vroegeziektevanlyme; vroege gedissemineerde ziekte van Lyme; late ziekte van Lyme; postinfectieuze klachten en symptomen.



Vergelijkbare documenten
Samenvatting Richtlijnen Dermatologie 2012 Lymeborreliose Inleiding Diagnostiek Vroege lymeborreliose

Lymeborreliose. Inleiding. Diagnostiek. Drs. M.V. Starink. De richtlijn dateert uit De herziene versie kwam uit in 2013.

Sterke klinische verdenking (1) Diagnostiek in serum en liquor (2) Pleiocytose of i.t. antistofproductie bij positieve serum serologie

Richtlijn Lyme-borreliose

Dermatologie. Lyme-borreliose / Ziekte van Lyme

De ziekte van Lyme anno 2015 Joppe Hovius

Lyme Borreliose Ziekte, diagnos4ek en therapie. Overveen 26 maart 2014 Dr. Dick Veenendaal Arts- microbioloog

Samenvatting. Een complex beeld

De ziekte van Lyme is een infectieziekte. Een andere naam die ook wel eens gebruikt wordt, is borreliose.

Protocol diagnostiek en behandeling van NEUROBORRELIOSE

Samenvatting multidisciplinaire richtlijn arbeid en lymeziekte

Richtlijn. Lyme-borreliose

Manifestaties van Ziekte van Lyme. Albert Vollaard Afd. Infectieziekten LUMC 17 nov 2014

ZIEKTE VAN LYME, EEN UPDATE

Nieuwsbrief 42 Maart - April 2008 DE WEEK VAN DE TEEK


LYME ARTRITIS

Werkstuk Biologie De lymneziekte en teken

PDF hosted at the Radboud Repository of the Radboud University Nijmegen


Workshop: Lymeziekte. Afke Brandenburg, arts microbioloog, Izore centrum infectieziekten Friesland

Extra- and intracellular atypical and cys2c forms of spirochetes in the cerebral cortex of a pa2ent with pathologically and serologically confirmed

RICHTLIJNEN BEROEPSZIEKTEN

Lyme-borreliose: soms ongrijpbaar, vaak behandelbaar

Inhoudsopgave CARE - 2 -

De ziekte van Lyme. Symptomen. Ziekteverschijnselen

NHG-Behandelrichtlijn Tekenbeet en erythema migrans Wichers IM, Verduijn MM, Bouma M

LymeProspect onderzoek naar gevolgen van Lyme-ziekte

Huisartsensymposium Presentatie dr. J.Schellekens, Lyme-Borreliose 9 november 2010

Twee opvattingen over Lyme-ziekte. Alexander Klusman Psychiater en Lyme-patiënt

Twents Netwerk Zoönosen Partners in strijd tegen zoönosen

Basisinformatie over Lyme-borreliose Door AWB Klusman

Lyme borreliose Nascholing Maastricht

Wat is de ziekte van Lyme?

FTO Lyme. Caroline Swanink. Arts-microbioloog 29 april 2014

Richtlijn Lymeziekte

Conceptrichtlijn Lymeziekte

Verdeling Borrelia species

Lyme Centrum Apeldoorn STZ Expertise centrum

Ziekte van Lyme: diagnose en therapie

Multidisciplinaire richtlijn arbeid en lymeziekte

De ziekte van Lyme. Inleiding

Casuspresentaties infectieuse serologie: laboratoriumaspecten. Dr. Alex Mewis Klinisch Bioloog Jessa Ziekenhuis - Campus Virga Jesse Hasselt

Kinderneurologie.eu. Neuroborreliose.

Tekenbeetziekte of niet? Laat u niet beetnemen

Programma RIOG reumatologie d.d. 23 november 2005

Multidisciplinaire richtlijn Arbeid en lymeziekte

Epidemiologische surveillance van Lyme borreliose Borrelia burgdorferi s.l

VLAAMS INFECTIEZIEKTEBULLETIN

LYME-BORRELIOSE (Infectie met Borrelia) 2016

Onderstaand de volledige uitspraak.

state of the art SPA dr I.E. van der Horst (30 min spreektijd)

Diagnostiek van lymeborreliose

Een tekenbeet. Neem altijd uw verzekeringsgegevens en identiteitsbewijs mee!

bosschap bedrijfsch3p ver. brs en natuur

Borrelia. Algemeen Medisch Laboratorium Antwerpen. Dr. M. Berth

Verdubbeling van het aantal consulten voor tekenbeten en Lyme-borreliose in de huisartsenpraktijk in Nederland

Juveniele spondylartropathie/enthesitis gerelateerde artritis (SpA-ERA)

Lyme Centrum Apeldoorn STZ Expertise centrum

Informatie over tekenbeet en de ziekte van Lyme

Problemen in de diagnose en behandeling van Lyme-borreliose in Nederland

Optimalisatie van de rapportering van infectieuze serologie

Cover Page. The handle holds various files of this Leiden University dissertation.

