No. 48. augustus 2004 (2004 no. 2) Beste naamgenoten, Onze excuses voor de late verschijning van dit nummer van de Ross Newsletter van de maand augustus 2004. Als deze in uw bus valt is het wellicht al september. De belangrijkste oorzaak is dat wij 10 dagen naar Edinburgh geweest zijn om weer onderzoek te doen naar onze familie. En deze keer met succes. Via veel omwegen zijn we er na veel bezoeken aan Register House eindelijk uit hoe de familie in elkaar zit. Zie het hoofdstukje Genealogie. De clan associations van de U.S.A., Canada en Nieuw Zeeland hebben inmiddels ook niet stil gezeten en uit hun newsletters hebben we weer het een en ander gehaald waarvan we dachten dat het voor U interessant zou kunnen zijn. Deze keer geen nieuwe lezers. Dat zal ongetwijfeld te maken hebben met het zomer-seizoen. Toch hebben we de laatste tijd veel leuke contacten gehad op het gebied van de genealogie., o.a. resulterend in een uitbreiding van de kwartierstaat van Wil, waarin ook een Ros voorkomt. Veel plezier bij het lezen. George en Wil Ross. Evelindeflat 55. 4707 EX, Roosendaal. E-mail: georgeross@home.nl
ROSS NEWSLETTER pag. 2 INTERNET ADRESSEN www.clanrossassociation.org : www.greatclanross.org : www.geocities.com/annetteross/ : Clan Ross Ass. U.S.A. Clan Ross Ass. Canada Clan Ross Australië Informatie over het Tain & District Museum, Tain, Schotland is te vinden op de nieuwe website : www.tainmuseum.org.uk Deze websites kunt u overigens ook bereiken via onze eigen homepage: http://www.homepages.hetnet.nl/~clan-ross/index.htm Deze bevat naast de inhoud van de laatste Ross Newsletters (ook in het Engels) ook informatie over Clan Ross in het algemeen, Schotten in Nederland en genealogische gegevens van enkele families Ros(s) in Nederland. INTERNATIONAL CLAN NEWS Nieuw Zeeland. De layout van de Newsletter Juni 2004 die we ontvingen had een zeer duidelijke verandering ondergaan ten opzichte van de vorige. Men is daar over gegaan tot een A5-formaat (zoals wij). De Newsletter begint met een verslag van de op 15 mei 2004 gehouden jaarvergadering in Rotorua, waarin ook werd vermeld dat de volgende jaarvergadering gehouden zal worden in Christchurch (in 2005 dus). De Newsletter bevat daarnaast een vervolg op het artikel The Kelts (deel 22) en een vermelding van het overlijden van één van hun belangrijke leden: Allan H. Ross op 09-05-2004. De Association heeft ook een begin gemaakt aan een eigen website onder de naam www.clanrossassociation.org/newzealand.htm. Op dit moment bevat deze nog niet meer dan een lijstje van de bestuursleden. U.S.A. De Summer 2004 newsletter bevat een artikeltje inzake het overlijden van Mrs. Rosemary Mackenzie, de initiatiefneemster van het Tain en District Museum. Zie hierna. In haar From the genealogist vermeldt Fran Bumann een nieuwe genealogische zoekmachine : http://expertgenealogy.com/free/search.htm
pag. 3 ROSS NEWSLETTER Wij zijn nog niet in de gelegenheid geweest de zoekmachine echt te beoordelen. De Autumn 2004 Newsletter schenkt aandacht aan het 45-jarig ambtsjubileum van the Rev. Dr. David L. Beebe in de St. John Evengelical United Church of Christ dat werd herdacht in de kerk in Collinsville, Illinois. Rev Beebe is chaplain van de Clan Ross Ass. Of the U.S.A. Verder een artikel over de grondlegger van de clan, Farquhar MacIntaggert die leefde van ca. 1168 tot 1251. Een nogal theoretisch verhaal en gebaseerd op allerlei oude publicaties. Wie kan beoordelen wat waar is? Fran Bumann, de genealogisch adviseur van de U.S.A. Clan Ass. Bericht o.a. dat het Tain Museum recent in het bezit is gekomen van een tweetal werkstukken van de bekende zilversmid Hugh Ross in Tain. Canada. Ook