Samenvatting Biologie Thema 1

Vergelijkbare documenten
Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

5,8. Hoofdstuk 1. Samenvatting door een scholier 2273 woorden 3 oktober keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk.1 p.1 t/m 6

6,5. Samenvatting door een scholier 1879 woorden 19 januari keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting Biologie Hst 1 inleiding in de biologie

Praktische opdracht Biologie Cellen

Samenvatting Biologie Thema 1

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1

Samenvatting Biologie H1+2

Samenvatting biologie thema 2

Samenvatting Biologie Thema 1, Inleiding in de

Thema: Inleiding in de biologie & Cellen

BIOLOGIE Havo / Vwo 4 Submicroscopische cel: celorganellen

Examen Voorbereiding Cellen

B2 Zelf cellen bekijken Preparaat om cellen door een microscoop te bekijken maak je eerst een preperaat

Samenvatting Biologie Thema 2

Samenvatting Biologie Thema 1

8.1. Boekverslag door L woorden 15 december keer beoordeeld. Biologie voor jou. Biologie samenvatting biologie voor jou havo 4 thema 2

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

Samenvatting Biologie H3 Organen en cellen

7,4. Antwoorden door een scholier 3745 woorden 26 december keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2: Cellen

Samenvatting Biologie Thema 1-2

De romp bestaat uit een borstholte en een buikholte, gescheiden door het middenrif.

Antwoorden Biologie Thema 1

Samenvatting Biologie Thema 1: Organen en cellen

De cel, didactische schrijfopdracht 4 VMBO T Een reis door de subcellulaire structuur van de cel

1: Nanotechnologie. 2: Cellen bekijken

Samenvatting Biologie Wat is biologie

Bouw van een cel vmbo-b34. CC Naamsvermelding 3.0 Nederland licentie.

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel 7/2/2015. dr. Brenda Casteleyn

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2, Cellen: bouw en functie

Celmembraan (duh! dat maakt het een cel) Celwand Ribosomen (voor eiwitsynthese) Soms: uitsteeksels zoals flagel (zweepstaart)

Les wetenschappen: biologie

Samenvatting Biologie Thema 1 inleiding in de

HOOFDSTUK 1: CELLEN VAN ONS LICHAAM

6,6. Samenvatting door een scholier 2492 woorden 31 mei keer beoordeeld HOOFDSTUK 2 CELLEN IN WERKING

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2

Samenvatting Biologie Inleiding in de biologie

9, Samenvatting door een scholier 1855 woorden 27 november keer beoordeeld. Hoofdstuk 2 Biologie bedrijven

Cellen aan de basis.

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2, Cellen: bouw en functie

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1: Gedrag, Hoofdstuk 2

Onderdelen van de cel

Presentatie Biologie cellen ordenen onder een microscoop

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: Cel en leven

Mitochondriële ziekten

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2

Stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die zich blijven delen. Drie verschillende stamcelbronnen zijn:

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 3: Cellen

Bouw van een cel vmbo-kgt34. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 3.0 Nederland licentie.

Onderdelen van de cel

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Examen

Samenvatting Biologie Thema 1, 2 en 5

Inleiding in de biologie

5.7. Boekverslag door N woorden 7 november keer beoordeeld 2.2

Samenvatting Biologie Thema 1, 2, 3: Inleiding in de biologie, Cellen en Voortplanting

4,2. Samenvatting door een scholier 2580 woorden 22 oktober keer beoordeeld. Biologie H2 Cellen in werking

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2 t/m 3.3

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 2

Naam: Student nummer:

1) Tot de flexorenvan de knie behoort o.a. A) M Soleus B) M Glutaeus maximus C) M Gastrocnemius D) M Vastus medialis. Vragen les 1 fysiologie

1: Wat is biologie? 2: Organisatieniveaus van de biologie

osmose-onderzoek practicumhandleiding

Bepaalde voedingsmiddelen, zoals yoghurt een zuurkool, worden met behulp van bacteriën gemaakt.

Theorie Module Cellen

7,1. Basisstof 1; Wat is biologie? Basisstof 2, Natuurwetenschappelijk onderzoek. Basisstof 3, Organen, cellen en weefsels.

Proef Biologie Osmotische waarde bij verschillende concentraties

Aantekeningen Hoofdstuk 1: Vier rijken Vergelijken KGT

de cel A&F_MBO_H01.indd :21

Cellen in het lichaam.

Cellen en stevigheid van voedsel.