Atypische cutane manifestaties van lymeziekte

(n.a.v. Richtlijn koorts bij kinderen NVK aangepast voor Medisch Centrum Alkmaar)


, v8 FK Achtergrondinformatie Otitis media acuta 1

Inleiding. Reumatische ziekten

Post-treatment Lyme disease syndrome (PTLDS) Datum 26 oktober 2015 Status Definitief

Inhoud. Waar komt de teek voor? Hoe ziet een teek eruit? Levenscyclus teek. De teek op jacht


Informatie over de Ziekte van Lyme en andere tekenbeetziekten.

Ziekte van Lyme in Belgie

Acrodermatitis chronica atrophicans bij een 74-jarige vrouw: drie jaar zonder diagnose

De ziekte van Lyme wordt veroorzaakt door de spirocheet

Chronische lymeziekte; een verwarrende entiteit

Richtlijn JGZ-richtlijn Huidafwijkingen

De Q koorts epidemie in Nederland

Sta$s$sche analyse van Lyme screening (EIA) ten opzichte van immunoblot.

Eigenlijk is een tekenbeet geen. snuitvormig orgaan vol bloed. Zo

Epidemiologie van de ziekte van Lyme vastgesteld door huisartsen in 2008 en 2009

(Hoe) krijgen we met een One Health-aanpak Lyme-ziekte onder de knie? Hein Sprong

TRANSMURAAL PROTOCOL REUMATOLOGIE

Juveniele Spondylartropathie/Enthesitis Gerelateerde Artritis (SPA-ERA)

Reumatische Koorts en Post-Streptokokken Reactieve Artritis

Fysieke fitheid, vermoeidheid en fysieke training bij sarcoïdose patiënten

Lyme-borreliose: soms ongrijpbaar, vaak behandelbaar

Drie kinderen met een eenzijdige perifere N. facialis-parese

VSV Achterhoek Oost Protocol Preventie en behandeling van early-onset neonatale infecties

2009/049 C E N T R A A L T U C H T C O L L E G E voor de Gezondheidszorg Beslissing in de zaak onder nummer 2009/049 van: A., wonende te B.

Neuroborreliose. Scannende electronenmicroscopie. Borrelia burgdorferi onder lichtmicroscoop. Geschiedenis

Compagnonscursus 2012

Richtlijn Huidafwijkingen (2012)

De reumatoloog. Ziekenhuis Gelderse Vallei

Colofon. Dit e-book is een uitgave van Stichting Gezondheid. Teksten: Stichting Gezondheid

UGP-folders. Tekenbeten

Spreekbeurt Nederlands Ziekte van Lyme

Acuut reuma en post-streptokokken reactieve artritis

Q-koorts, een complexe diagnostiek! (the JBZ experience!)

Transcriptie:

2 Ziekte van Lyme A.A.M. Blaauw 2.1 Inleiding De ziekte van Lyme is een infectieziekte, veroorzaakt door de spirocheet Borrelia burgdorferi (B. burgdorferi), die wordt overgedragen door een beet van een teek, Ixodes ricinus. Een infectie met Borrelia burgdorferi leidt niet altijd tot de ziekte van Lyme. Wanneer wel ziekteverschijnselen ontstaan, wordt de ziekte van Lyme geclassificeerd in de volgende stadia: vroegeziektevanlyme; vroege gedissemineerde ziekte van Lyme; late ziekte van Lyme; postinfectieuze klachten en symptomen. 2.2 Symptomen Symptomen en verschijnselen van de ziekte van Lyme wisselen naar gelang het stadium waarin de ziekte zich bevindt. Erythema migrans en borrelia-lymfocytoom zijn de belangrijkste klinische verschijnselen in het vroege stadium. Vroege gedissemineerde ziekte van Lyme, waarbij de verschijnselen binnen één jaarna erythema migrans of na ontstaan van infectie optreden zijn: multipele erythema migrans, vroege neuroborreliose met (meningo)radiculitis, meningitis, perifere facialisparese en uitval van andere hersenzenuwen, lyme-carditis met atrioventriculaire geleidingsstoornissen en meer zeldzame afwijkingen als uveïtis en panoftalmitis. Als verschijnselen zich voordoen meer dan één jaar na erythema migrans of na ontstaan van de infectie, spreekt men van late ziekte van Lyme. In deze fase ziet men acrodermatitis chronica atrophicans en (zeldzame) chronische neuroborreliose met encefalomyelitis, meningo-encefalitis en radiculo- BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 027

