Van vakmanschap naar ondernemerschap

Vergelijkbare documenten
Deelsessie. Publieke Management Letter voor de glastuinbouw

Tuinbouw wil efficiënt omgaan met energie

Marktherstel door economisch herstel?

Februari Goed mkb-bestuur en accountant: een waardevolle combinatie

Conjunctuurbericht 2 e kwartaal Research, 14 augustus 2019

SPD Bedrijfsadministratie. Correctiemodel ALGEMENE ECONOMIE VRIJDAG 16 DECEMBER UUR

Kans op Amerikaanse dubbele dip is klein

U doet goede zaken met een accountant

Naheffing Jaarreken. Vergunningen. De MKB-accountant: een goede adviseur DAAROM EEN ACCOUNTANT

Eindexamen economie 1 havo 2001-II

UITSLAGEN WONEN ENQUÊTE

Starters zien door de wolken toch de zon

Inhoud. KvK Oost Nederland - Kennis- en Adviescentrum COEN Oost Nederland Groothandel Kwartaalcijfers Pagina 1 van 27

Vierde kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Naheffing. orm. Jaarreken. Vergunningen DUURZAAM ONDERNEMEN IN HET MKB DAAROM EEN ACCOUNTANT

Samenvatting Flanders DC studie Internationalisatie van KMO s

Starten in een dal, profiteren van de top

Financieel management

VOORBELD ONDERNEMINGSPLAN. Metdit voorbeeld ondernemingsplan kunjegelijkaan deslag!

Specialisten. bedrijfsovernames. Company Brokers, Bedrijfsopvolging, altijd maatwerk. Specialist. Serieus en betrouwbaar. Resultaat georiënteerd

Winstgroei en buffers ondersteunen investerings herstel

Innoveren = Marktgericht communiceren

Een bankiersblik op de grafische industrie

Businessplan op een Bierviltje

Goed mkb-bestuur en de rol van de accountant

Energie van ons allemaal

Waarom is Financial Fitness zo belangrijk? Een paar voorbeelden:

Leerpunten. Consumentgericht schapbeheer in gesloten keten. December 2011

Samenvatting Economie Hoofdstuk 4

Nederlandse werkgevers en duurzame inzetbaarheid

ENERGIE BESPAREN EN VERDUURZAMEN IN DE GLASTUINBOUW

Nu 24/7 inzicht in de financiële toekomst van uw bedrijf. Nieuw: het Alfa Management Paneel in de cloud

Financieel Forum Leuven 11 oktober Herman Daems

Van der Hoeven Tuinbouwprojecten met IQ

Examen HAVO en VHBO. Economie 1,2 oude en nieuwe stijl

WAT MAAKT EEN ONDERNEMER GELUKKIG? NOU, GELD IN ELK GEVAL NIET

Administratie en analyse: wij doen dit graag voor u

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen Najaar 2013

Financiën op een rij

Bent u al DBA proof?

Correctievoorschrift HAVO. Economie 1 (nieuwe stijl)

Eindexamen m&o vwo I

Het Vijfkrachtenmodel van Porter

NIMA B EXAMEN BUSINESS MARKETING ONDERDEEL B JANUARI 2016 VRAGEN EN ANTWOORDINDICATIES NIMA B BUSINESS MARKETING ONDERDEEL 1 (CASE)

Factsheet 12. Focus op overheidsopdrachten

Als de lonen dalen, dalen de loonkosten voor de producent. Hetgeen kan betekenen dat de producent niet overgaat tot mechanisatie/automatisering.

Mislukken in nieuwe baan veroorzaakt door verschil in stijl en gedrag en botsen met organisatiecultuur

Schaalvergroting en professionalisering. Voor wie verstandig handelt!

Bedrijfsleven optimistischer

Beleidsregels Het verrichten van zelfstandige werkzaamheden op bescheiden schaal gemeente Olst-Wijhe

Kaartspel EVC als strategische keuze

VAN OERS AGRO SECTORRAPPORT SEIZOEN 2016/2017

Innovatie in de land- en tuinbouw 2016

Informatieblad. Wat betekent GMO voor telers Erkenning als producentenorganisatie Overzicht van de belangrijkste criteria

Algemene Vergadering van Aandeelhouders Zeeland Seaports

Wij zijn een bedrijf die zich bezig houdt met het ondersteunen van ondernemingen als het gaat om zakelijke dienstverlening.

Eindejaarstips

Samenvatting M&O Marketing & logistiek hoofdstuk 3

Tweede kwartaal Conjunctuurenquête Nederland. Provincie Zeeland

Tweede Kamer der Staten-Generaal

360 Feedback Rapport Geloofwaardig Leiderschap

Eindexamen economie 1-2 havo 2000-II

MKBi-Groeifonds Obligaties

De VAR is dood, lang leve modelovereenkomsten!

FISCALE TIPS & BLUNDERS e druk Copyright Finovion

Woningmarkt in eerste kwartaal verder onder druk door scherpe financieringseisen

Verdienen met ZLTO. Ondernemen in moeilijke tijden. Jos Thijssen Bedrijfsadviseur

Nieuwsbrief P8. Inhoud. De komende 50 jaar. Nummer 9, oktober - november Ondernemend Paprika

Ontbijtbijeenkomst De Maatschappij. Hartelijk welkom

Actueel. Fiscale adviezen op maat voor ondernemers Creëer rust met fiscale planning

Follow the money en De Facultatieve Vijf dingen die je moet weten om het nieuws te kunnen volgen Door: Ronald van Tol MMC, Levende Cijfers

Raadsbijlage Voorstel inzake de sanering Stichting Peuterspeelzalen Eindhoven naar aanleiding van de Rapportage Ernst 5

Nagtzaam Strategisch Advies, van strategie naar meetbaar succes

KWARTAALMONITOR APRIL Omzetontwikkeling van freelancers en flexwerkers in Nederland

Van baan naar eigen baas

Uw succes is onze intentie..!

Hoofdlijnen Corporate Governance Structuur

LESPAKKET DE 9 LEVENS VAN VAN BOMMEL

Stichting Certificaat Ondernemerschap

Agrarisch ondernemerschap, innovatie en financiering. Ruud Huirne, directeur F&A Nederland

Besparen op uw maandelijkse energiekosten is uw eerste winst!

Samenvatting M&O periode 1. Hoofdstuk 13 8,4. Paragraaf 1. Samenvatting door G woorden 12 maart keer beoordeeld

Conjunctuurenquête Nederland. Tweede kwartaal Coenrapportomslag eerstekwartaal.indd 1

Bedrijfsoverdracht, geen afbouwen maar opbouwen

1. Wanneer kan je een octrooi (=patent) nemen op een planteigenschap die voordien nog niet gekend was in de landbouw?

Sectorrapport Bos- en haagplantsoen

Belastingen & Administratie Beta Financiële Raadgevers Mr. W.L. Haaswijk RB/CB

Resultaten Conjunctuurenquete 1e helft 2014

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BluefieldFinance Samenvatting Quickscan Administratieve Processen Light Version

Exact Synergy Enterprise. Krachtiger Financieel Management

Productmarktplan Snijhortensia Meer waarde toevoegen? floraholland.com

UW BEDRIJF FINANCIEREN

Checklist beleggen in vastgoed

Studiedag melkvee Mag het een liter méér zijn?

