten die je nodig hebt om het eind product te maken. *Voorbeeld: Om oliebollen te maken heb je meel, eieren, melk en olie kopen. de meel, eieren, melk en olie zijn de grodstoffen die je nodig hebt om het eind product te maken; de oliebol. De prijs van de meel, eieren, melk en olie is de inkoopprijs. Inkoopwaarde Is de inkoopprijs van ingekochte goederen met daarbij de inkoopkosten zoals het vervoer van de spullen. Brutowinst DE OMZET DE INKOOPWAARDE *Voorbeeld: Stel de inkoopwaarde per oliebol is #buffer#,50 dan is de totale inkoopwaarde van 100 oliebollen,-. De brutowinst van de oliebollenkraam is dan de omzet 0 - de inkoopwaarde = 0,- Nettowinst/-verlies BRUTOWINST OVERIGE KOSTEN https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-4-90523 Pagina 5 van 8

Als je van de brutowinst ook de andere kosten zoals huur, loonkosten, afschrijvingskosten voor diensten van derden afhaalt heb je de nettowinst of het nettoverlies. *Voorbeeld: Als de overige kosten bijvoorbeeld zijn, is de nettowinst van de oliebollenkraam de brutowinst 0 de overige kosten =,- Als een bedrijf werknemers in dienst heeft, heeft het bedrijf loonkosten. Loonkosten Kosten die het bedrijf maakt om zijn werknemers uit te betalen. De loonkosten bestaan uit 4 delen: -Nettoloon -Loonbelansting -Sociale premies voor werknemers -Sociale premies voor werkgevers Wig Het verschil tussen de loonkosten en het nettoloon. Brutowinstmarge/brutowinstopslagpercentage Het percentage waarmee het bedrijf de inkoopprijs verhoogt als dekking van de bedrijfskosten en als nettowinst voor de eigenaar. Het verschil tussen de verkoopprijs en de inkoopprijs van een product. Bedrijven stellen vaak de brutowinst als percentage van de inkoopprijs vast, en berekenen zo de verkoopprijs. *Als een schoenverkoper een paar schoenen inkoopt voor en een brutowinstmarge van 60% gebruikt, dan is de brutowinst. De verkoopprijs zonder btw is dan + =,- Hoe berekend: : 100 = #buffer#,55 #buffer#,55 x 60% =,- inkoopprijs + brutowinst = verkoopprijs zonder btw Paragraaf 4; Wat Kost t? Constante kosten https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-4-90523 Pagina 6 van 8

Deze kosten blijven altijd gelijk, of er nu veel of weinig geprooduceert wordt. *Voorbeeld: -Kosten voor het gebouw; huur -Personeel -Verzekering Variabele kosten Kosten die toenemen als je mer produceert. *Voorbeeld: -Grondstoffen Afschrijvingen Het minder waard worden van een duurzaam productiemiddel. Afschrijvingen zijn wel kosten voor een bedrijf, maar geen uitgaven. Je doet de uitgaven namelijk al als je het productiemiddel aanschaft, de kosten verspreid je over de jaren dat het productiemiddel meegaat. *Voorbeeld: Auto s of computers worden na verloop van tijd minder waard, doordat ze slijten of doordat er bijvoorbeeld betere computers zijn uitgevonden. De kosten van deze producten worden verdeeld over hun levensduur. Afschrijving = vervangingswaarde restwaarde Levensduur Kostprijs Alle kosten voor het maken van een product. De kostprijs is niet gelijk aan de verkoopprijs. Het bedrijf wil zelf ook nog geld verdienen. Verkoopprijs De verkoopprijs van een product bestaat ui de onderdelen inkoopkosten, bedrijfskosten en winstopslag. De consument betaalt vervolgens ook nog btw, belastingstoegevoegde waarde, over de verkoopprijs. Btw Belasting over het bedrag waar consumenten goederen en diensten voor kopen. Consumentenprijs De verkoopprijs inclusief btw. Maatschappelijke kosten Kosten die door de maatschappij worden betaald. *Voorbeeld: De kosten voor het opruimen van zwerfafval. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-4-90523 Pagina 7 van 8

Wie betaalt het opruimen hiervan? De overheid regelt dit via de belastingen. Maatschappelijke opbrengsten Soms doet een bedrijf een ontdekking die goed is voor de samenleving. *Voorbeeld: -Het ontdekken van medicijnen. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-economie-hoofdstuk-4-90523 Pagina 8 van 8