28 Het Reumatologie & Orthopedie Formularium myelitis. Klachten en symptomen die blijven bestaan na adequate eradicatie van aangetoonde ziekte van Lyme, zoals neurologische restverschijnselen, cognitieve stoornissen, radiculaire pijn en paresthesieën of dysesthesieën, worden geclassificeerd onder postinfectieuze klachten en symptomen. In alle stadia van de ziekte van Lyme komen klachten van het houdings- en bewegingsapparaat voor. Bij vroege ziekte van Lyme en vroege gedissemineerde ziekte van Lyme komen voornamelijk aspecifieke spier- en gewrichtspijnen voor (geen afwijkingen bij lichamelijk onderzoek) die vaak gepaard gaan met vermoeidheid. Lyme-artritis (synoviale zwelling en hydrops van het aangedane gewricht) manifesteert zich voornamelijk in het kniegewricht bij late ziekte van Lyme. Persisterende artritis en gegeneraliseerde spier- en gewrichtspijnen, al dan niet gepaard gaand met vermoeidheid, komen in het postinfectieuze stadium voor. Het belangrijkste hulpmiddel de bij diagnostiek is onderzoek naar antistoffen tegen Borrelia burgdorferi in bloed en liquor cerebrospinalis. Exacte gegevens over het voorkomen van de ziekte van Lyme in Nederland zijn niet bekend. In 2001 consulteerden 65.000 patiënten in Nederland hun huisarts vanwege een tekenbeet. Bij 13.000 patiënten werd erythema migrans vastgesteld. De meest voorkomende manifestaties op het moment van presentatie zijn (zie ook tabel 2.1): erythema migrans (77%), neuroborreliose (16%), artritis (7%), acrodermatitis chronica atrophicans (3%) en lymfocytoom (3%). 2.3 Lyme-artritis In een Amerikaans onderzoek onder patiënten met de ziekte van Lyme die niet eerder met antibiotica waren behandeld, kreeg ongeveer 60% van de patiënten aanvallen van asymmetrische oligoarticulaire artritis van vooral de grote gewrichten. Meestal was het kniegewricht aangedaan, waarbij opviel dat er dan sprake was van een enorme, niet-pijnlijke hydrops van het kniegewricht. De aanvallen begonnen gemiddeld een half jaar na het begin van de ziekte van Lyme. De gemiddelde duur van de aanvallen was drie maanden. In het tweede en derde jaar van de ziekte werden de episoden van artritis vaak langer. Bij 11% van de patiënten ontstond in die periode chronische artritis. Ook deze was bijna BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 028

2 Ziekte van Lyme 29 Tabel 2.1 erythema migrans borrelia-lymfocytoom vroege neuroborreliose lyme-carditis lyme-artritis acrodermatitis chronica atrophicans (ACA) chronische neuroborreliose postinfectieuze klachten en symptomen Meest voorkomende klinische manifestaties van de ziekte van Lyme. rode of blauwrode plek met meestal centrale opheldering, zich centrifugaal uitbreidend, met een doorsnede van ten minste 5 centimeter zeldzaam; blauwrode pijnloze nodulus of plaque; meestal voorkomend aan het oor (kinderen), de tepel of het scrotum pijnlijke meningoradiculitis met of zonder perifere facialisparese of uitval van andere hersenzenuwen; bij kinderen meestal meningitis en geïsoleerde perifere facialisparese meestal atrioventriculaire geleidingsstoornissen recidiverende kortdurende aanvallen met artritis van meestal het kniegewricht; zelden overgaand in chronische artritis langdurig bestaande rode of blauwrode huidafwijking, soms met zwelling, meestal aan de strekzijde van de extremiteiten; in een later stadium atrofie zeldzaam; langer bestaande encefalitis, encefalomyelitis, meningo-encefalitis, radiculomyelitis klachten en symptomen die blijven bestaan na adequate eradicatie van aangetoonde ziekte van Lyme: neurologische restverschijnselen; persisterende artritis; verspreide spier- en gewrichtspijn, cognitieve stoornissen, radiculaire pijn, paresthesieën, dysesthesieën; vermoeidheid. altijd van het kniegewricht. Perioden met artritis werden afgewisseld door artritisvrije perioden. Bij patiënten met adequaat behandeld erythema migrans is het ontstaan van verschijnselen van lyme-artritis veel zeldzamer. Slechts bij 1,1% van de adequaat met antibiotica behandelde patiënten trad binnen één jaar na behandeling artritis op. In een studie van Gerber onder kinderen werd bij 6% van de kinderen artritis als eerste symptoom van de ziekte van Lyme geconstateerd. In Europa lijkt het voorkomen van artritis als gevolg van de ziekte van Lyme minder te zijn dan in de Verenigde Staten. In een onderzoek in Zweden bleken 98 van 1471 patiënten met de ziekte van Lyme (6,6%) verschijnselen van artritis te BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 029