Jaarplan Energie Verantwoorde Glastuinbouw: morgen groeit vandaag

Sprekende Cijfers. Kwartaalbericht Q4 Woningmarkt. Gemeente Rotterdam. Sprekende Cijfers / Woningmarkt gemeente Rotterdam

Schaalvergroting; financieren en managen van groei

Vraag Antwoord Scores

RAPPORT FINANCIEEL CONTINUÏTEITSTOEZICHT

Transcriptie:

Van vakmanschap naar ondernemerschap Een publieke managementletter voor de Glastuinbouw November 2011

Het NIVRA en de NOvAA gaan fuseren en worden samen de NBA: Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants. De leden van de NBA vormen een brede, pluriforme beroepsgroep van ruim 20.000 professionals werkzaam in de openbare accountantspraktijk, bij de overheid, als intern accountant en in het management van organisaties. Integriteit, objectiviteit, deskundigheid en zorgvuldigheid, geheimhouding en professioneel gedrag zijn essentiële waarden voor iedere accountant. De NBA helpt accountants hun cruciale rol in de maatschappij te vervullen, nu en in de toekomst. Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 2

Van vakmanschap naar ondernemerschap 3

00 Inhoudsopgave Hoofdstuk Pagina 01 Topsector in beweging 4 02 Vijf signalen en aanbevelingen 6 03 Uitwerking van de vijf signalen 10 04 Reacties van belanghebbenden 20 Colofon 25 Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 4

01 Topsector in beweging De glastuinbouw is een bijzondere sector van het MKB en maakt deel uit van de Topsector Tuinbouw en Uitgangsmaterialen (plantgoed). Deze sector is goed voor 12,5 miljard euro aan binnenlandse productie, 17 miljard euro aan export en meer dan 450.000 banen 1. Nederland is de grootste exporteur ter wereld in sierteelt en nummer drie in de voedingstuinbouw. Diverse bedrijven in de topsector staan aan de wereldtop. Het kabinet heeft voor de topsector in haar kamerbrief Naar de top: het bedrijvenbeleid in actie(s) vijf doelstellingen geformuleerd, gebaseerd op het advies Bron voor Groene Economie van het Topteam Tuinbouw en Uitgangsmaterialen: wereldleider in internationaal ondernemerschap; internationaal topcentrum voor kennis, onderzoek en ontwikkeling; de meest duurzame sector ter wereld; een optimale ruimte en infrastructuur; balans tussen kwekers- en octrooirecht. De doelstellingen van het kabinet vertonen raakvlakken met de signalen en aanbevelingen in deze publieke managementletter. Maar eerst kort een schets van de glastuinbouw. De oorsprong van de sector ligt in lokale familiebedrijven, die zich konden doorontwikkelen vanwege het gunstige klimaat en de goedkope gasprijs. Door het veilingsysteem was de verkoop min of meer gereguleerd. De bakens zijn inmiddels flink verzet. Veel bedrijven hebben de overstap gemaakt naar grootschalige productie. Om marktpositie te bewaren zijn steeds omvangrijkere investeringen nodig. De internationale concurrentie neemt toe. De globalisatie heeft de sector een kwetsbaar imago gegeven en het verloop van de prijzen krijgt een steeds grilliger karakter. De traditionele focus op kostprijsverlaging door areaalvergroting is minder succesvol dan voorheen. De overheid doet een duit in het zakje met strenge milieu- en voedselveiligheidseisen, zonder dat de sector dit als een goede marketingtool weet in te zetten. Vanwege de slechte resultaten de laatste jaren zijn veel glastuinbouwbedrijven door hun bankiers in bijzonder kredietbeheer gebracht. Bankiers zijn kritischer op investeringsplannen geworden en het aantal nieuwe plannen neemt af. Al deze ontwikkelingen vragen om meer professionaliteit in de bedrijfsvoering en een betere samenwerking om de tussenhandel en grootwinkelbedrijven tegenspel te kunnen bieden. De accountants in de sector maken dit van dichtbij mee. Omdat de bedrijven vooral in het MKB actief zijn treedt de accountant doorgaans niet op als externe controleur, maar als samensteller van de jaarrekening en huisadviseur. In deze managementletter staat die rol centraal. Daarnaast wordt de ondernemer geadviseerd door teeltadviseurs, energiespecialisten en andere externe deskundigen. De meerwaarde van de accountant ligt in het totaaloverzicht dat hij van het bedrijf heeft en de specifieke waarborgen van het accountantsberoep, waarbij integriteit en objectiviteit bovenaan staan. Ook in de adviesrol past een professioneel kritische houding. De Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants (NBA) signaleert in deze publieke managementletter een aantal problemen in de glastuinbouw. De managementletter komt voort uit het NBA-programma Kennis Delen. In dit programma wordt de collectieve kennis van accountants ingezet om vroegtijdig risico s te signaleren in maatschappelijke sectoren. Het accent ligt op het onderkennen van organisatorische risico s op financieel en administratief gebied. Op basis van het materiaal dat door de accountants in de sector werd verzameld, zijn vijf signalen en aanbevelingen opgesteld die hierna in hoofdstuk 02 aan de orde komen. In hoofdstuk 03 worden de signalen verder uitgewerkt, voorzien van aansprekende praktijkvoorbeelden. In hoofdstuk 04 tenslotte zijn reacties van belanghebbenden opgenomen. 1 Uit: Bron voor Groene Economie. Topsectoradvies Tuinbouw en Uitgangsmaterialen. Juni 2011 Van vakmanschap naar ondernemerschap 5

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 6

02 Vijf signalen en aanbevelingen Voor ondernemers 1. Van vakmanschap naar ondernemerschap Veel bedrijven in de glastuinbouw hebben de afgelopen jaren de overstap gemaakt van klein familiebedrijf naar grootschalige onderneming. De oorsprong van de glastuinbouw ligt in kleinschaligheid, waarbij kapitaal en aansturing in handen waren van één ondernemer. Groeien betekent echter dat de ondernemer niet meer alles zelf kan doen. Hij moet leren delegeren aan professionals en investeren in zijn eigen interne organisatie, waaronder een adequate bedrijfsstructuur en actuele managementinformatie. Aanbeveling 1 Zorg voor professioneel ondernemerschap Stel een duidelijke strategie voor de onderneming vast, die jaarlijks wordt bijgesteld aan de hand van de behaalde resultaten. Dit vormt de basis voor de besluitvorming en de informatievoorziening binnen de onderneming. Investeringen moeten goed onderbouwd zijn, ingegeven door een lange termijnvisie. Groeien of de laagste kostprijs hoeft niet altijd de beste strategie te zijn Delegeer bij groei van de onderneming tijdig werkzaamheden en schakel zonodig specialisten in (interne managers en/of externe adviseurs) voor de beheersing van de interne processen. Deel bedrijfskennis en ervaring met alle medewerkers in het bedrijf. Managers kunnen van elkaar leren door onderling informatie uit te wisselen. De ondernemer krijgt hier door ruimte om de juiste visie en strategie te ontwikkelen en om interne processen tijdig bij te sturen. Zorg voor een goed informatiesysteem, afgestemd op de specifieke kenmerken van de onderneming. Een onderneming kan niet functioneren zonder betrouwbare informatie. Groeien betekent niet alleen zorgen voor een betere interne beheersing, maar ook voor adequate managementinformatie. Ingericht naar processen, producten en locaties en opgenomen in een cyclus van planning en controle. 2. Buffers in een grillige markt De glastuinbouw is van oudsher een productiegerichte sector. Ondernemers hebben de neiging om de na een goed oogstjaar behaalde resultaten direct te herinvesteren in bedrijfsuitbreiding en schaalvergroting. Banken hebben deze uitbreidingen tot voor kort ruimhartig gefinancierd, maar zijn terughoudender geworden. Er worden nauwelijks financiële buffers voor moeilijke tijden aangelegd. Een onzekere markt met een kwetsbaar product en grillige prijsvorming vraagt hier juist wel om. Aandacht voor buffervorming past binnen goed risicobeheer. Van vakmanschap naar ondernemerschap 7