De cel metabolisme cel cel- membraan eiwitsynthese DNA aminozuren 1.1 De cel celcyclus celmembraan Afbeelding 1.1

2. mitochondriën leveren de benodigde energie. Eiwit-flagellen zogen voor de beweging van staart

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 4: cel en leven+ Hoofdstuk 5: onderzoek

Voorbereiding toelatingsexamen arts/tandarts Biologie: Eukaryote cel. 20 februari dr. Brenda Casteleyn

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 en 2

DE CEL - SUBMICROSCOPISCH

Biologie ( havo vwo )

Samenvatting Biologie Hoodstuk 3 cellen

Samenvatting Biologie Samenvatting hoofdstuk 1 bvj

Cellen van drie domeinen. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Examenreader CYTOLOGIE

Eencellige en meercellige organismen

Samenvattingen. Samenvatting Thema 1: Stofwisseling. Basisstof 1. Organische stoffen:

Diagnostische toets Van HIV tot AIDS?

Begrippen Hoofdstuk 3

CELLEN VERTELLEN Leerlingenhandleiding

1. Geef aan of de onderstaande beschrijvingen dood, levenloos of levend zijn. 2. Wat zijn levenskenmerken of een ander woord levensverschijnselen?

Biologie Hoofdstuk 3 Structuren Binnen Organismen Gerrit van der Stelt

Vragen bij paragraaf 3.1

7,5. Samenvatting door een scholier 5721 woorden 4 april keer beoordeeld. Biologie voor jou

Samenvatting Biologie Hoofdstuk 1 Stofwisseling

Het rijk van de schimmels

Anatomie / fysiologie. Team anatomie/fysiologie AFI1. Anatomie / fysiologie / pathologie. Cxx53 1 en 2. Milieu interieur Uitwisseling van stoffen

ENERGIEOMZETTINGEN IN DE CEL

Biologie 1997 Augustus

Transcriptie:

Samenvatting Biologie Thema 1 Samenvatting door een scholier 1332 woorden 23 oktober 2007 6,1 58 keer beoordeeld Vak Methode Biologie Biologie voor jou 1. Wat is biologie? Biologie: studie van organismen Organismen vertonen levensverschijnselen, die afwezig = dood, nooit geweest = levenloos. Levensverschijnselen: stofwisseling = alle chemische reacties in een organisme. Ontstaan groei, ontwikkeling (het optreden van veranderingen in de bouw en het functioneren van het individu of van bepaalde delen ervan. voortplanten - dood Ieder organisme heeft een levensloop ----- Iedere soort een levenscyclus O Beroepen: Natuur en milieu Voorlichting en uitleg Verzorging van mensen dieren en planten: Bestrijding van ziekten bij mensen dieren en planten: Voeding Beweging Voortplanting De huid Zintuigen 2. Natuurwetenschappelijk onderzoek. Generatio Spontanea: Organismen kunnen plotseling ontstaan uit levenloze of dode materie als de omstandigheden goed zijn. Aristoteles: Alles levenloze materialen en dode organismen bezitten sluimerende levenskrachten. Als de omstandigheden gunstig zijn kunnen deze ontwaken en zou er leven ontstaan. Latere onderzoekers: uit resten van een bepaalde soort kan een heel andere soort ontstaan. Ondersteund door waarnemingen als het ontstaan van maden uit rottend vlees. Redi dacht dat het kwam door de eieren van vliegen, dus sloot hij een pot met vlees af. Tegenstanders niet overtuigd want het leven kon niet ontstaan omdat er geen verse lucht bij kon. En aangezien lucht volgens hun de levenskracht was die generatio spontanea maakt, waren er niet de juiste omstandigheden om leven te krijgen. Antonie van Leeuwenhoek ontdekt eencelligen in water - theorie nog meer aanhang. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-thema-1-28379 Pagina 1 van 5

