Werkstuk Biologie De ijsbeer

Vergelijkbare documenten
DE IJSBEER. Super speurneus

IJsbeer. Wetenschappelijke naam ursus maritimus

Naam: BLOEDSOMLOOP. Vraag 1. Waaruit bestaat bloed?

De orka. De geschiedenis van de orka. Kenmerken van de orka

6.9. Werkstuk door E woorden 25 juni keer beoordeeld. Biologie voor jou. Inhoudsopgave

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

WOLF. Huilend roofdier

DE SIBERISCHE TIJGER

Zintuigen. voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

inhoud 1. De ijsbeer 2. Hier woon ik 3. Mijn jas is warm 4. Mijn voeten 5. Jagen 6. In het hol 7. Erop uit 8. Bedreigd 9. Berenweetjes 10.

Werkstuk Biologie Zee-otter

5,4. Werkstuk door Sanne 729 woorden 8 januari keer beoordeeld. De orka. Dier

Werkstuk Biologie De Pandabeer

Bijlage VMBO-GL en TL

BASISSTOF 1 HET BLOED OM TE ONTHOUDEN

1. We ademen om te leven

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

DIERENPASPOORT IJSBEER pag 1

DE GEWONE ZEEHOND. Huiler

GEWONE ZEEHOND. Huiler

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

Tijger. Een machtige streepjeskat

Inleiding In het najaar worden de dagen steeds korter en de nachten steeds langer. Kun je je voorstellen dat je in de maand november naar bed gaat?

DE WOLF. Huilend roofdier

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-13-1-b

DE CALIFORNISCHE ZEELEEUW

Eindexamen biologie vmbo gl/tl II

Zintuigen. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

ONTDEKKINGSTOCHT. Veel plezier! Deze speurtocht is voor de hele familie! De sterretjes geven aan hoe moeilijk de vragen zijn. makkelijk moeilijk

Cellen aan de basis.

Werkstuk Biologie Nijlpaarden

IJsberen op Spitsbergen

Thema: Transport HAVO. HENRY N. HASSENKHAN SCHOLENGEMEENSCHAP LELYDORP [HHS-SGL] Docent: A. Sewsahai

Winterslaap. Met filmpjes, werkblad en puzzels. groep 5/6. uitgave januari 2013

Voeding. Voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

* makkelijk (voor kleine kinderen) ** normaal (voor kinderen) *** moeilijk (voor volwassenen)

Spreekbeurt menselijk lichaam. Door Lara Sieperda.

inhoud De wolf 3 1. Een roofdier 2. Ruiken, horen en zien 3. De roedel 4. De taal van de wolf 5. Wolf en hond 6. Soorten wolven 7.

Alles over de bloedziekten PNH & AA. Wat is bloed?

De leeuw. De geschiedenis van de leeuw. Kenmerken van de leeuw

SPEURTOCHT. Groep 7 en 8. Met deze speurtocht loop je door de hele dierentuin. Beantwoord de vragen, verzamel alle letters en raad het geheime woord!

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

Herhalingsles Het lichaam. Ademhaling. Benoem de aangeduide delen op onderstaande tekeningen aan.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

6.4. Boekverslag door V woorden 11 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave. Inleiding. Groep van het dierenrijk

Samenvatting Biologie Bloedsomloop

Samenvatting Biologie Thema 7: Transport

Naam: DE GIRAFFE. Vraag 1b. Hoe zwaar kan een giraffe worden? Vraag 1a. Hoe lang kan een giraffe worden?