in Canada werd aandacht geschonken aan het overlijden van Mrs. Mackenzie. Daarnaast weer aandacht voor de investeringsplannen van Mohammed Al Fayed op zijn landgoed met de bedoeling het toeristisch gebeuren in die omgeving te verbeteren. GENEALOGIE In de inleiding meldden we al dat we weer naar Edinburgh geweest zijn om onderzoek te doen naar onze eigen familie. Ons eerste bezoek aan New Register House aldaar dateert al weer van 1981. Op dat moment waren de zoekmogelijkheden nog zeer primitief. Van databestanden in computers hadden we (en ook de archieven) nog niet gehoord. Toch was het een bijzondere ervaring omdat het genealogisch onderzoek daar totaal anders georganiseerd is dan in Nederland. Alles van het hele land is op één plaats verzameld, althans wat de oude kerk registers en de burgerlijke stand betreft. De Burgerlijke Stand was geïndexeerd per jaar, maar de oude doop- en trouw registers konden niet anders benaderd worden dan door films te lezen. In de achterliggende ruim 20 jaar is er wel het een en ander veranderd: Alles is via computers toegankelijk gemaakt en alhoewel het zoeksysteem niet optimaal is, is dat toch wel een stuk gemakkelijker geworden. Bijzonderheden zoals doopgetuigen en gegevens bij huwelijken moeten echter nog steeds van 35mm films gelezen worden op readers die volledig uit de tijd en behoorlijk versleten
ROSS NEWSLETTER pag. 4 zijn. Er waren al eens andere familieleden op onderzoek uit gegaan en die kregen te horen dat de kerk waarin mijn bet-overgrootvader gedoopt zou moeten zijn afgebrand was. Dat bleek niet waar te zijn. Toch konden we hem niet vinden in het register. Er was ook een verhaal dat de familie iets te maken zou hebben met Glamis, de plaats waar ook Glamis-Castle staat, het kasteel waar de vorig jaar overleden Queen-mum opgegroeid is. Alle verhalen en mogelijke aanknopingspunten ten spijt konden we niet achter het verdere verleden van de familie komen. Al lang hadden we een vermoeden dat een echtpaar David Ross/ Grisel Henderson de schakel naar het verleden zou moeten zijn. Mijn bet-overgrootvader s moeder was echter Margaret Balfour (volgens de acte van overlijden in Alblasserdam) en dat stemde dus niet overeen. Toch was dat Margaret Balfour juist, hetgeen bleek uit allerlei familierelaties en vernoemingen. Hoe zat het dan??? Toen mijn bet-overgrootvader George zes jaar oud was werd in Arbroath een David Ross begraven. Nadere bijzonderheden stonden in het grafregister niet vermeld. Daar kwamen we dus niet verder mee, maar het kon bijna niet anders dan dat die David Ross zijn vader was. Een huwelijk van een David Ross met een Margaret Balfour was nergens te vinden, net als de doop van George. Inschrijven van huwelijken was op dat moment nog niet verplicht, dus niet kunnen vinden wil nog niet zeggen dat er geen relatie was. Vorig jaar bleek ons dat George als kind niet gedoopt was en in 1841 als volwassene gedoopt is. In 1820 waren zowel David Ross als Margaret Balfour weduwnaar resp. weduwe en woonden beiden in Arbroath. In Alblasserdam woonden meerdere Schotse meisjes, die kennelijk met George waren meegekomen. Eén van hen, Eleonora Spalding bleek familie van George te zijn en dat was in feite het aanknopingspunt om verder te kunnen komen. David Ross was geboren in Dundee, maar al zijn broers en zusters waren geboren in Glamis en hij heeft daar ook zelf gewoond en dat maakte het familie verhaal waar. Zijn zuster Maria Lyon Ross was gehuwd met James Spalding