Aanbeveling 2 Aanbeveling 3 Creëer voldoende financiële ruimte Herinvesteer behaalde winsten niet direct in de uitbreiding van de onderneming. Een goed oogstjaar kan vaak beter gebruikt worden voor consolidatie en versterking van de reserves. De onvoorspelbare prijsvorming van tuinbouwproducten kan alleen goed opgevangen worden door financiële buffers te kweken. Meer dan in de afgelopen twee decennia is het belangrijk om de buffers in de vorm van liquiditeit aan te houden. Door de dalende tendens in de grondprijzen is aanvullende financiering op basis van stille reserves in het vastgoed vaak niet meer mogelijk. Extra aflossen op de bestaande financiering is niet altijd efficiënt. Het verhoogt weliswaar de solvabiliteit, maar de leencapaciteit kan niet altijd opnieuw aangesproken worden. Ga op zoek naar onderscheidende producten en alternatieve afzetkanalen. Voor de bulkproducten, bijvoorbeeld tomaat, komkommer en paprika, is meer afstemming tussen telersverenigingen nodig om gezamenlijk de markt te betreden. Uiteraard binnen de grenzen van de mededinging. Telers moeten een gelijkwaardige handelspartner van de handelshuizen en supermarktketens worden, om te voorkomen dat ze tegen elkaar uitgespeeld worden. Financiële buffers vergroten de onderhandelingsruimte en zorgen voor een sterkere uitgangspositie. Stem de hoogte van de financiële buffer af op de specifieke kenmerken van de onderneming, de soort producten en de toekomstplannen. Hiervoor bestaan geen absolute bedragen. Te denken valt aan een percentage van de verwachte jaaromzet of de maximaal te missen winstmarge zonder onder de kostprijs te duiken. 3. Ondernemen is internationaal Door de globalisering heeft de glastuinbouw een steeds internationaler karakter gekregen. Een groot deel van de omzet bestaat uit export. Maar in het buitenland gekweekte producten vinden ook gemakkelijker hun weg naar de Nederlandse markt. Productieverhoging en kostenverlaging bieden geen oplossing. In plaats daarvan kan beter geïnvesteerd worden in productspecialisatie, innovatie (duurzaamheid) en betere marketing. Ook zou meer aandacht geschonken kunnen worden aan internationale samenwerking of buitenlandse vestigingen, dicht bij de afnemers. Onderken dat ondernemen internationaal is Leg het accent op specialisatie, innovatie en marketing. Het ontwikkelen van exclusieve producten heeft meer toekomst dan vergroting van de bulk. Telers moeten meer gaan samenwerken om het Nederlandse unique selling point van voedselveiligheid en duurzaamheid te promoten. Duurzaamheid is een belangrijke sleutel voor innovatie en concurrentiekracht. De sector ontwikkelt al de nodige initiatieven, maar er bestaat vooral behoefte aan structurering en zichtbaarheid naar het grote publiek. Schakel gespecialiseerde accountants en adviseurs in wanneer internationaal zaken wordt gedaan. Grensoverschrijdend ondernemen is ingewikkeld. Besef dat accountants en adviseurs kunnen helpen bij de bouw van een goede organisatiestructuur en informatievoorziening, zodat deze tijdig klaar zijn voor internationale expansie. Regel faciliteiten om telers te begeleiden die met buitenlandse vestigingen willen starten. Het Directoraat Agro van het Ministerie van EL&I, het Productschap Tuinbouw en LTO Nederland kunnen hierbij een rol spelen. Voor de overheid 4. Behoefte aan maatgesneden regelgeving De glastuinbouw heeft te maken met een grote hoeveelheid regelgeving. Regelgeving moet transparant en consistent zijn, voor slechts één uitleg vatbaar en rekening houden met de specifieke kenmerken van de sector. Wat betreft de fiscale afschrijving op vastgoed, de doorlooptijd van subsidieaanvragen en de toepassing van de Wet ketenaansprakelijkheid zijn de nodige verbeteringen mogelijk. Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 8

Aanbeveling 4 Aanbeveling 5 Zorg voor toegesneden regelgeving Pas de afschrijvingsbeperking op gebouwen in de Wet Inkomstenbelasting 2001 en in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 zo aan, dat rekening wordt gehouden met gebouwen die slechts een beperkte levensduur hebben, zoals kassen en hun inrichting, door een andere maatstaf te hanteren dan de WOZwaarde. Houdt bij de inrichting van subsidieregelingen rekening met de vaak lange looptijd van investeringen en teeltseizoenen. Het opvragen van informatie mag geen aanleiding zijn om de maximale beschikkingstermijn op te rekken. Zorg voor een regeling dat telers die gecertificeerde uitzendbureaus inschakelen gegarandeerd gevrijwaard blijven van aansprakelijkheid, mits ze zelf aan een aantal minimumeisen voldaan hebben. Het helpt hierbij als kwekers de eis van NEN 4400-1 gecertificeerde arbeid opnemen in hun kwaliteitskeurmerken zoals Fair Trade en EKO. Voor accountants 5. Accountant als kritische adviseur Vanuit het samenstellen van jaarrekeningen treedt de accountant in de glastuinbouw op als adviseur op financieel, administratief en fiscaal gebied. Ook in deze rol moet hij zich als onafhankelijke en kritische professional opstellen, ingegeven door de fundamentele beginselen van de gedragscode voor accountants. Integriteit en objectiviteit staan daarin bovenaan. De accountant kan kritisch sparren en de ondernemer een spiegel voorhouden. Door vraagtekens te plaatsen bij risicovolle plannen en zonodig het continuïteitsvraagstuk op de agenda durven te zetten. Daarnaast is specialistische kennis van de sector nodig. Niet iets wat een accountant er wel even bij kan doen. Durf ook als adviseur kritisch te zijn Hanteer altijd een professioneel-kritische houding, ingegeven door de fundamentele beginselen van de gedragscode voor accountants. Het cliëntbelang mag niet ten koste gaan van het maatschappelijk belang. Houd de ondernemer daarom een spiegel voor en neem de adviezen van gespecialiseerde adviesbureaus niet voetstoots over. Behoed ondernemers met relatief veel eigen vermogen voor te groot optimisme, door ook hen periodiek te confronteren met de uitkomsten van hun prognoses, zelfs als dit niet door de bankier wordt gevraagd. De aanwezigheid van voldoende vermogen is immers geen garantie voor het welslagen van een investering. Zet het continuïteitsvraagstuk in economisch mindere tijden hoger op de agenda. Het is voor een ondernemer vaak moeilijk te onderkennen dat het soms beter is om zijn bedrijf te stoppen, dan jaren verliezen te blijven opbouwen. Het vereist speciale vaardigheden van de accountant om in deze situatie voldoende duidelijkheid te scheppen, zonder het vertrouwen van de ondernemer te verliezen. Het vraagt ook om goede afstemming met alle bij de onderneming betrokken partijen, in het bijzonder met de bankier. Zorg voor voldoende sectorkennis en bijscholing. De glastuinbouw is een complexe sector met veel veranderingen, die een accountant er niet even bij kan doen. Om goed tegenwicht aan andere specialisten te kunnen bieden, moet de accountant ook zelf de nodige expertise opbouwen. Hij moet in staat zijn om mee te groeien met zijn klant. Van vakmanschap naar ondernemerschap 9