Naam:_ KIKKERS. pagina 1 van 6

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

Aantekeningen Hoofdstuk 2: Planten, dieren, mensen BBL. 2.1 Namen 1 Hoe komen planten en dieren aan hun naam? De naam van een plant of een dier kan: *

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-11-1-b

Opdracht Aardrijkskunde Vossen

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Spreekbeurtpakket - organen

6.5. Opdracht 1. Opdracht 2. Opdracht 4. Boekverslag door K woorden 10 mei keer beoordeeld. Basisstof 1

Bijlage VMBO-GL en TL

Kikkers. Inleiding. Kikkers bij ons in de buurt

Bijlage VMBO-KB. biologie CSE KB. tijdvak 1. Deze bijlage bevat informatie. KB-0191-a-11-1-b

Thema 3 Voeding en je lichaam

DIERENPASPOORT GIRAFFE. Giraffa camelopardalis

De tijger. De geschiedenis van de tijger. De kenmerken van de tijger

5,9. Werkstuk door een scholier 1643 woorden 13 oktober keer beoordeeld. Inleiding

De pinguïn. De geschiedenis van de pinguïn. Kenmerken van de pinguïn

5,9. Werkstuk door een scholier 1441 woorden 9 juni keer beoordeeld

Mitose is een ander woord voor gewone celdeling. Door gewone celdeling blijft het aantal chromosomen in lichaamscellen gelijk (46 chromosomen).

Informatieles Vleermuizen

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

Bijlage VMBO-GL en TL

SPREEKBEURT Chinchilla

5,2. Antwoorden door een scholier 1376 woorden 19 februari keer beoordeeld. Basisstof 1; samenstelling van bloed

Manenwolf. Manenwolf. Paspoort-gegevens

Vuursalamander. Vuursalamander

Samenvatting Biologie Verbranding

Winterslaap. groep 5/6

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

Mijn spreekbeurt gaat over een exotisch dier, de Koala. Ik heb de koala als onderwerp voor mijn spreekbeurt gekozen omdat

SPREEKBEURT Chinchilla

Beste juffrouw, vrienden en vriendinnen, ik ga je vandaag wat vertellen over olifanten.

Bijlage VMBO-GL en TL 2006

Dolfijnen behoren tot de walvisachtigen. Er bestaan 2 soorten walvissen:

Volg de wandelroute, dan zie je alle dieren!

Werkstuk Biologie Bloed

KOMODOVARAAN. Door: Jade Boezer

Afdrukken pagina 2-19 dubbelzijdig formaat A4 naar behoefte kunnen lege A4-pagina s worden tussengevoegd

6,7. Schofthoogtes: Kracht: Werkstuk door een scholier 1362 woorden 18 mei keer beoordeeld. Inhoud:

ZEEHONDEN informatiepakket

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 11, 12

inhoud blz. Inleiding 1. Twee hoofdsoorten 2. Echo 3. Huid en vleugels 4. Jonge vleermuizen 5. Vleermuizen in Nederland

Praktische opdracht Biologie De Haai

Een. hoort erbij! Over dieren uit een ei. groepen 3-5

DE HUMBOLDT PINGUÏN. Een levend kostuum

Presentatie Biologie Wolf

Werkstuk Biologie Roken

Samenvatting Mensen ABC

Kijk, zo klopt het! EEN KIJKJE IN JE HART INHOUD. Je hart? Hard nodig!

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

DE MELKSLANG. Na-aap slang

Het vak biologie kennis MN001 Een biologische tekening maken praktijk MN005 Werken met een loep praktijk MN008

Transcriptie:

Werkstuk Biologie De ijsbeer Werkstuk door een scholier 3477 woorden 3 juni 2005 6,5 303 keer beoordeeld Vak Biologie Inhoud: Inhoud Inleiding Erfelijkheid en evolutie Regeling en gedrag Voortplanting De bloedsomloop Ademhaling en verbranding Bronnenlijst Slot De evolutie van de ijsbeer: Stamboom: De oudste afstammeling van de ijsbeer is de Miacidea (die leefde ongeveer 57 miljoen jaar geleden) uit dat dier zijn alle huidige berensoorten afstammeling. De voorouders van de ijsbeer zijn veel kleiner dan de ijsbeer en kodiakbeer van nu. De eerste echt herkenbare beer ontstond zo'n 20 miljoen jaar de geleden (de dageraadbeer) en die was ongeveer zo groot als een vos. De prehistorische beren splitsten zich in drie groepen: De eerste groep (de Ailuropodinae) at bijna alleen maar planten, uit die groep is de reuzenpanda overgebleven. De tweede groep (Tremarctinae) omvatte veel kortsnuitbren, de enige nu nog levende verwant is de brilbeer. En uit de derde groep (Ursinae) zijn de meeste nu nog levende beren ontstaan. Veel wetenschappers geloven dat de ijsbeer afstamt van de bruine beer. De ijsbeer verscheen ongeveer 100.000 tot 250.000 jaar geleden, het meest waarschijnlijke is ongeveer 200.000 jaar. De ijsbeer is de nieuwste soort beren die er zijn. De beren van toen waren veel groter dan de ijsberen van nu. In de het plaatje hierboven zie je de stamboom van de ijsbeer (de ijsbeer is aangegeven bij de pijl). Evolutie: Weten schappers denken dat de bruine beren evalueerde omdat ze in een geïsoleerd gebied tussen gletsjers zaten vlak bij Siberië. Ze ondergingen in een korte tijd veel evaluatieve veranderingen om te overleven op het ijs. De ijsbeer van nu is helemaal aangepast aan de noordpool, dat zie je vooral aan de kleur en dikte van de vacht. IJsberen zijn dus eigenlijk de nieuwste soort beren. IJsberen zijn samen met de kodiakbeer en de kamsjatbeer de op 2 na grootse landdieren op aarde. Ze zijn ook goed aangepast aan het leven op de noordpool, ze hebben een witte, dikke vacht en zijn erg sterk. De vorm van het lijf van de https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-de-ijsbeer-22162 Pagina 1 van 6