30 Het Reumatologie & Orthopedie Formularium hebben. In een Nederlandse studie werden bij 73 patiënten met artritis van de knie, bij wie de meest voorkomende reumatologische oorzaken voor artritis waren uitgesloten, antistoffen tegen B. burgdorferi bepaald. Bij vier patiënten waren antistoffen tegen B. burgdorferi aanwezig maar slechts bij één patiënt was klinisch ook sprake van de ziekte van Lyme. In eenzelfde soort studie, uitgevoerd in Zweden, werd bij 5% van honderd opeenvolgende patiënten in een reumatologische praktijk lyme-artritis gediagnosticeerd. De apriorikans op lyme-artritis is dus laag. Bij patiënten met spier- en gewrichtsklachten die men verdenkt van lyme-artritis is het van belang onderscheid te maken tussen aspecifieke (geen objectieve afwijkingen bij lichamelijk onderzoek) en specifieke klachten met synoviale zwelling en hydrops van een gewricht. Bij vroege en vroege gedissemineerde ziekte van Lyme zijn zeker aspecifieke klachten van spier- en gewrichtspijn beschreven, vaak gepaard gaande met vermoeidheid. Echter, bijna altijd in combinatie met meer specifieke symptomen zoals erythema migrans en neuroborreliose. Lyme-artritis manifesteert zich vooral in het kniegewricht. Bij patiënten met artritis van de knie, bij wie andere gangbare oorzaken zijn uitgesloten, is de kans dat de artritis berust op de ziekte van Lyme minder dan 10%. 2.4 Laboratoriumdiagnostiek Borrelia-serologie is de laboratoriumdiagnostische methode van keuze. Er is een trage immuunrespons van IgM- en IgG-antistoffen, die gemiddeld drie en zes weken na infectie met Borrelia burgdorferi ontstaan en uiteindelijk bij vrijwel alle patiënten aanwezig zijn. Aanwezigheid van borrelia-antistoffen in het bloed vormt op zich geen bewijs voor actuele of actieve borrelia-infectie. Bij patiënten met vroege of vroege gedissemineerde ziekte van Lyme en een korte ziekteduur kan het zijn dat de immuunrespons nog niet op gang gekomen is. De sensitiviteit van de serologische test is dan laag. Bij erythema migrans is dat bijvoorbeeld ongeveer 50% en bij acute neuroborreliosis 80%. 11 Bij patiënten die langer dan acht weken klachten hebben en bij patiënten met verschijnselen van late ziekte van Lyme, zoals lyme-artritis, is de sensitiviteit tot 100%. In deze gevallen is de positief voorspel- BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 030