03 Uitwerking van de vijf signalen Signaal 1: Van vakmanschap naar ondernemerschap De afgelopen jaren hebben veel bedrijven in de glastuinbouw de overstap gemaakt van klein familiebedrijf naar grootschalige onderneming. Vaak door kapitaalintensieve investeringen, met de focus op areaalvergroting. Schaalvergroting is een gegeven, vaak nodig om te kunnen overleven of te innoveren. Het stelt echter bijzondere eisen aan de ondernemer. De oorsprong van de glastuinbouw ligt in kleinschaligheid, waarbij kapitaal en aansturing in handen waren van één ondernemer. Door de focus op het primaire teeltproces werd te weinig in de eigen organisatie geïnvesteerd. Groeien betekent echter dat de ondernemer niet meer alles zelf kan doen. Hij moet leren delegeren aan professionals en investeren in zijn eigen interne organisatie. In de glastuinbouw worden bedrijven van oudsher aangestuurd door de ondernemer die zelf alle beslissingen neemt. Verwantschap en gewaskennis waren belangrijker dan financiële en bestuurlijke professionaliteit. De administratieve organisatie en de managementinformatie zijn bij de bedrijven beperkt gebleven door het ontbreken van de noodzaak om zich naar derden te verantwoorden. Toezichthouders of commissarissen zijn nauwelijks aangesteld, een interne controlefunctie ontbreekt meestal. In de fase van een kleinschalig familiebedrijf levert dit weinig problemen op, omdat de ondernemer direct op de hoogte kan zijn van alle ontwikkelingen en resultaten van de onderneming. Hij overziet de gehele onderneming en houdt direct toezicht op alle bedrijfsprocessen. Hierdoor beschikt hij over alle informatie die nodig is om tijdig beslissingen te nemen en om zonodig bij te sturen. Door de groei van de ondernemingen, de toegenomen complexiteit van de teeltprocessen en de voortdurend veranderende markt kan de ondernemer zich niet meer met alle activiteiten bemoeien. Zeker niet als een bedrijf op verschillende locaties is gevestigd. Hierdoor kan hij het overzicht verliezen en verkeerde beslissingen nemen. Dit kan de continuïteit van de onderneming in gevaar brengen. Naast ondernemerschap ontstaat daarom behoefte aan een nieuw soort professionaliteit: kennis en ervaring op het gebied van interne organisatie, management en informatievoorziening. De ondernemer moet een zekere afstand durven nemen van de primaire processen en de onderneming minder afhankelijk maken van zichzelf. Hij moet weer gaan doen waar hij goed in is: het ontwikkelen van een duidelijke strategische visie en het uitdenken van innovatieve ideeën. De verantwoordelijkheid voor de interne organisatie en de bedrijfsprocessen kan hij beter delegeren aan gespecialiseerde medewerkers of managers. Die moet hij wel vrijheid van handelen durven geven, zich met de details blijven bezighouden werkt averechts. Dit vereist het opzetten van een interne structuur met duidelijke verantwoordelijkheden, bevoegdheden en informatiestromen. Het is beter om de onderneming vooraf in te richten op groei, dan achteraf te moeten constateren dat zaken uit de hand zijn gelopen. Elke groeifase van een onderneming kent een bijpassende bedrijfsstructuur. Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 10

Specialistische kennis kan de ondernemer ook inhuren. Het is hierbij belangrijk dat hij altijd vanuit zijn eigen strategische visie blijft denken, gekoppeld aan de specifieke kenmerken van zijn bedrijf. Hij moet het overzicht bewaren en in staat zijn om adviezen op hun waarde te schatten, met een voldoende kritische blik. Naast delegeren moet ook aan een goed informatiesysteem worden gewerkt, met tijdige managementrapportages en actuele informatie. Ingericht naar processen, producten en locaties. Ingebed in een interne cyclus van planning en controle. Een betrouwbaar systeem zorgt ervoor dat genomen beslissingen achteraf geëvalueerd kunnen worden. Hierdoor ontstaat inzicht in de effecten van die beslissingen en kan tijdig bijsturing plaatsvinden. Negatief voorbeeld Onbeheerste groei kleine onderneming Onderneming A kweekt potplanten. De laatste jaren is een flinke groei opgetreden door de enthousiaste inzet van ondernemer T. Hij bemoeit zich met alle fasen van het teeltproces, van de inkoop van stekken tot de verkoop op de veiling. T zit vol met nieuwe ideeën en alle benodigde gegevens weet hij uit zijn hoofd. Hoewel werkweken van 60 tot 70 uur heel normaal voor hem zijn, wil hij geen middenkader aanstellen. Dat is te duur, hij wil al zijn middelen in groei steken. T heeft een aantal externe teelt- en energieadviseurs ingehuurd, die hem de meest ambitieuze plannen voorschotelen. Helemaal in zijn straatje. Hoewel de inkoopprijs van energie beneden zijn maximaal haalbare kostprijs ligt, besluit hij het advies op te volgen om te speculeren op prijsdaling. Ook investeert hij in een nieuwe teeltmethode die nog in de kinderschoenen staat. Dan gaat het mis. De energieprijs stijgt flink en T moet een duur contract afsluiten. Er treden plotseling teeltproblemen op, met als gevolg extra uitval en klachten van afnemers. Er moeten aanvullende kosten gemaakt worden. T heeft dringend behoefte aan specifieke managementinformatie, maar die is nooit in de administratie vastgelegd. Opeens moet hij overal tegelijk zijn en ad-hoc beslissingen nemen. Zaken dreigen uit de hand te lopen, T komt meer en meer in de rode cijfers terecht. Alleen een drastische reorganisatie kan de onderneming nog van faillissement redden. Positief voorbeeld Actuele managementinformatie Komkommeronderneming B heeft geïnvesteerd in een uitgebreid managementinformatiesysteem. Maandelijks wordt gerapporteerd over omzet, productie- en kostencijfers. Hieronder vallen bijvoorbeeld energie- en verpakkingskosten per locatie, kilo s per vierkante meter, afval- en uitvalpercentages, gemiddeld gewicht per verpakking, gemiddelde verkoopprijs en de verhoudingen tussen oogst, verpakking en verkoop. De interne beheersing valt onder de financieel directeur die periodiek gedetailleerde informatie ontvangt van de andere directieleden en managers. Op de verschillende locaties zijn managers actief die verantwoordelijk zijn voor de diverse processen. Hierdoor heeft de directie voldoende tijd en aandacht om een duidelijke strategie voor de toekomst vast te stellen en onderbouwde beslissingen te nemen over investeringen, samenwerking en de introductie van nieuwe soorten. De aanwezigheid van een middenkader biedt medewerkers de mogelijkheid om zich te specialiseren. Door deze investering in de interne organisatie kon de directie in moeilijke tijden aan de kredietverschaffers aantonen dat zij de juiste strategie voerde en alles voldoende onder controle had. Duidelijk was dat de afname van de winst niet aan de onderneming lag, maar aan externe factoren. De directie kon laten zien dat de onderneming een goed toekomstperspectief had, de juiste grootte en een optimale kostenstructuur. Productielocaties hoefden niet gesloten te worden, waardoor de werkgelegenheid binnen de onderneming behouden bleef. Enkele jaren erna draaide de onderneming weer als vanouds. Signaal 2: Buffers in een grillige markt De glastuinbouw is van oudsher een sector die sterk productiegericht denkt. Ondernemers hebben de neiging om de na een goed oogstjaar behaalde resultaten direct te gebruiken voor bedrijfsuitbreiding en schaalvergroting. De focus ligt op kostprijsverlaging, via een zo hoog mogelijke productie. Daarom worden nauwelijks buffers aangelegd voor moeilijke tijden. Gezien de onzekere marktfactoren zou dit juist wel moeten gebeuren. De omvang en de vorm van de financiële buffer moeten per onderneming worden bepaald. Buffervorming moet ingepast zijn in adequaat risicobeheer. In toenemende mate wordt op het scherpst van de snede ondernomen, dit brengt extra financiële risico s met zich mee. Van vakmanschap naar ondernemerschap 11