ijsbeer is in al die duizenden jaren duidelijk veranderd met die van de bruine beer, het lichaam van een ijsbeer is veel meer verlengd dan dat van een bruine beer, ook heeft de ijsbeer de schouderbult die een bruine beer heeft niet. Ook kunnen ijsberen veel beter ruiken dan andere beren, ook het gehoor van een ijsbeer is uitstekend. Dat allemaal is ook wel nodig om op de noordpool te overleven. Andere kleine aanpassingen die de ijsbeer heeft doorstaan is dat de ijsbeer een langere nek heeft, zo kan hij tijdens het zwemmen zijn hoofd makkelijk boven water houden. Tijdens de evolutie van de ijsbeer heeft de ijsbeer ook vier ontzettend grote poten gekregen, 30cm!. De grote poten werken als sneeuwschoenen. Door de breedte wordt het gewicht van de ijsbeer verdeeld zodat ze zelfs over dun ijs kunnen lopen. Ook houden ijsberen (met uitzondering van zwangere ijsbeervrouwtjes omdat de welpen vier maanden een schuilplaats nodig hebben) als enige soort beren geen winterslaap, dat hebben ze niet nodig omdat er in de winter op de noordpool nog genoeg eten te vinden is om te overleven. IJsberen kunnen erg hard rennen (soms wel 50 km/h) en kunnen uitstekend zwemmen. De Latijnse naam voor ijsbeer is: Ursus Maritimus dat zeebeer betekent (Ursus betekent beer en Maritimus betekent zee). Ze kregen deze naam omdat ze meer tijd in het water verblijven dan andere soorten beren. Een ijsbeer heeft net als de meeste andere beersoorten 72 chromosomen (dus 36 paren) en net als bij de mens heeft een mannetje ook nog een x en een y chromosoom en een vrouwtje twee x chromosomen. Hiernaast zie je de chromosomen van een mannelijke ijsbeer. De chromosomen van een mannetje en een vrouwtje zijn behalve de x en y chromosomen wel hetzelfde. In het tabel hieronder zie je wat er is gebeurd tijdens de evolutie van de ijsbeer. In de tabel hieronder zie je de verschillen tussen de ijsbeer en de bruine beer. IJsbeer Bruine beer Lange nek Korte nek Grote poten Normale poten Witte (dikke) vacht Bruine vacht Geen winterslaap (zwangere beren wel) Wel een winterslaap Kunnen zwemmen Kunnen niet zwemmen Kunnen goed ruiken Kunnen minder goed ruiken Regeling en gedrag: Gedrag: IJsberen zijn ontzettend eenzaam. Alleen als de moeder haar jongen verzorgd en als een mannetje een vrouwtje zoekt om te paren zijn ijsberen bij elkaar. Het grootste gedeelte van de dag is de ijsbeer inactief (ongeveer tweederde van de tijd), dat wil zeggen dat ze slapen, liggen of wachtend op een prooi (jagen). IJsberen slapen net als de mens ongeveer zeven tot acht uur achter elkaar. Zo kunnen ze energie en warmte besparen. IJsberen lopen geen gevaar om tijden hun slaap aangevallen te worden, en hoeven zich dus niet te verbergen. Meestal zoeken ze een beschutte plek waar ze geen last hebben van andere dieren. De overige tijd (eenderde deel) zijn IJsberen actief, en dat wil zeggen dat ze lopen, zwemmen, hun prooi achtervolgen en eten. IJsberen zijn het actiefst op het begin van de dag. Tijdens de zomer als het ijs smelt, kunnen sommige ijsberen geen robben vangen. Ze doen het dan rustig aan en leven dan van hun reserves en eten vooral bessen. IJsberen zo zijn goed geïsoleerd dat ze op warme dagen oververhit kunnen raken. Om dan koel te blijven gaan ijsberen plat op het ijs liggen of op hun rug met hun poten in de lucht. Zelfs op het noordpool gebied kunnen ijsberen de sporen van andere beren waarnemen en volgen. Er zijn maar weinig dingen waarop ze hun geur af kunnen zetten, zodat de sporen gemarkeerd kunnen zijn door druppels urine op de grond. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-de-ijsbeer-22162 Pagina 2 van 6