2 Ziekte van Lyme 31 lende waarde van de positieve ELISA-uitslag hoog, waardoor confirmatie door middel van immunoblot niet nodig is. Antistoffen kunnen na behandeling jarenlang aantoonbaar blijven. Gezien de lage apriorikans op lyme-artritis is een positieve test op antistoffen tegen B. burgdorferi nog niet bewijzend voor de diagnose lyme-artritis. Andere oorzaken van artritis (bijv. reactieve artritis, artritis in het kader van spondylartropathie, jicht, pseudojicht, gonokokkenartritis, palindroomreuma en reumatoïde artritis) dienen te worden uitgesloten. Echter, bij patiënten met artritis van de knie, bij wie andere (reumatologische) oorzaken zijn uitgesloten, maakt de aanwezigheid van antistoffen tegen B. burgdorferi in het serum lyme-artritis de meest waarschijnlijke diagnose. Bij patiënten met mono- en oligoartritis van andere gewrichten dan de knie lijkt lyme-artritis de meest waarschijnlijke diagnose als er in de anamnese andere aanwijzingen zijn voor de ziekte van Lyme zoals een tekenbeet of doorgemaakt erythema migrans en er antistoffen tegen B. burgdorferi aanwezig zijn. 2.5 Behandeling Preventie van tekenbeten dient een hoge prioriteit te hebben. Er is geen plaats voor routinematig gebruik van antimicrobiële profylaxe na een tekenbeet. Alleen wanneer een teek ten minste 36 uur op de huid gehecht heeft gezeten, kan profylactische behandeling met eenmalig doxycycline 200 mg overwogen worden. De ziekte van Lyme heeft een goede prognose. De meeste verschijnselen zijn self-limiting. Behandeling met antibiotica bekort de klinische verschijnselen en voorkomt late verschijnselen, chronische infectie en complicaties. De langetermijnresultaten van behandeling met antibiotica zijn goed. Als de ziekte van Lyme tijdig wordt gediagnosticeerd en adequaat behandeld, zijn recidieven zeldzaam. Het kan echter weken tot maanden duren voordat alle klinische verschijnselen zijn verdwenen. Na een nieuwe tekenbeet kan een tweede infectie met Borrelia burgdorferi optreden. De keuze van het antibioticum, de wijze van toedienen en de duur van de behandeling zijn afhankelijk van het stadium van de ziekte. In tabel 2.2 wordt een overzicht gegeven van de aanbevolen behandeling voor de ziekte van Lyme. BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 031

32 Het Reumatologie & Orthopedie Formularium Tabel 2.2 tekenbeet erythema migrans, borrelialymfocytoom vroege neuroborreliose Behandeling van de ziekte van Lyme. antibioticum geen duur therapie doxycycline 2 dd 100 mg a 10-21 amoxicilline 3 dd 500 mg b 14-21 wijze van toediening azitromycine 1 dd 500 5 mg c gram d 14 penicilline-g 6 dd 2-3 ME d 14-28 doxycycline 2 dd 200 21-28 mg a lyme-carditis doxycycline 2 dd 100 mg a gram d 14-21 lyme-artritis doxycycline 2 dd 100 mg a acrodermatitis chronica atrophicans (ACA) chronische neuroborreliose amoxicilline 3 dd 500 mg d gram d doxycycline 2 dd 100 mg a 14 gram d 14-30 gram d iintraveneus a Niet bij kinderen < 9 jaar. b Bij contra-indicaties voor doxycycline: allergie, leeftijd < 9 jaar, fotosensibiliteit, zwangerschap enz. c Bij contra-indicaties voor amoxicilline. d Doses aanpassen bij kinderen. BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 032

2 Ziekte van Lyme 33 In verschillende studies is aangetoond dat behandeling met antibiotica effectief is bij de behandeling van lyme-artritis. Zowel penicilline-g, cefotaxim, ceftriaxon als doxycycline is effectief. Hoewel er geen vergelijkende studies zijn verricht naar de optimale behandelingsduur van lyme-artritis, zijn de succespercentages in studies met doxycycline met een behandelingsduur van aanzienlijk hoger dan die met een duur van 10-14. Voor behandeling van lyme-artritis wordt doxycycline 2 dd 100 mg gedurende aanbevolen. Als deze behandeling niet succesvol is, wordt gram gedurende ten minste 14 aanbevolen. Bij contra-indicaties voor doxycycline kan amoxicilline 3 dd 500 mg gedurende 30 als alternatief worden voorgeschreven. De meeste patiënten met lyme-artritis reageren goed op de antibiotische therapie, soms echter pas twee tot vier maanden na het staken van de antibiotica. Recidieven of persisterende infecties na behandeling zijn bij patiënten met lyme-artritis beschreven. Langdurige behandeling met antibiotica bij patiënten met postinfectieuze klachten en symptomen zonder aangetoonde persisterende infectie heeft geen gunstig effect op de klachten en het functioneren. 2.6 Ten slotte In 2004 is de Richtlijn Lyme-borreliose gepubliceerd met een samenvatting in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. Deze richtlijn is opgesteld op initiatief van de Medisch Wetenschappelijke Raad van het Kwaliteitsinstituut voor de gezondheidszorg CBO en de Nederlandse Vereniging voor Lyme-patiënten. De richtlijn is opgesteld door vertegenwoordigers van de betrokken medisch-wetenschappelijke verenigingen. Op basis van de beschikbare wetenschappelijke gegevens zijn aanbevelingen geformuleerd over de preventie, diagnostiek en behandeling van de ziekte van Lyme. Literatuur 1 Boon S van den, Pelt W van. Verdubbeling consulten voor tekenbeten en Lyme ziekte. Onderzoek in de huisartspraktijk: 1994 en 2001. Infectieziektenbulletin. 2003;5:162-3. BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 033