Elke ondernemer moet zich afvragen hoe kwetsbaar hij wil zijn in perioden dat minder verdiend wordt. De glastuinbouw wordt gekenmerkt door een grote afhankelijkheid van externe, moeilijk te beheersen marktomstandigheden. Winst en verlies kunnen per jaar wisselen. Er is duidelijk sprake van een kopersmarkt, waarbij de prijsvorming buiten de invloed van de aanbieders plaatsvindt. Door de grootschalige productie en afzet kan de individuele ondernemer zich nauwelijks profileren. Omdat sprake is van een kwetsbaar natuurproduct bestaat bijna geen mogelijkheid om producten tijdelijk op te slaan en ze op de markt te brengen wanneer de prijzen gunstiger zijn. De producten zijn bevattelijk voor ziekten en bederf. De sector heeft geen grip op de aanvoer en moet rekening houden met de toenemende aanvoer van buitenlandse producten. Omdat de consument het verschil in kwaliteit vaak niet ziet is de markt gevoelig voor imago. Berichten uit het buitenland, zoals de uitbraak van de EHEC bacterie in Duitsland kunnen funest zijn voor de afzet en prijsvorming in Nederland. Van oudsher heeft de tuinbouwsector geen directe communicatie met de finale consument over de kwalitatieve en kwantitatieve vraag in de markt. Hierdoor is het niet goed mogelijk om de productie op de vraag af te stemmen, met het risico van overproductie en slechte prijsvorming. Door de invloed van grootwinkelbedrijven en tussenhandelaren is een scheve margeverdeling ontstaan. Retailers maken marges ten koste van de telers en gebruiken hen om hun duurzame karakter op te poetsen, zonder dat ze daarvoor zelf veel hoeven te investeren. Telers zijn niet in staat om de prijsvorming van hun producten te beïnvloeden, waardoor het regelmatig voorkomt dat producten onder kostprijs afgezet worden. Traditioneel wordt gekozen voor verlaging van de kostprijs door de aantallen stuks of kilo s per vierkante meter te verhogen. Elke verdienste wordt direct geherinvesteerd in areaaluitbreiding, zonder bekend te zijn met de specifieke behoefte in de markt. Er wordt nauwelijks gedacht aan financiële buffers om mogelijke tegenvallers op te vangen. Vanuit de overheid worden er aan de telers steeds strengere eisen gesteld op het gebied van voedselveiligheid en milieu. Ondanks de beschikbare subsidieregelingen leiden deze tot verhoging van de kostprijs, die niet of nauwelijks aan de afnemers door te berekenen valt. en milieuvriendelijke warmtekrachtinstallaties (WKK s). Door een verslechtering van de spark spread (saldo elektra opbrengst minus gaskosten) kan de gestegen gasprijs slechts ten dele worden opgevangen met hogere elektraopbrengsten. Elektraprijzen zitten op een structureel laag niveau. De terugverdientijd van WKK s is een stuk langer geworden. Desondanks is de WKK nog steeds een stabiele factor in onzekere tijden en draagt daarmee bij aan een beter risicobeheer. De sector heeft al tientallen jaren met de hierboven genoemde marktomstandigheden moeten leven, maar de risico s zijn de laatste jaren aangescherpt. Met name door de concentratie van afnemers, de toenemende invloed van het buitenlandse aanbod, de strengere milieueisen en de verslechterde winstmarge van WKK s. Een onzekere markt met een kwetsbaar product en grillige prijsvorming vraagt om extra aandacht voor risicobeheer en het aanhouden van buffers om tegenslagen op te vangen. Meer dan in de afgelopen jaren gaat het daarbij vooral om liquiditeit, de stille reserves in het vastgoed zijn niet altijd meer toereikend om extra leencapaciteit te krijgen. Negatief voorbeeld Overproductie na goed oogstjaar Onderneming C heeft een uitzonderlijk goed jaar achter de rug. Door het mislukken van de oogst in Spanje waren de prijzen in Nederland extra hoog. Het overschot aan liquiditeit is onmiddellijk ingezet om het areaal verder uit te breiden. Niet omdat hieraan een goed investeringsplan ten grondslag lag, maar omdat de onderneming dit altijd zo heeft gedaan. Vanuit de visie dat meer productie leidt tot een lagere kostprijs, zodat nog meer van de prijsvorming geprofiteerd kan worden. In het verleden werkte dit altijd. Alleen is C niet de enige onderneming die zo denkt, met als gevolg een grote overproductie in het volgende oogstjaar. De prijzen gaan onderuit en C kan nauwelijks aan zijn aflossingsverplichtingen voldoen. C was reeds maximaal gefinancierd en heeft daarom geen ruimte meer om noodzakelijke vervangingsinvesteringen te doen. Eén van de grootste kostenposten is energie. Om minder afhankelijk te zijn van de grillen van de energiemarkt maken ondernemers veelvuldig gebruik van uitermate efficiënte Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 12