IJsberen komen elk jaar naar de noordkust van Rusland om op de walrussen te jagen die zich daar voortplanten. De enorme volwassen walrussen weren aanvallen af, maar de walrussenjongen zijn kwetsbaarder. IJsberen houden niet van andere beren, ze zijn veel liever alleen. Wanneer twee beren elkaar tegen komen, heb je de kans dat ze met elkaar gaan vechten maar meestal houden ze het bij grauwen en intimideren. De jonge ijsberen houden van schijngevechten (als oefening van gevechten in hun latere leven). IJsberen gaan alleen niet vechten als er voldoende voedsel is. Maar ijsberen moeten altijd voor elkaar oppassen want het kannibalisme komt bij ijsberen veel meer voor als bij andere zoogdieren. Volwassen mannetjesberen vechten met jongere beren (en soms zelfs pas geboren beren) en doden ze. Een gevecht tussen twee volwassen mannetjes kan ertoe leiden dat de ene beer de andere doodt en opeet. Van het gedrag van sommige ijsberen in gevangenschap (dierentuin) is de uitdrukking IJsberen afgeleid. Door verveling en ontbreken van normale prikkels vervallen veel dieren, dus niet alleen de IJsbeer, in de gewoonte om steeds maar weer dezelfde bewegingen te maken of dezelfde rondjes te lopen. Dus als je aan het ijsberen bent loop je telkens het zelfde rondje (meestal om na te denken) Jagen: De ijsbeer heeft meerdere soorten jaagtechnieken. De eerste techniek is heel simpel. In het ijs van de Noordpool zitten allerlei gaten, die gaten worden gebruikt als luchtgaten voor bijvoorbeeld zeehonden. De ijsbeer gaat dan gewoon naast zo n gat zitten en wacht tot er een zeehond of een andere dier, naar boven komt en dan grijpt hij zijn prooi. Soms gebruiken ze een stukje ijsschots die ze met hun neus vooruit duwen richting hun prooi. Achter dit stuk ijs is zijn neus niet te zien, zodat hij niet opvalt tussen het witte sneeuw..een andere techniek is gewoon het besluipen van een zeehond als ie op het land licht. Hij bedekt dan zijn zwarte neus met zijn poot om niet op te vallen. Je kan dus wel zien dat ijsberen slimme dieren zijn. Zintuigen: Nu vertel ik iets over de zintuigen van de ijsbeer. IJsberen hebben net als mensen vijf zintuigen. Je zou de zintuigen van de ijsbeer ook kunnen vergelijken met dat van een mens. Zien: IJsberen hebben heel goede ogen. Dat moet ook wel omdat ze de meeste tijd s nachts jagen. Ze hebben 2 grote zwarte ogen, die recht naar voren kijken, zodat ze hun prooi goed kunnen zien. Ook kan een ijsbeer kleuren zien. Maar waarschijnlijk lang niet zo goed als wij mensen dat kunnen. Wel kunnen ze heel goed diepte zien. Om de ogen van de ijsbeer te beschermen tegen het witte licht van de sneeuw (als de zon er op reflecteert) hebben ijsberen nog een beschermend laagje op hun ogen. Dat zorgt ervoor dat ze daar niet door verblind worden. Gehoor: Over hoe goed een ijsbeer kan horen is maar heel weinig bekend. Wetenschappers denken dat de ijsberen ongeveer net zo veel horen als de mens. Maar dat weten ze niet zeker. Smaak: ijsberen gebruiken hun grote donkere tong om te proeven. Hun smaak is weer te vergelijken met dat van een mens. Want net als de mens houdt de ijsbeer van het ene eten veel meer dan van het andere. Alleen hebben ijsberen wel een aparte smaak. Zo houden ze van eten dat al aan het rotten is. Reuk: De neus van de ijsbeer is heel erg goed, misschien wel een van de beste van de wereld. Als een ijsbeer goed wil ruiken, gaat hij op zijn achterpoten staan, zo ruikt hij nog meer. Er zijn ijsberen die zo n goede neus hebben dat ze 32 kilometer in een rechte lijn lopen op voedsel af. Ook kunnen ijsberen dode zeehonden op een afstand van 30 kilometer ruiken. Je kunt dus wel zeggen dat ijsberen een hele goede neus hebben. Voelen: het tastvermogen van een ijsbeer is best goed. Zo kunnen ijsberen heel goed dingen verschuiven. En ze kunnen heel voorzichtig dingen in hun bek nemen. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-de-ijsbeer-22162 Pagina 3 van 6