34 Het Reumatologie & Orthopedie Formularium 2 Berglund J, Eitrem R, Ornstein K, et al. An epidemiological study of Lyme disease in southern Sweden. N Engl J Med. 1995;333:1319-27. 3 Steere AC, Schoen RT, Taylor E. The clinical evolution of Lyme Arthritis. Ann Intern Med. 1987;107:725-31. 4 Luger SW, Paparone P, Wormser GP, et al. Comparison of Cefuroxime Axetil and Doxycycline in treatment of patients with early Lyme disease associated with erythema migrans. Antimicrob Agents Chemother. 1995;39:661-7. 5 Gerber MA, Shapiro ED, Burke GS, et al. Lyme disease in children in southeastern Connecticut. Pediatric Lyme Disease Study Group. N Engl J Med. 1996;335:1270-4. 6 Blaauw AAM, Nohlmans MKE, Leffers P, et al. Lyme borreliosis: a very infrequent cause of arthritis of undetermined etiology in the southern part of The Netherlands. Br J Rheumatology. 1992;31:401-4. 7 Berglund J, Blomberg I, Hansen BU. Lyme borreliosis in rheumatological practice: identification of Lyme arthritis and diagnostics aspects in a Swedish county with high endemicity. Br J Rheumatology. 1996;35:853-60. 8 Blaauw AAM, Dijkmans BAC, Bouma PAD, et al. Rational diagnosis and treatment in unclassified arthritis: how clinical data may guide requests for Lyme serology and antibiotic treatment. Ann Rheum Dis. 1993;52:206-10. 9 Wilske B. Microbiological diagnosis in Lyme Borreliosis. Int J Med Microbiol. 2002;291(S33):114-9. 10 Bunikis J, Barbour AG. Laboratory testing for suspected Lyme Disease. Med Clin North Am. 2002;86(2):311-40. 11 Kuiper H, Cairo I, Dam A van, et al. Solitary erythema migrans: a clinical, laboratory and epidemiological study of 77 Dutch patients. Br J Dermatol. 1994;130:466-72. 12 Speelman P. Is het zinvol om bij een tekenbeet preventief eenmalig doxycycline 200 mg oraal te geven om besmetting met Borrelia burgdorferi te voorkomen? Ned Tijdschr Geneeskd. 2007;151:1901. 13 Nau R, Christen H-J, Eiffert H. Lyme disease. Current state of knowledge. Dtsch Arztebl Int. 2009;106(5):72-82. 14 Steere AC, Levin RE, Molloy PJ, et al. Treatment of Lyme arthritis. Arthritis Rheum. 1994;37:878-88. 15 Steere AC, Angelis AM. Therapy for Lyme arthritis. Arthritis Rheum. 2006;10:3079-86. 16 Hassler D, Zoller L, Haude M, et al. Cefotaxime versus penicillin in the late stage of Lyme disease-prospective, randomised therapeutic study. Infection. 1990;18:16-20. 17 Bentas W, Karch H, Huppertz HI. Lyme arthritis in children and BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 034

2 Ziekte van Lyme 35 adolescents: outcome 12 months after initiation of antibiotic therapy. J Rheumatol. 2000;27:27:2025-30. 18 Dinser R, Jendro MC, Schnarr S, et al. Antibiotic treatment of Lyme borreliosis: what is the evidence? Ann Rheum Dis. 2005;64:519-523. 19 Klempner MS, Hu LT, Evans J, et al. Two controlled trials of antibiotic treatment in patients with persistent symptoms and a history of Lyme disease. N Engl J Med. 2001;345:85-92. 20 Feder HM, Johnson BJB, O Connell S, et al. A criticial appraisal of Chronic Lyme Disease. N Engl J Med. 2007;357:1422-30. 21 Speelman P, Jongh BM de, Wolfs TF, et al. Richtlijn Lyme-borreliose. Ned Tijdschr Geneeskd. 2004;148:659-63. BSL - ALG_ZB_1KZM - 3131r1_9789031381913 035