Positief voorbeeld Betere grip op prijsvorming Onderneming D is zeer succesvol in de tomatenteelt. In plaats van schaalvergroting wordt gezocht naar onderscheidende producten en speciale niches in de markt. Hiervoor worden speciale soorten en rassen ontwikkeld. Ook zijn alternatieve afzetkanalen ingezet en probeert de onderneming vooraf vaste prijsafspraken te maken, waardoor de afhankelijkheid van de tussenhandel zoveel mogelijk wordt uitgeschakeld. Er worden proeven gedaan met het overbrengen van een deel van de productie naar de landen met de grootste afnemers. Met inschakeling van Nederlandse toeleveranciers en teeltkennis wordt lokaal geteeld, waardoor op transportkosten bespaard kan worden. Signaal 3: Ondernemen is internationaal Door de globalisering heeft de glastuinbouw een steeds internationaler karakter gekregen. Een groot deel van de omzet bestaat uit export. Aan de andere kant neemt de kwaliteit van de in het buitenland gekweekte producten toe en vinden ze steeds gemakkelijker hun weg naar de Nederlandse markt. Niet alleen ondernemen is internationaal, de markten zijn het ook. Het realiseren van nog meer bulkproductie in Nederland biedt geen oplossing meer, omdat in het buitenland al genoeg wordt geproduceerd. Nederland is niet meer het centrum van de wereldwijde glastuinbouw. In plaats daarvan kan beter geïnvesteerd worden in specialisatie, innovatie en marketing. De glastuinbouw is al aan de slag met duurzaamheid, maar weet dit nog niet goed te promoten. Kwantiteit moet vervangen worden door kwaliteit. Ook zou meer aandacht geschonken moeten worden aan internationale samenwerking of vestiging elders. De oorsprong van de glastuinbouw ligt in het gematigde klimaat en de lage gasprijs door de vondst van aardgas in Nederland. Hierdoor was het mogelijk om productie en kennis te ontwikkelen en een goede positie in de wereldmarkt te veroveren. Door de technologische vooruitgang, het ontstaan van een vrije energiemarkt en de toenemende globalisering zijn deze factoren van steeds minder betekenis. Door verbeterde transporttechnieken en grote verschillen in lokale kostprijs loont het de moeite om elders gekweekte producten naar de Nederlandse markt te brengen. Hierdoor verschuift de teelt steeds meer naar omringende landen en productiecentra aan de rand van Europa Afrika en Zuid- Amerika, vaak opgezet met Nederlandse kennis. Door technische innovaties wordt het steeds gemakkelijker om waar ook ter wereld een nieuw glastuinbouwbedrijf neer te zetten. Nieuwe houdbaarheidstechnieken maken het mogelijk om producten zonder kwaliteitsverlies over steeds grotere afstand te vervoeren. Nederlandse kennis wordt gebruikt om rassen te veredelen. Door deze ontwikkelingen neemt de kwantiteit en kwaliteit van de teelt in het buitenland toe. Samen met de inherente neiging van telers in Nederland om hun bedrijf steeds meer te willen uitbreiden leidt dit tot overcapaciteit in de markt. De beperkte houdbaarheid van de tuinbouwproducten zorgt voor aanvoerpieken, met als gevolg negatieve prijsvorming. De globalisering heeft ook een keerzijde. De glastuinbouw is nog onvoldoende in staat om de meerwaarde van haar producten aan de consument over te brengen. Nederlandse tuinbouwproducten staan onder strenge kwaliteitsnormen op het gebied van veiligheid en milieu. Ook al heeft dit een kostprijsverhogend effect, het biedt uitgekiende marketingkansen, die onvoldoende worden benut. Ondanks de toenemende tuinbouwproductie is nog steeds sprake van een dalend verbruik aan water, energie en gewasbeschermingsmiddelen. De in het eerste signaal genoemde WKK s vormen een goed voorbeeld van het duurzaam aanwenden van energie. Ze leveren al 15 procent van de elektriciteitsbehoefte van de Nederlandse huishoudens. Zolang de consument het kwaliteitsverschil niet ziet, blijft het Nederlandse product kwetsbaar voor incidenten elders in de wereld. Ook al heeft de uitbraak van een ziekte niets met de Nederlandse markt te maken, de consument wordt direct terughoudend met zijn aankopen. Een nieuwe tendens is Local for Local, waarbij producten uit de directe omgeving op een lokale markt worden aangeboden. De consument vertrouwt zijn eigen omgeving het meest en wil graag authentiek, ambachtelijk gekweekt voedsel, mits niet te duur. Dit vereist een innovatieve manier van productie, transport en verkoop. Waar massa geen kansen meer biedt, zal de oplossing in specialisatie gezocht moeten worden. Een recente ontwikkeling is de toename van protectionisme in de wereld, waarbij het eigen lokale product en de eigen telers worden beschermd. Een deel van de productie naar de lokale markt van het desbetreffende land verplaatsen kan hiervoor een oplossing bieden, vooral wanneer met lokale telers wordt samengewerkt. Van vakmanschap naar ondernemerschap 13

Negatief voorbeeld Te scherpe internationale concurrentie Onderneming E behoorde tot de meest succesvolle rozenkwekers in Nederland. Jarenlang was de aandacht alleen gericht op schaalvergroting. Investeringen in bijzondere soorten en het veredelen van rassen bleven achterwege. Waarom ook, Nederland had toch al jaren een onaantastbare positie. De ontwikkelingen gingen echter voort. Mede met Nederlandse kennis werden in Afrika en Zuid-Amerika talloze productiecentra opgericht, met soorten die geschikt waren voor het aanwezige klimaat. De goedkope arbeid en minimale energiekosten zorgen voor een lage kostprijs. Door verbeterde transport- en houdbaarheidstechnieken kunnen de rozen uit deze continenten nu tegen een concurrerende prijs op de Nederlandse markt gezet worden. Onderneming E was niet in staat om deze concurrentie aan te gaan en raakte niet meer uit de rode cijfers. Het vermogen werd geminimaliseerd en er was geen ruimte meer om nieuwe investeringen te plegen. E moest gesloten worden. Positief voorbeeld Focus op innovatie en specialisatie Onderneming F onderkende tijdig het gevaar van de massaproductie van rozen in het buitenland. Haar visie was dat altijd ruimte bestaat voor rozen van de allerhoogste kwaliteit. Deze zijn zeer kostbaar om te produceren en vereisen een enorm kapitaalintensieve investering. Op het moment dat de bulkproductie van rozenteelt nog voldoende opbracht sloopte F bestaande capaciteit en investeerde fors in een geheel nieuwe opzet. Deze gespecialiseerde teelt vereist extreem veel kunstmatig groeilicht. Om dit mogelijk te maken investeerde F in een WKK. Hiermee wordt stroom opgewekt, terwijl de restwarmte verkocht kan worden. Onder deze condities worden nu op milieuvriendelijke wijze rozen van de allerhoogste kwaliteit geproduceerd. Waar veel rozenkwekers gedwongen werden te stoppen, rendeert F als nooit tevoren. Haar superrozen worden onder een specifiek merk verkocht in heel Europa, er is een aparte markt voor ontstaan. F onderstreept in haar marketing dat de echte superkwaliteit uit Holland komt. Signaal 4: Behoefte aan maatgesneden regelgeving De glastuinbouw heeft te maken met een grote hoeveelheid aan regelgeving. Zonder regelgeving kan geen sector goed functioneren. Voorwaarde is dat deze transparant en consistent is, geen mogelijkheid biedt tot verschillende interpretaties en voldoende is toegesneden op de specifieke kenmerken van de sector. Op het gebied van de fiscale afschrijving op vastgoed, de doorlooptijd van subsidieaanvragen en de toepassing van de Wet ketenaansprakelijkheid zijn de nodige verbeteringen mogelijk. Regelgeving heeft als doel duidelijkheid en rechtszekerheid te scheppen. Regels die voor meerdere uitleg vatbaar zijn, regelmatig worden veranderd en voor onzekerheid zorgen, leiden juist tot meer administratieve lasten en belemmeren innovatie. Bij de uitwerking van dit signaal komen drie specifieke voorbeelden aan de orde. Volgens artikel 3.30a van de Wet Inkomstenbelasting 2001 (en artikel 8 lid 6a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969) kan op een gebouw in eigen gebruik slechts worden afgeschreven tot 50 procent van de waarde volgens de Wet waardering onroerende zaken (WOZ-waarde). Voor de afschrijving worden de onderdelen van het gebouw, de daarbij behorende ondergrond en aanhorigheden als één bedrijfsmiddel beschouwd. Op grond wordt niet afgeschreven. In de glastuinbouw zijn kassen de belangrijkste productiemiddelen. Fiscaal gezien worden kassen en de bijbehorende inrichting als gebouw aangemerkt, waardoor ze onder de afschrijvingsbeperking van 50 procent van de WOZ waarde vallen. In tegenstelling tot bijvoorbeeld kantoorpanden of fabriekshallen hebben kassen aan het einde van hun gebruiksduur van (gemiddeld) 20 jaar nauwelijks enige waarde meer, sloop is meestal het enige wat overblijft. De op zich te rechtvaardigen afschrijvingsbeperking heeft voor de glastuinbouw ongewenste effecten. Aan het eind van de gebruiksperiode vindt altijd een inhaal-afschrijving plaats, omdat de boekwaarde nooit de werkelijke waarde aangeeft. Bijzonder is ook dat, afhankelijk van de niet-afschrijfbare grondwaarde, de ene ondernemer bij een overigens gelijke kas (ook in waarde) meer mag afschrijven dan de andere. Kas en ondergrond worden immers als één bedrijfsmiddel gezien. Een hogere boekwaarde van de grond bij de ene ondernemer levert een hoger afschrijfbaar bedrag voor de kas op, dan bij de andere ondernemer die een lagere boekwaarde van de grond heeft. Het verschil wordt niet rechtgetrokken door een hogere belastbare boekwinst bij verkoop van de grond, omdat de boekwinst in beide gevallen onder de fiscale landbouwvrijstelling valt. Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 14