Maar naast deze vijf is er waarschijnlijk nog een zesde zintuig, namelijk: richtingsgevoel. IJsberen hebben namelijk een enorm goed richtingsgevoel. Want ook al is ijs nooit hetzelfde, de ijsbeer weet altijd de weg. Wetenschappers denken dat dat komt omdat ijsberen een soort ingebouwd kompas hebben. En dat ze door het magnetische veld van de aarde de weg kunnen vinden. Voortplanting: IJsberen leven hun hele leven alleen. Het mannetje gaat in de lente opzoek naar een vrouwtje zonder jongen om te paren. Dat is dus ook een van de weinige momenten dat mannetjes en vrouwtjes bij elkaar zijn. Vrouwtjes krijgen alleen een eisprong als ze geen jongen heeft en er een mannetje in de buurt is. IJsberen vinden elkaar door rond te kijken bij de beste jachtgebieden voor zeeleeuwen. Als ze elkaar hebben gevonden blijven het mannetje en vrouwtje ongeveer een week bij elkaar. In die week paren de beren een paar keer. Dat is ook het enige wat het mannetje als vader doet. Bij de zwangerschap, geboorte en de opvoeding is het mannetje nergens te bekennen. Vrouwtjes gaan paren als ze vier jaar oud zijn. Mannetjes zijn geslachtsrijp als ze zes jaar zijn. Maar omdat mannetjes als ze zes jaar oud zijn nog niet zo sterk en groot zijn, om andere mannetjes van de vrouwtjes af te houden paren de meeste mannetjes pas als ze acht, negen jaar zijn. Dat is dus allemaal een stuk sneller dan de mens. Dat komt natuurlijk ook omdat de ijsbeer niet zo oud wordt als de mens. Een ijsbeer wordt gemiddeld tussen de 15 en 18 jaar. Terwijl een mens ongeveer 5x zo oud kan worden. Zwangerschap: Een zwangere ijsbeer moet eerst heel erg veel in gewicht toenemen (ongeveer 200 kilo). Daar heeft ze ongeveer twee maanden de tijd voor. Pas als ze voldoende in gewicht is toegenomen zal het bevruchte eitje gaan groeien en zich gaan ontwikkelen. Dat extra gewicht is nodig voor de energie dat het kost om de jongen groot te laten worden. Wanneer in oktober de ijsberen weer op jacht gaan naar ijsberen, gaan zwangere ijsbeervrouwtjes opzoek naar een hol om daar te overwinteren. De moederbeer graaft een hol in de sneeuw, in zo'n hol is het wel warmer als buiten maar licht de gemiddelde temperatuur nog steeds rond de 0º Celsius. Ze komt dan in een lichte winterslaap terecht. Haar hartslag daalt van 46 naar 27 slagen per minuut. In de maanden dat ze slaapt gaat alles in haar lichaam heel erg traag. Geboorte: De jongen worden meestal eind december, begin januari geboren, terwijl de moeder nog slaapt. Meestal worden er twee ijsberen per zwangerschap. In totaal zijn ijsbeervrouwtjes dus ongeveer zeven tot acht maanden zwanger. Kleine ijsberen zijn bij de geboorte ongeveer zo groot als een eekhoorn, en ze wegen slechts 600 gram. Jongens zijn net iets groter dan meisjes bij de geboorte. Als ze geboren worden hebben jonge ijsbeertjes klauwen, om in de vacht van hun moeder de tepels te zoeken om uit te drinken. Na ongeveer een maand beginnen ze al rond te kruipen, maar pas na zes weken openen ze pas hun ogen. Niet veel later komen ook de tanden door. Als de jonge ijsberen groter worden gaat het ijsbeervrouwtje rechtop zitten. na zo'n tien weken zijn de ijsberen klaar om samen met hun moeder het hol te verlaten. Ook de geboorte gaat wel anders als bij de mens. bij mensen worden kinderen niet in een bepaalde tijd geboren, zoals bij de ijsberen. Maar het aantal maanden dat een vrouwtje zwanger is, komt wel aardig overeen met de draagtijd van de mens, alleen het gewicht is weer totaal anders. IJsbeerjongen zijn maar 600 gram terwijl baby s meestal rond de 3000 gram zijn.. Opgroeien: De jongen blijft tot anderhalf jaar na de geboorte moedermelk drinken. De jongen blijven heel dicht bij hun moeder. Na ongeveer een jaar nemen ze iets meer ruimte om hun moeder heen, maar blijven nog wel dicht https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-de-ijsbeer-22162 Pagina 4 van 6