pag. 5 ROSS NEWSLETTER en hun kleindochter was de genoemde Eleonora, die in Alblasserdam in 1869 overleed. Toen we eenmaal wisten wie Mary Lyon Ross s ouders waren (In het doopboek van Glamis staan geen moeders vermeld, maar gelukkig in Dundee wel) ging het eigenlijk vrij snel. De kerkboeken in Dundee zijn behoorlijk volledig. Doopgetuigen en gegevens bij huwelijken zijn redelijk volledig en zo konden we al snel enkele generaties terug. Zelfs na terugkeer konden we thuis nog een generatie verder terug, op basis van alle gegevens die we genoteerd hadden en mede dankzij de database van de Mormonen. Uiteraard zijn we nu nieuwsgierig of we nog familieleden in Schotland hebben. Ondanks het feit dat we 5 dagen in Register House hebben doorgebracht zijn we daar nog niet echt aan toe gekomen. We gaan uiteraard thuis verder met behulp van de internet-gegevens maar we gaan zeker weer een keer terug om verdere gegevens te vinden. De hiernaast staande foto is die van een grafmonument op de begraafplaats The Howff in Dundee, waarop is vermeld dat de op één na oudste voorvader, James Ross overleden is in 1760 op 52 jarige leeftijd en zijn echtgenote Margaret Officer in 1781 op 72-jarige leeftijd. (Foto s van bijna alle monumenten van die begraafplaats staan op Internet) Rosemary Makenzie. Rosemary Mackenzie, overleed op maandag 1 maart 2004 tengevolge van een auto ongeluk. Ofschoon ze reeds 87 jaar was, was ze nog dagelijks betrokken bij het museum-gebeuren. Haar enthousiasme voor lokale geschiedenis, haar geheugen voor details en kennis van lokale anecdotes waren legendarisch en zullen node gemist worden door de medewerkers van het museum en door velen, waar ook ter wereld, die haar al zo veel jaren om inlichtingen vroegen. Rosemary werd in Tain geboren in 1917. Haar ouders waren W.J. Munro (de Black Prince vanwege zijn geweldige snor) en Winifred Burnet, afkomstig
ROSS NEWSLETTER pag. 6 uit Edinburgh en naar Tain gekomen om les te gaan geven aan de Tain Royal Academy. Winifred was de dochter van de beeldhouwer T.S. Burnett. Rosemary trouwde vlak voor de tweede wereldoorlog. Haar man was één van de zeer vroege slachtoffers in die oorlog en ze is niet opnieuw gehuwd. In de jaren na de oorlog werd ze een goede vriendin van Miss Rosa Williamson Ross, de laatste van de Rossen van Pitcalnie en Chief van de Clan tot haar overlijden in 1968. Tijdens deze vriendschap werden de archiefstukken van de Pitcalnie familie geïnventariseerd en geschonken aan het Scottish Record Office (nu Nationaal Archief van Schotland) en daardoor kreeg Rosemary belangstelling voor geschiedenis. In 1966 wilde het stadsbestuur een tentoonstelling organiseren ter gelegenheid van de festiviteiten bij het 900-jarig bestaan van Tain en Rosemary was de aangewezen figuur om dat van de grond te krijgen. Ze richtte een comité op met o.a. gemeenteraadslid en drogist A.G.R. Robertson (zijn zoon David is nog steeds drogist in Tain) en de manufacturier George Hamilton. Het stadsbestuur bood het oude huis van de beheerder van de begraafplaats aan als plaats om de tentoonstelling op te stellen. Heckie Ross, de lokale kruidenier schonk diverse oude vitrines en zo kon het project van start. De tentoonstelling was een groot succes en er werd besloten er een permanente expositie van te maken. De vitrines werden aangepast door George Hamilton en de lokale electricien en Donnie Shivas verzorgde de electriciteit. Donnie bleef een geweid museum vrijwilliger tot hij vorig jaar op 89 jarige leeftijd overleed. De begrafenis van Rosemary vond plaats op 9 maart van dit jaar vanuit de Church of Scotland in Tain. En werd o.m. bijgewoond door David Ross of Ross, de chief van de Clan. (Gegevens ontleend aan de Newsletters van de Clan Ass. in de U.S.A. en in Canada. Hiernaast: Rosemary Makenzie bij het 900 jarig bestaan van Tain met Koningin Moeder Elisabeth.