Management letter Glastuinbouw 15

Negatief voorbeeld: Langdurige onduidelijkheid waardering kassen De Belastingdienst voert een discussie met onderneming G over de balanswaardering van de kas en de inrichting. Zij stelt zich op het standpunt dat deze één geheel vormen, zodat de afschrijvingsbeperking ook op de inrichting van toepassing is. G zou hierdoor minder mogen afschrijven en dus meer belasting moeten betalen. Jurisprudentie ontbreekt en de discussie met de Belastingdienst sleept zich voort. G verkeert diverse jaren in onzekerheid. Uiteindelijk wordt het definitieve oordeel geveld: er zijn twee soorten inrichting. Een deel (primair) hoort bij de kas, het andere deel (secundair) niet. Dit levert veel puzzelwerk op. Zo bestaat de verwarmingsinstallatie uit één geheel: één systeem, waarin geen onderscheid bestaat tussen primaire en secundaire onderdelen. Om het kunstmatige verschil toch in de jaarrekening aan te kunnen brengen, moet G extra kosten maken. Bedrijfseconomisch gezien is deze splitsing van geen enkele betekenis. Negatief voorbeeld: Termijnoverschrijding subsidie door Ministerie Het Ministerie van EL&I heeft voor de IRE de periode 1 april tot en met 13 mei 2011 als indieningstermijn aangewezen. Beschikkingen worden binnen 13 weken afgegeven. Onderneming H dient keurig binnen deze termijn een subsidieaanvraag in. Het Ministerie confronteert H echter met allerlei technische vragen over de betreffende investering. Hierdoor wordt de termijn van 13 weken opgerekt met de met de periode dat er vragen worden gesteld en er op antwoord wordt gewacht. Deze verlenging van de termijn staat niet in de regeling, H moet gewoon de beslissing van het Ministerie afwachten. Daar had H niet op gerekend. De subsidie kan echter niet gemist worden om de investering rendabel te maken. De materialen hebben een lange levertijd en moeten speciaal in het buitenland gemaakt worden. Omdat de beschikking te laat komt om tijdig voor het teeltseizoen gereed te zijn, besluit H noodgedwongen om het gehele project af te blazen. Wijzigingen in subsidieregelingen worden vaak op het laatste moment bekend gemaakt, waardoor het voor ondernemers onmogelijk is om hun investeringsplan tijdig aan te passen. Met als gevolg dat het niet meer mogelijk is om van de subsidie gebruik te maken. Ook komt het voor dat regelingen onverwacht worden opgeschort of ingetrokken, omdat het door de overheid beschikbaar gestelde budget te snel is uitgeput. Ondernemers die hun plannen net klaar hebben, maar een dag te laat zijn, vissen achter het net. Bij veel subsidieregelingen mag de ondernemer pas verplichtingen met derden aangaan nadat hij de beschikking heeft ontvangen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de regeling Investeringen in Energiebesparing (IRE) van het Ministerie van EL&I. Het Ministerie heeft tot 13 weken na de sluitingsdatum de tijd om een beschikking af te geven. Pas daarna mag de ondernemer tot bestelling overgaan. Omdat het vaak specifieke investeringen met een lange levertijd betreft, bestaat het risico dat het nieuwe teeltseizoen wordt misgelopen. De ondernemer staat dan in dubio om toch maar te gaan investeren en de subsidie kwijt te raken, of om de beschikking af te wachten en daarmee een seizoen energiebesparing mis te lopen. De glastuinbouw werkt met seizoenproducten. Om productiepieken op te vangen wordt regelmatig gebruik gemaakt van uitzendkrachten. De factor arbeid vormt een belangrijke kostenpost, door het flexibel inzetten van personeel kunnen deze kosten zo laag mogelijk blijven. Bij een tegenvallende oogst hoeven geen vaste arbeidskrachten doorbetaald te worden. Het komt echter nog regelmatig voor dat ondernemers geconfronteerd worden met naheffingen in het kader van de Wet Ketenaansprakelijkheid (WKA), omdat op het eerste gezicht betrouwbare uitzendbureaus hun fiscale verplichtingen niet nakomen. De ondernemers trachten zich tegen deze gevolgen te wapenen door het nemen van een heel scala aan maatregelen, maar zien zich desondanks regelmatig geconfronteerd met naheffingen. Een belangrijk initiatief in de uitzendbranche is certificering van uitzendbureaus volgens de NEN4400-1 norm. Helaas is deze certificering en de toetsing ervan nog niet waterdicht, er bestaat geen enkele zekerheid dat gecertificeerde arbeid gevrijwaard is van naheffingen. Het inschakelen van uitzendbureaus blijft dus altijd een risico. Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 16