bij. Normaal blijft een ijsbeerjong zo'n tweeënhalf jaar bij hun moeder, dat is veel langer dan normale berenjongen. Na tweeënhalf jaar zijn de kleine ijsberen zo groot geworden dat het dan moeilijk te zeggen is wie de moeder is en wie de jonge. De reden dat ijsberen zo snel groeien is de ontzettend vette moedermelk. De vrouwtjes voeden haar jongen zittend, dat doet ze omdat ze dan om zich heen kan kijken of er gevaar dreigt. De moedermelk van ijsberen bestaat ongeveer uit 30% tot 40% vet (menselijke moedermelk bestaat ongeveer uit 2% vet). Moeders kunnen hun jongen twee jaar lang moedermelk geven, maar de kleine krijgen ook voedsel zodra hun moeder iets gevangen heeft. Tijdens het opgroeien moeten de jongen alles leren om als ze groot zijn te overleven. Zo leren ze bijvoorbeeld wat ze kunnen eten, en waar dat te vinden is, hoe je het moet vangen en hoe je gevaren kunt ontwijken. De helft van alle jongen gaan binnen twee jaar al dood. Het is dus heel belangrijk om voorzichtig te zijn en snel te leren hoe je moet overleven. Na ongeveer tweeënhalf jaar gaan de jonge ijsberen voor het eerst alleen op pad. Ze zijn dan bijna net zo groot als hun moeder. Als de moeder weer klaar is om opnieuw te paren, jaagt ze haar jongen weg zodat ze haar eigen leven opnieuw kan beginnen. Soms blijven de broers en zussen nog even bij elkaar. Maar uiteindelijk gaan ze toch allemaal op zichzelf verder. Dat is dus ook weer totaal anders als de mens. Bij mensen blijven de kinderen toch minstens tot hun 17e in huis. En de meeste kinderen blijven ook wel leven in hun eerste levensjaren. De bloedsomloop: Het bloed: IJsberen en mensen hebben de zelfde soort bloedsomloop en bloed. Dus bij een ijsbeer bestaat het bloed ook: bloedplasma, bloedplaatjes. Rode- en witte bloedcellen. Bloed bestaat voor ongeveer 55% uit bloedplasma, en voor ongeveer 45% uit rode en witte bloedcellen. Bloedplasma: Bloedplasma bestaat voor het grootste gedeelte uit water. In dat water zitten allerlei stoffen opgelost. Bloedplasma vervoert veel stoffen zoals zuurstof (niet zo veel), voedingsstoffen, kooldioxide en andere afvalstoffen. Ook speelt het bloedplasma een rol bij de bloedstolling. Rode bloedcellen: Rode bloedcellen zijn kleine ronde schijfjes. Ze zijn aan de buitenkant dikker dan in het midden. Rode bloedcellen hebben geen celkern. De rode bloedcellen bevatten een rode kleurstof: Hemoglobine. Door de hemoglobine kunnen de bloedcellen makkelijk zuurstof opnemen en afgeven. Dat moet ook wel want de taak van de rode bloedcellen is het vervoeren van zuurstof. In de longen nemen de rode bloedcellen zuurstof op en dat geven ze weer af aan de andere organen. Witte bloedcellen: witte bloedcellen hebben geen vaste vorm. Omdat ze geen vaste vorm hebben kunnen ze door hele kleine openingen in de wand van de haarvaten. Witte bloedcellen hebben als taak ziekteverwekkers onschadelijk maken. Je hebt verschillende soorten witte bloedcellen. Sommige typen bestrijden gevaarlijke bacteriën. Dat doen ze door de binnengedrongen bacteriën in te sluiten. De bacteriën komen dan in de witte bloedcellen te liggen en gaan dood. Maar de witte bloedcellen gaan hierbij meestal ook dood. Hiernaast is een plaatje van witte bloedcellen. Bloedplaatjes: Als laatste heb je ook nog de bloedplaatjes. Bloedplaatjes zijn geen cellen, maar delen van uit elkaar gevallen cellen. Ze hebben dus ook geen celkern. De belangrijkste taak van de bloedplaatjes is zorgen dat het bloed buiten de bloedvaten stolt. Maar soms stolt het bloed ook in het bloed van een beer. Dat noem je trombose. De bloedsomloop: De ijsbeer heeft net als de andere zoogdieren (dus ook net als de mens) een dubbele bloedsomloop. Dat https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-de-ijsbeer-22162 Pagina 5 van 6