pag. 7 ROSS NEWSLETTER Bekende leden van Clan Ross Major General Robert Ross was officier in het Britse leger tijdens de burgeroorlog van 1812. Op 25 en 25 augustus 1814 bezette hij de stad Washington D.C. en gaf bevel alle regeringsgebouwen in brand te steken. In de nacht van 25 augustus verliet Ross met zijn troepen de stad en vertrok naar Upper Marlboro, Maryland. Toen zij daar weer vertrokken bleven twee dronken soldaten achter. Deze werden gearresteerd door Dr. William Beans en in de gevangenis gezet. Toen Generaal Ross daarvan hoorde gaf hij opdracht Dr.Beans te arresteren en over te brengen naar het vlaggeschip van de Britse vloot de Tonnant. In de morgen van 3 september 1814 gingen Francis Key en Kolonel John Skinner op weg om te onderhandelen over de vrijlating van Dr. Beans. Op 7 september vonden ze de Tonnant. De Britse officieren gingen wel akkoord met vrijlating, maar niet onmiddellijk. Naar hun mening hadden ze intussen te veel gehoord over de op handen zijnde aanval van de Britten op Baltimore, Maryland. In de morgen van 12 september 1814 was Maj. General Ross op weg richting Baltimore en maakte een stop bij de boerderij van Robert Gorsuch. Hij vroeg hem een ontbijt voor hem klaar te maken. Mr. Gorsuch vroeg of hij die avond voor het supper terug wilde komen. Ross antwoordde: Vanavond zal ik in Baltimore souperen of anders in de hel. Die dag begon de strijd om Baltimore en Robert Ross was een van de eerste slachtoffers. Hij werd door de longen geschoten en overleed. De strijd werd afgebroken en men besloot Baltimore te gaan bombarderen vanaf de zee. In de nacht van 14 op 15 september werd inderdaad Baltimore en het Fort Henry door de Britten gebombardeerd. Dit was het bombardement dat Francis Scott Key inspireerde tot het schrijven van het gedicht Will
ROSS NEWSLETTER pag. 8 Ross Defence of Fort McHenry dat later werd omgedoopt tot het The Star spangeld Banner (Het huidige volkslied van de U.S.A.). Op deze manier werd Major GeneraL Robert Ross verantwoordelijk voor het schrijven van het Amerikaanse volkslied. Had hij Washington niet aangevallen, Dr Beans niet had gearresteerd en niet zou zijn gesneuveld bij Baltimore, dan zou er geen bombardement op Fort McHenry zijn geweest en zou Francis Key daarvan geen getuige geweest zijn en er niet over geschreven hebben. (Uit: Clan Ross News U.S.A summer 2004, door Dennis Hern, F.S.A. Scott) FAMILIEBERICHTEN Vorig jaar berichtten wij U over onze 100-jarige lezeres mevr. Antonia Johanna Geertruida van den Berg, weduwe van Marijnus Ros, in leven Gereformeerd predikant te Harderwijk. Zij heeft deze status niet lang mogen beleven. Ze is op 7 november 2003 te Harderwijk overleden en is begraven op de begraafplaats Oostergaarde te Harderwijk. Boodschap van Thea en Will Ross( Almere): Hartelijke groet uit een nog steeds prachtig Schotland. BEDANKT!!