Negatief voorbeeld: Aansprakelijkheid voor uitzendbureaus De wetgever heeft de WKA uitgevaardigd om te voorkomen dat malafide uitzendbureaus belasting en premies ontduiken. Dit kan een onbedoeld negatief effect hebben op ondernemers die volledig te goeder trouw zijn. Onderneming I is zo n voorbeeld. I werkt al jaren met een gerenommeerd uitzendbureau, voorzien van ABU-certificering. De tarieven zijn marktconform. I controleert zelf van iedere medewerker de echtheid en geldigheid van het paspoort en de eventuele tewerkstellingsvergunning. Zonodig laat I een controle doen door de marechaussee. Verder houdt I een exacte schaduwloonadministratie bij, vraagt regelmatig bewijzen van betalingsgedrag op bij de Belastingdienst en stort een percentage van de facturen rechtstreeks naar de Belastingdienst. Bij een controle door de Belastingdienst blijkt het uitzendbureau toch niet alle regels te hebben nageleefd. Als gevolg van de WKA wordt I geconfronteerd met forse naheffingen over de afgelopen jaren. Hoewel I logischerwijs alles heeft gedaan wat mogelijk is, wordt zij toch gestraft voor de fouten van een ander bedrijf. van verliesgevende bedrijven. Eind september 2011 vond echter voor het eerst een online veiling van tuinbouwbedrijven plaats. Van de accountant wordt in zijn rol als adviseur verwacht dat hij de ondernemer ook in deze moeilijke tijden blijft steunen. Het is voor een ondernemer moeilijk te onderkennen dat het soms beter is om zijn bedrijf te stoppen, dan jaren verliezen te blijven opbouwen. Het vereist speciale vaardigheden van de accountant om in deze situatie duidelijkheid te scheppen en objectief te blijven, zonder het vertrouwen van de ondernemer te verliezen. Hij zal hierbij nauw moeten samenwerken met alle betrokken partijen, met name de bankier. Het moment van bedrijfsbeëindiging valt nooit precies te bepalen. Soms weten ondernemingen na enkele jaren doormodderen toch de kern van het probleem boven tafel te krijgen, waardoor winstgevende exploitatie weer tot de mogelijkheden behoort. Maar het kan ook zijn dat het bedrijf uiteindelijk toch moet stoppen en dat de ondernemer dan echt alles kwijt is. Ook wanneer een gezonde onderneming een nieuwe investering overweegt, moet de accountant zich als onafhankelijke professional durven op te stellen. Door de adviezen van andere deskundigen te beoordelen en kritische vragen te stellen. Signaal 5: Accountant als kritische adviseur Vanuit het samenstellen van jaarrekeningen treedt de accountant in de glastuinbouw op als adviseur op financieel, administratief en fiscaal gebied. Ook in deze rol moet hij zich als onafhankelijke en kritische professional opstellen, geleid door de fundamentele beginselen van de Verordening Gedragscode voor accountants (VGC). Integriteit en objectiviteit staan daarin niet voor niets bovenaan. Hij kan kritisch sparren met de ondernemer als deze met een ambitieus investeringsplan aankomt, nee zeggen tegen een onhaalbare investering of zonodig het continuïteitsvraagstuk op de agenda zetten. De accountant moet beschikken over specifieke kennis van de sector, om de adviezen van andere deskundigen zoals teelt-, energie- of kredietadviseurs te kunnen begrijpen en beoordelen. De glastuinbouw is geen sector die de accountant er wel even bij kan doen. Door de grillige prijsvorming in de afgelopen jaren, de toenemende internationalisatie en de steeds zwaardere investeringseisen komen bedrijfsbeëindigingen vaker voor. Bedrijven komen terecht bij de afdeling bijzonder kredietbeheer van hun bank. Tot dusver hebben bankiers vaak de voorkeur gegeven aan het zoveel mogelijk overeind houden Negatief voorbeeld: Uitstellen bedrijfsbeëindiging Accountant V is de accountant van onderneming J, gericht op meerjarige sierteelt. J besluit om een nieuw gewas met een teeltperiode van vijf jaar te planten. Onderdeel van deze investering is een WKK met warmtelevering aan de buren en een uitbreiding van de belichtingsinstallatie. Het plan wordt volledig doorgerekend door een energieadviseur en door V via exploitatie- en liquiditeitsprognoses. Gezien de aanwezigheid van voldoende eigen vermogen worden de risico s laag ingeschat. In het eerste jaar ontstaat een verlies, dat J volledig kan verklaren. De productie blijft echter haperen. V adviseert J om in gesprek te gaan met de teeltadviseur die de prognoses heeft opgesteld, maar voert zelf geen kritische analyse uit. In het tweede jaar komt de liquiditeit steeds meer onder druk te staan. Op grond van een herrekende prognose van de teeltadviseur, die pal achter zijn cijfers staat, kan een lening volgens het Besluit bijstandverlening zelfstandigen verkregen worden (BBZ-lening). Het derde jaar wordt de productie weer niet gehaald. Het gaat uiteindelijk zo slecht dat het bedrijf wordt verkocht en een faillissement dreigt, met Van vakmanschap naar ondernemerschap 17

alle emoties die hierbij horen. In het proces waren twee momenten waarop V de continuïteitsvraag aan de orde had kunnen stellen: bij de beoordeling van de prognoses en bij de aanvraag van de BBZ-lening. In plaats van deze bezinning werd besloten om kost wat kost door te gaan, met alle gevolgen van dien. Positief voorbeeld: Advisering over bedrijfsverkoop Accountant W is accountant van de verliesgevende onderneming K. Inclusief twee jaren door de crisis in de sector wordt nu al drie jaar verlies geleden. Het vertrouwen op herstel van de verkoopprijzen is meer hoop dan geloof. In de prognoses worden reële productie-aannames gemaakt, maar de verwachte prijs wordt steeds niet gehaald. De geldstroom is alleen nog positief door de relatief lage aflossingen. Mede door intensief overleg van W met K, bankier en familie wordt het bedrijf in de stille verkoop gezet. K en zijn vader (stichter van het bedrijf) blijven hun focus houden op het doorzetten van de teelt, ondanks de te hoge kostprijs voor de producten. Het doet pijn dat het bedrijf in korte tijd zoveel aan waarde heeft verloren, daarom willen beiden er nog meer eigen kapitaal in stoppen. Onverwacht wordt een redelijk bod op het bedrijf gedaan, waarbij K schuldenvrij van zijn bedrijf afscheid kan nemen. Dit wordt toch als positieve ontwikkeling ervaren. Eindelijk is er een alternatief. Inmiddels is het bedrijf verkocht en is de rust weergekeerd. K is ergens anders in loondienst gaan werken. De glastuinbouw is een sector die een accountant er niet even bij kan doen. Om een geloofwaardige positie als adviseur te kunnen vervullen zal de accountant over voldoende vakkennis en ervaring in de sector moeten beschikken. Hij zal de capaciteit moeten hebben om boven de materie uit te stijgen en het overzicht te bewaren. Dit betekent dat hij in staat moet zijn om de adviezen van andere deskundigen te begrijpen en beoordelen. Hierbij kan zijn kennis en ervaring op het gebied van administratieve organisatie en controle goed van pas komen. Het is belangrijk dat de accountant op de hoogte blijft van alle ontwikkelingen in het bedrijf van zijn klant en hierbij durft door te vragen. De ondernemer die doorgroeit naar een meer complexe bedrijfsstructuur zal tijdig ondersteuning moeten krijgen op die aspecten waarin hij zelf tekort schiet. De accountant moet meegroeien met zijn klant en moet in staat zijn om in diens bedrijfsvoering de zwakke plekken te signaleren. Zodat de ondernemer kan doen waar hij het sterkst in is: ondernemen. Negatief voorbeeld: Onbenutte subsidiemogelijkheden Accountant X is de accountant van onderneming L, die bij voorkeur externe adviesbureaus inschakelt. L heeft geïnvesteerd in een nieuwe kas en laat de subsidieaanvraag geheel over aan een extern subsidieadviesbureau. X wordt hierin niet gekend. Pas bij het samenstellen van de jaarrekening en de belastingaangifte merkt X dat veel geld is blijven liggen, omdat het adviesbureau niet alle subsidiemogelijkheden heeft benut. X doet zijn best, maar de gemiste kansen zijn achteraf niet meer te repareren. X had waarschijnlijk eerder aan de bel kunnen trekken als hij meer contact met zijn klant had gehouden. Positief voorbeeld: Energieverrekening achteraf Accountant Y is de accountant van onderneming M, die gebruik maakt van een WKK en belichtingsinstallaties. Via de installatie wordt stroom opgewerkt voor de belichting en teruglevering aan het electriciteitsnet. De warmte die vrijkomt wordt gebruikt om de kas te verwarmen en deels doorgeleverd aan de buren. Bij het samenstellen van de jaarrekening maakt Y een overzicht van de energieproductie. Via verbandscontrole toont hij aan dat aan de onderneming teveel energie in rekening werd gebracht en dat de afrekening met de buren onvolledig is. Omdat Y zijn berekening goed kan onderbouwen vindt alsnog verrekening plaats, wat M veel geld oplevert. Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 18

04 Reacties van belanghebbenden Onderstaande belanghebbenden hebben op verzoek gereageerd op de publieke managementletter en hun reacties zijn integraal opgenomen in dit hoofdstuk. Productschap Tuinbouw LTO Noord Glaskracht Rabobank Van vakmanschap naar ondernemerschap 19

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 20

Van vakmanschap naar ondernemerschap 21

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 22

Van vakmanschap naar ondernemerschap 23

Nederlandse Beroepsorganisatie van Accountants 24

Van vakmanschap naar ondernemerschap 25