Needham 1745: verhitte bouillon en sloot die af met kurk - troebel Spallanzani 1768: bouillon doorkoken kolf dichtsmelten - helder, niet overtuigd want er kon geen lucht bij. Louis Pasteur 1860: overal in micro-organismen aanwezig, door koken blijft alles vrij van bacteriën. Fasen van een natuurwetenschappelijk onderzoek. Observatie (waarnemingen): een bepaald verschijnsel wordt waargenomen, en komt in aanmerking voor verder onderzoek Probleemstelling: Onderzoeker ervaart het als een probleem en formuleert een probleemstelling (vraag) Hypothesevorming: logische verklaring voor het probleem geven. Onderzoeker stelt een veronderstelling (hypothese) op. Experimentele fase: testen of de hypothese juist of niet is. Op basis van hypothese wordt een verwachting van de uitkomst van het experiment uitgesproken. Als (hypothese) dan (uitkomst) Experimenteergroep en controlegroep (blancoproef) Resultaten: waarnemingen verricht, gegevens verzameld. Overzichtelijk weergegeven. Conclusie: vergelijking resultaten met verwachtingen. Overkomst - hypothese is juist. Niet overeen - hypothese onjuist - nieuwe hypothese Iedere theorie geldt tot het tegendeel wordt aangetoond. Het maken van een verslag 1 titel 2 inleiding: achtergrondinfo, hypothese, probleemstelling 3 werkplan: benodigdheden, handelingen, resultaten verzamelen, 4 resultaten: verloop proef 5 conclusie en discussie: kritisch bekijken, conclusie 6 literatuur: bronnenlijst 3. Organen, cellen en weefsels organenstelsel: groep samenwerkende organen Vorm en functie Gestroomlijnd: kop, romp en staart gaan geleidelijk in elkaar over. Vorm van orgaan of bot wordt aangepast aan functie. Vogelbotten / beenbotten: hol licht Voeten: gewelfd gewicht dragen Hersenen bestaan voor het grootste deel uit neuronen (zenuwcellen) Neutraal netwerk: neuronen die in verbinding staan met elkaar. Tegenstroom principe: warmte-uitwisseling dus geen bevroren poten. Organen zijn opgebouwd uit cellen, meerdere cellen bij elkaar is een weefsel. Tussen de cellen zit een tussencelstof, die is soms hard en soms zacht, dat hangt af van de functie. 4. De microscoop materiaal: voorwerpglas, dekglas, bekerglas, water, druppelpipet, scheermesje, pincet, prepareernaalden, filtreerpapier, tissues. kleinste vergroting, preparaat eronder, scherpstellen, grotere vergroting blz in 2 vakken, hb potlood, eerst lijnen dan onderdelen, tekenen wat je ziet, niet te ingewikkeld, rechtsboven: naam, vergroting, titel, of het dwars of lengte doorsnede is, kleurmiddel, namen van onderdelen. https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-thema-1-28379 Pagina 2 van 5

Opruimen 5. Plantaardige en dierlijke cellen dierlijke: celmembraan, cytoplasma, kernmembraan, kernplasma plantaardige: jong; cytoplasma, proplaside, vacuole, celkern, celwand oud; cytoplasma, centrale vacuole, vacuole membraam, palstide (chloroplast), kernmembraan, kernplasma, celmembraan, celwand Organel: deel van een cel met een eigen functie Cel cytoplasma & kernplasma Cytoplasma grondplasma (vettig met opgeloste stoffen) & celmembraan Celkern kernplasma; kernmembraan kern regelt stofwisselingsprocessen Vacuole: blaasjes met vocht omgeven door membraam Wandstandig cytoplasma: cytoplasma dat tegen de celwand aanligt. Vacuolevocht: water met opgeloste stoffen (kleur: anthocyaan, reserve, afval) Proplastiden kunnen chloroplasten, chromoplasten en leukoplasten worden Chloroplasten: bladgroenkorrels, fotosynthese Chromoplasten: kleurstoffen, pigmenten Leukoplasten: kunnen chloroplasten chromoplasten of amyplasten (zetmeelkorrels) worden Celwand: tussenstof behoord NIET tot de cel, zorgt voor stevigheid Intercellulaire ruimten: gevuld met lucht, tussen cellen 6. De submicroscopische bouw van cellen Dierlijke cel: celmembraan, endoplasmatisch reticulum, mitochondium, lysosoom, cytoplasma, Golgisysteem, kernmembraan, kernplasma, kernlichaampje Endoplasmatisch reticulum: transport, dubbele membranen. Gaat over in kernmembraan. Kernmembraan: kernporiën, zo staat het kernplasma in contact met het cytoplasma Kernplasma: chromosomen, erfelijkheid DNA alleen zichtbaar bij deling Ribosomen: functie bij vorming van eiwitten, deel op E-R rest vrij door cytoplasma Golgi-Systeem: eiwitten uiteindelijke vorm, van E-R blaasjes met eiwitten naar Golgi-systeem, daar vorm. Secretie: afgifte van stoffen uit een cel Van Golgi-Systeem laten ook lyosomen los, enzymen die rol spelen bij chemische processen (versnellen) functie bij verteren van stoffen. Mytochondriën: verbranding van glucose, veel ruimte nodig dus geplooide wand. Energie wordt opgeslagen in ATP, ergens energie nodig stof vrijgemaakt uit ATP-moleculen. Hoeveelheid is afhankelijk van activiteit van de cel (spiercel, huidcel) Chloroplasten: vol met membramen daar enzymen voor fotosynthese Celmembraan: grens tussen cel en omgeving, bescherming, selectief transport. Bestaat uit fosfolipiden: vetachtige stoffen met daarin eiwitten met poriën of koolhydraatketens. Bacterie: 1 DNA los in cytoplasma, cytoplasma, celmembraan, celwand 1. Nucleolus 2. Nucleus 3. Ribosomen 4. Blaasje https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-thema-1-28379 Pagina 3 van 5