wil zeggen dat het hart een dubbele pomp is. De rechterhelft van het hart pompt het (zuurstof arme bloed) naar de longen. In de longen wordt het bloed weer zuurstof rijk gemaakt. Vanuit de longen wordt het bloed weer terug naar het hart gepompt. Dit noem je de kleine bloedsomloop. Het bloed komt dan in de linkerhelft van het hart terecht. En de linkerhelft van het hart pompt het bloed door het hele lichaam. Dit noem je de grote bloedsomloop. Omdat het bloed het hart twee keer passeert voordat het weer terug het lichaam in gaat, spreek je van een dubbele bloedsomloop. Hieronder naast zie je een plaatje van de bloedomloop Het hart: Het hart van de ijsbeer is dus te vergelijken met het hart van de mens. Het hart is een holle spier. Het hart moet er voor zorgen dat het bloed door het lichaam wordt gepompt. Omdat dit best veel energie vraagt, verbrand het hart dan ook een hoop zuurstof en voedingsstoffen. Een hart heeft twee helften: de linker helft de rechterhelft. En elke helft bestaat weer uit twee delen: de boezems, en de kamers. Je hebt hier boven (bij De bloedsomloop) al kunnen lezen hoe het hart het bloed rond pompt. Een normale hartslag voor ijsberen is achtennegentig slagen per minuut overdag. En 's nachts veertig tot vijfenveertig slagen per minuut. Tijdens de winterslaap ligt de hartslag van sommige beren zelfs tussen de acht en tien slagen per minuut. Verbranding en ademhaling: Ademhaling: Een ijsbeer heeft net als de mens een paar longen. De longen van beren zijn betrekkelijk groot als je dat vergelijkt met de longen van de mens. Als een ijsbeer slaapt haalt hij ongeveer acht tot tien keer per minuut adem. En overdag haalt hij veertig tot vijfenveertig keer per minuut adem. Bij extreme inspanningen stijgt de ademhaling soms wel tot 100 keer per minuut. Tijdens de winterslaap haalt wordt het zuurstof gat kleiner en haalt hij de helft minder adem per minuut. De longen halen de zuurstof en glucose uit de lucht. En dat word afgegeven aan het bloed. Tegelijkertijd ademt hij koolstofdioxide en andere afvalstoffen weer uit. Dat gaat dus hetzelfde als bij mensen Verbranding: In de cellen van een ijsbeer (en alle andere organismen) vindt dag en nacht verbranding plaats. Anders gaat de cel dood. Voor de verbranding van de cellen is natuurlijk brandstof nodig. De meest gebruikte brandstof in cellen is glucose. Dat komt dus binnen via het ademhalen (zie Ademhaling). Bij de verbranding in het lichaam van een ijsbeer komt energie vrij. Die energie wordt gebruikt om de organen in werking te houden, want zonder energie doen de organen het niet. Het is natuurlijk logisch dat er bij een zware inspanning meer energie nodig is dan bij een lichte inspanning. Daarom adem je dan ook vaker als je bezig bent met een zware inspanning. Je ziet dus dat er bijna geen verschil is tussen de verbranding bij de ijsbeer en die van de mens. Voeding: De ijsbeer is een echt roofdier. Het liefste eet hij zeerob. Maar hij eet ook zeehonden, walrussen, beluga walvissen en soms een beetje zeewier. Van de zeerobben eten ijsberen normaal gesproken alleen het vet, de huid en ingewanden. Het vlees laten ze dus liggen. De ijsberen vangen de robben door ze bij een luchtgat in het ijs op te wachten. Met een dodelijke klap van hun klauwen verbrijzelen ze de schedel van een zeerob. Soms eet een ijsbeer ook wel planten. Maar dat doet hij niet zo vaak. https://www.scholieren.com/verslag/werkstuk-biologie-de-ijsbeer-22162 Pagina 6 van 6