5. ruw endoplasmatisch reticulum (ER) 6. Golgi-apparaat 7. Microtubule 8. glad ER 9. Mitochondriën 10. peroxisoom 11. Cytoplasma 12. Lysosoom 13. Centriolen 1. kernlichaam 2. Nucleus 3. Ribosomen (Ribosomes) 4. Chloroplast 5. Leukoplast 6. ruw (rough) endoplasmatisch reticulum (ER) 7. Golgi-apparaat (Golgi apparatus) 8. Microtubule 9. glad (smooth)er 10. Mitochondriën 11. Vacuole 12. Cytoplasma (Cytoplasm) 13. Celmembraan (Plasma membrane) 14. Peroxisoom (Peroxisome) 15. Celwand (cell wall) 16. Plasmodesmata 17. draadvormig cytoskelet (Filamentous Cytoskeleton) 7. Diffusie en osmose Diffusie, osmose en actief transport spelen een rol bij de afgifte en opname van stoffen in cellen. Concentratie kan worden uitgedrukt in g*l-1 of in mg*m-3 of in ppm (0,0001%) alles ten opzichte van de totale oplossing. Bij gassen gebruik je druk of spanning ipv concentratie. Moleculen verspreiden zich en botsten op de wand, hoe meer botsingen hoe hoger de druk hoe meer pascal (Pa) of kilopascal (kpa) Diffusie is de verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een plaats met een lage concentratie van die stof. Dit vindt plaats in vloeistof of in gas. Diffusie leid tot homogene verdeling van een stof over de ruimte. Diffusiesnelheid: nettoverplaatsing van een stof per tijdseenheid. Is hoger bij hogere temperaturen. Afhankelijk van: oppervlak (groter sneller) afstand (kleiner sneller) druk of concentratieverschil (groter sneller) temperatuur en aard van stof, medium (lucht, water) Osmose is de verplaatsing van water door een semi-permeabel membraan, van een plaats met een lage osmotische waarde naar een plaats met een hogere osmotische waarde. / nettoverplaatsing van de oplossingen met de laagste concentratie naar de oplossing met de hoogste concentratie. Osmotische waarde: concentratie aan opgeloste stoffen in een oplossing Permeabel: laat alles door, poriën groot genoeg https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-thema-1-28379 Pagina 4 van 5

Semi-permeabel: laat niet alles door poriën te klein voor sommige moleculen 8. Membranen en het transport van stoffen Celmembraan is voor eencelligen de scheiding van het externe milieu. Iedere cel in een meercellig organisme wordt omgeven door weefselvloeistof, dat heet het interne milieu. Celmembraan is selectief permeabel. Celmembraan bestaat uit fosforlipiden deze zijn vetachtig dus laten bijna geen in water oplosbare stoffen door, zo concentratieverschil in de cel en intern milieu. De water en wateroplosbare stoffen gaan door het membraan door eiwitten. Het transport van water komt door osmose (celmembraan is semi-permeabel membraan) Transportenzymen, binden ion of molecuul, vorm veranderd, ion of molecuul verplaatst, kost geen energie door diffusie. Kan alleen met concentratieverval mee. Actief transport kost energie, tegen concentratieverval in, energie wordt geleverd door ATP. = Natruimkaliumpomp. Receptoreiwitten, kunnen stoffen aan buitenkant binden. Stoffentransport binnen een cel Fagocytose: vaste stof insluiten in blaasje. Vloeistof = pinocytose Blaasje versmelt met lysosoom, dan via membraan door actief transport opgenomen in cytoplasma. Plasmastroming: het stromen van het cytoplasma. Blz 39 leren! https://www.scholieren.com/verslag/samenvatting-biologie-thema-1-28379 Pagina 5 van 5